Wijzigingsbesluit ondermandaat en volmacht korpschef KLPD 2008

19 augustus 2009

Nr. 2009-0000227518

De directeur-generaal Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties;

Gelet op het Mandaat- en volmachtbesluit diensthoofden BZK en het Mandaat- en volmachtbesluit gemandateerd beheerder KLPD 2008;

Overwegende:

Dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij brief van 10 juni 2008, kenmerk 2008-0000144717, het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum als operationeel onderdeel heeft toegevoegd aan het Korps landelijke politiediensten;

Dat het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum multidisciplinair is samengesteld op basis van detacheringen vanuit organisaties van brandweer, GHOR, politie, defensie en gemeenten;

ARTIKEL I

In het Besluit ondermandaat en volmacht korpschef KLPD 2008 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Aan het slot van Artikel 1 wordt de punt vervangen door een puntkomma onder toevoeging van de onderdelen k, l en m, luidende:

  • k. LOCC: Landelijke Operationeel Coördinatie Centrum;

  • l. NCC: Nationaal Coördinatiecentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • m. Directeur Nationale Veiligheid: directeur Nationale Veiligheid van het Directoraat-generaal Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

B

Aan het slot van Artikel 2, lid 1, wordt de punt vervangen door een puntkomma onder toevoeging van een nieuw onderdeel, luidende:

  • h. het beheer van het LOCC, waaronder begrepen de algemene leiding, de organisatie, alsmede het nemen van besluiten op grond van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA) ten aanzien van medewerkers van het LOCC, overeenkomstig het bijbehorende organisatie en formatierapport en de daarbij vastgestelde functiewaardering.

C

In artikel 4 worden de leden 3 tot en met 6 vernummerd tot 2 tot en met 5.

D

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel 4a ingevoegd, luidende:

Artikel 4a (Bevoegdheden LOCC)

De bevoegdheden als bedoeld in artikel 2, onder h, worden verleend onder de voorwaarde:

  • 1. dat het LOCC als herkenbare unit binnen een dienst van het KLPD wordt gepositioneerd;

  • 2. dat in overleg met het unithoofd LOCC besluiten worden genomen voor het aangaan van detacheringovereenkomsten tussen het LOCC, de werkgevers van de in het LOCC participerende organisaties en de betrokken medewerker;

  • 3. dat in overleg met het unithoofd LOCC plaatsvervangers voor het unithoofd LOCC worden aangewezen, zodat bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van het unithoofd LOCC en indien het belang van het LOCC dit noodzakelijk maakt, de plaatsvervangers van het unithoofd LOCC bevoegd zijn tot het uitoefenen van het mandaat, respectievelijk volmacht;

  • 4. dat het unithoofd LOCC de volgende bevoegdheden kan uitoefenen, elk met instemming van de korpschef:

    • a) het in samenspraak met het NCC uitoefenen van operationele LOCC taken, zoals het opstellen van een actueel mono- of multidisciplinair landelijk operationeel beeld, actuele mono- of multidisciplinaire situatierapporten;

    • b) het in samenspraak met het NCC doen van mono- of multidisciplinaire operationele advisering en mono- of multidisciplinaire bijstandscoördinatie;

    • c) het opstellen van conceptreacties op bijstandsverzoeken voor de directeur Nationale Veiligheid;

    • d) het in samenspraak met het NCC en onder gezag van de directeur Nationale Veiligheid operationeel behandelen van bijstandsaanvragen.

  • 5. dat over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit artikel, de korpschef en het unithoofd LOCC regelmatig overleg voeren met de Begeleidingscommissie LOCC.

E

Artikel 7, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Ondertekening van besluiten en stukken op grond van het mandaat van de korpschef bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 4a vindt plaats op de volgende wijze:

De beheerder van het KLPD,

voor deze,

de korpschef van het KLPD

(handtekening)

(naam)

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008 met dien verstande dat onderdeel C terugwerkt tot en met 4 maart 2008.

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tevens Beheerder van het Korps Landelijke Politiediensten,

voor deze:

de Directeur-Generaal Veiligheid,

H.W.M. Schoof.

TOELICHTING

Algemeen

De ontwikkelingen binnen het veiligheidsterrein hebben geleid tot in het juni 2008 beheersmatig onderbrengen van het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) bij het KLPD.

Deze onderbrenging bij het KLPD past bij de ontwikkeling van een multidisciplinaire Landelijke Operationele Staf (LOS), zodat het LOCC in de toekomst ook aan de LOS ondersteuning kan bieden.

Het LOCC is hiermee operationeel uitvoerder en voert de taken zoals vermeld in artikel 4a, lid 4, onder a en b uit voor de organisaties brandweer, GHOR, politie, defensie en gemeenten of een combinatie daarvan (mono of multidisciplinair). Dit betekent dat het LOCC als unit een multidisciplinair onderdeel is van het KLPD en voor de operationele correspondentie (zoals situatierapporten of conceptreacties op bijstandsverzoeken) gebruik maakt van het briefpapier van het KLPD.

Voor het ondermandaat en volmacht gelden de volgende kaders:

  • 1. Het gezag over het LOCC en de benoeming van het unithoofd LOCC blijft aan de minister van BZK voorbehouden en zal berusten bij de directeur Nationale Veiligheid binnen het Directoraat-generaal Veiligheid (DGV);

  • 2. Vanaf 1 september 2008 is de korpschef van het Korps landelijke politiediensten belast met het beheer over het LOCC, waaronder de operationele uitvoering. Voor de administratieve organisatie geldt een terugwerkende kracht tot 1 januari 2008. De korpschef van het KLPD is voor het beheer van het LOCC bevoegd ondermandaat te verlenen;

  • 3. Ter waarborging van het multidisciplinaire karakter blijft de bemensing van het LOCC op basis van het vastgestelde functiehuis hetzelfde en vindt deze op detacheringbasis plaats vanuit de verschillende disciplines. Omdat het LOCC wordt bemenst met detacheringen vanuit het veld zal geen formatie-uitbreiding bij het KLPD plaatsvinden;

  • 4. Over twee jaar (gelijktijdig met het algemene mandaat en volmacht, uiterlijk 2011) worden het beheer en de operationele uitvoering van de taken van het LOCC op doelmatigheid en doeltreffendheid geëvalueerd. Het functiehuis en de beheerkosten vormen onderdeel van de evaluatie. Medio december 2010 biedt de korpschef het evaluatierapport te besluitvorming aan.

Artikel 4a

Dit artikel behelst het ondermandaat aan de korpschef onder de voorwaarde dat het unithoofd LOCC bepaalde bevoegdheden in de praktijk kan uitoefenen, dan wel dat bevoegdheden in overleg met het unithoofd LOCC worden genomen. Voorts behelst dit artikel de overgang tussen de bevoegdheden over het beheer en de operationele uitvoering.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, tevens Beheerder van het Korps Landelijke Politiediensten,

voor deze:

de Directeur-Generaal Veiligheid,

H.W.M. Schoof.

Naar boven