Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 800 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en de begrotingsstaat van het BES-fonds (H) voor het jaar 2026

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2025–2026

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Koninkrijksrelaties (IV)

.

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 222.151.000,00

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 153.073.000,00

BES-fonds (H)

Figuur 3 Geraamde uitgaven BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 95.808.000,00

Figuur 4 Geraamde ontvangsten BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 95.808.000,00

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

In afwijking van het eerste lid is besloten de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat van het BES-fonds in één wet te laten vaststellen, op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,F.Rijkaart

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. De Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2026 voor Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H). Deze begroting is ingediend door het demissionaire kabinet-Schoof.

Groeiparagraaf

De begroting 2026 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2025 van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds.

De begroting 2026 bevat een aantal wijzigingen ten opzichte van 2025. De belangrijkste wijzigingen zijn

  • De verdiepingsbijlage en de bijlage «Moties en toezeggingen» zijn niet opgenomen in de ontwerpbegroting.

  • De bijlage Rijksuitgaven Caribisch Nederland bevat het overzicht van alle departementale begrotingen en is enkel nog centraal opgenomen als bijlage bij begrotingshoofdstuk IV.

Beleidsagenda

De beleidsagenda Koninkrijksrelaties geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende zes overzichten:

  • Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties Koninkrijksrelaties (KR);

  • Overzicht met de belangrijkste beleidsmatige mutaties BES-fonds;

  • Strategische evaluatieagenda;

  • Overzicht van risicoregelingen;

  • Implementatie van mensenrechtenverdragen;

  • Overzicht coronamaatregelen.

In het overzicht van risicoregelingen is een tabel «leningen» opgenomen. Het betreft de leningen die verstrekt zijn aan Aruba, Sint Maarten en Curaçao.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds en heeft daarom geen beleidsagenda. Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen om de aan hen toebedeelde en deels wettelijke taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds in Europees Nederland. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is - net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, aanvullende inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de, via het BES-fonds, verstrekte middelen.

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staat de beleidsinformatie en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van KR bevat vijf beleidsartikelen:

  • artikel 1. Versterken rechtsstaat;

  • artikel 2. Slavernijverleden;

  • artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur;

  • artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen;

  • artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidswijzigingen;

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de instrumenten.

Voor de toelichting op het niveau van de financiële instrumenten wordt, conform de Rijksbegrotingsvoorschriften 2025, gebruik gemaakt van onderstaande staffel.

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van Rijksbegrotingsvoorschriften 2025

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. Slavernijverleden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 4 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

Budgetflexibiliteit

De peildatum voor de onder onderdeel D gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridisch verplicht) is 1 januari 2026.

Niet-beleidsartikelen

In de niet-beleidsartikelen staan de voorgenomen uitgaven verantwoord die niet met beleid te maken hebben, zoals apparaatsuitgaven

De begroting van KR bevat twee niet-beleidsartikelen:

  • artikel 6. Apparaat;

  • artikel 7. Nog onverdeeld.

Een niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;

  • B. Toelichting op de instrumenten.

BES-fonds

De begroting van het BES-fonds kent één beleidsartikel:

  • artikel 1. BES-fonds.

Het beleidsartikel van het BES-fonds is opgebouwd uit dezelfde vijf elementen als de beleidsartikelen van de begroting van Koninkrijksrelaties. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Bijlagen

De begroting van KR bevat de volgende bijlagen:

  • 1. Subsidies

  • 2. Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda;

  • 3. Rijksuitgaven Caribisch Nederland;

  • 4. Overzicht belasting- en premie ontvangsten Caribisch Nederland;

  • 5. Overzicht eilandelijke inkomsten;

  • 6. Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Bouwen aan een gezamenlijke toekomst

In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden aan een gedeelde toekomst. Binnen onze samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk staan de volgende thema’s centraal:

  • Deugdelijk bestuur en rechtsstaat;

  • Toekomstbestendige overheidsfinanciën;

  • Het vergroten van de zelfredzaamheid.

Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba richten we ons op het behoud en de groei van de brede welvaart om de zelfredzaamheid te vergroten. Het op orde brengen van de basis blijft hierin belangrijk voor de verdere ontwikkeling van deze eilanden. Samen zetten we in op toekomstbestendige financiële verhoudingen en deugdelijk bestuur, waaronder het versterken van de uitvoeringskracht. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid werken we aan de doorontwikkeling van het sociaal en fysiek terrein als randvoorwaarden voor duurzame economische ontwikkeling. Dit doen we door de samenwerking op het fysieke terrein te verbeteren, de samenwerking op het sociale terrein voort te zetten en de randvoorwaarden ondersteunend aan lokaal economisch beleid te verbeteren. Hier worden belangrijke geopolitieke ontwikkelingen in meegenomen, alsook de demografische ontwikkelingen zoals benoemd in het rapport «Gerichte Groei» van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen CN 2050.

In de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten ligt de focus op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. De geografische ligging brengt risico’s met zich mee, zoals een kwetsbaarheid voor internationaal georganiseerde criminaliteit en de kans op toenemende migratiestromen richting Aruba, Curaçao en ook Bonaire als gevolg van de politieke situatie in Venezuela. Dit en andere geopolitieke ontwikkelingen worden nauw gemonitord. We werken in 2026 samen aan het vergroten van de sociaaleconomische weerbaarheid, het versterken van de rechtsstaat en het bestuur en het borgen van toekomstbestendige overheidsfinanciën. Inzet richt zich op de rechtshandhavingsketen, alsook goed bestuur en integriteit en de versterking van het maatschappelijk middenveld.

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Goed bestuur en rechtsstaat

In 2026 wordt de Agenda Goed Bestuur voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba gepresenteerd. Hierin staan drie prioriteiten centraal: (1) het versterken van de overheden en dienstverlening aan burgers, (2) het versterken van instituties en het realiseren van adequate wettelijke kaders en toezicht en (3) de aanpak van integriteitsschendingen en het vergroten van de weerbaarheid van de rechtsstaat. De eerste prioriteit zal onder andere ingaan op de eilandelijke aanpak goed bestuur. Naast het uitvoeren van deze aanpak zal in 2026 gewerkt worden aan het versterken van de kaders voor bekendmaking, openbaarmaking en hergebruik van overheidsinformatie op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De tweede prioriteit heeft betrekking op de versterking van wettelijke kaders aan de hand van het principe van comply or explain. In 2026 zal gewerkt worden aan de voorbereiding voor een Algemene wet bestuursrecht BES, waarbij ook in kaart wordt gebracht wat de financiële gevolgen zouden zijn als (delen van) de Algemene wet bestuursrecht zouden worden ingevoerd. Daarnaast wordt gewerkt aan de introductie van Bibob-wetgeving. Verder wordt op Bonaire, Sint Eustatius en Saba het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieu, bouwen en natuur op orde gebracht. Ook wordt onder andere gewerkt aan het versterken van instituties zoals de rekenkamers, het bevorderen van democratische bewustzijn en participatie middels burgerschapsonderwijs. De derde prioriteit wordt uitgevoerd langs de lijnen van de beleidsreactie op het WODC-rapport over ambtelijk-bestuurlijke integriteit op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zo worden in 2026 bestuurlijke afspraken gemaakt over inkoop en aanbesteden op de eilanden en wordt bezien welke maatregelen genomen kunnen worden om melders van integriteitsschendingen (inclusief klokkenluiders) beter te beschermen. Ook publiceren we in 2026 de eerste resultaten van de Monitor Integriteit en Veiligheid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Het bevorderen van de samenwerking, effectiever inrichten van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de eilanden, en goed functionerende openbare lichamen, allemaal op basis van goed bestuur, zijn randvoorwaarden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. De afspraken in de drie bestuursakkoorden, die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, richten zich op het versterken van goed bestuur, uitvoeringskracht, digitalisering, de aanpak van het sociaal domein en de fysieke infrastructuur (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). In 2026 richten wij ons op de uitvoering en monitoring van de deze bestuursakkoorden. Voor Bonaire maken we samen met het openbaar lichaam begin 2026 een nieuwe uitvoeringsagenda voor de periode 2026 tot en met 2027, onder het Bestuursakkoord 2024 tot en met 2027.

Daarnaast werken we ten behoeve van uitvoeringskracht ook in 2026 aan de uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering, waarmee de (digitale) dienstverlening van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) wordt verbeterd. Zo wordt er in 2026 via het programma Werken aan Uitvoering gestart met een pilot voor een centraal Klantencontactcentrum, waaronder de afhandeling voor telefonie, e-mail en website-chat voor overheidsdienstverlening. Ook wordt voorzien in meertalige communicatie van verschillende overheidsdiensten en is de website van RCN vernieuwd om het gebruiksvriendelijker te maken. Dat programma loopt tot en met 2027.

De voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën BES (FinBES) wordt in 2026 voortgezet. Deze herziening is ingegeven door de wens om de bestuurlijke en financiële verhoudingen tussen de openbare lichamen en Europees Nederland te verbeteren. Hiertoe wordt in 2026 een wetsvoorstel ingediend. Daarnaast worden de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Werkconferentie over de WolBES en FinBES uitgevoerd (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 52), zoals bijvoorbeeld de stapsgewijze verhoging van het aantal eilandsraadsleden, en de verhoging van het aantal gedeputeerden. De functie van de Rijksvertegenwoordiger zal blijven, maar deze zal zich meer toespitsen op het bevorderen en waarborgen van goed bestuur en het houden van interbestuurlijk toezicht.

Een goed functionerend vergunnings-, toezicht- en handhavingsstelsel (VTH) is ook essentieel voor een betrouwbare overheid. Eind 2025 nemen het kabinet en de besturen van Bonaire, Sint Eustatius, Saba en het Rijk een besluit over de duurzame oplossingsrichting van het VTH-stelsel. Dat besluit wordt in 2026 geïmplementeerd. Over deze doorontwikkeling worden afspraken gemaakt op basis van meetbare stappen en resultaten.

Houdbare overheidsfinanciën

Toekomstbestendige overheidsfinanciën zijn een randvoorwaarde voor zowel de economische ontwikkeling als de publieke voorzieningen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een belangrijke pijler van toekomstbestendige overheidsfinanciën is het financieel beheer. Goed financieel beheer is nodig om grip te houden op de financiën van het openbaar lichaam, tijdig bij te kunnen sturen en bestuurlijk onderbouwde keuzes te maken en hierover verantwoording af te leggen via uitvoeringsrapportages en de jaarrekening.

Ieder eiland werkt aan de hand van een verbeterplan aan de doorontwikkeling van het financieel beheer, waarbij deze vooral op Bonaire en Sint Eustatius aandacht behoeft. Deze plannen zien onder andere op het trainen van het personeel, het borgen van de kennis binnen de organisatie, het optimaliseren - waaronder digitaliseren - van werkprocessen en het doen van investeringen in financiële systemen. De doorontwikkeling van het financieel beheer is onderdeel van de bestuurlijke afspraken met de eilanden. Via deze afspraken wordt gestuurd op de uitvoering van de verbeterplannen en wordt de voortgang gemonitord.

Om Bonaire, Sint Eustatius en Saba in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren, ontvangen zij naast een vrije uitkering ook bijzondere uitkeringen van vakdepartementen. De Toetsingscommissie Bijzondere Uitkeringen toetst iedere nieuwe bijzondere uitkering aan de eilanden. Een belangrijk toetspunt is of er sprake is van structurele lasten zoals personeelslasten en onderhoudslasten. Het vakdepartement dient deze financiële gevolgen in kaart te brengen en aan te geven hoe deze worden bekostigd. Daarbij geldt dat structurele lasten structureel moeten worden gedekt. Dit geldt ook voor voornemens om nieuwe taken te beleggen bij de eilanden of bestaande taken uit te breiden. Om de eilanden in de toekomst nog beter in staat te stellen om hun taken adequaat uit te voeren is het voornemen om de leenmogelijkheden van de eilanden uit te breiden. Dit voornemen is opgenomen in het wetsvoorstel herziening WolBES/FinBES, dat in 2026 met de Kamer gedeeld zal worden.

Om het inzicht in de financiën van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te vergroten, wordt sinds 2025 een integraal overzicht financiën BES opgesteld. Ook in 2026 zullen verdere stappen worden gezet om dit inzicht te vergroten. In overleg met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bezien op welke manier de financiële data van de eilanden zoals inkomsten en uitgaven en financiële kengetallen kunnen worden toegevoegd aan de openbare databank Financiën Decentrale Overheden op findo.nl. Deze informatie zal ook worden gebruikt voor het opzetten van het onderhoudssysteem BES-fonds in 2026. Met het overzicht kan beter zicht worden gehouden op de relatie tussen de taken en middelen van de eilanden en mogelijke scheefgroei tijdiger worden gesignaleerd. Het systeem zal vergelijkbaar zijn met het onderhoudssysteem van het Gemeentefonds.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Voor het Rijksbeleid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zetten we in 2026 in op het versterken van de zelfredzaamheid door strategische economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart op de eilanden. Dit zijn grote en meerjarige ambities die samen met het Rijk moeten worden gedragen door Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hierbij hanteert het Rijk bij de (door)ontwikkeling van beleid het principe van ‘comply or explain’. Bij dit principe staat de verankering binnen de Rijksoverheid en het beter toepasbaar maken voor de eilanden centraal. Hierover heeft het kabinet in 2025 afspraken gemaakt met de eilanden, die we in 2026 verder zullen implementeren. Maatregelen zijn verankering in de Aanwijzingen voor de regelgeving, een uitvoeringstoets en afwegingskader decentraal bestuur gericht op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en een beter ingericht consultatieproces om de eilanden vroegtijdig te betrekken (Kamerstukken II 2024/25 36600 IV nr. 70). Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunen we bij het implementeren van de departementale beleidsagenda’s voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit doen we voor onder andere zorg, onderwijs, migratie, natuur en klimaat. Naast de beleidsagenda’s en de gezamenlijke inzet op de reeds benoemde randvoorwaarden legt het Rijk de focus op het vergroten van de zelfredzaamheid door het stimuleren van economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart en de sociale en fysieke voorzieningen.

Daarom ondersteunen wij samen met betrokken ministeries Bonaire, Sint Eustatius en Saba in het opstellen en implementeren van een economische ontwikkelstrategie per eiland voor de middel- en lange termijn. Daarbij blijft het kabinet zich ook in 2026 inzetten om de randvoorwaarden voor economische ontwikkeling op orde te brengen, zoals benoemd in de Kamerbrief economische ontwikkeling en zelfredzaamheid Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken ll 2024/25 36600 IV, nr. 51), namelijk:

  • 1. Bancaire dienstverlening, toegang tot financiering en bevorderen ondernemingsklimaat;

  • 2. Connectiviteit en infrastructuur;

  • 3. Transportkosten en regeldruk;

  • 4. Functioneren arbeidsmarkt: tewerkstellingsvergunningen en aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt;

  • 5. Digitalisering en beschikbaarheid van data voor beleid en uitvoering.

De Regio Deals (Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) voor Saba en Sint Eustatius die in 2024 zijn toegekend, zijn een belangrijke impuls om economische ontwikkeling en zelfredzaamheid te versterken. Voor Bonaire starten we in 2026 met de uitvoering van de Regio Deal. Door deze Regio Deal wordt er o.a. geïnvesteerd in openbaar vervoer, het verbeteren van verkeersveiligheid op het eiland rondom scholen en kinderopvangcentra en de realisatie van een containerpark. Op Saba zijn er belangrijke stappen gemaakt in de financiering en planning voor de bouw van het Enrichment Center, waar onderwijs, sport, gezondheid en cultuur samenkomen.

Voor Sint Eustatius wordt, ook met de middelen van de Regio Deal Sint Eustatius, in 2026 toegewerkt naar de viering van ‘Statia Day 2026’ door onder meer het Madam Theater en Fort Oranje als cultureel erfgoed te renoveren. Deze panden krijgen daardoor een nieuwe maatschappelijke bestemming. Op «Statia Day 2026» zal Sint Eustatius voor één dag in de internationale schijnwerpers staan. Vooruitlopend op «Statia Day 2026» wordt er een Tourism Masterplan geschreven, zodat de aandacht die er in 2026 zal worden aangewakkerd kan worden omgezet in grotere aantallen bezoekers, waarbij men zich richt op kwaliteitstoerisme en de niche-markets cultuur, natuur en geschiedenis. In de Regio Deal zijn ook opgenomen: het creëren van een gedenklocatie voor het slavernijverleden, het ontwerp voor een vernieuwde botanische tuin en het centraliseren van een aantal gezondheidszorgaanbieders in één gebouw. Dit laatste zal bijdragen aan betere samenwerking en verhoging van effectiviteit en efficiëntie van de gezondheidszorg op Sint Eustatius.

Het verhogen van het voorzieningenniveau op de eilanden is tevens essentieel voor de leefbaarheid op de drie eilanden. De maatregelen die het kabinet heeft genomen naar aanleiding van het rapport van de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland, heeft de bestaanszekerheid van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba substantieel verbeterd. Het wettelijk minimumloon, de hieraan gekoppelde uitkeringen, de kinderbijslag en de belastingvrije som zijn fors verhoogd. Daarnaast zijn de kosten van levensonderhoud verlaagd door onder meer extra subsidies voor nutsvoorzieningen en worden de woonlasten gereduceerd door de verhuursubsidie en de pilot particuliere huursubsidie. Na het vaststellen van de begroting wordt bekendgemaakt hoe deze afweging er voor 2026 uitziet. In 2026 richten we ons op het verbeteren van de integrale aanpak binnen het sociale domein. Een voorbeeld hiervan is het integrale weegmoment, waarbij inkomensbeleid, koopkrachtmaatregelen en fiscaliteit op een vast moment in samenhang worden bezien. Ook zetten we in op het versterken van de samenwerking in de bestaanszekerheidsaanpak met de betrokken departementen. Daarnaast werken we samen met Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de eilandelijke integrale aanpak op bestaanszekerheid. Hierbij neemt het Rijk deel aan interbestuurlijke opgaveteams in het programma Werken aan Welvaart en Welzijn van Bonaire, Strong Roots van Sint Eustatius, en het Community Development Plan van Saba.

In 2026 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met Bonaire, Sint Eustatius, Saba en betrokken «fysieke» departementen verder uitgewerkt. Daarbij werken de drie eilanden en de betrokken departementen aan fysieke agenda’s per eiland waarin samenhang en fasering zal worden aangebracht in de fysieke opgaven, rekening houdend met demografische ontwikkelingen. Hierbij is ook nadrukkelijke aandacht voor uitvoeringskracht en de wijze waarop deze opgaven wordt gefinancierd. Daarbij verkennen wij ook de mogelijkheid van een fysiek cluster bij de RCN die ter ondersteuning van de openbare lichamen zal fungeren. Zodoende zal er lokaal meer uitvoeringscapaciteit beschikbaar zijn.

Curaçao, Aruba en Sint Maarten

Deugdelijk bestuur en rechtsstaat

Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De kleinschaligheid van Curaçao, Aruba en Sint Maarten brengt hierin uitdagingen met zich mee. Verwevenheid tussen de boven- en onderwereld ondermijnt de rechtsstaat en zet de effectiviteit en slagkracht van het openbaar bestuur onder druk. Geopolitieke ontwikkelingen hebben mogelijk een effect op de veiligheid en economie, evenals migratie naar deze eilanden. Mede als gevolg van hun geografische positie worden ze bovendien geconfronteerd met relatief veel grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat van Curaçao, Aruba en Sint Maarten én van het Koninkrijk in het geheel. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig zijn. Nederland ondersteunt daarom de autonome landen bij de gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat, ook in 2026. Daarbij hebben we oog voor het evenwicht binnen de gehele strafrechtsketen en zorgen we ervoor dat investeringen in de opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging in onderlinge samenhang plaatsvinden.

Concreet wordt in 2026 de samenwerking tussen Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten voortgezet voor de aanpak Versterking grenstoezicht. Hiertoe wordt de inzet van medewerkers vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane gecontinueerd.

We werken aan de duurzame ondermijningsaanpak, die het mogelijk maakt om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel- economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschrift en witwassen. Daarnaast stellen we jaarlijks middelen beschikbaar waarmee de landen hun bestuur en regelgeving kunnen versterken, waardoor ze beter bestand zijn tegen ondermijnende criminaliteit, zoals bij vergunningverlening en vastgoedtransacties.

Nederland is betrokken bij structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten. In 2026 worden vanuit de begroting van KR wederom middelen beschikbaar voor verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Tevens is Nederland als medefinancier betrokken bij de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten.

Versterken uitvoerings- en bestuurskracht

De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, vormen de basis voor de samenwerking bij de uitvoering van noodzakelijke hervormingen. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landspakketten. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt de uitvoering hiervan samen met de coördinerende organisaties van de landen. Bij de fasering van de implementatie van de hervormingen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beschikbare uitvoeringscapaciteit van de landen. In 2026 wordt mede op basis van de evaluatie van de Landspakketten besloten over een eventueel vervolg op de samenwerking.

Het op orde krijgen en houden van het financieel beheer van de landen en het zorgen voor een doelmatig en doeltreffend overheidsapparaat is een noodzakelijke randvoorwaarde voor alle verdere hervormingen uit de Landspakketten. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het versterken van het financieel beheer en de effectiviteit van de overheidsorganisatie, waarbij ook expliciet naar de mogelijkheden van (kwaliteitsverbetering van de) ICT wordt gekeken. Zo zal Aruba in 2026 een applicatie implementeren die het begrotingsproces ondersteunt, werkt Curaçao aan een beter toegankelijke overheid en betere dienstverlening aan de burgers en investeert Sint Maarten in de automatisering van de Belastingdienst.

Op praktisch niveau werken we aan bevordering van het ondernemerschap, onder andere door vereenvoudiging van de regelgeving en verbeterde toegang tot financiering. Op beleidsniveau werkt TWO samen met Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het versterken van het vermogen om een eigen economische koers uit te zetten. Hiertoe wordt een platform opgezet om informatie en beleidskennis uit te wisselen tussen de drie landen onderling.

Ook het zorgdragen voor duurzaam betaalbare en toegankelijke stelsels van zorg en sociale zekerheid is een focuspunt uit de Landspakketten. Aruba werkt in 2026 aan een vroegtijdige, multidisciplinaire aanpak van diabetes om complicaties als gevolg van diabetes te beperken. Sint Maarten implementeert nieuwe wetgeving die inspectiediensten de bevoegdheid geeft om sancties toe te passen. Goed onderwijs voor iedereen, met goede doorstroommogelijkheden en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is een belangrijke basis voor economische ontwikkeling, goed bestuur en brede welvaart. Hieraan wordt samengewerkt via de Landspakketten en via het Ministerieel vierlandenoverleg onderwijs. In 2026 werkt Aruba aan het aansluiten van alle scholen aan een leerlingvolgsysteem. Curaçao werkt in 2026 aan een nieuwe bekostigingsmethodiek voor het onderwijs. In Sint Maarten wordt er gewerkt aan de implementatie van een MMIS-systeem (data management/gegevens systeem) voor het verwerken van gegevens en aan een leerplan met handboek dat jonge kinderen tot 4 jaar in hun vroege ontwikkeling stimuleert.

Houdbare overheidsfinanciën

Het bereiken en behouden van solide of houdbare overheidsfinanciën is essentieel voor elk van de landen en hun burgers. Nederland draagt hier aan bij door financieel toezicht van de rijksministerraad en het onder voorwaarden aanbieden van leningen. Dit is voor Curaçao en Sint Maarten geregeld in de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Voor Aruba wordt toezicht uitgeoefend op grond van de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) en is een Rijkswet in voorbereiding. Artikel 5 is recent geëvalueerd in een beleidsdoorlichting (Kamerstukken II 2023/24, 33189, nr. 20) De kabinetsreactie wordt zo spoedig mogelijk met de Kamer gedeeld. Naar aanleiding van de periodieke evaluatie van de Rft heeft de staatssecretaris de landen uitgenodigd om in nauwe samenwerking met het Cft en Nederland invulling te geven aan de aanbevelingen.

Met het toezicht wordt beoogd de schuldhoudbaarheid van de landen te borgen en een bijdrage te leveren aan de doorontwikkeling van het financieel beheer. Dit is van belang om zelfstandig economische schokken op te kunnen vangen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van de schuldenportefeuille van Curaçao en Sint Maarten aan Nederland. Op advies van het Cft zal met beide landen worden overlegd hoe de houdbaarheid van de obligatieleningen op de lange termijn kan worden verbeterd. Een goede financiële positie biedt daarbij ook de ruimte om de publieke dienstverlening te optimaliseren en de omvang van publieke investeringen te verhogen. Die investeringen zijn hard nodig om de economische structuur te versterken. Nederland biedt daarvoor financiering op grond van de Rft.

Ter vergroting van het verdienvermogen van de landen wordt binnen de Landspakketten gewerkt aan maatregelen in de belastingsfeer en ter bevordering van de economische ontwikkeling. Zo loopt in 2026 een samenwerkingstraject tussen Fiscale inlichting- en opsporingsdienst Nederland (FIOD) en het Arubaanse Fiscale inlichting- en opsporingsteam (FIOT) om de aanpak van belastingfraude te intensiveren. Door Curaçao wordt in 2026 verder gewerkt aan de inrichting van een nieuwe belastingdienst, inclusief nieuwe rechtspositie voor de medewerkers en moderne ICT systemen, en aan het versterken van het ondernemersklimaat. Ook Sint Maarten, het land met de grootste uitdagingen op dit gebied, werkt verder aan de ingezette transformatie van de belastingdienst, een traject van twee tot drie jaar dat moet leiden tot een moderne, efficiënte belastingdienst en een betere naleving van de belastingplicht door burgers en bedrijven.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Alle bovengenoemde acties op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving, de Landspakketten en financieel toezicht dragen bij aan de zelfredzaamheid van de landen. In 2025 heeft het ministerie van BZK de regeling Borgstellig MKB-kredieten Aruba, Curaçao, Sint-Maarten (de BMKB ACS) opengesteld. Deze regeling maakt het in 2026 en 2027 mogelijk dat kredietverstrekkers in Aruba, Curaçao en Sint Maarten gebruik kunnen maken van dezelfde faciliteit als kredietverstrekkers in Nederland en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De regeling kan bij lokale banken een financieringsdrempel wegnemen indien er zich een tekort aan zekerheden voordoet bij het verlenen van krediet aan MKB-bedrijven. Met het openstellen van deze regeling wordt bijgedragen aan een betere toegang tot kapitaal voor het MKB in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, waardoor ondernemerschap wordt gestimuleerd en de zelfredzaamheid van de landen wordt vergroot.

Tevens werken we met de landen aan de paraatheid om in geval van een crisis binnen het Koninkrijk hulp en bijstand te kunnen verlenen daar waar nodig. De eilanden zijn gevoelig voor extreme weersomstandigheden, waarbij overstromingen en krachtige orkanen desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de vaak kwetsbare vitale infrastructuur. De landen dragen hier een eigen verantwoordelijkheid, maar het kan soms effectiever in regionaal of Koninkrijkverband worden opgepakt.

Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw na orkaan Irma in 2017, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid is daarbij het principe Building Back Better het uitgangspunt van de samenwerking. Het trustfonds is actief tot eind 2028. Aangezien binnen het trustfonds bijna alle middelen volledig zijn toegekend, zijn de meeste projecten nu vol in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten bereikt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2026. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: afval(water)management en goed bestuur. Tot slot zetten we de opbouw van een Disaster Reserve Fund voort voor Sint Maarten, waardoor het land bij toekomstige crises zelf over meer financiële reserves beschikt.

Koninkrijksbrede opgaven

Naast bovenstaande rode draden gelden onderstaande thema’s voor zowel Bonaire, Sint Eustatius en Saba, als voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Crisisbeheersing- en paraatheid

De eerder vermelde impact van klimaatverandering op de kans op extreme weersomstandigheden geldt voor het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk. Zoals vermeld in de Veiligheidsstrategie van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het Caribisch gebied daarnaast te maken met specifieke dreigingen zoals migratie, geopolitieke spanningen en kwetsbaarheid van vitale infrastructuur. Om deze dreigingen het hoofd te bieden en de zelf- en samenredzaamheid te vergroten, wordt ingezet op versterkte samenwerking binnen het Koninkrijk door te investeren in crisisbeheersing- en paraatheid.

Om samen te oefenen, kennis uit te wisselen en afspraken te maken over samenwerking op het gebied van crisisbeheersing organiseren BZK en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) halfjaarlijks de ‘Week van de Crisisbeheersing Caribische delen van het Koninkrijk’. Ook is inmiddels het Caribbean Civil Protection Mechanism opgericht dat een faciliterende rol kan vervullen in de boveneilandelijke samenwerking rondom rampen en crises. Tot slot laten het ministerie van BZK en JenV in samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk een analyse uitvoeren van de daar beschikbare crisiscapaciteiten. De uitkomst hiervan wordt eind 2025 verwacht en zal in 2026 als basis fungeren voor toekomstige initiatieven om de samenwerking te versterken.

Voedselzekerheid

Het kabinet heeft tot en met 2028 in totaal € 24,0 mln. beschikbaar gesteld voor het vergroten van de voedselzekerheid op de Caribische delen van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 64). Op de eilanden wordt voedselzekerheid beïnvloed door specifieke geografische, economische en sociale factoren. De sterke afhankelijkheid van geïmporteerd voedsel maakt de eilanden kwetsbaar voor externe verstoringen zoals stijgende transportkosten, wisselkoersschommelingen en natuurrampen, en leidt tot hogere prijzen van voornamelijk gezond voedsel. Om de zelfredzaamheid en de economische ontwikkeling op de eilanden te vergroten, is versterking van de voedselzekerheid essentieel. Onze inzet is onder te verdelen in twee samenhangende pijlers. De eerste pijler richt zich op de versterking van de private sector. BZK gaat een extern revolverend fonds oprichten, in de vorm van een stichting, dat begin 2026 in werking moet treden. Dit fonds biedt financiële diensten, waaronder leningen met een lage rente, en vergroot op die manier de toegang tot financiering voor ondernemers in de voedselketen. Een tweede belangrijk onderdeel van deze pijler is de oprichting van een Academy, met als doel om kennisontwikkeling en business-development te stimuleren. De tweede pijler bestaat uit directe subsidies en bijdragen aan lokale overheden, gericht op het ondersteunen van beleidsinitiatieven op het gebied van voedselzekerheid. Met deze inzet van het ministerie van BZK wordt beoogd om samen met de lokale overheden de randvoorwaarden te creëren die lokaal ondernemerschap in de voedselvoorziening sector (landbouw, veeteelt, visserij) mogelijk maken.

Onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie

Het Caribisch deel van het Koninkrijk werd net als de rest van de wereld in 2025 geconfronteerd met onverwachte ontwikkelingen in de wereldeconomie, met name door aanpassingen in het handels- en buitenlandbeleid van de VS. Er leven in de regio zorgen over mogelijke effecten op importprijzen, de toerismesector, buitenlandse investeringen en meer algemeen over het potentieel risico voor de economische zelfredzaamheid van zowel de landen als Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit effect wordt verder versterkt door de eenzijdige economische structuur van de landen. Nederland volgt deze ontwikkelingen op de voet en monitort de daadwerkelijke effecten, samen met alle zes de eilanden.

Tot slot

Met deze beleidsprioriteiten blijven we binnen het Koninkrijk gezamenlijk inzetten op deugdelijk bestuur en het versterken van de rechtsstaat, het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën en het vergroten van de zelfredzaamheid van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Dit doen wij door samen te blijven werken op basis van gelijkwaardigheid, betrokkenheid, met kennis en begrip van het verleden en onze blik op de toekomst.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

In de onderliggende tabellen zijn de belangrijkste beleidsmatige uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2025. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht die plaatsvinden bij de ontwerpbegroting 2026.

Deze tabellen bevatten ook de belangrijkste mutaties die bij de eerste suppletoire begroting 2025 hebben plaatsgevonden. Toelichtingen op die mutaties zijn opgenomen in de eerste suppletoire begroting 2025 (Kamerstukken II 2024/25, 36725 IV, nr. 2) en de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting 2025 (Kamerstukken II 2024/25, 36725 IV, nr. 4).

Uitgaven Koninkrijksrelaties

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand ontwerpbegroting 2025

 

263.150

213.988

205.655

177.595

148.787

‒ 233

        

Belangrijkste mutatie eerste suppletoire begroting 2025

       
        

1) Grensbewaking

1

‒ 21.250

0

0

0

0

0

2) Recherche capaciteit

1

‒ 15.312

‒ 950

0

0

0

0

3) Rechtelijke macht

1

‒ 8.049

0

0

0

0

0

4) Slavernijverleden, subsidies

2

‒ 4.296

2.100

2.196

0

0

0

4) Slavernijverleden, bijdrage medeoverheden

2

‒ 14.333

9.933

4.400

0

0

0

5) Tijdelijke Werkorganisatie

4

‒ 12.000

‒ 10.000

22.000

0

0

0

6) Toeslagen op pensioenen NA

4

‒ 4.000

‒ 4.000

‒ 4.000

‒ 4.000

‒ 4.000

‒ 4.000

7) Voedselzekerheid

4

‒ 5.180

1.727

1.727

1.726

0

0

8) Loon- en prijsbijstelling 2025

7

6.923

6.135

5.942

5.485

5.307

5.166

9) Extrapolaties 2030

Alle

0

0

0

0

0

139.862

10) Budgettaire invulling apparaatstaakstelling Hoofdlijnenakkoord

Alle

0

‒ 1.295

‒ 1.938

‒ 2.571

‒ 2.974

‒ 2.974

11) Eindejaarsmarge

Alle

778

0

0

0

0

0

12) Overige mutaties

Alle

3.523

1.773

2.098

1.504

1.505

1.508

        

Stand suppletoire begroting 2025

 

189.954

219.411

238.080

179.739

148.625

139.329

        

Belangrijkste mutaties  begroting 2026

       
        

13) Grenstoezicht Douane

1

‒ 4.500

0

0

0

0

0

14) LPO middelen naar JenV

1

‒ 1.386

‒ 1.387

‒ 1.388

   

15) Kasschuif onderhoud scholen

4

‒ 4.500

4.500

0

0

0

0

16) Leningen Curaçao en Sint Maarten

5

90.780

0

0

0

0

0

17) Afdracht JenV SSO CN

6

3.233

0

0

0

0

0

18) Kasschuif stormwaterpompen

8

‒ 460

460

0

0

0

0

        

Overige mutaties

 

‒ 2.649

‒ 833

248

452

1.085

0

        

Stand ontwerpbegroting 2026

 

270.472

222.151

236.940

180.191

149.710

139.329

Toelichting

13. Grenstoezicht Douane

Dit betreft een overboeking van € 4,5 mln. naar de begroting van het ministerie van Financiën (IXB) voor de Douane Nederland. Deze middelen zijn bestemd voor de lokale grens- en handhavingsdiensten op de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

14. LPO middelen naar JenV

Deze mutatie betreft een overboeking van LPO-middelen naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het Recherche Samenwerkingsteam, het Hof en het OM.

15. Kasschuif onderhoud scholen

Het onderhoud aan scholen op Curaçao is onderdeel van de Landspakketten voor Curaçao. Een deel van de uitvoering zal nog doorlopen in 2026, waardoor € 4,5 mln. via een kasschuif van 2025 naar 2026 wordt doorgeschoven.

16. Leningen Curaçao en Sint Maarten

Nederland verstrekt op basis van de in de Rijkswet financieel toezicht opgenomen zogenaamde lopende inschrijving, twee leningen aan Curaçao en Sint Maarten voor respectievelijk € 75,3 mln. en € 15,5 mln. ter financiering van investeringen.

17. Afdracht JenV SSO CN

Dit betreft de overboeking van het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de afdracht 2025 van de basisdienstverlening SSO-CN.

18. Kasschuif stormwaterpompen

Het contract voor de tender van de stormwaterpompen is eind juni getekend. Oplevering van het geheel is 2e helft december 2025 voorzien. Dit betekent dat betaling pas in 2026 zal plaatsvinden. Via een kasschuif van 2025 naar 2026 worden de middelen in het juiste kasritme gezet.

Ontvangsten Koninkrijksrelaties

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand ontwerpbegroting 2025

 

205.344

223.831

147.608

238.753

302.955

        

Belangrijkste mutatie eerste suppletoire begroting 2025

       
        

1) Extrapolaties 2030

5

0

0

0

0

0

302.955

2) Desaldering SSO-CN

6

1.705

0

0

0

0

0

3) Diverse ontvangsten

Div

150

0

0

0

0

0

        

Mutatie Nota van wijziging eerste suppletoire begroting 2025

       
        

4) Herfinanciering leningen

5

‒ 106.618

0

0

0

0

0

        

Stand suppletoire begroting 2025

 

100.581

223.831

147.608

238.753

302.955

302.955

        

Belangrijkste mutaties  begroting 2026

       
        

5) Bijstelling raming ontvangsten leningen

5

6.877

‒ 70.758

‒ 1.088

‒ 85.808

‒ 158.175

14.751

        

Overige mutaties

 

804

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2026

 

108.262

153.073

146.520

152.945

144.780

317.706

Toelichting

5. Bijstelling raming ontvangsten leningen

De raming van de ontvangsten van de leningen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is aangepast naar aanleiding van de meest recente gegevens.

Uitgaven BES-fonds

Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand ontwerpbegroting 2025

 

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

        

Belangrijkste mutaties eerste suppletoire begroting 2025

       
        

1) Uitbetaling restant 2024

1

2.840

0

0

0

0

0

2) Indexatie BBP cijfers

1

616

1.152

1.721

2.328

2.927

5.692

3) Prijsbijstelling 2025 volgens BBP-indexatiesystematiek

1

3.217

3.242

3.261

3.309

3.358

3.358

4) Wisselkoersactualisatie

1

779

812

817

829

841

841

5) Extrapolaties 2030

1

0

0

0

0

0

92.518

6) Overige mutaties

1

1.282

1.282

1.282

1.282

1.282

1.282

        

Stand eerste suppletoire begroting 2025

 

97.376

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

        

Belangrijkste mutaties begroting 2026

       
        

7) BES fonds systematiek

1

545

0

0

0

0

0

8) Overige mutaties

1

78

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2026

 

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

Toelichting

7. BES-fonds systematiek

Er is een overboeking van Koninkrijksrelaties (IV) vanwege een verschil dat is ontstaan door een rekensystematiek. Dit betreft een incidentele dekking vanwege toezeggingen richting de BES-eilanden op basis waarvan zij hun begrotingen hebben opgesteld.

Ontvangsten BES-fonds

Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Stand ontwerpbegroting 2025

 

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

        

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

8.734

6.488

7.081

7.748

8.408

103.691

        

Stand eerste suppletoire begroting 2025

 

97.376

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

        

Belangrijkste mutaties begroting 2026

       
        

2) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

623

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2026

 

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

Toelichting

2. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.

2.3 Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe BZK de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de (voorwaarden voor) de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Door voldoende (goed) evaluatieonderzoek te programmeren neemt het aantal bruikbare inzichten toe. Conform afspraak met de Kamer wordt periodiek (indicatie 4-7 jaar) per thema verantwoording afgelegd over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Dit gebeurt via Periodieke rapportages (voorheen: beleidsdoorlichtingen). Hieronder is de planning van deze syntheseonderzoeken opgenomen.

Tabel 6 Planning periodieke rapportages

Thema/Periodieke rapportage

Eerstvolgende Periodieke rapportage

Begrotingsartikelen

  

1

2

4

5

8

Bevorderen sociaaleconomische structuur

2025

  

x

  

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

2029

x

 

x

x

 

Wederopboud bovenwindse eilanden

2030

    

x

Slavernijverleden

2030

 

x

   

Bijlage 5 Uitwerking strategische evaluatie agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Daarnaast is daar ook de programmering van alle (deel)evaluatieonderzoeken te vinden.

Voor een overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichtingen zie Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2024, Bijlage 1: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

2.4 Overzicht risicoregelingen

Leningen

Tabel 7 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000) (stand per 1 augustus 2025)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening in andere valuta

Uitstaande lening in €

Looptijd lening

Totaal verstrekte leningen

2.522.024

 
     

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

2.522.024

 
     

Totaal leningen Curaçao

1.426.713

 
 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

XCG 139.735

55.720

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875

XCG 370.000

147.539

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%

XCG 474.900

189.369

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%

XCG 582.391

232.231

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

XCG 62.604

25.226

30 jaar (2013-2043)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%

XCG 247.036

103.186

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%

XCG 163.636

87.367

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%

XCG 33.296

17.997

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%

XCG 59.050

29.702

30 jaar (2016-2046)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%

XCG 60.000

28.448

30 jaar (2017-2047)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%

XCG 69.100

34.167

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineaire lening Curaçao 0,00%

XCG 68.880

35.983

15 jaar (2020-2035)

 

Lening ter afwikkeling van de Girobank 0,00%

XCG 19.565

8.678

16 jaar (2021-2037)

 

Liquiditeitslening Curaçao 2,9%

XCG 877.400

431.100

20 jaar (2023-2043)

     

Totaal leningen Sint Maarten

378.893

 
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%

XCG 73.500

29.461

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %

XCG 78.571

31.494

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%

XCG 50.000

20.042

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%

XCG 50.000

20.042

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%

XCG 58.652

24.765

15 jaar (2014-2029)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%

XCG 44.818

18.739

20 jaar (2014-2034)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%

XCG 39.526

16.510

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%

XCG 21.190

9.273

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%

XCG 11.576

5.222

25 jaar (2017-2032)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%

XCG 27.227

13.583

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineaire lening 0,00%

XCG 41.895

18.813

15 jaar (2020-2035)

 

Lopende inschrijving Sint Maarten 3,24%

XCG 58.173

30.595

20 jaar (2023 ‒ 2043)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 2,9%

XCG 313.910

140.354

30 jaar (2023-2053)

     

Totaal leningen Aruba

679.958

 
 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

0

30 jaar (1993-2023)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

0

30 jaar (1994-2024)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

15

30 jaar (1995-2025)

 

Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%

AWG 3.219

1.629

30 jaar (1995-2025)

 

Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64%

AWG 177.100

83.826

8 jaar (2021-2028)

 

Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64%

AWG 346.000

175.371

8 jaar (2022-2029)

 

Liquiditeitslening Aruba 5,1%

AWG 869.725

419.117

20 jaar (2023-2043)

     

Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

1.341

 
 

Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen

1.341

29 jaar (2001-2030)

     

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

35.119

 
 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

XCG 46.000

20.696

30 jaar (2018-2048)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

XCG 29.992

14.423

30 jaar (2018-2048)

Toelichting

De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (XCG) of Arubaanse florins (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's (€). Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende begrotingskoers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde). De aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen in dollars (USD) zijn in bijlage 9 te vinden.

De huidige stand van de leningen afgesloten in voorgaande boekjaren zijn geactualiseerd tot 1 augustus 2025. De in 2025 afgesloten leningen zijn opgesteld op basis van de gerealiseerde dagkoers. Het ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

Curaçao en Sint Maarten

Leningen lopende inschrijving

Om ervoor te kunnen zorgen dat Curaçao en Sint Maarten een gezonde financiële huishouding kunnen voeren, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de landen voorop blijft staan, zijn afspraken gemaakt tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Deze afspraken zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en betreffen een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe opbouw van schulden. Daarnaast is afgesproken dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd. Het merendeel van de leningen zijn zogenaamde «bulletleningen» met aflossing ineens aan het einde van de looptijd.

De lopende inschrijving Sint Maarten van 2019 is een lening voor 30 jaar, die aan Sint Maarten verstrekt is om de liquiditeitspositie van Sint Maarten te versterken. Deze positie was ernstig verzwakt na de orkaan Irma. Dit is een uitzondering op de regel dat van de lopende inschrijving alleen gebruik gemaakt mag worden voor de kapitaaldienst en bij een sluitende begroting (art. 25 Rft).

Onderhandse leningen

Voor de landen Curaçao en Sint Maarten zijn in 2020 twee «2010-2020 Obligatieleningen» (bulletleningen) afgelopen, die behoren tot de afspraken over de schuldsanering. Deze leningen zijn onder gewijzigde voorwaarden omgezet. Voor Curaçao betreft het een omzetting van de lening naar een onderhandse lineaire lening. Beide leningen hebben een duur van 15 jaar met begindatum 15 oktober 2020. De leningen hebben een rentepercentage van 0% en waren de eerste drie jaar aflossingsvrij.

Liquiditeitsleningen

Curaçao en Sint Maarten hebben in verband met de pandemie in 2020-2022 verschillende liquiditeitsleningen ontvangen. In oktober 2024 zijn de liquiditeitsleningen van Sint Maarten en Curaçao geherfinancierd voor een periode van 30 respectievelijk 20 jaar tegen een interestpercentage van 2,9%.

Lening ter afwikkeling van de Girobank

Curaçao heeft een lening ontvangen om de afwikkeling van de failliete Girobank te kunnen uitvoeren. Het jaarlijkse rentepercentage is 0,0% en een looptijd van 16 jaar. De aflossing start op 1 augustus 2023. Curaçao mag de lening geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen.

Leningen Aruba

Water- en Energiebedrijf Aruba

Het betreft een begrotingslening uit 1995 ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrij waren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Liquiditeitsleningen (verlenging)

Aruba heeft in 2020 om bijstand gevraagd op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden om de gevolgen van Covid-19 op te kunnen vangen. Voor de liquiditeitsleningen van Aruba zijn in oktober 2023 geherfinancierd voor een looptijd van 20 jaar tegen een interestpercentage van 6,9%.

Rentelastverlichting Aruba

Aruba heeft in 2021 en 2022 een lening ter verlichting van de rentelast ontvangen als onderdeel van de landspakketten. Deze leningen hebben een rentepercentage van 2,64%. De eerste vier jaar zijn aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

Dit betreft een vordering op de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) vanwege middelen die destijds ter beschikking zijn gesteld voor het bevorderen van de economie op de Nederlandse Antillen.

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Liquiditeitsleningen Sint Maarten

In 2018 zijn twee dertigjarige renteloze leningen aan Sint Maarten verstrekt om de liquiditeitspositie van het land te verstevigen na de schade van orkaan Irma. De eerste vijf jaar waren aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

2.5 Implementatie van mensenrechtenverdragen

De regering informeert jaarlijks de Staten-Generaal in de memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties over de stand van zaken rond de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29).

Ten aanzien van de verdere implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in één of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Reeds eerder is na overleg tussen de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten besloten het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om achterstanden in de medegelding van verdragen in te halen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken (Kamerstukken II 2023/24, 23530, nr. 144).

De voorgenoemde commissie heeft voor de huidige periode twee van de bovengenoemde zeven mensenrechtenverdragen geprioriteerd. Zo hopen de Caribische landen eerlang vorderingen te boeken rond de implementatie van het Verdrag van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het gaat in beide gevallen om verdragen waarvan de inwerkingtreding naar verwachting een wezenlijke impact zal hebben op de rechtsbescherming van kwetsbare vrouwen en kinderen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en die door de landen reeds als prioritair zijn aangemerkt. Wat precies nog verder aan uitvoering nodig is om de twee verdragen te kunnen ratificeren, verschilt per land. De uitvoering van een verdrag vergt maatwerk en het ene Caribische land is hier al verder mee dan het andere. Concreet is daarom afgesproken dat eerst waar nodig in overleg met elkaar in kaart wordt gebracht welke maatregelen hiertoe nog zijn vereist (implementatieplan) en dat vervolgens, waar nodig en gewenst met ondersteuning van Nederland, wordt overgegaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende twee verdragen.

De afgelopen jaren zijn voor dit deel van het Koninkrijk meerdere geprioriteerde mensenrechtenverdragen in werking getreden. Het afgelopen jaar zijn geen verdragen in werking getreden. De belangrijkste reden hiervoor is de inzet in de landen ten aanzien van het voornoemde omvangrijke Verdrag van Istanbul. Dit verdrag brengt door zijn omvang en uitvoeringscomplexiteiten grotere werklast met zich mee waardoor implementatie meer tijd vergt. Teneinde de Caribische landen te ondersteunen bij deze inzet is in december 2024 door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk in Straatsburg en het Ministerie van BZK gezamenlijk een conferentie georganiseerd. Daar wisselden zowel de Caribische landen als de Openbare Lichamen ervaringen en best practices met de Raad van Europa lidstaten die (bijvoorbeeld door hun ligging of grootte) voor vergelijkbare uitdagingen staan. Ook heeft de delegatie ter bevordering van de kennisdeling over de Raad van Europa, het secretariaat en toezichthoudende organen waaronder het Lanzarote Comité bezocht en aantal werkbijeenkomsten bijgewoond.

2.6 Coronamaatregelen

Tabel 8 Begrote uitgaven coronamaatregelen op de begroting Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.)

Art.

Maatregel

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Vindplaats

4

Landspakket Sint Maarten

0,2

0,2

0,2

0,0

0,0

0,0

0,0

Nota van Wijziging op begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32)

 

Totaal

0,2

0,2

0,2

0,0

0,0

0,0

0,0

 

Voor het BES fonds zijn er geen coronamaatregelen meer vanaf 2022.

3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.

Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

C. Beleidswijzigingen

Uit de evaluatie van 2024 van de plannen van aanpak voor de Versterking Grenstoezicht kwam onder andere dat de uitvoeringscapaciteit van de betrokken diensten te laag is voor de uitvoering van de plannen. Dit komt niet alleen door een tekort aan personeel, maar ook door beperkte beschikbaarheid van gespecialiseerd personeel, een hoge werkdruk door bestaande taken en onvoldoende ruimte binnen de organisaties om nieuwe werkzaamheden structureel op te nemen. Naar aanleiding hiervan stelt Nederland in 2026 financiering voor capaciteit beschikbaar ter ondersteuning van de uitvoering van deze plannen. Het protocol Versterking Grenstoezicht schrijft voor dat er in 2026 een besluit moet worden genomen over de verlenging ervan. Hier zal in 2026 een evaluatie van het protocol aan vooraf gaan.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

33.095

18.201

68.716

69.557

95.149

95.348

95.760

         
 

Uitgaven

33.893

18.201

68.716

69.557

95.149

95.348

95.760

         

1.0

Versterken rechtsstaat

33.893

18.201

68.716

69.557

95.149

95.348

95.760

 

Subsidies (regelingen)

23

0

0

0

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

23

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

186

179

0

0

0

0

0

 

Diverse opdrachten

186

179

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.105

468

394

33

122

21

0

 

Detentie - Algemeen

1.105

468

394

33

122

21

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

887

1.574

1.187

1.187

1.187

1.112

1.112

 

Overige bijstand aan de landen

499

532

75

75

75

0

0

 

Bestuurlijke aanpak

388

1.042

1.112

1.112

1.112

1.112

1.112

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

17.050

0

384

1.587

779

472

0

 

Detentie - Vastgoed

17.050

0

384

1.587

779

472

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

14.642

15.980

66.751

66.750

93.061

93.743

94.648

 

Grensbewaking (Defensie)

7.464

7.543

31.238

30.243

31.459

32.141

33.046

 

Recherchecapaciteit (JenV)

9

219

17.528

19.892

44.479

44.479

44.479

 

Rechterlijke macht (JenV)

7.169

7.756

12.858

11.488

11.996

11.996

11.996

 

Douane (Financiën)

0

462

5.127

5.127

5.127

5.127

5.127

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2026

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

98%

beleidsmatig gereserveerd

2%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 0,0% juridisch verplicht en voor 98% bestuurlijk gebonden.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Detentie algemeen

Vanuit het akkoord over de derde tranche liquiditeitssteun van 22 december 2020 met Sint Maarten is € 30 mln. beschikbaar gesteld voor verbetering van het gevangeniswezen in Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 203). Hiervan zal € 10 mln. grotendeels ten goede komen aan het verbeteren van onderdelen van het gevangeniswezen die al langere tijd in Sint Maarten niet op orde zijn, maar niet vallen onder de bouw van een nieuwe gevangenis. Dit budget is verdeeld over zeven begrotingsjaren, te beginnen in 2022 en eindigend in 2028. Activiteiten voor 2026 worden ontleend aan het door Sint Maarten uit te voeren plan van aanpak detentie dat valt onder de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 224).

Bijdrage aan medeoverheden

Bestuurlijke aanpak

Jaarlijks wordt structureel € 1 mln. beschikbaar gesteld voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Met dit geld worden de Landen in staat gesteld om bestuurlijke instrumentaria te ontwikkelen waarmee ondermijning wordt tegengegaan, zoals vergunningsbeleid en een weerbaarheidsscan (Kamerstukken II 2020/21, 35925 IV, nr. 37). Zo wordt bijgedragen aan een duurzame, regionale en integrale aanpak van ondermijning die complementair is aan de bestaande strafrechtelijke aanpak.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

Nederland stelt voor onbepaalde tijd personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar) beschikbaar ter ondersteuning van het grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten conform het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Deze flexibele pool levert een bijdrage aan de uitvoering van grensgerelateerde politietaken in de landen. Het gaat hierbij om grensbewaking, het uitvoeren van de politietaak op respectievelijk de luchthaven en de maritieme grenzen en de bestrijding van drugs-, wapen- en migratiecriminaliteit.

Aanvullend versterken Aruba, Curaçao en Sint Maarten met hulp van Nederland het grenstoezicht op basis van een op 4 februari 2021 overeengekomen protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). De KMar ondersteunt met een aanvullende 71 fte op basis van dit protocol de lokale diensten om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden. De operationele inzet van de medewerkers vanuit de flexpool en het protocol inzake de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk vindt plaats onder het bevoegd gezag van het land waar de betreffende werkzaamheden worden verricht.

Recherchecapaciteit (JenV)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de taak om zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit te onderzoeken, die gezien de ernst, frequentie of het georganiseerde verband waarin ze worden gepleegd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde maakt. Hieronder valt ook de aanpak van (internationale) corruptie en witwassen. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken. Het RST werkt in het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk onder gezag van de lokale Openbaar Ministeries en in zeer nauwe samenwerking met de lokale politiekorpsen.

Jaarlijks worden de reguliere budgetten van de begroting van Koninkrijksrelaties (KR) ten behoeve van het RST overgeheveld naar de begroting van Justitie en Veiligheid (JenV). Hiermee wordt recht gedaan aan de Politiewet 2012, die bepaalt dat alleen de minister van JenV opdrachten aan de Nationale Politie mag verstrekken. Het beleidsmatig instrument wordt in de begroting van het ministerie van BZK verantwoord, gezien haar politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen.

De overige middelen op de begroting van 2026 worden ingezet om capaciteit beschikbaar te stellen voor de duurzame ondermijningsaanpak op Sint Maarten, Curaçao en Aruba in de vorm van mensen en middelen. De aanpak richt zich onder meer op financieel-economische criminaliteit, waaronder corruptie en betrokkenheid van politiek prominente personen, ambtenaren en overheid NV’s. Hierbij werkt het RST samen met het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden, het Openbaar Ministerie van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. 

Rechterlijke macht (JenV)

Voor een goed functionerende rechtsstaat is volledige en adequate bezetting van de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van groot belang. Vanwege een gebrek aan lokale personele capaciteit draagt Nederland hier op verzoek van de Landen aan bij door officieren van justitie, rechters en ander gerechtelijk personeel ter beschikking te stellen. Deze treden in lokale dienst, waarbij de kosten van een buitenlandtoelage worden vergoed door het ministerie van BZK. Bij de Openbaar Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof werken ook officieren van justitie en rechters specifiek ten behoeve van de duurzame ondermijningsaanpak.

Douane (Financiën)

Het ministerie van BZK stelt maximaal 16 fte personeel van Douane Nederland beschikbaar ter ondersteuning van grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het kader van het protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). Douane Nederland versterkt de lokale diensten met kennis en ervaring en verzorgt de benodigde opleidingen om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden.

3.2 Artikel 2. Slavernijverleden

A. Algemene doelstelling

De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld, zijn onder andere gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaar- en inzichtelijkheid en (2) programmering en bestemming van deze middelen vindt in samenspraak met betrokkenen uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten plaats.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  • De minister van BZK coördineert het traject van de opvolging van de excuses voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Uitvoeren

  • De minister van BZK geeft uitvoering aan een subsidieregeling, waarmee maatschappelijke initiatieven een impuls kunnen geven aan onder andere meer kennis van en bewustwording over het trans-Atlantisch slavernijverleden in en voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking, waarmee concreet invulling wordt gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (Kamerstukken II 2022/2023, 36284 nr. 1).

C. Beleidswijzigingen

Gedurende 2026 wordt uitvoering gegeven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor het Caribisch deel van het Koninkrijk door middel van het openstellen van drie aanvraagtijdvakken.

Ook wordt uitvoering gegeven aan verschillende projecten in het kader van het vergroten van de bewustwording en kennis en begrip over het slavernijverleden op Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

0

35.165

8.933

8.898

6.684

7.276

0

         
 

Uitgaven

0

7.832

22.866

17.298

9.684

9.276

0

         

2.0

Slavernijverleden

0

7.832

22.866

17.298

9.684

9.276

0

 

Subsidies (regelingen)

0

1.778

8.766

8.862

6.666

7.258

0

 

Maatschappelijke initiatieven

0

1.778

8.766

8.862

6.666

7.258

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

6.054

14.100

8.436

3.018

2.018

0

 

Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden

0

6.054

14.100

8.436

3.018

2.018

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
 

2026

juridisch verplicht

62%

bestuurlijk gebonden

38%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 62% juridisch verplicht.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdrage aan medeoverheden zijn voor 100% juridisch verplicht. Het gaat hier om maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van het slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk.

Subsidies

Subsidies zijn voor 100% bestuurlijk gebonden (Stcrt. 2025, 22437). Dit betreffen met name subsidies voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies (regelingen)

Maatschappelijke initiatieven

Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029 voor zowel de budgetten beschikbaar voor aanvragen als de kosten om de regeling uit te kunnen voeren.

Bijdrage aan medeoverheden

Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking

Dit betreft uitgaven voor onder andere bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk. Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen agenda en de lokale overheden zijn hierin essentiële partners. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029. Voor 2026 is € 14,1 mln. beschikbaar.

3.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A. Algemene doelstelling

Het bewerkstelligen van een merkbare, positieve verandering in het leven van de burgers in het Caribisch deel van het Koninkrijk door de bestuurlijke en de financieel- en sociaaleconomische weerbaarheid en zelfredzaamheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.

  • De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) de Landen bij het ontwikkelen en implementeren van maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.

Regisseren

  • De minister coördineert de rijksbrede inzet in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en bevordert de integrale samenwerking.

  • De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • De minister geeft invulling aan haar taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.

  • De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).

  • De minister ondersteunt Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij het uitvoeren van de Landspakketten. De realisatie van de hervormingen en ontwikkelingen uit de Landspakketten worden gemonitord via de uitvoeringsagenda's en voortgangsrapportages die periodiek gezamenlijk met de Landen worden opgesteld.

C. Beleidswijzigingen

In 2026 wordt de inzet voortgezet onder de pijlers goed bestuur en rechtsstaat, houdbare overheidsfinanciën en het vergroten van zelfredzaamheid van de Caribische delen van het Koninkrijk.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

31.585

108.626

72.196

91.048

26.593

14.542

8.443

         
 

Uitgaven

30.876

80.887

66.457

86.309

20.493

8.442

8.443

         

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

19.048

26.934

35.452

62.155

2.028

1.638

1.639

 

Subsidies (regelingen)

12.649

18.805

24.312

49.633

286

0

0

 

Diverse subsidies

981

747

760

633

286

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

8.865

11.892

19.052

49.000

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

2.803

6.166

4.500

0

0

0

0

 

Opdrachten

2.543

4.677

7.605

8.987

219

115

115

 

Opdrachten landen

269

677

1.105

1.487

219

115

115

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

2.274

4.000

6.500

7.500

0

0

0

 

Inkomensoverdrachten

892

1.218

1.268

1.268

1.268

1.268

1.268

 

Toeslagen op pensioenen NA

892

1.218

1.268

1.268

1.268

1.268

1.268

 

Bijdrage aan medeoverheden

2.476

1.979

2.012

2.012

0

0

0

 

Bijdrage landen

120

0

0

0

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

402

0

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

1.954

1.979

2.012

2.012

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

488

255

255

255

255

255

256

 

Diverse bijdragen

488

255

255

255

255

255

256

4.2

Caribisch Nederland

11.828

51.883

22.917

16.066

10.739

6.804

6.804

 

Subsidies (regelingen)

3.669

3.152

2.535

2.607

1.857

1.857

1.857

 

Subsidies Caribisch Nederland

3.669

3.152

2.535

2.607

1.857

1.857

1.857

 

Opdrachten

978

3.361

2.155

2.155

2.155

2.155

2.155

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

618

1.140

1.546

1.546

1.546

1.546

1.546

 

Opdrachten Caribisch Nederland

360

2.221

609

609

609

609

609

 

Inkomensoverdrachten

1.632

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

1.632

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

32

283

0

0

0

0

0

 

Caribisch Nederland

32

283

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

5.479

43.556

16.878

9.955

5.378

1.443

1.443

 

Sociaaleconomische initiatieven

0

34.000

14.000

4.000

4.000

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

5.479

9.556

2.878

5.955

1.378

1.443

1.443

 

Bijdrage aan agentschappen

38

182

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

38

182

0

0

0

0

0

4.3

Stimuleringsregelingen

0

2.070

8.088

8.088

7.726

0

0

 

Subsidies (regelingen)

0

759

7.727

7.727

7.726

0

0

 

Voedselzekerheid

0

759

7.727

7.727

7.726

0

0

 

Garanties

0

1.311

361

361

0

0

0

 

Borgstelling MKB

0

1.311

361

361

0

0

0

         
 

Ontvangsten

1.824

954

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2026

juridisch verplicht

30%

bestuurlijk gebonden

69%

beleidsmatig gereserveerd

1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 30% juridisch verplicht en dit betreft voornamelijk de instrument Subsidies en Bijdrage aan medeoverheden.

Subsidies

Subsidies zijn voor 10% juridisch verplicht. Dit betreffen met name subsidies vanuit TWO voor diverse thema’s uit de Landspakketten.

Daarnaast zijn er nog subsidies verstrekt aan de VNG, UNICEF, WECONNECT en aan de voedselbank op Bonaire.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdrage aan medeoverheden zijn voor 77% juridisch verplicht. Het gaat hier om de renovatie van de klif op Sint Eustatius en diverse bijdragen in het kader van de Landspakketten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de Landspakketten, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek worden gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door de TWO en Aruba, Curaçao en Sint Maarten om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. De subsidies die op dit instrument worden verantwoord, worden op basis van plannen van aanpak betaald aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten ter uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2025 was hiervoor € 21,6 mln. beschikbaar. Dit bedrag is inclusief € 10,7 mln. voor Onderwijshuisvesting Curaçao. In 2026 is € 19,1 mln., en in 2027 is € 49,0 mln. beschikbaar.

Opdrachten

Tijdelijke werkorganisatie (TWO)

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de maatregelen, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek wordt een gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door TWO en Aruba, Curaçao en Sint Maarten om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. Voor concrete acties en projecten wordt door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en TWO een plan van aanpak opgesteld. De opdrachten die op dit instrument worden verantwoord vloeien voort uit deze plannen van aanpak en worden door BZK uitgegeven voor de uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2025 is hiervoor € 5 mln. beschikbaar, in 2026 € 6,5 mln., en in 2027 € 7,5 mln.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen NA

Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden worden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) enerzijds en de Euro (€) anderzijds gecompenseerd uit de begroting van Koninkrijksrelaties.

Bijdrage medeoverheden

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ op 4 april 2023 zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de Landspakketten die direct aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden gedaan verantwoord onder het instrument subsidies. De uitgaven die op dit instrument worden verantwoord betreffen daarom hoofdzakelijk uitbetalingen van verplichtingen die zijn aangegaan voor het inwerkingtreden van de Onderlinge Regeling en bijdragen aan ICTU en het CBS. In de jaren 2024 tot en met 2027 is hiervoor jaarlijks € 2,0 mln. beschikbaar.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Diverse bijdragen

Dit betreft het Kleine Projecten Fonds waarmee de vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten kleine projecten financiert.

4.2 Caribisch Nederland

Bijdrage aan medeoverheden

Sociaal economische initiatieven

Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld voor de haven van Saba, in aanvulling op de € 30 mln. uit 2025.

Verder is het na de explosieve groei van Bonaire van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbesten­digheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025 tot en met 2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.

Overzicht bijzondere uitkeringen

Conform artikel 94 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt jaarlijks uiterlijk op de derde woensdag van mei een overzicht van alle bijzondere uitkeringen gepubliceerd, met de daarvoor in de lopende begroting beschikbare bedragen.

4.3 Stimuleringsregelingen

Subsidies

Vergroten voedselzekerheid

Ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid op de zes Caribische eilanden wordt een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselproductie vergroten (€ 24 mln. in de periode 2025 tot en met 2028).

3.4 Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

A. Algemene doelstelling

Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten gebeurt door schuldsanering, door het uitoefenen van financieel toezicht en door het aanbieden van de mogelijkheid van vervangen door financiering van investeringen met een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd. De schuldsanering in 2010 bestond uit het overnemen van een deel van de schulden van Curaçao, Sint Maarten en het land de Nederlandse Antillen en door het herfinancieren van het resterende deel.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Gelet op de autonomie hebben Aruba, Curaçao en Sint Maarten hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Houdbare overheidsfinanciën en goed financieel beheer worden beschouwd als belangrijke randvoorwaarden voor een gezonde structurele economische ontwikkeling en voor financiële autonomie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt geregeld in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en voor Aruba in de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft). Het beleid is ook gericht op het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën door middel van deugdelijk begrotingsbeleid, het beperken van de financieringslasten en het op orde brengen van het financieel beheer. Het financieel toezicht op Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad, daarin geadviseerd door het College (Aruba) financieel toezicht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en de lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. De schuldsanering is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen. Deze regeling loopt nog tot 2030. Het overige deel van de schulden is door Nederland geherfinancierd. Voor dat deel van de schuldsanering is aan Curaçao en Sint Maarten een aantal leningen verstrekt waarvan de laatste aflopen in 2040. Verder zijn na orkaan Irma en tijdens de covidpandemie liquiditeitsleningen verstrekt om de publieke dienstverlening te kunnen continueren en steunmaatregelen voor burgers en bedrijfsleven mogelijk te maken. Daarnaast worden incidenteel onderhandse leningen verstrekt. Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen Aruba, Curaçao en Sint Maarten binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

Uitvoeren

De Landsverordening financieel toezicht (LAft) is met instemming van de Rijksministerraad gewijzigd per 1 januari 2024. Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad.

In 2024 is met Aruba een bestuurlijk akkoord gesloten om ook voor Aruba het beleid gericht op houdbare overheidsfinanciën vorm te geven in een nieuw ontwerp-Rijkswet. In 2025 is ook het eerdere voorstel Rijkswet Aruba financieel toezicht overeenkomstig het akkoord ingetrokken, omdat de steun ervoor aan Arubaanse zijde was ontvallen en er geen sprake meer was van consensus. Tot de nieuwe rijkswet in werking treedt, wordt het toezicht uitgeoefend op grond van de LAft.

Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen Aruba, Curaçao en Sint Maarten binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

66.000

90.780

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

94.517

119.297

28.517

28.517

28.517

11.150

9.811

         

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

9.811

 

Leningen

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

9.811

 

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

9.811

5.2

Leningen / garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba

66.000

90.780

0

0

0

0

0

 

Leningen

66.000

90.780

0

0

0

0

0

 

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

66.000

90.780

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

160.957

105.603

153.073

146.520

152.945

144.780

317.706

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5
 

2026

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 betreft het instrument leningen en is 100% juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels overgenomen en geherfinancierd. Dit betreft de schulden van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De overgenomen schulden zullen in deze begroting na 2030 volledig zijn afgewikkeld. De landen Curaçao en Sint Maarten hebben nog tot 2040 aflossingsverplichtingen aan Nederland die volgen uit de schuldsanering.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

3.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot eind 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel (Kamerstukken II 2022/23, 33189 nr. 18). Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, nr. 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld technische assistentie op gebied van institutionele en financiële hervormingen binnen de overheid van Sint Maarten.

Regisseren

  • De minister regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

3.505

1.040

460

600

0

0

0

         
 

Uitgaven

2.888

1.040

460

600

0

0

0

         

8.1

Wederopbouw

2.888

1.040

460

600

0

0

0

 

Subsidies (regelingen)

1.921

0

460

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

1.921

0

460

0

0

0

0

 

Opdrachten

661

1.040

0

600

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

661

1.040

0

600

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

306

0

0

0

0

0

0

 

Wederopbouw op Sint Eustatius

306

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
 

2026

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 betreft het instrument subsidies is 100% juridisch verplicht. Dit betreft subsidies ten behoeve van de stormwaterpompen.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 6. Apparaat

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 19 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

53.429

39.623

35.135

34.480

25.472

24.848

24.436

         
 

Uitgaven

50.024

39.623

35.135

34.480

25.472

24.848

24.436

         

6.0

Apparaat

50.024

39.623

35.135

34.480

25.472

24.848

24.436

 

Personele uitgaven

24.388

26.591

24.549

25.127

17.476

17.294

17.022

 

Eigen personeel

22.955

25.402

23.408

23.967

16.866

16.751

16.479

 

Inhuur externen

1.433

1.189

1.141

1.160

610

543

543

 

Materiële uitgaven

25.636

13.032

10.586

9.353

7.996

7.554

7.414

 

Overige materiële uitgaven

14.905

13.032

10.586

9.353

7.996

7.554

7.414

 

Wisselkoersverschillen

10.731

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

2.614

1.705

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Op dit artikel worden de apparaatsuitgaven voor de volgende organisaties begroot:

  • Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN);

  • Colleges financieel toezicht (Cft);

  • Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) exclusief de uitgaven voor ambtelijk personeel die op hoofdstuk VII worden begroot;

  • Tijdelijke Werkorganisatie (TWO);

  • Rijksvertegenwoordiger.

Daarnaast worden de vergoedingen voor leden van raden en commissies op dit artikel begroot.

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO CN, Rijksvertegenwoordiger CN, Cft en het lokaal personeel van de VN-ACS.

Inhuur externen

Er wordt onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening bij SSO-CN te waarborgen.

Materiële uitgaven

Overige materiële uitgaven

De materiële uitgaven van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn hier opgenomen. De materiële uitgaven voor de SSO CN maken hier het merendeel van uit.

4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 20 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Art.

Verplichtingen

0

3.592

0

179

876

646

879

         
 

Uitgaven

0

3.592

0

179

876

646

879

         

7.0

Nog onverdeeld

0

3.592

0

179

876

646

879

 

Nog te verdelen

0

3.592

0

179

876

646

879

 

Onvoorzien

0

3.592

0

179

876

646

879

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Onvoorzien

Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen.

5. Beleidsartikel BES-fonds

5.1 Artikel 1. BES-fonds

A. Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling naar behoren uit te voeren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Openbare Lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen uit de vrije uitkering zijn aangewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.

C. De Beleidswijzigingen

Er zijn voor 2026 geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)
  

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

art

Verplichtingen

106.723

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

         
 

Uitgaven

103.883

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

         

1.0

Bijdrage aan medeoverheden

103.883

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

 

Vrije uitkering

103.883

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

         
 

Ontvangsten

103.883

97.999

95.808

96.920

98.922

100.926

103.691

Geschatte budgetflexibiliteit

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen toebedeelde en wettelijke taken.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen, zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire in de onderwijshuisvesting, de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba en de lening van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Sint Eustatius voor de financiering van een schikking. Een overzicht van de verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 6 van deze begroting.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

6. Bijlagen

Bijlage 1: Subsidieoverzicht

Tabel 22 Subsidies (bedragen x 1.000 euro)

Artikel

Naam subsidies (regelingen)

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

            

Versterken rechtsstaat

1

Detentie algemeen

23

0

0

0

0

0

0

2024

            

Slavernijverleden

        

2

Maatschappelijke initiatieven

0

1.778

8.766

8.862

6.666

7.258

0

2027

2029

            

Bevorderen sociaaleconomische structuur

4.1

Diverse subsidies

981

747

760

633

286

0

0

20251

2028

4.1

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

8.865

11.892

19.052

49.000

0

0

0

20262

2027

4.1

Onderwijshuisvesting Curacao

2.803

6.166

4.500

0

0

0

0

20261

2026

4.2

Subsidie Caribisch Nederland

3.669

3.152

2.535

2.607

1.857

1.857

1.857

20251

2030

4.3

Voedselzekerheid

0

759

7.727

7.727

7.726

0

0

 

2028

            

Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

   

8

Diverse subsidies

1.921

0

460

0

0

0

0

2026

            

Totaal subsidies (regelingen)

18.262

24.494

43.800

68.829

16.535

9.115

1.857

   
X Noot
1

Betreft een subsidiebudget zonder specifiek subsidiedoel. Elk begrotingsjaar wordt er bezien welke subsidies worden verstrekt derden op de landen/OL'en. Loopt mee in de beleidsdoorlichting van artikel 4

X Noot
2

Subsidies uitgegeven vanuit de onderlingen regelingen van TWO. Evaluatie vindt plaats in 2026

Bijlage 2: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie Agenda (SEA) laat zien hoe BZK de komende jaren werkt aan het voortbrengen van inzichten over de (voorwaarden voor) de doeltreffendheid en doelmatigheid van ons beleid. Door voldoende (goed) evaluatieonderzoek te programmeren neemt het aantal bruikbare inzichten toe.

Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een periodieke rapportage. Ook deze onderzoeken zijn opgenomen in de SEA.

Tabel 23 SEA-thema: Een koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Syntheseonderzoeken op basis van afgeronde deel(evaluatie)onderzoeken

Periodieke Rapportage: bevorderen sociaaleconomische structuur (Art 4)

 

Afronding in 2025

Periodieke Rapportage: Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid (Art 1, 4 en 5)

Afronding in 2029

Periodieke Rapportage: Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (Art 8)

   

Afronding in 2030

Periodeke Rapportage: Slavernijverleden Caribisch deel van het Koninkrijk (Art 2)

Afronding in 2030

     

Deel(evaluatie)onderzoeken

Type onderzoek

Afronding

Status

Begrotingsartikel(en)

     

Versterken rechtsstaat

Protocollen flexpool, Kmar & versterking grenstoezicht

Ex durante

2026

Te starten

1

Protocol gespecialiseerde recherchesamenwerking

Ex durante

2027

Te starten

1

     

Bevorderen sociaaleconomische structuur

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Ex durante

2025

Te starten

4

Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius

Ex post

2026

Te starten

4

Regio Enveloppe Caribisch Nederland

Ex post

2026

Te starten

4

Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen

Ex durante

2026

Te starten

4

Evaluatie zeehaven Saba

Ex post

2027

Te starten

4

     

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Ex post

2027

Te Starten

5

Toelichting

SEA-thema ‘Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid»

Kennisverzameling speelt een belangrijke rol om ons de komende jaren in te zetten voor een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid. Enerzijds gaat het om kennisvragen over actuele strategische uitdagingen op dit terrein. Denk hierbij aan majeure vraagstukken op het vlak van Koninkrijksrelaties, zoals onder meer: het sociaal minimum en het democratisch deficit alsook onderliggende (maatschappelijke) vraagstukken in de Caribische delen van het Koninkrijk. In de kennisverzameling over deze vraagstukken zoeken we de relatie met werkprogramma's van verscheidene kennisinstellingen in (Europees) Nederland, wetenschapsinstituten, alsook de Hogere colleges van Staat. Dit is een groeiproces waaraan we (structureel) meer aandacht willen besteden. Dit doen we onder meer door input te leveren aan de werkprogramma’s van kennisinstellingen en door actief de huidige Caribische (wetenschappelijke) kennisbasis te vergroten. Anderzijds gaat het om inzichten die we via (evaluatie)onderzoek willen opdoen over ons eigen ingezette beleid.

Eerstvolgende periodieke rapportages

Binnen dit SEA thema wordt er allereerst toegewerkt naar de oplevering van een Periodieke rapportage in 2025 over Artikel 4 van de begroting. De Kamer is in 2024 over de onderzoeksopzet hiervan geïnformeerd. Daarnaast wordt er toegewerkt naar één Periodieke Rapportage in 2029 over Artikel 1, 4 en 5. Tevens wordt er toegewerkt naar een tweetal Periodieke rapportages in 2030. Dit betreft thema's die gebaseerd zijn op de begrotingsartikelen 2 en 8. Deze syntheseonderzoeken brengen inzichten uit diverse monitors en evaluaties over de betreffende beleidsperiode bij elkaar. Dit met als doel om over het gehele thema uitspraken te kunnen doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van de beleidsvoetafdruk in deze periode. De komende jaren wordt hiervoor een naderende onderzoeksprogrammering ontwikkeld en uitgevoerd om voldoende evaluatiemateriaal te verzamelen in voorbereiding op deze syntheseonderzoeken. In het jaar voorafgaand aan publicatie van deze onderzoeken wordt de onderzoeksopzet met de Tweede Kamer gedeeld.

Eerder afgeronde monitors en evaluaties over deze beleidsperiode zijn terug te vinden in jaarverslagen. Aanvullend op wat reeds is afgerond worden de evaluaties en monitors die hierboven in de tabel zijn opgenomen voor de komende jaren geprogrammeerd.

Nieuw opgenomen (deel)evaluaties/monitors

Evaluatie protocollen Flexpool KMar en versterking grenstoezicht

Uit het protocol Flexpool volgt dat de uitvoering van de in het protocol, of op grond van het protocol, gemaakte afspraken elke twee jaar door de partijen gezamenlijk wordt geëvalueerd. Uit het protocol Versterking grenstoezicht volgt dat de werking van het protocol elke drie jaar wordt geëvalueerd. Het precieze tijdstip volgt nog. Waarschijnlijk wordt het een gecombineerde evaluatie.

Protocol gespecialiseerde recherchesamenwerking

Voortkomend uit artikel 20 van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking tussen de landen van het Koninkrijk Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland volgt dat het Protocol eens in de vier jaar geëvalueerd dient te worden. Een nieuwe evaluatie vindt in samenspraak met Aruba, Curaçao en Sint Maarten plaats in 2027. Afstemming over de reikwijdte en opdracht van de evaluatie wordt besproken in het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO).

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Na de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State (Voorlichting vormgeving Caribisch Nederland) en het interdepartementaal beleidsonderzoek is er een programma ontwikkeld om deze bevindingen en aanbevelingen uit te werken. Hieruit zijn bestuurlijke afspraken en uitvoeringsagenda’s ontstaan om de rechtstaat in CN te versterken.

Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius

In 2018 heeft het Kabinet bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius in verband met grove taakverwaarlozing. Sindsdien werd het eiland bestuurd door een regeringscommissaris die door het Kabinet benoemd is. Er is de afgelopen periode gewerkt aan het inhalen van achterstanden en aan de uitvoering van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. De bevoegdheden zijn daarbij gefaseerd teruggegeven aan het lokale bestuur. In 2026 zal de evaluatie van beide wetten plaatsvinden.

Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland (CN)

Bij het verdelen van de middelen uit de CN enveloppe is een evaluatie van de middelen voorzien in 2026. Zoals ook in reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer is aangegeven naar aanleiding van de beleidsevaluatie van de CN enveloppe, vindt de regering het niet zinvol om de middelen en maatregelen uit het coalitieakkoord van Rutte IV geïsoleerd te evalueren. Nadien zijn namelijk substantiële middelen toegevoegd aan de onderwerpen van de CN enveloppe. Het gaat onder meer om structureel € 32 mln. vanaf 2025 om de levensstandaard in CN verder te bevorderen en de structurele verhoging van de vrije uitkering vanaf 2024 met € 13,6 mln.

De evaluatie van deze middelen is ingebed in reguliere processen.  De Tweede Kamer wordt onder meer met de reguliere voortgangsrapportages ijkpunt sociaal minimum CN jaarlijks geïnformeerd over belangrijke elementen inzake het verbeteren van de levensstandaard. De evaluatie van de vrije uitkering wordt bezien in relatie tot het onderhoud van de vrije uitkering en wijze waarop dat komende jaren wordt ingezet. Hoewel de evaluatie van deze middelen is geborgd via reguliere processen, lijkt een evaluatie van de substantiële financiële impuls uit het kabinet Rutte IV ten behoeve van CN zinvol. De coördinerende rol van de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties kan in deze evaluatie ook worden betrokken. Dit is ook in lijn met het gewisselde in het wetgevingsoverleg van 12 juni 2024 over het jaarverslag 2023 van Koninkrijksrelaties. Deze evaluatie zal nader worden uitgewerkt en worden uitgevoerd in 2026.

Evaluatie Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen

In 2023 is de Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen getekend door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Op basis van deze Onderlinge Regeling wordt gewerkt aan het doorvoeren van hervormingen in de publieke sectoren van de Caribische Landen zoals vastgelegd in de Landspakketten, teneinde de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de drie Landen te verhogen. Binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt deze Onderlinge Regeling geëvalueerd, waarbij inzicht verkregen dient te worden in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Met het oog op deze evaluatie wordt momenteel gewerkt aan de instelling van de evaluatiecommissie door de ministers van Algemene Zaken van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook wordt de TOR voor het onderzoek opgesteld. Voorzien tijdpad is dat het eindrapport van de evaluatie eind 2025 gereed is.

Evaluatie Zeehaven Saba

De bijdrage aan Saba vindt plaats via een bijzondere uitkering, waarin ook aanvullende voorwaarden worden toegekend. Na realisatie van de Zeehaven zal geëvalueerd en beoordeeld worden of aan de voorwaarden van de bijzondere uitkering is voldaan.

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Nederland heeft sinds 2020 een grote covidlening in tranches liquiditeitssteun verstrekt aan Curaçao, na een hulpvraag van Curaçao op grond van artikel 36 (hulp en bijstand) van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Deze lening is op verschillende momenten geherfinancierd. In 2027 vindt de volgende evaluatie van (de herfinanciering van de) liquiditeitsleningen plaats, zoals in de toetsingskaders van de risicoregelingen is aangekondigd.

Wederopbouw

De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten via het trustfonds bij de Wereldbank. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel (Kamerstukken II 2022/23, 33189 nr. 18). Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht. Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden. Planning is dat de evaluatie zal plaatsvinden in 2029 en daarna aan de Kamer wordt aangeboden.

Begrotingsstructuur hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties

De Periodieke Rapportage naar Artikel 4 zit in de afrondende fase. Deze wordt naar verwachting eind 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hiermee zijn de afgelopen jaren de beleidsartikelen Artikel 1 (Versterken rechtsstaat), Artikel 4 (Bevorderen sociaaleconomische structuur) en Artikel 5 (Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen), doorgelicht. Met het afronden van de laatste Periodieke Rapportage (voorheen beleidsdoorlichting), komt ook de vraag op of de artikelstructuur van begrotingshoofdstuk 4 nog wel voldoet en in overeenstemming is met de praktijk. Mogelijk leidt deze analyse tot aanpassingen van de beleidsartikelen van hoofdstuk IV, waarbij voornamelijk wordt gekeken naar artikelen 1, 4 en 5. In de kabinetsreactie op de periodieke rapportage artikel 4 zal hier nader op in worden gegaan. Hierbij wordt aangesloten op eerdere toezeggingen naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 1 (Kamerstukken II 2022/23, 33189, nr. 17 en Kamerstukken 2024/25, 29279, nr. 911). Een aanpassing van de artikelen leidt logischerwijs ook tot een andere planning en invulling van bovenstaande periodieke rapportages. Dit zal zichtbaar worden in de volgende SEA.

Bijlage 3: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35 300 IV, nr. 11).

Op verzoek van de motie Bruyning c.s. (Kamerstukken II 2024/25, 36600 IV, nr. 19) wordt de begroting van de interdepartementale Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland in het onderstaande overzicht op artikelniveau gepresenteerd, om zo de Rijksuitgaven Caribisch Nederland inzichtelijker te maken.

Naast de Rijksuitgaven van departementen aan Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen via het BES-fonds ook een vrije uitkering voor de uitvoering van de eilandelijke taken. Voor een overzicht van het BES-fonds verwijs ik u naar het jaarverslag van het BES-fonds.

Tabel 24 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Begroting

Artikel

Instrument

realisatie

ontwerpbegroting 2026

    

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

           
 

Totaal Rijksuitgaven

  

627.939

751.226

703.782

661.020

642.159

640.430

633.024

IIB

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

502

400

400

400

400

400

400

  

Artikel 3 Nationale ombudsman

Institutionele inrichting

502

400

400

400

400

400

400

IV

Koninkrijksrelaties

11.828

52.263

26.781

19.930

14.602

6.804

6.804

  

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken1

  

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies (regelingen)

3.669

3.152

2.535

2.607

1.857

1.857

1.857

   

Opdrachten

978

3.361

2.155

2.155

2.155

2.155

2.155

   

Inkomensoverdrachten

1.632

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

32

283

0

0

0

0

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

5.479

43.556

16.878

9.955

5.378

1.443

1.443

   

Bijdrage aan agentschappen

38

182

0

0

0

0

0

VI

Justitie en Veiligheid

 

70.259

78.249

70.667

70.521

69.866

69.808

69.818

  

Artikel 31 Politie

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s2

   

Bijdrage aan medeoverheden

33.188

35.638

35.584

35.678

35.715

35.715

35.715

  

Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand

Opdrachten

807

343

418

418

418

418

418

   

Bijdrage aan medeoverheden

13.955

15.513

7.933

7.880

7.373

7.373

7.373

  

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Bijdrage aan medeoverheden

715

0

0

0

0

0

0

  

Artikel 34 Straffen en beschermen

Subsidies (regelingen)

2.406

2.270

2.190

2.184

2.178

2.176

2.176

   

Bijdrage aan agentschappen

17.199

22.341

22.552

22.563

22.416

22.360

22.370

   

Bijdrage aan medeoverheden

1.989

2.144

1.990

1.798

1.766

1.766

1.766

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

4.849

9.550

8.100

8.100

6.500

6.500

3.500

  

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Opdrachten

805

4.600

3.600

3.600

3.000

3.000

0

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

302

0

0

0

0

0

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

950

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

   

Bijdrage aan agentschappen

3.742

4.000

3.000

3.000

2.000

2.000

2.000

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

93.600

105.553

105.034

86.965

88.031

88.174

88.128

  

Artikel 1 Primair onderwijs

Bekostiging

32.251

34.129

34.346

34.550

34.930

35.127

35.284

   

Opdrachten

753

0

0

0

0

0

0

   

Bijdrage aan medeoverheden

12.945

21.695

20.769

2.222

2.222

2.397

2.397

  

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

Subsidies (regelingen)

890

0

0

0

0

0

0

   

Bekostiging

25.779

28.466

28.114

28.524

28.874

28.504

28.217

  

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Subsidies (regelingen)

449

337

337

0

0

0

0

   

Bekostiging

10.516

13.415

13.438

13.974

14.241

14.377

14.461

   

Bijdrage aan medeoverheden

1.420

0

0

0

0

0

0

  

Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs

Subsidies (regelingen)

501

586

592

589

325

325

325

  

Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Subsidies (regelingen)

97

0

0

0

0

0

0

  

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdrachten

1.959

1.959

2.332

2.867

3.201

3.201

3.201

  

Artikel 14 Cultuur

Subsidies (regelingen)

0

80

331

431

431

560

560

   

Opdrachten

20

220

100

0

0

0

0

   

Bijdragen aan medeoverheden

3.386

2.166

2.175

1.308

1.307

1.183

1.183

  

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

Bekostiging

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

  

Artikel 25 Emancipatie

Subsidies (regelingen)

134

0

0

0

0

0

0

IX

Financiën en Nationale Schuld

 

20.984

21.271

21.271

21.271

21.271

21.271

21.271

  

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

18.385

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

  

Artikel 2 Financiële markten

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

2.599

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

X

Defensie

  

  

Artikel 2 Koninklijke Marine

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3

  

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3

  

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3

  

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven3

XII

Infrastructuur en Waterstaat

 

25.862

24.583

15.667

10.409

8.603

8.368

8.535

  

Artikel 13 Bodem en ondergrond

Subsidies (regelingen)

9.295

10.213

10.399

6.660

6.157

5.922

6.089

   

Bijdrage aan medeoverheden

2.474

0

0

0

0

0

0

  

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Bijdrage aan medeoverheden

8.313

6.000

0

0

0

0

0

  

Artikel 17 Luchtvaart

Subsidies (regelingen)

1.269

860

200

200

0

0

0

   

Opdrachten

176

469

243

193

465

465

465

   

Bijdrage aan medeoverheden

512

1.427

0

0

0

0

0

   

Bijdrage aan agentschappen

465

10

0

0

0

0

0

  

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Opdrachten

57

100

100

100

100

100

100

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

3.000

0

0

0

0

0

  

Artikel 21 Duurzaamheid

Bijdrage aan medeoverheden

1.655

645

2.844

1.375

0

0

0

  

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's

Opdrachten

106

507

441

441

441

441

441

   

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

159

159

159

159

159

   

Bijdrage aan agentschappen

349

378

307

307

307

307

307

  

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Bijdrage aan medeoverheden

1.191

974

974

974

974

974

974

XIII

Economische Zaken

 

12.107

7.421

7.771

6.071

5.271

5.271

5.271

  

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidies (regelingen)

10.361

5.200

6.000

4.300

3.500

3.500

3.500

   

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

651

651

651

651

651

651

651

  

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Subsidies (regelingen)

65

100

100

100

100

100

100

   

Opdrachten

1.030

1.470

1.020

1.020

1.020

1.020

1.020

XIV

Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

 

1.087

979

899

830

800

899

800

  

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Bijdrage aan medeoverheden

1.087

979

899

830

800

899

800

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

 

130.962

153.594

163.728

163.110

161.355

164.130

169.722

  

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Inkomensoverdrachten

9.815

11.520

11.748

11.879

11.952

12.039

12.089

   

Bijdrage aan medeoverheden

2.636

11.275

9.022

4.522

4.522

4.000

4.000

  

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

1.360

1.442

1.442

1.460

1.149

863

867

  

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

0

5

5

5

5

5

5

  

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

Inkomensoverdrachten

9.415

8.412

8.105

8.194

6.436

6.475

6.503

  

Artikel 7 Kinderopvang

Subsidies (regelingen)

15.206

21.420

11.795

0

0

0

0

   

Opdrachten

196

2.214

2.371

2.521

2.221

1.692

1.692

   

Bekostiging

0

0

11.795

25.419

26.636

28.050

29.380

   

Bijdragen medeoverheden

11.639

5.441

5.728

6.173

3.699

2.412

2.412

  

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

54.940

62.568

66.084

69.483

73.355

77.060

81.007

  

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

2.829

3.230

3.280

3.315

3.334

3.357

3.371

  

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Inkomensoverdrachten

14.670

15.550

15.692

15.804

15.850

15.879

15.996

  

Artikel 11 Uitvoeringskosten

Bekostiging

8.256

10.517

16.661

14.335

12.196

12.298

12.400

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

222.073

262.009

257.922

249.843

243.065

245.400

235.105

  

Artikel 1 Volksgezondheid

Subsidies (regelingen)

252

252

252

252

252

252

252

   

Bijdrage aan agentschappen

4.205

3.130

130

80

30

30

30

  

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Subsidies (regelingen)

4.733

4.933

5.081

5.065

5.002

4.946

4.938

   

Bekostiging

199.853

241.638

235.855

233.237

227.092

231.215

221.463

   

Opdrachten

3.857

1.075

6.409

5.355

5.011

3.745

3.745

   

Bijdrage medeoverheden

9.163

10.971

10.185

5.854

5.678

5.212

4.677

  

Artikel 6 Sport en bewegen

Subsidies (regelingen)

10

10

10

0

0

0

0

XXII

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

18.7274

18.200

17.200

18.550

18.300

19.300

19.550

  

Artikel 1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

13.523

18.100

12.100

13.200

13.200

14.200

14.200

   

Opdrachten

59

0

0

0

0

0

0

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

334

100

100

350

100

100

350

   

Bijdrage aan medeoverheden

4.811

0

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

XXIII

Klimaat en Groene Groei

15.0995

17.154

8.342

5.020

4.095

4.105

4.120

  

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Subsidies (regelingen)

15.099

17.154

8.342

5.020

4.095

4.105

4.120

X Noot
1

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

X Noot
2

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

X Noot
3

Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Konikrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

X Noot
4

In cursief gedrukte bedrag betreft het jaar 2024. Deze valt nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.

X Noot
5

In cursief gedrukte bedrag betreft het jaar 2024. Deze valt nog onder de verantwoordelijkheid van EZ.

Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begrotingen afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Begroting overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB)

Tabel 25 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2025

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

502

400

400

400

400

400

400

          

Artikel 3 Nationale ombudsman

502

400

400

400

400

400

400

Institutionele inrichting

R

S

502

400

400

400

400

400

400

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 3 Nationale Ombudsman

Institutionele inrichting

De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.

Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10 oktober 2010 en vooruitgekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.

De Nationale ombudsman heeft voor het uitvoeren van haar werkzaamheden, die rijkstaken betreffen, op Caribisch Nederland vanaf 2018 een structureel budget beschikbaar van € 0,4 mln.

Begroting Koninkrijksrelaties (IV)

Tabel 26 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

11.828

52.263

26.781

19.930

14.602

6.804

6.804

          

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

         

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

E

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 2 Slavernijverleden

  

0

4.212

11.433

8.649

4.842

4.342

0

Subsidies (regelingen)

E

I

0

1.185

4.383

4.431

3.333

3.333

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

0

3.027

7.050

4.218

1.509

1.009

0

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

11.828

52.263

26.781

19.930

14.602

6.804

6.804

Subsidies (regelingen)

R

I

3.669

3.152

2.535

2.607

1.857

1.857

1.857

Subsidies (regelingen)

E

I

0

380

3.864

3.864

3.863

0

0

Opdrachten

E

I

978

3.361

2.155

2.155

2.155

2.155

2.155

Inkomensoverdrachten

R

S

1.632

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

R

I

32

283

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

5.479

43.556

16.878

9.955

5.378

1.443

1.443

Bijdrage aan agentschappen

E

I

38

182

0

0

0

0

0

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Recherche is een eilandelijke taak. Op grond van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking ondersteunt het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in deze taak. Het protocol is voor onbepaalde tijd. Met de Politiewet 2012 is bepaald dat er tussen de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) een gesloten systeem voor financiering van de politie bestaat. Jaarlijks worden de budgetten van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ten behoeve van het RST overgeheveld naar begrotingshoofdstuk VI JenV.

Het RST is zowel in Bonaire, Sint Eustatius, Saba als in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten actief. Hierdoor is niet uit te splitsen welk deel ten goede komt aan Bonaire, Sint Eustatius, Saba en welk deel aan de Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

Artikel 2 Slavernijverleden

Subsidies(regelingen)

Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Het gaat om circa € 16,7 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029 voor zowel de budgetten beschikbaar voor aanvragen als de kosten om de regeling uit te kunnen voeren.

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft uitgaven voor onder andere bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor Caribisch Nederland. Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen agenda en de lokale overheden zijn hierin essentiële partners. Het gaat om circa € 16,8 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029. Voor 2026 is € 7,1 mln. beschikbaar.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies(regelingen)

Er worden incidentele subsidies verstrekt aan initiatieven die verbindingen bevorderen op het gebied van cultuur, educatie en wetenschap. Verder wordt ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid In Caribisch Nederland een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselproductie vergroten (€ 12,0 mln. in de periode 2025 tot en met 2028).

Opdrachten

Er worden incidentele opdrachten verstrekt, met als doel om de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten en de bestuurlijke kaders in Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken. Het gaat dan onder andere om het trainen van de ambtelijke lokale apparaten en het gericht ondersteunen met kennis en expertise op het terrein van goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën.

Inkomensoverdrachten

Uit deze middelen worden de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.

Bijdrage aan medeoverheden

In afstemming met het lokaal bestuur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden incidentele bijzondere uitkeringen verleend om gerichte initiatieven te kunnen ondersteunen op het gebied van het ontwikkelen van goed openbaar bestuur en versterken van het financieel beheer. In dit kader zijn middelen beschikbaar om de projecten en activiteiten die in de akkoorden met Bonaire en Saba staan uit te voeren.

Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2025 € 30 mln. en in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld voor de haven van Saba.

Verder is het na de explosieve groei van Bonaire van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025 tot en met 2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.

Bijdrage aan agentschappen

Aan het Rijksvastgoedbedrijf worden betalingen voor diverse renovatiekosten.

Begroting Justitie en Veiligheid (VI)

Tabel 27 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Justitie en Veiligheid (VI) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

70.259

78.249

70.667

70.521

69.866

69.808

69.818

          

Artikel 31 Politie

33.188

35.638

35.584

35.678

35.715

35.715

35.715

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

33.188

35.638

35.584

35.678

35.715

35.715

35.715

Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand

14.762

15.856

8.351

8.298

7.791

7.791

7.791

Opdrachten

R

S

807

343

418

418

418

418

418

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

13.955

15.513

7.933

7.880

7.373

7.373

7.373

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

715

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

715

0

0

0

0

0

0

Artikel 34 Straffen en beschermen

21.594

26.755

26.732

26.545

26.360

26.302

26.312

Subsidies (regelingen)

R

S

2.406

2.270

2.190

2.184

2.178

2.176

2.176

Bijdrage aan agentschappen

R

S

17.199

22.341

22.552

22.563

22.416

22.360

22.370

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

1.989

2.144

1.990

1.798

1.766

1.766

1.766

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 31 Politie

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

Bijdrage aan de Nationale Politie ten behoeve van de bestrijding ondermijning (TBO) en ten behoeve van het Recherche Samenwerkingsteam (RST). Deze bijdrage is structureel, waarbij de middelen voor 2028 en latere jaren voor de RST nog op de begroting Koninkrijksrelaties staan. Het geld is bestemd voor het Caribisch deel van het Koninkrijk, maar het is niet toe te wijzen hoeveel Caribisch Nederland precies hiervan ontvangt.

Bijdrage aan medeoverheden

De Minister van Justitie en Veiligheid is korpsbeheerder van het brandweer- en politiekorps CN. Ter bekostiging van de personele en materiële uitgaven van deze korpsen wordt een bijdrage verstrekt. De jaarlijks vastgestelde begroting vormt de wettelijke grondslag voor de bekostiging van de beide korpsen van CN.

Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand

Bijdrage aan medeoverheden

Nederland draagt op verschillende manieren bij aan het rechtsbestel in CN en de andere landen van het Koninkrijk. Naast een jaarlijkse bijdrage aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Openbaar Ministeries wordt onder andere gestimuleerd dat het aantal rechters en officieren van justitie zowel kwantitatief als kwalitatief op goed niveau blijft. Bijzondere aandacht gaat uit naar de Koninkrijksbrede aanpak van ondermijnende criminaliteit. De juridische dienstverlening op de BES-eilanden is geborgd door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Via de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) en de Raad voor Rechtsbijstand wordt kosteloze rechtsbijstand verleend aan onvermogenden. Er komt een laagdrempelig fysieke faciliteit voor het verschaffen van kosteloze rechtsbijstand aan onvermogenden op alle drie de eilanden in Caribisch Nederland. Voorts wordt een subsidie beschikbaar gesteld voor een notaris van Sint Maarten ten behoeve van de beschikbaarheid van het notariaat op Saba en Sint Eustatius. Ook is er een Commissie bescherming persoonsgegevens BES die toezicht houdt op de uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens BES. Tot slot wordt de Raad voor de rechtshandhaving in staat gesteld zijn taak, als vastgelegd in de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, op een goed niveau uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt er via FIU Nederland geld beschikbaar gesteld voor de Uitvoering Wwft BES en het beheren van de informatie uitwisseling tussen FIU-Nederland (inclusief BES) met de Koninkrijkslanden en vice versa.

Opdrachten

Dit betreft opdrachten in relatie tot het reizen naar de BES-eilanden.

Artikel 34 Straffen en beschermen

Bijdrage aan agentschappen

Ten aanzien van CN levert Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan hun zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen. Daarnaast heeft de DJI een adviserende functie voor de overige landen binnen het Koninkrijk op het gebied van detentie, vreemdelingenbewaring en forensische zorg.

Subsidies (regelingen)

Deze middelen worden ingezet voor de erkende reclasseringsorganisatie Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN). De SRCN richt zich op de reclasseringstaak op CN.

Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Tabel 28 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

4.849

9.550

8.100

8.100

6.500

6.500

3.500

          

Artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

4.849

9.550

8.100

8.100

6.500

6.500

3.500

Opdrachten

E

I

112

4.600

3.600

3.600

3.000

3.000

0

Opdrachten

R

I

693

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

E

I

302

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

S

0

950

1.500

1.500

1.500

1.500

1.500

Bijdrage aan agentschappen

E

S

279

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Bijdrage aan agentschappen

E

I

3.463

2.000

1.000

1.000

0

0

0

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Het Kabinet heeft als doel gesteld om de dienstverlening van de (semi-)overheid in Caribisch Nederland op een gelijkwaardig niveau te brengen als in Europees Nederland, online en aan de balie. Publieke dienstverlening moet toegankelijk en hoogwaardig zijn voor alle burgers en bedrijven. Zoveel als mogelijk op basis van dezelfde (wettelijke) normen als in Europees Nederland.

Opdrachten

Vanuit de Werk aan Uitvoeringsmiddelen is meerjarig budget beschikbaar voor Caribisch Nederland om de digitale basis op orde te brengen voor een betere publieke dienstverlening. De middelen worden onder andere ingezet voor de invoering van het Burgerservicenummer, het verbeteren van de gebouwen- en adressenregistratie en het implementeren van basisregistraties.

Bijdrage aan medeoverheden

De Openbare Lichamen ontvangen een bijdrage van € 1,5 mln. voor de bekostiging van de transitie naar digitale dienstverlening door de openbare lichamen.

Bijdrage aan agentschappen

Het bijhouden van de bevolkingsadministratie en uitgifte van reisdocumenten zijn eilandelijke taken. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een structurele bijdrage voor ondersteuning daarbij, onder andere door het beheer en exploitatie van Persoonsinformatievoorziening Nederlandse Antillen en Aruba Verstrekkingen (PIVA-V), de verstrekkingsvoorziening van de basisadministraties persoonsgegevens BES en voor de uitgifte van de identiteitskaart BES.

Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII)

Tabel 29 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

93.600

105.553

105.034

86.965

88.031

88.174

88.128

          

Artikel 1 Primair onderwijs

45.949

55.824

55.115

36.772

37.152

37.524

37.681

Bekostiging

R

S

32.251

34.129

34.346

34.550

34.930

35.127

35.284

Opdrachten

R

I

753

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

12.945

21.695

20.769

2.222

2.222

2.397

2.397

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

26.669

28.466

28.114

28.524

28.874

28.504

28.217

Subsidies (regelingen)

R

I

890

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

R

S

25.779

28.466

28.114

28.524

28.874

28.504

28.217

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

12.385

13.752

13.775

13.974

14.241

14.377

14.461

Subsidies (regelingen)

R

I

449

337

337

0

0

0

0

Bekostiging

R

S

10.516

13.415

13.438

13.974

14.241

14.377

14.461

Bijdrage aan medeoverheden

E

S

1.420

0

0

0

0

0

0

Artikel 6 Hoger Beroepsonderwijs

501

586

592

589

325

325

325

Subsidies (regelingen)

R

S

286

328

325

325

325

325

325

Subsidies (regelingen)

R

I

215

258

267

264

   

Artikel 9 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

  

97

0

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

R

I

97

0

0

0

0

0

0

Artikel 11 Studiefinanciering

1.959

1.959

2.332

2.867

3.201

3.201

3.201

Inkomensoverdrachten

R

S

1.959

1.959

2.332

2.867

3.201

3.201

3.201

Artikel 14 Cultuur

3.406

2.466

2.606

1.739

1.738

1.743

1.743

Subsidies (regelingen)

R

S

0

80

331

431

431

560

560

Opdrachten

R

I

20

220

100

0

0

0

0

Bijdragen aan medeoverheden

R

I

3.386

2.166

2.175

1.308

1.307

1.183

1.183

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Bekostiging

R

S

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

2.500

Artikel 25 Emancipatie

  

134

0

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

R

S

134

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Primair onderwijs

Bekostiging

Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.

Bijdrage aan medeoverheden

Deze middelen worden ingezet voor het verder verbeteren van de kwaliteit van het gehele onderwijs in Caribisch Nederland tot een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau. Een groot gedeelte van het budget zijn incidentele middelen, bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. Het overige deel betreft structurele middelen ten behoeve van Rijkstaken.

Artikel 3 Voortgezet Onderwijs

Bekostiging

Het Rijk verstrekt bekostiging aan de schoolbesturen in Caribisch Nederland. Het betreft de schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneducatie

Bekostiging

Deze middelen zijn bedoeld voor het verzorgen van middelbaar beroepsonderwijs in Caribisch Nederland. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken. De onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland ontvangen hiervoor lumpsumbekostiging. Ook de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt in Caribisch Nederland wordt vanuit deze middelen bekostigd. Het aandeel voor Caribisch Nederland uit het coalitieakkoord van kabinet-Rutte IV is toegevoegd aan de bekostiging.

Artikel 6 Hoger Beroepsonderwijs

Subsidies

Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan de Universiteit van Curaçao en de Universiteit van Sint-Maarten voor de blended lerarenopleiding funderend onderwijs (LOFO) vanwege het lerarentekort op Bonaire en voor het opleiden van onderwijsassistenten op Sint Eustatius en Saba vanwege het ontbreken van een lerarenopleiding aldaar. Het betreft deels structurele en deels incidentele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdrachten

Deze middelen zijn bedoeld voor het toekennen van studiefinanciering in CN op grond van de Wet studiefinanciering BES. Deze wet regelt de studiefinanciering BES en de opstarttoelage en is van toepassing op studenten die voldoen aan de voorwaarden. Het betreft structurele middelen ten behoeve van Rijkstaken.

Artikel 14 Cultuur

Subsidies

Deze middelen zijn structureel beschikbaar voor losse projecten in verband met cultuur en erfgoed, zoals het ondersteunen van bewustwording en herdenking van het slavernijverleden en de implementatie van archeologiewetgeving en -beleid. Het betreft structurele bekostiging ten behoeve van Rijkstaken.

Opdrachten

Voor incidente opdrachten voor o.a. monitoring en evaluatie zijn middelen beschikbaar gesteld.

Bijdrage aan medeoverheden

Voor het aanstellen van cultuurcoaches is tot en met 2028 € 0,4 mln. per jaar gereserveerd om de toegankelijkheid van cultuur te vergroten. De resterende middelen zijn gereserveerd voor een toekomstgerichte bibliotheekvoorziening.

Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid

Bekostiging

De financiering van artikel 16 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk loopt via de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De middelen worden gebruikt voor een impuls aan het onderzoek op (en over) het Caribisch deel van het Koninkrijk en het leveren van een bijdrage aan de structurele versterking van het kennisstelsel op het Caribisch deel van het Koninkrijk. Het betreft structurele taken en is een Rijkstaak.

Begroting Financiën (IXB)

Tabel 30 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Financiën (IXB) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

20.984

21.271

21.271

21.271

21.271

21.271

21.271

          

Artikel 1 Belastingen

18.385

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

Apparaatsuitgaven

R

S

18.385

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

18.300

Artikel 2 Financiële markten

2.599

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

R

S

2.599

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

2.971

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

Betreft de kosten van uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en douanetaken in Caribisch Nederland.

Artikel 2 Financiële markten

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichtstaken is dezelfde voor de BES-eilanden als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Europees Nederland op afstand geplaatst bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM); de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk. Voor het toezicht op de BES-eilanden ontvangt DNB jaarlijks een overheidsbijdrage en voor het gedragstoezicht op de financiële markten op de BES-eilanden ontvangt de AFM jaarlijks een overheidsbijdrage.

Begroting Defensie (X)

Tabel 31 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Defensie (X) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

0

0

0

0

0

0

0

          

Artikel 2 Koninklijke Marine

 

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 3 Koninklijke Landmacht

 

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

 

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

 

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten, Personele en Materiële Uitgaven

R

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

Begroting Infrastructuur en Waterstaat (XII)

Tabel 32 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Infrastructuur en Waterstaat (XII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

25.862

24.583

15.667

10.409

8.603

8.368

8.535

          

Artikel 13 Bodem en ondergrond

11.769

10.213

10.399

6.660

6.157

5.922

6.089

Subsidies (regelingen)

E

S

9.295

10.213

10.399

6.660

6.157

5.922

6.089

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

2.474

0

0

0

0

0

0

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

8.313

6.000

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

8.313

6.000

0

0

0

0

0

Artikel 17 Luchtvaart

2.422

2.766

443

393

465

465

465

Subsidies (regelingen)

R

I

1.269

860

200

200

0

0

0

Opdrachten

R

S

176

469

243

193

465

465

465

Bijdrage aan medeoverheden

R

I

512

1.427

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

E

I

465

10

0

0

0

0

0

Artikel 18 Scheepvaart en havens

57

3.100

100

100

100

100

100

Opdrachten

E

S

57

100

100

100

100

100

100

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

0

3.000

0

0

0

0

0

Artikel 21 Duurzaamheid

1.655

645

2.844

1.375

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

1.655

645

2.844

1.375

0

0

0

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's

455

885

907

907

907

907

907

Opdrachten

E

S

106

507

441

441

441

441

441

Bijdrage aan medeoverheden

E

S

0

0

159

159

159

159

159

Bijdrage aan agentschappen

R

S

349

378

307

307

307

307

307

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

1.191

974

974

974

974

974

974

Bijdrage aan medeoverheden

R

S

1.191

974

974

974

974

974

974

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 13 Bodem en ondergrond

Subsidies

Deze reeks betreft structurele subsidies voor het verlagen van de tarieven van drinkwater op Saba, Sint Eustatius en Bonaire, alsmede voor afvalwater (rioolwaterzuivering) op Bonaire. Daarnaast gaat het om incidentele subsidies voor investeringen in de drinkwatervoorzieningen, hetgeen bijdraagt aan de toegankelijkheid van drinkwater. De subsidietaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van kabinet-Schoof is verwerkt op «Subsidies Caribisch Nederland». Voor de jaren 2025 en 2026 is er in samenspraak met SZW middelen opgevraagd (€ 3 mln.) via de Aanvullende Post van Financiën ter dekking van de drinkwaterkosten op Caribisch Nederland in het kader van enveloppe groepen in de knel.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft twee overboekingen van het Mobiliteitsfonds naar de begroting van IenW (XII). Het is een bijzondere uitkering naar het Openbaar Lichaam van Bonaire. Totaal betreft de uitkering € 6,0 mln. in 2025 voor de exploitatie van infrastructuur op Caribisch Nederland. Een bijdrage van € 5,0 mln. aan St. Eustatius en € 1,0 mln. aan Saba ten behoeve van de aanleg van een aantal infrastructuurprojecten. Deze middelen zijn beschikbaar gesteld uit de reservering voor Caribisch Nederland voor instandhouding en aanleg van infrastructuur.

Artikel 17 Luchtvaart

Subsidies

Het is een subsidie voor de Aeronautical Information Service (AIS) en Aeronautical Reporting Office (ARO) kosten aan Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC/ANSP). Deze subsidie zorgt voor compliance met International Civil Aviation Organizatione (ICAO) annex 15 en draagt bij aan het vergroten van de connectiviteit en daarmee het verlagen van de kosten voor vliegtickets. Het bedrag van deze subsidie is € 0,2 mln. Het bedrag is afhankelijk van koersverschillen.

Opdrachten

Het betreft de financiering van diverse onderwerpen bijvoorbeeld ten behoeve van de ICAO compliancy en de ondersteuning van de luchtvaartautoriteit. Het budget zal aan verschillende organisaties betaald worden.

Bijdrage aan medeoverheden

De budgetten in 2025 zijn bestemd voor de projecten Connectiviteit Eilanden, Shoulder en Taxiway (€ 1,1 mln.) en voor bijdragen voor personeel Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De RCN is de schakel tussen de ministeries en de eilanden.

Bijdragen aan agentschappen

Dit betreft een bijdrage naar RWS Caribisch Nederland voor het risicobudget Aeronautical Ground Lighting (AGL) installatie. De AGL-installatie bestaat uit baanverlichting, aan vliegverlichting, kabels, putten, (nood)stroomvoorziening en besturingssystemen.

Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Opdrachten

Betreft een bijdrage voor de structurele dienstverlening van de bereikbaarheid en veiligheid van de havens op de BES-eilanden.  

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft een reservering voor de bouw van de haven van Saba (€ 3 mln.). Op Saba wordt momenteel gewerkt aan de bouw van een nieuwe zeehaven die Saba beter bereikbaar moet maken en aantrekkelijker voor toeristen.

Artikel 21 Duurzaamheid

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft de bijdragen aan het Openbaar Lichaam Bonaire voor het realiseren van duurzaam afvalbeheer via onder andere het programma Afvalbeheer op Maat en de uitvoering van het Natuur en milieuplan Caribisch Nederland.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Opdrachten

Dit betreft middelen voor opdrachten die zowel toezien op rijkstaken als eilandelijke taken. Het gaat hierbij onder andere om de lokale ondersteuning en coördinatie van projecten op de eilanden.

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft een bijdrage voor de (mogelijke) herontwikkeling van het terrein van de bestaande olieterminal Hato op Bonaire.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft de bijdrage aan RWS voor de inzet van capaciteit inzake de uitvoering van CN projecten. RWS voert werkzaamheden uit voor onder andere vergunningen categorie 4 voor het Inrichtingen- en activiteitenbesluit BES en afvalbeheer.

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Bijdrage aan agentschappen

Naast reguliere taken als het weerbericht en een waarschuwing voor gevaarlijk weer worden er ook specifieke taken door het KNMI op Caribisch Nederland uitgevoerd. Het gaat hierbij onder meer om dienstverlening op de luchthaven Flamingo Airport (Bonaire International Airport).

Begroting Economische Zaken (XIII)

Tabel 33 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Economische Zaken (XIII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

12.107

7.421

7.771

6.071

5.271

5.271

5.271

          

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

11.012

5.851

6.651

4.951

4.151

4.151

4.151

Subsidies (regelingen)

R

S

10.361

5.200

6.000

4.300

3.500

3.500

3.500

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

R

S

651

651

651

651

651

651

651

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

1.095

1.570

1.120

1.120

1.120

1.120

1.120

Subsidies (regelingen)

E

S

65

100

100

100

100

100

100

Opdrachten

R

S

1.030

1.470

1.020

1.020

1.020

1.020

1.020

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Goed functionerende economie en markten

Subsidies

De subsidie wordt ingezet voor de Rijkstaak om de Telecom/Internet aansluiting betaalbaar te maken en te behouden. Voor telecommunicatie stelt het kabinet 25 USD per aansluiting per maand beschikbaar op Bonaire en 35 USD per aansluiting per maand voor Saba en Sint Eustatius om de kosten van een vaste internetverbinding te verlagen. Hiervoor is vanaf 2028 in totaal € 3,5 mln. per jaar beschikbaar.

Bijdrage aan ZBO/RWT's

De bijdragen ten behoeve van het statische werkprogramma van CBS voor Caribisch Nederland maken onderdeel uit van de Rijksbijdrage. Er worden statistieken en producten geleverd voor allerlei onderwerpen, zoals bevolking, onderwijs, transport, toerisme, prijzen en nutsvoorzieningen. Dit zijn nominale cijfers, loon- en prijsbijstellingen en taakstellingen op de Rijksbijdrage als geheel zijn hier niet in verwerkt.

Artikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Subsidies

Het Rijk verstrekt structureel subsidies voor circa € 0,1 mln. aan KvK op de BES-eilanden.

Opdrachten

Het Rijk reserveert structureel circa € 1,0 mln. aan budget voor diverse opdrachten op Caribisch Nederland. Hieronder valt onder andere de Rijkstaak voor aanvullend statistisch onderzoek door het CBS en projecten op het terrein van arbeidsmarkt en ondernemerschap. Hiermee worden verschillende indicatoren gemeten waardoor beleid doeltreffender kan worden opgesteld.

Begroting Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV)

Tabel 34 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

1.087

979

899

830

800

899

800

          

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

1.087

979

899

830

800

899

800

Bijdrage aan medeoverheden

R

I

1.087

979

899

830

800

899

800

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Bijdrage aan medeoverheden

Voor Caribisch Nederland is een budget voor 2026 van € 0,9 mln. geraamd. Dit budget wordt ingezet voor een aantal rijkstaken van het ministerie van LVVN. Het betreft onder andere financiële bijdragen aan internationale verdragen, beleidsontwikkeling en monitoring en het beheren van het nationaal park Sababank.

Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV)

Tabel 35 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

130.962

153.594

163.728

163.110

161.355

164.130

169.722

          

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

12.451

22.795

20.770

16.401

16.474

16.039

16.089

Inkomensoverdrachten

R

S

9.815

11.520

11.748

11.879

11.952

12.039

12.089

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

2.636

11.275

9.022

4.522

4.522

4.000

4.000

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

1.360

1.442

1.442

1.460

1.149

863

867

Inkomensoverdrachten

R

S

1.360

1.442

1.442

1.460

1.149

863

867

Artikel 5 Werkloosheid

0

5

5

5

5

5

5

Inkomensoverdrachten

R

S

0

5

5

5

5

5

5

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

9.415

8.412

8.105

8.194

6.436

6.475

6.503

Inkomensoverdrachten

R

S

9.415

8.412

8.105

8.194

6.436

6.475

6.503

Artikel 7 Kinderopvang

27.041

29.075

31.689

34.113

32.556

32.154

33.484

Subsidies (regelingen)

E

S

15.206

21.420

11.795

0

0

0

0

Opdrachten

E

S

196

2.214

2.371

2.521

2.221

1.692

1.692

Bekostiging

R

S

0

0

11.795

25.419

26.636

28.050

29.380

Bijdragen medeoverheden

E

I

11.639

5.441

5.728

6.173

3.699

2.412

2.412

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

54.940

62.568

66.084

69.483

73.355

77.060

81.007

Inkomensoverdrachten

R

S

54.940

62.568

66.084

69.483

73.355

77.060

81.007

Artikel 9 Nabestaanden

2.829

3.230

3.280

3.315

3.334

3.357

3.371

Inkomensoverdrachten

R

S

2.829

3.230

3.280

3.315

3.334

3.357

3.371

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

14.670

15.550

15.692

15.804

15.850

15.879

15.996

Inkomensoverdrachten

R

S

14.670

15.550

15.692

15.804

15.850

15.879

15.996

Artikel 11 Uitvoeringskosten

  

8.256

10.517

16.661

14.335

12.196

12.298

12.400

Bekostiging

R

S

8.256

10.517

16.661

14.335

12.196

12.298

12.400

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Onderstand.

De Rijksoverheid biedt aan inwoners van Caribisch Nederland inkomensondersteuning in de vorm van Onderstand. Het betreft zowel algemene als bijzondere onderstand. Laatstgenoemde component heeft betrekking op uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten die de belanghebbende zelf niet kan voldoen.

Bijdrage aan medeoverheden

Dit betreft eilandelijke taken.

De bijzondere uitkering is bestemd voor de financiering van initiatieven van de openbare lichamen met betrekking tot eilandelijke taken die raken aan het beleidsterrein van SZW. Voorbeelden zijn: werken met een beperking, arbeidsbemiddeling, (lokale) armoedebestrijding en schuldhulpverlening.

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Ongevallenverzekering.

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling, eenmalige uitkering op basis van de Cessantiawet BES.

Werknemers in Caribisch Nederland die werkzaam zijn in de private sector ontvangen bij beëindiging van de dienstbetrekking anders dan door de schuld van de werknemer op grond van de Cessantiawet een eenmalige uitkering, te betalen door de werkgever. Als de werkgever wegens faillissement of surseance van betaling niet in staat is om de uitkering (tijdig) te betalen, neemt SZW deze verplichting over.

Artikel 6 Ziekte en verlofregelingen

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: inkomensregeling Ziekteverzekering.

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap arbeidsongeschikt zijn geraakt, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het laatstverdiende loon van de werknemer.

Artikel 7 Kinderopvang

Subsidies (regelingen)

Dit betreft een eilandelijke taak: structurele subsidie voor het bevorderen van de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang.

Op 4 juni is de Wet kinderopvang BES gepubliceerd (Stb. 2024, 140). In de wet zijn eisen opgenomen ten aanzien van kwaliteit, financiering en toezicht van kinderopvang. De wet zal naar verwachting per 1 januari 2026 bij Koninklijk Besluit in werking treden. Tot die tijd wordt de Tijdelijke subsidieregeling kinderopvang Caribisch Nederland verlengd, daarna zullen kinderopvangorganisaties via het instrument bekostiging gefinancierd worden en niet langer via de tijdelijke subsidieregeling.

Opdrachten

Dit betreft een eilandelijke taak: structurele opdrachten ten behoeve van kinderopvang.

Het gaat onder andere om middelen voor onderzoek, centrale uitvoeringskosten en het programmabureau BES(t)4 Kids.

Bekostiging

Dit betreft een eilandelijke taak: structurele bekostiging voor het bevorderen van de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang.

Zodra de Wet kinderopvang BES in werking treedt zal de tijdelijke subsidieregeling beëindigd worden en zal de financiering van kinderopvangorganisaties lopen via het instrument bekostiging.

Bijdragen aan medeoverheden

Dit betreft een eilandelijke taak: kinderopvang.

Dit betreft middelen voor de bijzondere uitkering aan de eilanden voor de versterking van kinderopvang en voor- en naschoolse opvang in Caribisch Nederland in het kader van het programma BES(t) 4 Kids.

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: Inkomensregeling algemene oudedagsvoorziening.

Personen die in Caribisch Nederland verzekerde jaren hebben opgebouwd voor de AOV en die de AOV-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, ontvangen een aan de verzekerde jaren gerelateerd ouderdomspensioen op grond van de AOV. Tevens kent de AOV een partnertoeslag.

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: Inkomensregeling algemene weduwen en wezenverzekering.

Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de AWW recht op een uitkering. De hoogte van de uitkering is leeftijdgerelateerd.

Artikel 10 Tegemoetkoming ouders

Inkomensoverdrachten

Dit betreft een structurele Rijkstaak: algemene kinderbijslagvoorziening.

De kinderbijslagvoorziening BES biedt ouders of verzorgers die op Bonaire, Sint Eustatius en Saba wonen een tegemoetkoming voor de kosten van opvoeding en verzorging van kinderen die nog geen 18 jaar zijn.

Artikel 11 Uitvoering

Bekostiging

Dit betreft een structurele Rijkstaak: kosten voor de unit Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

De RCN-unit SZW is een bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepositioneerd onderdeel van het departement dat namens de minister is belast met uitkeringsverstrekking, vergunningverlening en arbeidsinspectie in Caribisch Nederland.

Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI)

Tabel 36 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

222.073

262.009

257.922

249.843

243.065

245.400

235.105

          

Artikel 1 Volksgezondheid

  

4.457

3.382

382

332

282

282

282

Subsidies (regelingen)

R

S

252

252

252

252

252

252

252

Bijdrage aan agentschappen

R

S

4.205

3.130

130

80

30

30

30

Artikel 4 Zorgbreed beleid

  

217.606

258.617

257.530

249.511

242.783

245.118

234.823

Subsidies (regelingen)

R

S

4.733

4.933

5.081

5.065

5.002

4.946

4.938

Bekostiging

R

S

199.853

241.638

235.855

233.237

227.092

231.215

221.463

Opdrachten

R

S

3857

1.075

6.409

5.355

5.011

3.745

3.745

Bijdrage medeoverheden

E

S

9.163

10.971

10.185

5.854

5.678

5.212

4.677

Artikel 6 Sport en bewegen

  

10

10

10

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

R

I

10

10

10

0

0

0

0

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Volksgezondheid

Subsidies

Ten behoeve van de JOGG-aanpak in Caribisch Nederland is een subsidiebijdrage van € 0,2 mln. structureel beschikbaar.

Bijdragen aan agentschappen

Voor uitvoeringskosten van het RIVM is per saldo € 0,13 mln. beschikbaar.

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Subsidies (regelingen)

Voor zorgbreed beleid op de BES-eilanden is een subsidiebudget van in totaal € 5,1 mln. beschikbaar. Deze middelen worden onder meer verstrekt aan jeugdorganisaties op Caribisch Nederland. Daarnaast gaat het om enkele meerjarige projectsubsidies in het kader van het sport- en preventieakkoord.

Bekostiging

Er is een budget van € 235,9 mln. beschikbaar voor de bekostiging van zorg en welzijn op de BES-eilanden. Voor de zorg die voortvloeit uit het Besluit Zorgverzekering BES wordt € 226,5 mln. ingezet. Daarnaast is € 7,7 mln. gereserveerd voor de uitvoering van tweedelijns jeugdzorg (inclusief pleegzorg), maatschappelijk ondersteuning en voor sport en preventie.

Verder is een budget van € 1,7 mln. beschikbaar voor de standaardisatie van gegevensuitwisseling in de zorg.

Opdrachten

Vanaf 2026 wordt er structureel € 3,6 mln. ingezet voor het voortzetten van bevolkingsonderzoeken op de BES-eilanden.

Voor het versterken van de Pandemische Paraatheid in de Caribische delen van het koninkrijk is een opdrachtenbudget van € 2,8 mln. beschikbaar. Deze middelen zijn bedoeld voor de International Health Regulations (IHR) en worden ingezet met als doel om de publieke gezondheidszorg en infectiebestrijding in de Caribische delen van het Koninkrijk te versterken en de expertise en innovatiekracht in de regio te vergroten. De regionale IHR hub is een gezamenlijk project met de Landen van het Koninkrijk.

Bijdragen aan medeoverheden

VWS verstrekt jaarlijks bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen op basis van artikel 92 lid 2 sub c Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De uitkeringen zijn bedoeld voor de opbouw en uitvoering van verschillende activiteiten op het VWS domein, zoals Huiselijk geweld en Kindermishandeling, Publieke Gezondheid en preventie. In 2026 is hiervoor € 5,4 mln. begroot. Verder is een budget van € 4,1 mln. gereserveerd voor sport en het creëren van naschools activiteitenaanbod in Caribisch Nederland. Daarnaast wordt in 2026 € 0,7 mln. ingezet voor het versterken van de GGD’s in Caribisch Nederland.

Begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII)

Tabel 37 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

20243

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

18.727

18.200

17.200

18.550

18.300

19.300

19.550

          

Artikel 1 Woningmarkt

18.727

18.200

17.200

18.550

18.300

19.300

19.550

Subsidies (regelingen)

E

S

5.738

9.000

10.100

11.200

12.200

13.200

14.200

Subsidies (regelingen)

E

I

7.785

9.100

2.000

2.000

1.000

1.000

0

Opdrachten

E

I

59

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

E

I

334

0

0

250

0

0

250

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

E

S

0

100

100

100

100

100

100

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

4.811

0

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

X Noot
3

De stand voor 2024 valt formeel niet onder het begrotingshoofdstuk VRO, maar onder het begrotingshoofdstuk BZK en worden hier voor de inzichtelijkheid getoond.

Toelichting

Artikel 1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Structurele uitkeringen hebben betrekking op het verlagen van huurprijzen in de sociale en particuliere sector voor huurders met een laag inkomen. Daarnaast worden  incidentele uitkeringen verstrekt ten behoeve van de Woondeal op Bonaire, (voorbereidingen voor) de huurcommissie op Bonaire en Sint Eustatius, renovaties op Sint Eustatius en een renteloze lening in verband met de bouw van sociale woningen op Sint Eustatius.

Bijdrage aan ZBO's/RTW's

Aan het CBS worden bijdrages vertrekt voor het uitvoeren actualiseren van (nul)metingen en voor de woonbehoefte in Caribisch Nederland.

Bijdrage aan medeoverheden

Voor de aankomende jaren (2026 tot en met 2030) is er voor bijdrage woningbouw binnen het instrument Realisatiestimulans € 5 mln. per jaar beschikbaar specifiek voor Caribisch Nederland.

Begroting Klimaat en Groene Groei (XXIII)

Tabel 38 Overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Klimaat en Groene Groei(XXIII) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

realisatie

ontwerpbegroting 2026

   

20241

2025

2026

2027

2028

2029

2030

Totaal uitgaven

  

15.099

17.154

8.342

5.020

4.095

4.105

4.120

          

Artikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

15.099

17.154

8.342

5.020

4.095

4.105

4.120

Subsidies (regelingen)

R

S en I

15.099

17.154

8.342

5.020

4.095

4.105

4.120

X Noot
1

De stand voor 2024 valt formeel niet onder het begrotingshoofdstuk KGG, maar onder het begrotingshoofdstuk EZK en worden hier voor de inzichtelijkheid getoond.

Toelichting

Artikel 31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Subsidies

Er worden structurele netbeheersubsidies verleent aan de energiebedrijven op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba om de netbeheertarieven te verlagen.

Bijlage 4: Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

De Miljoenennota 2026 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2026. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2026 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2026 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.

Tabel 39 Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2026 op basis van Miljoenennota 2026 (bedragen x € 1 mln.)

Beschrijving

 

Indirecte belastingen

60,2

Algemene bestedingsbelasting

43,2

Accijnzen

5,8

Overdrachtsbelasting

11,2

  

Directe belastingen

160,7

Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen

139,8

Inkomstenbelasting

0,4

Vastgoedbelasting

9,6

Opbrengstbelasting

9,0

Kansspelbelasting

2,0

  

Overig

40,3

  

Totaal

261,2

Bijlage 5: Overzicht eilandelijke inkomsten

Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de opbrengsten uit lokale heffingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen en jaarverslagen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De lokale heffingen worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

De tabellen bevatten een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen en jaarverslagen. In de tabellen is te zien dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aanmerkelijk van elkaar verschillen voor wat betreft de samenstelling van de eigen belastingen.

Tabel 40 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Bonaire (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2021

2022

2023

2024

2025

Motorrijtuigenbelasting

5.123

5.213

6.064

7.407

5.900

Toeristenbelasting

1.898

10.954

14.966

15.198

14.467

Verhuurautobelasting

1.064

1.176

‒ 2641

Erfpachten en huur

2.148

3.158

3.279

2.511

3.450

Reinigingsrechten

1.386

1.440

2.130

2.203

1.400

Leges en retributies

1.036

458

466

639

496

Vergunningen

 

511

654

825

555

Havenbelasting

479

873

929

1.164

1.000

Grondbelasting

1.757

2.306

2.276

2.614

2.300

Opcenten op de Vastgoedbelasting

2.000

3.455

3.512

2.276

3.200

Precariorechten

510

562

567

590

500

Cruisepax

196

1.066

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Slachthuizen

 

199

225

249

180

Casinorechten

 

1.010

682

674

800

Nature fee

   

3.581

3.400

Diverse opbrengsten

294

 

‒ 1.3782

      

Totaal

17.891

32.381

34.108

39.931

37.648

X Noot
1

Betreft een aframing van de verhuurautobelasting

X Noot
2

Betreft een aframing van de logeergastenbelasting

Tabel 41 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2021

20221

20231

2024

2025

Motorrijtuigenbelastingen

0

0

n.v.t.

376

Afvalstoffenheffingbelasting

256

282

261

269

285

Toeristenbelasting

0

0

n.v.t.

147

Motorrijtuigenbelastingen en toeristenbelasting2

271

434

551

589

Onroerend goed exploitatie

415

124

248

437

300

Luchthaven

141

173

455

363

399

Zeehaven

1.967

2.028

2.084

2125

2.661

Leges

67

70

80

122

89

Vergunningen

227

96

88

162

146

Overige opbrengsten

278

403

211

135

148

      

Totaal

3.622

3.610

3.978

4.136

4.617

X Noot
1

De lokale heffingen worden in de jaarrekeningen niet uitgesplitst en kunnen als zodanig niet uit de jaarrekeningen worden herleid. De realisatiecijfers voor 2020 afkomstig uit de begroting 2022, de cijfers voor 2021 afkomstig uit de begroting 2023 en de realisatiecijfers over 2022 uit de begroting 2024. De motorrijtuigenbelasting, afvalstoffenheffing en afvalstoffenheffing zijn in de begroting 2020 opgenomen in één post.

X Noot
2

De realisatiecijfers voor de motorrijtuigenbelastingen en de toeristenbelasting zijn bij elkaar opgeteld.

Tabel 42 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Saba (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2021

2022

2023

2024

2025

Motorrijtuigbelasting

192

175

170

175

185

Havengelden

41

107

112

119

110

Erfpacht/Verhuur gebouwen

83

87

14

9

14

Logeerbelasting

2

44

17

32

75

Kinderopvang

83

77

0

Luchthaventoeslag en landingsgelden

90

122

135

153

165

Afvalstoffenheffing

141

143

146

138

150

Burgerzaken

33

30

38

49

33

Verklaring omtrent gedrag

1

2

2

1

2

Bouwleges

12

6

5

5

10

Vervoer Studenten

1

1

0

Rijbewijzen

17

19

13

17

17

Handel en Industrie

80

85

91

87

86

Horecavergunningen

82

89

92

78

95

      

Totaal

858

987

835

863

942

Bijlage 6: Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

Volgens lid 4 van artikel 89 van de Wet FinBES stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. De tot op heden aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 43 Overzicht reeds aangegane leningen aan Caribisch Nederland (bedragen x USD 1 mln.)

Openbaar Lichaam

Leningverstrekkend departement

Onderwerp

Oorspronkelijke omvang lening

Looptijd lening

afgelost in 2025

Af te lossen in 2026

Openstaand ultimo 2025

Bonaire

OCW

Onderwijshuisvesting

25,0

2013-2037

1,0

1,0

11,0

Sint Eustatius

OCW

Onderwijshuisvesting

4,4

2013-2034

0,2

0,2

1,8

Sint Eustatius

BZK

Schikking klif Sint Eustatius

2,1

2025-2044

0,1

0,1

2,0

Saba

I&W

Infrastructuur

2,5

2015-2026

0,3

0,2

0,2

        

Totaal Caribisch Nederland

  

34

 

1,6

1,5

15,0

Onderwijshuisvesting

Met elk van de eilanden zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen in Caribisch Nederland kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit. In 2013 zijn renteloze leningen door het ministerie van OCW aan elk van de drie eilanden verstrekt zodat de openbare lichamen de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op termijn weg kunnen werken. Sindsdien is de aan Saba verstrekte lening volledig afgelost. De leningen aan Bonaire en Sint Eustatius zullen resepectievelijk in 2037 en 2034 worden afgelost.

Schikking klif Sint Eustatius

In 2024 is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een renteloze lening (en bijzondere uitkering) verstrekt aan Sint Eustatius voor de financiering van een schikking tussen het openbaar lichaam en de eigenaar van een aantal percelen op Sint Eustatius. In verband met de eroderende klif aan de havenzijde van Sint Eustatius was er door de eigenaar een gerechtelijke procedure gestart. Onderdeel van de schikking is de overdracht van de percelen aan het openbaar lichaam Sint Eustatius. De lening heeft een looptijd van 20 jaar en zal in 2044 volledig zijn afgelost.

Infrastructuur Saba

In 2015 is door het toenmalige ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) een renteloze lening verstrekt aan Saba voor urgente infrastructurele werkzaamheden. Deze lening heeft een looptijd van 11 jaar. De lening is in 2026 volledig afgelost.

Naar boven