Besluit van de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 22 november 2019, nr. DGPenV/2752769 houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de directeur-generaal ressorterende functionarissen (Mandaatbesluit DG Politie en Veiligheidsregio’s Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019)

De directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 3 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, paragraaf 1.3 van de CAO Rijk en artikel 3.3 van de Comptabiliteitswet 2016;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel, portefeuille of programma betreffen, ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur Politieorganisatie en -middelen;

    • b. de directeur Politieel Beleid en Taakuitvoering;

    • c. de directeur Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer;

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

  • 1. Van het ingevolge artikel 1, aan de directeur Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die zijn dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan het hoofd van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum.

  • 2. Het hoofd van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum wordt bij afwezigheid vervangen door het plaatsvervangend hoofd van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum.

Artikel 3

Als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk, ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 5

Aan de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van, en het treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

  • b. de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 6

De in artikel 1, eerste lid, onder a tot en met c genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1, eerste lid, genoemde bevoegdheden.

Artikel 7

Het Mandaatbesluit DGPOL Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel 2 en bijlage 1, onderdeel 4.3 en bijlage 2, onderdeel 4.3, terug tot en met 1 mei 2018.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit DG Politie en Veiligheidsregio’s Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019.

Dit besluit wordt met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 22 november 2019

De directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, W.F. Saris

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ ARTIKEL 3 VAN HET MANDAATBESLUIT DG POLITIE EN VEILIGHEIDSREGIO’S MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2019

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 5 van dit besluit, bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens de CAO Rijk aan de betreffende functionaris zijn toegekend.

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 5 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens de CAO Rijk aan de leidinggevende zijn toegekend, met uitzondering van de bevoegdheden tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst, bevorderen naar een hogere salarisschaal, het opleggen van disciplinaire straffen en ordemaatregelen en het beëindigen van een arbeidsovereenkomst, alsmede het nemen van beslissingen over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

 

Kolom 1

Aangewezen functionarissen

Kolom 2

1.

Directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen

A

1.1

Programmamanager DG-staf

B

     

2.

Directeur Politieorganisatie en -middelen

A

2.1

Programmamanager Eigenaarsondersteuning, Bedrijfsvoering en Financiën

B

2.2

Programmamanager Politiepersoneel

B

2.3

Programmamanager Bestuurlijke Informatievoorziening, Toezicht en Effectiviteit

B

     

3.

Directeur Politieel Beleid en Taakuitvoering

A

3.1

Programmamanager Politiële Beleidsontwikkeling

B

3.2

Programmamanager Politiebestel, Bevoegdheden en Informatiefunctie

B

3.3

Programmamanager Internationale en Caribische Aangelegenheden

B

     

4.

Directeur Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer

A

4.1

Programmamanager Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing

B

4.2

Programmamanager Meldkamers, crisiscommunicatie en alerteren

B

4.3

Hoofd Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum

B

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 4 VAN HET MANDAATBESLUIT DG POLITIE EN VEILIGHEIDSREGIO’S MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2019

De functionarissen genoemd in kolom 1 zijn bevoegd, in overeenstemming met artikel 3.3 van de Comptabiliteitswet 2016, tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven. Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de functionaris telkens een verplichting mag aangaan of een uitgave mag doen. Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

 

Kolom 1

Kolom 2

 

Hoofd van dienst

 
     

1.

Directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen

 

1.1

Programmamanager DG-staf

€ 50.000

     

2.

Directeur Politieorganisatie en -middelen

 

2.1

Programmamanager Eigenaarsondersteuning, Bedrijfsvoering en Financiën

€ 50.000

2.2

Programmamanager Politiepersoneel

€ 50.000

2.3

Programmamanager Bestuurlijke Informatievoorziening, Toezicht en Effectiviteit

€ 50.000

     

3.

Directeur Politieel Beleid en Taakuitvoering

 

3.1

Programmamanager Politiële Beleidsontwikkeling

€ 50.000

3.2

Programmamanager Politiebestel, Bevoegdheden en Informatiefunctie

€ 50.000

3.3

Programmamanager Internationale en Caribische Aangelegenheden

€ 50.000

     

4.

Directeur Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer

 

4.1

Programmamanager Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing

€ 50.000

4.2

Programmamanager Meldkamers, crisiscommunicatie en alerteren

€ 50.000

4.3

Hoofd Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum

€ 50.000

TOELICHTING

Met dit besluit wordt door de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeuren en hoofden van de onder het directoraat-generaal ressorterende programma’s, portefeuilles en dienstonderdelen de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten te nemen (ondermandaat). Middels artikel 2 van dit besluit wordt door de directeur Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer aan het hoofd van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten te nemen ten aanzien van de aangelegenheden die dit dienstonderdeel betreffen, onder andere met betrekking tot regionale, nationale en internationale bijstandsverzoeken.

Ingevolge artikel 7 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening van en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Aanleiding voor het vaststellen van een nieuw mandaatbesluit is het eerdere samengaan van het directoraat met de Directie Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing (wijziging van het Organisatiebesluit van 29 augustus 2018, Strct. 2018, 48419). Naar aanleiding van deze samenvoeging is het Mandaatbesluit DGPOL Ministerie van Veiligheid en Justitie gewijzigd (Stcrt. 2018, 50350). In het nieuwe Mandaatbesluit DG Politie en Veiligheidsregio’s Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019 wordt nu ook het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum opgenomen, dienovereenkomstig het gewijzigde Organisatiebesluit. Aan deze bepalingen wordt om die reden terugwerkende kracht verleend tot 1 mei 2018. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum beheersmatig is ondergebracht bij de politie (Stcrt. 2009, 16014 en Inrichtingsplan Nationale Politie 2012).

Door de wijziging van het Organisatiebesluit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 1 mei 2019 (Stcrt. 2019, 23817) valt het programma DG-Staf nu rechtstreeks onder de directeur-generaal en niet langer onder de Directeur Politieel Beleid en Taakuitvoering. Dienovereenkomstig worden de bijlagen van het nieuwe Mandaatbesluit aangepast. Omdat de grondslag voor het mandaatbesluit ook wijzigt is ervoor gekozen een integraal nieuw mandaatbesluit voor DGPenV vast te stellen en te publiceren.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid. De directeur-generaal kan nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop rechtspositionele besluiten worden genomen en de besteding van budgetten waaraan gemandateerden zich moeten houden in de uitoefening van hun bevoegdheden.

Ingevolge artikel 5 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid behoeven besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van functionarissen op managementfuncties in schaal 14 en hoger instemming van het Centraal Loopbaanberaad (CLB) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tenzij de secretaris-generaal anders bepaalt. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen aan het CLB voorgelegd.

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat op grond van de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Veiligheidswet BES, in samenhang met het Besluit departementale herindeling veiligheid (Stcrt. 2010, 16528), de Minister van Justitie en Veiligheid korpsbeheerder is van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) onderscheidenlijk van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES). De op die wetten gebaseerde bevoegdheden ten aanzien van het korps politie BES en het brandweerkorps BES zijn door de Minister van Justitie en Veiligheid via de secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie en Veiligheid door gemandateerd aan de directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Stcrt. 2012, nrs. 13366, 13699, 13709). Op grond van de Ambtenarenwet BES is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties formeel werkgever van het personeel van het korps politie BES en van het brandweerkorps BES.

Den Haag, 22 november 2019

De directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen van het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, W.F. Saris

Naar boven