Circulaire wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2020 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk

Aan: het bevoegd gezag van de ambtelijke diensten van de sector Rijk

Onderwerp: Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2020 voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk

Doelstelling: informatieverstrekking

Datum: 18 december 2019

Kenmerk: 2019-0000674404

Ingangsdatum: 1 januari 2020

Geldig tot: 1 januari 2021

Inleiding

Deze circulaire bevat de wijzigingen in de financiële arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren werkzaam in de sector Rijk. U treft in deze circulaire informatie aan over de volgende onderwerpen:

  • 1 Te werken uren per jaar (§ 3.2 van CAO Rijk 2020)

  • 2 Werkkostenregeling/Individueel Keuzebudget (§ 9.1 van CAO Rijk 2020)

  • 3 Vergoeding woon-werkverkeer (§ 10.1 van CAO Rijk 2020)

  • 4 Vergoedingen dienstreizen binnenland (§ 10.2 van CAO Rijk 2020)

  • 5 Vergoedingen dienstreizen buitenland (§ 10.3 en bijlage 7 van CAO Rijk 2020)

  • 6 Representatiekostenvergoeding (§ 11.3 van CAO Rijk 2020)

  • 7 Vergoeding rechtsbijstand bij melden vermoeden misstand (H 13 van CAO Rijk)

  • 8 Maximale stimuleringspremie VWNW-beleid (H 14 van CAO Rijk)

  • 9 Arbeidsbeperkten (H 18 van CAO Rijk)

  • 10 Dienstwoning (bijlage 18 van CAO Rijk 2020)

  • 11 Werkgeversbijdrage kinderopvang uitgezonden rijkspersoneel (ACRU)

  • 12 Arbeidsduur detachering Europese Unie

  • 13 Maximale tegemoetkoming kosten beeldschermbril

  • 14 Stagevergoedingen en pensionkosten voor stagiairs

Aangezien met ingang van 1 januari 2020 de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking treedt vervallen de huidige rechtspositionele regelingen en worden die vervangen door de CAO Rijk. Deze is te vinden op www.caorijk.nl en vanaf volgend jaar zal de informatie die tot nu toe via circulaires en/of publicatie van regelgeving in de Staatscourant of het Staatsblad bekend werd gemaakt zo veel mogelijk daar worden geplaatst.

Overige circulaires

Naast deze jaarlijkse informatieve circulaire zijn er circulaires met rijksbrede normen op het terrein van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie. Met het oog op de komst van de Wnra en de CAO Rijk worden deze circulaires die in de bijlage zijn vermeld ingetrokken. Van al deze circulaires is bezien of de inhoud moet terugkomen en in welke vorm dat het beste kan. Dit kan zowel zijn als beleidskader (ofwel: interne regeling), als handreiking of als onderdeel van een volgende CAO Rijk in geval de inhoud materieel een arbeidsvoorwaardelijke aanspraak betreft. In de bijlage is dit vermeld.

1. Te werken uren per jaar (§ 3.2 van CAO Rijk 2020)

Het aantal te werken uren per jaar in 2020 bij een volledige arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week afgerond 1836 uren.

Dit aantal is het resultaat van de volgende berekening.

Aantal dagen in 2020

 

366

Aantal zaterdagen

52

 

Aantal zondagen

52

 

Nieuwjaarsdag, woensdag 1 januari

1

 

Tweede Paasdag, maandag 13 april

1

 

Koningsdag, maandag 27 april

1

 

Bevrijdingsdag, dinsdag 5 mei

1

 

Hemelvaartsdag, donderdag 21 mei

1

 

Tweede Pinksterdag, maandag 1 juni

1

 

Eerste Kerstdag, vrijdag 25 december

1

 

Tweede Kerstdag, zaterdag 26 december

 

Totaal zaterdagen, zondagen en feestdagen

111

 

Totaal aantal te werken dagen 2020

 

255

Aantal te werken hele uren (255 x 7,2)

 

1.836

2. Werkkostenregeling/Individueel Keuzebudget (§ 9.1 van CAO Rijk 2020)

De Werkkostenregeling (WKR) is per 1 januari 2013 rijksbreed ingevoerd. De toepassing van de WKR ten opzichte van 2019 wordt ongewijzigd voortgezet. Voor nadere informatie over de toepassing van de WKR binnen het Rijk verwijs ik u naar de circulaire over dit onderwerp, waarvan de inhoud op korte termijn terugkomt als beleidskader. Daarbij is van belang dat met ingang van 1 januari 2016 in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 de vrije vergoeding of verstrekking voor de fiets voor woon-werkverkeer, vakbondscontributie en bedrijfsfitness zijn vervallen en daarmee ook de daaraan gekoppelde specifieke voorwaarden. Deze specifieke voorwaarden zijn daarom opgenomen in de fiscaal vriendelijke doelen binnen het Individueel Keuzebudget (IKB).

3. Vergoeding woon-werkverkeer (§ 10.1 van CAO Rijk 2020)

De vergoedingsbedragen voor woon-werkverkeer worden geïndexeerd met de prijsontwikkeling van een Ov-jaarkaart, tweede klasse. De prijs van een OV-vrijkaart tweede klasse stijgt per 1 januari 2020 met 1,56%. Daardoor worden/blijven de bedragen:

 

Hoge reiskostenvergoeding

Lage reiskostenvergoeding

 

was

wordt of blijft

was

wordt of blijft

Vergoeding per kilometer

€ 0,20

€ 0,20

€ 0,07

€ 0,07

Maximale vaste reiskostenvergoeding per maand

€ 400,78

€ 407,01

€ 59,35

€ 60,27

Maximale reiskostenvergoeding per dag

€ 22,47

€ 22,82

€ 3,33

€ 3,38

De hoge km-vergoeding stijgt van 19,77 cent naar 20,08 cent en blijft daardoor 20 cent.

De lage km-vergoeding stijgt van 6,59 cent naar 6,69 cent en blijft daardoor 7 cent.

4. Vergoedingen dienstreizen binnenland (§ 10.2 van CAO Rijk 2020)

De bedragen voor lunch en avondmaaltijd worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde ontwikkeling van de consumentenprijsindexen voor restaurants en cafés en voor fastfood en afhaalservice in de periode oktober 2018 - oktober 2019 en stijgen daardoor met 4,40%. De bedragen voor logies en ontbijt worden geïndexeerd met de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor accommodaties in de periode oktober 2018- oktober 2019 en stijgen daardoor met 1,00%. De bedragen voor de vergoeding van kleine uitgaven overdag en kleine uitgaven ’s avonds worden geïndexeerd met de gewogen gemiddelde wijziging van het totaal van de componenten ontbijt, lunch en avondmaaltijd en stijgen daardoor met 3,70%.

De vergoedingen voor verblijfkosten tijdens binnenlandse dienstreizen worden met ingang van 1 januari 2020:

 

Totaal

Netto1

Bruto1

Lunch

16,36

9,56

6,80

Avondmaaltijd

24,75

24,00

0,75

Logies

104,76

103,62

1,14

Ontbijt

10,23

10,23

 

Kleine uitgaven overdag

5,26

4,69

0,57

Kleine uitgaven ‘s avonds

15,68

9,38

6,30

X Noot
1

In de CAO Rijk is alleen het totaalbedrag opgenomen. De onderverdeling tussen netto en bruto is een fiscaal gegeven.

5. Vergoedingen dienstreizen buitenland (§ 10.3 en bijlage 7 van CAO Rijk 2020)

De vergoedingen voor verblijfkosten voor dienstreizen naar het buitenland zijn gebaseerd op de in dollar of CFA-franc vermelde bedragen in de Schedules of Daily Subsistence Allowance Rates (DSA-lijsten) van de Verenigde Naties. Deze zijn voor de in bijlage 7 van de CAO Rijk opgenomen tarieflijst verblijfkosten buitenlandse dienstreizen omgerekend in euro. De hierbij gebruikte omrekenkoers is: 1 USD = euro 0,94039. Voor het omrekenen van de CFA-Franc wordt gebruik gemaakt van de vaste omrekenkoers (die 100 CFA-Franc = € 152,45 bedraagt). Voor de tarieflijst per 1 januari 2020 vormt de DSA-lijst van 1 oktober 2019 de basis.

6. Representatiekostenvergoeding (§ 11.3 van CAO Rijk 2020)

De representatiekostenvergoeding wordt aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in de periode september 2018 - september 2019. Dit zorgt voor een stijging met 2,60%.

Functie

was

wordt

Lid van de Topmanagementgroep (TMG) die in een TMG-functie is benoemd, secretaris van de Raad van State en Griffier Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal

€ 560,48

€ 575,05

Structureel vervanger van een lid van de TMG, de secretaris van de Raad van State en vervangend Griffier Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal

€ 420,36

€ 431,29

Directeur en een daaraan gelijk gestelde functie

€ 280,24

€ 287,53

Andere functies waarvoor binnen uw organisatie is vastgesteld dat daar een representatiekostenvergoeding voor geldt

maximaal € 140,12

maximaal

€ 143,76

7. Vergoeding rechtsbijstand bij melden vermoeden misstand (H 13 van CAO Rijk)

De vergoedingsbedragen voor het voeren van een procedure zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de vergoedingen genoemd in onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht. De vergoedingen stijgen daarom met 2,51% (Staatscourant 2019, 65091). De vergoedingsbedragen in de CAO Rijk en worden verhoogd van € 1.024 naar € 1.050 en van € 1.536 naar € 1.575.

De hogere vergoedingsbedragen indien volgens een definitief gerechtelijk oordeel vaststaat dat sprake is van benadelen zijn gekoppeld aan de consumentenprijsindex en stijgen met 2,60%. Daarom worden de bedragen verhoogd van € 258,57 naar € 265,29 en van € 6.205,71 naar € 6.367,06.

8. Maximale stimuleringspremie VWNW-beleid (H 14 van CAO Rijk)

Het maximumbedrag van de stimuleringspremie (§ 14.4) en het maximumbedrag voor uitbetaling in een keer van de som van de aflopende vergoedingen voor reistijd en reiskosten en de aflopende toelage (§ 14.3) is gekoppeld aan het maximumbedrag van de transitievergoeding. Deze stijgt van € 81.000 in 2019 naar € 83.000 in 2020. De in de CAO Rijk opgenomen maximale bedragen worden aan de stijging aangepast.

9. Arbeidsbeperkten (H 18 van CAO Rijk)

De salarisschaal voor arbeidsbeperkten in dienst van de sector Rijk is gebaseerd op het wettelijk minimumloon. Het wettelijk minimumloon wordt met ingang van 1 januari 2020 € 1653,60 per maand (Stcrt. 2019, 56680) en voor de salarisnummers 1 t/m 10 steeds met 2% daarvan verhoogd tot 120% van het wettelijk minimumloon voor salarisnummer 10:

 

was:

wordt:

0

€ 1.635,60

€ 1.653,60

1

€ 1.668,31

€ 1.686,67

2

€ 1.701,22

€ 1.719,74

3

€ 1.733,74

€ 1.752,82

4

€ 1.766,45

€ 1.785,89

5

€ 1.799,16

€ 1.818,96

6

€ 1.831,87

€ 1.852,03

7

€ 1.864,58

€ 1.885,10

8

€ 1.897,30

€ 1.918,18

9

€ 1.930,01

€ 1.951,25

10

€ 1.962,72

€ 1.984,32

De salarisbedragen per 1 juli 2020 zullen in juni bekend worden gemaakt op www.caorijk.nl.

10. Dienstwoning (bijlage 18 van CAO Rijk 2020)

De bedragen die een werknemer die in een dienstwoning woont maximaal verschuldigd is voor het genot van verwarming, energie en leidingwater genoemd in artikel 3, eerste lid, onder b tot en met e, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, wijzigen op de gebruikelijke wijze aan de hand van de relevante consumentenprijsindexen (= watervoorziening, elektriciteit en gas). Met ingang van 1 januari 2020 worden deze bedragen:

Verwarming van de woning

€ 136,20

Energie voor kookdoeleinden

€ 43,85

Elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden

€ 30,90

Leidingwater

€ 16,23

Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat in de definitie van de berekeningsbasis van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel (artikel 1, onderdeel c) de aflopende toelage bedoeld in artikel 18b van het BBRA 1984 ontbreekt in de opsomming van toelagen die niet moeten worden betrokken bij het vaststellen van de berekeningsbasis.

De bedragen van de huurwaarde van dienstwoningen, die mede van belang zijn voor de uitvoering van artikel 3, tweede lid, van het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel, dienen per 1 januari 2020 met 4,1% te worden verhoogd.

Woningen die op of na 1 januari 2019 gereed zijn gekomen, vallen buiten deze verhoging.

Er dient een extra huurverhoging in aanmerking te worden genomen in gevallen waarin de economische huurwaarde van een dienstwoning, behalve door de algemene verhoging van 4,1%, mede door andere factoren is beïnvloed. Bijvoorbeeld als gevolg van een door of vanwege de werkgever aangebrachte verbetering aan de dienstwoning.

11. Werkgeversbijdrage kinderopvang uitgezonden rijkspersoneel (ACRU)

De werkgeversbijdrage voor de kinderopvang van uitgezonden rijkspersoneel wordt vanaf 1 januari 2020 geregeld in de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen (ACRU). Daarin is - net als nu - geregeld dat bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage een uurprijs in aanmerking wordt genomen die niet hoger is dan de uurprijzen in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag. Deze uurprijzen (zie Staatsblad 2019, 299) bedragen vanaf 1 januari 2020:

  • a. dagopvang: een bedrag van maximaal € 8,17;

  • b. buitenschoolse opvang: een bedrag van maximaal € 7,02;

  • c. gastouderopvang: een bedrag van maximaal € 6,27.

12. Arbeidsduur detachering Europese Unie

De standaard werkweek bij de Europese instellingen bedraagt 40 uur per week. Deze werkweek geldt ook voor de Experts Nationaux Détachés (END’ers) die door de ministeries zijn gedetacheerd. Rijksbreed is afgesproken om de arbeidsduur voor deze gedetacheerden op hun verzoek voor de duur van de detachering uit te breiden naar gemiddeld 38 uur per week. Per week wordt dan gemiddeld twee uur compensatieverlof opgebouwd welk verlof verminderd wordt met de bij de EU verplichte feestdagen voor zover die in aantal uitgaan boven de voor de sector Rijk geldende Nederlandse feestdagen.

Voor 2020 zijn de volgende vrije dagen voor de instellingen van de Europese Unie vastgesteld1:

1 januari

Nieuwjaarsdag, woensdag

2 januari

Dag na Nieuwjaarsdag, donderdag

9 april

Witte Donderdag

10 april

Goede Vrijdag

13 april

Paasmaandag

1 mei

Dag van de Arbeid, vrijdag

21 mei

Hemelvaartsdag, donderdag

22 mei

Dag na Hemelvaartsdag, vrijdag

1 juni

Pinkstermaandag

21 juni

Nationale feestdag België, dinsdag

2 november

Allerzielen, maandag

24 t/m 31 december

Zes dagen eindejaarsvakantie, donderdag t/m donderdag

13. Maximale tegemoetkoming kosten beeldschermbril

De circulaire tegemoetkoming kosten beeldschermbril sector Rijk stelt onder welke voorwaarden rijksambtenaren in dienst bij de ministeries in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van een beeldschermbril en de hoogte daarvan.

De tegemoetkoming in de kosten van de beeldschermbril (montuur, glazen en eventuele kosten van de oogmeting) wordt aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex in de periode september 2018 - september 2019. Als gevolg daarvan stijgt de maximale vergoeding met 2,60% en wordt deze € 209,00 met ingang van 1 januari 2020. Het maximum bedrag geldt niet in geval van extra medische complexiteit.

14. Stagevergoedingen en pensionkosten voor stagiairs

De stagevergoedingen worden vanwege de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018-2020 als volgt vastgesteld:

  • Voor wo- en hbo-studenten wordt sinds 1 juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 616,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week. Met ingang van 1 januari 2020 wordt dat € 628,00.

  • Voor stages op mbo-niveau wordt sinds juli 2019 een vaste stagevergoeding gehanteerd van € 448,00 bruto per maand bij een stage van 40 uur per week. Met ingang van 1 januari 2020 wordt voor deze stages het afzonderlijke lagere bedrag opgeheven, zodat ook voor deze categorie het bedrag van € 628,00 gaat gelden. Reden hiervoor is dat de stagevergoeding het karakter van een onkostenvergoeding heeft en daarom een verschil in stagevergoeding op basis van opleidingsniveau niet goed uitlegbaar is.

De maximale vergoeding voor eventueel te verstrekken pensionkosten bij binnenlandse en buitenlandse stages wordt geïndexeerd overeenkomstig de vergoedingsbedragen van logies bij binnenlandse dienstreizen en wordt daarom € 398,00 per maand met ingang van 1 januari 2020.

Ik verzoek u met de inhoud van deze circulaire rekening te houden en daaraan voor zover nodig uitvoering te geven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, M. van Wallenburg Directeur-generaal Overheidsorganisatie

BIJLAGE BIJ CIRCULAIRE 2019-0000674404

Circulaires op terrein van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie na invoering Wnra

A. Circulaires die worden ingetrokken maar waarvan de inhoud geactualiseerd (deels) terugkomt

B. Circulaires die worden ingetrokken omdat de inhoud nu elders geregeld is of niet meer relevant is


X Noot
1

afhankelijk van de standplaats kunnen er verschillen zijn in door de EU vastgestelde feestdagen.

X Noot
2

Geregeld in de Gedragscode Integriteit Rijk

X Noot
3

Niet meer relevant (uitgewerkt, ondertussen wettelijk geregeld, aankondiging regelgeving)

X Noot
4

Geregeld in de CAO Rijk

Naar boven