Beleidsregel van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 december 2020, 2020-0000163198, houdende wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met SARS-CoV-2 maatregelen en voorzieningen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

1. In de Tarieflijst, onderdeel Arbobesluit, wordt na artikel 3.2 een artikel ingevoegd luidende:

3.2a

2

  

5

  

ZO19a/ OO

 

3

a

4

*

ODB19b
   

b

4

  

ODB19c
   

c

4

  

ODB19d

2. Na voetnoot 19 worden 4 voetnoten ingevoegd luidende:

  • 19a De ZO luidt: Het in ernstige mate niet treffen van maatregelen of voorzieningen op de arbeidsplaats ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2.

  • 19b De ODB luidt: Het niet nemen van hygiënische voorzieningen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

  • 19c De ODB luidt: Het niet geven van voorlichting of onderricht aan werknemers over de bestrijding van SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

  • 19d De ODB luidt: Het niet houden van toezicht op de naleving van de noodzakelijke maatregelen of voorzieningen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 op de arbeidsplaats.

ARTIKEL II

De bijlage bij de beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

1. In de Tarieflijst, onderdeel Arbobesluit, vervalt artikel 3.2a.

2. De voetnoten 19a, 19b, 19c en 19d vervallen.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel II treedt in werking met ingang van de dag waarop artikel 3.2a van het Arbeidsomstandighedenbesluit vervalt.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 december 2020

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, S. Kaatee directeur-generaal Werk

TOELICHTING

De werkgever moet zorgen voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en moet daartoe een adequaat arbobeleid voeren. Dat geldt ook voor het treffen van maatregelen en voorzieningen op de arbeidsplaats ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van die werknemers en inleenkrachten met SARS-CoV-2. De verplichtingen daartoe zijn neergelegd in een tijdelijke uitbreiding van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna te noemen: Arbobesluit) met een artikel 3.2a (Stb. 2020, 483). Dit noopt ook tot aanpassing van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving.

Wanneer een werkgever in ernstige mate geen maatregelen of voorzieningen heeft getroffen ter voorkoming of beperking van de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 wordt deze overtreding aangemerkt als ZO (zware overtreding) categorie 5.

Gezien de aan besmetting verbonden risico’s worden de overtredingen in lid 3 aangemerkt als ODB (overtreding met directe boete; artikel I). Dat wil zeggen de arbeidsinspecteur gaat bij geconstateerde overtreding direct over tot het opmaken van een boeterapport indien op het gebied van hygiënische maatregelen, voorlichting en onderricht, of het houden van toezicht op de naleving om de kans op besmetting van werknemers en derden met SARS-CoV-2 te voorkomen of te beperken, niet gehandeld is door de werkgever. De overtredingen vallen, gezien even genoemde risico’s, in de relatief zware boetecategorie 4.

Indien de werkgever wel maatregelen heeft genomen, maar deze nog onvoldoende, niet adequaat of niet doeltreffend zijn, dan wordt deze overtreding aangemerkt als een OO (overige overtreding). In dat geval geeft de inspecteur eerst een waarschuwing of een kennisgeving van eis tot naleving.

Van werknemers wordt eveneens verwacht dat zij de noodzakelijke hygiënische voorzieningen nemen (zie artikel 9.3, tweede lid, onder c, Arbobesluit). Niet naleving van artikel 3.2a, derde lid, onder a, is daarom ook voor werknemers een beboetbare overtreding.

Van zelfstandigen, meewerkende werkgevers en degenen bij wie vrijwilligers werkzaam zijn, wordt verwacht dat zij alle verplichtingen van artikel 3.2a naleven (zie de artikelen 9.5, eerste lid, onder b, en 9.5a, eerste lid, onder b, Arbobesluit). Niet naleving van artikel 3.2a, tweede en derde lid, onder a, b en c, is daarom ook voor hen een beboetbare overtreding.

De aanpassing van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandigheden-wetgeving vervalt zodra artikel 3.2a van het Arbeidsomstandighedenbesluit vervalt (artikelen II en III, tweede lid).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, S. Kaatee directeur-generaal Werk

Naar boven