Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 27 november 2018, 2018-0000187367, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de vervanging van bijlage IIa en IIb inzake arbodiensten door een certificatieschema alsmede een technische aanpassing van bijlage XIII

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 1.5b, vierde lid, 1.5d, vijfde lid, 1.5f, tweede lid, 4.3 en 4.54d, tiende lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.6 komt te luiden:

Artikel 2.6 Melding wijziging organisatievorm

De arbodienst meldt een wijziging van zijn organisatievorm terstond aan de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, aan de certificerende instelling, bedoeld in artikel 2.7.

B

Artikel 2.7 komt te luiden:

Artikel 2.7 Aanwijzing certificerende instelling

Als certificerende instelling als bedoeld in artikel 2.14, eerste en tweede lid, van het besluit, kan worden aangewezen een instelling die voldoet aan de eisen vastgelegd in Deel 2 van het Certificatieschema Arbodiensten dat is vastgesteld door de Stichting Beheer Certificatieregeling Arbodiensten op 9 november 2018 en door de minister is gepubliceerd in de Staatscourant van 5 december 2018, Stcrt. 2018, 68321.

C

Artikel 2.8 komt te luiden:

Artikel 2.8 Eisen aan de arbodienst

Een certificaat arbodienst als bedoeld in artikel 2.14, eerste en tweede lid, van het besluit wordt door de minister of, indien de minister een instelling heeft aangewezen als bedoeld in artikel 2.7, door die instelling afgegeven indien wordt voldaan aan de eisen vastgelegd in Deel 1 van het Certificatieschema Arbodiensten dat is vastgesteld door de Stichting Beheer Certificatieregeling Arbodiensten op 9 november 2018 en door de minister is gepubliceerd in de Staatscourant van 5 december 2018, Stcrt. 2018, 68321.

D

Bijlage IIa, behorend bij artikel 2.7 en bijlage IIb, behorend bij artikel 2.8 vervallen.

E

In Bijlage XIII, behorend bij artikel 4.19, eerste lid, Lijst van wettelijke grenswaarden op grond van de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wordt in Onderdeel A. Lijst van wettelijke grenswaarden:

  • a. de rij ‘Mangaan en anorganische mangaan-verbindingen (als mangaan)” vervangen door:

    Mangaan en anorganische mangaan-verbindingen (als mangaan)

    7439-96-5

    0,2 (4

    0,05 (2

         
  • b. aan de onder de lijst opgenomen vermelding van voetnoten toegevoegd’

ARTIKEL II

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Artikel I, onderdeel E, werkt terug tot en met 21 augustus 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 november 2018

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Deze wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (hierna: Arboregeling) regelt dat arbodiensten voor het verkrijgen van een wettelijk verplicht certificaat niet meer moeten voldoen aan eisen uit bijlage IIb bij de Arboregeling, maar aan de eisen uit Deel 1 van het door de Stichting Beheer Certificatieregeling Arbodiensten (SBCA) op 9 november 2018 vastgestelde certificatieschema dat is gepubliceerd in de Staatscourant van 5 december 2018, Stcrt. 2018, 68321.

De SBCA is op het werkveld van de arbodiensten de schemabeheerder, bedoeld in artikel 1.5b, tweede lid, onder b, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit).

Daarnaast regelt deze wijziging van de Arboregeling dat aan te wijzen certificerende instellingen niet meer moeten voldoen aan eisen uit bijlage IIa bij de Arboregeling, maar aan eisen uit Deel 2 van het hierboven bedoelde door de SBCA vastgestelde certificatieschema. Deze eisen gelden naast de algemene eisen uit paragraaf 1 van Afdeling 1A van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit die gelden voor certificerende instellingen die een verzoek tot aanwijzing indienen.

Tevens is in de regelingswijziging een aanpassing opgenomen van artikel 2.6 van de Arboregeling omdat het tweede lid van dat artikel nog verwees naar twee niet meer bestaande artikelen van de Arboregeling, namelijk artikel 2.12 en artikel 2.13. Beide artikelen inzake het verstrekken van gegevens bij de aanvraag van het certificaat arbodienst waren al met ingang van 1 april 2013 vervallen.

Tot slot is in onderdeel E een correctie opgenomen van bijlage XIII.

De nieuwe artikelen van paragraaf 1 van Afdeling 1A van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit zijn per 1 januari 2018 van kracht (Stb. 2017, 487). Hierin wordt onder meer geregeld dat certificerende instellingen die wettelijk verplichte arbocertificaten willen afgeven dienen te beschikken over een accreditatie. Een certificerende instelling kan alleen worden geaccrediteerd als het door haar toe te passen certificatieschema aan bepaalde eisen voldoet. Door de Raad voor Accreditatie (RvA) wordt beoordeeld of dit het geval is. Dit was één van de redenen om het certificatieschema voor arbodiensten aan te passen. Tevens is het certificatieschema aangepast in verband met de wijzigingen van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 2017, 22) en het Arbeidsomstandighedenbesluit (Stb. 2017, 255) die per 1 juli 2017 en 1 januari 2018 in werking zijn getreden (Stb. 2017, 254) en wijzigingen in de privacyregelgeving.

Daarnaast is het certificatieschema aangepast in verband met de vervanging van NEN-EN-ISO 9001:2008 door NEN-EN-ISO 9001:2015 en de vervanging van de NEN-EN-ISO/IEC 17021:2011 door NEN-EN-ISO/IEC 17021:2015.

Tevens zijn thans niet meer noodzakelijke eisen uit het oude schema niet meer opgenomen in het nieuwe certificatieschema en zijn enkele bepalingen scherper verwoord. Ook zijn aanpassingen aangebracht naar aanleiding van nadere inzichten van de sector. Ten slotte is het sanctiebeleid duidelijker geformuleerd.

In de nota van toelichting bij de nieuwe artikelen van paragraaf 1 van Afdeling 1A van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit is aangegeven dat zij mede bedoeld zijn om de verantwoordelijkheden van enerzijds de Minister en anderzijds de schemabeheerders helder te scheiden. De Minister is verantwoordelijk voor de generieke aanwijzingseisen aan certificerende instellingen (paragraaf 1 van Afdeling 1A van het van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit). Schemabeheerders zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun certificatieschema’s. Certificatieschema’s bevatten daarom in het vervolg enerzijds de eisen waaraan aanvragers en houders van een certificaat moeten voldoen en anderzijds werkveldspecifieke eisen aan certificerende instellingen.

In lijn met het bovenstaande is door de SBCA een nieuw certificatieschema arbodiensten opgesteld met enerzijds certificatie-eisen aan arbodiensten (Deel 1) en anderzijds werkveldspecifieke eisen aan de certificerende instellingen die certificaten verstrekken aan arbodiensten (Deel 2).

Bij de voorbereiding van het nieuwe certificatieschema arbodiensten is overleg gevoerd met SBCA, waarbij bepaalde beleidsmatige en juridische gezichtspunten zijn ingebracht. De SBCA heeft met deze gezichtspunten rekening gehouden bij de vaststelling van het nieuwe certificatieschema.

De wettelijke verplichtstelling dat arbodiensten beschikken over een certificaat dat is afgegeven op basis van dit nieuwe certificatieschema is van belang, omdat zo een gerechtvaardigd vertrouwen kan bestaan dat alle arbodiensten beschikken over een adequaat managementsysteem en zij in staat zijn om hun wettelijke taken naar behoren uit te voeren.

Bij de opstelling van het certificatieschema is door de SBCA ook rekening gehouden met opmerkingen ter zake van de RvA. Voor certificerende instellingen die een accreditatie zullen aanvragen bij de RvA voor het certificeren aan de hand van dit certificatieschema is het immers van belang dat het certificatieschema voldoet aan eisen uit hoofde van accreditatie. De RvA heeft kenbaar gemaakt dat dit nieuwe certificatieschema aan die eisen voldoet.

Dit certificatieschema is tevens voor commentaar voorgelegd aan de Inspectie SZW. Zij heeft hierover geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt.

Voor een nadere toelichting op de inhoudelijke wijzigingen in het certificatieschema wordt verwezen naar de toelichting daarop die is opgesteld door de SBCA. Het Centraal College van Deskundigen van de SBCA is van mening dat de aanpassingen van eisen in dit certificatieschema in essentie verbeteringen en verdere preciseringen zijn die in materiële zin geen grote gevolgen hebben voor het functioneren van arbodiensten. Aangezien bij het schemabeheer alle belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd, betreft dit een breed gedeelde overtuiging.

Om de verantwoordelijkheid van de SBCA voor het nieuwe certificatieschema te onderstrepen is ervoor gekozen om het niet integraal op te nemen als bijlage bij de Arboregeling. Er wordt in de Arboregeling alleen geregeld dat arbodiensten dienen te beschikken over een certificaat arbodiensten dat dient te worden afgegeven op basis van de eisen uit Deel 1 van het nieuwe certificatieschema arbodiensten dat is vastgesteld door de SBCA en dat een certificerende instelling die deze certificaten afgeeft moet voldoen aan de eisen uit Deel 2 van dit schema. Het gaat om een statische verwijzing naar het certificatieschema (verwijzing naar een specifieke versie van het certificatieschema). Dit betekent dat de bijlagen IIa en IIb bij de Arboregeling kunnen worden ingetrokken. Omdat duidelijk moet zijn wat de geldende tekst is van het certificatieschema en ook voorgaande versies van het certificatieschema moeten kunnen worden geraadpleegd, wordt het certificatieschema in de Staatscourant gepubliceerd.

Het certificatieschema voorziet zelf in een overgangsregeling voor de arbodiensten die ten tijde van de inwerkingtreding van het nieuwe certificatieschema werkzaam zijn op basis van een geldig certificaat en voor arbodiensten die binnen een jaar na inwerkingtreding van het certificatieschema periode een (nieuw) certificaat aanvragen in verband met hercertificatie.

Bij de recente wijziging van bijlage XIII (Stcrt. 2018, 41167) is in onderdeel A met de lijst van wettelijke grenswaarden bij mangaan en anorganische mangaanverbindingen (als mangaan) per abuis de waarde van 0,05 niet in de juiste kolom opgenomen. Tevens is door toevoeging van voetnoten nu verduidelijkt op welke fracties de bij mangaan genoemde grenswaarden betrekking hebben. Tot slot is een schrijffout verbeterd. Deze wijziging (artikel I, onderdeel E) treedt met terugwerkende kracht tot en met 21 augustus 2018 in werking, zijnde de uiterste implementatietermijn van Richtlijn (EU) 2017/164 van de Commissie van 31 januari 2017 tot vaststelling van een vierde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling uit hoofde van Richtlijn 98/24/EG van de Raad en tot wijziging van de Richtlijnen 91/322/EEG, 2000/39/EG en 2009/161/EU van de Commissie (PbEU 2017, L 27).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven