Besluit van 22 februari 2010, houdende regels over de verdeling van diverse decentralisatie- en integratie-uitkeringen aan provincies en gemeenten (Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister van Financiën van 3 juli 2009, CZW/WVOB 2009-0000360518;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 2009, nr. W04.09.0232/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 februari 2010, CZW/WVOB; 2010-0000052656, uitgebracht mede namens de Minister van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1 Uitkeringen aan provincies

Artikel 1 Bijdragen regionale omroepen

Voor de bekostiging van hun taak ten aanzien van regionale omroepen ontvangen de provincies in de jaren 2006 en 2007 de uitkering, genoemd in bijlage 1.

Artikel 2 Stimuleringsbudget collectief particulier opdrachtgeverschap

Voor het ondersteunen van initiatieven voor collectief particulier opdrachtgeverschap bij woningbouw ontvangen de provincies in het jaar 2008 de uitkering, genoemd in bijlage 2.

§ 2 Uitkeringen aan gemeenten

Artikel 3 Aanpak kindermishandeling

Voor de bekostiging van een regiocoördinator ten behoeve van de aanpak van kindermishandeling ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 3, in de jaren 2008 tot en met 2010 jaarlijks € 83 300.

Artikel 4 Aanvullende armoedebestrijding

Voor aanvullende armoedebestrijding ontvangen de gemeenten in het jaar 2008 de uitkering, genoemd in bijlage 4.

Artikel 5 Beeldende kunst en vormgeving

Voor het stimuleren van beeldende kunst en vormgeving ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 5, met ingang van 2009 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 6 Bewonersinitiatieven wijken

Voor bewonersinitiatieven ter verbetering van de leefbaarheid en versterking van de sociale cohesie in wijken ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 6, in de jaren 2008 tot en met 2011 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 7 Bibliotheekvoorzieningen in kleinere gemeenten

Voor het verbeteren van bibliotheekvoorzieningen ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 7, in de jaren 2008 tot en met 2012 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 8 BTW-compensatie waterschapswegen

Ter compensatie van de BTW die gemeenten hebben betaald vanwege wettelijk verplichte bijdragen aan waterschappen voor het onderhoud van wegen, ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 8, in de jaren 2007 tot en met 2015 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 9 Combinatiefuncties brede school sport en cultuur

Voor het bekostigen van combinatiefuncties ter bevordering van brede scholen met sport en cultuur ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 9, in de jaren 2008 en 2009 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 10 Compensatie derving OZB op bedrijfswoningen

Ter compensatie voor de derving van onroerende zaakbelasting als gevolg van het buiten aanmerking laten van de waarde van gedeelten van onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden ontvangen de gemeenten:

  • a. in het jaar 2006 de uitkering, genoemd in bijlage 10a;

  • b. in de jaren 2007 tot en met 2009 jaarlijks de uitkering, genoemd in bijlage 10b.

Artikel 11 Deltaplan inburgering

Voor het uitvoeren van een inburgeringsagenda ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 11, in het jaar 2008 € 50.000.

Artikel 12 Fiscale naheffing over gebruik dienstauto

Ter compensatie van fiscale naheffingen over het gebruik van dienstauto’s door burgemeesters, anders dan uit hoofde van het ambt, ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 12, in 2008 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 13 Homo-emancipatiebeleid

Voor het verbeteren van de sociale acceptatie van homoseksualiteit en het bestrijden van discriminatie, intimidatie en geweld tegen homoseksuelen ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 13, in de jaren 2008 tot en met 2011 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 14 Nationaal actieplan sport en bewegen

Voor deelname aan het Nationaal actieplan sport en bewegen ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 14, in de jaren 2008 tot en met 2010 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 15 Opvoeden in de buurt

Voor extra ondersteuning van risicogezinnen met jonge kinderen ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 15, in de jaren 2006 tot en met 2008 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 16 Participatie van vrouwen uit etnische minderheden

Voor de bevordering van de participatie van vrouwen uit etnische minderheden ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 16, in de jaren 2008 tot en met 2011 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 17 Pilot toezicht Drank- en Horecawet

Voor deelname aan een experiment met gemeentelijk toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 17, in de jaren 2008 en 2009 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 18 Pilot gemengde scholen

Voor deelname aan een experiment om segregatie in het basisonderwijs tegen te gaan ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 18, in de jaren 2008 tot en met 2011 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 19 Pilot voorschoolse en vroegschoolse educatie

Voor deelname aan het experiment voor voorschoolse en vroegschoolse educatie ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 19, in de jaren 2008 en 2009 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 20 Polarisatie en radicalisering

Voor het voorkomen van polarisatie en radicalisering ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 20, in de jaren 2008 tot en met 2011 het in die bijlage genoemde bedrag.

Artikel 21 Regionale fraudeplatforms

Voor deelname aan het landelijk netwerk interventieteams fraudebestrijding ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 21, met ingang van 2007 jaarlijks € 222.857.

Artikel 22 Stemcomputers

Voor de compensatie van het verlies van de boekwaarde van NEDAP stemmachines die het eigendom waren van de gemeenten ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 22, in 2008 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 23 Taalcoaches

Voor het opzetten van projecten voor taalcoaches in het kader van de inburgering van nieuwkomers, ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 23, in de jaren 2008 tot en met 2011 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 24 Tijdbeleid

Voor de flexibilisering van de openings- en arbeidstijden van zorg- en dienstverleners ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 24, in het jaar 2008 € 50.000.

Artikel 25 TSIOC

Voor de kosten van formatieplaatsen voor opsporing en controle in het kader van de intensivering van de handhaving van de Wet werk en bijstand ontvangen de gemeenten genoemd in bijlage 25 in de jaren 2007 tot en met 2010 jaarlijks de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 26 Uitvoering Wet inburgering

Voor de uitvoering van de Wet inburgering ontvangen de gemeenten in het jaar 2009 de uitkering, genoemd in bijlage 26.

Artikel 27 Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning

Voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning ontvangen de gemeenten:

  • a. in het jaar 2007 de uitkering genoemd in bijlage 27a.

  • b. met ingang van 2008 jaarlijks een uitkering waarbij de verdeelmaatstaven genoemd in bijlage 27b worden gehanteerd voor de verdeling van het totale beschikbare bedrag voor de uitkering. Artikel 3, derde tot en met vijfde lid, van het Besluit financiële verhouding 2001 is van overeenkomstige toepassing op deze uitkering.

Artikel 28 Veilige publieke taak

Voor het tegengaan van agressie tegen werknemers met een publieke taak ontvangt de gemeente Amsterdam in het jaar 2008 € 100.000.

Artikel 29 Wijkactieplannen

Voor de financiering van wijkactieplannen ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29, in de jaren 2008 tot en met 2010 de in die bijlage genoemde uitkering.

§ 3 Uitkeringen aan zowel gemeenten als provincies

Artikel 30 Antidiscriminatievoorzieningen

Voor het ontwikkelen en in standhouden van antidiscriminatievoorzieningen ontvangen de provincies in de jaren 2006 tot en met 2008 de uitkering, genoemd in bijlage 30a en ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 30b, in de jaren 2006 tot en met 2008 de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31 Cultuurparticipatie

Voor de uitvoering van het programma cultuurparticipatie ontvangen de provincies de uitkering, genoemd in bijlage 31a en de gemeenten genoemd in bijlage 31b jaarlijks in de jaren 2009 tot en met 2012 de in die bijlage genoemde uitkering.

§ 4 Slotbepalingen

Artikel 32

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Artikel 33

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 22 februari 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de zestiende maart 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage 1, genoemd in artikel 1 Bijdragen regionale omroepen

Provincie

Uitkering 2006

Uitkering 2007

   

Groningen

€ 4.442.568

€ 2.221.284

Fryslân

€ 4.876.758

€ 2.438.379

Drenthe

€ 4.665.823

€ 2.332.911

Overijssel

€ 5.943.032

€ 2.971.516

Gelderland

€ 8.284.430

€ 4.142.215

Utrecht

€ 5.133.580

€ 2.566.790

Noord-Holland

€ 8.218.954

€ 4.109.477

Zuid-Holland

€ 10.800.024

€ 5.400.012

Zeeland

€ 4.247.194

€ 2.123.597

Noord-Brabant

€ 8.705.117

€ 4.352.558

Limburg

€ 5.748.695

€ 2.874.348

Flevoland

€ 4.165.536

€ 2.082.768

Bijlage 2, genoemd in artikel 2: Stimuleringsbudget collectief particulier opdrachtgeverschap

Provincie

Uitkering 2008

 
   

Groningen

€ 411.138

 

Fryslân

€ 414.996

 

Drenthe

€ 358.408

 

Overijssel

€ 561.553

 

Gelderland

€ 847.810

 

Utrecht

€ 605.625

 

Noord-Holland

€ 1.154.220

 

Zuid-Holland

€ 1.416.657

 

Zeeland

€ 328.269

 

Noord-Brabant

€ 998.627

 

Limburg

€ 587.303

 

Flevoland

€ 315.394

 

Bijlage 3, genoemd in artikel 3 Aanpak kindermishandeling

Gemeente

Alkmaar

Almere

Amersfoort

Amsterdam

Apeldoorn

Arnhem

Breda

Delft

Den Helder

Dordrecht

Ede

Eindhoven

Emmen

Enschede

Gouda

Groningen

Haarlem

Heerlen

Helmond

Hilversum

Leeuwarden

Leiden

Maastricht

Nijmegen

Rotterdam

’s-Gravenhage

’s-Hertogenbosch

Spijkenisse

Tilburg

Utrecht

Venlo

Vlaardingen

Vlissingen

Zaanstad

Zwolle

Bijlage 4, genoemd in artikel 4 Aanvullende armoedebestrijding

Gemeente

Uitkering 2008

 
   

Aa en Hunze

€ 67.960

 

Aalburg

€ 26.138

 

Aalsmeer

€ 52.277

 

Aalten

€ 70.573

 

Abcoude

€ 13.069

 

Achtkarspelen

€ 104.553

 

Alblasserdam

€ 52.277

 

Albrandswaard

€ 39.207

 

Alkemade

€ 31.366

 

Alkmaar

€ 321.501

 

Almelo

€ 305.818

 

Almere

€ 486.173

 

Alphen a/d Rijn

€ 146.375

 

Alphen-Chaam

€ 18.297

 

Ameland

€ 10.455

 

Amersfoort

€ 350.254

 

Amstelveen

€ 175.127

 

Amsterdam

€ 4.127.241

 

Andijk

€ 15.683

 

Anna Paulowna

€ 39.207

 

Apeldoorn

€ 407.758

 

Appingedam

€ 49.663

 

Arcen en Velden

€ 18.297

 

Arnhem

€ 627.320

 

Assen

€ 193.424

 

Asten

€ 36.594

 

Baarle-Nassau

€ 23.524

 

Baarn

€ 57.504

 

Barendrecht

€ 57.504

 

Barneveld

€ 94.098

 

Bedum

€ 23.524

 

Beek

€ 41.821

 

Beemster

€ 18.297

 

Beesel

€ 36.594

 

Bellingwedde

€ 41.821

 

Bennebroek

€ 10.455

 

Bergambacht

€ 18.297

 

Bergeijk

€ 36.594

 

Bergen (L.)

€ 39.207

 

Bergen (NH.)

€ 81.029

 

Bergen op Zoom

€ 198.651

 

Berkelland

€ 117.622

 

Bernheze

€ 54.890

 

Bernisse

€ 18.297

 

Best

€ 62.732

 

Beuningen

€ 52.277

 

Beverwijk

€ 99.326

 

Binnenmaas

€ 57.504

 

Bladel

€ 41.821

 

Blaricum

€ 18.297

 

Bloemendaal

€ 31.366

 

Boarnsterhim

€ 57.504

 

Bodegraven

€ 33.980

 

Boekel

€ 18.297

 

Bolsward

€ 31.366

 

Borger-Odoorn

€ 86.256

 

Borne

€ 49.663

 

Borsele

€ 49.663

 

Boskoop

€ 31.366

 

Boxmeer

€ 62.732

 

Boxtel

€ 73.187

 

Breda

€ 533.222

 

Breukelen

€ 33.980

 

Brielle

€ 31.366

 

Bronckhorst

€ 88.870

 

Brummen

€ 49.663

 

Brunssum

€ 115.009

 

Bunnik

€ 18.297

 

Bunschoten

€ 31.366

 

Buren

€ 54.890

 

Bussum

€ 94.098

 

Capelle a/d IJssel

€ 201.265

 

Castricum

€ 52.277

 

Coevorden

€ 115.009

 

Cranendonck

€ 44.435

 

Cromstrijen

€ 28.752

 

Cuijk

€ 67.960

 

Culemborg

€ 67.960

 

Dalfsen

€ 52.277

 

Dantumadeel

€ 62.732

 

De Bilt

€ 73.187

 

De Marne

€ 47.049

 

De Ronde Venen

€ 65.346

 

De Wolden

€ 54.890

 

Delft

€ 316.274

 

Delfzijl

€ 107.167

 

Den Helder

€ 185.582

 

Deurne

€ 70.573

 

Deventer

€ 295.363

 

Diemen

€ 65.346

 

Dinkelland

€ 57.504

 

Dirksland

€ 18.297

 

Doesburg

€ 33.980

 

Doetinchem

€ 172.513

 

Dongen

€ 57.504

 

Dongeradeel

€ 96.712

 

Dordrecht

€ 449.579

 

Drechterland

€ 39.207

 

Drimmelen

€ 54.890

 

Dronten

€ 91.484

 

Druten

€ 39.207

 

Duiven

€ 52.277

 

Echt-Susteren

€ 83.643

 

Edam-Volendam

€ 44.435

 

Ede

€ 235.245

 

Eemnes

€ 15.683

 

Eemsmond

€ 65.346

 

Eersel

€ 31.366

 

Eijsden

€ 26.138

 

Eindhoven

€ 755.398

 

Elburg

€ 44.435

 

Emmen

€ 402.530

 

Enkhuizen

€ 47.049

 

Enschede

€ 697.893

 

Epe

€ 81.029

 

Ermelo

€ 70.573

 

Etten-Leur

€ 99.326

 

Ferwerderadiel

€ 28.752

 

Franekeradeel

€ 73.187

 

Gaasterlân-Sleat

€ 28.752

 

Geertruidenberg

€ 47.049

 

Geldermalsen

€ 47.049

 

Geldrop-Mierlo

€ 96.712

 

Gemert-Bakel

€ 70.573

 

Gennep

€ 39.207

 

Giessenlanden

€ 23.524

 

Gilze en Rijen

€ 54.890

 

Goedereede

€ 23.524

 

Goes

€ 107.167

 

Goirle

€ 49.663

 

Gorinchem

€ 107.167

 

Gouda

€ 222.176

 

Graafstroom

€ 13.069

 

Graft-De Rijp

€ 13.069

 

Grave

€ 28.752

 

Groesbeek

€ 57.504

 

Groningen

€ 823.357

 

Grootegast

€ 33.980

 

Gulpen-Wittem

€ 41.821

 

Haaksbergen

€ 60.118

 

Haaren

€ 26.138

 

Haarlem

€ 499.242

 

Haarlemmerliede/Spaarnw.

€ 10.455

 

Haarlemmermeer

€ 245.700

 

Halderberge

€ 65.346

 

Hardenberg

€ 128.078

 

Harderwijk

€ 99.326

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 28.752

 

Haren

€ 36.594

 

Harenkarspel

€ 44.435

 

Harlingen

€ 67.960

 

Hattem

€ 20.911

 

Heemskerk

€ 86.256

 

Heemstede

€ 54.890

 

Heerde

€ 36.594

 

Heerenveen

€ 141.147

 

Heerhugowaard

€ 104.553

 

Heerlen

€ 444.352

 

Heeze-Leende

€ 26.138

 

Heiloo

€ 41.821

 

Helden

€ 41.821

 

Hellendoorn

€ 81.029

 

Hellevoetsluis

€ 96.712

 

Helmond

€ 311.046

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 47.049

 

Hengelo

€ 253.542

 

het Bildt

€ 36.594

 

Heumen

€ 31.366

 

Heusden

€ 91.484

 

Hillegom

€ 47.049

 

Hilvarenbeek

€ 26.138

 

Hilversum

€ 240.473

 

Hof van Twente

€ 96.712

 

Hoogeveen

€ 167.285

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 154.216

 

Hoorn

€ 222.176

 

Horst aan de Maas

€ 57.504

 

Houten

€ 62.732

 

Huizen

€ 104.553

 

Hulst

€ 91.484

 

IJsselstein

€ 67.960

 

Jacobswoude

€ 18.297

 

Kampen

€ 146.375

 

Kapelle

€ 23.524

 

Katwijk

€ 122.850

 

Kerkrade

€ 203.879

 

Kessel

€ 7.841

 

Koggenland

€ 39.207

 

Kollumeland/Nieuwkruisl.

€ 39.207

 

Korendijk

€ 20.911

 

Krimpen aan den IJssel

€ 60.118

 

Laarbeek

€ 52.277

 

Landerd

€ 26.138

 

Landgraaf

€ 120.236

 

Landsmeer

€ 18.297

 

Langedijk

€ 49.663

 

Lansingerland

€ 78.415

 

Laren

€ 23.524

 

Leek

€ 49.663

 

Leerdam

€ 49.663

 

Leeuwarden

€ 405.144

 

Leeuwarderadeel

€ 23.524

 

Leiden

€ 384.233

 

Leiderdorp

€ 47.049

 

Leidschendam-Voorburg

€ 188.196

 

Lelystad

€ 237.859

 

Lemsterland

€ 49.663

 

Leudal

€ 73.187

 

Leusden

€ 41.821

 

Liesveld

€ 18.297

 

Lingewaal

€ 23.524

 

Lingewaard

€ 101.939

 

Lisse

€ 47.049

 

Lith

€ 13.069

 

Littenseradiel

€ 23.524

 

Lochem

€ 78.415

 

Loenen

€ 20.911

 

Loon op Zand

€ 52.277

 

Lopik

€ 20.911

 

Loppersum

€ 36.594

 

Losser

€ 60.118

 

Maarssen

€ 81.029

 

Maasbree

€ 23.524

 

Maasdonk

€ 20.911

 

Maasdriel

€ 54.890

 

Maasgouw

€ 57.504

 

Maassluis

€ 88.870

 

Maastricht

€ 517.539

 

Margraten

€ 26.138

 

Marum

€ 28.752

 

Medemblik

€ 67.960

 

Meerlo-Wanssum

€ 15.683

 

Meerssen

€ 44.435

 

Meijel

€ 7.841

 

Menaldumadeel

€ 41.821

 

Menterwolde

€ 47.049

 

Meppel

€ 88.870

 

Middelburg

€ 143.761

 

Middelharnis

€ 39.207

 

Midden-Delfland

€ 28.752

 

Midden-Drenthe

€ 88.870

 

Mill en Sint Hubert

€ 26.138

 

Millingen aan de Rijn

€ 15.683

 

Moerdijk

€ 86.256

 

Montferland

€ 86.256

 

Montfoort

€ 23.524

 

Mook en Middelaar

€ 18.297

 

Moordrecht

€ 18.297

 

Muiden

€ 15.683

 

Naarden

€ 33.980

 

Neder-Betuwe

€ 47.049

 

Nederlek

€ 31.366

 

Nederweert

€ 33.980

 

Neerijnen

€ 26.138

 

Niedorp

€ 28.752

 

Nieuwegein

€ 141.147

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 39.207

 

Nieuwkoop

€ 49.663

 

Nieuw-Lekkerland

€ 13.069

 

Nijefurd

€ 49.663

 

Nijkerk

€ 75.801

 

Nijmegen

€ 671.755

 

Noord-Beveland

€ 26.138

 

Noordenveld

€ 83.643

 

Noordoostpolder

€ 133.305

 

Noordwijk

€ 60.118

 

Noordwijkerhout

€ 36.594

 

Nuenen c.a.

€ 39.207

 

Nunspeet

€ 49.663

 

Nuth

€ 36.594

 

Oegstgeest

€ 33.980

 

Oirschot

€ 33.980

 

Oisterwijk

€ 65.346

 

Oldebroek

€ 31.366

 

Oldenzaal

€ 88.870

 

Olst-Wijhe

€ 44.435

 

Ommen

€ 36.594

 

Onderbanken

€ 23.524

 

Oost Gelre

€ 62.732

 

Oosterhout

€ 133.305

 

Oostflakkee

€ 28.752

 

Ooststellingwerf

€ 86.256

 

Oostzaan

€ 13.069

 

Opmeer

€ 20.911

 

Opsterland

€ 81.029

 

Oss

€ 209.107

 

Oud-Beijerland

€ 44.435

 

Oude IJsselstreek

€ 122.850

 

Ouder-Amstel

€ 28.752

 

Ouderkerk

€ 15.683

 

Oudewater

€ 18.297

 

Overbetuwe

€ 101.939

 

Papendrecht

€ 70.573

 

Pekela

€ 60.118

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 60.118

 

Purmerend

€ 211.720

 

Putten

€ 39.207

 

Raalte

€ 83.643

 

Reeuwijk

€ 26.138

 

Reiderland

€ 28.752

 

Reimerswaal

€ 49.663

 

Renkum

€ 78.415

 

Renswoude

€ 7.841

 

Reusel-De Mierden

€ 20.911

 

Rheden

€ 135.919

 

Rhenen

€ 39.207

 

Ridderkerk

€ 117.622

 

Rijnwaarden

€ 28.752

 

Rijnwoude

€ 28.752

 

Rijssen-Holten

€ 67.960

 

Rijswijk

€ 141.147

 

Roerdalen

€ 57.504

 

Roermond

€ 219.562

 

Roosendaal

€ 232.631

 

Rotterdam

€ 3.275.132

 

Rozenburg

€ 26.138

 

Rozendaal

€ 2.614

 

Rucphen

€ 57.504

 

Schagen

€ 44.435

 

Scheemda

€ 39.207

 

Schermer

€ 7.841

 

Scherpenzeel

€ 13.069

 

Schiedam

€ 303.205

 

Schiermonnikoog

€ 2.614

 

Schijndel

€ 52.277

 

Schinnen

€ 28.752

 

Schoonhoven

€ 20.911

 

Schouwen-Duiveland

€ 96.712

 

Sevenum

€ 15.683

 

’s-Gravenhage

€ 2.125.046

 

’s-Hertogenbosch

€ 436.510

 

Simpelveld

€ 26.138

 

Sint Anthonis

€ 20.911

 

Sint-Michielsgestel

€ 52.277

 

Sint-Oedenrode

€ 36.594

 

Sittard-Geleen

€ 345.026

 

Skarsterlân

€ 67.960

 

Sliedrecht

€ 52.277

 

Slochteren

€ 44.435

 

Sluis

€ 91.484

 

Smallingerland

€ 185.582

 

Sneek

€ 130.692

 

Soest

€ 107.167

 

Someren

€ 33.980

 

Son en Breugel

€ 26.138

 

Spijkenisse

€ 188.196

 

Stadskanaal

€ 154.216

 

Staphorst

€ 23.524

 

Stede Broec

€ 47.049

 

Steenbergen

€ 54.890

 

Steenwijkerland

€ 146.375

 

Stein

€ 62.732

 

Strijen

€ 18.297

 

Ten Boer

€ 18.297

 

Terneuzen

€ 175.127

 

Terschelling

€ 13.069

 

Texel

€ 44.435

 

Teylingen

€ 54.890

 

Tholen

€ 65.346

 

Tiel

€ 112.395

 

Tilburg

€ 692.666

 

Tubbergen

€ 36.594

 

Twenterand

€ 81.029

 

Tynaarlo

€ 70.573

 

Tytsjerksteradiel

€ 83.643

 

Ubbergen

€ 26.138

 

Uden

€ 99.326

 

Uitgeest

€ 18.297

 

Uithoorn

€ 47.049

 

Urk

€ 31.366

 

Utrecht

€ 974.959

 

Utrechtse Heuvelrug

€ 109.781

 

Vaals

€ 41.821

 

Valkenburg a/d Geul

€ 57.504

 

Valkenswaard

€ 83.643

 

Veendam

€ 117.622

 

Veenendaal

€ 151.602

 

Veere

€ 47.049

 

Veghel

€ 73.187

 

Veldhoven

€ 88.870

 

Velsen

€ 175.127

 

Venlo

€ 345.026

 

Venray

€ 94.098

 

Vianen

€ 41.821

 

Vlaardingen

€ 266.611

 

Vlagtwedde

€ 70.573

 

Vlieland

€ 2.614

 

Vlissingen

€ 162.058

 

Vlist

€ 18.297

 

Voerendaal

€ 26.138

 

Voorschoten

€ 44.435

 

Voorst

€ 47.049

 

Vught

€ 54.890

 

Waalre

€ 31.366

 

Waalwijk

€ 130.692

 

Waddinxveen

€ 47.049

 

Wageningen

€ 88.870

 

Wassenaar

€ 60.118

 

Waterland

€ 28.752

 

Weert

€ 135.919

 

Weesp

€ 52.277

 

Werkendam

€ 49.663

 

Wervershoof

€ 20.911

 

West Maas en Waal

€ 47.049

 

Westerveld

€ 57.504

 

Westervoort

€ 36.594

 

Westland

€ 222.176

 

Weststellingwerf

€ 104.553

 

Westvoorne

€ 28.752

 

Wierden

€ 44.435

 

Wieringen

€ 28.752

 

Wieringermeer

€ 36.594

 

Wijchen

€ 94.098

 

Wijdemeren

€ 52.277

 

Wijk bij Duurstede

€ 44.435

 

Winschoten

€ 70.573

 

Winsum

€ 41.821

 

Winterswijk

€ 96.712

 

Woensdrecht

€ 44.435

 

Woerden

€ 88.870

 

Wormerland

€ 31.366

 

Woudenberg

€ 18.297

 

Woudrichem

€ 31.366

 

Wûnseradiel

€ 36.594

 

Wymbritseradiel

€ 41.821

 

Zaanstad

€ 415.599

 

Zaltbommel

€ 52.277

 

Zandvoort

€ 67.960

 

Zederik

€ 26.138

 

Zeevang

€ 13.069

 

Zeewolde

€ 39.207

 

Zeist

€ 162.058

 

Zevenaar

€ 78.415

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 23.524

 

Zijpe

€ 31.366

 

Zoetermeer

€ 290.135

 

Zoeterwoude

€ 13.069

 

Zuidhorn

€ 36.594

 

Zundert

€ 44.435

 

Zutphen

€ 156.830

 

Zwartewaterland

€ 49.663

 

Zwijndrecht

€ 122.850

 

Zwolle

€ 334.571

 

Bijlage 5, genoemd in artikel 5 Beeldende kunst en vormgeving

Gemeente

Uitkering

 
   

Alkmaar

€ 150.000

 

Almere

€ 150.000

 

Amersfoort

€ 150.000

 

Amsterdam

€ 2.605.874

 

Apeldoorn

€ 150.000

 

Arnhem

€ 374.923

 

Assen

€ 150.000

 

Breda

€ 150.000

 

Delft

€ 150.000

 

Den Bosch

€ 150.000

 

Den Haag

€ 1.654.253

 

Deventer

€ 150.000

 

Dordrecht

€ 150.000

 

Ede

€ 150.000

 

Eindhoven

€ 550.226

 

Emmen

€ 150.000

 

Enschede

€ 404.571

 

Groningen

€ 473.748

 

Haarlem

€ 150.000

 

Haarlemmermeer

€ 150.000

 

Heerlen

€ 150.000

 

Leeuwarden

€ 150.000

 

Leiden

€ 150.000

 

Lelystad

€ 150.000

 

Maastricht

€ 324.169

 

Middelburg

€ 150.000

 

Nijmegen

€ 150.000

 

Rotterdam

€ 2.111.492

 

Sittard/Geleen

€ 150.000

 

Tilburg

€ 150.000

 

Utrecht

€ 951.227

 

Venlo

€ 150.000

 

Westland

€ 150.000

 

Zaanstad

€ 150.000

 

Zoetermeer

€ 150.000

 

Zwolle

€ 150.000

 

Bijlage 6, genoemd in artikel 6 Bewonersinitiatieven wijken

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

     

Alkmaar

€ 400.000

€ 4.500.000

€ 4.500.000

€ 150.000

Almelo

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Amersfoort

€ 360.000

€ 390.000

€ 390.000

€ 90.000

Amsterdam

€ 3.210.000

€ 4.665.000

€ 4.665.000

€ 4.365.000

Arnhem

€ 830.000

€ 1.095.000

€ 1.095.000

€ 795.000

Breda

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Den Haag

€ 1.250.000

€ 1.875.000

€ 1.875.000

€ 1.875.000

Deventer

€ 370.000

€ 405.000

€ 405.000

€ 105.000

Dordrecht

€ 490.000

€ 585.000

€ 585.000

€ 285.000

Eindhoven

€ 550.000

€ 675.000

€ 675.000

€ 375.000

Emmen

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Enschede

€ 360.000

€ 390.000

€ 390.000

€ 90.000

Groningen

€ 450.000

€ 525.000

€ 525.000

€ 225.000

Haarlem

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Heerlen

€ 390.000

€ 435.000

€ 435.000

€ 135.000

Helmond

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Hengelo O

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Leeuwarden

€ 350.000

€ 375.000

€ 375.000

€ 75.000

Leiden

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Lelystad

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Maastricht

€ 490.000

€ 585.000

€ 585.000

€ 285.000

Nijmegen

€ 390.000

€ 435.000

€ 435.000

€ 135.000

Rotterdam

€ 3.180.000

€ 4.620.000

€ 4.620.000

€ 4.320.000

Schiedam

€ 480.000

€ 570.000

€ 570.000

€ 270.000

’s-Gravenhage

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

’s-Hertogenbosch

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Sittard-Geleen

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Tilburg

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Utrecht

€ 1.150.000

€ 1.575.000

€ 1.575.000

€ 1.275.000

Venlo

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Zaanstad

€ 400.000

€ 450.000

€ 450.000

€ 150.000

Zwolle

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

 

Bijlage 7, genoemd in artikel 7 Bibliotheekvoorzieningen in kleinere gemeenten

Gemeente

Uitkering

 
   

Aa en Hunze

€ 29.193

 

Aalburg

€ 14.039

 

Aalsmeer

€ 28.572

 

Aalten

€ 31.485

 

Abcoude

€ 9.879

 

Achtkarspelen

€ 32.139

 

Alblasserdam

€ 21.317

 

Albrandswaard

€ 24.579

 

Alkemade

€ 16.600

 

Alphen-Chaam

€ 10.804

 

Ameland

€ 3.951

 

Andijk

€ 7.529

 

Anna Paulowna

€ 15.998

 

Appingedam

€ 13.918

 

Arcen en Velden

€ 10.027

 

Asten

€ 18.699

 

Baarle-Nassau

€ 7.622

 

Baarn

€ 27.836

 

Bedum

€ 12.106

 

Beek

€ 19.091

 

Beemster

€ 9.680

 

Beesel

€ 15.584

 

Bellingwedde

€ 10.865

 

Bennebroek

€ 5.888

 

Bergambacht

€ 10.828

 

Bergeijk

€ 20.663

 

Bergen (L.)

€ 15.487

 

Bernheze

€ 33.853

 

Bernisse

€ 14.468

 

Best

€ 33.125

 

Beuningen

€ 28.814

 

Binnenmaas

€ 32.717

 

Bladel

€ 21.764

 

Blaricum

€ 10.406

 

Bloemendaal

€ 19.446

 

Boarnsterhim

€ 22.057

 

Bodegraven

€ 22.116

 

Boekel

€ 10.852

 

Bolsward

€ 10.962

 

Borger-Odoorn

€ 30.031

 

Borne

€ 23.435

 

Borsele

€ 25.566

 

Boskoop

€ 17.385

 

Boxmeer

€ 32.805

 

Breukelen

€ 16.707

 

Brielle

€ 18.178

 

Brummen

€ 24.243

 

Brunssum

€ 33.792

 

Bunnik

€ 16.171

 

Bunschoten

€ 22.240

 

Buren

€ 29.289

 

Cranendonck

€ 23.161

 

Cromstrijen

€ 14.823

 

Cuijk

€ 27.692

 

Culemborg

€ 31.037

 

Dalfsen

€ 30.310

 

Dantumadeel

€ 22.224

 

De Marne

€ 12.281

 

De Wolden

€ 26.953

 

Delfzijl

€ 31.580

 

Diemen

€ 27.280

 

Dinkelland

€ 29.762

 

Dirksland

€ 9.503

 

Doesburg

€ 13.239

 

Dongen

€ 29.092

 

Dongeradeel

€ 28.387

 

Drechterland

€ 21.237

 

Drimmelen

€ 30.349

 

Druten

€ 20.686

 

Duiven

€ 29.241

 

Edam-Volendam

€ 32.540

 

Eemnes

€ 10.153

 

Eemsmond

€ 19.083

 

Eersel

€ 20.603

 

Eijsden

€ 13.308

 

Elburg

€ 25.371

 

Enkhuizen

€ 20.357

 

Ermelo

€ 30.040

 

Ferwerderadiel

€ 10.157

 

Franekeradeel

€ 23.492

 

Gaasterlân-Sleat

€ 11.705

 

Geertruidenberg

€ 23.667

 

Geldermalsen

€ 29.959

 

Gemert-Bakel

€ 31.850

 

Gennep

€ 19.257

 

Giessenlanden

€ 16.509

 

Gilze en Rijen

€ 28.979

 

Goedereede

€ 13.300

 

Goirle

€ 25.220

 

Graafstroom

€ 11.140

 

Graft-De Rijp

€ 7.527

 

Grave

€ 14.640

 

Groesbeek

€ 21.592

 

Grootegast

€ 13.873

 

Gulpen-Wittem

€ 16.948

 

Haaksbergen

€ 27.805

 

Haaren

€ 15.728

 

Haarlemmerliede

€ 6.217

 

Halderberge

€ 33.496

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 20.205

 

Haren

€ 21.480

 

Harenkarspel

€ 18.169

 

Harlingen

€ 17.661

 

Hattem

€ 13.281

 

Heemstede

€ 29.207

 

Heerde

€ 20.571

 

Heeze-Leende

€ 17.305

 

Heiloo

€ 25.100

 

Helden

€ 22.321

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 28.350

 

het Bildt

€ 12.520

 

Heumen

€ 19.041

 

Hillegom

€ 23.177

 

Hilvarenbeek

€ 17.252

 

Horst aan de Maas

€ 32.949

 

Hulst

€ 31.991

 

Jacobswoude

€ 12.207

 

Kapelle

€ 13.705

 

Kessel

€ 4.873

 

Koggenland

€ 24.226

 

Kollumerland en Nieuwkruisland

€ 14.996

 

Korendijk

€ 12.391

 

Krimpen aan den IJssel

€ 32.797

 

Laarbeek

€ 24.836

 

Landerd

€ 16.834

 

Landsmeer

€ 11.721

 

Langedijk

€ 29.617

 

Lansingerland

€ 52.556

 

Laren

€ 12.538

 

Leek

€ 21.915

 

Leerdam

€ 23.626

 

Leeuwarderadeel

€ 11.890

 

Leiderdorp

€ 29.780

 

Lemsterland

€ 15.342

 

Leudal

€ 42.043

 

Leusden

€ 32.673

 

Liesveld

€ 11.190

 

Lingewaal

€ 12.410

 

Lisse

€ 25.095

 

Lith

€ 7.670

 

Littenseradiel

€ 12.391

 

Loenen

€ 9.378

 

Loon op Zand

€ 26.117

 

Lopik

€ 15.987

 

Loppersum

€ 12.313

 

Losser

€ 25.678

 

Maasbree

€ 14.677

 

Maasdonk

€ 12.895

 

Maasdriel

€ 26.853

 

Maasgouw

€ 27.975

 

Margraten

€ 15.441

 

Marum

€ 11.495

 

Medemblik

€ 30.342

 

Meerlo-Wanssum

€ 8.748

 

Meerssen

€ 22.542

 

Meijel

€ 6.705

 

Menaldumadeel

€ 15.770

 

Menterwolde

€ 14.338

 

Middelharnis

€ 20.318

 

Midden-Delfland

€ 20.026

 

Mill en Sint Hubert

€ 12.570

 

Millingen aan de Rijn

€ 6.699

 

Montfoort

€ 15.387

 

Mook en Middelaar

€ 9.169

 

Moordrecht

€ 9.274

 

Muiden

€ 7.602

 

Naarden

€ 19.606

 

Neder-Betuwe

€ 25.477

 

Nederlek

€ 16.583

 

Nederweert

€ 18.887

 

Neerijnen

€ 13.533

 

Niedorp

€ 13.674

 

Nieuwerkerk aan den IJssel

€ 25.047

 

Nieuwkoop

€ 30.819

 

Nieuw-Lekkerland

€ 10.785

 

Nijefurd

€ 12.432

 

Noord-Beveland

€ 8.299

 

Noordwijk

€ 28.207

 

Noordwijkerhout

€ 17.466

 

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

€ 25.914

 

Nunspeet

€ 30.358

 

Nuth

€ 18.094

 

Oegstgeest

€ 25.149

 

Oirschot

€ 20.387

 

Oisterwijk

€ 29.398

 

Oldebroek

€ 26.038

 

Olst-Wijhe

€ 19.787

 

Ommen

€ 19.769

 

Onderbanken

€ 9.582

 

Oost Gelre

€ 34.092

 

Oostflakkee

€ 11.596

 

Ooststellingwerf

€ 29.948

 

Oostzaan

€ 10.561

 

Opmeer

€ 12.804

 

Opsterland

€ 33.784

 

Oud-Beijerland

€ 27.430

 

Ouder-Amstel

€ 14.889

 

Ouderkerk

€ 9.350

 

Oudewater

€ 11.366

 

Pekela

€ 15.193

 

Putten

€ 26.313

 

Reeuwijk

€ 14.460

 

Reiderland

€ 7.997

 

Reimerswaal

€ 24.106

 

Renswoude

€ 5.097

 

Reusel-De Mierden

€ 14.123

 

Rhenen

€ 21.291

 

Rijnwaarden

€ 12.561

 

Rijnwoude

€ 21.436

 

Roerdalen

€ 24.347

 

Roermond

€ 10.100

 

Rozenburg

€ 14.481

 

Rozendaal

€ 1.744

 

Rucphen

€ 25.590

 

Schagen

€ 21.793

 

Scheemda

€ 16.122

 

Schermer

€ 5.869

 

Scherpenzeel

€ 10.193

 

Schiermonnikoog

€ 1.080

 

Schijndel

€ 26.165

 

Schinnen

€ 15.358

 

Schoonhoven

€ 13.920

 

Sevenum

€ 8.708

 

Simpelveld

€ 12.926

 

Sint Anthonis

€ 13.437

 

Sint-Michielsgestel

€ 31.886

 

Sint-Oedenrode

€ 19.609

 

Skarsterlân

€ 30.892

 

Sliedrecht

€ 27.150

 

Slochteren

€ 17.342

 

Sluis

€ 27.779

 

Someren

€ 20.709

 

Son en Breugel

€ 17.479

 

Staphorst

€ 18.157

 

Stede Broec

€ 24.376

 

Steenbergen

€ 26.610

 

Stein

€ 30.070

 

Strijen

€ 10.425

 

Ten Boer

€ 8.275

 

Terschelling

€ 5.375

 

Texel

€ 15.552

 

Tholen

€ 28.727

 

Tubbergen

€ 23.667

 

Ubbergen

€ 10.699

 

Uitgeest

€ 13.774

 

Uithoorn

€ 30.808

 

Urk

€ 20.082

 

Vaals

€ 11.373

 

Valkenburg aan de Geul

€ 19.626

 

Veendam

€ 32.110

 

Veere

€ 25.067

 

Vianen

€ 22.484

 

Vlagtwedde

€ 18.957

 

Vlieland

€ 1.298

 

Vlist

€ 11.195

 

Voerendaal

€ 14.672

 

Voorschoten

€ 26.020

 

Voorst

€ 26.848

 

Vught

€ 28.823

 

Waalre

€ 18.867

 

Waddinxveen

€ 29.573

 

Wassenaar

€ 29.244

 

Waterland

€ 19.623

 

Weesp

€ 20.049

 

Werkendam

€ 30.285

 

Wervershoof

€ 9.738

 

West Maas en Waal

€ 20.854

 

Westerveld

€ 22.026

 

Westervoort

€ 17.814

 

Weststellingwerf

€ 29.121

 

Westvoorne

€ 16.134

 

Wierden

€ 26.767

 

Wieringen

€ 9.943

 

Wieringermeer

€ 14.467

 

Wijdemeren

€ 26.918

 

Wijk bij Duurstede

€ 26.684

 

Winschoten

€ 21.100

 

Winsum

€ 15.991

 

Winterswijk

€ 33.402

 

Woensdrecht

€ 24.549

 

Wormerland

€ 18.107

 

Woudenberg

€ 13.022

 

Woudrichem

€ 16.363

 

Wûnseradiel

€ 13.586

 

Wymbritseradiel

€ 18.458

 

Zaltbommel

€ 29.913

 

Zandvoort

€ 18.956

 

Zederik

€ 15.379

 

Zeevang

€ 7.215

 

Zeewolde

€ 22.502

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 11.841

 

Zijpe

€ 13.199

 

Zoeterwoude

€ 9.593

 

Zuidhorn

€ 21.087

 

Zundert

€ 23.809

 

Zwartewaterland

€ 25.031

 

Bijlage 8, genoemd in artikel 8 BTW-compensatie waterschapswegen

Gemeente

Uitkering 2007

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

Uitkering 2012

Uitkering 2013

Uitkering 2014

Uitkering 2015

          

Aalburg

€ 395

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Aalten

€ 2.007

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Alblasserdam

€ 12.029

€ 3.284

€ 3.413

€ 3.544

€ 3.678

€ 3.816

€ 3.956

€ 4.100

€ 4.194

Albrandswaard

€ 40.665

€ 11.103

€ 11.537

€ 11.981

€ 12.435

€ 12.899

€ 13.375

€ 13.861

€ 14.180

Amsterdam

€ 131.561

€ 35.738

€ 36.456

€ 37.859

€ 39.294

€ 40.762

€ 42.264

€ 43.800

€ 44.807

Andijk

€ 48.633

€ 13.278

€ 13.797

€ 14.328

€ 14.871

€ 15.427

€ 15.995

€ 16.577

€ 16.958

Anna Paulowna

€ 33.797

€ 1.202

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Barendrecht

€ 27.315

€ 7.458

€ 7.750

€ 8.048

€ 8.353

€ 8.665

€ 8.984

€ 9.311

€ 9.525

Barneveld

€ 303

€ 53

€ 45

€ 36

€ 27

€ 18

€ 9

€ 0

€ 0

Beemster

€ 231.592

€ 53.144

€ 43.734

€ 45.417

€ 47.139

€ 48.900

€ 50.701

€ 52.544

€ 53.753

Bergambacht

€ 81.397

€ 22.224

€ 23.093

€ 23.981

€ 24.890

€ 25.820

€ 26.772

€ 27.745

€ 28.383

Bergen NH

€ 104.685

€ 28.582

€ 29.700

€ 30.842

€ 32.011

€ 33.207

€ 34.431

€ 35.682

€ 36.503

Bernisse

€ 202.668

€ 39.693

€ 41.244

€ 42.831

€ 44.455

€ 46.115

€ 47.814

€ 49.553

€ 50.692

Binnenmaas

€ 161.495

€ 44.094

€ 45.817

€ 47.580

€ 49.383

€ 51.228

€ 53.116

€ 55.046

€ 56.312

Boarnsterhim

€ 7.357

€ 1.839

€ 1.839

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Borsele

€ 328.890

€ 83.607

€ 86.875

€ 90.218

€ 93.637

€ 97.135

€ 100.714

€ 104.375

€ 106.776

Brielle

€ 85.836

€ 19.647

€ 18.876

€ 19.602

€ 20.345

€ 21.105

€ 21.883

€ 22.678

€ 23.200

Bunschoten

€ 35.090

€ 3.773

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Buren

€ 88.532

€ 22.133

€ 22.133

€ 22.133

€ 20.083

€ 20.083

€ 4.738

€ 0

€ 0

Castricum

€ 48.698

€ 13.296

€ 13.816

€ 14.347

€ 14.891

€ 15.448

€ 16.017

€ 16.599

€ 16.981

Cromstrijen

€ 152.059

€ 41.517

€ 43.140

€ 44.800

€ 46.498

€ 48.235

€ 50.012

€ 51.830

€ 53.022

De Ronde Venen

€ 456

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Den Helder

€ 102.154

€ 27.891

€ 28.981

€ 30.096

€ 31.237

€ 32.404

€ 33.598

€ 34.819

€ 35.620

Dirksland

€ 196.975

€ 42.012

€ 42.643

€ 44.284

€ 45.963

€ 47.680

€ 49.436

€ 51.233

€ 52.412

Drechterland

€ 124.149

€ 33.687

€ 34.224

€ 35.541

€ 36.888

€ 38.266

€ 39.676

€ 41.118

€ 42.064

Druten

€ 11.055

€ 1.951

€ 1.626

€ 1.301

€ 975

€ 650

€ 325

€ 0

€ 0

Edam-Volendam

€ 37.790

€ 10.318

€ 10.721

€ 11.134

€ 11.556

€ 11.988

€ 12.429

€ 12.881

€ 13.177

Eemsmond

€ 1.086

€ 233

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Enkhuizen

€ 26.633

€ 7.272

€ 7.556

€ 7.846

€ 8.144

€ 8.448

€ 8.759

€ 9.078

€ 9.287

Geldermalsen

€ 13.874

€ 1.719

€ 1.432

€ 1.146

€ 859

€ 573

€ 286

€ 0

€ 0

Giessenlanden

€ 205.980

€ 45.601

€ 38.899

€ 40.396

€ 41.927

€ 43.493

€ 45.096

€ 46.735

€ 47.810

Goedereede

€ 187.459

€ 51.183

€ 53.183

€ 55.229

€ 57.323

€ 59.464

€ 61.655

€ 63.896

€ 65.366

Goes

€ 200.706

€ 53.666

€ 55.763

€ 57.909

€ 60.104

€ 62.349

€ 64.646

€ 66.996

€ 68.537

Gorinchem

€ 26.353

€ 7.195

€ 7.477

€ 7.764

€ 8.058

€ 8.360

€ 8.668

€ 8.983

€ 9.189

Graafstroom

€ 148.274

€ 40.484

€ 42.066

€ 43.685

€ 45.340

€ 47.034

€ 48.767

€ 50.540

€ 51.702

Graft-De Rijp

€ 46.729

€ 12.759

€ 13.257

€ 13.768

€ 14.289

€ 14.823

€ 15.369

€ 15.928

€ 16.294

Hardinxveld-Giessendam

€ 25.289

€ 6.905

€ 7.175

€ 7.451

€ 7.733

€ 8.022

€ 8.318

€ 8.620

€ 8.818

Harenkarspel

€ 9.365

€ 1.997

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Hellevoetsluis

€ 85.941

€ 23.465

€ 24.382

€ 25.320

€ 26.280

€ 27.261

€ 28.266

€ 29.293

€ 29.967

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 13.001

€ 3.550

€ 3.689

€ 3.831

€ 3.976

€ 4.124

€ 4.276

€ 4.432

€ 4.534

Hoorn

€ 33.974

€ 9.276

€ 9.639

€ 10.009

€ 10.389

€ 10.777

€ 11.174

€ 11.580

€ 11.846

Hulst

€ 432.038

€ 114.229

€ 118.693

€ 123.260

€ 127.933

€ 132.712

€ 137.602

€ 142.603

€ 145.883

Kapelle

€ 78.153

€ 21.251

€ 22.082

€ 22.931

€ 23.800

€ 24.690

€ 25.599

€ 26.530

€ 27.140

Katwijk

€ 11.675

€ 1.154

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Koggenland

€ 221.068

€ 48.530

€ 45.315

€ 47.058

€ 48.842

€ 50.667

€ 52.533

€ 54.443

€ 55.695

Korendijk

€ 218.161

€ 58.957

€ 60.533

€ 62.862

€ 65.245

€ 67.683

€ 70.176

€ 72.727

€ 74.400

Krimpen aan den IJssel

€ 10.090

€ 2.755

€ 2.862

€ 2.973

€ 3.085

€ 3.201

€ 3.318

€ 3.439

€ 3.518

Landsmeer

€ 59.540

€ 16.257

€ 16.892

€ 17.542

€ 18.207

€ 18.887

€ 19.583

€ 20.295

€ 20.761

Leerdam

€ 78.819

€ 19.609

€ 20.376

€ 21.160

€ 21.962

€ 22.782

€ 23.621

€ 24.480

€ 25.043

Liesveld

€ 153.802

€ 36.660

€ 26.678

€ 27.705

€ 28.755

€ 29.829

€ 30.928

€ 32.052

€ 32.789

Lingewaal

€ 2.671

€ 471

€ 393

€ 314

€ 236

€ 157

€ 79

€ 0

€ 0

Lith

€ 40.064

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Medemblik

€ 198.024

€ 52.228

€ 47.811

€ 49.650

€ 51.532

€ 53.457

€ 55.427

€ 57.442

€ 58.763

Middelburg

€ 124.798

€ 33.051

€ 34.211

€ 32.531

€ 33.213

€ 34.454

€ 35.724

€ 37.022

€ 37.874

Middelharnis

€ 327.892

€ 42.215

€ 43.756

€ 45.439

€ 47.162

€ 48.924

€ 50.726

€ 52.570

€ 53.779

Nederlek

€ 66.252

€ 18.089

€ 18.796

€ 19.519

€ 20.259

€ 21.016

€ 21.790

€ 22.582

€ 23.102

Niedorp

€ 136.111

€ 36.627

€ 36.069

€ 37.457

€ 38.877

€ 40.329

€ 41.815

€ 43.335

€ 44.332

Nieuwkoop

€ 14.771

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Nieuw-Lekkerland

€ 27.311

€ 7.457

€ 7.748

€ 8.046

€ 8.351

€ 8.663

€ 8.983

€ 9.309

€ 9.523

Nijefurd

€ 6.687

€ 1.672

€ 1.672

€ 1.672

€ 312

€ 312

€ 312

€ 312

€ 0

Noord-Beveland

€ 206.690

€ 53.528

€ 55.620

€ 57.760

€ 59.950

€ 62.189

€ 64.481

€ 66.824

€ 68.361

Oostflakkee

€ 212.607

€ 57.946

€ 60.211

€ 62.528

€ 64.898

€ 67.322

€ 69.802

€ 72.340

€ 74.004

Oostzaan

€ 34.475

€ 9.413

€ 9.781

€ 10.157

€ 10.542

€ 10.936

€ 11.339

€ 11.751

€ 12.021

Opmeer

€ 82.797

€ 22.606

€ 23.490

€ 24.393

€ 25.318

€ 26.264

€ 27.232

€ 28.222

€ 28.871

Opsterland

€ 11.816

€ 2.954

€ 2.954

€ 2.954

€ 1.745

€ 1.745

€ 272

€ 272

€ 0

Oud-Beijerland

€ 38.156

€ 10.418

€ 10.825

€ 11.242

€ 11.668

€ 12.104

€ 12.550

€ 13.006

€ 13.305

Oude IJsselstreek

€ 4

€ 1

€ 1

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Ouder-Amstel

€ 2.758

€ 588

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Ouderkerk

€ 61.038

€ 16.665

€ 17.317

€ 17.983

€ 18.665

€ 19.362

€ 20.075

€ 20.805

€ 21.283

Overbetuwe

€ 35.312

€ 7.514

€ 6.989

€ 6.464

€ 5.938

€ 5.413

€ 2.380

€ 0

€ 0

Papendrecht

€ 5.986

€ 1.634

€ 1.698

€ 1.764

€ 1.831

€ 1.899

€ 1.969

€ 2.040

€ 2.087

Purmerend

€ 32.264

€ 8.809

€ 9.153

€ 9.506

€ 9.866

€ 10.234

€ 10.612

€ 10.997

€ 11.250

Reeuwijk

€ 21.660

€ 5.415

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Reiderland

€ 6.850

€ 1.334

€ 1.260

€ 1.186

€ 1.112

€ 1.038

€ 964

€ 0

€ 0

Reimerswaal

€ 237.459

€ 61.461

€ 63.863

€ 66.320

€ 68.834

€ 71.405

€ 74.036

€ 76.727

€ 78.492

Ridderkerk

€ 46.900

€ 12.805

€ 13.306

€ 13.818

€ 14.342

€ 14.877

€ 15.426

€ 15.986

€ 16.354

Rotterdam

€ 3.485

€ 951

€ 989

€ 1.027

€ 1.066

€ 1.105

€ 1.146

€ 1.188

€ 1.215

Rozenburg

€ 8.226

€ 2.246

€ 2.334

€ 2.423

€ 2.515

€ 2.609

€ 2.705

€ 2.804

€ 2.868

Schagen

€ 41.147

€ 11.235

€ 11.674

€ 12.123

€ 12.582

€ 13.052

€ 13.533

€ 14.025

€ 14.348

Schermer

€ 138.671

€ 37.862

€ 39.342

€ 40.855

€ 42.404

€ 43.988

€ 45.609

€ 47.267

€ 48.354

Schoonhoven

€ 7.722

€ 2.108

€ 2.191

€ 2.275

€ 2.361

€ 2.449

€ 2.540

€ 2.632

€ 2.692

Schouwen-Duiveland

€ 580.175

€ 153.331

€ 159.324

€ 165.454

€ 171.725

€ 178.141

€ 184.704

€ 191.418

€ 195.821

Sliedrecht

€ 27.725

€ 7.570

€ 7.866

€ 8.168

€ 8.478

€ 8.795

€ 9.119

€ 9.450

€ 9.667

Sluis

€ 635.174

€ 162.190

€ 168.528

€ 175.013

€ 181.647

€ 188.433

€ 195.375

€ 202.477

€ 207.134

Spijkenisse

€ 30.438

€ 8.311

€ 8.635

€ 8.968

€ 9.308

€ 9.655

€ 10.011

€ 10.375

€ 10.614

Stadskanaal

€ 424

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Stede Broec

€ 47.396

€ 12.104

€ 9.477

€ 9.842

€ 10.215

€ 10.597

€ 10.987

€ 11.387

€ 11.648

Strijen

€ 122.972

€ 33.575

€ 34.887

€ 36.230

€ 37.603

€ 39.008

€ 40.445

€ 41.915

€ 42.879

Ten Boer

€ 7.460

€ 1.603

€ 616

€ 575

€ 535

€ 494

€ 0

€ 0

€ 0

Terneuzen

€ 585.935

€ 149.702

€ 155.553

€ 161.538

€ 167.661

€ 173.925

€ 180.333

€ 186.888

€ 191.186

Tholen

€ 357.882

€ 93.696

€ 97.358

€ 101.104

€ 104.936

€ 108.857

€ 112.867

€ 116.970

€ 119.660

Uitgeest

€ 44.714

€ 12.192

€ 12.669

€ 13.156

€ 13.655

€ 14.165

€ 14.687

€ 15.221

€ 15.571

Veere

€ 435.699

€ 108.178

€ 111.609

€ 113.509

€ 101.359

€ 105.033

€ 105.756

€ 109.600

€ 112.121

Vianen

€ 110.584

€ 24.969

€ 25.202

€ 26.171

€ 27.163

€ 28.178

€ 29.216

€ 30.278

€ 30.975

Vlagtwedde

€ 5.615

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Vlissingen

€ 85.521

€ 23.216

€ 24.067

€ 23.712

€ 24.375

€ 25.286

€ 26.217

€ 27.170

€ 27.795

Vlist

€ 86.633

€ 22.561

€ 23.442

€ 24.344

€ 25.267

€ 26.211

€ 27.177

€ 28.165

€ 28.812

Voorst

€ 436

€ 77

€ 64

€ 51

€ 38

€ 26

€ 13

€ 0

€ 0

Waterland

€ 144.224

€ 35.961

€ 33.389

€ 34.674

€ 35.988

€ 37.333

€ 38.708

€ 40.115

€ 41.038

Wervershoof

€ 122.046

€ 17.967

€ 14.504

€ 15.062

€ 15.633

€ 16.217

€ 16.814

€ 17.426

€ 17.826

Westvoorne

€ 206.310

€ 54.483

€ 35.792

€ 37.169

€ 38.578

€ 40.019

€ 41.494

€ 43.002

€ 43.991

Wieringen

€ 2.874

€ 613

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Wieringermeer

€ 40.562

€ 6.424

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Wormerland

€ 96.540

€ 26.359

€ 27.389

€ 28.443

€ 29.521

€ 30.623

€ 31.752

€ 32.906

€ 33.663

Woudrichem

€ 1.144

€ 286

€ 286

€ 286

€ 286

€ 286

€ 0

€ 0

€ 0

Zederik

€ 174.092

€ 43.290

€ 44.604

€ 46.320

€ 48.076

€ 49.872

€ 51.709

€ 53.589

€ 54.821

Zeevang

€ 83.283

€ 22.739

€ 23.628

€ 24.537

€ 25.467

€ 26.418

€ 27.392

€ 28.387

€ 29.040

Zevenaar

€ 2.437

€ 430

€ 358

€ 287

€ 215

€ 143

€ 72

€ 0

€ 0

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 13.509

€ 3.377

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Zijpe

€ 200.139

€ 54.330

€ 55.622

€ 57.762

€ 59.952

€ 62.192

€ 64.483

€ 66.827

€ 68.364

Zuidhorn

€ 1.084

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

€ 0

Zwijndrecht

€ 66.494

€ 11.825

€ 12.287

€ 12.760

€ 13.244

€ 13.738

€ 14.244

€ 14.762

€ 15.102

Bijlage 9, genoemd in artikel 9 Combinatiefuncties brede school sport en cultuur

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

   

Schiedam

€ 249.275,00

€ 124.637,50

Heerlen

€ 258.009,00

€ 129.004,50

Almelo

€ 260.985,00

€ 130.492,50

Lelystad

€ 273.814,00

€ 136.907,00

Leeuwarden

€ 281.348,00

€ 140.674,00

Hengelo O

€ 288.355,00

€ 144.177,50

Venlo

€ 298.481,00

€ 149.240,50

Sittard-Geleen

€ 299.504,00

€ 149.752,00

Alkmaar

€ 308.847,00

€ 154.423,50

Maastricht

€ 311.246,00

€ 155.623,00

Deventer

€ 340.312,00

€ 170.156,00

Leiden

€ 342.439,00

€ 171.219,50

Emmen

€ 367.266,00

€ 183.633,00

Zwolle

€ 403.818,00

€ 201.909,00

Dordrecht

€ 413.736,00

€ 206.868,00

Arnhem

€ 443.618,00

€ 221.809,00

’s-Hertogenbosch

€ 445.921,00

€ 222.960,50

Groningen

€ 446.753,00

€ 223.376,50

Nijmegen

€ 463.006,00

€ 231.503,00

Haarlem

€ 463.534,00

€ 231.767,00

Zaanstad

€ 491.192,00

€ 245.596,00

Enschede

€ 498.374,00

€ 249.187,00

Amersfoort

€ 544.493,00

€ 272.246,50

Breda

€ 567.160,00

€ 283.580,00

Eindhoven

€ 624.172,00

€ 312.086,00

Tilburg

€ 647.383,00

€ 323.691,50

Utrecht

€ 867.192,00

€ 433.596,00

’s-Gravenhage

€ 1.581.233,00

€ 790.616,50

Rotterdam

€ 1.898.333,00

€ 949.166,50

Amsterdam

€ 2.220.201,00

€ 1.110.100,50

Bijlage 10a genoemd in artikel 10, onderdeel a Compensatie derving OZB op bedrijfswoningen voor 2006

Gemeente

Uitkering 2006

 
   

Aa en Hunze

€ 97.580

 

Aalburg

€ 16.524

 

Aalsmeer

€ 18.895

 

Aalten

€ 49.486

 

Abcoude

€ 9.054

 

Achtkarspelen

€ 83.159

 

Alblasserdam

€ 8.142

 

Albrandswaard

€ 4.950

 

Alkemade

€ 0

 

Alkmaar

€ 112.280

 

Almelo

€ 96.000

 

Almere

€ 16.071

 

Alphen aan den Rijn

€ 54.291

 

Alphen-Chaam

€ 84.149

 

Ambt Montfort

€ 16.500

 

Ameland

€ 0

 

Amersfoort

€ 111.693

 

Amstelveen

€ 44.396

 

Amsterdam

€ 275.000

 

Andijk

€ 20.702

 

Anna Paulowna

€ 59.243

 

Apeldoorn

€ 119.788

 

Appingedam

€ 20.000

 

Arcen en Velden

€ 18.798

 

Arnhem

€ 279.476

 

Assen

€ 153.375

 

Asten

€ 51.290

 

Baarle-Nassau

€ 21.050

 

Baarn

€ 47.869

 

Barendrecht

€ 5.022

 

Barneveld

€ 125.000

 

Bedum

€ 40.294

 

Beek

€ 0

 

Beemster

€ 24.668

 

Beesel

€ 4.720

 

Bellingwedde

€ 36.361

 

Bennebroek

€ 4.175

 

Bergambacht

€ 16.153

 

Bergeijk

€ 78.025

 

Bergen L

€ 29.300

 

Bergen NH

€ 60.925

 

Bergen op Zoom

€ 35.236

 

Bergschenhoek

€ 3.505

 

Berkel en Rodenrijs

€ 32.138

 

Berkelland

€ 162.725

 

Bernheze

€ 114.938

 

Bernisse

€ 34.544

 

Best

€ 18.803

 

Beuningen

€ 41.353

 

Beverwijk

€ 18.204

 

Binnenmaas

€ 27.970

 

Bladel

€ 67.639

 

Blaricum

€ 0

 

Bleiswijk

€ 13.523

 

Bloemendaal

€ 43.455

 

Boarnsterhim

€ 37.246

 

Bodegraven

€ 31.689

 

Boekel

€ 53.712

 

Bolsward

€ 8.801

 

Borger-Odoorn

€ 83.336

 

Borne

€ 57.891

 

Borsele

€ 91.598

 

Boskoop

€ 27.870

 

Boxmeer

€ 56.730

 

Boxtel

€ 43.708

 

Breda

€ 229.000

 

Breukelen

€ 27.609

 

Brielle

€ 14.872

 

Bronckhorst

€ 127.755

 

Brummen

€ 36.000

 

Brunssum

€ 13.791

 

Bunnik

€ 41.566

 

Bunschoten

€ 13.693

 

Buren

€ 68.588

 

Bussum

€ 8.923

 

Capelle aan den IJssel

€ 53.146

 

Castricum

€ 24.840

 

Coevorden

€ 90.500

 

Cranendonck

€ 65.058

 

Cromstrijen

€ 27.596

 

Cuijk

€ 43.880

 

Culemborg

€ 26.044

 

Dalfsen

€ 102.280

 

Dantumadeel

€ 30.326

 

De Bilt

€ 65.000

 

De Marne

€ 38.044

 

De Ronde Venen

€ 62.809

 

De Wolden

€ 66.903

 

Delft

€ 72.000

 

Delfzijl

€ 100.000

 

Den Helder

€ 70.892

 

Deurne

€ 118.190

 

Deventer

€ 178.000

 

Diemen

€ 6.244

 

Dinkelland

€ 164.240

 

Dirksland

€ 12.618

 

Doesburg

€ 9.834

 

Doetinchem

€ 56.684

 

Dongen

€ 32.585

 

Dongeradeel

€ 72.407

 

Dordrecht

€ 148.299

 

Drechterland

€ 17.378

 

Drimmelen

€ 61.833

 

Dronten

€ 129.975

 

Druten

€ 42.992

 

Duiven

€ 9.518

 

Echt-Susteren

€ 70.722

 

Edam-Volendam

€ 6.407

 

Ede

€ 245.099

 

Eemnes

€ 13.776

 

Eemsmond

€ 72.526

 

Eersel

€ 55.000

 

Eijsden

€ 22.831

 

Eindhoven

€ 319.994

 

Elburg

€ 28.567

 

Emmen

€ 204.748

 

Enkhuizen

€ 0

 

Enschede

€ 105.000

 

Epe

€ 40.000

 

Ermelo

€ 37.943

 

Etten-Leur

€ 47.906

 

Ferwerderadiel

€ 23.101

 

Franekeradeel

€ 55.000

 

Gaasterlan-Sleat

€ 3.112

 

Geertruidenberg

€ 27.927

 

Geldermalsen

€ 38.607

 

Geldrop-Mierlo

€ 25.011

 

Gemert-Bakel

€ 71.932

 

Gennep

€ 27.000

 

Giessenlanden

€ 26.980

 

Gilze en Rijen

€ 24.720

 

Goedereede

€ 12.166

 

Goes

€ 58.571

 

Goirle

€ 24.787

 

Gorinchem

€ 15.078

 

Gouda

€ 37.613

 

Graafstroom

€ 31.281

 

Graft-De Rijp

€ 10.135

 

Grave

€ 17.059

 

Groesbeek

€ 47.000

 

Groningen

€ 0

 

Grootegast

€ 46.925

 

Gulpen-Wittem

€ 70.327

 

Haaksbergen

€ 72.000

 

Haaren

€ 61.578

 

Haarlem

€ 136.800

 

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 2.744

 

Haarlemmermeer

€ 104.842

 

Haelen

€ 34.725

 

Halderberge

€ 52.816

 

Hardenberg

€ 194.149

 

Harderwijk

€ 20.406

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 11.314

 

Haren

€ 7.061

 

Harenkarspel

€ 15.736

 

Harlingen

€ 47.063

 

Hattem

€ 11.097

 

Heel

€ 11.490

 

Heemskerk

€ 24.135

 

Heemstede

€ 78.029

 

Heerde

€ 19.747

 

Heerenveen

€ 113.259

 

Heerhugowaard

€ 56.569

 

Heerlen

€ 77.909

 

Heeze-Leende

€ 46.352

 

Heiloo

€ 7.800

 

Helden

€ 54.915

 

Hellendoorn

€ 102.131

 

Hellevoetsluis

€ 47.404

 

Helmond

€ 32.180

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 13.886

 

Hengelo

€ 67.466

 

Het Bildt

€ 54.967

 

Heumen

€ 14.621

 

Heusden

€ 54.550

 

Heythuysen

€ 22.941

 

Hillegom

€ 11.302

 

Hilvarenbeek

€ 42.753

 

Hilversum

€ 36.000

 

Hof van Twente

€ 152.157

 

Hoogeveen

€ 109.107

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 40.199

 

Hoorn

€ 28.061

 

Horst aan de Maas

€ 95.908

 

Houten

€ 50.832

 

Huizen

€ 24.066

 

Hulst

€ 43.346

 

Hunsel

€ 19.200

 

IJsselstein

€ 0

 

Jacobswoude

€ 22.450

 

Kampen

€ 106.233

 

Kapelle

€ 18.177

 

Katwijk

€ 21.695

 

Kerkrade

€ 74.636

 

Kessel

€ 8.759

 

Kollumerland en Nwkruisl

€ 27.882

 

Korendijk

€ 25.509

 

Krimpen aan den IJssel

€ 2.197

 

Laarbeek

€ 52.271

 

Landerd

€ 42.262

 

Landgraaf

€ 80.000

 

Landsmeer

€ 21.995

 

Langedijk

€ 25.228

 

Laren

€ 0

 

Leek

€ 24.157

 

Leerdam

€ 55.397

 

Leeuwarden

€ 84.047

 

Leeuwarderadeel

€ 22.628

 

Leiden

€ 163.086

 

Leiderdorp

€ 3.642

 

Leidschendam-Voorburg

€ 45.453

 

Lelystad

€ 154.879

 

Lemsterland

€ 31.271

 

Leusden

€ 30.326

 

Liemeer

€ 22.955

 

Liesveld

€ 21.533

 

Lingewaal

€ 18.384

 

Lingewaard

€ 61.974

 

Lisse

€ 17.506

 

Lith

€ 46.241

 

Littenseradiel

€ 37.000

 

Lochem

€ 72.500

 

Loenen

€ 20.454

 

Loon op Zand

€ 27.967

 

Lopik

€ 28.000

 

Loppersum

€ 36.235

 

Losser

€ 71.168

 

Maarssen

€ 8.719

 

Maasbracht

€ 19.960

 

Maasbree

€ 43.646

 

Maasdonk

€ 57.334

 

Maasdriel

€ 92.465

 

Maassluis

€ 24.582

 

Maastricht

€ 97.221

 

Margraten

€ 42.702

 

Marum

€ 38.522

 

Medemblik

€ 7.946

 

Meerlo-Wanssum

€ 17.545

 

Meerssen

€ 21.143

 

Meijel

€ 17.841

 

Menaldumadeel

€ 35.057

 

Menterwolde

€ 37.370

 

Meppel

€ 19.139

 

Middelburg

€ 56.547

 

Middelharnis

€ 15.735

 

Midden Drenthe

€ 150.000

 

Midden-Delfland

€ 25.228

 

Mill en Sint Hubert

€ 49.173

 

Millingen aan de Rijn

€ 12.023

 

Moerdijk

€ 97.546

 

Montferland

€ 57.280

 

Montfoort U

€ 56.479

 

Mook en Middelaar

€ 0

 

Moordrecht

€ 9.449

 

Muiden

€ 0

 

Naarden

€ 10.057

 

Neder-Betuwe

€ 40.069

 

Nederlek

€ 17.165

 

Nederweert

€ 57.596

 

Neerijnen

€ 49.422

 

Niedorp

€ 21.741

 

Nieuwegein

€ 5.399

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 12.770

 

Nieuwkoop

€ 26.789

 

Nieuw-Lekkerland

€ 11.518

 

Nijefurd

€ 65.027

 

Nijkerk

€ 50.314

 

Nijmegen

€ 167.250

 

Noord-Beveland

€ 30.118

 

Noordenveld

€ 49.639

 

Noorder-Koggenland

€ 22.455

 

Noordoostpolder

€ 161.508

 

Noordwijk

€ 7.648

 

Noordwijkerhout

€ 33.142

 

Nuenen c.a.

€ 37.236

 

Nunspeet

€ 40.927

 

Nuth

€ 35.222

 

Obdam

€ 11.331

 

Oegstgeest

€ 15.000

 

Oirschot

€ 91.626

 

Oisterwijk

€ 37.576

 

Oldebroek

€ 52.977

 

Oldenzaal

€ 26.498

 

Olst-Wijhe

€ 90.140

 

Ommen

€ 55.000

 

Onderbanken

€ 7.851

 

Oost Gelre

€ 79.044

 

Oosterhout

€ 46.323

 

Oostflakkee

€ 20.482

 

Ooststellingwerf

€ 40.724

 

Oostzaan

€ 2.932

 

Opmeer

€ 16.528

 

Opsterland

€ 80.000

 

Oss

€ 69.867

 

Oud-Beijerland

€ 19.860

 

Oude IJsselstreek

€ 70.224

 

Ouder-Amstel

€ 9.505

 

Ouderkerk

€ 12.961

 

Oudewater

€ 49.500

 

Overbetuwe

€ 61.702

 

Papendrecht

€ 11.269

 

Pekela

€ 42.212

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 79.000

 

Purmerend

€ 19.250

 

Putten

€ 39.586

 

Raalte

€ 150.000

 

Reeuwijk

€ 26.729

 

Reiderland

€ 30.672

 

Reimerswaal

€ 51.347

 

Renkum

€ 77.448

 

Renswoude

€ 23.073

 

Reusel-De Mierden

€ 86.084

 

Rheden

€ 40.885

 

Rhenen

€ 60.002

 

Ridderkerk

€ 16.058

 

Rijnwaarden

€ 17.923

 

Rijnwoude

€ 50.186

 

Rijssen-Holten

€ 43.762

 

Rijswijk

€ 12.394

 

Roerdalen

€ 12.475

 

Roermond

€ 56.711

 

Roggel en Neer

€ 8.400

 

Roosendaal

€ 62.944

 

Rotterdam

€ 425.000

 

Rozenburg

€ 0

 

Rozendaal

€ 0

 

Rucphen

€ 45.000

 

Schagen

€ 22.342

 

Scheemda

€ 49.500

 

Schermer

€ 32.000

 

Scherpenzeel

€ 15.444

 

Schiedam

€ 38.957

 

Schiermonnikoog

€ 2.394

 

Schijndel

€ 45.129

 

Schinnen

€ 19.500

 

Schoonhoven

€ 15.836

 

Schouwen-Duiveland

€ 98.564

 

Sevenum

€ 16.362

 

’s-Gravendeel

€ 21.010

 

’s-Gravenhage

€ 640.072

 

’s-Hertogenbosch

€ 200.326

 

Simpelveld

€ 19.510

 

Sint-Anthonis

€ 56.556

 

Sint-Michielsgestel

€ 47.860

 

Sint-Oedenrode

€ 59.987

 

Sittard-Geleen

€ 170.000

 

Skarsterlan

€ 67.395

 

Sliedrecht

€ 14.067

 

Slochteren

€ 55.000

 

Sluis

€ 87.839

 

Smallingerland

€ 190.000

 

Sneek

€ 73.497

 

Soest

€ 20.380

 

Someren

€ 53.035

 

Son en Breugel

€ 12.966

 

Spijkenisse

€ 31.679

 

Stadskanaal

€ 41.024

 

Staphorst

€ 44.983

 

Stede Broec

€ 5.880

 

Steenbergen

€ 61.526

 

Steenwijkerland

€ 180.000

 

Stein

€ 32.177

 

Strijen

€ 19.178

 

Swalmen

€ 4.434

 

Ten Boer

€ 30.035

 

Ter Aar

€ 15.898

 

Terneuzen

€ 115.113

 

Terschelling

€ 17.510

 

Texel

€ 12.075

 

Teylingen

€ 13.568

 

Tholen

€ 57.465

 

Thorn

€ 9.252

 

Tiel

€ 44.640

 

Tilburg

€ 111.278

 

Tubbergen

€ 120.695

 

Twenterand

€ 60.920

 

Tynaarlo

€ 31.407

 

Tytsjerksteradiel

€ 106.618

 

Ubbergen

€ 25.096

 

Uden

€ 89.604

 

Uitgeest

€ 0

 

Uithoorn

€ 16.039

 

Urk

€ 0

 

Utrecht

€ 136.132

 

Utrechtse Heuvelrug

€ 86.930

 

Vaals

€ 11.124

 

Valkenburg aan de Geul

€ 32.487

 

Valkenswaard

€ 32.647

 

Veendam

€ 24.693

 

Veenendaal

€ 21.520

 

Veere

€ 28.477

 

Veghel

€ 83.083

 

Veldhoven

€ 75.691

 

Velsen

€ 25.598

 

Venlo

€ 119.000

 

Venray

€ 132.645

 

Vianen

€ 13.171

 

Vlaardingen

€ 10.832

 

Vlagtwedde

€ 45.000

 

Vlieland

€ 5.551

 

Vlissingen

€ 71.809

 

Vlist

€ 34.506

 

Voerendaal

€ 24.513

 

Voorschoten

€ 22.960

 

Voorst

€ 47.166

 

Vught

€ 127.854

 

Waalre

€ 9.194

 

Waalwijk

€ 46.087

 

Waddinxveen

€ 9.490

 

Wageningen

€ 12.500

 

Wassenaar

€ 0

 

Waterland

€ 27.475

 

Weert

€ 18.920

 

Weesp

€ 18.213

 

Werkendam

€ 37.227

 

Wervershoof

€ 15.214

 

West Maas en Waal

€ 74.934

 

Wester-Koggenland

€ 7.473

 

Westerveld

€ 42.171

 

Westervoort

€ 989

 

Westland

€ 217.143

 

Weststellingwerf

€ 77.818

 

Westvoorne

€ 22.380

 

Wierden

€ 41.501

 

Wieringen

€ 9.623

 

Wieringermeer

€ 59.398

 

Wijchen

€ 11.538

 

Wijdemeren

€ 18.779

 

Wijk bij Duurstede

€ 75.000

 

Winschoten

€ 54.701

 

Winsum

€ 47.422

 

Winterswijk

€ 104.466

 

Woensdrecht

€ 44.249

 

Woerden

€ 93.564

 

Wognum

€ 19.362

 

Wormerland

€ 11.038

 

Woudenberg

€ 15.629

 

Woudrichem

€ 43.046

 

Wunseradiel

€ 57.318

 

Wymbritseradiel

€ 45.591

 

Zaanstad

€ 152.464

 

Zaltbommel

€ 87.002

 

Zandvoort

€ 7.406

 

Zederik

€ 24.920

 

Zeevang

€ 12.297

 

Zeewolde

€ 120.000

 

Zeist

€ 69.000

 

Zevenaar

€ 32.376

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 16.430

 

Zijpe

€ 30.622

 

Zoetermeer

€ 120.000

 

Zoeterwoude

€ 8.310

 

Zuidhorn

€ 55.205

 

Zundert

€ 43.785

 

Zutphen

€ 36.015

 

Zwartewaterland

€ 38.551

 

Zwijndrecht

€ 48.087

 

Zwolle

€ 84.538

 

Bijlage 10b, genoemd in artikel 10, onderdeel b Compensatie derving OZB op bedrijfswoningen voor 2007–2009

Gemeente

Uitkering

 
   

Aa en Hunze

€ 97.580

 

Aalburg

€ 16.524

 

Aalsmeer

€ 18.895

 

Aalten

€ 49.486

 

Abcoude

€ 9.054

 

Achtkarspelen

€ 83.159

 

Alblasserdam

€ 8.142

 

Albrandswaard

€ 4.950

 

Alkemade

€ 0

 

Alkmaar

€ 112.280

 

Almelo

€ 96.000

 

Almere

€ 75.019

 

Alphen aan den Rijn

€ 69.417

 

Alphen-Chaam

€ 84.149

 

Ameland

€ 0

 

Amersfoort

€ 111.693

 

Amstelveen

€ 44.396

 

Amsterdam

€ 275.000

 

Andijk

€ 20.702

 

Anna Paulowna

€ 59.243

 

Apeldoorn

€ 119.788

 

Appingedam

€ 20.000

 

Arcen en Velden

€ 18.798

 

Arnhem

€ 279.476

 

Assen

€ 153.375

 

Asten

€ 51.290

 

Baarle-Nassau

€ 21.050

 

Baarn

€ 47.869

 

Barendrecht

€ 5.022

 

Barneveld

€ 125.000

 

Bedum

€ 40.294

 

Beek

€ 28.200

 

Beemster

€ 24.668

 

Beesel

€ 4.720

 

Bellingwedde

€ 36.361

 

Bennebroek

€ 4.175

 

Bergambacht

€ 16.153

 

Bergeijk

€ 78.025

 

Bergen L

€ 29.300

 

Bergen NH

€ 60.925

 

Bergen op Zoom

€ 35.236

 

Berkelland

€ 162.725

 

Bernheze

€ 114.938

 

Bernisse

€ 34.544

 

Best

€ 18.803

 

Beuningen

€ 41.353

 

Beverwijk

€ 18.204

 

Binnenmaas

€ 48.980

 

Bladel

€ 67.639

 

Blaricum

€ 0

 

Bloemendaal

€ 43.455

 

Boarnsterhim

€ 37.246

 

Bodegraven

€ 31.689

 

Boekel

€ 53.712

 

Bolsward

€ 8.801

 

Borger-Odoorn

€ 83.336

 

Borne

€ 57.891

 

Borsele

€ 91.598

 

Boskoop

€ 27.870

 

Boxmeer

€ 60.158

 

Boxtel

€ 43.708

 

Breda

€ 229.000

 

Breukelen

€ 27.609

 

Brielle

€ 14.872

 

Bronckhorst

€ 127.755

 

Brummen

€ 36.000

 

Brunssum

€ 13.791

 

Bunnik

€ 41.566

 

Bunschoten

€ 13.693

 

Buren

€ 68.588

 

Bussum

€ 16.458

 

Capelle aan den IJssel

€ 53.146

 

Castricum

€ 24.840

 

Coevorden

€ 90.500

 

Cranendonck

€ 65.058

 

Cromstrijen

€ 27.596

 

Cuijk

€ 43.880

 

Culemborg

€ 26.044

 

Dalfsen

€ 102.280

 

Dantumadeel

€ 30.326

 

De Bilt

€ 65.000

 

De Marne

€ 38.044

 

De Ronde Venen

€ 62.809

 

De Wolden

€ 66.903

 

Delft

€ 72.000

 

Delfzijl

€ 100.000

 

Den Helder

€ 70.892

 

Deurne

€ 118.190

 

Deventer

€ 178.000

 

Diemen

€ 6.244

 

Dinkelland

€ 164.240

 

Dirksland

€ 12.618

 

Doesburg

€ 10.793

 

Doetinchem

€ 56.684

 

Dongen

€ 32.585

 

Dongeradeel

€ 72.407

 

Dordrecht

€ 148.299

 

Drechterland

€ 17.378

 

Drimmelen

€ 61.833

 

Dronten

€ 129.975

 

Druten

€ 42.992

 

Duiven

€ 9.518

 

Echt-Susteren

€ 70.722

 

Edam-Volendam

€ 6.407

 

Ede

€ 245.099

 

Eemnes

€ 13.776

 

Eemsmond

€ 80.563

 

Eersel

€ 55.000

 

Eijsden

€ 22.831

 

Eindhoven

€ 319.994

 

Elburg

€ 28.567

 

Emmen

€ 204.748

 

Enkhuizen

€ 0

 

Enschede

€ 105.000

 

Epe

€ 40.000

 

Ermelo

€ 46.066

 

Etten-Leur

€ 47.906

 

Ferwerderadiel

€ 23.101

 

Franekeradeel

€ 55.000

 

Gaasterlan-Sleat

€ 3.112

 

Geertruidenberg

€ 27.927

 

Geldermalsen

€ 38.607

 

Geldrop-Mierlo

€ 25.011

 

Gemert-Bakel

€ 71.932

 

Gennep

€ 27.000

 

Giessenlanden

€ 26.980

 

Gilze en Rijen

€ 24.720

 

Goedereede

€ 12.166

 

Goes

€ 58.571

 

Goirle

€ 24.787

 

Gorinchem

€ 15.078

 

Gouda

€ 37.613

 

Graafstroom

€ 31.281

 

Graft-De Rijp

€ 10.135

 

Grave

€ 17.059

 

Groesbeek

€ 47.000

 

Groningen

€ 107.764

 

Grootegast

€ 48.406

 

Gulpen-Wittem

€ 70.327

 

Haaksbergen

€ 72.000

 

Haaren

€ 61.578

 

Haarlem

€ 136.800

 

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 2.744

 

Haarlemmermeer

€ 104.842

 

Halderberge

€ 52.816

 

Hardenberg

€ 194.149

 

Harderwijk

€ 20.406

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 11.314

 

Haren

€ 7.061

 

Harenkarspel

€ 15.736

 

Harlingen

€ 47.063

 

Hattem

€ 11.097

 

Heemskerk

€ 24.135

 

Heemstede

€ 78.029

 

Heerde

€ 19.747

 

Heerenveen

€ 113.259

 

Heerhugowaard

€ 56.569

 

Heerlen

€ 112.898

 

Heeze-Leende

€ 46.352

 

Heiloo

€ 7.800

 

Helden

€ 54.915

 

Hellendoorn

€ 102.131

 

Hellevoetsluis

€ 47.404

 

Helmond

€ 32.180

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 13.886

 

Hengelo

€ 67.466

 

Het Bildt

€ 54.967

 

Heumen

€ 14.621

 

Heusden

€ 54.550

 

Hillegom

€ 11.302

 

Hilvarenbeek

€ 42.753

 

Hilversum

€ 36.000

 

Hof van Twente

€ 152.157

 

Hoogeveen

€ 109.107

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 40.199

 

Hoorn

€ 28.061

 

Horst aan de Maas

€ 95.908

 

Houten

€ 50.832

 

Huizen

€ 24.066

 

Hulst

€ 43.346

 

IJsselstein

€ 9.907

 

Jacobswoude

€ 22.450

 

Kampen

€ 106.233

 

Kapelle

€ 18.177

 

Katwijk

€ 21.695

 

Kerkrade

€ 74.636

 

Kessel

€ 8.759

 

Koggenland

€ 18.804

 

Kollumerland en Nwkruisl

€ 27.882

 

Korendijk

€ 25.509

 

Krimpen aan den IJssel

€ 2.197

 

Laarbeek

€ 52.271

 

Landerd

€ 45.105

 

Landgraaf

€ 80.000

 

Landsmeer

€ 24.386

 

Langedijk

€ 25.228

 

Lansingerland

€ 49.166

 

Laren

€ 0

 

Leek

€ 24.157

 

Leerdam

€ 55.397

 

Leeuwarden

€ 116.340

 

Leeuwarderadeel

€ 22.628

 

Leiden

€ 163.086

 

Leiderdorp

€ 3.642

 

Leidschendam-Voorburg

€ 45.453

 

Lelystad

€ 154.879

 

Lemsterland

€ 31.271

 

Leudal

€ 85.266

 

Leusden

€ 30.326

 

Liesveld

€ 21.533

 

Lingewaal

€ 18.384

 

Lingewaard

€ 61.974

 

Lisse

€ 17.506

 

Lith

€ 46.241

 

Littenseradiel

€ 37.000

 

Lochem

€ 72.500

 

Loenen

€ 20.454

 

Loon op Zand

€ 27.967

 

Lopik

€ 28.000

 

Loppersum

€ 36.235

 

Losser

€ 71.168

 

Maarssen

€ 8.719

 

Maasbree

€ 43.646

 

Maasdonk

€ 57.334

 

Maasdriel

€ 92.465

 

Maasgouw

€ 40.702

 

Maassluis

€ 35.202

 

Maastricht

€ 97.221

 

Margraten

€ 42.702

 

Marum

€ 38.522

 

Medemblik

€ 49.763

 

Meerlo-Wanssum

€ 17.545

 

Meerssen

€ 21.143

 

Meijel

€ 17.841

 

Menaldumadeel

€ 35.057

 

Menterwolde

€ 37.370

 

Meppel

€ 19.139

 

Middelburg

€ 56.547

 

Middelharnis

€ 15.735

 

Midden Drenthe

€ 150.000

 

Midden-Delfland

€ 25.228

 

Mill en Sint Hubert

€ 49.173

 

Millingen aan de Rijn

€ 12.023

 

Moerdijk

€ 97.546

 

Montferland

€ 57.280

 

Montfoort U

€ 56.479

 

Mook en Middelaar

€ 0

 

Moordrecht

€ 9.449

 

Muiden

€ 0

 

Naarden

€ 10.057

 

Neder-Betuwe

€ 40.069

 

Nederlek

€ 17.165

 

Nederweert

€ 57.596

 

Neerijnen

€ 49.422

 

Niedorp

€ 21.741

 

Nieuwegein

€ 5.399

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 12.770

 

Nieuwkoop

€ 65.642

 

Nieuw-Lekkerland

€ 11.518

 

Nijefurd

€ 65.027

 

Nijkerk

€ 50.314

 

Nijmegen

€ 167.250

 

Noord-Beveland

€ 30.118

 

Noordenveld

€ 49.639

 

Noordoostpolder

€ 161.508

 

Noordwijk

€ 7.648

 

Noordwijkerhout

€ 33.142

 

Nuenen c.a.

€ 37.236

 

Nunspeet

€ 40.927

 

Nuth

€ 35.222

 

Oegstgeest

€ 15.000

 

Oirschot

€ 91.626

 

Oisterwijk

€ 37.576

 

Oldebroek

€ 52.977

 

Oldenzaal

€ 26.498

 

Olst-Wijhe

€ 91.196

 

Ommen

€ 55.000

 

Onderbanken

€ 7.851

 

Oost Gelre

€ 79.044

 

Oosterhout

€ 46.323

 

Oostflakkee

€ 20.482

 

Ooststellingwerf

€ 40.724

 

Oostzaan

€ 2.932

 

Opmeer

€ 16.528

 

Opsterland

€ 80.000

 

Oss

€ 69.867

 

Oud-Beijerland

€ 19.860

 

Oude IJsselstreek

€ 70.224

 

Ouder-Amstel

€ 9.505

 

Ouderkerk

€ 12.961

 

Oudewater

€ 49.500

 

Overbetuwe

€ 61.702

 

Papendrecht

€ 11.269

 

Pekela

€ 42.212

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 79.000

 

Purmerend

€ 19.250

 

Putten

€ 39.586

 

Raalte

€ 150.000

 

Reeuwijk

€ 26.729

 

Reiderland

€ 30.672

 

Reimerswaal

€ 51.347

 

Renkum

€ 77.448

 

Renswoude

€ 23.073

 

Reusel-De Mierden

€ 86.084

 

Rheden

€ 63.029

 

Rhenen

€ 60.002

 

Ridderkerk

€ 16.058

 

Rijnwaarden

€ 17.923

 

Rijnwoude

€ 50.186

 

Rijssen-Holten

€ 43.762

 

Rijswijk

€ 12.394

 

Roerdalen

€ 28.975

 

Roermond

€ 61.145

 

Roosendaal

€ 62.944

 

Rotterdam

€ 425.000

 

Rozenburg

€ 0

 

Rozendaal

€ 0

 

Rucphen

€ 45.000

 

Schagen

€ 22.342

 

Scheemda

€ 49.500

 

Schermer

€ 32.000

 

Scherpenzeel

€ 15.444

 

Schiedam

€ 38.957

 

Schiermonnikoog

€ 2.394

 

Schijndel

€ 45.129

 

Schinnen

€ 19.500

 

Schoonhoven

€ 15.836

 

Schouwen-Duiveland

€ 98.564

 

Sevenum

€ 16.362

 

’s-Gravenhage

€ 640.072

 

’s-Hertogenbosch

€ 200.326

 

Simpelveld

€ 19.510

 

Sint-Anthonis

€ 56.556

 

Sint-Michielsgestel

€ 47.860

 

Sint-Oedenrode

€ 59.987

 

Sittard-Geleen

€ 175.748

 

Skarsterlan

€ 67.395

 

Sliedrecht

€ 14.067

 

Slochteren

€ 55.000

 

Sluis

€ 87.839

 

Smallingerland

€ 190.000

 

Sneek

€ 73.497

 

Soest

€ 20.380

 

Someren

€ 53.035

 

Son en Breugel

€ 12.966

 

Spijkenisse

€ 31.679

 

Stadskanaal

€ 41.024

 

Staphorst

€ 44.983

 

Stede Broec

€ 18.500

 

Steenbergen

€ 61.526

 

Steenwijkerland

€ 180.000

 

Stein

€ 32.177

 

Strijen

€ 19.178

 

Ten Boer

€ 30.035

 

Terneuzen

€ 115.113

 

Terschelling

€ 17.510

 

Texel

€ 12.075

 

Teylingen

€ 13.568

 

Tholen

€ 57.465

 

Tiel

€ 44.640

 

Tilburg

€ 111.278

 

Tubbergen

€ 120.695

 

Twenterand

€ 60.920

 

Tynaarlo

€ 31.407

 

Tytsjerksteradiel

€ 106.618

 

Ubbergen

€ 25.096

 

Uden

€ 89.604

 

Uitgeest

€ 0

 

Uithoorn

€ 16.039

 

Urk

€ 23.890

 

Utrecht

€ 136.132

 

Utrechtse Heuvelrug

€ 86.930

 

Vaals

€ 11.124

 

Valkenburg aan de Geul

€ 32.487

 

Valkenswaard

€ 32.647

 

Veendam

€ 24.693

 

Veenendaal

€ 21.520

 

Veere

€ 28.477

 

Veghel

€ 83.083

 

Veldhoven

€ 75.691

 

Velsen

€ 25.598

 

Venlo

€ 119.000

 

Venray

€ 132.645

 

Vianen

€ 13.171

 

Vlaardingen

€ 10.832

 

Vlagtwedde

€ 45.000

 

Vlieland

€ 5.551

 

Vlissingen

€ 71.809

 

Vlist

€ 34.506

 

Voerendaal

€ 24.513

 

Voorschoten

€ 22.960

 

Voorst

€ 49.607

 

Vught

€ 127.854

 

Waalre

€ 9.194

 

Waalwijk

€ 46.087

 

Waddinxveen

€ 9.490

 

Wageningen

€ 12.500

 

Wassenaar

€ 0

 

Waterland

€ 27.475

 

Weert

€ 18.920

 

Weesp

€ 18.213

 

Werkendam

€ 37.227

 

Wervershoof

€ 15.214

 

West Maas en Waal

€ 74.934

 

Westerveld

€ 42.171

 

Westervoort

€ 989

 

Westland

€ 217.143

 

Weststellingwerf

€ 77.818

 

Westvoorne

€ 22.380

 

Wierden

€ 41.501

 

Wieringen

€ 9.623

 

Wieringermeer

€ 59.398

 

Wijchen

€ 11.538

 

Wijdemeren

€ 18.779

 

Wijk bij Duurstede

€ 75.000

 

Winschoten

€ 54.701

 

Winsum

€ 47.422

 

Winterswijk

€ 104.466

 

Woensdrecht

€ 44.249

 

Woerden

€ 93.564

 

Wormerland

€ 26.740

 

Woudenberg

€ 15.629

 

Woudrichem

€ 43.046

 

Wunseradiel

€ 57.318

 

Wymbritseradiel

€ 45.591

 

Zaanstad

€ 162.901

 

Zaltbommel

€ 87.002

 

Zandvoort

€ 7.406

 

Zederik

€ 24.920

 

Zeevang

€ 12.297

 

Zeewolde

€ 120.000

 

Zeist

€ 69.000

 

Zevenaar

€ 32.376

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 16.430

 

Zijpe

€ 30.622

 

Zoetermeer

€ 120.000

 

Zoeterwoude

€ 8.310

 

Zuidhorn

€ 55.205

 

Zundert

€ 43.785

 

Zutphen

€ 36.015

 

Zwartewaterland

€ 42.751

 

Zwijndrecht

€ 48.087

 

Zwolle

€ 84.538

 

Bijlage 11, genoemd in artikel 11 Deltaplan inburgering

Gemeente

Alkmaar

Almelo

Almere

Alphen aan den Rijn

Amersfoort

Amstelveen

Apeldoorn

Arnhem

Bergen op Zoom

Breda

Capelle aan den IJssel

Delft

Deventer

Diemen

Dordrecht

Ede

Eindhoven

Enschede

Gouda

Groningen

Haarlem

Haarlemmermeer

Heerlen

Helmond

Hengelo O

Hilversum

Hoorn

Leeuwarden

Leiden

Leidschendam-Voorburg

Lelystad

Maastricht

Nieuwegein

Nijmegen

Oss

Purmerend

Roermond

Roosendaal

Schiedam

’s-Hertogenbosch

Sittard-Geleen

Spijkenisse

Tilburg

Venlo

Vlaardingen

Zaanstad

Zoetermeer

Zwolle

Bijlage 12, genoemd in artikel 12 Fiscale naheffing over gebruik dienstauto

Gemeente

Uitkering 2008

 
   

Almere

€ 37.001

 

Amstelveen

€ 55.151

 

Amsterdam

€ 44.905

 

Apeldoorn

€ 43.355

 

Arnhem

€ 42.513

 

Dordrecht

€ 43.474

 

Eindhoven

€ 39.630

 

Emmen

€ 57.302

 

Groningen

€ 21.980

 

Haarlemmermeer

€ 56.158

 

Heerlen

€ 67.293

 

Hengelo O

€ 18.519

 

Leeuwarden

€ 79.023

 

Maastricht

€ 54.806

 

Nijmegen

€ 64.818

 

Roosendaal

€ 40.504

 

Rotterdam

€ 46.664

 

’s-Gravenhage

€ 34.559

 

’s-Hertogenbosch

€ 33.278

 

Sittard-Geleen

€ 53.845

 

Tilburg

€ 36.026

 

Utrecht

€ 26.668

 

Zaanstad

€ 48.942

 

Zoetermeer

€ 35.350

 

Bijlage 13, genoemd in artikel 13 Homo-emancipatiebeleid

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering jaarlijks 2009–2011

   

Amersfoort

€ 15.000

€ 20.000

Amsterdam

€ 50.000

€ 50.000

Arnhem

€ 15.000

€ 20.000

Den Haag

€ 50.000

€ 50.000

Deventer

€ 15.000

€ 20.000

Enschede

€ 15.000

€ 20.000

Groningen

€ 15.000

€ 20.000

Leiden

€ 15.000

€ 20.000

Lelystad

€ 15.000

€ 20.000

Leeuwarden

€ 15.000

€ 20.000

Maastricht

€ 15.000

€ 20.000

Nijmegen

€ 15.000

€ 20.000

Rotterdam

€ 50.000

€ 50.000

Tilburg

€ 15.000

€ 20.000

Utrecht

€ 50.000

€ 50.000

Zwolle

€ 15.000

€ 20.000

Bijlage 14, genoemd in artikel 14 Nationaal actieplan sport en bewegen

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

    

Amsterdam

€ 476.442

€ 952.884

€ 476.442

Arnhem

€ 75.000

€ 150.000

€ 75.000

Baarle-Nassau

€ 20.022

€ 40.044

€ 20.022

Bellingwedde

€ 28.542

€ 57.084

€ 28.542

Bolsward

€ 28.797

€ 57.594

€ 28.797

Brunssum

€ 69.180

€ 138.360

€ 69.180

Cuijk

€ 58.498

€ 116.996

€ 58.498

Dantumadeel

€ 48.922

€ 97.844

€ 48.922

Delft

€ 150.379

€ 300.758

€ 150.379

Delfzijl

€ 65.306

€ 130.612

€ 65.306

Echt-Susteren

€ 73.518

€ 147.035

€ 73.518

Eemsmond

€ 43.420

€ 86.840

€ 43.420

Eindhoven

€ 209.850

€ 419.699

€ 209.850

Emmen

€ 159.416

€ 318.832

€ 159.416

Enkhuizen

€ 45.652

€ 91.304

€ 45.652

Enschede

€ 75.000

€ 150.000

€ 75.000

Ferwerderadiel

€ 26.682

€ 53.364

€ 26.682

Gaasterlan-Sleat

€ 28.125

€ 56.250

€ 28.125

Groesbeek

€ 47.814

€ 95.628

€ 47.814

Grootegast

€ 34.296

€ 68.592

€ 34.296

Hoogeveen

€ 106.575

€ 213.149

€ 106.575

Hoogezand-Sappemeer

€ 76.588

€ 153.176

€ 76.588

Kerkrade

€ 98.154

€ 196.307

€ 98.154

Leerdam

€ 51.376

€ 102.752

€ 51.376

Littenseradiel

€ 31.700

€ 63.400

€ 31.700

Losser

€ 54.970

€ 109.940

€ 54.970

Maastricht

€ 164.519

€ 329.038

€ 164.519

Marum

€ 30.132

€ 60.264

€ 30.132

Menterwolde

€ 35.110

€ 70.220

€ 35.110

Nijefurd

€ 31.772

€ 63.544

€ 31.772

Nijmegen

€ 185.454

€ 370.907

€ 185.454

Reiderland

€ 21.009

€ 42.018

€ 21.009

Roermond

€ 106.372

€ 212.744

€ 106.372

Rotterdam

€ 397.029

€ 794.058

€ 397.029

Rozenburg

€ 35.360

€ 70.720

€ 35.360

Scheemda

€ 38.234

€ 76.468

€ 38.234

Stadskanaal

€ 76.185

€ 152.369

€ 76.185

Steenwijkerland

€ 89.691

€ 179.381

€ 89.691

Twenterand

€ 50.000

€ 100.000

€ 50.000

Venlo

€ 147.091

€ 294.182

€ 147.091

Vlieland

€ 3.411

€ 6.822

€ 3.411

Winschoten

€ 46.952

€ 93.904

€ 46.952

Wunseradiel

€ 33.794

€ 67.588

€ 33.794

Bijlage 15, genoemd in artikel 15 Opvoeden in de buurt

Gemeente

Uitkering 2006

Uitkering 2007

Uitkering 2008

    

Amsterdam

€ 2.199.064

€ 4.364.296

€ 4.364.296

Rotterdam

€ 1.731.834

€ 3.437.023

€ 3.437.023

’s-Gravenhage

€ 1.161.787

€ 2.305.701

€ 2.305.701

Utrecht

€ 447.672

€ 888.457

€ 888.457

Almere

€ 374.237

€ 742.717

€ 742.717

Eindhoven

€ 296.250

€ 587.943

€ 587.943

Tilburg

€ 289.156

€ 573.863

€ 573.863

Bijlage 16, genoemd in artikel 16 Participatie van vrouwen uit etnische minderheden

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

     

Amersfoort

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Arnhem

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Eindhoven

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Enschede

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Groningen

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Hengelo

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Leeuwarden

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Sittard-Geleen

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

Zeist

€ 29.167

€ 50.000

€ 50.000

€ 20.833

     

Den Bosch

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Deventer

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Dordrecht

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Gouda

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Haarlem

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Lelystad

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Tilburg

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Venlo

€ 16.667

€ 50.000

€ 50.000

€ 33.333

Bijlage 17, genoemd in artikel 17 Pilot Drank- en Horecawet

Gemeente of samenwerkingsverband

Financiering via gemeente

Uitkering

   

Aalten (regio)

Winterswijk

€ 150.000

Alkemade/Jacobswoude

Alkemade

€ 150.000

Appingedam (regio)

Delfzijl

€ 150.000

Geertruidenberg/Drimmelen

Drimmelen

€ 75.000

Hoorn/ Enkhuizen

Hoorn

€ 150.000

Katwijk

 

€ 150.000

Leeuwarden

 

€ 150.000

Maastricht

 

€ 150.000

Middelharnis (regio)

Middelharnis

€ 150.000

Overbetuwe (regio)

Lingewaard

€ 150.000

Spijkenisse (regio)

Spijkenisse

€ 150.000

Zwartewaterland (regio)

Kampen

€ 150.000

Texel

 

€ 150.000

Utrecht

 

€ 150.000

Vlaardingen

 

€ 150.000

Bijlage 18, genoemd in artikel 18 Pilot gemengde scholen

Gemeente

Uitkering

 
   

Amsterdam

€ 100.000

 

Rotterdam

€ 100.000

 

Den Haag

€ 100.000

 

Utrecht

€ 100.000

 

Eindhoven

€ 50.000

 

Deventer

€ 50.000

 

Nijmegen

€ 50.000

 

Bijlage 19, genoemd in artikel 19 Pilot voorschoolse en vroegschoolse educatie

Gemeente

Uitkering

 
   

Emmen

€ 800.000

 

Kerkrade

€ 2.200.000

 

Stadskanaal

€ 1.600.000

 

Bijlage 20, genoemd in artikel 20 Polarisatie en radicalisering

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

     

Amsterdam

€ 436.000

€ 678.000

  

Bergen op Zoom

€ 75.000

€ 100.000

€ 25.000

 

Capelle aan den IJssel

€ 15.000

   

De Bilt

€ 10.000

   

Den Haag

€ 233.280

   

Dronten (namens alle gem. in Flevoland)

€ 35.184

   

Enschede

€ 24.000

   

Gilze en Rijen

€ 30.000

   

Helmond

€ 54.000

€ 362.000

€ 153.000

 

Rijswijk

€ 17.100

   

Roermond

€ 17.040

   

Rotterdam

€ 135.750

   

Stadskanaal

€ 50.000

€ 50.000

  

Weert

€ 55.500

€ 55.500

€ 49.000

€ 49.000

Zaanstad

€ 30.700

   

Zoetermeer

€ 52.500

€ 26.500

€ 27.500

€ 14.500

Bijlage 21, genoemd in artikel 21 Regionale fraudeplatforms

Gemeente

Amsterdam

Eindhoven

Enschede

Groningen

Nijmegen

Rotterdam

’s-Gravenhage

Tilburg

Utrecht

Bijlage 22, genoemd in artikel 22 Stemcomputers

Gemeente

Uitkering 2008

 
   

Aa en Hunze

€ 6.636

 

Aalten

€ 13.614

 

Abcoude

€ 4.623

 

Achtkarspelen

€ 24.237

 

Albrandswaard

€ 16.258

 

Alkmaar

€ 87.724

 

Almere

€ 61.723

 

Ameland

€ 5.277

 

Apeldoorn

€ 119.072

 

Arcen en Velden

€ 3.450

 

Arnhem

€ 203.370

 

Asten

€ 14.500

 

Baarle-Nassau

€ 6.520

 

Baarn

€ 39.451

 

Barendrecht

€ 29.540

 

Barneveld

€ 28.274

 

Bedum

€ 8.549

 

Beek

€ 3.495

 

Bennebroek

€ 6.499

 

Bergambacht

€ 1.026

 

Bergen L

€ 4.591

 

Bernisse

€ 20.522

 

Beuningen

€ 24.351

 

Boarnsterhim

€ 22.689

 

Boekel

€ 6.475

 

Bolsward

€ 1.836

 

Borne

€ 563

 

Bronckhorst

€ 9.627

 

Brummen

€ 28.752

 

Bunnik

€ 10.411

 

Bunschoten

€ 24.043

 

Buren

€ 24.007

 

Bussum

€ 61.149

 

Coevorden

€ 35.627

 

Cromstrijen

€ 7.824

 

Dalfsen

€ 9.058

 

De Ronde Venen

€ 6.462

 

De Wolden

€ 5.571

 

Deurne

€ 13.982

 

Deventer

€ 44.058

 

Doesburg

€ 29.070

 

Dongeradeel

€ 14.819

 

Dordrecht

€ 43.588

 

Duiven

€ 19.418

 

Echt-Susteren

€ 638

 

Edam-Volendam

€ 19.257

 

Ede

€ 121.458

 

Eemsmond

€ 33.660

 

Emmen

€ 9.564

 

Enschede

€ 5.880

 

Epe

€ 3.017

 

Ermelo

€ 20.990

 

Geldermalsen

€ 38.280

 

Geldrop-Mierlo

€ 28.730

 

Gennep

€ 21.720

 

Giessenlanden

€ 13.357

 

Graafstroom

€ 17.169

 

Graft-De Rijp

€ 1.870

 

Groesbeek

€ 13.392

 

Gulpen-Wittem

€ 16.775

 

Haarlem

€ 20.401

 

Haarlemmermeer

€ 111.128

 

Halderberge

€ 13.432

 

Hardenberg

€ 51.880

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 6.761

 

Harenkarspel

€ 990

 

Harlingen

€ 8.136

 

Hattem

€ 7.250

 

Heemskerk

€ 19.039

 

Heerenveen

€ 42.058

 

Heerhugowaard

€ 59.189

 

Heerlen

€ 13.066

 

Helmond

€ 8.160

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 9.541

 

Hengelo O

€ 11.477

 

Het Bildt

€ 12.005

 

Heusden

€ 71.055

 

Hillegom

€ 5.543

 

Hilversum

€ 66.609

 

Horst aan de Maas

€ 28.165

 

Houten

€ 33.459

 

Huizen

€ 56.680

 

Kampen

€ 4.204

 

Katwijk

€ 7.258

 

Kerkrade

€ 23.359

 

Kessel

€ 8.291

 

Kollumerland en Nwkruisl

€ 27.250

 

Landgraaf

€ 18.442

 

Lansingerland

€ 8.200

 

Leeuwarden

€ 85.332

 

Leidschendam-Voorburg

€ 25.741

 

Lelystad

€ 11.149

 

Leusden

€ 33.586

 

Liesveld

€ 9.400

 

Lingewaard

€ 7.060

 

Lith

€ 13.600

 

Loenen

€ 6.060

 

Maarssen

€ 6.567

 

Maasdonk

€ 8.586

 

Maasgouw

€ 11.200

 

Maassluis

€ 12.159

 

Maastricht

€ 23.523

 

Medemblik

€ 18.163

 

Meerlo-Wanssum

€ 19.500

 

Menaldumadeel

€ 20.609

 

Meppel

€ 32.477

 

Middelburg

€ 10.501

 

Middelharnis

€ 1.400

 

Mill en Sint Hubert

€ 1.072

 

Millingen aan de Rijn

€ 10.948

 

Montferland

€ 7.846

 

Mook en Middelaar

€ 12.425

 

Neder-Betuwe

€ 11.454

 

Nederweert

€ 15.420

 

Noord-Beveland

€ 8.843

 

Noordwijk

€ 24.551

 

Nunspeet

€ 4.396

 

Oldebroek

€ 19.049

 

Oldenzaal

€ 25.052

 

Olst-Wijhe

€ 13.859

 

Opsterland

€ 9.215

 

Oudewater

€ 7.368

 

Overbetuwe

€ 16.278

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 33.336

 

Putten

€ 20.727

 

Raalte

€ 751

 

Reeuwijk

€ 24.716

 

Renkum

€ 3.900

 

Reusel-De Mierden

€ 2.286

 

Rhenen

€ 14.506

 

Rijnwaarden

€ 16.854

 

Rijswijk

€ 48.170

 

Roermond

€ 60.105

 

Rotterdam

€ 547.000

 

Rozendaal

€ 1.600

 

Scheemda

€ 17.111

 

Schinnen

€ 7.479

 

Schouwen-Duiveland

€ 84.756

 

’s-Gravenhage

€ 58.101

 

’s-Hertogenbosch

€ 175.084

 

Sint-Oedenrode

€ 16.275

 

Sittard-Geleen

€ 32.568

 

Sluis

€ 9.528

 

Sneek

€ 8.033

 

Soest

€ 34.059

 

Stadskanaal

€ 5.985

 

Steenwijkerland

€ 52.444

 

Stein

€ 14.204

 

Strijen

€ 5.230

 

Terneuzen

€ 15.079

 

Teylingen

€ 2.720

 

Twenterand

€ 20.738

 

Ubbergen

€ 1.768

 

Urk

€ 3.456

 

Utrechtse Heuvelrug

€ 20.150

 

Veenendaal

€ 38.742

 

Venlo

€ 3.975

 

Venray

€ 3.706

 

Vianen

€ 13.968

 

Voorst

€ 22.746

 

Waddinxveen

€ 33.950

 

Wageningen

€ 45.954

 

Westerveld

€ 4.356

 

Wierden

€ 3.283

 

Wieringen

€ 3.985

 

Wijchen

€ 16.785

 

Wijk bij Duurstede

€ 37.795

 

Woudrichem

€ 2.200

 

Wunseradiel

€ 21.198

 

Zeist

€ 26.913

 

Zoetermeer

€ 9.705

 

Zutphen

€ 32.792

 

Zwartewaterland

€ 11.290

 

Bijlage 23 bij artikel 23 Taalcoaches

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

     

Alkmaar

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Almelo

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Almere

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Alphen a/d Rijn

€ 112.500

€ 67.500

€ 22.500

€ 22.500

Amersfoort

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Amstelveen

€ 90.000

€ 54.000

€ 18.000

€ 18.000

Amsterdam

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Apeldoorn

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Arnhem

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Breda

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Capelle a/d IJssel

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Delft

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Deventer

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Dordrecht

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Ede

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Eindhoven

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Enschede

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Gouda

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Haarlem

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Haarlemmermeer

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Heerlen

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Helmond

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Hengelo

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Hilversum

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Hoorn

€ 56.250

€ 33.750

€ 11.250

€ 11.250

Leeuwarden

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Leiden

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Leidschendam-Voorburg

€ 56.250

€ 33.750

€ 11.250

€ 11.250

Lelystad

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Maastricht

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Nieuwegein

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Nijmegen

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Oss

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Purmerend

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Roermond

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Roosendaal

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Rotterdam

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

’s-Gravenhage

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

’s-Hertogenbosch

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Schiedam

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Spijkenisse

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Tilburg

€ 112.500

€ 67.500

€ 22.500

€ 22.500

Utrecht

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Venlo

€ 168.750

€ 101.250

€ 33.750

€ 33.750

Vlaardingen

€ 37.500

€ 22.500

€ 7.500

€ 7.500

Zaanstad

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Zoetermeer

€ 75.000

€ 45.000

€ 15.000

€ 15.000

Bijlage 24, genoemd in artikel 24 Tijdbeleid

Gemeente

Alphen aan den Rijn

De Marne

Geldermalsen

Halderberge

Hengelo

Leeuwarden

Maarssen

Zaanstad

Bijlage 25, genoemd in artikel 25 TSIOC

Gemeente

Uitkering

 
   

Aalsmeer

€ 22.500

 

Achtkarspelen

€ 45.000

 

Alkmaar

€ 90.000

 

Almelo

€ 132.500

 

Almere

€ 100.000

 

Alphen aan den Rijn

€ 45.000

 

Amersfoort

€ 67.500

 

Amstelveen

€ 45.000

 

Amsterdam

€ 275.000

 

Apeldoorn

€ 145.000

 

Arnhem

€ 135.000

 

Assen

€ 54.500

 

Barneveld

€ 41.000

 

Bedum

€ 45.000

 

Bernheze

€ 45.000

 

Best

€ 45.000

 

Beuningen

€ 24.750

 

Beverwijk

€ 45.000

 

Borger-Odoorn

€ 45.000

 

Breda

€ 101.550

 

Brummen

€ 45.000

 

Bussum

€ 100.000

 

Coevorden

€ 45.000

 

Dantumadeel

€ 18.458

 

De Ronde Venen

€ 45.000

 

De Wolden

€ 45.000

 

Delft

€ 145.000

 

Den Helder

€ 55.000

 

Deventer

€ 90.000

 

Diemen

€ 100.000

 

Doetinchem

€ 45.000

 

Dongen

€ 45.000

 

Dordrecht

€ 145.000

 

Drimmelen

€ 45.000

 

Ede

€ 100.000

 

Eemsmond

€ 45.000

 

Eindhoven

€ 135.000

 

Emmen

€ 90.000

 

Enschede

€ 145.000

 

Etten-Leur

€ 100.000

 

Franekeradeel

€ 45.000

 

Geertruidenberg

€ 45.000

 

Gemert-Bakel

€ 45.000

 

Gilze en Rijen

€ 45.000

 

Goes

€ 45.000

 

Goirle

€ 45.000

 

Gorinchem

€ 45.000

 

Gouda

€ 45.000

 

Groesbeek

€ 22.500

 

Groningen

€ 135.000

 

Grootegast

€ 33.750

 

Haarlem

€ 145.000

 

Halderberge

€ 45.000

 

Heemskerk

€ 45.000

 

Heerenveen

€ 45.000

 

Heerhugowaard

€ 45.000

 

Heerlen

€ 145.000

 

Hellendoorn

€ 45.000

 

Helmond

€ 145.000

 

Hengelo O

€ 145.000

 

Heusden

€ 45.000

 

Hilversum

€ 45.000

 

Hoogeveen

€ 45.000

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 45.000

 

Hoorn

€ 45.000

 

Houten

€ 45.000

 

Huizen

€ 45.000

 

Kampen

€ 45.000

 

Leeuwarden

€ 145.000

 

Leiden

€ 145.000

 

Leidschendam-Voorburg

€ 100.000

 

Lelystad

€ 90.000

 

Maarssen

€ 45.000

 

Maassluis

€ 45.000

 

Maastricht

€ 145.000

 

Marum

€ 45.000

 

Meerssen

€ 45.000

 

Meppel

€ 45.000

 

Midden Drenthe

€ 45.000

 

Moerdijk

€ 45.000

 

Montferland

€ 45.000

 

Naarden

€ 45.000

 

Nieuwegein

€ 45.000

 

Nieuwkoop

€ 45.000

 

Nijmegen

€ 190.000

 

Nuth

€ 45.000

 

Oisterwijk

€ 45.000

 

Oosterhout

€ 100.000

 

Oss

€ 45.000

 

Oude IJsselstreek

€ 45.000

 

Papendrecht

€ 45.000

 

Rijssen-Holten

€ 45.000

 

Rijswijk

€ 45.000

 

Roermond

€ 100.000

 

Rotterdam

€ 280.000

 

Rucphen

€ 45.000

 

Schiedam

€ 145.000

 

’s-Gravenhage

€ 225.000

 

’s-Hertogenbosch

€ 142.935

 

Sittard-Geleen

€ 145.000

 

Slochteren

€ 45.000

 

Sneek

€ 45.000

 

Soest

€ 45.000

 

Spijkenisse

€ 145.000

 

Stadskanaal

€ 145.000

 

Steenbergen

€ 45.000

 

Tiel

€ 45.000

 

Tilburg

€ 190.000

 

Tytsjerksteradiel

€ 83.500

 

Uden

€ 45.000

 

Uithoorn

€ 19.957

 

Utrecht

€ 190.000

 

Veenendaal

€ 45.000

 

Venlo

€ 145.000

 

Vianen

€ 45.000

 

Vlaardingen

€ 90.000

 

Waalwijk

€ 45.000

 

Wageningen

€ 45.000

 

Weert

€ 45.000

 

Weststellingwerf

€ 18.000

 

Wijchen

€ 31.500

 

Wijdemeren

€ 45.000

 

Zaanstad

€ 145.000

 

Zoetermeer

€ 145.000

 

Zuidhorn

€ 45.000

 

Zutphen

€ 45.000

 

Zwolle

€ 55.000

 

Bijlage 26, genoemd in artikel 26 Uitvoering Wet inburgering

Gemeente

Uitkering 2009

 
   

Aa en Hunze

€ 34.059

 

Aalburg

€ 32.165

 

Aalsmeer

€ 50.432

 

Aalten

€ 43.531

 

Abcoude

€ 34.330

 

Achtkarspelen

€ 31.759

 

Alblasserdam

€ 54.085

 

Albrandswaard

€ 65.992

 

Alkmaar

  

Almelo

  

Almere

€ 960.253

 

Alphen aan den Rijn

€ 165.716

 

Alphen-Chaam

€ 31.353

 

Ameland

€ 30.000

 

Amersfoort

  

Amstelveen

€ 145.148

 

Amsterdam

  

Andijk

€ 31.759

 

Anna Paulowna

€ 34.195

 

Apeldoorn

€ 220.651

 

Appingedam

€ 41.231

 

Arcen en Velden

€ 31.218

 

Arnhem

  

Assen

€ 73.164

 

Asten

€ 35.142

 

Baarle-Nassau

€ 31.082

 

Baarn

€ 55.032

 

Barendrecht

€ 130.129

 

Barneveld

€ 60.851

 

Bedum

€ 32.030

 

Beek

€ 37.713

 

Beemster

€ 31.624

 

Beesel

€ 43.396

 

Bellingwedde

€ 32.030

 

Bergambacht

€ 34.330

 

Bergeijk

€ 32.571

 

Bergen L

€ 31.894

 

Bergen NH

€ 37.036

 

Bergen op Zoom

€ 219.704

 

Berkelland

€ 45.155

 

Bernheze

€ 37.577

 

Bernisse

€ 32.706

 

Best

€ 58.956

 

Beuningen

€ 41.907

 

Beverwijk

€ 100.632

 

Binnenmaas

€ 39.472

 

Bladel

€ 33.518

 

Blaricum

€ 34.736

 

Bloemendaal

€ 37.848

 

Boarnsterhim

€ 32.571

 

Bodegraven

€ 53.003

 

Boekel

€ 31.624

 

Bolsward

€ 35.412

 

Borger-Odoorn

€ 34.195

 

Borne

€ 40.825

 

Borsele

€ 34.601

 

Boskoop

€ 52.461

 

Boxmeer

€ 45.290

 

Boxtel

€ 65.180

 

Breda

  

Breukelen

€ 37.442

 

Brielle

€ 37.307

 

Bronckhorst

€ 35.954

 

Brummen

€ 52.191

 

Brunssum

€ 49.485

 

Bunnik

€ 36.765

 

Bunschoten

€ 44.478

 

Buren

€ 36.089

 

Bussum

€ 64.233

 

Capelle aan den IJssel

€ 240.677

 

Castricum

€ 40.554

 

Coevorden

€ 38.525

 

Cranendonck

€ 36.495

 

Cromstrijen

€ 33.247

 

Cuijk

€ 73.705

 

Culemborg

€ 108.615

 

Dalfsen

€ 32.977

 

Dantumadeel

€ 31.624

 

De Bilt

€ 64.233

 

De Marne

€ 32.436

 

De Ronde Venen

€ 62.068

 

De Wolden

€ 32.436

 

Delft

€ 246.766

 

Delfzijl

€ 70.863

 

Den Helder

€ 97.114

 

Deurne

€ 42.448

 

Deventer

  

Diemen

€ 133.377

 

Dinkelland

€ 34.059

 

Dirksland

€ 31.894

 

Doesburg

€ 56.385

 

Doetinchem

€ 87.507

 

Dongen

€ 59.633

 

Dongeradeel

€ 35.277

 

Dordrecht

  

Drechterland

€ 34.059

 

Drimmelen

€ 35.412

 

Dronten

€ 77.494

 

Druten

€ 50.567

 

Duiven

€ 42.990

 

Echt-Susteren

€ 38.254

 

Edam-Volendam

€ 42.854

 

Ede

€ 178.976

 

Eemnes

€ 33.789

 

Eemsmond

€ 33.247

 

Eersel

€ 32.436

 

Eijsden

€ 32.165

 

Eindhoven

  

Elburg

€ 33.383

 

Emmen

  

Enkhuizen

€ 49.349

 

Enschede

  

Epe

€ 63.286

 

Ermelo

€ 42.043

 

Etten-Leur

€ 90.077

 

Ferwerderadiel

€ 31.218

 

Franekeradeel

€ 37.577

 

Gaasterlan-Sleat

€ 31.218

 

Geertruidenberg

€ 38.930

 

Geldermalsen

€ 42.719

 

Geldrop-Mierlo

€ 63.827

 

Gemert-Bakel

€ 36.765

 

Gennep

€ 40.554

 

Giessenlanden

€ 33.112

 

Gilze en Rijen

€ 65.586

 

Goedereede

€ 32.030

 

Goes

€ 61.257

 

Goirle

€ 44.613

 

Gorinchem

€ 136.624

 

Gouda

€ 257.049

 

Graafstroom

€ 30.947

 

Graft-De Rijp

€ 31.894

 

Grave

€ 35.006

 

Groesbeek

€ 35.142

 

Groningen

  

Grootegast

€ 30.947

 

Gulpen-Wittem

€ 32.300

 

Haaksbergen

€ 51.514

 

Haaren

€ 32.571

 

Haarlem

  

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 33.653

 

Haarlemmermeer

€ 306.843

 

Halderberge

€ 68.834

 

Hardenberg

€ 39.878

 

Harderwijk

€ 122.416

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 34.195

 

Haren

€ 34.736

 

Harenkarspel

€ 33.653

 

Harlingen

€ 38.254

 

Hattem

€ 32.842

 

Heemskerk

€ 77.764

 

Heemstede

€ 45.290

 

Heerde

€ 34.465

 

Heerenveen

€ 67.887

 

Heerhugowaard

€ 108.344

 

Heerlen

  

Heeze-Leende

€ 32.706

 

Heiloo

€ 36.495

 

Helden

€ 49.214

 

Hellendoorn

€ 39.607

 

Hellevoetsluis

€ 88.454

 

Helmond

  

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 51.514

 

Hengelo O

  

Het Bildt

€ 33.247

 

Heumen

€ 35.277

 

Heusden

€ 79.388

 

Hillegom

€ 45.290

 

Hilvarenbeek

€ 32.300

 

Hilversum

€ 190.342

 

Hof van Twente

€ 45.019

 

Hoogeveen

€ 51.244

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 113.621

 

Hoorn

€ 188.853

 

Horst aan de Maas

€ 37.171

 

Houten

€ 73.705

 

Huizen

€ 98.061

 

Hulst

€ 36.630

 

IJsselstein

€ 113.892

 

Kaag en Braassem

€ 36.360

 

Kampen

€ 64.504

 

Kapelle

€ 33.247

 

Katwijk

€ 59.633

 

Kerkrade

€ 58.821

 

Kessel

€ 30.000

 

Koggenland

€ 34.601

 

Kollumerland en Nwkruisl

€ 31.624

 

Korendijk

€ 32.300

 

Krimpen aan den IJssel

€ 50.026

 

Laarbeek

€ 34.465

 

Landerd

€ 32.571

 

Landgraaf

€ 42.448

 

Landsmeer

€ 35.954

 

Langedijk

€ 44.884

 

Lansingerland

€ 88.183

 

Laren

€ 35.412

 

Leek

€ 37.307

 

Leerdam

€ 93.054

 

Leeuwarden

  

Leeuwarderadeel

€ 33.112

 

Leiden

  

Leiderdorp

€ 72.217

 

Leidschendam-Voorburg

€ 164.092

 

Lelystad

  

Lemsterland

€ 37.713

 

Leudal

€ 37.577

 

Leusden

€ 43.260

 

Liesveld

€ 32.300

 

Lingewaal

€ 35.548

 

Lingewaard

€ 42.990

 

Lisse

€ 38.660

 

Lith

€ 31.353

 

Littenseradiel

€ 31.082

 

Lochem

€ 52.191

 

Loenen

€ 35.412

 

Loon op Zand

€ 41.231

 

Lopik

€ 36.901

 

Loppersum

€ 32.300

 

Losser

€ 37.577

 

Maarssen

€ 95.355

 

Maasbree

€ 32.571

 

Maasdonk

€ 32.706

 

Maasdriel

€ 36.360

 

Maasgouw

€ 34.059

 

Maassluis

€ 141.495

 

Maastricht

  

Margraten

€ 32.300

 

Marum

€ 32.165

 

Medemblik

€ 47.455

 

Meerlo-Wanssum

€ 31.353

 

Meerssen

€ 33.924

 

Meijel

€ 30.000

 

Menaldumadeel

€ 31.624

 

Menterwolde

€ 33.247

 

Meppel

€ 55.709

 

Middelburg

€ 81.824

 

Middelharnis

€ 33.924

 

Midden Drenthe

€ 35.818

 

Midden-Delfland

€ 37.848

 

Mill en Sint Hubert

€ 32.165

 

Millingen aan de Rijn

€ 31.894

 

Moerdijk

€ 51.920

 

Montferland

€ 42.448

 

Montfoort U

€ 37.036

 

Mook en Middelaar

€ 31.759

 

Moordrecht

€ 42.448

 

Muiden

€ 35.412

 

Naarden

€ 45.561

 

Neder-Betuwe

€ 37.171

 

Nederlek

€ 34.736

 

Nederweert

€ 32.571

 

Neerijnen

€ 34.330

 

Niedorp

€ 32.436

 

Nieuwegein

€ 172.616

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 55.168

 

Nieuwkoop

€ 42.854

 

Nieuw-Lekkerland

€ 32.706

 

Nijefurd

€ 30.947

 

Nijkerk

€ 66.804

 

Nijmegen

  

Noord-Beveland

€ 31.218

 

Noordenveld

€ 37.442

 

Noordoostpolder

€ 69.781

 

Noordwijk

€ 43.260

 

Noordwijkerhout

€ 35.548

 

Nuenen c.a.

€ 35.548

 

Nunspeet

€ 36.901

 

Nuth

€ 34.736

 

Oegstgeest

€ 45.967

 

Oirschot

€ 32.706

 

Oisterwijk

€ 43.531

 

Oldebroek

€ 34.736

 

Oldenzaal

€ 71.269

 

Olst-Wijhe

€ 37.848

 

Ommen

€ 32.977

 

Onderbanken

€ 32.571

 

Oost Gelre

€ 42.448

 

Oosterhout

€ 127.152

 

Oostflakkee

€ 31.894

 

Ooststellingwerf

€ 37.442

 

Oostzaan

€ 36.495

 

Opmeer

€ 32.842

 

Opsterland

€ 34.601

 

Oss

€ 178.164

 

Oud-Beijerland

€ 40.825

 

Oude IJsselstreek

€ 81.959

 

Ouder-Amstel

€ 47.996

 

Ouderkerk

€ 32.030

 

Oudewater

€ 32.842

 

Overbetuwe

€ 49.891

 

Papendrecht

€ 69.375

 

Pekela

€ 33.924

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 88.454

 

Purmerend

€ 213.750

 

Putten

€ 36.901

 

Raalte

€ 41.907

 

Reeuwijk

€ 33.789

 

Reiderland

€ 32.030

 

Reimerswaal

€ 40.689

 

Renkum

€ 48.673

 

Renswoude

€ 30.000

 

Reusel-De Mierden

€ 31.894

 

Rheden

€ 68.563

 

Rhenen

€ 43.396

 

Ridderkerk

€ 78.035

 

Rijnwaarden

€ 32.842

 

Rijnwoude

€ 36.495

 

Rijssen-Holten

€ 59.768

 

Rijswijk

€ 125.258

 

Roerdalen

€ 34.330

 

Roermond

€ 164.633

 

Roosendaal

€ 213.344

 

Rotterdam

  

Rozenburg

€ 47.320

 

Rozendaal

€ 30.000

 

Rucphen

€ 35.818

 

Schagen

€ 39.472

 

Scheemda

€ 31.894

 

Schermer

€ 31.488

 

Scherpenzeel

€ 32.030

 

Schiedam

  

Schiermonnikoog

€ 30.000

 

Schijndel

€ 37.713

 

Schinnen

€ 33.247

 

Schoonhoven

€ 53.679

 

Schouwen-Duiveland

€ 35.954

 

Sevenum

€ 30.812

 

’s-Gravenhage

  

’s-Hertogenbosch

  

Simpelveld

€ 31.082

 

Sint-Anthonis

€ 32.436

 

Sint-Michielsgestel

€ 38.795

 

Sint-Oedenrode

€ 34.465

 

Sittard-Geleen

  

Skarsterlan

€ 34.059

 

Sliedrecht

€ 57.197

 

Slochteren

€ 33.383

 

Sluis

€ 35.954

 

Smallingerland

€ 56.250

 

Sneek

€ 43.937

 

Soest

€ 121.875

 

Someren

€ 32.706

 

Son en Breugel

€ 35.412

 

Spijkenisse

€ 208.067

 

Stadskanaal

€ 39.201

 

Staphorst

€ 32.300

 

Stede Broec

€ 43.802

 

Steenbergen

€ 39.742

 

Steenwijkerland

€ 48.808

 

Stein

€ 38.660

 

Strijen

€ 32.977

 

Ten Boer

€ 31.353

 

Terneuzen

€ 96.302

 

Terschelling

€ 30.677

 

Texel

€ 32.436

 

Teylingen

€ 50.432

 

Tholen

€ 39.607

 

Tiel

€ 154.620

 

Tilburg

  

Tubbergen

€ 32.300

 

Twenterand

€ 33.247

 

Tynaarlo

€ 36.360

 

Tytsjerksteradiel

€ 35.548

 

Ubbergen

€ 32.436

 

Uden

€ 85.071

 

Uitgeest

€ 35.142

 

Uithoorn

€ 60.580

 

Urk

€ 34.195

 

Utrecht

  

Utrechtse Heuvelrug

€ 73.164

 

Vaals

€ 32.977

 

Valkenburg aan de Geul

€ 33.653

 

Valkenswaard

€ 41.772

 

Veendam

€ 67.887

 

Veenendaal

€ 151.102

 

Veere

€ 33.247

 

Veghel

€ 98.737

 

Veldhoven

€ 51.244

 

Velsen

€ 98.061

 

Venlo

  

Venray

€ 96.843

 

Vianen

€ 62.745

 

Vlaardingen

€ 272.475

 

Vlagtwedde

€ 32.030

 

Vlieland

€ 30.000

 

Vlissingen

€ 112.539

 

Vlist

€ 32.165

 

Voerendaal

€ 32.165

 

Voorschoten

€ 53.138

 

Voorst

€ 40.148

 

Vught

€ 41.231

 

Waalre

€ 37.577

 

Waalwijk

€ 97.384

 

Waddinxveen

€ 62.068

 

Wageningen

€ 55.168

 

Wassenaar

€ 45.696

 

Waterland

€ 36.495

 

Weert

€ 120.657

 

Weesp

€ 75.735

 

Werkendam

€ 34.601

 

Wervershoof

€ 31.894

 

West Maas en Waal

€ 33.247

 

Westerveld

€ 32.571

 

Westervoort

€ 45.155

 

Westland

€ 108.750

 

Weststellingwerf

€ 41.637

 

Westvoorne

€ 34.330

 

Wierden

€ 36.901

 

Wieringen

€ 30.947

 

Wieringermeer

€ 33.789

 

Wijchen

€ 53.814

 

Wijdemeren

€ 37.848

 

Wijk bij Duurstede

€ 44.613

 

Winschoten

€ 39.742

 

Winsum

€ 33.247

 

Winterswijk

€ 50.838

 

Woensdrecht

€ 37.983

 

Woerden

€ 85.612

 

Wormerland

€ 42.178

 

Woudenberg

€ 33.518

 

Woudrichem

€ 32.030

 

Wunseradiel

€ 31.218

 

Wymbritseradiel

€ 31.353

 

Zaanstad

  

Zaltbommel

€ 53.950

 

Zandvoort

€ 41.501

 

Zederik

€ 32.165

 

Zeevang

€ 32.030

 

Zeewolde

€ 38.795

 

Zeist

€ 169.910

 

Zevenaar

€ 54.220

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 33.924

 

Zijpe

€ 32.706

 

Zoetermeer

€ 389.247

 

Zoeterwoude

€ 34.736

 

Zuidhorn

€ 33.112

 

Zundert

€ 38.660

 

Zutphen

€ 93.190

 

Zwartewaterland

€ 33.247

 

Zwijndrecht

€ 122.552

 

Zwolle

  

Bijlage 27a, genoemd in artikel 27, onderdeel a, Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning

Gemeente

Uitkering 2007

 
   

Aa en Hunze

€ 2.692.459

 

Aalburg

€ 627.633

 

Aalsmeer

€ 1.376.753

 

Aalten

€ 3.749.838

 

Abcoude

€ 461.174

 

Achtkarspelen

€ 2.856.298

 

Alblasserdam

€ 1.835.870

 

Albrandswaard

€ 923.796

 

Alkemade

€ 842.165

 

Alkmaar

€ 7.885.078

 

Almelo

€ 8.920.329

 

Almere

€ 7.288.354

 

Alphen aan den Rijn

€ 4.290.939

 

Alphen-Chaam

€ 461.921

 

Ameland

€ 232.350

 

Amersfoort

€ 11.179.475

 

Amstelveen

€ 5.070.445

 

Amsterdam

€ 58.076.759

 

Andijk

€ 440.215

 

Anna Paulowna

€ 1.225.764

 

Apeldoorn

€ 16.337.966

 

Appingedam

€ 1.278.665

 

Arcen en Velden

€ 740.318

 

Arnhem

€ 13.165.808

 

Assen

€ 5.248.206

 

Asten

€ 1.175.958

 

Baarle-Nassau

€ 663.843

 

Baarn

€ 2.748.742

 

Barendrecht

€ 2.151.747

 

Barneveld

€ 3.194.575

 

Bedum

€ 727.872

 

Beek

€ 2.187.182

 

Beemster

€ 477.914

 

Beesel

€ 1.316.474

 

Bellingwedde

€ 1.583.617

 

Bennebroek

€ 378.873

 

Bergambacht

€ 594.292

 

Bergeijk

€ 1.086.438

 

Bergen L

€ 920.964

 

Bergen NH

€ 2.078.378

 

Bergen op Zoom

€ 8.387.455

 

Berkelland

€ 5.778.741

 

Bernheze

€ 1.958.509

 

Bernisse

€ 654.327

 

Best

€ 1.395.329

 

Beuningen

€ 1.281.990

 

Beverwijk

€ 3.677.706

 

Binnenmaas

€ 1.738.094

 

Bladel

€ 1.019.000

 

Blaricum

€ 539.570

 

Bloemendaal

€ 1.129.614

 

Boarnsterhim

€ 1.206.192

 

Bodegraven

€ 1.280.491

 

Boekel

€ 712.981

 

Bolsward

€ 884.409

 

Borger-Odoorn

€ 2.925.034

 

Borne

€ 1.555.405

 

Borsele

€ 1.665.081

 

Boskoop

€ 974.412

 

Boxmeer

€ 2.039.072

 

Boxtel

€ 2.407.848

 

Breda

€ 15.158.783

 

Breukelen

€ 814.159

 

Brielle

€ 1.157.664

 

Bronckhorst

€ 4.546.952

 

Brummen

€ 2.269.348

 

Brunssum

€ 4.604.601

 

Bunnik

€ 738.122

 

Bunschoten

€ 1.277.995

 

Buren

€ 2.191.055

 

Bussum

€ 3.150.024

 

Capelle aan den IJssel

€ 4.864.105

 

Castricum

€ 1.821.015

 

Coevorden

€ 4.713.067

 

Cranendonck

€ 1.220.846

 

Cromstrijen

€ 935.276

 

Cuijk

€ 1.566.603

 

Culemborg

€ 1.832.446

 

Dalfsen

€ 1.647.585

 

Dantumadeel

€ 2.005.956

 

De Bilt

€ 3.318.156

 

De Marne

€ 606.507

 

De Ronde Venen

€ 1.641.788

 

De Wolden

€ 2.326.114

 

Delft

€ 8.221.547

 

Delfzijl

€ 2.167.866

 

Den Helder

€ 5.750.787

 

Deurne

€ 2.336.776

 

Deventer

€ 8.001.441

 

Diemen

€ 1.264.861

 

Dinkelland

€ 2.349.806

 

Dirksland

€ 815.952

 

Doesburg

€ 1.404.614

 

Doetinchem

€ 7.652.234

 

Dongen

€ 1.874.564

 

Dongeradeel

€ 2.035.197

 

Dordrecht

€ 11.653.565

 

Drechterland

€ 1.134.159

 

Drimmelen

€ 1.820.113

 

Dronten

€ 2.708.902

 

Druten

€ 1.175.004

 

Duiven

€ 1.745.235

 

Echt-Susteren

€ 4.020.849

 

Edam-Volendam

€ 1.219.460

 

Ede

€ 9.023.468

 

Eemnes

€ 348.843

 

Eemsmond

€ 1.982.891

 

Eersel

€ 1.094.873

 

Eijsden

€ 973.451

 

Eindhoven

€ 14.074.689

 

Elburg

€ 1.446.812

 

Emmen

€ 17.698.288

 

Enkhuizen

€ 1.626.548

 

Enschede

€ 16.526.972

 

Epe

€ 3.699.756

 

Ermelo

€ 2.404.572

 

Etten-Leur

€ 2.965.523

 

Ferwerderadiel

€ 647.210

 

Franekeradeel

€ 1.679.731

 

Gaasterlan-Sleat

€ 997.442

 

Geertruidenberg

€ 1.343.437

 

Geldermalsen

€ 1.840.870

 

Geldrop-Mierlo

€ 2.749.787

 

Gemert-Bakel

€ 1.947.768

 

Gennep

€ 1.494.321

 

Giessenlanden

€ 818.763

 

Gilze en Rijen

€ 1.622.844

 

Goedereede

€ 1.118.528

 

Goes

€ 4.904.007

 

Goirle

€ 1.242.115

 

Gorinchem

€ 2.722.790

 

Gouda

€ 5.859.454

 

Graafstroom

€ 431.539

 

Graft-De Rijp

€ 323.475

 

Grave

€ 962.266

 

Groesbeek

€ 1.650.642

 

Groningen

€ 15.740.146

 

Grootegast

€ 890.998

 

Gulpen-Wittem

€ 1.378.364

 

Haaksbergen

€ 1.639.378

 

Haaren

€ 956.239

 

Haarlem

€ 11.668.987

 

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 302.855

 

Haarlemmermeer

€ 5.365.574

 

Halderberge

€ 2.821.354

 

Hardenberg

€ 4.095.307

 

Harderwijk

€ 3.917.229

 

Hardinxveld-Giessendam

€ 1.132.667

 

Haren

€ 1.753.362

 

Harenkarspel

€ 1.182.332

 

Harlingen

€ 1.464.249

 

Hattem

€ 902.286

 

Heemskerk

€ 2.243.647

 

Heemstede

€ 1.786.968

 

Heerde

€ 1.794.449

 

Heerenveen

€ 3.594.462

 

Heerhugowaard

€ 2.474.061

 

Heerlen

€ 11.829.895

 

Heeze-Leende

€ 1.121.071

 

Heiloo

€ 1.495.315

 

Helden

€ 1.388.370

 

Hellendoorn

€ 4.419.400

 

Hellevoetsluis

€ 2.792.456

 

Helmond

€ 8.211.757

 

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 2.847.550

 

Hengelo O

€ 8.662.304

 

Het Bildt

€ 910.808

 

Heumen

€ 1.103.963

 

Heusden

€ 2.883.450

 

Hillegom

€ 1.288.681

 

Hilvarenbeek

€ 851.158

 

Hilversum

€ 7.794.057

 

Hof van Twente

€ 3.004.301

 

Hoogeveen

€ 7.080.670

 

Hoogezand-Sappemeer

€ 4.019.839

 

Hoorn

€ 6.466.866

 

Horst aan de Maas

€ 2.003.570

 

Houten

€ 1.998.721

 

Huizen

€ 2.925.292

 

Hulst

€ 3.770.503

 

IJsselstein

€ 1.627.181

 

Jacobswoude

€ 498.419

 

Kampen

€ 4.726.443

 

Kapelle

€ 1.106.467

 

Katwijk

€ 4.240.633

 

Kerkrade

€ 6.684.320

 

Kessel

€ 333.556

 

Koggenland

€ 1.322.053

 

Kollumerland en Nwkruisl

€ 960.644

 

Korendijk

€ 661.369

 

Krimpen aan den IJssel

€ 1.679.602

 

Laarbeek

€ 1.289.756

 

Landerd

€ 1.036.656

 

Landgraaf

€ 4.241.102

 

Landsmeer

€ 701.052

 

Langedijk

€ 1.534.857

 

Lansingerland

€ 1.633.609

 

Laren

€ 914.836

 

Leek

€ 1.756.422

 

Leerdam

€ 1.873.572

 

Leeuwarden

€ 9.267.093

 

Leeuwarderadeel

€ 774.926

 

Leiden

€ 10.503.929

 

Leiderdorp

€ 1.886.880

 

Leidschendam-Voorburg

€ 5.861.599

 

Lelystad

€ 6.747.759

 

Lemsterland

€ 986.724

 

Leudal

€ 2.691.705

 

Leusden

€ 1.781.020

 

Liesveld

€ 461.431

 

Lingewaal

€ 593.596

 

Lingewaard

€ 2.904.644

 

Lisse

€ 1.284.177

 

Lith

€ 381.929

 

Littenseradiel

€ 664.428

 

Lochem

€ 3.863.770

 

Loenen

€ 448.275

 

Loon op Zand

€ 1.819.860

 

Lopik

€ 579.758

 

Loppersum

€ 770.219

 

Losser

€ 2.545.587

 

Maarssen

€ 2.262.017

 

Maasbree

€ 951.464

 

Maasdonk

€ 652.945

 

Maasdriel

€ 1.897.867

 

Maasgouw

€ 2.459.264

 

Maassluis

€ 2.574.651

 

Maastricht

€ 15.392.353

 

Margraten

€ 978.605

 

Marum

€ 812.818

 

Medemblik

€ 1.826.415

 

Meerlo-Wanssum

€ 536.254

 

Meerssen

€ 1.883.924

 

Meijel

€ 326.104

 

Menaldumadeel

€ 1.112.214

 

Menterwolde

€ 966.365

 

Meppel

€ 4.262.159

 

Middelburg

€ 5.542.397

 

Middelharnis

€ 1.676.652

 

Midden Drenthe

€ 3.874.317

 

Midden-Delfland

€ 1.099.939

 

Mill en Sint Hubert

€ 857.403

 

Millingen aan de Rijn

€ 433.228

 

Moerdijk

€ 4.257.973

 

Montferland

€ 3.788.871

 

Montfoort U

€ 627.244

 

Mook en Middelaar

€ 446.521

 

Moordrecht

€ 382.231

 

Muiden

€ 345.709

 

Naarden

€ 1.274.450

 

Neder-Betuwe

€ 1.606.332

 

Nederlek

€ 1.072.940

 

Nederweert

€ 963.517

 

Neerijnen

€ 771.909

 

Niedorp

€ 855.931

 

Nieuwegein

€ 4.011.014

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 1.218.982

 

Nieuwkoop

€ 1.130.611

 

Nieuw-Lekkerland

€ 450.236

 

Nijefurd

€ 898.849

 

Nijkerk

€ 2.850.568

 

Nijmegen

€ 12.397.567

 

Noord-Beveland

€ 661.423

 

Noordenveld

€ 2.985.242

 

Noordoostpolder

€ 4.097.970

 

Noordwijk

€ 1.984.986

 

Noordwijkerhout

€ 940.895

 

Nuenen c.a.

€ 1.051.091

 

Nunspeet

€ 2.102.060

 

Nuth

€ 1.595.733

 

Oegstgeest

€ 1.095.414

 

Oirschot

€ 959.964

 

Oisterwijk

€ 1.467.864

 

Oldebroek

€ 1.578.972

 

Oldenzaal

€ 3.391.976

 

Olst-Wijhe

€ 1.445.848

 

Ommen

€ 1.196.609

 

Onderbanken

€ 1.017.011

 

Oost Gelre

€ 3.661.662

 

Oosterhout

€ 3.856.593

 

Oostflakkee

€ 943.324

 

Ooststellingwerf

€ 2.350.478

 

Oostzaan

€ 550.707

 

Opmeer

€ 805.372

 

Opsterland

€ 2.462.608

 

Oss

€ 5.760.497

 

Oud-Beijerland

€ 1.575.439

 

Oude IJsselstreek

€ 5.047.165

 

Ouder-Amstel

€ 650.930

 

Ouderkerk

€ 490.612

 

Oudewater

€ 663.413

 

Overbetuwe

€ 2.908.863

 

Papendrecht

€ 1.803.772

 

Pekela

€ 1.959.650

 

Pijnacker-Nootdorp

€ 1.748.842

 

Purmerend

€ 6.788.548

 

Putten

€ 1.725.208

 

Raalte

€ 2.784.791

 

Reeuwijk

€ 760.061

 

Reiderland

€ 1.125.415

 

Reimerswaal

€ 2.083.198

 

Renkum

€ 3.509.088

 

Renswoude

€ 273.349

 

Reusel-De Mierden

€ 837.231

 

Rheden

€ 4.220.555

 

Rhenen

€ 1.410.613

 

Ridderkerk

€ 4.988.724

 

Rijnwaarden

€ 856.011

 

Rijnwoude

€ 802.262

 

Rijssen-Holten

€ 3.402.967

 

Rijswijk

€ 5.756.822

 

Roerdalen

€ 1.749.768

 

Roermond

€ 5.513.646

 

Roosendaal

€ 8.153.150

 

Rotterdam

€ 68.992.456

 

Rozenburg

€ 794.667

 

Rozendaal

€ 107.371

 

Rucphen

€ 2.749.716

 

Schagen

€ 1.426.038

 

Scheemda

€ 1.560.513

 

Schermer

€ 240.349

 

Scherpenzeel

€ 651.961

 

Schiedam

€ 8.343.822

 

Schiermonnikoog

€ 134.473

 

Schijndel

€ 2.029.001

 

Schinnen

€ 1.673.837

 

Schoonhoven

€ 744.363

 

Schouwen-Duiveland

€ 3.529.611

 

Sevenum

€ 493.117

 

’s-Gravenhage

€ 55.697.952

 

’s-Hertogenbosch

€ 9.580.465

 

Simpelveld

€ 1.028.034

 

Sint-Anthonis

€ 986.294

 

Sint-Michielsgestel

€ 1.912.708

 

Sint-Oedenrode

€ 1.381.540

 

Sittard-Geleen

€ 14.065.765

 

Skarsterlan

€ 1.846.194

 

Sliedrecht

€ 2.198.537

 

Slochteren

€ 1.013.317

 

Sluis

€ 2.898.607

 

Smallingerland

€ 5.212.021

 

Sneek

€ 3.146.032

 

Soest

€ 3.253.478

 

Someren

€ 1.037.862

 

Son en Breugel

€ 692.383

 

Spijkenisse

€ 5.170.100

 

Stadskanaal

€ 4.300.336

 

Staphorst

€ 567.409

 

Stede Broec

€ 1.546.108

 

Steenbergen

€ 2.394.314

 

Steenwijkerland

€ 4.706.208

 

Stein

€ 3.231.682

 

Strijen

€ 716.303

 

Ten Boer

€ 433.860

 

Terneuzen

€ 6.119.281

 

Terschelling

€ 229.112

 

Texel

€ 1.179.604

 

Teylingen

€ 1.970.048

 

Tholen

€ 2.605.989

 

Tiel

€ 3.213.972

 

Tilburg

€ 17.338.159

 

Tubbergen

€ 1.816.890

 

Twenterand

€ 3.553.607

 

Tynaarlo

€ 2.678.801

 

Tytsjerksteradiel

€ 2.964.233

 

Ubbergen

€ 659.754

 

Uden

€ 3.052.561

 

Uitgeest

€ 559.411

 

Uithoorn

€ 1.202.687

 

Urk

€ 843.863

 

Utrecht

€ 21.869.800

 

Utrechtse Heuvelrug

€ 4.047.210

 

Vaals

€ 980.360

 

Valkenburg a/d Geul

€ 1.882.918

 

Valkenswaard

€ 2.352.962

 

Veendam

€ 3.491.931

 

Veenendaal

€ 5.007.219

 

Veere

€ 1.883.317

 

Veghel

€ 2.874.859

 

Veldhoven

€ 2.583.856

 

Velsen

€ 5.122.720

 

Venlo

€ 9.649.081

 

Venray

€ 3.381.219

 

Vianen

€ 1.116.516

 

Vlaardingen

€ 7.281.631

 

Vlagtwedde

€ 2.069.920

 

Vlieland

€ 98.339

 

Vlissingen

€ 5.232.807

 

Vlist

€ 587.243

 

Voerendaal

€ 1.233.721

 

Voorschoten

€ 1.562.906

 

Voorst

€ 2.418.638

 

Vught

€ 1.814.329

 

Waalre

€ 913.712

 

Waalwijk

€ 3.907.303

 

Waddinxveen

€ 1.615.168

 

Wageningen

€ 2.283.417

 

Wassenaar

€ 2.045.819

 

Waterland

€ 822.161

 

Weert

€ 4.188.785

 

Weesp

€ 1.234.240

 

Werkendam

€ 1.251.490

 

Wervershoof

€ 569.388

 

West Maas en Waal

€ 1.644.552

 

Westerveld

€ 2.090.457

 

Westervoort

€ 1.339.643

 

Westland

€ 7.118.894

 

Weststellingwerf

€ 2.452.021

 

Westvoorne

€ 1.488.847

 

Wierden

€ 1.975.493

 

Wieringen

€ 925.620

 

Wieringermeer

€ 1.323.598

 

Wijchen

€ 2.299.035

 

Wijdemeren

€ 1.575.408

 

Wijk bij Duurstede

€ 1.038.585

 

Winschoten

€ 3.106.787

 

Winsum

€ 701.827

 

Winterswijk

€ 3.920.519

 

Woensdrecht

€ 2.046.572

 

Woerden

€ 2.779.579

 

Wormerland

€ 911.740

 

Woudenberg

€ 1.173.335

 

Woudrichem

€ 762.699

 

Wunseradiel

€ 966.710

 

Wymbritseradiel

€ 845.261

 

Zaanstad

€ 10.662.976

 

Zaltbommel

€ 1.827.711

 

Zandvoort

€ 1.624.804

 

Zederik

€ 951.917

 

Zeevang

€ 367.885

 

Zeewolde

€ 1.115.605

 

Zeist

€ 5.314.235

 

Zevenaar

€ 2.921.175

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 472.493

 

Zijpe

€ 715.826

 

Zoetermeer

€ 8.061.947

 

Zoeterwoude

€ 532.337

 

Zuidhorn

€ 1.070.905

 

Zundert

€ 1.954.212

 

Zutphen

€ 5.467.296

 

Zwartewaterland

€ 1.936.395

 

Zwijndrecht

€ 4.294.744

 

Zwolle

€ 9.511.912

 

Bijlage 27b, genoemd in artikel 27, onderdeel b: Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning

Maatstaf

Definitie verdeelmaatstaf

Bron

Peildatum of tijdsaanduiding (indien deze anders luidt dan 1 januari van het uitkeringsjaar)

1. Inwoners.

Het aantal inwoners in de gemeente.

CBS

 

2. Inwoners tot 20 jaar.

Het aantal inwoners in de gemeente jonger dan 20 jaar.

CBS

 

3. Inwoners tot 65 jaar.

Het aantal inwoners in de gemeente jonger dan 65 jaar.

CBS

 

4. Inwoners 65 tot 75 jaar.

Het aantal inwoners in de gemeente ouder dan 64 jaar en jonger dan 75 jaar.

CBS

 

5. Inwoners 75 tot 85 jaar

Het aantal inwoners in de gemeente ouder dan 74 en jonger dan 85 jaar.

CBS

 

6. Inwoners 85 jaar en ouder.

Het aantal inwoners in de gemeente ouder dan 84 jaar.

CBS

 

7. Eenpersoonshuishoudens 65 tot 75 jaar.

Het aantal particuliere huishoudens in de gemeente bestaande uit één persoon die ouder is dan 64 jaar en jonger dan 75 jaar.

CBS

 

8. Eenpersoonshuishoudens 75 tot 85 jaar.

Het aantal particuliere huishoudens in de gemeente bestaande uit één persoon die ouder is dan 74 jaar en jonger dan 85 jaar.

CBS

 

9. Eenpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder.

Het aantal particuliere huishoudens in de gemeente bestaande uit één persoon die ouder is dan 84 jaar.

CBS

 

10. Huishoudens met een laag inkomen

Het aantal huishoudens in de gemeente met een inkomen hoger dan inkomensgrens S en niet hoger dan inkomensgrens T.

Inkomensgrens S wordt zodanig bepaald dat juist bij 10% van het landelijke aantal huishoudens het inkomen onder de grens ligt.

Inkomensgrens T wordt zodanig bepaald dat juist bij 40% van het landelijk aantal huishoudens het inkomen onder de grens ligt.

CBS

De meest recente op het uitkeringsjaar of een daarvóór gelegen tijdstip betrekking hebbende inkomensstatistiek, voor zover deze is bekendgemaakt op uiterlijk 1 september van het tweede jaar volgend op het uitkeringsjaar.

11. Huishoudens met een laag inkomen met drempel.

Het aantal huishoudens in de gemeente volgens maatstaf 10, voor zover dit aantal meer is dan 10% van het aantal woonruimten in de gemeente.

CBS

Zie maatstaf 10.

12. Woonruimten.

Het aantal woonruimten volgens de administratieve woningtelling van het CBS:

CBS

 
 

a. woningen (zelfstandige woonruimten);

  
 

b. wooneenheden (woonruimten met voor het wonen kenmerkende gemeenschappelijke voorzieningen, zoals studenten- en verpleegsterflats);

  
 

c. recreatiewoningen (woonruimten bestemd voor recreatieve doeleinden);

  
 

d. bijzondere woongebouwen (woonruimten bestemd voor de woongebouwen huisvesting van institutionele huishoudens zoals bejaardenoorden, verpleeghuizen en gezinsvervangende tehuizen).

  
 

Van de bijzondere woongebouwen wordt de capaciteit vastgesteld. De capaciteit is te omschrijven als het totaal aantal leden van het institutionele huishouden dat in het bijzondere woongebouw gehuisvest kan c.q. mag worden. Deze capaciteit is bijvoorbeeld het aantal bedden in een bejaardenoord, het aantal pupillen in een gezinsvervangend tehuis en het aantal cellen in een gevangenis.

  

13. Huishoudens met referentiepersoon ouder dan 64 jaar afhankelijk van het aantal huishoudens met een laag inkomen.

De uitkomst van de berekening:

(X/Y) * Z = maatstaf 13.

X = De uitkomst van maatstaf 11

Y = De uitkomst van maatstaf 12

Z = som van a, b en c

CBS

 
 

a. aantal particuliere huishoudens waarvan de referentiepersoon ouder is dan 64 jaar en jonger dan 75 jaar: gewogen met factor 1;

  
 

b. aantal particuliere huishoudens waarvan de referentiepersoon ouder is dan 74 jaar en jonger dan 85 jaar: gewogen met factor 4;

  
 

c. aantal particuliere huishoudens waarvan de referentiepersoon ouder is dan 84 jaar:gewogen met factor 7.

  
 

De referentiepersoon wordt als volgt bepaald:

  
 

• als er een paar is van ongelijk geslacht: de man;

  
 

• als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;

  
 

• als het een een-ouder-huishouden is: de ouder;

  
 

• in alle andere huishoudens: de oudste man, of, als deze ontbreekt, de oudste vrouw.

  

14. Uitkeringsontvangers.

Het aantal personen jonger dan 65 jaar met een uitkering volgens:

 

31 december voorafgaand aan het Uitkeringsjaar

 

1. Het aantal personen met een loonbetaling op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening (tot en met 2008). Sinds 2009 is volgende definitie van toepassing:

1. Sociale Werkplaatsen (2008)/CBS (sinds 2009).

 
 

Het aantal volgens de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) geïndiceerde inwoners in een gemeente die een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1 van de Wsw hebben. De volgens de Wsw geïndiceerde personen die op een wachtlijst staan en beschikbaar zijn om een dienstbetrekking te aanvaarden worden meegeteld

2a: het Algemeen burgerlijke pensioenfonds;

 
 

2. het totaal aantal personen jonger dan 65 jaar dat een periodieke uitkering ontvangt op grond van:

2b-2e: het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV);

 
 

a. de bij of krachtens de Kaderwet militaire pensioenen vastgestelde bepalingen;

 
 

b. de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

 
 

c. de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering jonggehandicapten;

2f: het Algemeen Mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen in Limburg.

 
 

d. de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

 
 

e. de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

 
 

f. het Reglement van het Algemeen Mijnwerkersfonds

 

15. Minderheden.

Het aantal inwoners van de gemeente waarvan ten minste een ouder geboren is in Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba, Turkije of Marokko; alsmede personen dat, dat per 1 januari van het betreffende jaar, in de gemeente staat geregistreerd onder de codes 26 en 27 van de GBA. Deze populatie sluit aan bij het aantal vreemdelingen dat rechtmatig verblijft heeft op grond van een tijdelijke vergunning bedoeld in artikel 8 onderdeel c of d van de vreemdelingenwet 2000.

CBS

 

16. Omgevingsadressendichtheid.

Het gemiddelde aantal adressen per vierkante km dat een adres binnen zijn omgeving heeft. Als omgeving van een adres wordt een cirkel aangehouden met een straal van 1 km rondom dat adres. Vervolgens vermenigvuldigd met het aantal woonruimten in de gemeente gedeeld door 1000.

CBS

 

17. Klantenpotentieel regionaal.

Het aantal potentiële regionale klanten van een woonkern is het aantal klanten dat een woonkern van een gemeente aantrekt uit alle woonkernen binnen een straal van 60 kilometer rondom de eigen woonkern, met inbegrip van die woonkern zelf. Verondersteld wordt dat de regionale aantrekkingskracht van een kern toeneemt met het kwadraat van het aantal inwoners van die kern en afneemt met het kwadraat van de afstand tot die kern. Het totaal aantal potentiële regionale klanten in Nederland is gelijk aan het aantal inwoners.

CBS

 

18. Gezondheidszorg bedden.

Het aantal bedden in de gemeente dat beschikbaar is voor geestelijke gezondheidszorg, verpleeghuiszorg en zwakzinnigenzorg, berekend naar rato van de volgende factoren:

a. aantal bedden in de geestelijke gezondheidszorg: factor 26;

b. aantal bedden voor verpleeghuiszorg: factor 132,3;

c. aantal bedden voor zwakzinnigenzorg: factor 365.

VWS

Gebaseerd op peildatum die gebruikt werd bij de vaststelling van de specifieke uitkering BBAG 2004.

19. Vast bedrag.

Één eenheid voor iedere gemeente.

  

Bijlage 29, genoemd in artikel 29 Wijkactieplannen

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

    

Alkmaar

€ 470.000

€ 680.000

€ 680.000

Amersfoort

€ 390.000

€ 580.000

€ 580.000

Amsterdam

€ 10.310.000

€ 15.080.000

€ 15.080.000

Arnhem

€ 2.370.000

€ 3.470.000

€ 3.470.000

Den Haag

€ 4.620.000

€ 6.740.000

€ 6.740.000

Deventer

€ 450.000

€ 660.000

€ 660.000

Dordrecht

€ 670.000

€ 980.000

€ 980.000

Eindhoven

€ 1.300.000

€ 1.910.000

€ 1.910.000

Enschede

€ 280.000

€ 400.000

€ 400.000

Groningen

€ 760.000

€ 1.120.000

€ 1.120.000

Heerlen

€ 450.000

€ 660.000

€ 660.000

Leeuwarden

€ 370.000

€ 540.000

€ 540.000

Maastricht

€ 840.000

€ 1.220.000

€ 1.220.000

Nijmegen

€ 500.000

€ 730.000

€ 730.000

Rotterdam

€ 11.530.000

€ 16.870.000

€ 16.870.000

Schiedam

€ 700.000

€ 1.020.000

€ 1.020.000

Utrecht

€ 3.450.000

€ 5.050.000

€ 5.050.000

Zaanstad

€ 540.000

€ 790.000

€ 790.000

Bijlage 30a, genoemd in artikel 30 Antidiscriminatievoorzieningen voor provincies

Provincie

Uitkering 2006

Uitkering 2007

Uitkering 2008

    

Groningen

€ 77.462

€ 76.588

€ 76.588

Fryslân

€ 86.508

€ 85.005

€ 85.005

Drenthe

€ 95.355

€ 56.187

€ 56.187

Overijssel

€ 141.403

€ 139.396

€ 139.396

Gelderland

€ 397.833

€ 392.062

€ 392.062

Utrecht

€ 192.092

€ 189.344

€ 189.344

Noord-Holland

€ 134.131

€ 130.118

€ 130.118

Zuid-Holland

€ 452.845

€ 446.840

€ 446.840

Zeeland

€ 9.624

€ 9.529

€ 9.529

Noord-Brabant

€ 387.020

€ 386.558

€ 386.558

Limburg

€ 225.727

€ 197.029

€ 197.029

Flevoland

   

Bijlage 30b, genoemd in artikel 30: Antidiscriminatievoorzieningen voor gemeenten

Gemeente

Uitkering 2006

Uitkering 2007

Uitkering 2008

    

’s-Gravenhage

€ 308.630

€ 307.473

€ 308.462

Amsterdam

€ 260.943

€ 260.327

€ 261.654

Rotterdam

€ 259.367

€ 255.785

€ 255.227

Alkmaar

€ 214.868

€ 217.127

€ 217.496

Enschede

€ 209.973

€ 210.042

€ 210.948

Haarlem

€ 153.007

€ 153.984

€ 155.334

Almere

€ 130.161

€ 131.037

€ 132.528

Vlissingen

€ 121.184

€ 120.839

€ 120.899

Breda

€ 116.398

€ 116.121

€ 116.281

Leeuwarden

€ 114.760

€ 114.568

€ 114.945

Groningen

€ 102.397

€ 102.222

€ 102.428

Utrecht

€ 98.659

€ 101.056

€ 103.184

’s-Hertogenbosch

€ 92.617

€ 92.804

€ 93.216

Maastricht

€ 76.140

€ 75.397

€ 74.794

Eindhoven

€ 73.454

€ 73.401

€ 73.660

Tilburg

€ 70.366

€ 70.380

€ 70.676

Nijmegen

€ 56.018

€ 56.238

€ 56.429

Apeldoorn

€ 54.800

€ 54.387

€ 54.273

Zaanstad

€ 52.488

€ 52.685

€ 53.192

Ede

€ 49.993

€ 50.101

€ 50.383

Amersfoort

€ 48.109

€ 48.656

€ 49.421

Dordrecht

€ 41.726

€ 41.515

€ 41.388

Emmen

€ 38.133

€ 38.102

€ 38.219

Purmerend

€ 32.910

€ 32.830

€ 33.023

Venlo

€ 32.325

€ 32.228

€ 32.165

Heerlen

€ 32.131

€ 31.640

€ 31.372

Hilversum

€ 29.376

€ 29.274

€ 29.315

Gouda

€ 25.068

€ 24.806

€ 24.813

Tiel

€ 23.583

€ 23.585

€ 23.568

Assen

€ 22.258

€ 22.512

€ 22.817

Veenendaal

€ 21.656

€ 21.595

€ 21.616

Hoogeveen

€ 19.016

€ 19.021

€ 19.066

Meppel

€ 17.486

€ 17.625

€ 17.819

Bijlage 31a, genoemd in artikel 31 Cultuurparticipatie voor provincies

Provincie

Uitkering

 
   

Groningen

€ 309.681

 

Fryslân

€ 434.395

 

Drenthe

€ 298.118

 

Overijssel

€ 528.681

 

Gelderland

€ 1.115.890

 

Utrecht

€ 602.888

 

Noord-Holland

€ 1.066.022

 

Zuid-Holland

€ 1.460.552

 

Zeeland

€ 300.593

 

Noord-Brabant

€ 1.276.661

 

Limburg

€ 576.616

 

Flevoland

€ 152.865

 

Bijlage 31b, genoemd in artikel 31 Cultuurparticipatie voor gemeenten

Gemeente

Uitkering

 
   

Alkmaar

€ 74.397

 

Almere

€ 142.930

 

Amersfoort

€ 109.853

 

Amsterdam

€ 839.459

 

Apeldoorn

€ 122.896

 

Arnhem

€ 161.103

 

Breda

€ 134.576

 

Delft

€ 75.349

 

Deventer

€ 76.327

 

Dordrecht

€ 93.647

 

Ede

€ 84.925

 

Eindhoven

€ 236.960

 

Emmen

€ 85.977

 

Enschede

€ 174.558

 

Groningen

€ 205.223

 

Haarlem

€ 116.098

 

Haarlemmermeer

€ 109.221

 

Heerlen

€ 71.524

 

Helmond

€ 67.988

 

Hengelo O

€ 64.329

 

Leeuwarden

€ 72.950

 

Leiden

€ 92.813

 

Maastricht

€ 134.513

 

Nijmegen

€ 127.117

 

Rotterdam

€ 659.986

 

’s-Gravenhage

€ 535.553

 

’s-Hertogenbosch

€ 107.162

 

Sittard-Geleen

€ 76.034

 

Tilburg

€ 158.995

 

Utrecht

€ 325.893

 

Venlo

€ 72.752

 

Westland

€ 78.107

 

Zaanstad

€ 111.708

 

Zoetermeer

€ 93.239

 

Zwolle

€ 90.562

 

NOTA VAN TOELICHTING

A. Algemeen

Inleiding

De voorliggende algemene maatregel van bestuur stelt de verdeling van een groot aantal decentralisatie- en integratie-uitkeringen uit het provincie- en gemeentefonds (hierna: de fondsen) vast. Het gaat hierbij om uitkeringen die uit de fondsen worden verstrekt, maar geen deel uitmaken van de algemene uitkering. Deze uitkeringen maken het mogelijk af te wijken van de verdeelmaatstaven zoals die gelden voor de algemene uitkering uit de fondsen conform het Besluit financiële verhouding 2001.

Systematiek decentralisatie- en integratie-uitkeringen

Met de laatste wijziging van de Financiële-verhoudingswet (FV-wet) (Stb. 2008, 312) is er een belangrijke wijziging opgetreden ten aanzien van het verstrekken van uitkeringen uit de fondsen naast de algemene uitkering. In artikel 5, tweede lid, juncto artikel 13 van de FV-wet is naast de al langer bestaande integratie-uitkering de decentralisatie-uitkering toegevoegd. Een integratie-uitkering heeft als kenmerk dat de uitkering op termijn altijd wordt opgenomen in de algemene uitkering en heeft daarom een beperkte duur. Een decentralisatie-uitkering hoeft daarentegen niet over te gaan in de algemene uitkering. Wel heeft deze uitkering in de praktijk veelal een korte looptijd van enkele jaren, omdat de decentralisatie-uitkering vaak wordt gebruikt voor tijdelijke uitkeringen.

De decentralisatie-uitkering blijkt een succesvol instrument te zijn voor het terugdringen van het aantal specifieke uitkeringen en daarmee het verminderen van de administratieve lasten voor decentrale overheden. Het belangrijkste verschil met een specifieke uitkering is dat er over de besteding van een decentralisatie- of integratie-uitkering geen afzonderlijke financiële verantwoording wordt gevraagd. Deze uitkeringen komen immers ten goede aan de algemene middelen van de provincie of gemeente (artikel 13, tweede lid, van de FV-wet).

Tegelijk biedt de decentralisatie-uitkering het Rijk de mogelijkheid om beleid uit te voeren waarbij lokaal maatwerk wordt gegeven. De decentralisatie-uitkering maakt het mogelijk om extra financiële middelen te verstrekken aan provincies en gemeenten voor specifieke beleidsdoelen voor een beperkte tijd. Dit was vaak de reden voor het verstrekken van specifieke uitkeringen. Ook kan het Rijk met de decentrale overheden afspraken maken over de besteding van de uitkeringen en voorwaarden stellen voor het ontvangen van een uitkering. Dergelijke afspraken zullen er niet toe leiden dat er alsnog afzonderlijke financiële verantwoordingsinformatie wordt gevraagd over de besteding van vastgestelde uitkeringen en dat uitkeringen worden teruggevorderd vanwege het niet nakomen de afspraken. Het gaat hier immers om financiële middelen die voor een gemeente vrij besteedbaar zijn en niet teruggevorderd kunnen worden.

In artikel 13, eerste lid, van de FV-wet wordt geregeld dat de verdeling van de decentralisatie- en integratie-uitkeringen bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. Krachtens de maatregel kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze van verdeling en de wijze van vaststellen van het volume. In deze algemene maatregel van bestuur is er doorgaans voor gekozen de verdeling direct vast te stellen bij amvb, zodat er geen nadere regels voor de verdeling nodig zijn. Dit heeft te maken met de verdeelsystematiek voor de uitkeringen, waarbij vaak op voorhand vast staat wat het volume en de omvang van de uitkering zal zijn gedurende de gehele uitkeringsperiode. Een afzonderlijke regeling voor het bepalen van de verdeling en het volume is daarom overbodig. De uitzondering hierop is de vaststelling van de WMO-uitkering vanaf 2008 (artikel 28, tweede lid). De WMO-uitkering bevat een omvangrijk budget dat jaarlijks wordt aangepast. Daarom is gekozen voor een verdeling aan de hand van objectieve maatstaven zoals bij de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

Consultatie

Bij het opstellen van dit Besluit is afgezien van een formele consultatie bij het Interprovinciaal overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Al deze uitkeringen zijn in een eerder stadium bekendgemaakt aan alle provincies en gemeenten middels de circulaires voor het provinciefonds en het gemeentefonds. Tevens zijn veel van deze uitkeringen een uitvloeisel van bestuurlijke afspraken tussen het Rijk, provincies en gemeenten. Op deze twee wijzen zijn de provincies en gemeenten ruimschoots betrokken geweest bij het vaststellen van deze uitkeringen.

Toelichting afzonderlijke uitkeringen

De afzonderlijke uitkeringen worden in het artikelsgewijze deel toegelicht. Deze toelichtingen bevatten in het algemeen de volgende elementen:

  • a. het doel van de uitkering;

  • b. de wijze waarop en de criteria om voor de uitkering in aanmerking te komen;

  • c. de wijze van verdeling van de beschikbare middelen;

  • d. indien nodig, een korte motivering van de verschillen in uitkering tussen gemeenten of provincies.

Bij de toelichting op de verdeling van de uitkering wordt in een aantal gevallen gerefereerd aan maatstaven. Daarmee wordt gedoeld op de maatstaven voor het betreffende fonds, die zijn vastgesteld in Besluit financiële verhouding 2001 (zie o.a. de toelichting bij artikel 2).

B. Artikelen

Artikel 1 Bijdragen regionale omroepen

Op grond van artikel 107 van de Mediawet (de voorganger van de huidige Mediawet 2008) hebben de provincies de plicht minimaal één regionale omroep te bekostigen. De kosten van deze provinciale taak worden vergoed door het Rijk. In 2006 is een nieuwe bekostigingsstructuur voor de regionale publieke omroep in werking getreden, als gevolg van een wijziging van de Mediawet (Stb. 2005, 236). In plaats van een bekostiging door het Ministerie van OCW ontvangen de provincies hiervoor een uitkering uit het provinciefonds. De nieuwe wijze van bekostiging leidt tot grote financiële afwijkingen ten opzichte van de oude bekostigingsstructuur. Daarom is met het IPO is afgesproken, dat deze uitkering na een integratietraject in de algemene uitkering wordt opgenomen.

Vóór 2006 bestond er ook al een integratie-uitkering voor omroepbijdragen aan provincies die gold van 2000 tot en met 2005 (Stb. 2004, 303). Met die uitkering werd beoogd provincies te compenseren voor de herverdeeleffecten die ontstonden door de Wet afschaffing omroepbijdragen (Stb. 1999, 573, 574). Deze integratie-uitkering bevatte slechts een deel van de gelden die beschikbaar zijn voor de regionale omroepen. Met de wijziging in 2005 werd beoogd alle middelen te verdelen via het gemeentefonds. Daarom is in overleg met het IPO besloten een geheel nieuw integratietraject te beginnen waarbij al het geld dat in verband met regionale omroepen aan het provinciefonds is toegevoegd opnieuw wordt meegenomen in het integratietraject. Hierbij is afgesproken dat de provincies gedurende twee jaar steeds meer toegroeien naar de nieuwe financiële verdeelsystematiek conform de algemene uitkering.

Samenstelling en verdeling van de uitkering

Het geheel van de uitkering dat aan het provinciefonds is toegevoegd vanwege de regionale omroepen bedraagt € 112.847.568.

De uitkering is opgebouwd uit 4 componenten:

  • 1. Integratie-uitkering omroepbijdragen. Deze componten bevat de bedragen die in 2005 als integratie-uitkering voor regionale omroepbijdragen zijn verstrekt. De verdeling hiervan is gemaakt op basis van de integratie-uitkering zoals deze in de septembercirculaire provinciefonds van 2004 is gemeld.

  • 2. Omroepbijdragen in algemene uitkering provinciefonds. Deze bedragen maakten in de periode 2000 tot 2005 onderdeel uit van de algemene uitkering. De verdeling over de provincies vindt plaats op basis van diverse verdeelmaatstaven die een rol spelen bij de verdeling van het cluster «Voorzieningen bevolking».

  • 3. OCW-bijdragen. Deze component betreft de toevoeging vanuit de OCW-begroting aan het provinciefonds in 2006. Deze component is verdeeld op basis van de verdeling van deze middelen voor 2006.

  • 4. Nominale ontwikkelingen tot en met 2005. Deze component compenseert de nominale prijsontwikkelingen voor de middelen die sinds 2000 aan het provinciefonds zijn toegevoegd in verband met de componenten 1 en 2. Tot en met 2005 bedroeg de nominale ontwikkeling € 6,670 miljoen. Hiervan is € 3,613 miljoen aan de algemene uitkering toegevoegd via het deel dat in 2001 aan het provinciefonds is toegevoegd (tweede component). Het resterende deel (€ 6,670 miljoen minus € 3,613 miljoen is € 3,056 miljoen) vormt de vierde component. De totale nominale ontwikkeling (component twee en vier samen) is verdeeld naar rato van de verdeling van middelen die in verband met regionale omroepen zijn toegevoegd aan de algemene uitkering van het provinciefonds. Het ging daarbij om de verdeling zoals die voor het uitkeringsjaar 2005 gold.

Het totaalbedrag van de vier componenten vormt de basis waarmee de uitkering wordt berekend. In 2006 wordt hiervan tweederde deel uitgekeerd aan de provincies. Het overige eenderde deel wordt verdeeld via het nieuwe maatstavenstelsel in de algemene uitkering. In 2007 wordt eenderde van dit bedrag via deze uitkering verdeeld en wordt tweederde deel verdeeld via het nieuwe maatstavenstelsel in de algemene uitkering. Vanaf 2008 wordt de gehele uitkering via het maatstavenstelsel van de algemene uitkering uitgekeerd.

Artikel 2 Stimuleringsbudget collectief particulier opdrachtgeverschap

De provincies ontvangen een uitkering voor het ondersteunen van initiatieven voor collectief particulier opdrachtgeverschap. Collectief particulier opdrachtgeverschap is het in groepsverband realiseren van betaalbare woningen in opdracht van de toekomstige bewoners. Met deze uitkering kunnen provincies subsidie verstrekken aan burgers binnen een provincie. De uitkering is bestemd voor groepen zonder winstoogmerk en is met name bedoeld voor de startfase van het project.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft deze uitkering toegezegd in het Actieplan Woningbouw (Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XVIII, nr. 10), naar aanleiding van een motie die de Tweede Kamer heeft aanvaard (Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 XI, nr 48). Hoewel de financiële middelen beschikbaar zijn gemaakt door een verlaging van het subsidieplafond van het Besluit locatiegebonden subsidies 2005, is het bestedingsdoel van de uitkering niet beperkt tot de locaties genoemd in dat besluit. De provincies hebben begin 2008 per brief aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie te kennen gegeven dat zij bereid zijn dit beleid uit te voeren.

In totaal is er € 8 miljoen voor deze uitkering beschikbaar. Alle provincies ontvangen een basisbedrag van € 200.000 hetgeen aangevuld wordt met het resterende bedrag dat is verdeeld naar rato van het aantal huishoudens in de betreffende provincie. De uitkering wordt eenmalig in 2008 aan de provincies verstrekt.

Artikel 3 Aanpak kindermishandeling

35 Gemeenten ontvangen een uitkering voor het aanstellen van een regiocoördinator voor het invoeren van de RAAK-aanpak in de regio om kindermishandeling tegen te gaan.

De minister voor Jeugd en Gezin heeft in het Actieplan kindermishandeling (Kamerstukken II, 2007/08, 31 015 nr.16) aangegeven dat hij kindermishandeling wil aanpakken door onder meer de RAAK-aanpak in gemeenten te stimuleren. De RAAK-aanpak is ontwikkeld door de Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling. De aanpak is gericht op het effectiever en efficiënter inzetten van de bestaande instellingen in de regio op basis van hun bestaande aanbod. Daarbij heeft iedere regio een coördinator, die de regio ondersteunt bij het invoeren van de aanpak. De coördinator is de centrale figuur die zorg draagt voor het opstellen en bewaken van de uitvoering van het «Regioplan sluitende aanpak kindermishandeling». De regiocoördinator overlegt met provincies en grootstedelijke regio’s over de aansluiting met de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling en de geïndiceerde vormen van zorg bij kindermishandeling. Tevens wordt in de aanpak aangesloten bij de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Via de bundeling van taken in de CJG wordt gezorgd voor een betere samenwerking tussen lokale voorzieningen voor jeugdigen en een betere aansluiting op de geïndiceerde jeugdzorg. De RAAK-aanpak is succesvol gebleken bij een experiment in vier regio’s.

De 35 gemeenten aan wie de uitkering wordt verstekt zijn centrumgemeenten van waaruit een landelijk dekkend stelsel van regio’s wordt bediend. Deze gemeenten hebben tevens een rol bij de aanpak van huiselijk geweld. Zo kan een centrumgemeente de aanpak van kindermishandeling met de aanpak van huiselijk geweld verbinden, waarbij gebruik gemaakt wordt van de structuren die de centrumgemeente heeft ontwikkeld voor het bestrijden van huiselijk geweld en andere specifieke vormen van kindermishandeling.

Elk van de 35 gemeenten ontvangt een bedrag van € 83.300 per jaar voor het aanstellen van één coördinator. De gemeenten zijn voor deze uitkering in aanmerking gekomen, nadat het college van burgemeester en wethouders schriftelijk heeft ingestemd met de Actieverklaring aanpak kindermishandeling van 21 april 2008, waarmee de centrumgemeenten zich committeren de RAAK-aanpak uit te voeren.

Artikel 4 Aanvullende armoedebestrijding

Deze uitkering is ontstaan door een amendement van de Kamerleden Tang en Spekman bij de het voorstel van Wet houdende wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstukken II, 2007/08, 31 474 XV, nr 10). De indieners van het amendement beoogden hiermee de gemeenten meer financiële armslag te bieden bij de uitvoering van het armoedebeleid ten behoeve van huishoudens met de laagste inkomens, door hen te compenseren voor stijgende inflatie. De omvang van de beschikbare middelen bedraagt € 50 miljoen. Hiervan kunnen de gemeenten een extra uitkering van € 50 verstrekken aan huishoudens met de laagste inkomens.

De beschikbare middelen worden aan de gemeenten verstrekt middels een eenmalige decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds in 2008. De verdeling wordt bepaald door het aantal huishoudens in de gemeente met een inkomen onder 120% van het sociaal minimum.

Artikel 5 Beeldende kunst en vormgeving

Een aantal gemeenten ontvangt een uitkering voor het stimuleren van beeldende kunst en vormgeving. Deze uitkering is een vervolg op de specifieke uitkering: Regeling Cultuurbereik 2005-2008. De gemeenten ontvangen het geld voor:

  • a. het bieden van ruimte aan talent;

  • b. het verbeteren van de relatie tussen productie en presentatie, tussen aanbod en publiek;

  • c. het versterken van de kracht en professionalisering van de sector.

Deze uitkering beoogt de uitvoering van het vernieuwde cultuurbeleid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te financieren (Kamerstukken II, 2007/08, 28 989 nr. 61).

Voor de uitkering komen de gemeenten in aanmerking die meer dan 90.000 inwoners hebben op de pijldatum 1 januari 2007, aangevuld met de provinciale hoofdsteden. Deze gemeenten ontvangen een vast bedrag van € 150.000 per jaar, met uitzondering van negen gemeenten waarvan de uitkering is vastgesteld op het bedrag dat zij ontvingen op basis van de Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005–2008.

Aan de ontvangende gemeenten zal worden gevraagd beleidsinformatie te verstrekken over de besteding van de uitkering om afstemming met het rijksbeleid te bevorderen en overlap te voorkomen.

Artikel 6 Bewonersinitiatieven wijken

Een aantal gemeenten ontvangt een uitkering om initiatieven van bewoners in achterstandswijken te financieren. Een voorwaarde voor het ontvangen van deze uitkering is dat de gemeenten het geld middels een vouchersysteem zullen verstrekken aan initiatieven van hun bewoners die gericht zijn op het verbeteren van de leefbaarheid en de sociale cohesie van de wijk waarin zij wonen. Deze vouchers kunnen bewoners gebruiken om het door hen ingediende initiatief te bekostigen. Deze uitkering vloeit voort uit het beleid van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie waarbij bewoners van kwetsbare wijken worden betrokken bij de verbetering van die wijk.

De verdeling van de uitkering valt uiteen in twee delen:

  • 1. Het eerste deel bestaat uit een uitkering voor de 18 gemeenten waarin de 40 aandachtswijken zijn gelegen die zijn aangewezen in het kader van het Actieplan Krachtwijken (Kamerstukken II, 2006/07, 30 995, nr. 1). Deze gemeenten ontvangen in 2008 gezamenlijk € 10 miljoen en in de jaren 2009 tot en met 2011 ieder jaar 15 miljoen. Dit bedrag is verdeeld op basis van de zwaartefactoren die zijn gebruikt om de achterstandsproblematiek te meten voor de selectie van de 40 aandachtswijken.

  • 2. Het tweede deel bestaat uit een uitkering aan de 31 gemeenten die vallen onder het grote stedenbeleid, zoals aangewezen in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid. Ieder van deze gemeenten ontvangt in de jaren 2008 tot en met 2010 een vast bedrag van € 300.000. Dit bedrag ontvangen ook de gemeenten waarin zich de 40 aandachtswijken zich bevinden.

Artikel 7 Bibliotheekvoorzieningen in kleinere gemeenten

Deze uitkering heeft als doel de bibliotheekvoorzieningen in kleine gemeenten te verbeteren. Om het bibliotheekstelsel te versterken en de minimumomvang van kleine bibliotheken te vergroten is de zogenoemde «5,5 miljoenregeling» in het leven geroepen. Met de VNG en het IPO is overeengekomen dat de desbetreffende gelden (€ 5,791 miljoen) vanaf 2008 worden uitgekeerd uit het gemeentefonds. De uitkering wordt verstrekt aan gemeenten die op 1 januari 2007 minder dan 30.000 inwoners hebben. Om te voorkomen dat pas heringedeelde gemeenten geen gebruik kunnen maken van deze uitkering is er voorzien in een uitzondering voor gemeenten die per 1 januari 2007 heringedeeld zijn. De nieuwe gemeente ontvangt de uitkering op basis van het inwonertal per 1 januari 2006 in de voormalige afzonderlijke gemeenten. De uitkering wordt verdeelt naar rato van het aantal inwoners in de betreffende gemeenten. Na een periode van 5 jaar worden de middelen in de algemene uitkering van het gemeentefonds opgenomen.

Artikel 8 BTW-compensatie waterschapswegen

Deze uitkering beoogt een compensatie te verstrekken voor BTW die door gemeenten wordt betaald doordat het onderhoud van hun wegen is uitbesteed aan waterschappen. Gemeenten hebben de verplichting tot bekostiging van het onderhoud vanwege de Wet herverdeling wegenbeheer. Doorgaans kunnen gemeenten de kosten vanwege de afdracht van BTW voor het onderhoud van wegen declareren bij het BTW-compensatiefonds. Wanneer het beheer van wegen valt onder de verantwoordelijkheid van waterschappen kunnen de gemeenten de afdracht van BTW niet declareren bij het BTW-compensatiefonds. Hierdoor zijn de kosten voor het wegenonderhoud hoger in die gemeenten waar het onderhoud van wegen wordt gedaan door waterschappen. Deze hogere kosten worden met deze uitkering gecomenseerd.

Op grond van de opgaven van de gemeenten blijkt dat er binnen de totale uitgaven van waterschappen aan wegenbeheer sprake is van een gemiddelde BTW-percentage van 10%. De gemeenten die het betreft, ontvangen met terugwerkende kracht 10% van de in die jaren aan de waterschappen verplicht betaalde bedragen. Het uit te keren bedrag bestaat uit twee delen: een kapitaaldeel en een onderhoudsdeel. Gemeenten kunnen maximaal tot 2012 een uitkering krijgen voor het kapitaaldeel. Voor het onderhoudsdeel geldt dat vanaf 2007 jaarlijks rekening wordt gehouden met een constante indexering van 2,3%. Dit percentage is berekend op basis van de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland van de afgelopen jaren.

Artikel 9 Impuls brede scholen sport en cultuur

De Impuls brede scholen, sport en cultuur richt zich op de realisatie van combinatiefuncties. Met een combinatiefunctie wordt een functie aan school bedoeld waarbij de werknemer niet uitsluitend docent is, maar zich ook bezig houdt met sport en cultuur voor de leerlingen buiten de lesuren. Met de inzet van combinatiefuncties worden de volgende doelen beoogd:

  • de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk;

  • het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen;

  • het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.

Deze uitkering wordt aan gemeenten verstrekt om zo uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in het primair en voortgezet onderwijs te realiseren.

De uitkering is beschikbaar gesteld voor de G31 gemeenten. Dit zijn de 31 gemeenten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid. Voorwaarde voor het ontvangen van de uitkering was het tekenen bestuurlijke verklaring waarin de gemeenten te kennen geven dit beleid uit zullen voeren en waarin het aantal combinatiefuncties is vastgesteld. Omdat één gemeente de verklaring niet heeft getekend ontvangen 30 gemeenten deze uitkering.

Het beschikbare bedrag voor 2008 is € 16,9 miljoen en voor 2009 € 8,45 miljoen. Met de gemeenten is afgesproken dat zij na 2008 de helft van de combinatiefuncties uit eigen middelen financieren.

Artikel 10 Compensatie derving onroerend zaakbelasting van bedrijfswoningen

Deze uitkering compenseert gemeenten voor de inkomensderving die is ontstaan vanwege het afschaffen van de onroerende zaakbelasting (OZB) voor onroerende zaken die deels als woning worden gebruikt. Het gaat hier met name om panden die deels als bedrijf en tegelijk als woning worden gebruikt. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van de Wet houdende wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de OZB op woningen en het maximeren van de resterende OZB-tarieven, is het amendement van het lid De Pater-Van der Meer aanvaard (Kamerstukken II, 2005/06, 30 096, nr. 19). Dit amendement had de strekking om de bewoners van panden die niet uitsluitend, maar wel een zekere woonbestemming hebben, ook mee te laten profiteren van de afschaffing van het gebruikersdeel van de OZB.

Om de gemeenten niet te belasten met de financiële gevolgen van deze wetswijziging heeft het Rijk de toezegging gedaan de opgetreden derving van inkomsten te compenseren. Daartoe hebben gemeenten een opgave kunnen doen van de inkomstenderving die door deze wetswijziging is opgetreden. Op basis van deze gegevens is de uitkering vastgesteld zoals in de bijlage van dit besluit is vastgesteld. Tijdelijk wordt deze uitkering verstrekt middels een integratie-uitkering uit het gemeentefonds. Vanaf 2010 wordt deze uitkering geïntegreerd in de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

De uitkering van 2006 verschilt ten opzichte van de jaren 2007 en 2008, omdat de gemeenten pas vanaf 2007 verplicht waren een opgave te doen van de onroerende zaken die deels als woonruimte zijn gebruikt. Dit leidde tot nieuwe opgaven van gemeenten, waardoor de bedragen ten opzichte van 2006 afwijken. Daarnaast zijn er een aantal correcties ten aanzien van de cijfers van 2006 geweest. Voor de jaren 2008 en 2009 zullen er geen aanpassingen meer plaatsvinden.

Artikel 11 Deltaplan inburgering

De minister voor WWI heeft het «Deltaplan inburgering: vaste voet in Nederland» (Kamerstukken II, 2006–07, 31 143, nr 1), opgesteld voor het verbeteren van de kwaliteit van de inburgering. De uitvoering van de inburgeringsagenda is een onderdeel van dit Deltaplan. Voor de uitvoering van het deltaplan zijn 48 gemeenten geselecteerd die relatief veel inburgeraars hebben. Voor de uitvoering van de inburgeringsagenda ontvangen deze gemeenten in 2008 een eenmalige uitkering van € 50.000.

Artikel 12 Fiscale naheffing over gebruik dienstauto

De Belastingdienst heeft een onderzoek gedaan naar het gebruik van dienstauto’s in achtendertig gemeenten. Naar aanleiding van het onderzoek hebben verschillende gemeenten een naheffing gekregen vanwege het gebruik van de dienstauto door de burgemeester anders dan uit hoofde van het ambt. Voor de fiscale bijtellingsregeling geldt het gebruik van de dienstauto voor nevenfuncties als privégebruik, waarvoor de begunstigende fiscale regeling niet geldt.

Bij de betrokkenen bestond veel onduidelijkheid over de implicaties van de voorschriften, waardoor een aantal gemeenten een naheffing van de Belastingdienst hebben ontvangen. Daarnaast was de benodigde rittenadministratie in de betrokken gemeenten veelal niet toereikend. De regering heeft inmiddels een einde gemaakt aan de ontstane onduidelijkheid door het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning, het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, het Rechtspositiebesluit burgemeesters en het Rechtspositiebesluit wethouders te wijzigen (Stb. 2009, 64). Vanwege de bijzondere werkgeversverantwoordelijkheid van het Rijk ten aanzien van de burgemeesters heeft het kabinet besloten om, in geval van een naheffing, deze voor de periode 2002 tot en met 2005 te compenseren middels een eenmalige uitkering uit het gemeentefonds.

Gemeenten hebben tot 24 november 2008 gelegenheid gekregen om de naheffing op te geven bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op basis van de aangeleverde gegevens is de uitkering vastgesteld.

Artikel 13 Homo-emancipatiebeleid

Zestien gemeenten zijn geselecteerd voor een uitkering om het homo-emancipatiebeleid in die gemeenten te stimuleren. Op basis van onderzoek van het Kenniscentrum MOVISIE, zijn die gemeenten geselecteerd die het meest actief bleken te zijn op het terrein van homo-emancipatie. De Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen heeft met deze gemeenten een zogenoemde koploperovereenkomst gesloten waarin bestuurlijke afspraken zijn gemaakt over het te voeren homo-emancipatiebeleid. De gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (G4) ontvangen ieder € 200.000, verdeeld over vier jaar. De overige gemeenten ontvangen in totaal € 75.000, verdeeld over vier jaar.

Artikel 14 Nationaal actieplan sport en bewegen

Bewegen draagt bij aan de vermindering van overgewicht en het voorkomen van allerlei gezondheidsproblemen. Daarom hebben de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de voorzitter van het NOC*NSF en de VNG kaderstellende afspraken over het Nationaal actieplan sport en bewegen gemaakt. Met dit actieplan wordt getracht honderdduizenden mensen in zo’n 100 gemeenten te stimuleren om meer te bewegen. Het Rijk en de gemeenten hebben afgesproken om beide € 38 miljoen te investeren in dit actieplan gedurende de periode 2008 tot en met 2012. De rijksbijdrage wordt in twee tranches verstrekt. De eerste tranche loopt van 2008 tot 2010. Daarin wordt de helft van het beschikbare bedrag uitgekeerd aan gemeenten met de grootste gezondheidsachterstand. In 2010 tot 2012 wordt de tweede helft van het budget ter beschikking gesteld aan ongeveer 50 andere gemeenten. Deze uitkering heeft uitsluitend betrekking op de eerste tranche waarbij € 19 miljoen wordt verdeeld.

Voor de eerste tranche zijn 54 gemeenten geselecteerd die op basis van gegevens over de sociaal economische status naar verwachting de grootste gezondheidsachterstand hebben. De desbetreffende gemeenten zijn hiervoor benaderd door de Vereniging Sport en Gemeenten. Voor het ontvangen van de uitkering dienden de gemeenten eerst een verklaring te ondertekenen, waarin zij aangeven de landelijke kaderstellende afspraken voor de Impuls Nationaal actieplan sport en bewegen uit te zullen voeren in hun gemeente.

De uitkering loopt vanaf 1 juli 2008 tot en met 1 juli 2010. Omdat de uitkering in 2008 en 2010 over een half jaar wordt berekend is dat bedrag de helft lager ten opzichte van 2009. De hoogte van de uitkering is bepaald aan de hand van het beschikbare bedrag dat wordt verdeeld over het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten.

Artikel 15 Opvoeden in de buurt

Het kabinet heeft in 2006 € 32,3 miljoen ter beschikking gesteld aan gemeenten voor ondersteuning van risicogezinnen met jonge kinderen. Hiervoor zijn zeven gemeenten geselecteerd die voor de grootste opgave staan waar het gaat om het verlenen van hulp aan risicogezinnen met jonge kinderen. De omvang van de problematiek is bepaald aan de hand van de volgende indicatoren: het aantal gezinnen met jonge kinderen, het aantal één-ouder-gezinnen, het aantal gezinnen van allochtone herkomst en de hoogte van het inkomen van de gezinnen. De verdeling van de beschikbare middelen tussen de zeven gemeenten is eveneens berekend aan de hand van dezelfde indicatoren. De minister van VWS heeft bestuurlijke afspraken gemaakt met deze gemeenten over de wijze waarop gemeenten de extra ondersteuning aan risicogezinnen en -kinderen vormgeven. De betaling van de uitkering is verspreid over tweeënhalf jaar, vanaf half 2006 tot eind 2008.

Artikel 16 Participatie van vrouwen uit etnische minderheden

Negentien gemeenten ontvangen gedurende de periode van 2008 tot en met 2011 ieder € 150.000 voor hun beleid om de maatschappelijke participatie van vrouwen uit etnische minderheden te bevorderen. De 56 grootste gemeenten kwamen voor de uitkering in aanmerking onder de voorwaarde dat zij een actieplan indienden dat voldeed aan de criteria die het Ministerie van OCW heeft vastgesteld. De criteria betroffen het lokale draagvlak om het convenant «Duizend en één kracht» uit te voeren, de aanwezigheid van een coördinator voor het project, samenwerking met andere lokale partners, een ketenaanpak en inbedding in bestaande structuren.

Van de 56 gemeenten hebben meer dan 19 een actieplan ingediend. Uiteindelijk heeft de Minister van OCW met de 19 gemeenten een koploperovereenkomst gesloten.

De betaling van de uitkering start voor twee groepen gemeenten op verschillende momenten. Dit leidt tot de verschillen in uitkering in 2008 en 2011. De eerste groep gemeenten ontvangt de uitkering vanaf juni 2008. Zij ontvangen in 2008 € 29.167 en in 2010 € 20.833. De tweede groep gemeenten ontvangt de uitkering vanaf september 2008. Zij ontvangen in 2008 € 16.667 en in de jaren 2009 en 2010 € 33.333. Alle gemeenten ontvangen in de jaren 2009 en 2010 jaarlijks € 50.000.

Artikel 17 Pilot Drank- en Horecawet

Het kabinet heeft het voornemen het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet over te dragen aan gemeenten. Het toezicht is nu belegd bij de Voedsel en Warenautoriteit. In vijftien (regio’s van) gemeenten wordt daartoe in de jaren 2008 en 2009 een pilot uitgevoerd. Het doel van de pilot is om inzicht te krijgen in de ervaringen van verschillende gemeenten met het uitvoeren van de toezichtstaak. De gemeenten die deelnemen worden met deze middelen in de gelegenheid gesteld om toezichthouders aan te stellen. Ter compensatie van de kosten wordt aan de deelnemende gemeenten deze uitkering verstrekt. Het uitgekeerde bedrag is gebaseerd op twee voltijd toezichthouders per gemeente, met uitzondering van de gemeente Drimmelen die een uitkering krijgt voor het aanstellen van één toezichthouder. Met de gemeenten is afgesproken dat er bij de uitvoering van de pilot speciale aandacht zal zijn voor het toezicht op de naleving van verkoop van alcohol aan jongeren onder de minimum leeftijdsgrenzen.

De deelnemende gemeenten zijn geselecteerd voor deze pilot op basis van een aanvraagprocedure. Alle gemeenten zijn uitgenodigd een plan van aanpak in te dienen voor deelname aan de pilot. Vanwege het experimentele karakter zijn verschillende gemeenten geselecteerd. Onderdeel van de beoordeling was de omvang van de alcoholproblematiek, verscheidenheid in regio’s en demografische kenmerken van deelnemende gemeenten.

Artikel 18 Pilot gemengde scholen

Zeven gemeenten ontvangen een uitkering om na te gaan welke maatregelen het meest effectief zijn om segregatie van allochtone en autochtone leerlingen in het basisonderwijs tegen te gaan. Het gaat daarbij om maatregelen zoals het werken met vaste aanmeldmomenten voor het basisonderwijs, het hanteren van dubbele wachtlijsten, het ondersteunen van ouderinitiatieven, etc. Ook wordt in de pilot het concept van vriendschapsscholen uitgewerkt waarbij de contacten tussen allochtone en autochtone leerlingen worden vergroot. De gemeenten die de uitkering ontvangen zijn door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen geselecteerd voor deelname aan deze pilot. De vier grote steden hadden in een manifest bij het aantreden van dit kabinet al aangegeven dat zij segregatie in het onderwijs willen tegengaan en krijgen daarom deze uitkering. De overige drie gemeenten krijgen deze uitkering naar aanleiding van plannen die zij hebben ingediend voor de 40 aandachtswijken die zijn aangewezen in het kader van het Actieplan Krachtwijken (Kamerstukken II, 2006/07, 30 995, nr. 1).

Artikel 19 Pilot voorschoolse en vroegschoolse educatie

Een drietal gemeenten ontvangt een uitkering voor deelname aan de Pilot voor voorschoolse en vroegschoolse educatie. In samenwerking met het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de provincies voeren een aantal gemeenten in Groningen, Drenthe en Limburg een pilot uit met voor- en vroegschoolse educatie. Het doel van dit experiment is te onderzoeken in welke mate wijzigingen in de randvoorwaarden waaronder voorschoolse educatie wordt uitgevoerd, van invloed is op het verminderen van de leerachterstanden van de deelnemende kinderen. Aan de pilot zijn onderzoeken verbonden waarbij de kinderen gevolgd worden in hun ontwikkeling. Uit het experiment moet blijken wat de beste manieren zijn om de deelname aan voor- en vroegschoolse educatie van kinderen uit moeilijk bereikbare groepen te stimuleren.

Voor de pilot zijn drie plattelandsregio’s geselecteerd, waarvan bekend is dat daar relatief veel achterstandsleerlingen zijn. In Oost-Groningen en de regio Zuid-Oost-Drenthe gaat het om kleine kernen die ver uit elkaar liggen waardoor het moeilijker is om de ouders te bewegen hun kinderen naar één centrale peuterspeelzaal of kinderopvang te brengen. De gemeenten in Zuid-Limburg zijn geselecteerd vanwege veel wegtrekkende jonge gezinnen in de regio. Het is moeilijk in die regio deelname van kinderen aan een peuterspeelzaal te stimuleren, aangezien de gezinnen weten dat ze binnenkort zullen wegtrekken. Daardoor is het niveau van de voorschoolse opvang laag.

Hoewel meerdere gemeenten uit de drie regio’s deelnemen aan de pilot wordt de uitkering verstrekt aan drie gemeenten: Stadskanaal, Emmen en Kerkrade. De ontvangende gemeente zal zijn bijdrage delen met de deelnemende gemeente in de desbetreffende regio. Deze aanpak bevordert de samenwerking tussen de gemeenten. Het is wel de bedoeling dat de kinderen in hun eigen gemeente voorzieningen aangeboden krijgen.

In de provincie Groningen nemen de volgende gemeenten deel aan de pilot: Bellingwolde, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde en Winschoten.

In de provincie Drenthe nemen de volgende gemeenten deel aan de pilot: Emmen, Borger-Odoorn, Aa en Hunze en Coevorden.

In de provincie Limburg nemen de volgende gemeenten deel aan de pilot: Vaals, Eijsden, Margraten, Gulpen-Wittem, Valkenburg aan de Geul, Meerssen, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal, Nuth, Brunssum, Landgraaf, Kerkrade, Schinnen, Beek en Stijn.

Bij de verdeling van de gelden is rekening gehouden met het aantal inwoners die tot de doelgroep behoren in de betrokken gemeenten. Daarbij is rekening gehouden met het bedrag dat de betrokken gemeenten al ontvangen voor voorschoolse educatie vanwege de Brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (artikel 7, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit brededoeluitkering sociaal, integratie en veiligheid juncto artikel 10, onderdeel a van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid). De Drentse gemeenten ontvangen een groter bedrag uit de Brede doeluitkering dan de Zuid-Limburgse gemeenten en ontvangen daarom een lager bedrag voor deze pilot.

Artikel 20 Polarisatie en radicalisering

Ter ondersteuning van gemeentelijke actieplannen om polarisatie en radicalisering tegen te gaan ontvangen gemeenten een uitkering. Deze uitkering komt voort uit het actieplan Polarisatie en radicalisering, dat op 27 augustus aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II, 2006/07, 29 754, nr. 103)

Een belangrijk onderdeel van dit actieplan is de ondersteuning en stimulering van de aanpak van dit thema op lokaal niveau. Daarom wordt middels een tijdelijke uitkering uit het gemeentefonds voorzien in een gedeeltelijke financiering voor plannen van aanpak van gemeenten om radicalisering en polarisatie tegen te gaan. Gemeenten konden een aanvraag doen om in aanmerking te komen voor deze uitkering. Voor de beoordeling van de aanvragen is gebruik gemaakt van de doelstellingen in het Actieplan Polarisatie en Radicalisering:

  • a. insluiten van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde (preventie);

  • b. het vroegtijdig signaleren van deze processen door bestuurders en professionals en het ontwikkelen van een adequate aanpak (pro-actie);

  • c. het uitsluiten van mensen die duidelijke grenzen hebben overschreden en ervoor zorgen dat hun invloed op anderen zoveel mogelijk beperkt wordt (repressie).

De uitkering betreft een gedeeltelijke financiering van de gemeentelijke actieplannen tegen radicalisering en polarisatie. De financiering varieert van 50% tot 80% van de totale begrote kosten van een gemeentelijk actieplan, afhankelijk van de mate waarin de aanvraag overeenkomt met het Actieplan Polarisatie en Radicalisering.

Deze uitkering is beschikbaar voor de jaren 2007–2011. In dit besluit zijn de uitkeringen die in 2008 zijn toegekend opgenomen. Uitkeringen die later worden toegekend zullen in volgende algemene maatregelen van bestuur voor decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden opgenomen.

Artikel 21 Regionale platforms fraudebestrijding

In het bestuurlijk overleg met de VNG in september 2003 is afgesproken dat de gemeentelijke deelname aan het landelijk netwerk van interventieteams fraudebestrijding wordt gecoördineerd vanuit negen regio’s met elk een centrumgemeente. De interventieteams richten zich met name op de bestrijding van fraude in het sociale zekerheidsdomein. Deze uitkering beoogt de financiële middelen te verstrekken voor het aanstellen van twee voltijd functionarissen in elk van de 9 centrumgemeenten. De financiële bijdrage van het rijk bedraagt jaarlijks € 222.857 per centrumgemeente en wordt vanaf 2007 uitgekeerd.

Artikel 22 Stemcomputers

Naar aanleiding van het rapport van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces heeft het kabinet besloten dat er niet meer elektronisch gestemd zal worden bij verkiezingen die onder de reikwijdte van de Kieswet vallen. Dit besluit betekent voor gemeenten een verlies van de waarde van de NEDAP-stemcomputers, die zij in eigendom hebben. Tijdens het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 9 april 2008 is met de VNG overeengekomen dat het Rijk de gemeenten hiervoor zal compenseren middels een uitkering van het gemeentefonds. Uit een inventarisatie door het Ministerie van BZK bleek het totaal van het restant boekwaarde van de stemmachines € 4.508.000 te bedragen. De gemeenten ontvangen het door hen opgegeven bedrag middels een eenmalige uitkering uit het gemeentefonds in 2008.

Artikel 23 Taalcoaches

In het kader van het Deltaplan inburgering (Kamerstukken II, 2006-07, 31 143, nr 1) is er een uitkering beschikbaar voor het opzetten van projecten voor taalcoaches. Taalcoaches zijn vrijwilligers die de inburgeraar helpen bij het leren van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld door het samen oefenen met de taal of het gezamenlijk ondernemen van activiteiten.

Deze uitkering is beschikbaar voor de 50 grootste gemeenten. De inspanningen van het Deltaplan inburgering zijn primair gericht op deze gemeenten omdat zij, ook relatief gezien, de meeste inburgeraars hebben. De 50 gemeenten konden zich inschrijven voor 100, 200 of 450 taalkoppels, afhankelijk van het aantal inburgeraars in de gemeente. Per taalkoppel is een bedrag van € 750 beschikbaar. Van de mogelijkheid tot inschrijving hebben 47 gemeenten gebruik gemaakt. In totaal is aan de gemeenten een bedrag van € 8,43 miljoen toegekend. Het beschikbare bedrag wordt in vier tranches uitgekeerd, te weten: 50% in 2008, 30% in 2009, 10% in 2010 en 10% in 2011. Andere dan de 50 grootste gemeenten, krijgen de mogelijkheid om vanaf 2009 middelen te ontvangen voor de organisatie van vrijwillige taalcoaches voor inburgeraars.

Artikel 24 Tijdbeleid

Het kabinet wil de combinatie van arbeid en zorgtaken beter mogelijk maken, ondermeer door vergroting van de flexibiliteit in de openings- en arbeidstijden van dienstverleners in de gemeenten. Het gaat hierbij niet alleen om de dienstverlening van de gemeenten zelf, maar ook om andere zorg- en dienstverleners zoals de kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, gezondheidszorg, vervoer, etc. De ontvangende gemeenten zijn koplopers op het terrein van flexibilisering van openings- en arbeidstijden van de dienstverlening in hun gebied en ambiëren een verdergaande rol in het organiseren van een flexibel aanbod van dienstverlening in de eigen gemeente. De gemeenten zijn geselecteerd aan de hand van een analyse van de lokale situatie op de themagebieden publieke dienstverlening, private dienstverlening, kinderopvang en buitenschoolse opvang, gezondheidszorg, vervoer, werkgeverschap. De geselecteerde gemeenten vervullen een voorbeeldfunctie in het land voor hun tijdbeleid. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft met de betrokken provincies en gemeenten convenanten afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het te voeren tijdbeleid. Ter ondersteuning van de flexibilisering van het tijdbeleid ontvangt iedere deelnemende provincie en gemeente eenmalig een bedrag van € 50.000.

Artikel 25 TSIOC

Met deze uitkering wordt gedurende vier jaar geld ter beschikking gesteld aan 123 gemeenten voor de intensivering van de opsporing en controle in het kader van de Wet werk en bijstand. De uitkering is bedoeld om de opsporing van misbruik van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen of de Wet werk en inkomen kunstenaars met een of twee extra voltijd functionarissen (fte) ter hand te nemen.

Deze uitkering uit het gemeentefonds is de opvolger van de Tijdelijke stimuleringsregeling opsporing en controle Abw (Stcrt. 2003, 83), die op 1 januari 2008 is ingetrokken. De uitkering beoogt maximaal 1 fte voor opsporing en 4 fte voor controle te bekostigen. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het aantal uitkeringsgerechtigden volgens de Wet werk en bijstand in de desbetreffende gemeente. In 2009 zal een evaluatie van de effecten van deze uitkering plaatsvinden. Op grond daarvan zal over een eventuele noodzaak van voortzetting na 2010 worden besloten.

Artikel 26 Uitvoering Wet inburgering

Gemeenten ontvangen in het jaar 2009 eenmalig een integratie-uitkering voor de uitvoeringskosten van de Wet inburgering. Na 2009 wordt deze uitkering opgenomen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In de jaren voorafgaand aan deze integratie-uitkering ontvingen de gemeenten hiervoor een specifieke uitkering op grond van artikel 52, eerste lid van de Wet inburgering. Deze specifieke uitkering wordt per 1 januari 2009 beëindigd. De 31 gemeenten die zijn aangewezen in artikel 1, onderdeel b, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid ontvingen de specifieke uitkering niet op basis van artikel 52, eerste lid van de Wet inburgering maar op grond van die brede doeluitkering. Deze gemeenten zullen deze uitkering gedurende 2009 nog ontvangen via de brede doeluitkering en zijn daarom niet opgenomen in deze integratie-uitkering. Per 1 januari 2010 wordt ook die uitkering overgeheveld naar de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

De middelen voor deze integratie-uitkering (€ 23,83 miljoen) worden verdeeld via een vast bedrag van € 30.000 per gemeente, vermeerderd met een variabel deel, dat wordt verdeeld via de maatstaf minderheden.

Artikel 27 Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning

Uitkering 2007

Per 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) in werking getreden. Gemeenten treffen in dat kader voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning voor personen die beperkingen ondervinden in hun zelfredzaamheid en hun maatschappelijke participatie. De kosten voor de uitbreiding van het gemeentelijke takenpakket als gevolg daarvan worden opgevangen met een toevoeging aan het gemeentefonds met een bedrag dat in overeenstemming is met deze taakuitbreiding. In dit artikel wordt de verdeling van het budget onder alle gemeenten vastgesteld.

Het budget bestaat uit een bijdrage voor huishoudelijke verzorging, een drietal overgehevelde subsidies uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), middelen uit de AWBZ voor collectieve GGZ-preventie, begrotingmiddelen voor Vorming, training en advies en een tweetal overgehevelde specifieke uitkeringen in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten. Daarnaast komen de gemeenten nog in aanmerking voor een vergoeding van de uitvoeringskosten. Het totaal van deze geldstromen bedraagt meer dan € 1,2 miljard voor het jaar 2007.

Ter uitvoering van de motie Mosterd (Kamerstukken II, 2006/07, 30 131, nr. 118) worden 99 gemeenten gecompenseerd voor een geconstateerde afwijking van meer dan 10% van de historische uitgaven voor huishoudelijke verzorging ten opzichte van het jaar 2005. Deze compensatie is in de uitkering voor het jaar 2007 verdisconteerd.

Voor het jaar 2007 is de verdeling van deze uitkering gebaseerd op de verdeling van het bedrag dat voorheen op grond van de genoemde uitkeringen werd uitgekeerd aan inwoners van die gemeente. Hierdoor werden de gemeenten bij het oppakken van de voor hen nieuwe WMO-taak niet genoodzaakt lopende verplichtingen open te breken.

Dit is bedoeld als een overgangssituatie. In 2008 wordt de verdeling gebaseerd op een objectief verdeelmodel.

Uitkering vanaf 2008

Vanaf 2008 wordt de uitkering berekend aan de hand van objectieve criteria. Analoog aan de algemene uitkering van het gemeentefonds worden daarvoor maatstaven vastgelegd, die de WMO-kostenstructuur van de gemeente weergeven. Het gaat hier om maatstaven als leeftijdsopbouw van de bevolking, huishoudensamenstelling, inkomen, aantal uitkeringsontvangers, aantal minderheden, aantallen bedden in verschillende zorginstellingen en de mate van stedelijkheid.

Een groot aantal van de in de bijlage genoemde maatstaven zijn ontleent aan de maatstaven voor de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (bijlage 2 van het Besluit Financiële verhouding 2001). Een aantal maatstaven zijn specifiek ontwikkeld voor de verdeling van de WMO-uitkering.

De omvang van het totale te verdelen WMO-budget wordt jaarlijks bepaald in het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (Bofv), waaraan behalve de fondsbeheerders en de minister van VWS ook de VNG deelneemt. Het Bofv baseert zich daarbij op een advies van een onafhankelijke derde. Deze rol wordt vervuld door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). In de zogenaamde «Taakopdracht onafhankelijke derde», een in het Bofv vastgesteld document, wordt precies omschreven hoe het SCP het budget moet ramen. Uitgangspunt voor de raming in het jaar t+1 zijn de realisatiecijfers van de gemeenten van het voorafgaande jaar (t-1); daarop past het SCP vervolgens de in Bofv afgesproken indexen toe. Op die manier volgt het budget altijd de werkelijke uitgaven. De Bofv-partijen hebben verklaard het SCP-advies over de omvang van het budget als bindend te beschouwen en over te nemen in het voorstel van de begrotingswet. Het uiteindelijke WMO–budget wordt voorafgaand aan het uitkeringsjaar vastgesteld in de begrotingswet. In het lopende jaar (jaar t) wordt alleen de nominale index bijgesteld.

Artikel 28 Veilige publieke taak

De uitkering voor veilige publieke taak voorziet in een gedeeltelijke financiering van de totstandkoming, invoering en borging van veiligheidsbeleid op het gebied van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Het gaat hier bijvoorbeeld om projecten die agressie en geweld tegen docenten op scholen of tegen medewerkers van gemeentelijke diensten tegengaan. Een belangrijk uitgangspunt bij deze uitkering is dat ontwikkeling van innovatieve ideeën een financiële ondersteuning krijgen. Voor de periode van 2008 tot en met 2010 is voor deze uitkering in totaal € 1,25 miljoen beschikbaar.

De gemeenten kunnen voor de uitkering in aanmerking komen, door een aanvraag in te dienen. Deze aanvragen worden beoordeeld op kennis over en omvang van het veiligheidsprobleem, het innovatieve karakter, de duurzaamheid en de bruikbaarheid van de voorgestelde aanpak voor andere organisaties.

Gemeenten konden de uitkering voor 2008 aanvragen tot en met 1 juli 2008. Uiteindelijk bleek alleen de aanvraag van de gemeente Amsterdam te voldoen aan de gestelde criteria. Deze gemeente ontvangt voor het jaar 2008 € 100.000. De uitkeringen voor 2009 en 2010 zullen in volgende algemene maatregelen van bestuur voor decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden opgenomen.

Artikel 29 Wijkactieplannen

Met de uitkering voor de wijkactieplannen verstrekt het Rijk de financiële middelen voor de wijkactieplannen van achttien gemeenten om wijkactieplannen uit te voeren. Het gaat hier om de 18 gemeenten waarin de 40 aandachtswijken zijn gelegen die zijn aangewezen in het kader van het Actieplan Krachtwijken (Kamerstukken II, 2006/07, 30 995, nr. 1). Voor de uitkering is in de jaren 2008 tot en met 2010 in totaal € 157 miljoen beschikbaar. Hiervan wordt in 2008 € 40 miljoen en in de jaren 2009 en 2010 jaarlijks € 58,5 miljoen beschikbaar gesteld aan de betrokken gemeenten. Het verschil tussen 2008 ten opzichte van de jaren 2009 en 2010 wordt veroorzaakt doordat de uitkering in de loop van 2008 van start is gegaan en het bedrag in gelijke termijnen wordt uitgekeerd. De verdeling van de uitkering is gemaakt aan de hand van een bedrag per inwoner dat is bepaald aan de hand van indicatoren van de problematiek in de probleemwijk keer het aantal inwoners in de betreffende wijk. Als indicatoren voor de problematiek in de wijk zijn dezelfde indicatoren gebruikt als voor de selectie van de 40 aandachtswijken (Kamerstukken II, 2006/07, 30 995, nr. 1).

De minister voor Wonen, Werken en Integratie maakt jaarlijks in een bestuurlijk overleg afspraken met de betrokken gemeenten over de voortgang van de actieplannen en de besteding van de uitkering.

Artikel 30 Antidiscriminatievoorzieningen

Met deze uitkering wordt geld ter beschikking gesteld aan gemeenten en provincies met het oog op de antidiscriminatievoorzieningen. Het kabinet streeft naar een netwerk van antidiscriminatievoorzieningen, dat per januari 2009 landelijk dekkend is.

De uitkering aan gemeenten heeft ten doel bestaande antidiscriminatievoorzieningen in stand te houden en nieuwe te ontwikkelen. De gemeenten kunnen hierbij samenwerken, zodat niet iedere gemeente een antidiscriminatievoorziening nodig heeft. Wanneer meerdere gemeenten samenwerken wordt de uitkering verstrekt aan de centrumgemeente die door de betrokken samenwerkende gemeenten is aangewezen.

De uitkering aan provincies heeft ten doel in regio’s waar nog geen antidiscriminatievoorzieningen aanwezig zijn, deze voorzieningen te ontwikkelen. Bij deze uitkering is het bedrag afhankelijk van het aantal inwoners in gemeenten nog geen antidiscriminatievoorziening hebben. Met ingang van 2009 ontvangen provincies deze uitkering niet meer omdat het landelijk dekkend netwerk dan gerealiseerd zal zijn. Daarom wordt de uitkering na 2008 geïntegreerd in de algemene uitkering uit het gemeentefonds.

De verdeling van de uitkering aan gemeenten wordt bepaald door het aantal inwoners dat door de antidiscriminatievoorziening wordt bediend. Dit kan dus bestaan uit het aantal inwoners uit meerdere gemeenten. De uitkering uit het provinciefonds is het spiegelbeeld van de uitkering uit het gemeentefonds. De verdeelmaatstaf is daarbij het aantal inwoners van de gemeenten in die provincie die nog geen antidiscriminatievoorziening hebben of nog niet deelnemen aan een antidiscriminatievoorziening in een andere gemeente.

Artikel 31 Cultuurparticipatie

Met deze uitkering wordt aan de provincies en een aantal gemeenten de financiële middelen verstrekt om een deel van het Programma Cultuurparticipatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen uit te voeren. Het Actieplan Cultuurbereik wordt met ingang van 2009 vervangen door het Programma Cultuurparticipatie. Doel van het programma is dat iedere Nederlander, te beginnen met jongeren, in aanraking komt met een cultuurdiscipline. Het programma draagt daaraan bij door meer faciliteiten en meer ondersteuning te creëren zodat meer mensen meedoen aan cultuur en dat een culturele loopbaan mogelijk wordt gemaakt. Het programma heeft drie programmalijnen, te weten: amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur. In de drie programmalijnen spelen drie doorsnijdende thema’s, te weten: diversiteit, vernieuwing en verankering.

Alle provincies, gemeenten met meer dan de 90.000 inwoners en andere gemeenten die een cultuurconvenant hebben afgesloten met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kwamen in aanmerking voor deze uitkering. Zij konden tot 15 november 2008 een verklaring tot deelname indienen bij het Fonds voor Cultuurparticipatie. In deze verklaring geven de betrokken provincies en gemeenten aan het geld voor de stimulering van cultuurparticipatie te besteden en mee te werken aan kennisuitwisseling en kennisverankering, jaarlijkse beleidsmatige monitoring, evaluatie en onderzoek van het programma. De verklaringen dienden te zijn voorzien van een vierjarenprogramma met daarin opgenomen: een sterkte- en zwakteanalyse voor cultuurparticipatie in de betreffende gemeente of provincie, een op die analyse gebaseerde inhoudelijke visie en de beoogde doelstellingen en resultaten. Het vierjarenprogramma moet gericht zijn op de eerder genoemde programmalijnen met doorsnijdende thema’s.

Voor de provincies is voor het gehele programma in totaal € 32.491.848 beschikbaar. Dit wordt verdeeld aan de hand van het aantal inwoners in de provincie. Iedere provincie ontvangt € 0,79 per inwoner van de betreffende provincie. Voor de gemeenten is voor het gehele programma in totaal € 23.138.896 beschikbaar. De Gemeenten Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Groningen, Maastricht, Rotterdam en Utrecht ontvangen € 1,13 per inwoner van die gemeente. De overige ontvangende gemeenten ontvangen € 0,79 per inwoner van die gemeente.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Dit besluit werkt terug tot en met 1 januari 2006. De provincies en gemeenten ondervinden hiervan geen hinder, aangezien zij de toegezegde uitkeringen al als voorschot hebben gekregen op basis van artikel 15 van de FV-wet. Daarnaast zijn de provincies en gemeenten over omvang van de uitkeringen tijdig geïnformeerd via de circulaires voor de fondsen. Voor alle in dit besluit opgenomen uitkeringen geldt dat de verdeling van de uitkeringen gelijk is aan de verstrekte voorschotten aan de gemeenten. Op dit moment is deze terugwerkende kracht onvermijdelijk. Evenwel zal dat in de toekomst zoveel mogelijk worden vermeden door jaarlijks een amvb op te stellen waarin de verdeling van alle tot dan toe bekende uitkeringen wordt vastgesteld. De jaarlijkse amvb zal een wijziging van deze amvb zijn. Dit heeft als doel dat alle decentralisatie- en integratie-uitkeringen overzichtelijk in één besluit zijn opgenomen. De geconsolideerde tekst van de gewijzigde amvb maakt dan onmiddellijk duidelijk welke uitkeringen er op dat moment zijn.

Ten aanzien van de uitkeringen die voor 1 augustus 2008 zijn verstrekt merk ik op, dat deze moeten worden aangemerkt als een uitkering als bedoeld in artikel 5, tweede lid van de FV-wet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van de Wet van 3 juli 2008 tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere regels over uitkeringen uit de algemene fondsen en over specifieke uitkeringen (Stb. 2008, 312). De uitkeringen als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet werden destijds al integratie-uitkeringen genoemd. De decentralisatie-uitkering is met ingang van 1 augustus 2008 ingevoerd door de bovengenoemde wijzigingswet. Voor zover er voor de uitkeringen na 1 augustus 2008 niet voorzien wordt in een integratie in de algemene uitkeringen van de fondsen, worden de uitkeringen aangemerkt als decentralisatie-uitkering.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven