Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2018, 2018-0000118517 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2017/164 in Bijlage XIII

De Staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4.3, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage XIII, behorend bij artikel 4.19, eerste lid, Lijst van wettelijke grenswaarden op grond van de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, Paragaaf A. Lijst van wettelijke grenswaarden, behorend bij de Arbeidsomstandighedenregeling, wordt als volgt gewijzigd:

1. De regel Azijnzuur komt te luiden:

Azijnzuur (ethaanzuur)

64-19-7

25

 

50

 

2. De regel Calciumdihydroxide komt te luiden:

Calcium-dihydroxide

1305-62-0

1 (2

 

4 (2

 

3. De regel Cyaniden, incl. cyaanwaterstof (als CN) komt te luiden:

Cyaniden (als CN)

 

1

 

5

H

4. De regel 1,4-Dichloorbenzeen komt te luiden:

1,4- Dichloor- benzeen/ p Dichloor-benzeen

106-46-7

12

 

60

H

5. De regel Koolmonoxide komt te luiden:

Koolmonoxide

630-08-0

23

 

117

 

6. De regel Lythiumhydride komt te luiden:

Lythiumhydride

7580-67-8

   

0,02

 

7. De regel Stikstofdioxide komt te luiden:

Stikstofdioxide

10102-44-0

0,96

 

1,91

 

8. De regel Stikstofmonoxide komt te luiden:

Stikstof-monoxide

10102-43-9

2,5

     

9. De regel Zwaveldioxide komt te luiden:

Zwaveldioxide

7446-09-5

0,7

 

0,7

 

10. De volgende stoffen worden in alfabetische volgorde ingevoegd:

Acroleïne / Acrylaldehyd /Prop-2-enal

107-02-8

0,05

 

0,12

 

Acrylzuur / Prop-2-eenzuur

79-10-7

29

 

59 (3

 

Amitrol (3-amino-1,2,4-triazol)

61-82-5

0,2

     

Calciumoxide

1305-78-8

1 (2

 

4 (2

 

But-2-yn-1,4-diol

110-65-6

0,5

     

Diacetyl / Butaan-dion

431-03-08

0,07

 

0,36

 

Difenylether

101-84-8

7

 

14

 

Ethylacetaat

141-78-6

734

 

1468

 

2-Ethylhexaan-1-ol

104-76-7

5,4

     

Glyceroltrinitraat

55-63-0

0,095

 

0,19

H

Koolstoftetra-chloride / Tetra-chloormethaan

56-23-5

6,4

 

32

H

Mangaan en anorganische mangaan-verbindingen (als mangaan)

7439-96-5

0,2

 

0,05 (2

 

Methyleenchloride/ dichloormethaan

75-09-2

353

 

706

H

Methylformaat

107-31-3

125

 

250

H

Nitroethaan

79-24-3

62

 

312

H

Terfenyl, gehydrogeneerd

61788-32-7

19

 

48

 

Tetrachloorethyleen (PER)

127-18-4

138

 

275

H

Tetraethylorthosilicaat

78-10-4

44

     

Vinylideen-chloride / 1,1-dichlooretheen

75-35-4

8

 

20

 

11. Na voetnoot 1 worden twee voetnoten toegevoegd luidende:

  • 2) Respirabel.

  • 3) TGG 1 minuut.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 21 augustus 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 juli 2018

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijziging van bijlage XIII van de Arbeidsomstandighedenregeling, Lijst van wettelijke grenswaarden op grond van de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.16, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, Paragaaf A. Lijst van wettelijke grenswaarden, behorend bij de Arbeidsomstandighedenregeling, wordt voorzien in implementatie van Richtlijn (EU) 2017/164 van de Commissie van 31 januari 2017 tot vaststelling van een vierde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling uit hoofde van Richtlijn 98/24/EG van de Raad en tot wijziging van de Richtlijnen 91/322/EEG, 2000/39/EG en 2009/161/EU van de Commissie (PbEU 2017, L 27).

In deze richtlijn worden voor 31 stoffen of stofgroepen indicatieve grenswaarden voorgeschreven. Voor één van deze stoffen, bisfenol A, is geen implementatie meer nodig omdat Nederland hiervoor al een wettelijke grenswaarde op het niveau van de IOELV (Indicative Occupational Exposure Limits) heeft.

Voor 22 stoffen of stofgroepen is nu een wettelijke grenswaarde vastgesteld waar voorheen nog geen grenswaarde gold.

Voor 8 stoffen had Nederland al wel een wettelijke grenswaarde, maar is de hoogte daarvan aangepast of is een andere wijziging doorgevoerd.

Artikel I

De punten 1 tot en met 9 betreffen stoffen waarvoor al wettelijke grenswaarden waren vastgesteld. Die zijn met deze regeling geactualiseerd.

Punt 10 bevat stoffen waarvoor nog geen wettelijke grenswaarde gold.

Conform het nationale beleid worden de wettelijke grenswaarden voor stoffen met een veilige drempelwaarde vastgesteld op die gezondheidskundig veilige waarde.

Voor het bepalen van de gezondheidskundig veilige waarde wordt uitgegaan van een (recent) Gezondheidsraadadvies, of een recenter advies van SCOEL (het Europese Wetenschappelijk Comité inzake grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling).

Aan de IOELV’s in de Richtlijn 2017/164 liggen adviezen van SCOEL ten grondslag. Voor vrijwel alle grenswaarden in Bijlage XIII vormen deze SCOEL-adviezen ook de onderbouwing.

In één geval, zwaveldioxide, was een Gezondheidsraadadvies uit 2003 beschikbaar dat uitgaat van dezelfde wetenschappelijke gegevens als het SCOEL-advies uit 2009. In dat geval is het Gezondheidsraadadvies als basis voor de grenswaarde genomen.

Administratieve lasten

Bedrijven die de stoffen gebruiken kunnen eenmalig moeten controleren of zij aan de nieuwe wettelijke grenswaarden voldoen. Daar staat overigens tegenover dat bedrijven al verplicht waren om zelf een grenswaarde voor een bepaalde gevaarlijke stof vast te stellen indien er geen wettelijke grenswaarde voor die stof was vastgesteld. Met het stellen van wettelijke grenswaarden hoeven bedrijven niet zelf een grenswaarde te stellen als zij met deze stoffen gaan werken en worden deze bedrijven derhalve ter zake ontlast. Netto wordt dus geen tot maar een gering effect op de administratieve lasten verwacht.

Nalevingskosten

Voor de 22 stoffen waarvoor nog geen wettelijke grenswaarde gold wordt er van uitgegaan dat de nalevingskosten zeer beperkt zijn.

De grenswaarden voor deze stoffen worden allemaal vastgesteld op het gezondheidskundig veilige niveau dat is geadviseerd door SCOEL. De werkgever is, zoals hierboven is opgemerkt, al verplicht zelf een grenswaarde voor een bepaalde gevaarlijke stof te stellen indien er geen wettelijke grenswaarde voor die stof is vastgesteld, en deze zodanig vast te stellen dat er geen gevaar voor de gezondheid kan ontstaan (Artikel 4.3, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit). Het ligt dan ook voor de hand dat de adviezen van SCOEL (vrijwel allemaal uit de periode 2004-2014) hier als uitgangspunt dienden voor het beleid van de werkgever.

Voor de stoffen waarvoor een wettelijke grenswaarde wordt vastgesteld die lager was dan de vastgestelde wettelijke grenswaarde, kan het zo zijn dat er wel nalevingskosten zijn, bijvoorbeeld als er verdergaande beheersmaatregelen moeten worden geïntroduceerd.

Van de 8 stoffen waarvoor wijzigingen zijn doorgevoerd in de nationale wettelijke grenswaarden gaat het bij slechts één stof, 1,4- Dichloorbenzeen, om een forse verlaging van de wettelijke grenswaarde. Er is geen inzicht in de benodigde investeringen door bedrijven. Het betreft bedrijfsspecifieke gegevens die niet openbaar zijn. Er worden overigens geen haalbaarheidsproblemen verwacht omdat in omringende landen lagere grenswaarden al de praktijk zijn.

Bij 2 stoffen, stikstofmonoxide en stikstofdioxide, gaat het om een substantiële verhoging van de wettelijke grenswaarde. In de bedrijven waar blootstelling aan die stoffen een gezondheidsrisico is, is daardoor sprake van een duidelijke verlaging van de nalevingskosten.

Bij de andere wijzigingen gaat het om een relatief kleine verlaging (bijvoorbeeld bij koolstofmonoxide) of om aanvullende kleine wijzigingen zoals het introduceren van wettelijke grenswaarden voor kortstondige blootstelling waar al een grenswaarde voor 8 uurs blootstelling was. De effecten op de nalevingskosten zijn daarmee naar verwachting beperkt.

Specifieke nationale invulling

De Richtlijn 2017/164 geeft lidstaten de mogelijkheid om voor ondergrondse mijnbouw en tunnelbouw een overgangstermijn te hanteren tot 21 augustus 2023 voor de wettelijke grenswaarden voor stikstofmonoxide, stikstofdioxide en koolstofmonoxide. Van die mogelijkheid wordt geen gebruik gemaakt. Voor stikstofmonoxide en stikstofdioxide had Nederland al lagere grenswaarden dan de IOELV die wordt voorgeschreven; voor koolstofmonoxide gaat het niet om een grote verlaging en zijn er geen aanwijzingen dat er haalbaarheidsproblemen zijn.

Voor zwaveldioxide wordt, zoals hierboven al is opgemerkt, uitgegaan van het Gezondheidsraadadvies voor de grenswaarde voor kortdurende blootstelling. De richtlijn schrijft voor dat voor deze stof nu ook een 8 uurs grenswaarde moet worden opgesteld, ook al vond de Gezondheidsraad dat niet opportuun. Daarom is de waarde voor kortdurende blootstelling nu ook als 8 uurs grenswaarde opgenomen. In de praktijk blijft dan de wettelijke grenswaarde voor kortdurende blootstelling bepalend.

Artikel II

De regeling treedt in werking op 21 augustus 2018. Zijnde de datum waarop de eerder genoemde richtlijn uiterlijk geïmplementeerd moet zijn.

Daarmee is er geen overgangstermijn. In dit geval is dat ook niet nodig, omdat de richtlijn al op 1 februari 2017 is gepubliceerd. Voor de 22 stoffen waarvoor een nieuwe wettelijke grenswaarde is vastgesteld, mag er ook van uit worden gegaan dat de wetenschappelijke adviezen die ten grondslag liggen aan de IOELV’s al de basis vormden voor de door de werkgever vastgestelde private grenswaarden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven