Besluit van 13 december 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 en enkele algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 december 2023, nr. 2023-0000738122;

Gelet op:

  • artikel XX van de Verzamelwet Omgevingswet 2023,

  • artikel XII, eerste lid, van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023,

  • artikel III van het Besluit van 20 september 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving in verband met de uitvoering van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn en enkele andere wijzigingen van wetgevingstechnische aard (Stb. 2023, 325),

  • artikel III van het Besluit bufferstroken meststoffen,

  • artikel II van het Besluit van 21 november 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de landelijke uniformering van de energie- en milieuprestatie bij nieuwbouw, het verbeteren van de veiligheid en gezondheid in gebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 426),

  • artikel IV van het Besluit van 8 november 2023 houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Stb. 2023, 424), en

  • artikel 9, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Onmiddellijk nadat de artikelen of onderdelen van de wetten en algemene maatregelen van bestuur, genoemd in het Besluit van 27 september 2023 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van sindsdien bekendgemaakte wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet (Stb. 2023, 320), in werking zijn getreden, treden met ingang van diezelfde datum, zijnde 1 januari 2024, in de hieronder aangegeven volgorde in werking:

  • 1. de Verzamelwet Omgevingswet 2023, met uitzondering van:

    • a. artikel I, onderdelen F en BN;

    • b. artikel VII, onderdeel E, onder 3;

    • c. artikel VIII, onderdeel B, onder 3; en

    • d. artikel X, onderdelen G en H;

  • 2. de artikelen I, onderdeel EN, onder 3, II, onderdeel V, III, onderdelen I, BP, onder 2, BW, CE, onder 5, en CF, en IV, onderdeel AR, van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023;

  • 3. het Besluit van 20 september 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving in verband met de uitvoering van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn en enkele andere wijzigingen van wetgevingstechnische aard (Stb. 2023, 325);

  • 4. het Besluit bufferstroken meststoffen;

  • 5. artikel I, onderdelen G, R, S, T en U, van het Besluit van 21 november 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de landelijke uniformering van de energie- en milieuprestatie bij nieuwbouw, het verbeteren van de veiligheid en gezondheid in gebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 426);

  • 6. de artikelen II en III van het Besluit van 8 november 2023 houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Stb. 2023, 424); en

  • 7. de artikelen 7 en 8, onderdelen A, onder 2, B, C, E, G en H, van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater (Stb. 2023, 199).

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2023

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Uitgegeven de vijftiende december 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit koninklijk besluit regelt dat de Verzamelwet Omgevingswet 2023 en enkele algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet en die na 15 september 2023 zijn bekendgemaakt, net als de Omgevingswet zelf, op 1 januari 2024 in werking treden. Op deze manier wordt niet alleen voorzien in de inwerkingtreding maar wordt ook de juiste inwerkingtredingsvolgorde vastgelegd. Voor de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met de Omgevingswet en die voor 15 september 2023 zijn bekendgemaakt is dit al geregeld in het Besluit van 5 april 2023 (Stb. 2023, 113) en het Besluit van 27 september 2023 (Stb. 2023, 320). Die twee besluiten worden hierna aangeduid als respectievelijk het eerste technische inwerkingtredingsbesluit en het tweede technische inwerkingtredingsbesluit.

In een enkel geval voorziet dit koninklijk besluit in de inwerkingtreding van artikelen van een algemene maatregel van bestuur die al was vastgesteld en bekendgemaakt voor 15 september 2023. Het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater (Stb. 2023, 199) is weliswaar al bekendgemaakt op 16 juni 2023 maar toch is de inwerkingtreding van de artikelen 7 en 8 van dat besluit niet geregeld in het tweede technische inwerkingtredingsbesluit. De reden daarvoor is dat de in die artikelen opgenomen wijzigingen pas verwerkt kunnen worden nadat hoofdstuk 18 van het Besluit activiteiten leefomgeving is vernummerd tot hoofdstuk 19. Die benodigde vernummering vindt plaats via artikel II van het Besluit van 8 november 2023 houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Stb. 2023, 424). In dit koninklijk besluit wordt geregeld dat eerst het artikel in werking treedt dat voorziet in de vernummering. Daarna laat het koninklijk besluit de artikelen tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater in werking treden. Op deze manier wordt er gezorgd voor een wetstechnisch correct eindresultaat.

Geconsolideerde versies

Voor de uitvoeringspraktijk zijn op de website www.iplo.nl geconsolideerde versies van de regelgeving behorend tot het stelsel beschikbaar gesteld. De versies laten zien hoe onder meer de Omgevingswet en de vier algemene maatregelen van bestuur op grond van de Omgevingswet eruit komen te zien, met inbegrip van zowel de wijzigingen die via dit koninklijke besluit in werking treden als de wijzigingen opgenomen in het eerste en tweede technische inwerkingtredingsbesluit. De geconsolideerde versies zijn van belang voor iedereen die zich op de nieuwe regelgeving voorbereidt of daarmee aan de slag gaat.

Artikelgewijs

In dit koninklijk besluit is vastgelegd in welke volgorde (de onderdelen) van de wetten en algemene maatregelen van bestuur die verband houden met het stelsel van de Omgevingswet en die niet zijn opgenomen in het eerste of tweede technische inwerkingtredingsbesluit in werking treden.

Onderdeel 1

Het eerste onderdeel van dit koninklijke besluit voorziet in de inwerkingtreding van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 zoals bekendgemaakt in Stb. 2023, 367. De Verzamelwet Omgevingswet 2023 bevat wetstechnische wijzigingen en andere wijzigingen van ondergeschikte aard om in de Omgevingswet en daaraan gerelateerde wetten aangetroffen inconsistenties, onduidelijkheden, omissies in het overgangsrecht en andere wetstechnische onvolkomenheden te herstellen.

Niet alle onderdelen van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 zullen op 1 januari 2024 in werking treden. Zo zijn de artikelen I, onderdeel F, VII, onderdeel E, onder 3, VIII, onderdeel B, onder 3, en X, onderdelen G en H, van inwerkingtreding uitgezonderd omdat deze voorzien in het aanpassen van de aanduiding van de ministers in verband met de portefeuilleverdeling na de formatie van kabinet Rutte IV. Op het moment dat de Verzamelwet Omgevingswet 2023 bij de Kamers lag werden deze wijzigingen achterhaald omdat de verdeling werd gewijzigd. Er is niet langer een Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in plaats daarvan de stelselverantwoordelijke minister. Waar het gaat om artikel X, onderdeel H, zal in de Vangnetregeling Omgevingswet nog voor 1 januari 2024 een regeling worden getroffen. In artikel 4.110 van de Invoeringswet Omgevingswet wordt namelijk wanneer de wijziging uit de Verzamelwet Omgevingswet 2023 niet wordt doorgevoerd niet verwezen naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maar naar de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Daarnaast zal ook artikel I, onderdeel BN, van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 niet in werking treden. De reden daarvoor is dat de betreffende wijziging voortbouwt op artikel 16.1 van de Omgevingswet zoals dat artikel komt te luiden na wijziging door artikel XI van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer zoals gepubliceerd in Stb. 2023, 183. Pas na inwerkingtreding van artikel XI van de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer kan ook artikel I, onderdeel BN, van de Verzamelwet Omgevingswet 2023 in werking treden.

Onderdeel 2

In het voorgaande technische inwerkingtredingsbesluit dat bekend is gemaakt in Stb. 2023, 320, is de inwerkingtreding geregeld van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 (Stb. 2023, 298). De artikelen I, onderdeel EN, onder 3, II, onderdeel V, III, onderdelen I, BP, onder 2, BW, CE, onder 5, en CF, en IV, onderdeel AR, van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 waren daarbij van inwerkingtreding uitgezonderd omdat de betreffende onderdelen afhankelijk zijn van de Verzamelwet Omgevingswet 2023. Om precies te zijn van de opname van de omschrijvingen van eieren, gebouwen, invasieve uitheemse soort, uitheemse soort, voor menselijke consumptie bestemd water en drinkwaterrichtlijn in de Omgevingswet en de wijzigingen die samenhangen met het nieuwe artikel 3.2a van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet dat wordt ingevoegd via de Verzamelwet Omgevingswet 2023. Nu die wet is bekrachtigd en bekendgemaakt en de inwerkingtreding ervan is geregeld in het eerste onderdeel van dit koninklijke besluit kunnen ook de genoemde onderdelen uit het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023 in werking treden op 1 januari 2024.

Onderdeel 3

Dit onderdeel regelt de inwerkingtreding van het Besluit van 20 september 2023 tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving in verband met de uitvoering van het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn en enkele andere wijzigingen van wetgevingstechnische aard (Stb. 2023, 325). Met dat besluit worden drie op 15 maart 2023 in werking getreden maatregelen uit het zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn beleidsneutraal geïmplementeerd in het stelsel van de Omgevingswet. Deze omzetting is nodig om te waarborgen dat deze maatregelen ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht blijven als de huidige grondslag voor deze maatregelen (het Besluit gebruik meststoffen) komt te vervallen.

Onderdeel 4

Via dit onderdeel wordt voorzien in de inwerkingtreding van het Besluit bufferstroken meststoffen (Stb. 2023, 357). Met dat besluit worden het Besluit activiteiten leefomgeving en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gewijzigd ter behoud van de regels voor bufferstroken. In bijzonder het verbod om op landbouwgrond op bufferstroken langs waterlopen meststoffen op of in de bodem te brengen. Deze regels stonden in de Uitvoeringsregeling bufferstroken (Stcrt. 2023, 6071) maar met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 komt de grondslag voor die regeling te vervallen.

Onderdeel 5

Onderdeel 5 regelt de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen G, R, S, T en U, van het Besluit van 21 november 2023 tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met de landelijke uniformering van de energie- en milieuprestatie bij nieuwbouw, het verbeteren van de veiligheid en gezondheid in gebouwen en enkele andere wijzigingen (Stb. 2023, 426). Via dat besluit worden wijzigingen met een verschillende achtergrond aangebracht in het Besluit bouwwerken leefomgeving. De wijzigingen die betrekking hebben op het laten vervallen van de maatwerkmogelijkheid voor gemeenten om hogere eisen te stellen aan nieuwbouw wat betreft de energieprestatie- en milieuprestatie-eis treden tegelijkertijd met de andere onderdelen van het stelsel op 1 januari 2024 in werking. Om industrieel bouwen te bevorderen is het noodzakelijk dat de technische bouwvoorschriften voor nieuwbouw in heel Nederland zo veel mogelijk uniform zijn.

Onderdeel 6

Dit onderdeel voorziet in de inwerkingtreding van de artikelen II en III van het Besluit van 8 november 2023 houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Stb. 2023, 424). De wijzigingen opgenomen in de artikelen II en III hangen samen met het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater (Stb. 2023, 199) en moeten om die reden op 1 januari 2024 in werking treden. Zo voorziet artikel II erin dat hoofdstuk 18 van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt vernummerd tot hoofdstuk 19. Niet alleen de wijzigingen uit artikel 7 maar ook de wijzigingen uit artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater bouwen hierop voort. Daarnaast zijn drie wijzigingen uit het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater overgeheveld naar het Besluit van 8 november 2023. Na bekendmaking van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater bleek namelijk dat de wijzigingen opgenomen in artikel 8, onderdelen A, onder 1, en D, per abuis niet feilloos aansloten op het Omgevingsbesluit zoals bekendgemaakt in Stb. 2018, 290, en gewijzigd via het Invoeringsbesluit Omgevingswet. In het geval van artikel 8, onderdeel F, van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater werd vooruitgelopen op een verwachte wijziging in het kader van werkgebonden personenmobiliteit. Via artikel III van het Besluit van 8 november 2023 worden de wijzigingen toch nog op de juiste wijze doorgevoerd.

Onderdeel 7

Nu in het voorgaande onderdeel de inwerkingtreding van de artikelen II en III van het Besluit van 8 november 2023 houdende wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het actualiseren van de regels over beleidsvoorbereiding en verantwoording en de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording voor waterschappen (Stb. 2023, 424) geregeld is, kan ook worden voorzien in de inwerkingtreding van de artikelen 7 en 8, onderdelen A, onder 2, B, C, E, G en H, van het Uitvoeringsbesluit verordening hergebruik stedelijk afvalwater (Stb. 2023, 199). Via de genoemde artikelen worden wijzigingen aangebracht in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Omgevingsbesluit ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PbEU 2020, L 177).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven