Wijziging van de Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht en de Regeling tarieven scheepvaart 2005

18 augustus 2005

Nr. HDJZ/SCH/2005-1521

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 40, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en artikel 2 van het Besluit routerings- en meldingssystemen voor schepen in volle zee voor de Nederlandse kust;

Besluit:

Artikel I

Artikel 4 van de Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. 2. Het eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing indien wordt gevaren tussen havens aan de oostelijke kust van het Verenigd Koninkrijk, inclusief de Orkney en Shetland eilanden.

Artikel II

Na artikel 2.21 van de Regeling tarieven scheepvaart 20052 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.21a

Tarieven Besluit sanitair afval zeeschepen

1. Voor het onderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Besluit sanitair afval zeeschepen is een tarief verschuldigd van € 96 per manuur.

2. Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door sanitair afval als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit sanitair afval zeeschepen is een tarief verschuldigd van € 201.

3. Voor de afgifte van een duplicaat van een certificaat als bedoeld in het tweede lid is een tarief verschuldigd van € 130.

Artikel III

1. Artikel I treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

2. Artikel II treedt in werking op het tijdstip dat het Besluit sanitair afval zeeschepen in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

Onderhavige regeling strekt tot wijziging van twee ministeriële regelingen: de Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht en de Regeling tarieven scheepvaart 2005. Beide wijzigingen worden in de artikelsgewijze toelichting nader uiteen gezet.

De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven of voor de burgers.

Artikelsgewijs

Artikel I

In de Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht (verder: de regeling) is een routeringssysteem vastgelegd van Noord Hinder naar de Duitse Bocht en vice versa. In artikel 4 van deze regeling zijn de vaargebieden opgenomen waar gebruik wordt gemaakt van het routeringssysteem. De Internationale Maritieme Organisatie heeft op verzoek van het Verenigd Koninkrijk een uitzondering gemaakt op de toepasbaarheid van artikel 4, onderdeel d, van het routeringssysteem: schepen die varen tussen havens aan de oostelijke kust van het Verenigd Koninkrijk vallen niet onder werking van de regeling. Zouden die schepen wel gehouden blijven aan de regeling, dan zouden zij eerst vanuit de Britse havens van vertrek ver oostwaarts naar het routeringssysteem Noord Hinder – Duitse bocht moeten varen, om vervolgens weer westwaarts terug te keren naar de Britse havens van bestemming. De uitzondering zoals vastgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie wordt met onderhavige wijziging opgenomen in Regeling routeringssysteem Noord Hinder – Duitse Bocht.

Het doel van de uitzondering op de toepasbaarheid van het routeringssysteem is tweeledig. Ten eerste wordt voorkomen dat schepen door het omvaren naar het routeringssysteem in meer open water aan meer risico’s worden blootgesteld. Dit komt de scheepsveiligheid ten goede en daarmee wordt de kans op schade aan het milieu door scheepsongevallen beperkt. Ten tweede wordt voorkomen dat schepen onnodige vertraging oplopen.

Artikel II

Er is een nieuw artikel toegevoegd aan de Regeling tarieven scheepvaart 2005, waarmee tarieven worden vastgesteld die voortvloeien uit het Besluit sanitair afval zeeschepen (verder: het besluit).

Het besluit vervangt het Besluit voorkoming verontreiniging door sanitair afval van schepen en strekt tot implementatie van Bijlage IV van het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147), en het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188), hierna te noemen het MARPOL-verdrag. Met Bijlage IV van het MARPOL-verdrag wordt beoogd verontreiniging van de zee door het lozen van sanitair afval van schepen tegen te gaan of zoveel mogelijk te beperken. De verdere achtergronden van het besluit zijn uitvoerig beschreven in de daarbij behorende nota van toelichting.

Het besluit is van toepassing op schepen die een internationale reis maken. Het betreft schepen met een bruto tonnage van 400 of meer en schepen met minder tonnage die gerechtigd zijn meer dan 15 personen te vervoeren. Krachtens artikel 3, eerste lid, van het besluit worden die schepen onderworpen aan een onderzoek, met als doel na te gaan of aan de eisen wordt voldaan voor afgifte van een Internationaal certificaat van voorkoming van verontreiniging door sanitair afval (verder: het certificaat). De onderzoeken zullen zoveel mogelijk worden gecombineerd met de verplichte onderzoeken op grond van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen en het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen.

De tarieven, die door de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat worden geheven voor het verrichten van onderzoek en de afgifte van het certificaat respectievelijk duplicaat, zijn vastgelegd in het nieuwe artikel 2.21a van de Regeling tarieven scheepvaart 2005. De hoogte van de tarieven sluit aan bij de tarieven van § 2.3 van genoemde regeling met betrekking tot voorkoming van verontreiniging door schepen.

Gezien de onderlinge samenhang is het wenselijk om de tarieven die zijn opgenomen in artikel 2.21a gelijktijdig in werking te laten treden met het Besluit sanitair afval zeeschepen. Artikel III, tweede lid, voorziet hierin.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 1997, 220.

  • 2

    Stcrt. 2004, 250; gewijzigd bij ministeriële regeling van 21 maart 2005 (Stcrt. 59).

Naar boven