Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 februari 2021, nr. 2020-0000178573, tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met het expliciteren van overtredingen die kunnen worden begaan door de diverse normadressaten en het actualiseren van de Tarieflijst

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikelen 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, achtste lid, komt de vijfde volzin te luiden:

Bij overtredingen begaan door werknemers, zelfstandigen en meewerkende werkgevers geldt als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete een normbedrag dat is gecorrigeerd voor bedrijven of instellingen met minder dan 5 werknemers.

B

De bijlage komt als volgt te luiden:

Bijlage behorend bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving

Tarieflijst bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwetgeving

tarieven Arbowet

tarieven Arbobesluit

tarieven Arboregeling

Leeswijzer:

In deze bijlage is in tabelvorm opgenomen voor welk artikel, artikellid of onderdeel een bestuurlijke boete kan worden gegeven, welke categorie boetenormbedrag daaraan gekoppeld is en om welk type overtreding het gaat. De bevoegdheid tot beboeting voor het niet naleven van bepaalde verplichtingen volgt uit de Arbeidsomstandighedenwetgeving zelf, de informatie in de bijlage heeft uitsluitend een verduidelijkende of informatieve waarde.

  • In de kolommen 1, 2 en 3 van de onderstaande tabel staat het artikel, artikellid en onderdeel van de Arbeidsomstandighedenwet (hierna: Arbowet), het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit) of de Arbeidsomstandighedenregeling (hierna: Arboregeling).

  • In kolom 4 wordt per beboetbaar artikel, artikellid of onderdeel van de Arbeidsomstandighedenwetgeving aangegeven welke categorie boetenormbedrag van toepassing is overeenkomstig artikel 1, derde lid, van deze beleidsregel.

  • In kolom 5 wordt aangegeven aan wie de boete kan worden opgelegd d.m.v. een of meer asterisk-tekens (*):

    • Geen asterisk: de werkgever en de scheepsbeheerder jegens zeevarenden die geen werkgever hebben;

    • (*): de werknemer en de zeevarende die geen werknemer is;

    • (**): de meewerkende werkgever en de zelfstandige;

    • (***) degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn;

    • In de Arbowet- en regelgeving is sprake van nog meer norm-adressanten, te weten de bedrijfsarts en de deskundige personen bedoeld in artikel 14, eerste lid, Arbowet, degene die arbeid (doet) verrichten in de territoriale zee of EEZ, de opdrachtgever, de ontwerpende en uitvoerende partij en de liftbeheerder-/eigenaar (zie de artikelen 9.5b tot en met 9.9 Arbobesluit). Hetzij omdat de desbetreffende artikelen de normadressanten expliciet noemen hetzij omdat het in omvang beperkte groepen betreft zijn deze normadressanten, ook uit een oogpunt van overzichtelijkheid, niet met een eigen asterisk aangeduid in de Tarieflijst, maar bij het desbetreffende artikel (lid) in de Tarieflijst vermeld.

  • In kolom 6 staat het type overtreding vermeld (zie ook de toelichting na de voetnoten onderaan de tabel):

    • ZO: zware overtreding (ZO);

    • ODB: overtreding waarop direct een boete volgt;

    • OO: overige overtreding, waarvoor eerst een waarschuwing of een kennisgeving van een eis tot naleving wordt gegeven, of een eis tot naleving wordt gesteld, en pas nadat dezelfde of een soortgelijke overtreding opnieuw is geconstateerd, wordt overgegaan tot boeteoplegging.

Artikel

Lid

Onderdeel

Categorie normbedrag

1. Werknemersboete: *

2. Meewerkend werkgever en zelfstandige: **

3. Degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn: ***

Type overtreding

Arbowet

         

3

1

 

4

***

OO

 

2

 

3

***

OO

 

3 en 4

 

2

***

OO

4

1

 

4

***

OO

5

1

 

5

***

ODB1

 

2 en 4

 

3

***

OO

 

3

 

4

***

ODB2

 

5

 

3

***

OO

 

6

 

1

***

OO

8

1 t/m 3

 

2

***

OO

 

4

 

4

***

ODB3

 

5

 

3

***

OO

9

1

 

50.000 euro, 5 en 3, afhankelijk van de situatie4

***

ODB5

 

2

 

2

***

OO

10

   

7

** en ***

ZO6

11

   

2

* en ** en ***

ZO7

13

1 t/m 3

 

3

 

OO

 

4

 

4

 

OO

 

7

b

3

 

OO

 

9

 

2

 

OO

 

10

 

3

 

OO

14

1

 

3

 

OO

 

2

a

3

 

OO

 

2

b

3

 

OO

 

2

c

3

 

OO

 

2

d

3

 

OO

 

2

e

3

 

OO

 

2

f

3

 

OO

 

2

g

3

Bedrijfsarts

OO

 

2

h

3

Bedrijfsarts

OO

 

2

i

3

Bedrijfsarts en deskundige personen bedoeld in artikel 14 lid 1 Arbowet

OO

 

2

j

3

Bedrijfsarts

OO

 

3

eerste zin

1

Bedrijfsarts en deskundige personen bedoeld in artikel 14 lid 1 Arbowet

OO

 

3

tweede zin

1

 

OO

 

4

eerste zin

3

 

ODB8

 

4

tweede zin

2

 

ODB9

 

5

 

3

 

OO

14a

2 en 3

 

3

 

OO

 

4

 

3

 

OO

15

1 en 3

 

4

 

OO

18

   

1

** en

*** Voor zover het betreft arbeid met gevaarlijke stoffen en biologische agentia waarop hoofdstuk 4 Arbobesluit van toepassing is

OO

19

1

 

2

** 1. Voor zover hij een inrichting exploiteert waarop artikel 2.3 Arbobesluit van toepassing is; en 2. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

en ***

OO

 

2

 

1

** 1. Voor zover hij een inrichting exploiteert waarop artikel 2.3 Arbobesluit van toepassing is; en 2. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

en ***

OO

Arbobesluit

         

1.5ha

   

3

* en **

ODB10

1.36

1 en 2

 

2

 

OO

1.37

1

 

4

*** Lid 1, eerste zin, in geval van vrijwilligers jonger dan 18 jaar

ODB11

 

2

 

5

*** In geval van vrijwilligers jonger dan 18 jaar

ODB12

1.38

   

1

 

OO

Afdeling 9

         

1.41

   

2

 

OO

1.42

1 t/m 4

 

3

** en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

OO

1.42a

   

2

*** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

OO

Afdeling 10 (plaatsonafhanke-lijke arbeid)

         

1.46

1

 

2

* (art. 9.4)

OO

 

2, 3, 4 en 12

 

2

 

OO

 

5, 6, 7, 9, 10 en 11

 

6

 

ZO (lid 513,

614, 715, en 916)/OO (lid 10 en 11)

 

8

 

4

 

OO

1.48

   

2

 

OO

1.49

2, 3

 

6

 

ZO17 (lid 2)/OO (lid 3)

 

4, 5, 6

 

4

 

ZO18 (lid 5)/OO (lid 4 en 6)

1.51

   

1

 

OO

1.52

   

3

 

OO

1.53

   

2

* (art 9,4)

OO

Afdeling 1

         

2.1

1 en 2

 

2

 

OO

Afdeling 3

         

2.13

1 en 2

 

1

 

OO

2.14a

1 en 2

 

4

 

OO

2.14d

1

 

3

 

OO

 

2

 

2

 

OO

 

3

 

2

Bedrijfsarts

OO

 

4

 

2

Bedrijfsarts

OO

 

5

 

2

Bedrijfsarts

OO

2.14e

1

 

3

Bedrijfsarts

OO

 

2

 

2

Bedrijfsarts

OO

 

3

 

2

Bedrijfsarts

OO

 

4

 

2

Bedrijfsarts

OO

 

5

 

2

Bedrijfsarts

OO

Afdeling 4

         

2.15

1

 

5

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

 

2

 

2

 

OO

Afdeling 5

         

2.26

   

7

Opdrachtgever

OO

2.27

1

 

4

Opdrachtgever

ODB19

 

2

 

1

Opdrachtgever

OO

2.28

1 en 2

 

7

Opdrachtgever

ODB20 (lid 1)

2.29

   

4

Opdrachtgever en uitvoerende partij

ODB21

2.32

1 en 2

 

7

Opdrachtgever

ZO22 (lid 1)/OO (lid 2)

2.33

   

7

Uitvoerende partij

ZO23 (lid 1 sub b)/OO (lid 1 sub a)

2.34

   

4

Ontwerpende partij

OO

2.35

1

a t/m d

4

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

1

e

2

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

1

f

4

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

1

g en h

2

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

1

i en j

5

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

2

 

4

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

 

3

 

5

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

Afdeling 6

         

2.41

1 t/m 3

 

4

 

OO

 

4

 

2

 

OO

 

5

 

3

 

OO

 

6

 

2

 

OO

2.42

2 en 3

 

4

 

ODB24 (lid 2)/OO (lid 3)

 

4

 

3

 

OO

 

6

 

4

 

OO

2.42a

1

 

4

 

OO

 

2

 

4

 

OO

2.42b

   

1

 

OO

2.42c

1

 

6

 

OO

 

2

 

1

 

OO

Afdeling 6a

         

2.42e

1

 

7

 

ZO25

2.42f

1 en 3

 

7

 

ZO26

 

2

 

4

 

OO

2.42g

   

2

*

OO

2.42h

1

 

4

 

ODB27

 

2 t/m 4

 

2

 

OO

Afdeling 7

         

2.43

2

 

1

 

OO

2.45

   

1

 

OO

Afdeling 1

         

3.1b

   

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.2

1 bij aanrijdgevaar

 

6

** en ***

ZO28 (lid 1)

3.2

Overig 1 en 2

 

4

** Lid 2, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.2a

2

 

5

** en ***

ZO29

 

3

a

4

* en ** en ***

ODB30

   

b

4

** en ***

ODB31

   

c

4

** en ***

ODB32

3.3

1 en 2

 

6

** en ***

ZO33

3.4

1 en 2

 

5

** en ***

OO (lid 1)/ZO34 (lid 2)

 

3

 

1

** en ***

OO

3.5

1 en 2

 

4

* en ** en ***

OO

 

3, 4 en 7

 

5

* en ** en ***

ZO35

3.5b

2

 

4

 

OO

3.5c

1 t/m 3

 

3

 

OO

 

4

 

2

 

OO

3.5d

1 t/m 3

 

6

** 1. Lid 1 en 2; en 2. lid 3, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** lid 1

ZO36 (lid 1 en 2)/OO (lid 3)

 

4

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

5

 

3

 

OO

 

6

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit.

OO

3.5e

 

a, b, e en h

6

**

ZO37 (a, b en e)/OO (h)

   

c, d, f, g en i

4

**

OO

3.5f

 

a en b

2

 

OO

   

c, d en e

4

 

OO

   

f

5

 

ODB38

3.5g

1 en 2

 

7

* Lid 1 en ** en *** lid 1 en 2

ZO39

 

4

 

6

** en ***

OO

3.5h

2 en 4

 

4

* en ** en ***

OO (lid 2)/ODB40 (lid 4)

 

3

 

6

** en ***

ZO41

 

5

 

1

* en ** en ***

OO

3.6

1 en 2

 

5

** Lid 1 en *** lid 1

ZO42 (lid 1)/OO (lid 2)

3.7

1 en 2

 

5

** 1. Lid 1; en 2. lid 2, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ZO43

 

3 t/m 6

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.8

1 en 2

 

3

 

OO

 

3 en 4

 

2

 

OO

3.9

   

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.10

   

5

 

OO

3.11

1 en 4

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2 en 3

 

1

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.12

1 en 2

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.13

1 t/m 4 en

8 t/m 10

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

5 t/m 7

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.14

1 t/m 7

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.15

1

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.16

1 en 5

 

6

** en ***

ZO (lid 144 en 545)

3.17

   

6

** en ***

ZO46

3.18

1

 

5

 

OO

 

2

 

2

 

ZO47

3.19

1 t/m 3

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.20

   

2

 

OO

3.21

   

2

 

OO

3.22

1 t/m 4

 

2

 

OO

3.23

1 t/m 3

 

2

** Indien bij werkzaam heden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

OO

3.24

1 t/m 3

 

2

 

OO

3.25

1 t/m 6

 

2

 

OO

Afdeling 2

         

3.27

1 t/m 3

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.28

1

 

6

**

ZO48

 

2

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.29

1 en 4

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2, 3 en 5

 

5

** 1. Lid 2 en 5; en 2. Lid 3 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ZO49 (lid 2 en 5)/OO (lid 3)

3.30

1 en 2

 

5

**

ZO50 (lid 1 en 2)

3.31

1

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2

 

5

**

ZO51

Afdeling 3

         

3.33

   

2

 

OO

3.34

   

2

** lid 1

OO

3.35

1 en 2

 

5

** Lid 1, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

3

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 3a

         

3.37

1 en 2

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 3b /art 3.37a

         

3.37b

1 en 2

 

2

 

OO

3.37c

1 en 2

 

5

 

ZO52 (lid 1)/OO (lid 2)

3.37d

1 en 2

 

6

 

OO

3.37e

1

 

5

 

ZO53

 

2 en 3

 

3

 

OO

3.37f

1 en 2

 

5

 

OO

3.37g

1

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

3

 

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.37h

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.37i

   

1

 

OO

Afdeling 3c/art 3.37j

         

3.37k

1 en 2

 

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.37m

   

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.37n

1

 

5

 

OO

 

2

 

2

 

OO

3.37p

1 en 2

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

3.37q

1 en 3

 

4

 

OO

3.37r

1 t/m 4

 

5

 

OO

3.37s

1, 5 en 6

 

1

 

OO

 

2 en 3

 

6

 

OO

 

4

 

4

 

OO

3.37t

1, 2 en 4

 

5

** Lid 1, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ODB54

 

3

 

3

 

OO

3.37u

   

5

 

OO

3.37v

1 t/m 3

 

7

 

ZO55

3.37w

1 en 3

 

2

 

OO

 

2

a

6

 

OO

 

2

b t/m e

4

 

OO

 

4

 

2

 

OO

3.37y

   

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 5

         

3.46

   

5

*** In geval van vrijwilligers jonger dan 18 jaar

ODB56

3.48

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

OO

Afdeling 1

         

4.1b

1 en 257

 

6

***

OO

4.1c

1

a t/m g, i, j en l

6

* sub l, en ** en ***

OO (a t/m e, i, j en l) /ZO (f58 en g59)

 

1

h

3

* en ** en ***

OO

 

1

k

2

* en ** en ***

OO

 

2

 

6

** en ***

OO

4.1d

   

2

** en ***

OO

4.2

1 t/m 8

 

4

***

OO

4.2a

   

3

***

OO

4.3

2 t/m 5

 

6

** en ***

OO

4.4

1 t/m 5

 

6

** en *** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ZO60 (lid 1)/OO (2 t/m 5)

 

6

 

4

** en ***

OO

4.5

1

 

4

** en ***

OO

 

2 en 3

 

7

** en ***

ZO61

4.6

1 en 2

 

6

** 1. Indien bij werkzaam heden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO62 (lid 1)/OO (lid 2)

4.7

1

 

4

** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en

2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

en ***

OO

 

2

 

6

** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

3

a

6

** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

3

b

6

** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5 lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO63

 

3

f

2

** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5 lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

3

c en d

6

* en ** 1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

3

e

4

** 1.Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

4 en 5

 

1

** Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

en ***

OO

4.8

1 en 2

 

4

* Lid 2 en ** en ***

OO (lid 1)/ODB64 (lid 2)

 

4

 

1

* en ** en ***

OO

 

5

 

3

*en** en ***

ODB65

4.9

1

 

6

** en ***

ZO66

 

2

 

4

* en ** en ***

ODB67

 

3

 

1

* en ** en ***

OO

4.10

2

 

4

** en ***

ODB68

 

3

 

4

** en ***

ODB69

 

4

 

4

** en ***

ODB70

 

5

 

4

** en ***

ODB71

 

6

 

4

* en ** en ***

ODB72

 

7

 

4

** en ***

ODB73

 

8

 

1

* en ** en ***

OO

 

9

 

3

* en ** en ***

ODB74

4.10a

1, 2, 4 en 5

 

3

***

OO

4.10b

1 en 2

 

3

***

OO

4.10c

2, 4 en 5

 

3

***

OO

4.10d

1, 3 en 4

 

3

***

OO

 

2

 

3

***

OO

Afdeling 2

         

4.13

   

3

***

OO

4.15

1 en 2

 

1

***

OO

4.16

2 t/m 5

 

6

** en ***

OO (lid 2 en 5)/ZO (lid 375 en lid 476)

4.17

   

6

** en ***

OO

4.18

1 t/m 3

 

6

** lid 2 en 3, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

4

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.19

a en b

 

4

* Aanhef en sub a, ten aanzien van arbeid met asbest of asbest-houdende producten als bedoeld in artikel 4.37 Arbobesluit;

en ** en ***

OO

 

c

 

2

** en ***

OO

 

d en e

 

6

** en ***

OO

4.20

1 t/m 5

 

4

* Lid 3, ten aanzien van arbeid met asbest of asbesthoudende producten als bedoeld in artikel 4.37 Arbobesluit;

en ***

OO

4.23

2 en 3

 

1

***

OO

Afdeling 5

         

4.45

1

 

6

* en ** en ***

ZO77

4.45a

   

3

***

OO

4.45b

1 en 2

 

3

***

OO

4.46

   

6

** en ***

ZO78

4.47

1, 2, 5 en 6

 

3

***

OO

 

7 en 8

 

4

***

OO

4.47a

1 en 3

 

6

* Lid 3, en ** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO79

 

4 t/m 6 en 8

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.47b

1

 

4

** en ***

OO

 

2

 

3

** en ***

OO

4.47c

1

 

6

** 1. Lid 1, onderdeel a en e; en 2. Lid 1 onderdeel a, b, c, e en f, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ODB80

 

2

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ODB81

4.48a

1 en 4

 

6

* en ** en ***

ZO82

 

2 onderdeel a

 

2

** en ***

 
 

2 onderdeel b

 

2

** en ***

OO

 

2 onderdeel c

 

2

** en ***

 

4.50

1

 

5

** en ***

ODB83 (lid 1)

 

2 t/m 4

 

4

** en ***

OO (lid 2 en 3)/ODB (lid 4)84

 

5

 

6

* en ** en ***

ZO85

 

6

 

1

* en **en ***

OO

4.51

1 t/m 3

 

4

* en ** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.51a

1 t/m 4

 

4

** 1. Lid 1, 3 en 4; en 2. Lid 2, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO86

4.52

1

 

1

***

OO

 

3

 

6

***

ODB87

4.53

1 t/m 3

 

1

***

OO

4.54a

1

 

6

** en ***

ODB88

 

2

 

4

** en ***

ODB89

 

3 en 4

 

4

** en ***

Lid 4 geldt ook voor de opdrachtgever

OO (lid 3) /ODB (lid 4)90

 

5 en 6

 

1

** en ***

OO

4.54d

1, 5 en 7

 

7

* lid 5 en 7 en ** en ***

Lid 1 geldt ook voor de opdrachtgever

ZO91

 

3

 

1

** en ***

ODB92

 

4

 

4

** en ***

OO

 

6 en 8

 

4

** en ***

ODB93

 

9

 

1

* Voor zover het certificaten uit het vijfde of zevende lid betreft;

en ** en ***

OO

 

10

 

7

** en ***

ZO94

Afdeling 6

         

4.58

1 en 2

 

7

* lid 1 en ** en ***

ZO95

4.59

1 en 2

 

7

* lid 1 en ** en ***

ZO96

4.60

1 en 3

 

7

* lid 1 en ** en ***

ZO97

4.61

2

 

7

* en ** en ***

ZO98

 

3 t/m 5

 

5

* en ** en ***

ZO99 (lid 3 en 5)/OO (lid 4)

4.61a

1 en 3

 

7

* en ** en ***

ZO100

4.61b

1

 

7

* en ** en ***

ZO101

Afdeling 7

         

4.62b

   

6

** en ***

ODB102

Afdeling 9

         

4.85

1 en 2

 

3

***

OO

 

3

 

3

***

OO

4.86

3

 

3

* en ***

OO

4.87

   

6

** en ***

OO

4.87a

1 en 2

 

6

** en ***

ZO103 (lid 1)/OO (lid 2)

 

3

 

Lid 3 wordt beboet via lid 2

* onder d en ** en ***

 

4.87b

1

 

6

** en ***

OO

 

2

 

3

** en ***

OO

4.88

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.89

1 t/m 7

 

4

* Lid 1 en 4 en ** en ***

OO

4.90

1

 

2

***

OO

 

2 t/m 6

 

1

***

OO

4.91

1 t/m 3, 8, 10

 

1

***

OO

 

5

 

6

***

OO

 

6

 

4

***

OO

4.94

1, 3 en 5

 

4

** en ***

ODB104

4.95

   

4

** en ***

ODB105

4.96

   

1

***

OO

4.97

1 en 2

 

2

* Lid 2 onder d en ***

OO

4.98

   

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.99

1 en 2

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.100

1

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.101

   

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

4.102

1

 

2

***

OO

 

2

 

1

***

OO

Afdeling 10

         

4.105

1 t/m 3

 

7

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ZO106

4.106

   

5

 

ODB107

4.108

1 en 2

 

7

* en ** en ***

ZO108

4.109

   

7

* en ** en ***

ZO109

Afdeling 1

         

5.2

   

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.3

a

 

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

ODB bij verschillende fysiek belastende werkzaamheden110

 

b

 

2

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.4

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 95, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.5

1 en 2

 

2

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

Afdeling 2

         

5.9

1

 

2

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

 

2

 

4

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.10

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit.

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.11

1 t/m 3

 

1

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

 

4

 

2

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

5.13a

a. t/m d.

 

7

** en *** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO111

Afdeling 1

         

6.1

1 en 2

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

6.2

1 t/m 4

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

6

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 2

         

6.3

1 t/m 4

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

6.4

   

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 3

         

6.7

1 t/m 4

 

3

 

OO

 

6 en 8

 

1

 

OO

6.8

1, 3, 7 10 en 11

 

5

** Lid 1, 3, 7, 10 en 11, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 1, 3, 7, 10 en 11

OO (lid 1, 3, 7 en 11)/ZO (lid 10)112

 

4 en 5

 

2

** Lid 4, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

6

 

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

9

 

4

** en ***

ZO113

6.9

   

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

6.10

1 t/m 8

 

1

 

OO

6.10a

1

 

1

 

OO

 

2

 

3

 

OO

6.11

   

2

 

OO

Afdeling 3a

         

6.11b

1 t/m 3 en 6

 

3

 

OO

 

4

 

1

 

OO

6.11c

1

 

3

 

OO

 

2 en 3

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 2

ZO114

6.11d

   

2

 

OO

6.11e

1, 2 en 4

 

1

 

OO

Afdeling 4a

         

6.12d

1 t/m 6, 9, en 10

 

3

 

OO

6.12e

1

 

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

2

 

3

***

OO

 

3

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

4

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO115

 

5

 

1

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

6.12f

1 en 2

 

2

 

OO

6.12g

1 t/m 4

 

1

 

OO

Afdeling 4b

         

6.12j

1

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO116

 

2

 

2

 

OO

 

3

 

6

 

ZO117

 

4

 

2

 

OO

 

5

 

5

 

OO

 

6

 

3

 

OO

 

7

 

3

 

OO

6.12k

1

 

2

 

OO

 

2

 

2

 

OO

 

4

 

2

 

OO

 

5

 

2

 

OO

 

10

 

2

 

OO

6.12l

1

 

5

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

2

 

3

***

OO

 

3

 

2

 

OO

 

4

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

5

 

2

 

OO

 

6

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

7

 

3

 

OO

 

8

 

3

 

OO

 

9

 

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

10

 

2

 

OO

6.12m

1

 

2

 

OO

 

2

 

2

 

OO

6.12n

1

 

1

 

OO

 

2

 

1

 

OO

Afdeling 5

         

6.14

   

2

* en ** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

6.14a

1 t/m 3

 

4

** en ***

OO (lid 1 en 2)/ODB118 (lid 3)

 

5

 

6

* en ** en ***

ZO119

6.15

1

a

2

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

1

b en d

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ZO120 (onder b)/OO (onder d)

 

1

c

4

* en ** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

2

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

6.16

1

 

6

* en ** en ***

ZO121

 

2, 3, 6 en 7

 

4

* en ** en ***

OO (lid 2)/ODB122 (lid 3, 6 en 7)

 

5 en 8

 

1

* en ** en ***

OO

6.17

1 en 2

 

4

** en ***

ODB123 (lid 1)/OO (lid 2)

 

3

 

1

** en ***

OO

6.18

1 t/m 4

 

6

* Lid 4 en ** en ***

ZO124 (lid 1 en 2)/OO (lid 3 en 4)

6.19

1

 

6

* en ** en ***

ZO125

 

2 t/m 4

 

4

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

ODB126 (lid 2)/OO (lid 3 en 4)

6.20

1 t/m 4

 

6

* Lid 4 en ** en ***

ZO (lid 1 en 2127)/OO (lid 3 en 4)

Afdeling 5a

         

6.20b

1 en 2

 

6

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

3

a

3

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

3

b

1

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

4

 

1

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 5b

         

6.20e

   

2

 

OO

6.27

1 t/m 4

 

7

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** In geval van vrijwilligers jonger dan 18 jaar

ZO128

6.29

   

7

* en ** en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

ZO129

6.29a

   

7

** en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

ZO130

6.29b

   

7

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

ZO 131

6.29c

   

7

** Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** In geval van zwangere of lacterende vrijwilligsters

ZO132

Afdeling 1

         

7.2

1

 

6

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

Afdeling 2

         

7.3

1 t/m 4

 

4

** 1. Lid 2 en 4; en 2. Lid 1 en 3 voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 3 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 2, 3 en 4;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO (lid 1)/ZO (lid 2133 en 4134)

7.4

1 t/m 4

 

6

** 1. Lid 1 en 2, voor zover het betreft landbouwtrekkers die 800 kg of meer wegen, dan wel voor zover hij arbeid verricht m.b.t.de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Lid 2, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

3. Lid 3 en 4;

en ***;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO (lid 1 en 2)/ZO (lid 3135 en 4136)

7.4a

1 t/m 5

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

6

 

1

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.5

1 t/m 3 en 5

 

6

* Lid 2 en 3; en ** 1. Lid 2, 3 en 5; en 2 Lid 1, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 1, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** lid 2, 3 en 5;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO (lid 1)/ZO (lid 2137, 3138 en 5139)

 

4

 

1

*** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.6

1 en 2

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.7

1 t/m 7140

 

6

** 1. Lid 1; en 2. Lid 2 t/m 7, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 2 t/m 7.tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 1;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

ZO (lid 1141)/OO (lid 2, 3, 5 t/m 7)

7.8

   

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2.Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.9

   

6

** en ***

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

ZO142

7.10

   

2

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.11

1 en 2

 

6

** 1. Lid 2; en 2. Lid 1, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 1, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** lid 2;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO (lid 1)/ZO (lid 2143)

7.11a

1 en 2

 

1

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats

OO

Afdeling 3

         

7.13

1 t/m 7

 

4

* Lid 7 en ** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid.

OO

7.14

1

 

6

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.15

1 t/m 3

 

6

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

7.16

   

6

** en ***

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

ZO144

Afdeling 4 /art 7.17

         

7.17a

1, 2, 4, 5, 6

 

6

** 1. Lid 1, 2 en 5; en 2. Lid 4 en 6, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 4 en 6 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit.;

en *** Lid 1, 2 en 5

ZO (lid 1145, 2146 en 5 147)/OO (lid 4 en 6)

 

7

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.17b

2a

 

4

** en ***

OO

 

2b, c, d, e, 5 en 6

 

6

** 1. Lid 2; en 2. Lid 5 en 6 voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 5 en 6 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 2

ZO (lid 2c en d148)/OO (lid 2b en e, 5 en 6)

 

3

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

4

 

3

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.17c

1 en 8

 

4

* Lid 8 en ** 1. Lid 1, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 1

ODB (lid 1149)/OO (lid 8)

 

2, 3 en 7

 

6

* en ** 1. Lid 2; en 2. Lid 3 en 7, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 3 en 7, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 2

ZO (lid 2150)/OO (lid 3 en 7)

 

4, 5, 6

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.17d

   

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.18

1 en 5

 

2

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2, 4, 6, 7 en 8

 

6

* en ** 1. Lid 2, 4, 6, en 7; en 2. Lid 8 voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

en *** Lid 2, 4, 6 en 7

ZO (lid 2151, 6152 en 7153)/ODB (lid 4154)/OO (lid 8)

 

3 en 9

 

4

* Lid 9, wat betreft de toepassing van de vastgestelde procedures, bedoeld in dit lid; en ** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Lid 3 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 3

OO

7.18a

2, 3, 11 en 13

 

6

* Lid 2, 3 en 13; en ** 1. Lid 3 en 13; en 2. Lid 2 en 11, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 2 en 11, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 3 en 13

OO (2 en 11)/ZO (lid 3155 en 13156)

 

4, 5, 6, 7, 9 en 12

 

4

** 1. Lid 4, 5, 6, 7 en 12, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Lid 5, 9 en 12, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

8 en 10

 

2

* Lid 10, wat betreft de toepassing van de vastgestelde procedures, bedoeld in dit lid; en ** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.18b

1, 2 en 3

 

6

** 1. Lid 1; en 2. Lid 2 en 3, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 2 en 3, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en *** Lid 1

ZO (lid 1157)/OO (lid 2 en 3)

 

4

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.20

1 en 4

 

6

* Lid 4 en ** 1. Lid 4; en 2. Lid 1 voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 1 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO (lid 1)/ZO (lid 4158)

 

2 en 3

 

2

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

5 en 6

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

7

 

1

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.21

1 en 2

 

6

* Lid 2 en **

Ook de eigenaar en beheerder van een lift

ZO159

7.23

1 t/m 11

 

6

** en ***

ZO (lid 1160, 5161 6162, 7163, 9164 en 11165)/OO (lid 2, 3, 4, 8 en 10)

7.23a

1 en 2

 

6

** en ***

ZO166

7.23b

1

 

3

** en ***

OO

 

2 en 9

 

4

** en ***

OO

 

3 t/m 7

 

6

** en ***

ZO (lid 3167, 4168, 5169, 7170)/OO (lid 6)

 

8

 

2

** en ***

OO

 

10

 

1

** en ***

OO

7.23c

1, onder a t/m e, en 2

 

6

* Lid 1b en ** en ***

ZO (lid 1a en d171)/OO (lid 1b, c en e, en 2)

 

1, onder f en g

 

4

** en ***

OO (lid 1f)/ODB (lid 1g172)

7.23d

2

 

Een bestuurlijke boete volgt in combinatie met (juncto) artikel 7.18, lid 4

** en ***

ODB173

 

3, onder a

 

6

* en ** en ***

ODB174

 

3, onder b

 

6

* en ** en ***

ODB175

 

4

 

4

* en ** en ***

ODB176

 

7

 

6

* en ** en ***

ODB177

 

8

 

6

* en ** en ***

ODB178

 

9

 

6

* en ** en ***

ODB179

 

10, onder a, b, c en d

 

6

* en ** en ***

ODB180

 

11, onder a en b

 

6

* en ** en ***

ODB181

7.24

1 en 2

 

4

* Lid 1 en ** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t.de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.25

1, 3, 4, 5 en 7

 

4

** 1. Lid 1 en 7; en 2. Lid 3, 4 en 5, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 3. Lid 3, 4 en 5 tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ZO (lid 1182 en 7183)/OO (Lid 3, 4 en 5)

 

2

 

2

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

6

 

6

* en **

ZO184

7.26

1 en 2

 

6

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.27

1

 

1

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

2

 

6

**

ZO185

7.28

   

4

**

ZO186

7.29

2, 3, 4, 5 en 6

 

4

**1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t.de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

7 en 8

 

3

**1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

ODB (lid 7187 /OO (lid 8)

 

10

 

1

**1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

7.30

1

 

2

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 5

         

7.32

1

 

4

* en ** en ***

ODB188

 

3

 

1

* en ** en ***

OO

 

4

 

3

* en ** en ***

ODB189

7.34

1

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

 

2 en 3

 

6

** en ***

ZO190

7.35

1 en 2

 

4

** 1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

Afdeling 5a

         

7.36b

1 t/m 4, tweede volzin

 

4

**1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

4, eerste volzin

 

2

**1. Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

 

4, derde volzin

 

1

** 1.voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit

OO

Afdeling 6

         

7.39

   

5

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

en *** In geval van vrijwilligers jonger dan 18 jaar

ZO191

Afdeling 1

         

8.1

1 en 6

 

1

** 1. Lid 1, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Lid 6, indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 3. Lid 1, tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

 

2, 3, 4, 5, 7 en 8

 

3

** 1. Lid 2, 3, 4, 5 en 7, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit; en

*** lid 2, 7 en 8;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

8.2

   

2

** Voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

OO

8.3

1 t/m 4

 

3

** 1. Lid 2, 3 en 4; en 2. Lid 1, voor zover hij arbeid verricht m.b.t. de totstandbrenging van een bouwwerk op een bouwplaats;

Ook bij plaats-onafhankelijke arbeid

ZO (lid 1192 en 2193)/OO (lid 3 en 4)

Afdeling 2

         

8.4

   

1

**1. Indien bij werkzaamheden blootgesteld aan gewasbeschermingsmiddelen of biociden als bedoeld in artikel 1 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden; en 2. Tenzij het betreft arbeid als bedoeld in artikel 9.5, lid 5, onder a, b of c, Arbobesluit;

en ***

OO

Arboregeling

         

Paragraaf 3.2

         

3.4

1

 

4

 

OO

 

2

 

2

 

OO

3.5

1 en 2

 

2

 

OO

3.11

1 t/m 5

 

4

 

OO

3.12

1 t/m 3

 

4

 

OO

3.13

1 en 2

 

4

 

OO

 

3

 

2

 

OO

3.14

2

 

1

 

OO

Paragraaf 4.1

         

4.3

   

6

 

OO

4.4

1 t/m 3

 

6

 

OO

 

4

 

4

 

OO

4.5

   

4

 

OO

4.6

1 en 2

 

6

 

OO

4.7

1 t/m 6

 

6

 

OO

4.9

1 t/m 3

 

4

 

OO

 

4

 

1

 

OO

4.11

   

6

 

OO

4.12

1 en 2

 

6

 

OO

4.13

   

4

 

OO

Paragraaf 4.3

         

4.18

   

3

 

OO

Paragraaf 4.4

         

4.19

2

 

3

 

OO

4.19b

   

3

 

OO

4.20

2

 

3

 

OO

4.20a

1 en 2

 

3

 

OO

4.20b

1, 3, 4 en 5

 

3

 

OO

Hoofdstuk 5

         

5.1

a t/m n

 

1

 

OO

5.2

a t/m g

 

1

 

OO

5.3

a t/m f

 

1

 

OO

Hoofdstuk 8

         

8.1

2

 

2

 

OO

8.2

1 t/m 5

 

2

 

OO

8.3

1 en 2

 

2

 

OO

8.4

3

 

2

 

OO

8.5

   

2

 

OO

8.6

   

2

 

OO

8.7

1 t/m 3

 

2

 

OO

8.8

   

2

 

OO

8.9

1 t/m 3

 

2

 

OO

8.10

1 t/m 7

 

2

 

OO

8.11

1 t/m 3

 

2

 

OO

8.12

1 en 2

 

2

 

OO

8.13

   

2

 

OO

8.14

1 en 2

 

2

 

OO

8.15

1 en 2

 

2

 

OO

8.16

   

2

 

OO

8.17

1 t/m 3

 

2

 

OO

8.18

1 t/m 4

 

2

 

OO

8.19

1 t/m 3

 

2

 

OO

8.20

1 t/m 5

 

2

 

OO

8.21

   

2

 

OO

8.22

1 en 2

 

2

 

OO

8.23

1 t/m 4

 

2

 

OO

8.24

   

2

 

OO

8.25

   

2

 

OO

8.26

   

2

 

OO

8.27

1 en 2

 

2

 

OO

8.28

   

2

 

OO

8.29

1 en 2

 

2

 

OO

X Noot
1

De ODB luidt: het niet hebben van een schriftelijke risico inventarisatie- en evaluatie.

X Noot
2

De ODB luidt: het niet hebben van een plan van aanpak als onderdeel van de schriftelijke risico inventarisatie- en evaluatie.

X Noot
3

De ODB luidt: het onvoldoende toezien op de naleving van instructies en voorschriften bij werkzaamheden waaraan risico’s voor werknemers (vrijwilligers) zijn verbonden.

X Noot
4

Bij het niet onverwijld melden van een arbeidsongeval kunnen zich drie situaties voordoen, die, tot een verschillend boetenormbedrag kunnen leiden, deze betreffen:

1. te laat gemeld en niet meer te onderzoeken (50.000 euro);

2. te laat gemeld door een ander dan de werkgever (degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn) en nog wel te onderzoeken (categorie 5);

3. te laat gemeld door de werkgever (degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn) en nog wel te onderzoeken (categorie 3).

X Noot
5

De ODB luidt: het niet (direct) melden van een dodelijk arbeidsongeval of een arbeidsongeval dat leidt tot een blijvend letsel of een ziekenhuisopname.

X Noot
6

De ZO luiden:

het niet nemen van doeltreffende maatregelen indien bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de werkgever (degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn) door zijn werknemers (vrijwilligers) doet verrichten in een bedrijf of inrichting of in de onmiddellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen dan die werknemers (vrijwilligers);

het niet nemen van doeltreffende maatregelen indien bij of in rechtstreeks verband met de arbeid die de zelfstandige verricht in een bedrijf of inrichting of in de onmiddellijke omgeving daarvan gevaar kan ontstaan voor de veiligheid of de gezondheid van andere personen.

X Noot
7

De ZO luidt: het niet of onjuist gebruiken van ter beschikking gestelde noodzakelijke beveiligingen of persoonlijke beschermingsmiddelen door een werknemer (vrijwilliger), waardoor ernstig gevaar bestaat voor de werknemer (vrijwilliger) zelf of voor andere personen dan de werknemer (vrijwilliger).

X Noot
8

De ODB luidt: het ontbreken van een schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen de werkgever en de bedrijfsarts en de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, lid 1, Arbowet.

X Noot
9

De ODB luidt: indien de overeenkomst geen omschrijving bevat van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de advisering bij de begeleiding van zieke werknemers.

X Noot
10

De ODB luidt: het bij tijdelijke en incidentele dienstverlening in gereglementeerde beroepen onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

X Noot
11

De ODB luidt: het ontbreken van adequaat deskundig toezicht op jeugdige werknemers (vrijwilligers).

X Noot
12

De ODB luidt: het ontbreken van adequaat deskundig toezicht op jeugdige werknemers (vrijwilligers) om specifieke gevaren voor jeugdige werknemers (vrijwilligers) te voorkomen.

X Noot
13

De ZO luidt: het verrichten van plaatsonafhankelijke arbeid met gevaarlijke stoffen die niet zijn toegestaan.

X Noot
14

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers die plaatsonafhankelijke arbeid verrichten, aan concentraties van stoffen in de individuele ademhalingszone van een werknemer aan meer dan tweemaal de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde of aan meer dan de ceilingwaarde.

X Noot
15

De ZO luidt: het door werknemers die plaatsonafhankelijke arbeid verrichten, laten werken met stoffen als bedoeld in artikel 1.46, lid 6, waarbij direct contact met de huid mogelijk is en die kunnen leiden tot ernstige schade aan de gezondheid.

X Noot
16

De ZO luidt: het door werknemers die plaatsonafhankelijke arbeid verrichten, laten werken met stoffen als bedoeld in artikel 1.46, lid 6, waarbij direct contact met de ogen mogelijk is en die kunnen leiden tot ernstige schade aan de gezondheid.

X Noot
17

De ZO luidt: onvoldoende of onjuiste maatregelen of voorzieningen treffen bij plaatsonafhankelijke arbeid met gevaarlijke stoffen waardoor ernstig gevaar bestaat voor brand of explosie of gezondheidsbedreigende blootstelling aan gevaarlijke stoffen, dampen en gassen.

X Noot
18

De ZO luidt: het bij plaatsonafhankelijke arbeid ontbreken of het onjuist toepassen van voorgeschreven beveiligingen, alsmede het overbruggen dan wel buiten werking stellen van noodzakelijke beveiligingen aan arbeidsmiddelen.

X Noot
19

De ODB luidt: het aanvangen met werkzaamheden op een bouwplaats zonder schriftelijke kennisgeving aan de Inspectie SZW over de voorgenomen totstandkoming van het bouwwerk.

X Noot
20

De ODB luidt: het ontbreken van een veiligheid- en gezondheidsplan ten aanzien van bouwwerken zoals gedefinieerd in het Arbobesluit.

X Noot
21

De ODB luidt: de opdrachtgever stelt niet één of meer coördinatoren voor de ontwerpfase aan dan wel de uitvoerende partij stelt niet één of meer coördinatoren voor de uitvoeringsfase aan indien in de uitvoeringsfase werkzaamheden worden verricht door twee of meer werkgevers, één werkgever en één of meer zelfstandigen of twee of meer zelfstandigen.

X Noot
22

De ZO luidt: de opdrachtgever heeft niet zodanige maatregelen genomen dat de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.30, naar behoren uitoefent, terwijl daardoor ernstig gevaar voor personen bestaat (artikel 2.32, lid 1, onder b, Arbobesluit).

X Noot
23

De ZO luidt: de uitvoerende partij heeft niet zodanige maatregelen genomen dat de coördinator de taken, bedoeld in artikel 2.31, naar behoren uitoefent, terwijl daardoor ernstig gevaar voor personen bestaat (artikel 2.33, lid 1 onder b, Arbobesluit).

X Noot
24

De ODB luidt: het ontbreken van een veiligheids- en gezondheidsdocument ten aanzien van werkzaamheden verricht in de winningsindustrie in dagbouw, ondergronds of met behulp van boringen.

X Noot
25

De ZO luidt: het niet aanwezig hebben van een Veiligheids- en zorgsysteem als bedoeld in artikel 2.42e Arbobesluit.

X Noot
26

De ZO luidt: het ontbreken van samenwerking bij het opstellen van een adequaat Veiligheids- en Gezondheidsdocument conform artikel 2.42f, lid 3.

X Noot
27

De ODB luidt: het ontbreken van trainingen voor het uitvoeren van noodhandelingen bij winningsindustrieën met behulp van boringen.

X Noot
28

De ZO luidt: het werken op, aan of in de nabijheid van wegen waarbij ernstig gevaar bestaat voor aanrijden.

X Noot
29

De ZO luidt: het in ernstige mate niet treffen van maatregelen of voorzieningen op de arbeidsplaats ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2.

X Noot
30

De ODB luidt: het niet nemen van hygiënische voorzieningen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

X Noot
31

De ODB luidt: het niet geven van voorlichting of onderricht aan werknemers over de bestrijding van SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

X Noot
32

De ODB luidt: het niet houden van toezicht op de naleving van de noodzakelijke maatregelen of voorzieningen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

X Noot
33

De ZO luiden:

het werken in gebouwen, waarvan wanden, vloeren, plafonds of installaties in zodanige staat verkeren, dat ernstig gevaar bestaat voor instorten, verschuiven, omvallen of kantelen (artikel 3.3, lid 1, Arbobesluit);

het werken op plaatsen, waar ernstig gevaar bestaat voor instorten, verschuiven, omvallen of kantelen van opgeslagen voorwerpen en stoffen (artikel 3.3, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
34

De ZO luidt: het aanwezig zijn van niet afgeschermde, direct aanraakbare spanningvoerende delen met een spanning hoger dan 50 volt bij wisselspanning of 120 volt bij zuivere gelijkspanning.

X Noot
35

De ZO luiden:

het verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van onder spanning staande elektrische installaties, toestellen of leidingen met een spanning van hoger dan 50 volt bij wisselspanning of 120 volt bij zuivere gelijkspanning zonder het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen (lid 3 en 4);

het verrichten van werkzaamheden aan of in de nabijheid van onder hoogspanning staande elektrische installaties, toestellen of leidingen zonder het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen (lid 7).

X Noot
36

De ZO luiden:

het ontbreken van doeltreffende maatregelen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen (artikel 3.5d, lid 1, Arbobesluit);

het niet nemen van de volgende maatregelen in de hieronder aangegeven volgorde, indien het voorkomen van het ontstaan van een explosieve atmosfeer, gezien de aard van het werk, niet mogelijk is:

a. de ontsteking van explosieve atmosferen wordt voorkomen, waarbij rekening wordt gehouden met elektrostatische ontladingen die van werknemers of de arbeidsplaats als ladingsdrager of ladingsproducent kunnen uitgaan;

b. de schadelijke gevolgen van een explosie worden beperkt (artikel 3.5d, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
37

De ZO luiden:

het ontbreken van de volgende maatregelen in de gevarenzones, bedoeld in artikel 3.5d, lid 5, en met betrekking tot de installaties in gebieden zonder explosiegevaar die vereist zijn voor, of bijdragen tot het explosieveilig gebruik van installaties die zich op plaatsen bevinden waar explosiegevaar heerst:

a. vrijkomende gassen, dampen, nevels of brandbaar stof die explosiegevaar kunnen doen ontstaan, worden op passende wijze afgevoerd en onschadelijk gemaakt;

b. indien een explosieve atmosfeer meerdere soorten brandbare stoffen bevat, wordt bij de veiligheidsmaatregelen uitgegaan van het grootste mogelijke risico (artikel 3.5e, onder a. en b, Arbobesluit);

het in de gevarenzones niet gebruiken en toepassen van apparaten en beveiligingssystemen overeenkomstig de categorieën als bedoeld in het Warenwetbesluit explosieveilig materieel 2016 volgens de navolgende principes:

1°. gevarenzone 0 of 20: categorie 1-apparatuur;

2°. gevarenzone 1 of 21: categorie 1- of categorie 2-apparatuur;

3°. gevarenzone 2 of 22: categorie 1-, categorie 2- of categorie 3-apparatuur (artikel 3.5e, onder e, Arbobesluit).

X Noot
38

De ODB luidt: het niet beschikbaar en gebruiksklaar houden van vluchtmiddelen zodat werknemers de gevaarlijke gebieden snel en veilig kunnen verlaten.

X Noot
39

De ZO luiden:

het niet verrichten van onderzoek naar gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie op een plaats of in een ruimte waar een werknemer (de zelfstandige; de vrijwilliger) zich bevindt, indien kan worden vermoed dat de atmosfeer op die plaats of in die ruimte in zodanige mate stoffen bevat dat daardoor gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie (lid 1);

het niet nemen van doeltreffende maatregelen indien uit onderzoek blijkt dat er sprake is van gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie op een plaats of in een ruimte waar een werknemer (de zelfstandige; de vrijwilliger) zich bevindt (lid 2).

X Noot
40

De ODB luidt: het verrichten van onderzoek naar de veiligheid aan, op of in tankschepen door een persoon die niet beschikt over het certificaat van vakbekwaamheid gasdeskundige.

X Noot
41

De ZO luidt: het schoonmaken, onderhouden, verbouwen, herstellen en slopen van K1-, K3-, KT- of T-schepen, zonder veiligheids- en gezondheidsverklaring van een gasdeskundige.

X Noot
42

De ZO luidt: het werken op arbeidsplaatsen waar een doeltreffende vluchtweg ontbreekt en waarbij ernstig gevaar bestaat op brand, explosie of plotselinge blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

X Noot
43

De ZO voor lid 1 luidt: het werken op arbeidsplaatsen waar een doeltreffende vluchtweg is geblokkeerd en waarbij ernstig gevaar bestaat op brand, explosie of plotselinge blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

De ZO voor lid 2 luidt: het werken op arbeidsplaatsen waarbij een nooduitgang niet kan worden geopend en waarbij ernstig gevaar bestaat op brand, explosie of plotselinge blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

X Noot
44

De ZO luidt: het werken op hoogten van meer dan 2.50 meter waarbij geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen tegen vallen (lid 1).

N.B. Indien het valgevaar gepaard gaat met risico verhogende omstandigheden, zoals het gevaar te vallen op of langs uitstekende delen, de aanwezigheid van verkeer, het vallen in water e.d., dan kan er, afhankelijk van de toename van het risico, ook bij geringere werkhoogte sprake zijn van een ZO.

X Noot
45

De ZO luidt: werken op hoogten van meer dan 2.50 meter waarbij geen of onvoldoende voorzieningen zijn getroffen tegen de gevolgen van vallen (lid 5).

X Noot
46

De ZO luidt: het zodanig ingericht zijn van een arbeidsplaats dat daardoor ernstig gevaar bestaat getroffen of geraakt te worden door voorwerpen, producten of onderdelen daarvan dan wel vloeistoffen of gassen, of het gevaar bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarvan.

X Noot
47

De ZO luidt: het toepassen van een laadplatform dat niet is afgestemd op de te vervoeren lading.

X Noot
48

De ZO luidt: het werken op hoogten van meer dan 2.50 meter op instabiele en onvoldoende stevige werkplekken op bouwplaatsen.

X Noot
49

De ZO luiden:

het werken op een bouwplaats indien bovengrondse elektriciteitsleidingen niet omgeleid zijn of spanningsloos zijn gemaakt of, indien dit niet mogelijk is, hekken of waarschuwingsborden ontbreken (artikel 3.29, lid 2, Arbobesluit);

het werken op bouwplaatsen waarbij ernstig gevaar bestaat voor personen als gevolg van beschadiging van ondergrondse elektriciteitsleidingen en -kabels (artikel 3.29, lid 5, Arbobesluit).

X Noot
50

De ZO luiden:

het werken in bouwputten, tunnels, bij uitgravingen of andere ondergrondse werkzaamheden waarbij onvoldoende stut- of taludvoorzieningen zijn getroffen tegen instortings- of overstromingsgevaar (artikel 3.30, lid 1, Arbobesluit);

het bij grondverzetwerkzaamheden niet op veilige afstand houden van de uitgegraven aarde, gebruikte materialen en voertuigen, waardoor werknemers (de zelfstandige) ernstig gevaar lopen (loopt) bedolven te worden (artikel 3.30, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
51

De ZO luidt: 0nvoldoende draagkrachtige bekistingen, tijdelijke stutten of schoren op een bouwwerkplek, waardoor werknemers (zelfstandigen) ernstig gevaar lopen (loopt) bekneld te raken of bedolven te worden.

X Noot
52

De ZO luidt: het ontbreken van twee afzonderlijke uitgangen in verbinding met de oppervlakte bij een ondergrondse ontginning.

X Noot
53

De ZO luidt: het niet zo spoedig mogelijk na het delven ondersteuningen aanbrengen, terwijl dit vanwege de instabiliteit van het terrein noodzakelijk is voor de veiligheid van de werknemers.

X Noot
54

De ODB luidt: het ontbreken van voldoende geschikte reddingsmiddelen op een mijnbouwinstallatie.

X Noot
55

De ZO luiden:

het niet hebben van een adequaat noodplan (lid 1);

het niet voldoen aan de eisen van artikel 3.37v lid 2 m.b.t. het noodplan (lid 2).

X Noot
56

De ODB luiden:

het ontbreken van deskundig toezicht op jeugdige werknemers (vrijwilligers) die arbeid verrichten waarbij gevaar voor instorting bestaat. (sub a);

het ontbreken van deskundig toezicht op jeugdige werknemers (vrijwilligers) die arbeid verrichten aan, met of in de directe nabijheid van een hoogspanningsinstallatie. (sub b)

X Noot
57

Lid 2 wordt beboet via lid 1.

X Noot
58

De ZO luidt: het werken met stoffen, waarbij direct contact met de huid mogelijk is, die voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.1c, onderdeel f, Arbobesluit, en die kunnen leiden tot ernstige schade aan de gezondheid.

X Noot
59

De ZO luidt: Het werken met stoffen, waarbij direct contact met de ogen mogelijk is, die voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.1c, onderdeel g, Arbobesluit, en die kunnen leiden tot ernstige schade aan de gezondheid.

X Noot
60

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) aan concentraties van stoffen in de inademingslucht van een persoon van meer dan de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde of van meer dan de ceilingswaarde.

X Noot
61

De ZO luidt: het opnieuw in circulatie brengen van lucht die een gevaarlijke stof bevat naar een arbeidsplaats waar de betreffende stof niet aanwezig is (lid 2).

X Noot
62

De ZO luiden:

het ontbreken van maatregelen bij aanwezigheid van kankerverwekkende of mutagene stoffen waarbij ernstig gevaar bestaat voor plotselinge blootstelling;

het ontbreken van maatregelen bij aanwezigheid van gevaarlijke stoffen waardoor ernstig gevaar bestaat voor brand of explosie of gezondheidsbedreigende blootstelling aan gevaarlijke stoffen, dampen en gassen.

X Noot
63

De ZO luidt: na een onvoorziene toename van het blootstellingniveau aan kankerverwekkende of mutagene stoffen, er niet voor gezorgd hebben dat werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) uit de gevarenzone zijn (is) verwijderd.

X Noot
64

De ODB luiden:

de arbeid waarbij gebruik wordt gemaakt van instabiel ontplofbare stoffen, ontplofbare stoffen van de subklasse 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1,5, 1.6 of zelf ontledende stoffen en mengsels type A of B als bedoeld in de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, wordt niet verricht door een daarvoor gekwalificeerde persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken defensiemedewerkers, Register veilig werken met explosieve stoffen en vuurwerk politiemedewerkers of Register veilig werken met explosieve stoffen;

de arbeid waarbij gebruik wordt gemaakt van instabiel ontplofbare stoffen, ontplofbare stoffen van de subklasse 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1,5, 1.6 of zelf ontledende stoffen en mengsels type A of B als bedoeld in de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, wordt niet verricht door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en die deze arbeid verricht onder voortdurend toezicht van een persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken met explosieve stoffen.

X Noot
65

De ODB luidt: het bij tijdelijke en incidentele dienstverlening in gereglementeerde beroepen onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

X Noot
66

De ZO luidt: het niet werken volgens een vooraf opgesteld werkplan, als bedoeld in Bijlage VB van de Arbeidsomstandighedenregeling, m.b.t. opbouw, installeren, monteren, assembleren, dan wel verwijderen na ontbranding, van professioneel vuurwerk.

X Noot
67

De ODB luiden:

het niet door een gecertificeerd persoon toezicht houden op opbouw, installeren, monteren, assembleren, dan wel verwijderen na ontbranding van professioneel vuurwerk;

het niet door een gecertificeerd persoon toezicht houden op het bewerken van professioneel vuurwerk in een inrichting als bedoeld in artikel 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit.

X Noot
68

De ODB luidt: in een geval waarin gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) kan bestaan door de mogelijke aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten, wordt niet, alvorens de werkzaamheden worden aangevangen, een oriënterend onderzoek hiernaar ingesteld.

X Noot
69

De ODB luidt: hoewel het oriënterend onderzoek de mogelijke aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten die gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid of gezondheid van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) niet uitsluit, wordt geen nader onderzoek ingesteld.

X Noot
70

De ODB luidt: hoewel uit het nader onderzoek blijkt dat gevaar bestaat voor de veiligheid of gezondheid van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) door de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten, worden die ontplofbare oorlogsresten niet opgespoord of geen andere passende maatregelen getroffen om dit gevaar te voorkomen.

X Noot
71

De ODB luidt: arbeid bestaande uit het opsporen van ontplofbare oorlogsresten wordt niet verricht door een bedrijf dat voor de te verrichten arbeid in het bezit is van een certificaat opsporen ontplofbare oorlogsresten dat is afgegeven door Onze Minister of een door hem aangewezen certificerende instelling.

X Noot
72

De ODB luiden:

de arbeid ten behoeve van het opsporen van ontplofbare oorlogsresten wordt niet verricht door een daarvoor gekwalificeerde persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken defensiemedewerkers of het Register veilig werken met explosieve stoffen;

de arbeid ten behoeve van het opsporen van ontplofbare oorlogsresten wordt niet verricht door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en die deze arbeid verricht onder voortdurend toezicht van een daarvoor gekwalificeerde persoon die is geregistreerd in het Register veilig werken met explosieve stoffen.

X Noot
73

De ODB luidt: het ruimen van ontplofbare oorlogsresten wordt niet verricht door een explosievenopruimingseenheid van het Ministerie van Defensie.

X Noot
74

De ODB luidt: het bij tijdelijke en incidentele dienstverlening in gereglementeerde beroepen onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

X Noot
75

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) aan concentraties van kankerverwekkende en mutagene stoffen in de ademhalingslucht boven de (wettelijke of door de werkgever vastgestelde) grenswaarde: lid 3

X Noot
76

De ZO luidt: het niet of onvoldoende zorgen voor doeltreffende maatregelen bij overschrijding van de grenswaarde waarbij werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) worden (wordt) blootgesteld aan concentraties van kankerverwekkende en mutagene stoffen in de inademingslucht.

X Noot
77

De ZO luidt: het niet zo laag mogelijk onder de grenswaarde van artikel 4.46 Arbobesluit houden van de concentratie van asbeststof in de lucht door:

– het niet zo inrichten van de werkmethoden dat er geen asbeststof wordt geproduceerd of indien dat technisch niet mogelijk is, dat er geen asbeststof in de lucht vrijkomt;

– het niet doeltreffend en regelmatig reinigen van gebouwen, installaties en uitrustingen, die dienen voor het toepassen of bewerken van asbest of asbesthoudende producten;

– het niet opbergen en vervoeren in daarvoor geschikte en gesloten verpakking van asbest, een asbesthoudend product of een product waaruit asbeststof vrijkomt; dan wel

– het niet zo spoedig mogelijk verzamelen en afvoeren van asbesthoudende afvalstoffen in voor asbest geschikte, gesloten en gekenmerkte verpakking.

X Noot
78

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) aan concentraties van asbeststof in de lucht boven de grenswaarden van artikel 4.46 Arbobesluit.

X Noot
79

De ZO luiden:

het niet opsporen van de oorzaken van de overschrijding van de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46, en het niet zo spoedig mogelijk nemen van doeltreffende maatregelen om de concentratie asbeststof terug te brengen tot beneden die waarde (lid 1);

het voortzetten van de arbeid op een arbeidsplaats met overschrijding van de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46, waar de maatregelen om de concentratie terug te brengen nog niet volledig ten uitvoer zijn gelegd, zonder de betrokken werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) doeltreffend te beschermen tegen blootstelling aan asbeststof (lid 3).

X Noot
80

De ODB luidt: het werken met asbest of asbesthoudende producten zonder dit tijdig en (volledig) op correcte wijze te hebben gemeld aan de Inspectie SZW (lid 1).

X Noot
81

De ODB luidt: Het niet opnieuw melden aan de Inspectie SZW, telkens wanneer een verandering in de arbeidsomstandigheden kan leiden tot een aanzienlijke toename van de blootstelling aan asbeststof of asbesthoudende producten (lid 2).

X Noot
82

De ZO luiden:

het niet nemen van doeltreffende maatregelen ter bescherming van de betrokken werknemers (zelfstandige; vrijwilligers), indien, gelet op de aard van de werkzaamheden, overschrijding van de grenswaarde, bedoeld in artikel 4.46, kan worden verwacht ondanks preventieve technische maatregelen ter beperking van de asbestconcentratie in de lucht (lid 1);

het niet verwijderen van het aanwezig asbest dan wel de aanwezige asbesthoudende producten, voordat wordt aangevangen met andere werkzaamheden (lid 4).

X Noot
83

De ODB luidt: het niet beschikken over een, overeenkomstig artikel 4.50 Arbobesluit opgesteld, schriftelijk werkplan door de werkgever van het bedrijf, bedoeld in artikel 4.54d, eerste lid, Arbobesluit, voordat wordt aangevangen met de werkzaamheden.

X Noot
84

De ODB luidt: Het in het werkplan ontbreken van voorgeschreven gegevens, zoals beschreven in artikel 4.50 lid 4 onder a t/m d.

X Noot
85

De ZO luidt: het bij slopen, verwijderen, reinigen en opruimen van asbest of van producten die deze stof bevatten, niet conform het werkplan uitvoeren van de maatregelen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid van de betrokken werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers).

X Noot
86

De ZO luiden:

het na reiniging van de arbeidsplaats niet op de desbetreffende arbeidsplaats in een binnenruimte uitvoeren van een eindbeoordeling, waarbij de monsterneming wordt uitgevoerd door een persoon als bedoeld in artikel 4.47, lid 7, Arbobesluit, en de monsteranalyse door een laboratorium als bedoeld in artikel 4.47, lid 8, Arbobesluit (lid 1);

het bij de eindbeoordeling bedoeld in artikel 4.51a, lid 1, Arbobesluit, niet uitvoeren van een visuele inspectie gevolgd door een eindmeting, om vast te stellen of de concentratie van asbestvezels in de lucht lager is dan 10.000 vezels per m3, uitgaande van een referentieperiode van ten minste twee uur (lid 2);

het na het reinigen van de arbeidsplaats, op de betreffende arbeidsplaats in de buitenlucht geen visuele inspectie uitvoeren met vaststelling dat de aanwezigheid van asbest niet meer visueel waarneembaar is door een bedrijf dat daartoe adequaat is toegerust, voordat met andere werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt (lid 3);

het na het beëindigen van werkzaamheden in de buitenlucht met asbesthoudende grond, niet uitvoeren van een visuele inspectie op de aanwezigheid van asbest teneinde vast te stellen dat de concentratie asbest niet hoger is dan honderd milligram per kilogram droge stof als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van het Productenbesluit asbest, door een bedrijf dat daartoe adequaat is toegerust (lid 4).

X Noot
87

De ODB luidt: het niet treffen van doeltreffende maatregelen om blootstelling aan asbeststof te voorkomen als het resultaat van het arbeidsgezondheidskundig onderzoek, bedoeld in artikel 4.10a, daartoe aanleiding geeft.

X Noot
88

De ODB luidt: het in het kader van de beoordeling, bedoeld in artikel 4.2 – niet, of niet volledig inventariseren van de aanwezigheid van asbest of asbesthoudende producten voordat wordt aangevangen met de volgende werkzaamheden:

a. het geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen van bouwwerken, met uitzondering van grondwerken, of objecten waarin asbest of asbesthoudende producten is respectievelijk zijn verwerkt;

b. het verwijderen van asbest of asbesthoudende producten uit de bouwwerken of objecten, bedoeld in onderdeel a; dan wel

c. het opruimen van asbest of asbesthoudende producten die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen.

X Noot
89

De ODB luidt: het niet op grond van de uitgevoerde inventarisatie, als bedoeld in artikel 4.54a, lid 1, bepalen van de daarbij behorende risicoklasse als bedoeld in de artikelen 4.44, 4.48 of 4.53a Arbobesluit.

X Noot
90

De ODB luidt: de inventarisatie, bedoeld in artikel 4.54a, lid 1, Arbobesluit, en het inventarisatierapport, bedoeld in artikel 4.54a, lid 3, Arbobesluit, worden uitgevoerd, onderscheidenlijk opgesteld, door een bedrijf dat niet in het bezit is van een certificaat asbestinventarisatie dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling.

X Noot
91

De ZO luiden:

het verrichten van werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.54d, lid 1, Arbobesluit door een bedrijf dat niet in het bezit is van een certificaat asbestverwijdering, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling (lid 1);

het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.54d, lid 1, Arbobesluit zonder voortdurend toezicht van (of niet door) een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het werken met asbest, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling (lid 5);

het mede verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 4.54d, lid 1, Arbobesluit door een persoon die niet in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het verwijderen van asbest, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling (lid 7).

X Noot
92

De ODB luidt: het door het bedrijf dat asbest verwijdert niet beschikken over een afschrift van een inventarisatierapport waarin de resultaten zijn neergelegd van de inventarisatie van de aanwezigheid van asbest en asbesthoudende producten, voordat wordt aangevangen met het verwijderen van asbest.

X Noot
93

De ODB luiden:

het bij een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf niet werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst van een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid voor het toezicht houden op het werken met asbest (lid 6);

het niet begeleiden van de handelingen als bedoeld in artikel 5, onderdelen e en f, van het Productenbesluit asbest die betrekking hebben op werkzaamheden met asbesthoudende grond, door een persoon die in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne of veiligheidskunde als bedoeld in artikel 2.7, lid 2 (lid 8).

X Noot
94

De ZO luidt: Het door een machinist niet werken onder de voorwaarden genoemd in artikel 4.54d, tiende lid, onder a en b, Arbobesluit bij het verplaatsen van asbest waardoor sprake kan zijn van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.54a, eerste lid, onderdeel b of c, Arbobesluit.

X Noot
95

De ZO luiden:

het vervaardigen of gebruiken van propaansulton (CAS-nummer 1120-71-4) (lid 1);

het, anders dan ten behoeve van doorvoer, in voorraad houden van propaansulton (lid 2).

X Noot
96

De ZO luiden:

het vervaardigen of gebruiken van de volgende stoffen:

a. 2-naftylamine en de zouten daarvan (CAS-nummer 91–59–8);

b. 4-aminodifenyl en de zouten daarvan (CAS-nummer 92–67–1);

c. benzidine en de zouten daarvan (CAS-nummer 92–87–5);

d. 4-nitrodifenyl (CAS-nummer 92–93–3) (lid 1);

het, anders dan ten behoeve van doorvoer, in voorraad houden van de volgende stoffen:

a. 2-naftylamine en de zouten daarvan (CAS-nummer 91–59–8);

b. 4-aminodifenyl en de zouten daarvan (CAS-nummer 92–67–1);

c. benzidine en de zouten daarvan (CAS-nummer 92–87–5);

d. 4-nitrodifenyl (CAS-nummer 92–93–3) (lid 2).

X Noot
97

De ZO luiden:

het bewerken of verwerken van zandsteen, behoudens in de gevallen benoemd in artikel 4.60, tweede lid, Arbobesluit (lid 1);

het in voorraad houden van zandsteen, behoudens in de gevallen benoemd in artikel 4.60, vierde lid, Arbobesluit (lid 3).

X Noot
98

De ZO luidt: het (zand)stralen met een stof die aan kwarts of een andere vorm van vrij kristallijn siliciumdioxyde meer dan 1% bevat.

X Noot
99

ZO luiden:

het ontzanden van gietstukken, door middel van stralen, buiten de voor dat doel bestemde gesloten toestellen of ruimten (artikel 4.61, lid 3, Arbobesluit);

het bij ontzanden van gietstukken, door middel van stralen, afvoeren van afgezogen lucht naar ruimtes waar personen moeten verblijven (artikel 4.61, lid 5, Arbobesluit).

X Noot
100

De ZO luiden:

het gebruik van benzeen of van een product waarvan het gehalte aan benzeen meer dan 1 volumeprocent bedraagt als oplos-, reinigings- of verdunningsmiddel, behoudens indien zulks geschiedt in een gesloten systeem of op een andere wijze waardoor in tenminste gelijke mate bescherming tegen blootstelling daaraan wordt geboden (lid 1);

het gebruik van tetrachloorkoolstof, pentachloorethaan en 1,1,2,2,-tetrachloorethaan of van een product waarvan het gehalte aan een van de vorengenoemde stoffen meer dan 1 volumeprocent bedraagt, behoudens indien zulks geschiedt in een gesloten systeem of op een andere wijze waardoor in tenminste gelijke mate bescherming tegen blootstelling daaraan wordt geboden (lid 3).

X Noot
101

ZO luidt: het bij het schilderen van binnenwerk van gebouwen of vaartuigen gebruiken van loodwit, loodsulfaat of producten die een van deze stoffen als bestanddeel bevatten.

X Noot
102

De ODB luiden:

het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32a, lid 4 tot en met 6, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32a, lid 2, Arboregeling (lijmen en verven in binnen situaties), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32b, lid 2 tot en met 4, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32b, lid 1, Arboregeling (offset drukken), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32c, lid 2 en 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32c, lid 1, Arboregeling (zeefdrukken), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan de criteria genoemd in artikel 4.32d, lid 2, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32d, lid 1, Arboregeling (illustratiediepdrukken), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32e, lid 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32e, lid 2, Arboregeling (verpakkingsdiepdrukken en flexodrukken), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32f, lid 4, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32f, lid 2, Arboregeling (herstellen van autoschade), niet is toegestaan;

het werken met producten die niet voldoen aan het criterium genoemd in artikel 4.32g, lid 3, Arboregeling bij werkzaamheden waarvoor dit op grond van artikel 4.32g, lid 2, Arboregeling (coating timmerwerk in binnen situaties), niet is toegestaan.

X Noot
103

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers (zelfstandigen) aan biologische agentia waarbij ernstig gevaar bestaat voor schade aan de gezondheid.

X Noot
104

De ODB luiden:

het voor de eerste maal werken met biologische agentia van de 2e, 3e of 4e categorie, zonder dit tijdig en op correcte wijze te melden aan de Inspectie SZW (lid 1);

het werken met een nieuw biologisch agens van de 3e of 4e categorie, zonder dit tijdig en op correcte wijze te melden aan de Inspectie SZW (lid 3);

het werken met biologische agentia van de 2e, 3e of 4e categorie na veranderingen in procedés of procedures met mogelijke gevolgen voor veiligheid en gezondheid, zonder dit opnieuw te hebben gemeld aan de Inspectie SZW (lid 5).

X Noot
105

De ODB luidt: het niet tijdig en op correcte wijze hebben gemeld aan de Inspectie SZW van een ongeval of incident dat (mogelijkerwijs) heeft geleid tot het vrijkomen van een of meer biologische agentia van de 3e of 4e categorie.

X Noot
106

De ZO luiden:

het (laten) verrichten van arbeid met of het blootstellen aan stoffen die voldoen aan aan criteria voor een of meer van de volgende gevarenaanduidingen als bedoeld in EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels: H-zinnen 300, 301, 310, 311, 317, 330, 331, 334, 340, 341, 350, 350i, 351, 360, 360F, 360D, 360FD, 360Fd, 360Df, 361, 361f, 361d, 361fd, 362, 370, 371, 372 of 373, door en van jeugdige werknemers (lid 1);

het (laten) verrichten van arbeid met of laten blootstellen aan biologische agentia van categorie 3 of 4, bedoeld in afdeling 9 van hoofdstuk 4 Arbobesluit door en van jeugdige werknemers (lid 2);

het (laten) verrichten van arbeid aan of met kuipen, bassins, leidingen of reservoirs waarin zich een of meer van de in het eerste of tweede lid van artikel 4.105 Arbobesluit bedoelde stoffen of biologische agentia bevinden, door jeugdige werknemers (lid 3).

X Noot
107

De ODB luidt: het ontbreken van deskundig toezicht op jeugdige werknemers ter voorkoming van specifieke gevaren bij het werken met gevaarlijke stoffen of gassen of artikelen die ontplofbare stoffen bevatten.

X Noot
108

De ZO luiden:

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger) of een werknemer (vrijwilliger) tijdens de lactatie arbeid laten verrichten waarbij deze kan worden blootgesteld aan metallisch lood en zijn verbindingen (lid 1);

het door de zwangere zelfstandige of de zelfstandige tijdens de lactatie verrichten van arbeid waarbij deze kan worden blootgesteld aan metallisch lood en zijn verbindingen (lid 1);

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger) of een werknemer (vrijwilliger) tijdens de lactatie arbeid laten verrichten waarbij deze kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen die de gezondheid van het ongeboren kind of de zuigeling schade kunnen toebrengen via een genotoxisch werkingsmechanisme en die via de moeder het ongeboren kind of de zuigeling kunnen bereiken (lid 2);

het door de zwangere zelfstandige of de zelfstandige tijdens de lactatie verrichten van arbeid waarbij deze kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen die de gezondheid van het ongeboren kind of de zuigeling schade kunnen toebrengen via een genotoxisch werkingsmechanisme en die via de moeder het ongeboren kind of de zuigeling kunnen bereiken (lid 2).

X Noot
109

De ZO luiden:

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger) arbeid laten verrichten waarbij zij kan worden blootgesteld aan de biologische agentia Toxoplasma en Rubellavirus, bedoeld in afdeling 9 van hoofdstuk 4 Arbobesluit, tenzij is gebleken dat zij hiervoor immuun is;

het door de zwangere zelfstandige verrichten van arbeid waarbij deze kan worden blootgesteld aan de biologische agentia Toxoplasma en Rubellavirus, bedoeld in afdeling 9 van hoofdstuk 4 Arbobesluit, tenzij is gebleken dat zij hiervoor immuun is.

X Noot
110

De ODB’s gelden voor de volgende werkzaamheden: blokkenstellen ruwbouw, betonstaalvlechten, metselen, monteren van metalen dak- en gevelelementen, glaszetten, dakdekken platte daken, gipsblokkenstellen, wandplatenstellen, plafondplatenstellen, stukadoren traditioneel/mechanisch en het leggen van zandcementdekvloeren, betonboren/betonzagen, koppensnellen, dakdekken (pannendaken), stellen kozijnen en deuren, (de)montage steigerbouw, installatie-werkzaamheden en stratenmaken en luiden:

bij blokkenstellen ruwbouw, blokken van 14 kilogram of meer hanteren zonder gebruik van een elementenstelselmachine; niet mechanisch opperen; geen verhoogde plaatsing van de blokken en de lijmkuip op minimaal 20 cm hoogte; blokkenstellen boven 150 cm met uitzondering van de binnenmuren net onder de verdiepingsvloer; blokkenstellen onder sta-oppervlak, met uitzondering van het vloer- en funderingsniveau;

bij betonstaalvlechten handmatig tillen van 25 kilogram per werknemer (zelfstandige; vrijwilliger) of zwaarder dan 50 kilogram per twee werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) of meer tillen; boven schouderhoogte binden; handmatig knippen van rond 8 mm met een handschaar korter dan 75 cm; handmatig knippen van meer dan 8 mm met een handschaar korter dan 90 cm; handmatig knippen van meer dan 10 mm; werken zonder werktafel of alternatieve verhoging voor voormontage waar dit wel mogelijk is;

metselen zonder verhoogde plaatsing van de te verwerken metselstenen en speciekuip op 20 cm hoogte; metselen boven 170 cm met uitzondering van de binnenmuren onder de verdiepingsvloer; metselen onder 20 cm hoogte ten opzichte van het sta-oppervlak, met uitzondering van het vloer- en funderingsniveau; een stenentang met één hand gebruiken; een kruiwagen zwaarder dan 25 kilogram aan de handvatten hanteren; eenhandig pakken van stenen met een steenbreedte van meer dan 105 mm;

bij het monteren van metalen dak- en gevelelementen, platen handmatig lostrekken en/of omklappen; platen van 118 kilogram of meer niet mechanisch/machinaal op montageplek in het werk brengen; platen onder de 118 kilogram door één werknemer handmatig verslepen zonder een daartoe aangewezen hulpmiddel; platen onder 118 kilogram verder dan gemiddeld 8 meter handmatig verslepen; platen onder 118 kilogram verslepen; bij handmatig verslepen geen geschikt hulpmiddel gebruiken;

bij glaszetten, glas handmatig tillen/plaatsen/transporteren van glas zwaarder dan 25 kg per werknemer (zelfstandige; vrijwilliger) of zwaarder dan 50 kg per twee werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) of meer; van 25 kilogram of meer handmatig tillen/plaatsen; met meer personen 50 kilogram of meer per persoon handmatig tillen/plaatsen; handmatig tillen/plaatsen glas zonder mechanische hulpmiddelen boven de 50 kilogram plaatsen; geen gebruik maken van transportmiddelen voor het (ver)plaatsen van glas van 25 kg of meer; met meer personen meer dan 25 kg per persoon; geen gebruik maken van persoonsgebonden hulpmiddelen voor het plaatsen van glas;

bij het dakdekken van platte daken meer dan 25 kilogram handmatig tillen; dakrollen en andere lasten van 25 kilogram of meer niet mechanisch/machinaal transporteren; geen gereedschap gebruiken met een verlengde of instelbare steel, zodat rechtop gewerkt kan worden; hulpmiddelen zoals een kraan, lift, ladderlift en (steek)wagentje voor het op en over het dak verplaatsen van materialen niet verstrekken of gebruiken;

bij het gipsblokkenstellen 25 kilogram of meer handmatig tillen; niet mechanisch opperen; elementen van 18 kilogram of meer niet mechanisch/machinaal verwerken; verpakkingseenheden gips, cement, granietkorrels, marmerkorrels of andere grondstoffen van 25 kilogram of meer handmatig tillen/transporteren/op het werk voorhanden hebben; de blokken en de lijmmortelkuip niet op een verhoging van 20 cm of meer plaatsen; werken onder de gestelde werkhoogte van minimaal 20 cm ten opzichte van sta-oppervlak of meer (met uitzondering van de eerste laag);

bij het wandplatenstellen 25 kilogram of meer handmatig tillen/plaatsen/transporteren; met twee of meer personen 50 kilogram of meer per persoon handmatig tillen/plaatsen/transporteren; hulpmiddelen (zoals materialenlift, kraan of verreiker, platenkar) voor het verticaal en horizontaal transport van materialen, apparatuur en gereedschap niet inzetten; wandplaten niet verticaal aangeleverd en niet vanuit verticale positie gemonteerd of wandplaten vanaf horizontale opslag op grond verwerken;

bij het plafondplatenstellen 25 kilogram of meer handmatig tillen/transporteren; met twee of meer personen 50 kilogram of meer handmatig tillen/transporteren; hulpmiddelen (zoals materialenlift, kraan of verreiker, platenkar) voor het verticaal en horizontaal transport van materialen, apparatuur en gereedschap niet inzetten; geen gebruik maken van een platenlift bij plaatsen plafondplaten; plafondplaten niet verticaal aangeleverd en niet vanuit verticale positie gemonteerd of wandplaten vanaf horizontale opslag op grond verwerken;

bij het stukadoren 25 kilogram of meer traditioneel/mechanisch handmatig tillen; geen gebruik maken van (mechanische) hulpmiddelen bij het opperwerk; geen gebruik maken van een bordes, stukadoorstrapje of rolsteiger voor het aanbrengen van de stuc op hogere delen van de wand; geen gebruik maken van een mixer op statief, dan wel een mixer met 2 handvatten, dit ter voorkoming van het met de hand omsteken; geen gebruik maken van een (verrijdbare) mortelkuip op een verhoging van 20 cm of meer;

Bij het leggen van zandcementdekvloeren geen gebruik maken van een mechanische rei/robot terwijl dit wel mogelijk is; bij het leggen van zandcement-dekvloeren met de mechanische rei/robot meer dan 80 m2 per persoon per dag aangemaakt bij semi machinaal mengen; meer dan 50 m2 per persoon per dag aangemaakt bij handmatig vullen van een vloerenpomp;

bij het handmatig leggen van zandcementdekvloeren (uitzondering, indien technisch niet mogelijk te werken met de mechanische rei/rob) meer dan 60 m2 per persoon per dag aangemaakt bij machinaal aanmaken, mengen en transporteren van de specie; meer dan 50 m2 per persoon per dag aangemaakt bij semi machinaal mengen;

bij handmatig vullen van een vloerenpomp meer dan 40 m2 per persoon per dag aangemaakt; meer dan 20 m2 per persoon per dag verwerken bij volledig handmatig mengen en transporteren met een maximum van 40 m2 op een locatie. Meer dan 10 liter per emmer handmatig water toevoegen; de grondstof meer dan 2 meter handmatig rondom de driepoot verspreiden; geen gebruik maken van een vlindermachine (aangedreven d.m.v. benzine, elektriciteit of gas) bij het afwerken van de smeervloer; geen aluminium rei (of lichter materiaal) gebruiken bij het afreien; een rei gebruiken waarvan de lengte niet is afgestemd op de ruimte waarin gewerkt wordt;

bij het betonboren/betonzagen niet mechanisch/machinaal transporteren van materialen en apparatuur zwaarder dan 25 kilogram (horizontaal transport) of zwaarder dan 10 kilogram (verticaal transport) getransporteerd; geen gebruik maken van hulpmiddelen om boven het hoofd werken te voorkomen bij het koppensnellen, de paalkoppen niet met behulp van een minder belastende techniek (hydraulisch kraken, pneumatisch knippen, waterhakken of machinaal hakken) verwijderen; werken met sloophamers zwaarder dan 15 kilogram.

Bij het dakdekken (pannendekken) geen hulpmiddelen inzetten voor het op het dak (ver)plaatsen van materialen, apparatuur en gereedschap; geen gebruik maken van hulpmiddelen zoals stortkoker en container bij het handmatig afvoeren van oude materialen;

bij het stellen van kozijnen en deuren handmatig tillen zwaarder dan 25 kilogram per werknemer of zwaarder dan 50 kilogram per twee werknemers of meer; kozijnen en elementen zwaarder dan 50 kilogram niet machinaal/mechanisch plaatsen; transport- en tilhulpen voor horizontaal en verticaal transport niet gebruiken of verstrekken;

bij het (de)monteren van steiger geen hulpmiddelen voor verticaal en horizontaal transport van materialen, apparatuur en gereedschap inzetten; handmatig tillen zwaarder dan 25 kilogram per werknemer (zelfstandige; vrijwilliger) of handmatig tillen zwaarder dan 50 kilogram per twee werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) of meer; bij het op de schouder verplaatsen van materialen geen gebruik maken van schouderbescherming zoals specifieke werkkleding met schoudervulling; handmatige opbouw van rolsteiger met een werkvloerhoogte hoger dan 2,5 m niet met minimaal twee personen opbouwen;

bij installatiewerkzaamheden (CV en klimaattechniek) geen (transport)-hulpmiddelen verstrekken of gebruiken om het tillen en sturen van zware materialen te beperken; handmatig tillen zwaarder dan 25 kilogram per werknemer of handmatig tillen zwaarder dan 50 kilogram per twee werknemers of meer;

bij stratenmaken stenen zwaarder dan 4 kilogram en tegels zwaarder dan 9,5 kilogram handmatig tillen en leggen; betonnen trottoirbanden, inritblokken, putten en kolken handmatig tillen en plaatsen; is het gewicht van de kruiwagen bij de handvatten zwaarder dan 25 kilogram.

X Noot
111

De ZO luiden:

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger of een werknemer (vrijwilliger) tijdens de lactatie de volgende fysiek belastende bewegingen laten uitvoeren:

a. dagelijks meer dan eenmaal per uur te hurken, knielen, bukken of staande voetpedalen te bedienen tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap;

b. meer te tillen dan 10 kilogram in één handeling gedurende de hele zwangerschap en in de periode tot drie maanden na de bevalling;

c. meer dan 10 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilogram te tillen vanaf de twintigste week van de zwangerschap; dan wel

d. meer dan 5 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilogram te tillen vanaf de dertigste week van de zwangerschap;

het door de zwangere zelfstandige of de zelfstandige tijdens de lactatie de volgende fysiek belastende bewegingen uitvoeren:

a. dagelijks meer dan eenmaal per uur te hurken, knielen, bukken of staande voetpedalen te bedienen tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap;

b. meer te tillen dan 10 kilogram in één handeling gedurende de hele zwangerschap en in de periode tot drie maanden na de bevalling;

c. meer dan 10 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilogram te tillen vanaf de twintigste week van de zwangerschap; dan wel

d. meer dan 5 keer per dag gewichten van meer dan 5 kilogram te tillen vanaf de dertigste week van de zwangerschap.

X Noot
112

De ZO luidt: het verrichten van werkzaamheden in situaties waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai, rekening houdend met de dempende werking van de door de werknemer (zelfstandige) gedragen individuele gehoorbeschermers, hoger is dan 87 dB(A) of de piekgeluidsdruk hoger is dan 200 Pa.

X Noot
113

De ZO luidt: het verrichten van werkzaamheden zonder individuele gehoorbescherming in situaties waarbij de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is.

X Noot
114

De ZO luiden:

het blootstellen van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) aan trillingen boven de grenswaarde voor blootstelling, bedoeld in artikel 6.11 a, tweede lid, onderdeel a, en lid 3, onderdeel a, Arbobesluit (lid 2);

het niet onverwijld treffen van maatregelen om de blootstelling terug te brengen tot onder de grenswaarde voor blootstelling, bij overschrijding van de grenswaarde voor blootstelling aan trillingen, bedoeld in artikel 6.11 a, lid 2, onderdeel a, en lid 3, onderdeel a, Arbobesluit (lid 3 onder a);

het niet onderzoeken van de oorzaak van de overschrijding bij overschrijding van de grenswaarde voor blootstelling aan trillingen, bedoeld in artikel 6.11 a, lid 2, onderdeel a, en lid 3, onderdeel a, Arbobesluit (lid 3 onder b);

het niet aanpassen van de beschermings- en preventiemaatregelen om te voorkomen dat de grenswaarde opnieuw wordt overschreden bij overschrijding van de grenswaarde voor blootstelling aan trillingen, bedoeld in artikel 6.11 a, lid 2, onderdeel a, en lid 3, onderdeel a, Arbobesluit (lid 3 onder c).

X Noot
115

ZO luidt: het blootstellen van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) aan kunstmatige optische straling boven de grenswaarde voor blootstelling genoemd in artikel 6.12c Arbobesluit. (artikel 6.12e, lid 4, juncto artikel 6.12c Arbobesluit).

X Noot
116

De ZO luidt: het blootstellen van werknemers (de zelfstandige; vrijwilligers) aan elektromagnetische velden boven de grenswaarden voor effecten op de gezondheid, tenzij is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 6.12o (MRI-apparatuur gezondheidszorg) of in een vrijstelling of ontheffing (artikel 9.17c, Arbobesluit).

X Noot
117

De ZO luiden:

het niet nemen van maatregelen indien de blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden de grenswaarden voor effecten op de gezondheid overschrijdt, tenzij is voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 6.12o (MRI-apparatuur gezondheidszorg) of in een vrijstelling of ontheffing (artikel 6.12j, lid 3, juncto artikel 6.12l, lid 9, Arbobesluit);

het niet onverwijld treffen van maatregelen om de blootstelling aan kunstmatige optische straling terug te brengen tot onder de grenswaarde voor blootstelling (artikel 6.12e, lid 4, onder a, Arbobesluit).

X Noot
118

ODB luidt: het voor de aanvang van de arbeid uitvoeren van een arbeidsgezondheidskundig onderzoek door een arts, die niet in het bezit is van een certificaat duikerarts.

X Noot
119

ZO luidt: het verrichten van duikarbeid, caissonarbeid of overige arbeid onder overdruk zonder dat aan de beperkende voorschriften volgend uit een arbeidsgezondheidskundig onderzoek wordt voldaan.

X Noot
120

ZO luidt: het niet aan werknemers ter beschikking stellen van materiaal dat in deugdelijke staat verkeert en van voldoende ademgas van goede kwaliteit (artikel 6.15, eerste lid onder b, Arbobesluit).

X Noot
121

ZO luidt: het verrichten van duikarbeid zonder te worden bijgestaan door een reserveduiker en ploegleider.

X Noot
122

ODB luiden:

het optreden als duikploegleider zonder in het bezit te zijn van een certificaat duikploegleider met betrekking tot de soort arbeid die wordt verricht (artikel 6.16, lid 3, Arbobesluit);

het duiken zonder in het bezit te zijn van het certificaat duikarbeid met betrekking tot de soort duikarbeid die wordt verricht (artikel 6.16, lid 6, Arbobesluit);

het verrichten van duikarbeid zonder de aanwezigheid van een persoon die in het bezit is van een certificaat duik medische begeleiding met betrekking tot de soort arbeid die hij verricht (artikel 6.16, lid 7, Arbobesluit).

X Noot
123

ODB luidt: het uitvoeren van duikarbeid:

a. op een diepte groter dan 9 meter,

b. bij een stroomsnelheid groter dan 0,5 meter per seconde,

c. met voorgenomen decompressie,

d. met een ademgas anders dan lucht,

e. over een periode langer dan een week, of

f. ten behoeve van de ondergrondse winningsindustrie, of ten behoeve van de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen, zonder (tijdige) melding aan de toezichthouder.

X Noot
124

ZO luiden:

het verrichten van duikwerkzaamheden op een diepte van 15 meter (of bij een druk van 1,5 maal 105 Pascal) of meer waarbij geen geschikte compressiekamer aanwezig is (artikel 6.18, lid 1, Arbobesluit);

het ontbreken van een compressiekamer bij het verrichten van duikwerkzaamheden op een locatie waarbij de reistijd naar de dichtstbijzijnde behandelfaciliteit met compressiekamer meer dan twee uur bedraagt (artikel 6.18, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
125

ZO luidt: het door één persoon verrichten van caissonarbeid.

X Noot
126

ODB luidt: het verrichten van caissonarbeid zonder de Inspectie SZW daarvan tijdig en op correcte wijze in kennis te stellen, onder overlegging van een deugdelijk werkplan.

X Noot
127

ZO luiden:

het verrichten van caissonwerkzaamheden onder een druk van meer dan 1,5 maal 105 Pascal zonder een geschikte compressiekamer (artikel 6.20, lid 1, Arbobesluit);

het ontbreken van een compressiekamer bij het verrichten van caissonarbeid op een locatie waarbij de reistijd naar de dichtstbijzijnde behandelfaciliteit met compressiekamer meer dan twee uur bedraagt (artikel 6.20, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
128

De ZO luiden:

het door jeugdige werknemers (vrijwilligers)laten verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk, bedoeld in artikel 6.13 Arbobesluit (lid 1);

het door een jeugdige zelfstandige verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk, bedoeld in artikel 6.13 Arbobesluit (lid 1);

het door jeugdige werknemers (vrijwilligers) laten verrichten van arbeid met toestellen die schadelijke niet ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden (lid 2);

het door een jeugdige zelfstandige verrichten van arbeid met toestellen die schadelijke niet ioniserende elektromagnetische straling kunnen uitzenden (lid 2);

het door jeugdige werknemers (vrijwilligers) laten verrichten van arbeid op een arbeidsplaats waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is (lid 3);

het door een jeugdige zelfstandige verrichten van arbeid op een arbeidsplaats waar de dagelijkse blootstelling aan lawaai 85 dB(A) of hoger is of de piekgeluidsdruk 140 Pa of hoger is (lid 3);

het blootstellen van jeugdige werknemers (vrijwilligers) aan schadelijke trillingen (lid 4);

het blootstellen van een jeugdige zelfstandige aan schadelijke trillingen (lid 4).

X Noot
129

De ZO luiden:

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger) laten verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk als bedoeld in artikel 6.13 Arbobesluit;

het door een zwangere zelfstandige verrichten van duikarbeid, caissonarbeid en overige arbeid onder overdruk als bedoeld in artikel 6.13 Arbobesluit.

X Noot
130

De ZO luiden:

het door een zwangere werknemer (vrijwilliger) of een werknemer (vrijwilliger) tijdens de lactatie arbeid laten verrichten in de ondergrondse winningsindustrie;

het door een zwangere zelfstandige of een zelfstandige tijdens de lactatie verrichten van arbeid in de ondergrondse winningsindustrie.

X Noot
131

De ZO luiden:

het op de arbeidsplaats blootstellen van een zwangere werknemer (vrijwilliger) aan lichaamstrillingen of schokken met een versnelling van meer dan 0.25 m/s2 of het in direct contact laten komen van een zwangere werknemer (vrijwilliger) met een ultrasonore trillingsbron met een frequentie boven de 20 kHz waarbij de blootstelling hoger is dan 110 dB per tertsband;

het op de arbeidsplaats blootstellen van een zwangere zelfstandige aan lichaamstrillingen of schokken met een versnelling van meer dan 0.25 m/s2 of het in direct contact komen van een zwangere zelfstandige met een ultrasonore trillingsbron met een frequentie boven de 20 kHz waarbij de blootstelling hoger is dan 110 dB per tertsband;

X Noot
132

De ZO luidt: het op de arbeidsplaats blootstellen van een zwangere werknemer (zelfstandige; vrijwilliger) aan equivalente geluidsniveaus boven de 80 dB(A) en piekgeluiden boven de 112 Pa.

X Noot
133

ZO luidt: het gebruiken van arbeidsmiddelen op een andere wijze of plaats dan waarvoor zij zijn ingericht en bestemd.

X Noot
134

ZO luidt: het niet of onvoldoende treffen van beschermende maatregelen bij het gebruik van een arbeidsmiddel, waardoor ernstig gevaar bestaat voor persoonlijk letsel.

X Noot
135

ZO luidt: het zodanig geplaatst bevestigd of ingericht zijn en zodanig gebruikt worden van een arbeidsmiddel dat daardoor ernstig gevaar bestaat voor verschuiven, omvallen, kantelen, getroffen worden door het arbeidsmiddel of onderdelen daarvan, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit.

X Noot
136

ZO luidt: het zodanig geplaatst of ingericht zijn en zodanig gebruikt worden van een arbeidsmiddel dat daardoor ernstig gevaar bestaat getroffen of geraakt te worden door voorwerpen, producten of onderdelen daarvan dan wel vloeistoffen of gassen, of bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarvan.

X Noot
137

ZO luidt: het onderhouden, repareren en reinigen van arbeidsmiddelen die ingeschakeld zijn of onder druk of spanning staan.

X Noot
138

ZO luidt: het afstellen van arbeidsmiddelen die ingeschakeld zijn of onder druk of elektrische spanning staan.

X Noot
139

ZO luidt: het op niet veilige wijze (de)monteren van arbeidsmiddelen.

X Noot
140

Lid 4 en 7 worden beboet via lid 1.

X Noot
141

ZO luidt: het ontbreken of onjuist toepassen van voorgeschreven beveiligingen en afschermingen, alsmede het overbruggen dan wel buiten werking stellen van noodzakelijke beveiligingen van arbeidsmiddelen, waardoor er ernstig gevaar optreedt.

X Noot
142

ZO luidt: het kunnen aanraken van (onderdelen van) arbeidsmiddelen met een zeer hoge of lage temperatuur.

X Noot
143

ZO luidt: het loskoppelen en opnieuw aansluiten van een arbeidsmiddel van en op een krachtbron.

X Noot
144

ZO luidt: het ontbreken van een noodstopvoorziening op arbeidsmiddelen waarbij dit noodzakelijk is.

X Noot
145

ZO luidt: het vervoeren van personen met een mobiel arbeidsmiddel dat daartoe niet is uitgerust.

X Noot
146

ZO luidt: het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen (m.u.v. heftrucks) waarmee personen kunnen worden vervoerd zonder beschermingsconstructies ter voorkoming van kantelen of de gevolgen daarvan.

ZO luidt: het gebruik van heftrucks waarmee personen kunnen worden vervoerd zonder beschermingsconstructies ter voorkoming van kantelen of de gevolgen daarvan.

X Noot
147

ZO luidt: het gebruik van heftrucks waarmee personen kunnen worden vervoerd zonder beschermingsconstructies ter voorkoming van kantelen of de gevolgen daarvan.

X Noot
148

ZO luidt: het ontbreken van een rem- en stopvoorziening, alsmede een noodstopvoorziening voor zover deze noodzakelijk is, op een mobiel arbeidsmiddel met eigen aandrijving.

X Noot
149

ODB luidt: het werken met mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving, zonder dat de bedieners daartoe specifieke deskundigheid bezitten.

N.B. uitsluitend aan de orde indien criteria bestaan (en in projecten zijn aangegeven) wanneer en in welke situatie er sprake is van dit feit.

X Noot
150

ZO luidt: het meerijden op mobiele arbeidsmiddelen met eigen aandrijving zonder speciaal daartoe ingerichte veilige plaatsen.

X Noot
151

ZO luidt: het zwaarder belasten van een hijs- of hefwerktuig, dan de toegelaten bedrijfslast of dan een veilig gebruik toelaat.

X Noot
152

De ZO luidt: het zodanig opgesteld zijn van hijs- en hefwerktuigen, dat daardoor ernstig gevaar bestaat dat lasten werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) kunnen raken.

X Noot
153

De ZO luidt: het zich bevinden van werknemers (zelfstandigen; vrijwilligers) onder hangende lasten.

X Noot
154

De ODB luidt: het vervoeren van personen met een hijs- of werktuig, dat daarvoor niet is bestemd of ingericht.

X Noot
155

ZO luidt: het zodanig gebruik van een mobiel hijs- of hefwerktuig dat daardoor ernstig gevaar bestaat voor kantelen, ongewild in beweging komen of wegglijden.

X Noot
156

ZO luidt: het gebruik van hijs- en hefwerktuigen in slechte weersomstandigheden.

X Noot
157

ZO luidt: het hijsen of heffen van personen op een onbeveiligd platform.

X Noot
158

ZO luidt: het overbelasten van hijs en hefgereedschap met meer dan 10%.

X Noot
159

De ZO luiden:

het ontbreken van technische of organisatorische maatregelen, indien zich in een schacht twee of meer liften bevinden, om te voorkomen dat personen bij werkzaamheden aan een van de liften, getroffen worden door een naastliggende lift (lid 1);

het niet stilzetten van de naastgelegen lift tijdens werkzaamheden in een liftschacht waarbij gevaren veroorzaakt door deze lift niet zijn tegengegaan (lid 2).

X Noot
160

De ZO luidt: het niet kiezen van de meest geschikte arbeidsmiddelen bij tijdelijke werkzaamheden op hoogte, waardoor: a. de arbeidsmiddelen niet zijn afgestemd op de aard van de te verrichten werkzaamheden en op de voorzienbare belastingen en dat de arbeidsmiddelen niet zodanig zijn dat zonder gevaar doorgang mogelijk is; of b. het gekozen toegangsmiddel niet de mogelijkheid van ontruiming biedt bij dreigend gevaar; dan wel

c. het overstappen van een toegangsmiddel op platformen, vloeren of loopbruggen en omgekeerd extra valrisico’s oplevert.

X Noot
161

De ZO luidt: het ontbreken van een valbeveiliging om de aan een arbeidsmiddel verbonden valrisico’s voor werknemers (vrijwilligers) te minimaliseren.

X Noot
162

De ZO luidt: he bij een arbeidsmiddel behorende valbeveiliging is niet van een zodanige configuratie en sterkte dat vallen van hoogte wordt voorkomen of dat een eventuele val wordt gestopt, zodanig dat letsel bij de werknemers zoveel mogelijk wordt voorkomen.

X Noot
163

De ZO luidt: het onderbreken van collectieve valbeveiligingen op andere plekken dan daar waar zich een toegang tot een ladder of trap bevindt.

X Noot
164

De ZO luidt: het laten werken op plaatsen waar geen doeltreffende, vervangende veiligheidsvoorzieningen, zijn getroffen en waarbij de collectieve valbeveiliging – in verband met de werkzaamheden – tijdelijk is verwijderd.

X Noot
165

De ZO luidt: het laten uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden op hoogte wanneer de weersomstandigheden de veiligheid en gezondheid van de werknemers (vrijwilligers) in gevaar brengen.

X Noot
166

De ZO luiden:

het gebruiken van ladders of trappen, zonder maatregelen om de stabiliteit te waarborgen (lid 1), ladders en trappen (laten) gebruiken zonder dat:

a. de steunpunten van draagbare ladders en trappen rusten op een stabiele, stevige en onbeweeglijke ondergrond van voldoende omvang, zodat de sporten horizontaal blijven;

b. het wegglijden van de ladder- of trapvoet door een van de volgende, zo nodig gecombineerde maatregelen is voorkomen:

1. het vastzetten van boven – of onderkant van de ladderbomen;

2. een adequate antislipinrichting;

3. een andere, even doeltreffende maatregel;

c. toegangsladders, bij overigens ontbrekende veilige houvast, niet ten minste 1 meter uitsteken boven het toegangsniveau, tenzij andere voorzieningen een veilige houvast mogelijk maken;

d. verrolbare ladders en trappen zijn vastgezet voor het betreden; dan wel

e. hangladders stevig zijn vastgemaakt en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden;

het gebruiken van ladders of trappen, zonder veilige steun en houvast (lid 2), ladders en trappen (laten) gebruiken zonder dat:

a. ten minste een hand aan de ladder kan worden vastgehouden;

b. hangladders stevig zijn vastgemaakt en, met uitzondering van touwladders, zodanig dat zij niet kunnen verschuiven en dat heen en weer zwaaien wordt vermeden; dan wel

c. de onderdelen van meerdelige (schuif)ladders ten opzichte van elkaar geborgd zijn.

X Noot
167

De ZO luidt: de ondersteuningen van een steiger zijn niet beveiligd tegen wegglijden, hetzij door bevestiging aan het steunvlak, hetzij door een antislipinrichting of een andere, even doeltreffende oplossing.

X Noot
168

De ZO luidt: de steunpunten van de steiger zijn niet op een stabiele, stevige ondergrond van voldoende omvang geplaatst, waardoor de stabiliteit niet wordt gewaarborgd.

X Noot
169

De ZO luidt: niet verzekerde stabiliteit van steigers door onvoldoende verankering en/of schoren.

X Noot
170

De ZO luiden: het niet zodanig monteren van de vloeren van steigers dat hun onderdelen bij normaal gebruik niet kunnen bewegen.

Tussen de onderdelen van de vloeren en de verticale inrichtingen van de collectieve valbeveiligingen komen gevaarlijke openingen voor.

X Noot
171

De ZO luidt: het werken aan één enkele lijn, waarbij geen sprake is van een afzonderlijk verankerde veiligheidslijn die als reservelijn fungeert en is uitgerust met een beweegbaar valbeveiligingsmechanisme dat de werknemer (vrijwilliger) in zijn beweging volgt.

X Noot
172

De ODB luiden: het onvoldoende adequaat en specifiek opgeleid zijn van werknemers (de zelfstandige; vrijwilligers) voor het werken aan lijnen.

Werknemers zijn (de zelfstandige is; vrijwilligers zijn) niet op de hoogte van de reddingsprocedures voor het werken aan lijnen.

X Noot
173

De ODB luidt: het verrichten van arbeid door werknemers vanuit een werkbak die of een werkplatform dat is gekoppeld aan een hijswerktuig op plaatsen die niet moeilijk bereikbaar zijn en/of waarbij andere meer geëigende arbeidsmiddelen en/of werkmethoden beschikbaar zijn om die plaatsen veilig te bereiken.

(artikel 7.18, lid 4, juncto artikel 7.23d, lid 2, Arbobesluit).

X Noot
174

De ODB luidt: de werkzaamheden zijn aangevangen zonder dat een schriftelijk werkplan is opgesteld, dat door een veiligheidskundige als bedoeld in artikel 2.7 is getoetst, waarin is geoordeeld en vastgelegd dat, rekening houdend met de aard en de inrichting van het bouwwerk waar de werkzaamheden zullen worden verricht en de gegeven omgevingsfactoren, geen andere veilige werkwijze mogelijk is (artikel 7.23d, lid 3, onder a, Arbobesluit).

X Noot
175

De ODB luidt: de werkzaamheden zijn aangevangen zonder dat een schriftelijk werkplan is opgesteld, waarin door de veiligheidskundige als bedoeld in artikel 2.7 is geoordeeld en vastgelegd dat op de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, de werkzaamheden overeenkomstig het werkplan veilig kunnen worden verricht (artikel 7.23d, lid 3, onder b, Arbobesluit).

X Noot
176

De ODB luidt: het niet of niet tijdig aan de toezichthouder melden van de werkzaamheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van een werkbak of werkplatform aan een hijswerktuig (artikel 7.23d, lid 4, Arbobesluit).

X Noot
177

De ODB luiden:

het vervoeren van werknemers (vrijwilligers) met behulp van een werkbak die of werkplatform dat is bevestigd aan een hijswerktuig welke niet is voorzien van een technische voorziening die de werklast begrenst op 50% of minder van de maximale werklast waarbij de belasting van de volbelaste werkbak en het bijbehorend hijsgereedschap méér bedraagt dan 25% van de maximaal toelaatbare werklast van het hijswerktuig in zijn meest ongunstige stand (artikel 7.23d, lid 7, Arbobesluit);

het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak of werkplatform die is bevestigd aan een hijswerktuig welke is voorzien van een technische voorziening die de werklast begrenst op 50% of minder van de maximale werklast waarbij deze technische voorziening niet is ingeschakeld (artikel 7.23d, lid 7, Arbobesluit).

X Noot
178

De ODB luidt: het verblijf van werknemers (vrijwilligers) in een werkbak of werkplatform waarbij de bedieningsplaats van het hijswerktuig niet bezet is (artikel 7.23d, lid 8, Arbobesluit).

X Noot
179

De ODB luiden:

de werkbak of het werkplatform op hoogte wordt verlaten door de personen die zich daar bevinden (artikel 7.23d, lid 9, Arbobesluit);

de werkbak of het werkplatform op hoogte wordt betreden door de personen die zich buiten de werkbak of het werkplatform bevinden (artikel 7.23d, lid 9, Arbobesluit).

X Noot
180

De ODB luiden:

rijden met een niet kraanbaan gebonden mobiel hijswerktuig waaraan een bemande werkbak of een bemand werkplatform is bevestigd (artikel 7.23d, lid 10, onder a, Arbobesluit);

rijden over een kraanbaan met hogere snelheid dan 2,5 km/uur van een hijswerktuig waaraan een bemande werkbak of een bemand werkplatform is bevestigd (artikel 7.23d, lid 10, onder b, Arbobesluit);

de snelheid waarmee de last verticaal wordt verplaatst en/of de hoeksnelheid waarmee de giek wordt gedraaid en/of de snelheid waarmee de vlucht wordt gewijzigd is hoger dan 25% van de snelheid van het hijswerktuig dan waarvoor deze is ontworpen (artikel 7.23d, lid 10, onder c, Arbobesluit);

het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak of werkplatform die is bevestigd aan een hijswerktuig bij een windsnelheid van meer dan 7 m/s (artikel 7.23d, lid 10, onder d, Arbobesluit).

X Noot
181

De ODB luiden:

ontbreken van doeltreffend(e) communicatie(middel(en)) bij vervoer en verblijf van werknemers in een werkbak of werkplatform aan een hijswerktuig (artikel 7.23d, lid 11, onder a, Arbobesluit);

het vervoeren van werknemers met behulp van een werkbak die of werkplatform dat is bevestigd aan een hijs- of hefwerktuig zonder dat doeltreffende voorzieningen zijn getroffen om die werknemers bij gevaar te kunnen evacueren (artikel 7.23d, lid 11, onder b, Arbobesluit).

X Noot
182

De ZO luidt: het hijsen of heffen van luiken van schepen zonder dat deze daartoe geschikte bevestigingen hebben voor het vastmaken van hijsgereedschap.

X Noot
183

De ZO luidt: het laden en lossen van schepen zonder dat luiken die niet afdoende tegen verplaatsing kunnen worden geborgd, verwijderd zijn.

X Noot
184

De ZO luidt: het plaatsen of verwijderen van luiken op schepen terwijl in het ruim onder de luikopening wordt gewerkt.

X Noot
185

De ZO luidt: het opnieuw gebruiken van voor eenmalig gebruik bestemde bind- of hijsmiddelen.

X Noot
186

De ZO luidt: het niet aanwezig zijn van middelen zodat werknemers bij het aanbrengen of verwijderen van sjorringen van containers aan ernstig gevaar worden blootgesteld.

X Noot
187

De ODB luidt: het niet door een certificerende instelling laten onderzoeken en beproeven van hijs- of hefwerktuigen en hijs- of hefgereedschappen aan boord van schepen, die gebruikt worden bij het laden en lossen.

X Noot
188

De ODB luiden:

het bedienen van een torenkraan, mobiele kraan of mobiele hei-installatie als bedoeld in artikel 7.6 Arboregeling, door een persoon die niet is geregistreerd in het register Kraanmachinisten;

het bedienen van een torenkraan, mobiele kraan of mobiele hei-installatie als bedoeld in artikel 7.6 Arboregeling, door een persoon van wie de beroepskwalificaties zijn gecontroleerd en toereikend akkoord bevonden overeenkomstig de artikelen 23, 27 en 28 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

X Noot
189

De ODB luidt: het bij tijdelijke en incidentele dienstverlening in gereglementeerde beroepen onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal.

X Noot
190

De ZO luiden:

het werken op een overbelaste steiger (lid 2);

het werken op verrijdbare steigers die niet zijn beveiligd tegen ongewilde verplaatsing. (lid 3).

X Noot
191

De ODB luidt: het verrichten van trekker arbeid, het werken met wilde, giftige of andere dieren die gevaar opleveren, het industrieel slachten of werken onder tempodwang door jeugdige werknemers (vrijwilligers) zonder toezicht.

X Noot
192

De ZO luidt: het niet ter beschikking stellen van doeltreffende persoonlijke beschermingsmiddelen aan werknemers (vrijwilligers) bij werkzaamheden, waardoor ernstig gevaar bestaat voor veiligheid of gezondheid van betrokken werknemers (vrijwilligers).

X Noot
193

De ZO luidt: het onvoldoende er voor zorgen dat werknemers (vrijwilligers) aan hen beschikbaar gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen (juist) gebruiken, waardoor ernstig gevaar bestaat voor de veiligheid of gezondheid van betreffende werknemers (vrijwilligers.

Toelichting bij de verschillende typen overtredingen

Zware overtredingen (ZO)

De zware overtredingen betreffen werkzaamheden en situaties die doorgaans ernstig gevaar (kunnen) opleveren voor personen. Indien een dergelijke werkzaamheid of situatie wordt geconstateerd, dan zal in de meeste gevallen, naast het opstellen van een boeterapport, ook worden overgegaan tot stillegging van werk vanwege naar redelijk oordeel van de toezichthouder ernstig gevaar op grond van artikel 28 Arbowet. De formuleringen in de voetnoten in de lijst zijn over het algemeen in een directe actieve vorm gesteld, zoals: ‘het werken op ..., het gebruiken van ... en het blootstellen aan ....’. Er is uitsluitend sprake van een ZO als voldaan wordt aan de omschrijving in de voetnoten. Zie als voorbeeld artikel 3.2 Arbobesluit, waarbij als ZO is aangemerkt ‘het werken op, aan of in de nabijheid van wegen waarbij ernstig gevaar bestaat voor aanrijden’. Een overtreding van artikel 3.2 Arbobesluit die niet voldoet aan de hiervoor genoemde omschrijving wordt niet als zware overtreding aangemerkt maar als een overige overtreding (OO).

Indien de feiten zoals geformuleerd in de lijst daadwerkelijk door de inspecteur worden geconstateerd, dan is sprake van ‘heterdaad’. Behalve het geven van een bevel tot stillegging bij gevaar, zegt de inspecteur direct een boete aan. Wanneer geen sprake is van heterdaad, maar wel bewezen kan worden dat sprake was van een situatie zoals beschreven in de lijst (op basis van getuigenverklaringen en onderzoek), dan wordt eveneens direct een boete aangezegd door de inspecteur. Treft de inspecteur situaties aan die naar zijn redelijk oordeel zouden kunnen leiden tot ernstige feiten zoals geformuleerd in de lijst, terwijl er op het moment van constateren niet wordt gewerkt, dan is deze wel bevoegd om op basis van artikel 28 Arbowet te bevelen dat werkzaamheden niet mogen worden aangevangen zolang het potentiële gevaar aanwezig is. In dergelijke situaties wordt echter geen boete aangezegd.

De werkzaamheden die als ZO staan gemarkeerd zijn niet limitatief voor de situaties die in potentie tot ernstig gevaar kunnen leiden.

Overtredingen waarop direct een boete volgt (ODB)

Er bestaat een aantal overtredingen in de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling dat niet tot de categorie ZO kan worden gerekend, maar waarvoor bij niet-naleving toch een directe sanctie moet worden opgelegd en in een aantal gevallen ook (direct) maatregelen moeten worden getroffen. Het gaat om belangrijke overtredingen waarvoor naar huidige inzichten het eerst geven van een waarschuwing of het eerst stellen van een eis als inadequaat is te beschouwen. Het gaat hierbij om feiten met betrekking tot:

  • het ontbreken van vakbekwaamheid / bevoegdheid van werknemers om bepaalde – in de regelgeving omschreven – in potentie risicovolle werkzaamheden te verrichten;

  • het nagelaten hebben van bepaalde risico verminderende handelingen en/of maatregelen in risicovolle situaties;

  • het nagelaten hebben van verplichte meldingen aan de Inspectie SZW;

  • bepaalde onmisbare basisvoorzieningen.

Dergelijke overtredingen die enerzijds de onveiligheid van werknemers vergroten en anderzijds het werk van de Inspectie SZW ernstig belemmeren, leiden tot het direct corrigeren van werkgevers. In voorkomende gevallen wordt direct overgegaan tot het aanzeggen van een boete.

Overige overtredingen (OO)

De overtredingen die in de bijlage niet zijn benoemd als ZO of als ODB zijn OO.

ARTIKEL II

Artikel II van de Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2020, 2020-0000163198, houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met SARS-CoV-2 maatregelen en voorzieningen (Stcrt. 2020, 63975) vervalt.

ARTIKEL III

De bijlage bij de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

1. In de Tarieflijst, onderdeel Arbobesluit, vervalt artikel 3.2a.

2. De voetnoten 28, 29, 30 en 31 vervallen.

ARTIKEL IV

  • 1. De artikelen I en II van deze beleidsregel treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel III van deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel 28, zevende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet vervalt.

Deze beleidsregel zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 februari 2021

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: de Directeur-Generaal Werk S. Katee

TOELICHTING

Stelsel van asterisken; zelfstandigen en meewerkende werkgevers

Op grond van artikel 9.5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit) kunnen er in voorkomende gevallen ook boetes worden gegeven aan zelfstandigen en meewerkende werkgevers en is een aantal direct beboetbare overtredingen (DB) en zware overtredingen (ZO) ook op hen van toepassing. Voor werkgever en werknemer dient in voorkomend geval ook zelfstandige en meewerkend werkgever te worden gelezen. In de Tarieflijst was dit echter niet expliciet aangegeven bij de desbetreffende artikelen. Om zelfstandigen en meewerkende werkgevers meer duidelijkheid te geven voorziet onderhavige wijziging daar alsnog in.

Dit is aangegrepen om de aanduiding van alle normadressaten nog eens kritisch te bezien. Een en ander heeft er toe geleid dat het systeem van asterisken ingrijpend is gewijzigd.

Geen asterisk: de werkgever en -nieuw- de scheepsbeheerder jegens zeevarenden die geen werkgever hebben (artikelen 9.1 en 9.1a Arbobesluit).

(*): de werknemer en – nieuw – de zeevarende die geen werknemer is (artikelen 9.3 en 9.3a Arbobesluit).

Nieuw zijn:

(**): de werkgever, de meewerkende werkgever en de zelfstandige.

(***): degene bij wie vrijwilligers werkzaam zijn.

In de arbowet- en regelgeving is sprake van nog meer norm-adressanten, te weten de bedrijfsarts en de deskundige personen bedoeld in artikel 14, eerste lid, Arbowet, degene die arbeid (doet) verrichten in de territoriale zee of EEZ, de opdrachtgever, de ontwerpende en uitvoerende partij alsmede de liftbeheerder-/ eigenaar (de artikelen 9.5b tot en met 9.9 Arbobesluit).

Hetzij omdat de desbetreffende artikelen de normadressanten expliciet noemen hetzij omdat het in omvang beperkte groepen betreft waarbij het gaat om specifieke werkgevers- dan wel werknemersverplichtingen (bij zelfstandigen en meewerkend werkgevers gaat het geregeld om beide typen), worden deze normadressanten, ook uit een oogpunt van overzichtelijkheid, niet (meer) met een eigen asterisk aangeduid in de Tarieflijst, maar bij het desbetreffende artikel (lid) in de Tarieflijst vermeld.

Verder gelden bepaalde verplichtingen onder specifieke omstandigheden. Denk aan plaatsonafhankelijke arbeid (de artikelen 9.2 en 9.4 Arbobesluit), bouwplaatsen, gebruik gewasbeschermingsmiddelen, situaties waarin meer werkgevers/zelfstandigen moeten samenwerken, jeugdige, zwangere of lacterende werknemers (de artikelen 9.5 en 9.5a Arbobesluit. Ook dat wordt thans vermeld bij het desbetreffende artikel (lid) in de Tarieflijst.

Dit heeft tevens geleid tot uitbreiding en/of aanpassing van de in de voetnoten opgenomen omschrijvingen een ODB of ZO. Ook zijn de omschrijvingen nog eens gelegd naast de bepalingen van het Arbobesluit en de Arboregeling. De belangrijkste uitbreidingen en/of aanpassingen worden hieronder nader toegelicht.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De meewerkende werkgever staat op een lijn met de zelfstandige (zie artikel 9.5 Arbobesluit) en hoort dus ook in de vijfde zin van het achtste lid te worden genoemd.

Onderdeel B
BIJLAGE/TARIEFLIJST
Arbobesluit
Overtreding van de artikelen 2.32, eerste lid, onder b, en 2.33, eerste lid, onder b.

De opdrachtgever moet er op toezien dat de coördinator ontwerpfase zijn taken naar behoren uitvoert (artikel 2.32, eerste lid, onder b, Arbobesluit). De uitvoerende partij heeft eenzelfde verplichting wat betreft de taakuitoefening door de coördinator uitvoeringsfase (artikel 2.33, eerste lid, onder b, Arbobesluit).

Laten zij dat na en ontstaat daardoor ernstig gevaar voor personen, dan levert dat voortaan een ZO op. Zie voor de omschrijving van de overtredingen de voetnoten 22 en 23.

Artikelen 2.45, 4.10c, tweede lid, 4.54d, tiende lid, 4.91, achtste lid, en 4.97, tweede lid, onder d

Bij een kritische vergelijking van de beleidsregel met hoofdstuk 9, afdeling 1 (normadressaten) van het Arbobesluit bleken enige daarin opgenomen verplichtingen nog niet beboetbaar te zijn gesteld. Dit betrof de artikelen 2.45 (mogelijkheid jaarlijks arbeidsgezondheidskundig onderzoek voor werknemers binnenvaart), 4.10c, tweede lid (inzagerecht medisch dossier werknemers), 4.54d, tiende lid (inzet machinist bij asbest werkzaamheden), 4.91, achtste lid (inzagerecht medisch dossier werknemers), en 4.97, tweede lid, onder d (gebruik injectienaalden door werknemers). Deze wijziging herstelt die omissie. In alle gevallen betreft het OO, met uitzondering van overtreding van artikel 4.54d, tiende lid (ZO).

Artikelen 4.8 en 4.10

De artikelen 4.8 en 4.10 zijn met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd (zie Stb. 2019, 471 en Stb. 2020, 440) in verband met de invoering van een registratieverplichting voor personen die met explosieven werken. Naast de verplichting voor personen om geregistreerd te zijn (artikel 4.8, tweede lid, en artikel 4.10, zesde lid), gelden ook de verplichtingen te werken op basis van een vooraf opgesteld plan (artikel 4.8, eerste lid) en een bewijs van registratie op de arbeidsplaats te hebben (artikel 4.8, vierde lid, en 4.10, achtste lid).

Artikel 4.10 betreft niet alleen registratie van personen, maar ook (nog steeds) de certificatieplicht van bedrijven die ontplofbare oorlogsresten opsporen (zie het vijfde lid).

Artikelen 4.23 en 4.52

Bij artikel 4.23 is een derde lid (medisch toezicht na blootstelling aan kankerverwekkende of mutagene stoffen) toegevoegd en in samenhang daarmee is bij artikel 4.52 het vierde lid geschrapt. Dit vloeit voort uit een wijzigingsbesluit van 23 januari 2020, Stb. 26.

Wijzigingen met betrekking tot asbestvoorschriften

Per 1 januari 2017 (Stb. 2016, 340) is er een aantal wijzigingen doorgevoerd op het gebied van asbestwetgeving, door het Besluit van 19 september 2016 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van een grenswaarde voor asbest, wijziging van het besluit van 5 juni 2014 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van de grenswaarden voor asbest alsmede enkele technische wijzigingen (Stb. 2014, 217), in verband met het vervallen en aanpassen van enige onderdelen alsmede enkele technische wijzigingen van het Asbestverwijderingsbesluit 2005.

Deze wijzigingen betreffen: artikel 4.44 Risicoklasse 1 (wijziging tekst), artikel 4.46, lid 2 (10.000 vervangen door 2.000 vezels), artikel 4.48 Risicoklasse 2 (wijziging tekst), artikel 4.48a, eerste lid (wijziging tekst), artikel 4.53a (opschrift klasse 3 vervangen door klasse 2a en wijziging tekstinhoud), artikel 4.53c (nieuw artikel), artikel 4.54 (vervallen) en artikel 4.54d, eerste lid, (risicoklasse 2 of 3 vervangen door klasse 2 of 2a). De Tarieflijst is conform die wijzigingen aangepast.

Daarnaast is voor een aantal artikelen het boetenormbedrag verhoogd. Dit betreft artikel 4.47c, eerste lid, aangezien het melden van asbestsaneringen een belangrijke voorwaarde is voor de overheid om toezicht te houden op het veilig en gezond saneren van asbest. Het niet melden ontneemt de overheid die mogelijkheid. Tevens gaat het om artikel 4.54a, eerste lid, (asbestinventarisatie) en artikel 4.50, eerste lid, (opstelling werkplan) omdat beide overtredingen vergelijkbaar zijn met het ontbreken van een RI&E en het daarom opportuun is om, vergelijkbaar met het ontbreken van een RI&E, een hogere boete op te kunnen leggen.

Artikel 6.12d (optische straling)

Artikel 6.12d legt de werkgever verplichtingen op bij het opstellen van een RI&E, het beoordelen, meten en berekenen van blootstelling van werknemers aan optische straling. Anders dan bij bijvoorbeeld blootstelling van werknemers aan geluid trillingen en (de artikelen 6.7 en 6.11), was niet-naleving van de verplichtingen van artikel 6.12d niet beboetbaar gesteld. Dat is nu recht getrokken. De boetenormcategorie sluit aan bij die voor de artikelen 6.7 en 6.11b.

Artikel 6.15a

Deze overtreding is geschrapt in verband met het vervallen van artikel 6.15a (Stb. 2014, 217).

Artikel 7.32

Dit artikel inzake het bedienen van torenkranen, mobiele kranen en funderingsmachines is met ingang van 1 januari 2020 gewijzigd in verband met de invoering van een registratieplicht voor kraanmachinisten (Stb. 2019, 471 en Stb. 2019, 472).

Arboregeling
Artikel 4.19b (plan van aanpak overschrijding grenswaarde)

Bij overschrijding van een grenswaarde voor gevaarlijke stoffen in het algemeen (artikel 4.3 Arbobesluit) of kankerverwekkende dan wel mutagene stoffen (artikel 4.16) Arbobesluit moet de werkgever maatregelen treffen om weer onder die grenswaarde te komen. Dit moet worden uitgewerkt in een plan van aanpak. De inhoud daarvan is verder uitgewerkt in artikel 4.19b Arboregeling. Het niet-naleven van art 4.19b is voortaan een zelfstandige overtreding. De boetenormcategorie sluit aan bij die van de overige artikelen in paragaaf 4.4.

Artikel 4.21 tot en met 4.26

Deze artikelen van paragraaf 4.5 (Meetmethodes asbest) zijn met ingang van 1 juli 2014 vervallen (Stcrt. 2014, 17996).

Artikel 8.1, tweede lid

Dit artikellid (betreffende onderhoud e.d. van veiligheids- en gezondheidssignalering) is wel beboetbaar gesteld in artikel 8.29a Arboregeling, maar was niet opgenomen in de beleidsregel. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Voetnoten
Voetnoot 21 bij artikel 2.29 Arbobesluit (opdrachtgever).

De omschrijving van de ODB ontbrak hier. Deze omissie is met voetnoot 21 hersteld.

Wijziging voetnoot 60 bij artikel 4.4 Arbobesluit

De zware overtreding bij artikel 4.4 is gelijkgetrokken met de systematiek rondom artikel 4.16 Arbobesluit. Bij de zware overtreding van artikel 4.4 werd aangegeven dat men een overschrijding van tweemaal de grenswaarde diende te hebben om als zware overtreding te worden aangemerkt. Bij de zware overtreding van artikel 4.16 Arbobesluit is dat niet het geval. Deze zware overtredingen zijn nu gelijk getrokken zodat bij overschrijding van de grenswaarde van een gevaarlijke stof hier meteen een boete voor kan worden opgelegd, en niet pas na overschrijding van tweemaal de grenswaarde hiervan.

Wijziging voetnoten 64 en 65 bij artikel 4.8 Arbobesluit

Artikel 4.8 Arbobesluit is met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd bij Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inrichting van registers en in samenhang daarmee het vaststellen van eisen aan de professionele uitoefening voor diverse beroepen (zie Stb. 2019, 471 en Stb. 2020, 440).

Wijziging voetnoten 68 tot en met 74 bij artikel 4.10 Arbobesluit

Artikel 4.10 Arbobesluit is met ingang van 1 januari 2021 gewijzigd bij Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inrichting van registers en in samenhang daarmee het vaststellen van eisen aan de professionele uitoefening voor diverse beroepen (zie Stb. 2019, 471 en Stb. 2020, 440).

Wijziging voetnoot 106 bij artikel 4.105 Arbobesluit

Bij Besluit van 9 juli 2015 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de implementatie van richtlijn 2014/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot wijziging van de Richtlijnen 92/58/EEG, 92/85/EEG, 94/33/EG en 98/24/EG van de Raad en Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad teneinde deze aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PbEU 2014, L 65) en in verband met de doorwerking van de hiervoor genoemde verordening in het Arbobesluit is artikel 4.105 gewijzigd. De omschrijving van de zware overtreding behorende bij dit artikel is nu conform het huidige artikel 4.105 aangepast.

Wijziging voetnoot 137 bij artikel 7.5, tweede lid, Arbobesluit

In de omschrijving van de zware overtreding behorend bij artikel 7.5, tweede lid, Arbobesluit is in plaats van “en” het woord “of” opgenomen. Het tweede lid van dit artikel luidt: “Onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden aan een arbeidsmiddel worden slechts uitgevoerd indien het arbeidsmiddel is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt. Indien dit niet mogelijk is worden doeltreffende maatregelen genomen om die werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren.”

De intentie van dit artikel is om te voorkomen dat er gewerkt wordt aan een arbeidsmiddel dat nog is ingeschakeld of nog niet spanningsloos is gemaakt, met de eerdere omschrijving zou gedacht kunnen worden dat deze voorwaarden cumulatief zijn, hetgeen niet de intentie van deze wetgeving is geweest, om die reden is dit nu aangepast.

Wijziging voetnoot 141 bij artikel 7.7, tweede lid, Arbobesluit

In deze voetnoot is het criterium “ernstig gevaar” toegevoegd. In de praktijk komt het voor dat er weliswaar sprake is van het ontbreken van een voorgeschreven beveiliging op een arbeidsmiddel, maar dat dit op een zodanige plaats is dat er geen sprake is van gevaar voor beknelling. Om te voorkomen dat in dat soort zaken een (twee keer zo hoge) boete wordt gegeven, is het criterium “ernstig gevaar” nu toegevoegd aan deze voetnoot.

Wijziging voetnoot 166 bij artikel 7.23a, eerste en tweede lid, Arbobesluit

Artikel 7.23a Arbobesluit is gewijzigd bij Besluit van 5 december 2018, houdende redactionele en beperkte beleidswijzigingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en het Warenwetbesluit machines (Stb. 2018, 465) gewijzigd. De omschrijving van de zware overtredingen ter zake zijn destijds niet gewijzigd. Deze omissie is met deze wijziging hersteld.

Wijziging voetnoten 188 en 189 bij artikel 7.32 Arbobesluit

Artikel 7.32 Arbobesluit is met ingang van 1 januari 2020 gewijzigd bij Besluit van 28 november 2019 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inrichting van registers en in samenhang daarmee het vaststellen van eisen aan de professionele uitoefening voor diverse beroepen (Zie Stb. 2019, 471 en Stb. 2019, 472).

Artikel II

In de Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2020, 2020-0000163198, houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met SARS-CoV-2 maatregelen en voorzieningen (Stcrt. 2020, 63975), is in artikel II een bepaling opgenomen die ervoor zorgt dat artikel 3.2a Arbobesluit en de bijbehorende voetnoten vervallen in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving op het tijdstip waarop artikel 3.2a van het Arbobesluit vervalt. Deze bepaling is niet langer nodig nu artikel 3.2a met de bijbehorende voetnoten is opgenomen in de bij deze beleidsregel gevoegde nieuwe bijlage. Om die reden kan artikel II van het besluit van 1 december 2020 vervallen.

Artikel III

Het in de beleidsregel opgenomen artikel 3.2a met bijbehorende voetnoten vervalt zodra het tijdelijke artikel 3.2a van het Arbobesluit vervalt en dat tijdelijke artikel vervalt op het tijdstip waarop artikel 28, zevende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet vervalt, dat met de Tijdelijk wet maatregelen covid-19 is opgenomen (zie de artikelen III en VIII, eerste lid, aanhef en onder b, van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De Directeur-Generaal Werk S. Katee

Naar boven