Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 april 2019 (kenmerk: 2503016/19/DP&O), houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de verwerking van sturingsafspraken, reorganisaties en enkele correcties

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie, bedrijfsvoering en informatiesystemen rijksdienst;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘directoraat-generaal Politie (DGPOL)’ vervangen door ‘directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV)’.

2. Aan het derde lid, onderdeel a, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC);

B

In artikel 3, vierde lid, wordt ‘De directeuren-generaal’ vervangen door ‘De directeuren-generaal en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid’.

C

In artikel 4 wordt onder verlettering van onderdeel i tot j een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • i. het Project-, Programma- en Adviescentrum (PPAC);

D

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a wordt ‘, zoals (...) plaatsvervangend secretaris-generaal;’ vervangen door ‘ten behoeve van de politieke en ambtelijke leiding;’.

2. In het eerste lid komt onderdeel c, komt te luiden:

  • c. het bevorderen en stimuleren van een goed werkend integriteitsstelsel binnen het ministerie;

3. In het derde lid wordt ‘Het bureau’ vervangen door ‘De directie’.

4. In het derde lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot b tot en met d.

5. In het derde lid komt onderdeel b (nieuw), te luiden:

  • b. de afdeling Managementondersteuning en Bedrijfsvoering;

6. In het derde lid komt onderdeel d (nieuw), te luiden:

  • d. de afdeling Integriteit.

E

In hoofdstuk 4 wordt ‘portefeuille’ telkens vervangen door ‘afdeling’.

F

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Het Project-, Programma- en Adviescentrum (PPAC) is belast met:

  • a. het stimuleren en ondersteunen van projectmatig en programmatisch werken;

  • b. het delen van kennis en ervaringen met projectmatig en programmatisch werken;

  • c. het vergroten van flexibiliteit van medewerkers;

  • d. het verbinden van ervaren project- en programmamanagers en projectsecretarissen.

G

In artikel 15, tweede lid, wordt onder verlettering van onderdeel d tot e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. Human Resource Management, Organisatie en Ondersteuning i.o. (HRMO i.o.);

H

Aan artikel 19 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen is het hoofd van het directoraat-generaal.

I

In artikel 20 vervalt ‘Straffen en Beschermen’.

J

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na ‘maatregelen bij volwassenen’ ingevoegd ‘en jeugdigen’.

2. In het tweede lid wordt na ‘de raad voor de kinderbescherming’ ingevoegd ‘, het Centraal Justitieel Incassobureau’.

3. Onder vernummering van het derde tot en met het vijfde lid tot het vierde tot en met het zesde lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De directie is belast met de verlening van vergunningen als bedoeld in artikel 15 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.

K

Artikel 22, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, vervalt ‘Aanpak’.

2. In onderdeel b wordt ‘Integrale Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen’ vervangen door ‘Veiligheid in Sociaal Domein’.

L

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘Straffen en Beschermen’.

2. In het derde lid vervalt onderdeel a, onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c.

3. In het vijfde lid wordt na ‘Coördinatie Financiën’ ingevoegd ‘en Bedrijfsvoering’.

4. In het vijfde lid vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.

M

In de titel van hoofdstuk 5 wordt ‘Directoraat-generaal Politie (DGPOL)’ vervangen door ‘Directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV)’.

N

In hoofdstuk 5 wordt ‘Middelen Politie’ telkens vervangen door ‘Politieorganisatie en -middelen’.

O

In hoofdstuk 5 wordt ‘Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing’ telkens vervangen door ‘Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer’.

P

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘directoraat-generaal Politie (DGPOL)’ vervangen door ‘directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s (DGPenV)’.

2. In het derde lid vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdeel d tot c, en wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. het programma DG-staf;

3. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De directeur-generaal Politie, Straffen en Beschermen is het hoofd van het directoraat-generaal.

Q

Artikel 29 komt te luiden:

Artikel 29

  • 1. De portefeuille Politieorganisatie en -middelen is belast met:

    • a. het invullen van het eigenaarschap ten opzichte van politie;

    • b. het invullen van het werkgeverschap voor het politiepersoneel;

    • c. het centraal beleggen van bestuurlijke informatie;

    • d. het toezicht op de inrichting, de toerusting en het functioneren van de politieorganisatie alsmede haar effectiviteit.

  • 2. De portefeuille Politieorganisatie en -middelen bestaat uit:

    • a. het programma Eigenaarsondersteuning, Bedrijfsvoering en Financiën;

    • b. het programma Politiepersoneel;

    • c. het programma Bestuurlijke Informatievoorziening, Toezicht en Effectiviteit.

R

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen de onderdelen b tot en met e onder verlettering van de onderdelen f en g tot b en c.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘Taken’ vervangen door ‘Beleidsontwikkeling’.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘Bestel en Bevoegdheden’ vervangen door ‘Politiebestel, Bevoegdheden en Informatiefunctie’.

4. In het tweede lid vervalt onderdeel c onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.

S

Artikel 31 vervalt.

T

Het artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. het beleid inzake de organisatie van de meldkamer;

  • d. het beleid inzake het communicatiesysteem van de hulpdiensten.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘Veiligheidsregio’s’ vervangen door ‘Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing’.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘Risico en Crisisbeheersing’ vervangen door ‘Meldkamers, crisiscommunicatie en alerteren’.

U

Na artikel 31a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a1

Het programma DG-Staf is belast met:

  • a. het beheer en de interne bedrijfsvoering van het directoraat-generaal;

  • b. bestuurlijke, juridische, operationele aangelegenheden en management van incidenten;

  • c. de coördinatie van parlementaire aangelegenheden;

  • d. de coördinatie en afhandeling van burgerbrieven;

  • e. de financiële administratie en financiële advisering op zowel programma- als apparaatsbudget van het directoraat-generaal.

V

Onder verlettering van artikel 44, derde lid, onderdeel c tot d, wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende:

  • c. het bureau Internationaal Migratiebeleid (BIM);

W

Na artikel 46 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 46a

Het Bureau Internationaal Migratiebeleid (BIM) ontwikkelt en bewaakt het internationaal migratiebeleid, zorgt in dat kader voor overzicht, legt dwarsverbanden tussen de verschillende dossiers en coördineert de departementale, interdepartementale en internationale afstemming.

X

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel g, vervalt ‘, het realiseren van risicomanagement op het gebied van cyber security’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

    • a. de portefeuille Contraterrorisme;

    • b. de portefeuille Cyber Security en Statelijke Dreigingen;

    • c. de portefeuille Nationale Crisisbeheersing.

Y

De artikelen 52, 53 en 54 komen te luiden:

Artikel 52

  • 1. De portefeuille Contraterrorisme heeft de volgende taken:

    • a. het ontwikkelen, implementeren, uitvoeren, coördineren, evalueren van en communiceren over het beleid en de maatregelen inzake het contraterrorisme en het tegengaan van extremisme;

    • b. het versterken van de samenwerking en verbinden van nationale en internationale partners in de integrale aanpak van terrorisme en extremisme;

    • c. het ontwikkelen, implementeren, coördineren, evalueren van en communiceren over het beleid inzake de beveiliging van de burgerluchtvaart en het signaleren en detecteren van reisbewegingen in relatie tot terrorisme;

    • d. het coördineren, implementeren en evalueren van en communiceren over de maatregelen op het terrein van de beveiliging van de burgerluchtvaart, waaronder het geven van aanwijzingen aan de Koninklijke marechaussee en de luchtvaartsector op basis van de Luchtvaartwet;

    • e. de ondersteuning van de NCTV op het gebied van de bedrijfsvoering en facilitaire zaken, in het bijzonder betreffende personeelsaangelegenheden, ICT en informatiemanagement, huisvesting, beveiliging en financiële advisering.

  • 2. De portefeuille bestaat uit:

    • a. het programma Versterken CT keten nationaal en internationaal;

    • b. het programma Aanpak Contraterrorisme;

    • c. het programma Beveiliging burgerluchtvaart en detectie reisbewegingen;

    • d. het kernonderdeel Bedrijfsvoering.

Artikel 53

  • 1. De portefeuille Cyber Security en Statelijke Dreigingen heeft de volgende taken:

    • a. het coördineren, ontwikkelen, implementeren, uitvoeren, evalueren van en communiceren over het beleid en de maatregelen inzake dreigingen van statelijke actoren;

    • b. het zorgdragen voor de coördinatie van de bescherming van de vitale infrastructuur;

    • c. het zorgdragen voor een integrale aanpak van dreigingen voor de nationale veiligheid alsmede het invulling geven aan de strategie ter borging van de nationale veiligheid;

    • d. het coördineren, ontwikkelen en evalueren van het beleid en de maatregelen inzake cyber security, waaronder de uitvoering van de Nederlandse Cyber Security Agenda;

    • e. de strategische advisering over alle aangelegenheden die het werkterrein van de NCTV betreffen, de coördinatie van algemene parlementaire aangelegenheden, de voorbereiding van interdepartementale en politiek-bestuurlijke besluitvorming, en de uitvoering van de decentrale juridische functie ten behoeve van de NCTV;

    • f. de voorbereiding van de internationale en Europese beleidsvorming op het gebied van de NCTV.

  • 2. De portefeuille bestaat uit:

    • a. het programma Statelijke Dreigingen;

    • b. het programma Nederland Digitaal Veilig;

    • c. het kernonderdeel Strategie.

Artikel 54

  • 1. De portefeuille Nationale Crisisbeheersing heeft de volgende taken:

    • a. het coördineren, evalueren en adviseren inzake de lokale aanpak van terrorisme, extremisme en andere veiligheidsdreigingen, alsmede het met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid uitvoeren van en adviseren over de uitvoering van wettelijke regelingen ten behoeve van maatregelen ter voorkoming of aanpak van terrorisme en extremisme;

    • b. het opstellen, onderhouden en uitvoeren van het nationaal stelsel van bewaken en beveiligen, het stelsel van speciale eenheden, de procedure Renegade en het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding;

    • c. het in samenwerking en in overleg met andere partijen binnen en buiten de NCTV verrichten en aanleveren van analyses van dreigingen en risico’s ten behoeve van de werkzaamheden van de NCTV en de werkzaamheden van veiligheidspartners, alsmede het opstellen van het actuele dreigings- en incidentenbeeld en de omgevingsanalyse ten behoeve van de nationale crisisbesluitvorming;

    • d. het ontwikkelen van crisisbeheersingsbeleid op nationaal niveau, waaronder het onderhouden van het stelsel van nationale crisisbeheersing en het, in samenspraak met het directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s, zorgdragen voor de aansluiting daarvan op het beleid en het stelsel van decentrale crisisbeheersing en op de afspraken met betrekking tot de internationale samenwerking;

    • e. het zorg dragen voor rijksbrede crisiscoördinatie en het faciliteren, adviseren en coördineren bij grote evenementen met een potentieel veiligheidsrisico;

    • f. het zorg dragen voor de ondersteunende communicatie ten behoeve van de taakuitoefening van de NCTV en voor het ontwikkelen en uitvoeren van de rijksbrede crisiscommunicatie.

  • 2. De portefeuille bestaat uit:

    • a. het programma Lokale Samenwerking;

    • b. het programma Bewaken en Beveiligen;

    • c. het kernonderdeel Analyse;

    • d. het Nationaal Crisis Centrum.

  • 3. Het Nationaal Crisis Centrum bestaat uit:

    • a. de eenheid Crisiscoördinatie;

    • b. de eenheid Communicatie.

Z

De artikelen 55, 57 en 58 vervallen.

AA

Artikel 63h wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na ‘belast met’ ingevoegd ‘de volgende kerntaken’.

2. Het tweede en derde lid komen te luiden:

  • 2 Het NFI is voorts belast met de door de bewindspersoon aangewezen taken zoals bepaald artikel 1, tweede lid, en artikel 3 van de Regeling taken NFI.

  • 3

    • a. Bij de uitvoering van de kerntaken, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling taken NFI levert het NFI producten dan wel diensten aan het openbaar ministerie, de zittende magistratuur, de politie, de bijzondere opsporingsdiensten en het ministerie;

    • b. Bij de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Regeling taken NFI kan het NFI producten of diensten leveren aan in artikel 2, tweede, derde en vierde lid van de Regeling taken NFI, genoemde personen en instanties.

AB

Na artikel 63h wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63h1

  • 1. Het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) is, met het oog op het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting door cyberdreigingen en -incidenten en het versterken van de digitale weerbaarheid van de samenleving, belast met:

    • a. het informeren, adviseren en bijstaan van de rijksoverheid en vitale aanbieders in geval van dreigingen en incidenten met betrekking tot hun netwerk- en informatiesystemen;

    • b. het informeren van anderen over de in onderdeel a bedoelde dreigingen en incidenten;

    • c. het ten behoeve van de in de onderdelen a en b genoemde taken verrichten van analyses en technisch onderzoek naar aanleiding van cyberdreigingen en -incidenten;

    • d. het aan anderen verstrekken van bij de in onderdeel c genoemde analyses verkregen informatie over dreigingen en incidenten betreffende andere netwerk- en informatiesystemen;

    • e. de taken van het centraal contactpunt, bedoeld in de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen;

    • f. het bevorderen en voeren van het secretariaat van de publiek-private samenwerking op het gebied van cyber security.

  • 2. Het NCSC bestaat uit:

    • a. de unit Operatie;

    • b. de unit Samenwerking en Kennisuitwisseling;

    • c. de unit Informatievoorziening en Techniek;

    • d. de afdeling Staf.

AC

Aan artikel 68 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Besluiten of handelingen die in de periode vanaf 15 augustus 2018 en vóór de inwerkingtreding van artikel 19, derde lid en artikel 28, vierde lid van dit besluit namens de bewindspersoon door de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en Beschermen zijn genomen of verricht, behouden hun rechtskracht.

  • 4. Ondermandaten, volmachten en machtigingen verleend door of namens de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en beschermen blijven van kracht.

ARTIKEL II

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdelen A.1, M, N, P.1, P.2, Q, R, S, T en U werken terug tot en met 1 november 2018.

  • 3. Artikel I, onderdeel D.3 werkt terug tot en met 1 mei 2018.

  • 4. Artikel I, onderdelen E en K werken terug tot en met 28 november 2017.

  • 5. Artikel I, onderdeel A.2, B, F, J, X, Y, Z en AB werken terug tot en met 1 januari 2019.

  • 6. Artikel I, onderdelen L.2, L.3, L.4 werken terug tot en met 1 januari 2018.

  • 7. Artikel I, onderdelen H en P werken terug tot en met 15 augustus 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid bevat actualiseringen van de organisatie in verband de verwerking van sturingsafspraken, reorganisaties en enkele correcties.

Artikel I, onderdelen A.1, M, N, O, P.1, P.2, Q, R, S, T en U

De naam van het directoraat-generaal Politie wijzigt naar directoraat-generaal Politie en Veiligheidsregio’s in verband met het eerdere samengaan van het directoraat met de Directie Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing (zie wijziging van het organisatiebesluit van 29 augustus 2018, Strct. 2018, 48419). Vanwege deze samenvoeging vindt ook een wijziging plaats in de organisatiestructuur.

Projectdirectie Meldkamers, C2000 en 112 wordt opgeheven vanwege het inhoudelijke raakvlak met de portefeuille Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing. De betreffende taken en het programma Meldkamers, Crisiscommunicatie en Alerteren gaan over op die portefeuille.

Vanwege bovengenoemde samenvoeging en de verbreding van het DG worden ook een aantal DG brede processen, waaronder de ondersteuning van DG brede overlegstructuren, niet langer gepositioneerd binnen de portefeuille Politieel Beleid en Taakuitvoering maar binnen een separate DG Staf direct onder de directeur-generaal.

Daarnaast zijn de opgaven van het directoraat-generaal ten aanzien van de politie en de veiligheidsregio’s gewijzigd. Dit hangt mede samen met de invoering van het sturingsmodel eigenaar, opdrachtgever, opdrachtnemer binnen JenV.

Om recht te doen aan die wijzigingen krijgt de portefeuille Middelen Politie een nieuwe naam: portefeuille Politieorganisatie en middelen, en de portefeuille Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing de naam: Veiligheidsregio’s, Crisisbeheersing en Meldkamer. Daarnaast vindt een herschikking plaats van programma’s.

Artikel I, onderdelen A.2, B, X, Y, Z en AB

Deze wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid behelst een aanpassing van de artikelen over de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (hierna: NCTV) in verband met een herschikking van de taken van de NCTV, alsook de regeling van de positionering van het Nationaal Cyber Security Centrum (hierna: NCSC), dat tot dusverre onderdeel van de NCTV was, als een zelfstandig dienstonderdeel binnen het ministerie.

Binnen het ministerie is de NCTV belast met de taak van het versterken van de nationale veiligheid en het voorkomen van maatschappelijke ontwrichting door dreigingen voor de vitale belangen van de samenleving te identificeren en de weerbaarheid en bescherming van die vitale belangen te versterken. Daartoe verricht de NCTV onder meer activiteiten op het terrein van terrorismebestrijding, cyber security en crisisbeheersing. Vanwege ontwikkelingen in de laatste jaren in het veiligheidsdomein, zoals de opkomst van nieuwe dreigingen, is het nodig gebleken om de organisatie van het uitvoeren van de taken van de NCTV flexibeler te maken, zodat de NCTV zijn rol van coördinator optimaal kan blijven vervullen. Daartoe wordt de NCTV georganiseerd aan de hand van de volgende maatschappelijke opgaven, waarvoor de NCTV met de andere partijen in het veiligheidsdomein (onder meer de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de politie en het lokaal bestuur) staan:

  • 1. Aanslagen voorkomen en extremisme en terrorisme bestrijden;

  • 2. Nederland weerbaar maken tegen dreigingen door statelijke actoren;

  • 3. Nederland digitaal veilig maken.

Het werken aan deze maatschappelijke opgaven geschiedt in inhoudelijke programma’s, die zijn ondergebracht in een drietal portefeuilles, alsook in kortdurende projecten die zien op specifieke deelonderwerpen. Daarnaast is er een aantal vaste taken, die ten behoeve van de gehele organisatie van de NCTV worden uitgevoerd en in kernonderdelen van de NCTV zijn geplaatst. Het betreft de taken van analyse, bedrijfsvoering, strategie en staf, en crisisbeheersing en -communicatie. Vanuit de kernonderdelen, die eveneens deel uitmaken van genoemde portefeuilles, wordt ook bijgedragen aan de programma’s en projecten.

Daarnaast worden de (meer uitvoerende) taken voortaan niet meer binnen de NCTV uitgevoerd, maar door het NCSC als zelfstandige dienst van het ministerie, met de NCTV (als beleidsverantwoordelijk onderdeel van het ministerie op het terrein van cyber security) als opdrachtgever. Deze wijziging past bij de groei en ontwikkelingen die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan op het domein van cyber security, en meer in het bijzonder (onder meer door vastlegging van taken en bevoegdheden in wetgeving) hebben plaatsgevonden ten aanzien van het NCSC als organisatie die daarbinnen is belast met het uitvoeren van wetgeving en beleid. Met deze verzelfstandiging wordt het NCSC nog beter in staat gesteld zijn taken, met de nadruk op het ter voorkoming van maatschappelijke ontwrichting verlenen van bijstand aan de rijksoverheid en de vitale infrastructuur, uit te voeren en zo als centrale partij binnen genoemd domein bij te dragen aan de digitale weerbaarheid van de Nederlandse samenleving. Het NCSC zal in aansluiting hierop zijn georganiseerd in een drietal units en een stafafdeling.

De wijzigingen van de artikelen 2 en 3 zijn technische wijzigingen die nodig zijn met het oog op de positionering van de NCSC als dienst, met taken betreffende de uitvoering van wetgeving of beleid, die geen deel meer uitmaken van een cluster, met de NCTV als opdrachtgever.

De taken van de NCTV, zoals die in het eerste lid van artikel 50 zijn vastgelegd, veranderen niet, met dien verstande dat de taken behorende bij het NCSC, die tot nu toe in onderdeel g, waren opgenomen, hiervan, zoals hierboven toegelicht, niet langer deel uitmaken. In het tweede lid van artikel 50 wordt verduidelijkt dat de NCTV als dienstonderdelen geen directies meer heeft, maar uit drie portefeuilles (Contraterrorisme, Cyber Security en Statelijke Dreigingen, Nationale Crisisbeheersing) bestaat.

In de artikelen 52, 53 en 54 wordt voor elk van de bovengenoemde drie portefeuilles nader beschreven welke van de in artikel 50 bedoelde taken, na de hierboven toegelichte herschikking van taken, daarbinnen worden uitgevoerd. Daarnaast wordt in deze artikelen telkens per portefeuille vastgelegd welke inhoudelijke programma’s en kernonderdelen daarbinnen worden ondergebracht en meer specifiek met genoemde taken zijn belast. Hieraan gekoppeld zullen de mandaatbesluiten uiteraard ook worden aangepast. Deze artikelen komen in de plaats van de huidige artikelen 52 tot en met 54, 55, 57 en 58, waarvan de laatstgenoemde drie artikelen vervallen.

De taken van de NCSC worden neergelegd in artikel 63h1, dat deel uitmaakt van het hoofdstuk (9a) over beleidsuitvoerende diensten (en baten-lastenagentschappen). Voor de omschrijving van deze taken is in hoofdzaak aangesloten bij de taken, zoals die zijn vastgelegd in de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen en door het NCSC namens de Minister nu al worden uitgevoerd. Met name vanwege deze recentelijk in werking getreden wetgeving is het nodig geweest om de taken van het NCSC in dit artikel, ten opzichte van de artikelen die tot nu toe op het NCSC betrekking hadden, specifieker te beschrijven. Zoals hierboven al kort toegelicht wijzigen niet de taken van het NCSC, maar wel de wijze waarop het NCSC voor de uitoefening hiervan is georganiseerd. Daarbij is gekozen voor het clusteren van met elkaar verbonden werkzaamheden en de inrichting van drie units en van een stafafdeling.

Artikel I, onderdelen C, D en G, F

Dit betreffen wijzigingen als gevolg van reorganisaties en een tekstuele correctie. De uitvoerende taak ten aanzien van de integrale beveiliging maakt onderdeel uit van de taakopdracht van het PSG-cluster. De integriteitstaak van het SG-cluster is organisatorisch nadrukkelijk gepositioneerd. Het Project-, programma- en adviescentrum past gezien het aandachtsgebied niet als een onderdeel van de directie Bestuursondersteuning en is om die reden als apart dienstonderdeel binnen het SG-cluster opgenomen.

De afdeling Managementondersteuning Departementsleiding en het Bedrijfsbureau zijn tot de afdeling Managementondersteuning en Bedrijfsvoering gereorganiseerd.

Uit een evaluatie bleek dat het afgesproken samenwerkingsmodel waarbij de HR-dienstverlening voor het bestuursdepartement in de huidige organisatorische setting niet het gewenste effect heeft. Om die reden is een transitie ingezet om de HR-dienstverlening weer organisatorisch binnen de directie Personeel en Organisatie onder te brengen.

Artikel I, onderdelen E, J, K, L.2, L.3 en L.4

De wijzigingen met betrekking tot het directoraat-generaal Straffen en Beschermen (DGSenB) hebben betrekking op wijzigingen in de organisatiestructuur binnen dit directoraat-generaal. Zo zijn de directies van DGSenB niet langer meer georganiseerd in portefeuilles, maar in afdelingen. Daarnaast is de directie Sanctietoepassing en Jeugd thans belast met het verlenen van vergunningen aan adoptiebemiddelingsorganisaties op grond van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka). Tevens is ter verduidelijking opgenomen dat de directie Sanctietoepassing en Jeugd (DSJ) een adviserende taak heeft in de beleidsvoering van het Centraal Justitieel Incassobureau dat opdrachtnemer is van het DGSenB. Voorts is binnen de directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen (DBAenV) de afdeling Veiligheid in Sociaal Domein de portefeuille Integrale Aanpak Kindermishandeling en Jeugdgroepen opgevolgd. Verder zijn binnen de directie Coördinatie Financiën, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken (CBJ) de portefeuilles Coördinatie Financiën en Bedrijfsvoering opgegaan in één afdeling. Die directie is daarnaast niet meer belast met de subsidiëring en (beleidsmatige) aansturing van de Stichting Adoptievoorzieningen (SAV). De subsidiëring van deze organisatie komt op grond van artikel 21, vijfde lid, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid onder de verantwoordelijkheden van DSJ te vallen.

Artikel I, onderdelen H, I, P.3, T en AC

Deze actualiseringen houden verband met de invulling van de functie van het hoofd van het directoraat-generaal Politie en van het directoraat-generaal Straffen en Beschermen. Met ingang van 15 augustus 2018 wordt de functie van het hoofd van het directoraat-generaal Politie en het directoraat-generaal Straffen en Beschermen ingevuld door één directeur-generaal. De hoofdstructuur en verantwoordelijkheden van deze directoraten-generaal blijven ongewijzigd. Dit besluit geeft deze invulling weer. Uit artikel 68, derde lid, volgt dat deze terugwerkende kracht niet de rechtsgeldigheid aantast van besluiten die nadien zijn ondertekend overeenkomstig de voorheen geldende functiebenaming. Ingevolge artikel 68, vierde lid, geldt dit in het bijzonder voor eerder verleende ondermandaten, volmachten en machtigingen.

Artikel I, onderdeel V en W

Het migratiebeleid heeft een voortdurende prominente plek op de politieke agenda en de internationale dimensie vormt een belangrijk onderdeel van het migratiebeleid. Ter versterking van de internationale functie van de migratieketen is onderzocht hoe deze aspecten binnen het DGM kan worden verankerd. Voor het beheer van de internationale portefeuille van het DGM en het bewaren van overzicht, het zorgen voor interdepartementale, departementale en internationale afstemming en het leggen van dwarsverbanden tussen de verschillende dossiers was reeds een aantal medewerkers ondergebracht bij de directie Migratiebeleid in een team Internationaal (TI).

Dit team heeft met de vorming van Bureau Internationaal Migratiebeleid een separate plek binnen de organisatie gekregen en functioneert thans onder de plaatsvervangend directeur-generaal Migratie, die zich uitsluitend op het Europese en internationale speelveld beweegt. Ook overziet deze internationale plaatsvervangend directeur-generaal Migratie zowel de tactische en strategische als de uitvoeringsaspecten van het migratiebeleid.

Artikel I, onderdeel AA

Ter nadere verduidelijking en omwille van de eenduidigheid van de taakopdracht van het NFI is aansluiting gemaakt op de Regeling taken NFI.

Artikel II

Aan onderdelen van dit besluit wordt terugwerkende kracht verleend tot en met de datum waarop de wijziging operationeel is geworden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven