Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 360 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022

Nr. 2 BIJLAGEN BIJ HET FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2022

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

1 RIJKSREKENING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2022 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 t/m 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die zoals het woord aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2022 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.

In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.

Tabel 1.1 Verplichtingen 2022 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

48.203

50.027

1.824

IIA

Staten-Generaal

184.816

212.020

27.204

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

152.067

191.142

39.075

III

Algemene Zaken

84.457

83.288

‒ 1.169

IV

Koninkrijksrelaties

224.999

186.790

‒ 38.209

V

Buitenlandse Zaken

11.691.848

12.901.096

1.209.248

VI

Justitie en Veiligheid

15.697.219

18.727.306

3.030.087

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

8.360.272

7.831.641

‒ 528.631

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

45.901.855

60.482.370

14.580.515

IXA

Nationale Schuld1

32.227.621

33.443.358

1.215.737

IXB

Financiën

24.753.738

27.036.920

2.283.182

X

Defensie

12.370.802

13.050.283

679.481

XII

Infrastructuur en Waterstaat

10.478.932

12.010.653

1.531.721

XIII

Economische Zaken en Klimaat

19.063.042

45.886.256

26.823.214

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.871.805

2.510.562

638.757

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

50.296.098

46.160.746

‒ 4.135.352

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

26.457.158

31.698.423

5.241.265

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.670.540

4.526.776

856.236

XIX

Nationaal Groeifonds

7.345.546

0

‒ 7.345.546

A

Mobiliteitsfonds

7.036.954

8.498.948

1.461.994

B

Gemeentefonds

35.801.495

40.376.061

4.574.566

C

Provinciefonds

2.540.680

2.833.456

292.776

F

Diergezondheidsfonds

34.986

83.513

48.527

H

BES-fonds

42.390

67.092

24.702

J

Deltafonds

1.741.763

1.875.941

134.178

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

4.818.306

6.393.528

1.575.222

 

Totalen

322.897.592

377.118.196

54.220.604

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.2 Kasuitgaven 2022 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

48.203

50.027

1.824

IIA

Staten-Generaal

184.816

215.011

30.195

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

152.067

175.267

23.200

III

Algemene Zaken

84.457

83.622

‒ 835

IV

Koninkrijksrelaties

423.016

374.961

‒ 48.055

V

Buitenlandse Zaken

11.807.800

12.900.368

1.092.568

VI

Justitie en Veiligheid

15.723.646

18.228.641

2.504.995

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

8.580.470

7.275.043

‒ 1.305.427

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

48.810.026

53.198.561

4.388.535

IXA

Nationale Schuld1

32.227.621

33.443.358

1.215.737

IXB

Financiën

11.183.192

11.678.715

495.523

X

Defensie

12.732.385

12.845.903

113.518

XII

Infrastructuur en Waterstaat

10.938.794

12.078.480

1.139.686

XIII

Economische Zaken en Klimaat

9.836.617

25.908.427

16.071.810

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.965.505

2.115.458

149.953

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

49.977.659

46.013.341

‒ 3.964.318

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

30.163.078

31.400.528

1.237.450

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.265.762

3.657.979

392.217

XIX

Nationaal Groeifonds

2.131.176

0

‒ 2.131.176

A

Mobiliteitsfonds

7.201.305

7.786.386

585.081

B

Gemeentefonds

35.801.495

39.981.438

4.179.943

C

Provinciefonds

2.540.680

2.843.511

302.831

F

Diergezondheidsfonds

34.986

83.409

48.423

H

BES-fonds

42.390

67.092

24.702

J

Deltafonds

1.328.425

1.382.294

53.869

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

5.387.062

4.953.813

‒ 433.249

 

Totalen

302.572.633

328.741.633

26.169.000

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.3 Kasontvangsten 2022 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

111

1.926

1.815

IIA

Staten-Generaal

3.865

12.131

8.266

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

6.040

6.423

383

III

Algemene Zaken

7.247

9.400

2.153

IV

Koninkrijksrelaties

34.588

104.028

69.440

V

Buitenlandse Zaken

965.770

1.338.563

372.793

VI

Justitie en Veiligheid

1.570.467

1.363.061

‒ 207.406

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

1.097.581

771.661

‒ 325.920

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.607.953

1.790.561

182.608

IXA

Nationale Schuld1

61.176.921

78.921.508

17.744.587

IXB

Financiën

187.834.085

185.985.689

‒ 1.848.396

X

Defensie

141.952

180.733

38.781

XII

Infrastructuur en Waterstaat

45.011

64.064

19.053

XIII

Economische Zaken en Klimaat

5.559.237

11.180.983

5.621.746

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

92.314

182.407

90.093

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1.883.636

6.244.477

4.360.841

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

209.862

1.257.936

1.048.074

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

51.574

100.927

49.353

XIX

Nationaal Groeifonds

0

0

0

A

Mobiliteitsfonds

7.201.305

7.836.664

635.359

B

Gemeentefonds

35.801.495

39.981.438

4.179.943

C

Provinciefonds

2.540.680

2.843.511

302.831

F

Diergezondheidsfonds

27.177

73.407

46.230

H

BES-fonds

42.390

67.092

24.702

J

Deltafonds

1.328.425

1.327.784

‒ 641

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

5.387.062

5.028.930

‒ 358.132

 

Totalen

314.616.748

346.675.304

32.058.556

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.

Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2022, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 328,7 miljard euro en 346,7 miljard euro, zijnde een verschil (overschot) van 18 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2022 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.

Tabel 1.4 Rentelasten 2022 (op transactiebasis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

3.918.185

4.458.276

540.091

 

Totalen

3.918.185

4.458.276

540.091

Tabel 1.5 Rentebaten 2022 (op transactiebasis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

1.489.439

665.325

‒ 824.114

 

Totalen

1.489.439

665.325

‒ 824.114

Tabel 1.6 Lasten 2022 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

108.545

141.848

33.303

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

132.751

148.550

15.799

BZK

Logius

249.392

243.636

‒ 5.756

BZK

P-Direkt

108.986

106.725

‒ 2.261

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

317.896

357.371

39.475

BZK

FM Haaglanden

147.445

147.463

18

BZK

SSC-ICT Haaglanden

318.621

321.611

2.990

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.382.577

1.367.576

‒ 15.001

BZK

Dienst Huurcommissie

14.972

21.078

6.106

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

157.125

171.315

14.190

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

2.650.221

2.717.436

67.215

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

532.144

604.709

72.565

JenV

Justis

52.109

51.665

‒ 444

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

88.049

107.599

19.550

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

145.376

151.682

6.306

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

60.999

70.718

9.719

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

353.420

414.647

61.227

OCW

Nationaal Archief

45.739

48.400

2.661

DEF

Paresto

75.915

71.876

‒ 4.039

IenW

Rijkswaterstaat

3.379.249

3.101.002

‒ 278.247

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

94.735

96.102

1.367

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

841.437

1.017.887

176.450

EZK

Agentschap Telecom

63.706

67.907

4.201

EZK

Dienst ICT Uitvoering

320.162

334.413

14.251

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

13.299

11.228

‒ 2.071

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

460.758

476.358

15.600

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

601.000

628.172

27.172

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

99.920

112.089

12.169

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

63.340

62.936

‒ 404

 

Totalen

12.879.888

13.173.999

294.111

Tabel 1.7 Baten 2022 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

107.937

143.459

35.522

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

126.152

150.655

24.503

BZK

Logius

249.392

244.591

‒ 4.801

BZK

P-Direkt

108.986

109.639

653

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

317.896

354.480

36.584

BZK

FM Haaglanden

147.445

151.800

4.355

BZK

SSC-ICT Haaglanden

311.821

323.792

11.971

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.382.577

1.371.754

‒ 10.823

BZK

Dienst Huurcommissie

13.925

21.291

7.366

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

157.125

168.605

11.480

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

2.650.221

2.739.538

89.317

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

532.144

578.422

46.278

JenV

Justis

53.953

53.375

‒ 578

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

88.049

107.437

19.388

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

145.376

154.984

9.608

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

61.236

72.094

10.858

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

353.420

414.335

60.915

OCW

Nationaal Archief

45.739

54.512

8.773

DEF

Paresto

75.915

77.047

1.132

IenW

Rijkswaterstaat

3.384.355

3.116.454

‒ 267.901

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

94.761

96.357

1.596

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

841.437

990.951

149.514

EZK

Agentschap Telecom

63.706

65.871

2.165

EZK

Dienst ICT Uitvoering

320.162

352.890

32.728

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

13.299

11.941

‒ 1.358

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

460.758

469.641

8.883

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

601.000

625.111

24.111

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

99.920

112.094

12.174

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

63.340

63.068

‒ 272

 

Totalen

12.872.047

13.196.188

324.141

Tabel 1.8 Kapitaaluitgaven 2022 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

10.254

11.860

1.606

BZK

Logius

0

0

0

BZK

P-Direkt

5.065

2.720

‒ 2.345

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

1.000

484

‒ 516

BZK

FM Haaglanden

6.011

11.630

5.619

BZK

SSC-ICT Haaglanden

124.228

97.328

‒ 26.900

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.090.830

1.145.424

54.594

BZK

Dienst Huurcommissie

0

119

119

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

10.806

3.077

‒ 7.729

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

15.000

8.879

‒ 6.121

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

7.810

7.803

‒ 7

JenV

Justis

0

0

0

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

8.667

3.584

‒ 5.083

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

76.794

52.541

‒ 24.253

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

5.000

4.745

‒ 255

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

65.000

65.061

61

OCW

Nationaal Archief

2.246

6.399

4.153

DEF

Paresto

0

2.591

2.591

IenW

Rijkswaterstaat

67.246

41.104

‒ 26.142

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

3.704

4.677

973

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

48.560

43.431

‒ 5.129

EZK

Agentschap Telecom

9.851

9.220

‒ 631

EZK

Dienst ICT Uitvoering

53.150

54.264

1.114

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

1.460

3.431

1.971

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

17.069

16.169

‒ 900

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

‒ 15.000

‒ 10.450

4.550

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

13.462

8.029

‒ 5.433

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

‒ 500

‒ 299

201

 

Totalen

1.627.713

1.593.821

‒ 33.892

Tabel 1.9 Kapitaalontvangsten 2022 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

0

0

0

BZK

Logius

0

0

0

BZK

P-Direkt

2.695

0

‒ 2.695

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

0

343

343

BZK

FM Haaglanden

2.290

4.248

1.958

BZK

SSC-ICT Haaglanden

73.800

48.581

‒ 25.219

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

739.000

837.551

98.551

BZK

Dienst Huurcommissie

1.029

159

‒ 870

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

6.365

650

‒ 5.715

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

39.000

115.692

76.692

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

810

20.196

19.386

JenV

Justis

0

733

733

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

4.900

2.901

‒ 1.999

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

63.372

40.215

‒ 23.157

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

4.000

7.000

3.000

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

38.800

25.100

‒ 13.700

OCW

Nationaal Archief

900

600

‒ 300

DEF

Paresto

0

0

0

IenW

Rijkswaterstaat

56.450

39.633

‒ 16.817

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

1.750

4.557

2.807

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

25.900

39.272

13.372

EZK

Agentschap Telecom

5.750

7.692

1.942

EZK

Dienst ICT Uitvoering

30.000

18.723

‒ 11.277

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

900

367

‒ 533

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

8.750

9.543

793

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

0

0

0

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

10.000

3.294

‒ 6.706

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

0

0

0

 

Totalen

1.116.461

1.227.050

110.589

Tabel 1.10 Verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten 2022 van de verplichtingen-kasagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

In 2022 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.

    

2 SALDIBALANS VAN HET RIJK PER 31 DECEMBER 2022

Tabel 2 Saldibalans van het Rijk per 31 december 2022

DEBET

31-12-2022

31-12-2021

  

CREDIT

31-12-2022

31-12-2021

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

  

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

1

Uitgaven ten laste van de begroting

333.200

326.163

  

12

Ontvangsten ten gunste van de begroting

347.341

319.052

2

Vorderingen buiten begrotingsverband

21.818

15.652

  

13

Schulden buiten begrotingsverband

19.604

27.305

 

(intra-comptabele vorderingen)

     

(intra-comptabele schulden)

  

14

Saldi begrotingsfondsen

 

236

  

14

Saldi begrotingsfondsen

1.146

 

3

Liquide Middelen

14.741

7.158

      

4

Saldo geldelijk beheer van het Rijk

5.629

3.309

  

15

Saldi begrotingsreserves

7.297

6.159

 

Totaal intra-comptabele posten

375.387

352.517

   

Totaal intra-comptabele posten

375.387

352.517

5

Openstaande rechten

55.794

50.172

  

16

Tegenrekening openstaande rechten

55.794

50.172

6

Vorderingen

67.595

63.712

  

17

Tegenrekening vorderingen

67.595

63.712

7

Tegenrekening schulden

459.850

413.199

  

18

Schulden

459.850

413.199

8

Voorschotten

244.494

228.406

  

19

Tegenrekening voorschotten

244.494

228.406

9

Tegenrekening andere verplichtingen

205.223

180.379

  

20

Andere verplichtingen

205.223

180.379

10

Deelnemingen

44.562

42.678

  

21

Tegenrekening deelnemingen

44.562

42.678

11

Tegenrekening garantieverplichtingen

220.233

213.108

  

22

Garantieverplichtingen

220.233

213.108

 

Totaal extra-comptabele posten

1.297.750

1.191.654

   

Totaal extra-comptabele posten

1.297.750

1.191.654

 

TOTAAL-GENERAAL

1.673.137

1.544.171

   

TOTAAL-GENERAAL

1.673.137

1.544.171

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.

Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 21.818 miljoen euro, waarvan 20.388 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds. De post saldi begrotingsfondsen staat zowel debet als credit op de Rijkssaldibalans. In 2021 betrof het een nadelig saldo. In 2022 betreft het een positieve saldo.

Ad 15) Saldi begrotingsreserves

Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  • Nationale Hypotheekgarantie en Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties (BZK);

  • FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);

  • Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, Garantieregeling ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);

  • Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);

  • Asiel (JenV);

  • Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);

  • Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);

  • Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

3 DE BELASTING- EN PREMIEONTVANGSTEN IN 2022

Tabel 3.1 De belasting- en premieontvangsten in 2022 op EMU-basis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2022

Realisatie 2022

Verschil

Indirecte belastingen

104.433

103.561

‒ 872

Invoerrechten

3.749

4.784

1.035

Omzetbelasting

67.492

70.948

3.456

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

2.000

1.468

‒ 531

Accijnzen

12.111

10.878

‒ 1.233

- Accijns van lichte olie

4.268

3.768

‒ 500

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

3.826

3.147

‒ 679

- Tabaksaccijns

2.850

2.756

‒ 94

- Alcoholaccijns

362

376

14

- Bieraccijns

448

477

29

- Wijnaccijns

356

354

‒ 2

Overdrachtsbelasting

4.298

4.602

304

Assurantiebelasting

3.409

3.400

‒ 9

Motorrijtuigenbelasting

4.240

4.362

122

Belastingen op een milieugrondslag

4.729

1.238

‒ 3.491

- co2-heffing

0

0

0

- Afvalstoffenbelasting

241

240

‒ 1

- Energiebelasting

4.048

525

‒ 3.523

- Waterbelasting

315

309

‒ 6

- Brandstoffenheffingen

1

1

0

- Vliegbelasting

125

164

39

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

280

291

11

Belasting op zware motorrijtuigen

218

198

‒ 20

Verhuurderheffing

1.460

918

‒ 542

Bankbelasting

447

472

25

Inframarginale heffing

0

0

0

    

Directe belastingen

118.060

128.238

10.178

Inkomstenbelasting

12.057

5.965

‒ 6.092

Loonbelasting

64.790

68.756

3.966

Dividendbelasting

7.107

5.319

‒ 1.788

Kansspelbelasting

509

859

350

Vennootschapsbelasting

31.121

38.236

7.115

Bronbelasting op rente en royalty's

0

58

58

Schenk- en erfbelasting

2.476

2.614

138

Solidariteitsbijdrage

0

6.433

6.433

    

Overige belastingontvangsten

303

365

62

- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

151

210

59

    

Totaal belastingen

222.795

232.165

9.370

    

Premies volksverzekeringen

38.214

41.869

3.655

Premies werknemersverzekeringen

73.099

76.428

3.330

waarvan zorgpremies

46.368

48.108

1.740

    

Totaal belasting- en premieontvangsten

334.108

350.462

16.354

Tabel 3.2 De belasting- en premieontvangsten in 2022 op kasbasis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2022

Realisatie 2022

Verschil

Indirecte belastingen

103.083

103.207

124

Invoerrechten

3.738

4.845

1.107

Omzetbelasting

66.140

70.785

4.645

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

2.007

1.274

‒ 732

Accijnzen

12.166

10.806

‒ 1.360

- Accijns van lichte olie

4.291

3.761

‒ 530

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

3.837

3.159

‒ 678

- Tabaksaccijns

2.867

2.691

‒ 177

- Alcoholaccijns

362

379

17

- Bieraccijns

453

472

19

- Wijnaccijns

356

344

‒ 12

Overdrachtsbelasting

4.267

4.429

161

Assurantiebelasting

3.393

3.397

4

Motorrijtuigenbelasting

4.238

4.349

111

Belastingen op een milieugrondslag

4.730

1.443

‒ 3.288

- co2-heffing

0

0

0

- Afvalstoffenbelasting

241

246

4

- Energiebelasting

4.049

738

‒ 3.311

- Waterbelasting

314

308

‒ 7

- Brandstoffenheffingen

1

1

0

- Vliegbelasting

125

151

26

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

279

292

13

Belasting op zware motorrijtuigen

217

198

‒ 19

Verhuurderheffing

1.460

918

‒ 543

Bankbelasting

447

472

25

Inframarginale heffing

0

0

0

    

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

119.740

121.562

1.822

Inkomstenbelasting

12.644

6.061

‒ 6.583

Loonbelasting

65.700

68.278

2.578

Dividendbelasting

7.107

5.319

‒ 1.788

Kansspelbelasting

523

772

249

Vennootschapsbelasting

31.289

38.471

7.182

Bronbelasting op rente en royalty's

0

47

47

Schenk- en erfbelasting

2.476

2.614

138

Solidariteitsbijdrage

0

0

0

    

Overige belastingontvangsten

303

371

68

waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

151

210

59

    

Totaal belastingen op kasbasis

223.126

225.140

2.014

    

Premies volksverzekeringen

37.571

41.633

4.062

Premies werknemersverzekeringen

73.719

75.669

1.951

    

Totaal belasting- en premieontvangsten op kasbasis

334.416

342.442

8.026

4 UITGAVEN EN NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2022 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2022 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.

Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenplafond. De uitgaven onder het uitgavenplafond mogen het uitgavenplafond niet overschrijden. Het uitgavenplafond is op zijn beurt gesplitst in vier verschillende deelplafonds: het plafond Rijksbegroting, het plafond Sociale Zekerheid, het plafond Zorg en het plafond Investeringen. De uitgangsregel is dat alle uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook onder een van de vier uitgavenplafonds vallen, tenzij hier een uitzondering voor gemaakt is. De uitgaven en ontvangsten die niet onder een plafond vallen worden in tabel 4.9 nader uitgesplitst.

In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per deelplafond opgeteld.

Tabel 4.1 Netto-uitgaven naar type en plafond (in miljoenen euro)

(in miljoenen euro)

MN 2022

FJR 2022

Verschil

Bron

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

    

Plafond Rijksbegroting

171.677

175.791

4.114

Tabel 4.5

Plafond Sociale Zekerheid

27.276

21.889

‒ 5.387

Tabel 4.6

Plafond Zorg

2.018

2.033

15

Tabel 4.7

Plafond investeringen

 

13.821

 

Tabel 4.8

Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

44.743

33.424

‒ 11.319

Tabel 4.9

Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

245.715

246.958

1.244

Tabel 4.4

Premiegefinancierde netto-uitgaven

    

Plafond Sociale Zekerheid

66.009

64.060

‒ 1.950

Tabel 4.6

Plafond Zorg

79.340

79.481

141

Tabel 4.7

Plafond investeringen

    

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

145.349

143.540

‒ 1.809

 

Totaal netto-uitgaven

391.064

390.499

‒ 565

 
     

Plafond Rijksbegroting

171.677

175.791

4.114

Tabel 4.5

Plafond Sociale Zekerheid

93.285

85.949

‒ 7.336

Tabel 4.6

Plafond Zorg

81.358

81.513

155

Tabel 4.7

Plafond investeringen

 

13.821

 

Tabel 4.8

Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

346.321

357.075

10.754

 

Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

44.743

33.424

‒ 11.319

Tabel 4.9

Totaal netto-uitgaven

391.064

390.499

‒ 14.387

 

Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.

Tabel 4.2 Uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
 

(in miljoenen euro)

MN 2022

FJR 2022

Verschil

1

De Koning

48

50

2

2A

Staten-Generaal

184

215

31

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

152

175

23

3

Algemene Zaken

84

84

‒ 1

4

Koninkrijksrelaties

376

375

‒ 1

5

Buitenlandse Zaken

11.748

12.900

1.153

6

Justitie en Veiligheid

15.274

18.229

2.955

7

Binnenlandse Zaken

8.058

7.275

‒ 783

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

48.240

53.199

4.959

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

5.435

7.060

1.625

9B

Financiën

10.561

11.679

1.118

10

Defensie

12.392

12.846

454

12

Infrastructuur en Waterstaat

17.662

12.078

‒ 5.583

13

Economische Zaken en Klimaat

8.114

25.908

17.794

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.845

2.115

270

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

50.638

46.013

‒ 4.625

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

28.485

31.401

2.916

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.266

3.658

392

19

Nationaal Groeifonds

2.137

0

‒ 2.137

50

Gemeentefonds

35.597

39.981

4.384

51

Provinciefonds

2.541

2.844

303

55

Infrastructuurfonds

14.497

7.786

‒ 6.711

58

Diergezondheidsfonds

35

83

48

60

Accres Gemeentefonds

296

0

‒ 296

61

Accres Provinciefonds

42

0

‒ 42

64

BES-fonds

42

67

25

65

Deltafonds

1.328

1.382

54

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

5.065

4.954

‒ 112

AP

Aanvullende Posten

7.957

0

‒ 7.957

90

Consolidatie

‒ 20.248

‒ 13.430

6.818

HGIS

Internationale Samenwerking

(6.287)

(7.857)

‒ 1.570

 

Totaal

271.853

288.929

17.075

Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 5 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.

Tabel 4.3 Niet-belastingontvangsten begrotingen (in miljoenen euro)
 

(in miljoenen euro)

MN 2022

FJR 2022

Verschil

1

De Koning

0

2

2

2A

Staten-Generaal

4

12

8

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

6

6

0

3

Algemene Zaken

7

9

2

4

Koninkrijksrelaties

35

104

69

5

Buitenlandse Zaken

966

1.339

373

6

Justitie en Veiligheid

1.570

1.363

‒ 207

7

Binnenlandse Zaken

1.098

772

‒ 326

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.608

1.791

183

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

8.650

12.786

4.135

9B

Financiën

2.968

3.738

770

10

Defensie

142

181

39

12

Infrastructuur en Milieu

45

64

19

13

Economische Zaken

5.154

11.181

6.027

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

92

182

90

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2.861

6.244

3.384

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

210

1.258

1.048

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

52

101

49

50

Gemeentefonds

0

0

0

51

Provinciefonds

0

0

0

55

Infrastructuurfonds

14.497

7.837

‒ 6.661

58

Diergezondheidsfonds

27

73

46

65

Deltafonds

1.328

1.328

‒ 1

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

5.065

5.029

‒ 36

AP

Aanvullende Posten

0

0

0

90

Consolidatie1

‒ 20.248

‒ 13.430

6.818

HGIS

Internationale Samenwerking2

(152)

(212)

‒ 60

 

Totaal

26.138

41.970

15.832

Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3). De daaropvolgende tabellen (tabel 4.5 tot en met tabel 4.8) geven per deelplafond aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.

Tabel 4.4 Netto-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
 

(in miljoenen euro)

MN 2022

FJR 2022

Verschil

1

De Koning

48

48

0

2A

Staten-Generaal

180

203

23

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

146

169

23

3

Algemene Zaken

77

74

‒ 3

4

Koninkrijksrelaties

342

271

‒ 71

5

Buitenlandse Zaken

10.782

11.562

780

6

Justitie en Veiligheid

13.703

16.866

3.162

7

Binnenlandse Zaken

6.961

6.503

‒ 457

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

46.632

51.408

4.776

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 3.216

‒ 5.726

‒ 2.510

9B

Financiën

7.594

7.941

347

10

Defensie

12.250

12.665

415

12

Infrastructuur en Waterstaat

17.617

12.014

‒ 5.602

13

Economische Zaken en Klimaat

2.960

14.727

11.767

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.753

1.933

180

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

47.777

39.769

‒ 8.009

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

28.275

30.143

1.868

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.214

3.557

343

19

Nationaal Groeifonds

2.137

0

‒ 2.137

50

Gemeentefonds

35.597

39.981

4.384

51

Provinciefonds

2.541

2.844

303

55

Infrastructuurfonds

0

‒ 50

‒ 50

58

Diergezondheidsfonds

8

10

2

60

Accres Gemeentefonds

296

0

‒ 296

61

Accres Provinciefonds

42

0

‒ 42

64

BES-fonds

42

67

25

65

Deltafonds

0

55

55

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

‒ 75

‒ 75

AP

Aanvullende Posten

7.957

0

‒ 7.957

HGIS

Internationale Samenwerking21

(6.135)

(7.645)

‒ 1.510

 

Totaal

245.715

246.958

1.244

X Noot
1

In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.5 Netto-uitgaven onder plafond Rijksbegroting (in miljoenen euro)
 

(in miljoenen euro)

MN2022

FJR2022

Verschil

1

De Koning

48

48

0

2A

Staten-Generaal

180

203

23

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

146

169

23

3

Algemene Zaken

77

74

‒ 3

4

Koninkrijksrelaties

147

94

‒ 53

5

Buitenlandse Zaken

10.782

6.845

‒ 3.937

6

Veiligheid en Justitie

13.703

16.025

2.321

7

Binnenlandse Zaken

6.993

6.319

‒ 675

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

44.403

49.702

5.299

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

3.386

4.314

928

9B

Financiën

7.833

8.745

912

10

Defensie

12.248

7.629

‒ 4.620

12

Infrastructuur en Milieu

10.281

3.439

‒ 6.842

13

Economische Zaken

6.756

18.742

11.986

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.753

1.716

‒ 37

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1.272

978

‒ 294

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

5.985

7.742

1.757

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.238

3.580

342

50

Gemeentefonds

32.283

36.518

4.235

51

Provinciefonds

2.541

2.844

303

55

Infrastructuurfonds

0

0

0

60

Accres Gemeentefonds

296

0

‒ 296

61

Accres Provinciefonds

42

0

‒ 42

64

BES-fonds

42

67

25

65

Deltafonds

0

0

0

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

0

0

80

Prijsbijstelling

765

0

‒ 765

81

Arbeidsvoorwaarden

1.424

0

‒ 1.424

86

Algemeen

5.052

0

‒ 5.052

90

Consolidatie1

0

0

0

HGIS

Internationale Samenwerking2

(6.159)

(7.502)

‒ 1.343

 

Totaal

171.677

175.791

4.114

Tabel 4.6 Netto-uitgaven onder plafond Sociale Zekerheid (in miljoenen euro)
 

(in miljoenen euro)

MN 2022

FJR 2022

Verschil

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

24.995

19.924

‒ 5.071

50

Gemeentefonds

1.889

1.965

77

AP

Aanvullende Posten

392

0

‒ 392

 

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

27.276

21.889

‒ 5.387

40

Sociale Verzekeringen

66.009

64.060

‒ 1.950

 

Premiegefinancierde netto-uitgaven

66.009

64.060

‒ 1.950

     
 

Totaal netto-uitgaven plafond Sociale Zekerheid

93.285

85.949

‒ 7.336

Tabel 4.7 Netto-uitgaven onder plafond Zorg (in miljoenen euro)
  

MN 2022

FJR 2022

Verschil

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

580

535

‒ 45

50

Gemeentefonds

1.426

1.498

73

AP

Aanvullende Posten

13

0

‒ 13

 

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

2.018

2.033

15

41

Zorg

79.340

79.481

141

 

Premiegefinancierde netto-uitgaven

79.340

79.481

141

     
 

Totaal netto uitgaven plafond Zorg

81.358

81.513

155

Tabel 4.8 Netto-uitgaven onder plafond Investeringen (in miljoenen euro)
  

MN2022

FJR2022

Verschil

7

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

 

155

155

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

 

9

9

10

Defensie

 

4.870

4.870

12

Infrastructuur en Waterstaat

 

8.536

8.536

13

Economische Zaken en Klimaat

 

103

103

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

 

217

217

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

 

3

3

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

 

0

0

55

Mobiliteitsfonds

 

‒ 50

‒ 50

65

Deltafonds

 

55

55

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

‒ 75

‒ 75

 

totaal Netto rijksbegrotingsuitgaven

 

13.821

13.821

Tabel 4.9 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenplafond vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenplafond zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.

Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.9 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen maar worden in bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld afzonderlijk toegelicht.

Tabel 4.9 Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond (in miljoenen euro)
  

MN 2022

FJR 2022

Verschil

4

Koninkrijksrelaties

195

177

‒ 18

5

Buitenlandse zaken

 

4.716

4.716

6

Justitie en veiligheid

 

841

841

7

Binnenlandse Zaken

‒ 33

29

62

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2.229

1.697

‒ 532

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 6.602

‒ 10.040

‒ 3.438

9B

Financiën

‒ 240

‒ 804

‒ 564

10

Defensie

1

167

165

12

Infrastructuur en Waterstaat

7.336

40

‒ 7.296

13

Economische Zaken en Klimaat

‒ 3.796

‒ 4.117

‒ 321

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

21.510

18.864

‒ 2.646

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

21.710

21.866

156

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 24

‒ 23

1

19

Nationaal Groeifonds

2.137

0

‒ 2.137

55

Mobiliteitsfonds

0

0,0

0

58

Diergezondheidsfonds

8

10

2

AP

Aanvullende posten

311

‒ 0,2

‒ 312

HGIS

Internationale Samenwerking2

(-24)

(142)

(166)

 

Totaal netto-uitgaven buiten het plafond

44.743

33.424

‒ 11.319

Tabel 4.10 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.

Tabel 4.10 Netto HGIS-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2022

FJR 2022

Verschil

5

Buitenlandse Zaken

1.890

2.424

534

6

Veiligheid en Justitie

343

884

541

7

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

1

1

0

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

104

107

2

9B

Financiën

264

265

0

10

Defensie

223

151

‒ 72

12

Infrastructuur en Waterstaat

26

26

0

13

Economische Zaken en Klimaat

30

27

‒ 2

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

34

32

‒ 2

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1

1

0

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

6

6

0

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.238

3.580

342

86

Algemeen

0

0

0

 

Totaal plafondrelevante netto-uitgaven HGIS

6.159

7.502

1.344

10

Defensie

 

165

165

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 24

‒ 23

 

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

 

0

 
 

Totaal niet-plafondrelevante netto-uitgaven HGIS

‒ 24

142

166

    

0

 

Totaal netto-uitgaven HGIS

6.135

7.645

1.510

5 EMU-SALDO EN EMU-SCHULD

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.

Tabel 5.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)
 

MN 2022

FJR 2022

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

334,1

350,5

16,4

    

Nood- en steunmaatregelen corona relevant voor EMU-saldo (uitgaven)

0,0

11,2

11,2

Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

346,3

345,9

‒ 0,4

Rijksbegroting

171,7

162,3

‒ 9,4

Sociale Zekerheid

93,3

88,5

‒ 4,7

Zorg

81,4

81,2

‒ 0,1

Investeringen

 

13,8

13,8

Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

6,6

‒ 5,6

‒ 12,2

Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

353,0

351,5

‒ 1,5

    

EMU-saldo centrale overheid

‒ 18,9

‒ 1,0

17,8

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 2,4

1,1

3,5

    

EMU-saldo collectieve sector

‒ 21,3

0,1

21,4

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,4%

0,0%

2,4%

    

EMU-schuld collectieve sector

517

480,1

‒ 37

EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp)

57,7%

51,0%

‒ 6,7%

    

Bruto binnenlands product (bbp)

895

941

46

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).

Tabel 5.2 EMU-saldo (in miljoenen euro, + is overschot)
  

MN 2022

FJR 2022

Verschil

1

Belasting- en premieontvangsten

334.108

350.462

16.354

2

Totale netto-uitgaven

391.064

390.499

‒ 565

3

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 35.168

‒ 27.873

7.294

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

2.937

11.137

8.200

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 2.425

1.114

3.539

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

‒ 21.276

88

21.364

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Tabel 5.3 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo (in miljoenen euro, + is uitgave)
 

MN2022

FJR 2022

Verschil

Verstrekking studieleningen

3.368

2.837

‒ 531

Aflossing studieleningen

‒ 1.139

‒ 1.164

‒ 26

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

507

244

‒ 263

Voortijdige beeindiging derivaten

0

‒ 248

‒ 248

Rente-ontvangsten derivaten

‒ 921

‒ 516

405

Uitgaven gerelateerd aan Oekraine

 

197

197

Coronagerelateerde leningen

‒ 111

‒ 291

‒ 180

Rijksbijdragen aan sociale fondsen

39.007

36.359

‒ 2.649

Kasbeheer

‒ 5.661

‒ 9.308

‒ 3.647

Overig

117

‒ 238

‒ 355

Totaal

35.168

27.873

‒ 7.294

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenaamd kas-transverschil (ktv) worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4 omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.

Tabel 5.4 Kas-transverschillen en overige posten (in miljoenen euro, + is saldoverbeterend)
 

MN 2022

FJR 2022

Verschil

KTV EU-afdrachten

0

‒ 659

‒ 659

KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

2.575

‒ 3.756

‒ 6.331

KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

540

2.349

1.809

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding

0

455

455

KTV OV-studentenkaart

‒ 1.050

‒ 90

960

KTV Veilingopbrengsten

284

292

8

KTV Gasbaten

0

7.330

7.330

KTV Publiek private samenwerking

‒ 30

‒ 172

‒ 142

KTV Defensie

0

‒ 54

‒ 54

KTV prestatiebeurzen

 

‒ 60

‒ 60

KTV toeslagen

 

127

127

KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden

0

0

0

Overige kas-transverschillen (aansluiting bij CBS)

0

3.530

3.530

Mutatie begrotingsreserves

116

1.137

1.021

Saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

458

458

    

Totaal Rijk

2.435

10.887

8.452

Totaal Sociale fondsen

502

250

‒ 252

Totaal Rijk en sociale fondsen

2.937

11.137

8.200

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

Tabel 5.5 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro, - is tekort)
 

MN2022

FJR 2022

Verschil

EMU-saldo Rijk

‒ 24.324

‒ 12.393

11.932

EMU-saldo sociale fondsen

5.473

11.366

5.893

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 2.425

1.114

3.539

EMU-saldo collectieve sector

‒ 21.276

88

21.364

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,4%

0,0%

2,4%

Tabel 5.6 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN2022

FJR 2022

Verschil

Belastingontvangsten

222.795

232.165

9.370

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 245.715

‒ 246.958

‒ 1.244

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

35.168

27.873

‒ 7.294

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 39.007

‒ 36.359

2.649

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

2.435

10.887

8.452

EMU-saldo Rijk (centrale overheid)

‒ 24.324

‒ 12.393

11.932

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.

Tabel 5.7 Financieringssaldo Rijksoverheid (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2022

FJR 2022

Verschil

Belastinginkomsten (kasbasis)

223.125

225.140

2.015

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 245.715

‒ 246.958

‒ 1.244

Af: kas-transverschil rentelasten

‒ 860

‒ 955

‒ 95

Mutatie begrotingsreserves

116

1.137

1.021

    

Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening

0

‒ 269

‒ 269

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 23.334

‒ 21.905

1.429

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2022, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2022 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

Tabel 5.8 Opbouw EMU-schuld collectieve sector (in miljoenen euro, - is overschot)
 

MN 2022

FJR 2022

Verschil

EMU-schuld begin jaar

490.869

449.026

‒ 41.843

Financieringssaldo Rijksoverheid

23.334

21.905

‒ 1.429

EMU-saldo decentrale overheden

2.425

‒ 1.114

‒ 3.539

EMU-saldo rest centrale overheid

0

0

0

Schatkistbankieren decentrale overheden

0

0

0

Overig

0

10.248

10.248

EMU-schuld einde jaar

516.628

480.065

‒ 36.563

EMU-schuldquote (in procenten bbp)

57,7%

51,0%

‒ 6,7%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.

Tabel 5.9 Opbouw EMU-schuldquote (in procenten bbp)
 

MN 2022

FJR 2022

Verschil

EMU-schuldquote begin jaar

57,8

52,2

‒ 5,6

Noemereffect bbp

‒ 2,9

‒ 4,5

‒ 1,6

Financieringssaldo Rijksoverheid

2,6

2,3

‒ 0,3

EMU-saldo decentrale overheden

0,3

‒ 0,1

‒ 0,4

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0

0,0

0,0

Schatkistbankieren decentrale overheden

0,0

0,0

0,0

Overig

0,0

1,1

1,1

EMU-schuldquote einde jaar

57,7

51,0

‒ 6,7

De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.

Tabel 5.10 Historisch overzicht EMU-saldo (in miljarden euro, - is tekort)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

EMU-saldo

‒ 19,5

‒ 15,1

‒ 13,4

0,9

10,1

11,6

14,6

‒ 29,6

‒ 22,3

0,0

bbp

660

672

690

708

738

774

813

797

855

941

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 3,0%

‒ 2,3%

‒ 1,9%

0,1%

1,4%

1,5%

1,8%

‒ 3,7%

‒ 2,4%

0,0%

Tabel 5.11 Historisch overzicht EMU-schuld (in miljarden euro, - is tekort)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

EMU-schuld

447

456

446

438

420

406

395

435

449

480

bbp

660

672

690

708

738

774

813

797

855

941

EMU-schuld (in procenten bbp)

67,7%

67,9%

64,6%

61,9%

57,0%

52,4%

48,5%

54,7%

52,5%

51,0%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, - is tekort)
 

FJR 2022

Bron

Totaal kasuitgaven begrotingen

328,7

Tabel 1.2

Rentelasten

4,5

Tabel 1.4

Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten

333,2

 
   

Af: uitgaven aflossing vaste schuld

30,8

H9A artikel 11

Af: uitgaven aflossing vlottende schuld

0,0

H9A artikel 11

Af: uitgaven (dis)agio bij inkoop schuld (U/O IXA 0.1.22.1)

0,0

0

Af: uitgaven (dis)agio bij inkoop schuld (U/O IXA 0.1.22.1)

13,4

Tabel 4.2

Totaal uitgaven begrotingen

288,9

Tabel 4.2

   

Af: niet-belastingontvangsten begrotingen

42,0

Tabel 4.3

Totaal netto-uitgaven begrotingen

247,0

Tabel 4.4

   

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

143,5

 

w.v. Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktrelaties

64,1

Tabel 4.6

w.v. Zorg

79,5

Tabel 4.7

   

Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies)

390,5

Tabel 5.1

w.v. Netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

357,1

Tabel 5.1

w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

33,4

Tabel 4.8

   

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

27,9

Tabel 5.2

Bij: kas-transverschillen en overige posten

‒ 11,1

Tabel 5.2

   

Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo

351,5

Tabel 5.1

Tabel 5.13 Aansluiting ontvangsten Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, - is tekort)
 

FJR 2022

Bron

Totaal kasontvangsten begrotingen

346,7

Tabel 1.3

Rentebaten

0,7

Tabel 1.5

Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten

347,3

 
   

Af: uitgifte vaste schuld

44,1

H9A artikel 11

Af: uitgifte vlottende schuld

22,7

H9A artikel 11

Af: consolidatie

13,4

Tabel 4.3

Af: niet-belastingontvangsten

42,0

Tabel 4.3

   

Totaal belastingen op kasbasis

225,1

Tabel 3.2

   

Premie-inkomsten op kasbasis

117,3

 

w.v. volksverzekeringen

41,6

Tabel 3.2

w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis)

75,7

Tabel 3.2

   

Totale inkomsten op kasbasis

342,4

 
   

Kas-transverschillen inkomsten

8,0

 

w.v. kas-transverschillen belastingen

7,0

Tabel 3.2

w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen

1,0

Tabel 3.2

   

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

350,5

Tabel 6.1

6 FISCALE REGELINGEN

Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.

In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2022 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2023 bekend en worden opgenomen in Miljoenennota 2024. Voor de overige fiscale regelingen zal in Miljoenennota 2024 een geactualiseerde raming voor 2022 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.

De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.

6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting

Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2022 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.

Tabel 6.1 Gegevens afdrachtverminderingen over 2022 (stand april 2023 in miljoenen euro)

Afdrachtvermindering

Raming 2022 (MN 2023)

Voorlopige realisatie 2022

Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

1.336

1.295

Zeevaart

106

110

Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk voor het jaar 2022 bedroeg 1.336 miljoen euro (exclusief 5 miljoen euro voor zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is 1295 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 41 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2024 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2022 wordt in juli 2023 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2023. De daadwerkelijke realisatie kan daardoor nog enkele miljoenen afwijken en wordt met Prinsjesdag openbaar gemaakt.

De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. De voorlopige realisatie voor 2022 is vrijwel gelijk aan de raming in Miljoenennota 2023. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.

6.2 Investeringsfaciliteiten

Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2022 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.

Tabel 6.2 Gegevens investeringsfaciliteiten over 2022 (stand april 2023 in miljoenen euro)

Regeling

Budget 2022 (MN 2023)

Voorlopige realisatie 2022

Energie-investeringsaftrek (EIA)

249

301

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

194

206

Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)

25

23

De budgetclaim van de EIA bedraagt volgens voorlopige realisatiecijfers 301 miljoen euro. De overschrijding van het budget ontstaat gedeeltelijk door enkele grote investeringen en verder door een stijging in de kosten voor energie-investeringen.

Per 2022 bedraagt het MIA-budget 194 miljoen euro en het Vamil-budget 25 miljoen euro. Het verwachte budgetbeslag voor de MIA bedraagt volgens voorlopige realisatiecijfers 206 miljoen euro, voor de Vamil 23 miljoen euro.

Achtergrond

Op basis van de Vamil mag willekeurig worden afgeschreven op aangewezen milieu-investeringen. Deze regeling leidt in principe, evenals de andere regelingen voor vervroegde afschrijving, tot een liquiditeits- en rentevoordeel voor de belastingplichtige. Het budgettaire belang wordt berekend met de netto contante waarde-methode gebaseerd op het gemelde investeringsbedrag.

Het budgettaire belang van de EIA en MIA wordt gebaseerd op gemelde investeringsbedragen, in principe volgens de volgende formule: budgettair belang = (investeringsbedrag -/- correctiepercentage) * aftrekpercentage faciliteit * gemiddeld marginaal belastingtarief.

7 BELEIDSMATIGE MUTATIES NA NAJAARSNOTA

Om het budgetrecht van het parlement te borgen, worden beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota leiden tot een overschrijding van het budget op artikelniveau aan de beide Kamers gemeld. In deze bijlage is een overzicht opgenomen van deze beleidsmatige mutaties. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 2 miljoen euro. De specifieke verantwoording over de mutaties is opgenomen in de Kamerstukken van de departementen. Voor de volledigheid wordt vermeld in welk Kamerstuk de betreffende mutatie aan de Tweede Kamer is gemeld. Ook wordt weergegeven of het een uitgavenverplichting (U) of een verplichtingenmutatie (V) betreft.

Tabel 7 Beleidsmatige mutaties na najaarsnota

Begrotingshoofdstuk

Artikel

Omschrijving

Bedrag (mln.)

Kamerstuk

U

V

7. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Correctieboeking STEP

8,5

TK 36200-VII-141

 

X

7. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

I-functie Rijk

2,2

TK 36200-VII-141

X

X

7. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

6,6

TK 36200-VII-141

X

X

7. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Diverse bijdragen

10,1

TK 36200-VII-141

X

X

8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Ophoging verplichtingenbudget CA-maatregelen

45,0

TK 36200-VIII-179

 

X

8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

15. Media

Verplichtingen regionale omroepen

4,7

TK 36200-VIII-179

 

X

8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

16. Onderzoek en wetenschappen

Verplichtingenbudget NWO en KB

23,9

TK 36200-VIII-179

 

X

9b. Financiën

6. Btw-Compensatiefonds

Overboekingen Btw-Compensatiefonds

54,8

TK 36200-IX-14

X

X

9b. Financiën

8. Apparaat kerndepartement

Ophoging verplichtingenbudget 2022

30,0

TK 36200-IX-14

 

X

9b. Financiën

9. Douane

Ophogen verplichtingenbudget externe inhuur

8,0

TK 36200-IX-14

 

X

10. Defensie

1. Inzet

Materieel voor Oekraïne

140,0

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

1. Inzet

Verstrekkingen aan Oekraïne

25,6

TK 36200-X-59

X

X

10. Defensie

7. Defensie Materieel Organisatie

Onvoorziene verplichtingen voor DMO

20,0

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

7. Defensie Materieel Organisatie

Onvoorziene betaling voor DMO

7,5

TK 36200-X-59

X

X

10. Defensie

7. Defensie Materieel Organisatie

Hogere salarisbetaling DMO

14,0

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

7. Defensie Materieel Organisatie

Inhuur ICT-personeel

31,5

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

9. Algemeen

Hogere verplichtingen personeelstransitie

4,5

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

9. Algemeen

Hogere bijdrage NAVO

2,5

TK 36200-X-59

X

X

10. Defensie

10. Apparaat kerndepartement

Inhuur personeel

7,0

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

10. Apparaat kerndepartement

Hogere exploitatieuitgaven

3,0

TK 36200-X-59

 

X

10. Defensie

10. Apparaat kerndepartement

Hogere pensioenuitgaven

25,0

TK 36200-X-59

X

X

10. Defensie

10. Apparaat kerndepartement

Hogere exploitatieuitgaven

5,0

TK 36200-X-59

 

X

12. Infrastructuur en Waterstaat

25. Brede doeluitkering

Brede doeluitkering 2023

13,7

TK 36250-XII-4

 

X

16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1. Volksgezondheid

Verplichtingenbudget volksgezondheid

337,9

TK 36200-XVI-192

 

X

16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport

6. Sport en bewegen

Verplichtingenbudget sport en bewegen

38,1

TK 36200-XVI-192

 

X

66. Defensiematerieelfonds

1. Defensiebreed materieel

Bijstellen valuta verschillen US Dollars Defensie

43,3

TK 36200-K-6

X

X

66. Defensiematerieelfonds

2. Maritiem materieel

Duurder onderhoud schepen

35,0

TK 36200-K-6

X

 

66. Defensiematerieelfonds

2. Maritiem materieel

Hogere verplichtingen voor onderhoud schepen

12,0

TK 36200-K-6

 

X

66. Defensiematerieelfonds

3. Land materieel

Hogere uitgaven voor land wapensystemen

58,0

TK 36200-K-6

X

 

66. Defensiematerieelfonds

3. Land materieel

Technische overboeking van OEK middelen van HGIS naar niet-HGIS

5,1

TK 36200-K-6

X

X

66. Defensiematerieelfonds

3. Land materieel

Hogere onderhoudsuitgaven landmaterieel

25,0

TK 36200-K-6

X

X

66. Defensiematerieelfonds

6. IT

Hogere uitgaven investeringen IT

20,0

TK 36200-K-6

X

 

66. Defensiematerieelfonds

6. IT

Hogere verplichtingen investeringen IT

24,5

TK 36200-K-6

 

X

66. Defensiematerieelfonds

6. IT

Ultra High Frequency

30,0

TK 36200-K-6

X

X

66. Defensiematerieelfonds

6. IT

Hogere verplichtingen instandhouding IT

45,5

TK 36200-K-6

X

X

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Correctieboeking STEP

Na de tweede suppletoire begroting 2022 is per abuis een negatieve verplichtingenstand ontstaan op de regeling STEP (8,5 miljoen euro). Deze negatieve verplichtingenstand is bij Slotwet 2022 gecorrigeerd.

I-functie Rijk (bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

Bij Slotwet 2022 heeft binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaatsgevonden om uitgaven voor I-functie Rijk op het juiste instrument binnen de begroting te kunnen verantwoorden (2,2 miljoen euro).

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening (bijdrage aan agentschappen)

Bij Slotwet 2022 heeft binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaatsgevonden om uitgaven voor de doorontwikkeling van de Rijksbrede ICT-voorzieningen op het juiste instrument binnen de begroting te kunnen verantwoorden (6,6 miljoen euro).

Diverse bijdragen (bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT’s)

Bij Slotwet 2022 heeft binnen artikelonderdeel 7.1 een reallocatie plaatsgevonden om bijdragen aan het UBR, Nationaal Archief, Dienst Publiek en Communicatie, Stichting ICTU en De Nederlandse Bank in het kader van informatiehuishouding op het juiste instrument binnen de begroting te kunnen verantwoorden (circa 10,1 miljoen euro).

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ophoging verplichtingenbudget CA-maatregelen

Het verplichtingenbudget op Artikel 4 is met 45,0 miljoen euro verhoogd. De verplichtingenraming wordt aangepast omdat de Coalititeakkoord-maatregelen voor de jaren 2023 t/m 2027 in 2022 al meerjarig zijn verplicht.

Verplichtingen regionale omroepen

Jaarlijks wordt, in november, het budget voor de media instellingen vastgesteld en aan de Tweede Kamer gemeld via de mediabegrotingsbrief. De verplichtingen worden op basis van de mediabegrotingsbrief in de administratie opgevoerd. De huidige ruimte in de verplichtingen is op basis van het vastgesteld budget 2022 en zonder toevoeging van de WAU middelen 2023 welke voor 2023 ook in 2022 zijn verplicht. De verplichtingen dienen derhalve verhoogd te worden met 4,722 miljoen euro. Deze mutatie is middels de veegbrief al aangekondigd.

Verplichtingenbudget NWO en KB

Het verplichtingenbudget van Artikel 16 (Onderzoek- en wetenschapsbeleid) is met 23,9 miljoen euro verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Bibliotheek (KB) van 2022 dat niet toereikend genoeg bleek om de verplichting van de bekostiging in 2023 en de aanvullende bekostiging in 2022 aan te gaan. Hier is een ophoging van 22,6 miljoen euro voor de NWO en 1,3 miljoen voor de KB voor nodig.

Financiën

Overboekingen Btw-Compensatiefonds

Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt een bedrag toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel wordt door de betreffende ministeries overgeheveld naar het Btw-compensatiefonds (BCF). Gemeenten en provincies kunnen de betaalde btw vervolgens terugvragen uit het BCF. Na de tweede suppletoire begroting 2022 is nog bijna 55 miljoen euro overgeheveld naar het BCF. Het betreft overhevelingen van de ministeries Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en Klimaat, en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze overhevelingen zijn reeds gemeld in de Veegbrief.

Ophoging verplichtingenbudget 2022

Het verplichtingenbudget 2022 op artikel 8 (Apparaat Kerndepartement) is opgehoogd met 30 miljoen euro. Dit hangt samen met de afgesloten meerjarige contracten voor categoriemanagement voor onder andere vakliteratuur die in 2022 zijn ingegaan. Categoriemanagement is per 2021 overgeheveld van de Belastingdienst naar het Kerndepartement, op artikel 8. De meerjarige verplichtingen passen niet binnen het verplichtingenbudget dat voor artikel 8 gelijk is gesteld aan het kasbudget voor 2022. Dit komt omdat contracten meerjarig worden afgesloten en dus de bijbehorende verplichtingen vastgelegd. Dit bedrag is hoger uitgevallen dan geraamd. Deze ophoging is gemeld in de Veegbrief.

Ophogen verplichtingenbudget externe inhuur

De externe inhuur van personeel is hoger dan bij 2de suppletoire begroting verwacht, hoofdzakelijk bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Om de continuïteit van de uitvoering te waarborgen dienen de inhuurcontracten tijdig voor 2023 te worden verlengd. Hiervoor is circa 8 miljoen euro aan additioneel verplichtingenbudget in 2022 nodig. Deze ophoging is gemeld in de Veegbrief.

Defensie

Materieel voor Oekraïne

Dit betreft 140 miljoen euro meer verplichtingen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Deze verplichtingen worden aangegaan voor de commerciële verwerving en directe aanschaf van materieel bestemd voor Oekraïne.

Verstrekkingen aan Oekraïne

Defensie ontvangt compensatie voor diverse verstrekkingen van materieel aan Oekraïne.

Onvoorziene verplichtingen voor DMO

Dit betreft verplichtingen voor een onvoorzien 11 miljoen euro voor Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten (ABDO). Het gaat om kosten die zijn gemaakt door leveranciers om samen te werken met Defensie met handhaving van het beveiligingsbeleid van Defensie. Verder betreft dit een verplichting voor een onvoorziene brandstoflevering van 9 miljoen euro van het Central Europe Pipeline System.

Onvoorziene betaling voor DMO

Dit betreft een onvoorziene betaling voor de NATO Support and Procurement Organisation voor het Multi Role Tanker Transport.

Hogere salarisbetaling DMO

Dit betreft het gevolg van het arbeidsvoorwaardenakkoord voor de salarisbetaling van december bij DMO, die kan leiden tot een overschrijding van de raming in de tweede suppletoire begroting.

Inhuur ICT-personeel

De krappe arbeidsmarkt voor ICT-personeel heeft ertoe geleid dat er meerjarige overeenkomsten zijn gesloten voor tijdelijke inhuur van ICT-personeel. Ook bestaande inhuurcontracten zijn in dit kader verlengd.

Hogere verplichtingen personeelstransitie

Voor de human resource-transitie zijn meer verplichtingen aangegaan dan geraamd.

Hogere bijdrage NAVO

Dit betreft een hogere bijdrage aan de exploitatiebegroting van de NAVO dan geraamd.

Inhuur personeel

Dit betreft hogere verplichtingen dan geraamd voor de inhuur van beleidsadviseurs en interimmanagers.

Hogere exploitatieuitgaven

Dit betreft onverwachte hogere verplichtingen dan geraamd voor de personele exploitatie.

Hogere pensioenuitgaven

Dit betreft onverwachte hoge uitgaven van het arbeidsvoorwaardenakkoord voor de pensioenen en uitkering.

Hogere exploitatieuitgaven

Dit betreft onverwachte hogere verplichtingen dan geraamd voor de materiële exploitatie.

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering (BDU) 2023

Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2023 wordt eind 2022 afgegeven aan de twee vervoersregio’s.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Verplichtingenbudget volksgezondheid

Op dit artikel is om diverse redenen verplichtingenruimte naar voren gehaald (van 2023 naar 2022). Bijvoorbeeld 38,5 miljoen euro voor de goedkeuring van het jaarplan NVWA 2023, 22,3 miljoen euro voor het aangaan van verplichtingen in 2023 voor de specifieke uitkeringen Aanvullende Seksuele Gezondheid (ASG) en PrEP, en 94,7 miljoen euro in verband met het in 2022 vastleggen van de opdracht aan het RIVM voor de uitvoering van COVID-programma’s. Daarnaast is het verplichtingenbudget met 178 miljoen euro opgehoogd voor een technische correctie waarbij de verplichtingenruimte gelijk wordt getrokken met het beschikbare kasbudget.

Verplichtingenbudget sport en bewegen

Op dit artikel is de verplichtingenruimte verhoogd met 38 miljoen euro. Deze mutatie betreft het naar voren halen van verplichtingruimte en is noodzakelijk om een meerjarige projectsubsidie (2 miljoen euro), een instellingsubsidie (27 miljoen euro) en enkele meerjarige opdrachten (9 miljoen euro) in 2022 vast te kunnen leggen voor het Nationaal Sportakkoord. De kaseffecten vallen in de jaren 2023 en 2024.

Defensiematerieelfonds

Bijstellen valuta verschillen US Dollars Defensie

De uitgaven zijn hoger dan werd geraamd als gevolg van een hogere koers van de Amerikaanse dollar dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting.

Duurder onderhoud schepen

Het onderhoud aan Zr.Ms. Schepen is duurder dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Hogere verplichtingen voor onderhoud schepen

Voor het onderhoud aan Zr.Ms. schepen is meer verplicht dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd als gevolg van hogere prijzen.

Hogere uitgaven voor land wapensystemen

Voor het infanteriegevechtsvoertuig CV90 is achterstallige BTW en een extra termijnbetaling betaald. Ook voor de Verlenging Levensduur Patriot en enkele kleinere wapensystemen zijn extra bedragen betaald.

Technische overboeking van OEK middelen van HGIS naar niet-HGIS

Dit betreft een technische overboeking van middelen voor militaire goederen aan Oekraïne van HGIS naar niet-HGIS binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Hogere onderhoudsuitgaven landmaterieel

De uitgaven voor de instandhouding zijn hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is veroorzaakt door de versnelde realisatie van het onderhoud aan het infanteriegevechtsvoertuig CV90 en hogere uitgaven voor werkplaatsinrichting en artikelen voor de bedrijfshulpverlening.

Hogere uitgaven investeringen IT

De uitgaven voor informatietechnologie vallen hoger uit dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd als gevolg van de voorspoedige realisatie van de bouw van de datacenters bij GrIT en meer bestellingen in 2022 werden geleverd dan voorzien ten tijde.

Hogere verplichtingen investeringen IT

De verplichtingen voor informatietechnologie vallen hoger uit dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd als gevolg van de voorspoedige realisatie van de bouw van de datacenters bij GrIT en meer bestellingen in 2022 werden geleverd dan voorzien ten tijde.

Ultra High Frequency

Dit betreft budget wat na Najaarsnota is toegewezen aan het project Ultra High Frequency Plafond 1.

Hogere verplichtingen instandhouding IT

De verplichtingen voor de instandhouding van de informatietechnologie vallen hoger uit dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd

8 RISICOREGELINGEN VAN HET RIJK 2022

In tabellen 8.1 t/m 8.5 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk weergegeven. Voor details over onderstaande garantieregelingen en achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.

Garanties

Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.

Onderstaande tabel 8.1 en 8.2 bevatten de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico groter dan 100 miljoen euro zijn weergegeven. Alle regelingen met een uitstaand risico, een risicoplafond en mutaties kleiner dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post «Overig». Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2022. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen omdat die buiten de reikwijdte van het jaarverslag 2022 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2024.

In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b), het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat voor de jaren 2021 en 2022 het bedrag dat daadwerkelijk als risico is verleend dan wel door de Tweede Kamer is geautoriseerd, genaamd de «uitstaande garanties». Onder de uitstaande garanties vallen ook de garanties die in eerdere jaren zijn verstrekt. In 2022 zijn er garanties verleend, maar zijn er ook garanties komen te vervallen. Dit is terug te lezen in de kolommen «verleende garanties» en «vervallen garanties».

Een garantieregeling van het Rijk kent (in principe) altijd een maximum, het zogenoemde garantieplafond. Dit plafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 en 8.2 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Bij regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.

Naast de reguliere garanties (tabel 8.1) heeft het kabinet een aantal tijdelijke garanties verleend ter bestrijding van de coronacrisis. Het uitstaande risico van deze risicoregelingen worden getoond in tabel 8.2. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangen van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld. De coronagerelateerde garanties bedragen in 2022 circa 48 miljard euro, waarvan circa 44,5 miljard euro bestaat uit de internationale garantie Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE) en Next Generation EU (NGEU). Ten opzichte van 2021 is het totaalbedrag aan coronagerelateerde garantieregelingen toegenomen met bijna 9,7 miljard euro. Deze stijging is echter volledig toe te wijzen aan SURE en NGEU. De overige uitstaande coronagerelateerde garantieregelingen zijn voor een groot deel komen te vervallen. Het is de verwachting dat deze steunmaatregelen de komende jaren verder afgebouwd worden. Verder zijn er een aantal garanties afgegeven om steun te bieden in het licht van de hoge energieprijzen. Daarnaast heeft het kabinet ook steun verleend aan Oekraïne door middel van aanvullende (internationale) garanties aan onder andere het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank.

Uit tabel 8.2 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2022 218 miljard euro bedraagt, waarvan 170,2 miljard euro aan reguliere garanties. In 2021 was dit bedrag 211,7 miljard euro, waarvan 173,5 miljard euro reguliere garanties betrof. De daling in reguliere garanties is voornamelijk toe te wijzen aan de vervallen garanties op het gebied van Exportkredietverzekeringen.

Tabel 8.1 Garantieregelingen van het Rijk (in miljoenen euro)

b

a

omschrijving

Uitstaande garanties

Verleende garanties

Vervallen garanties

Uitstaande garanties

Garantie-plafond

Totaalplafond

   

2021

2022

2022

2022

2022

 

V

3

Raad van Europa

176,7

176,7

VIII

7

Bouwleningen academische ziekenhuizen

125,8

12,7

113,1

176,6

VIII

14

Indemniteitsregeling

246,3

562,7

557,3

251,7

300,0

VIII

14

Achterborgovereenkomst NRF

379,9

44,5

77,4

347,0

380,0

IXB

2

Single Resolution Fund

4.163,5

4.163,5

4.163,5

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

9.768,9

931,1

1.500,0

9.200,0

9.200,0

IXB

3

Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)

5.507,0

5.507,0

5.507,0

IXB

3

Garantie Gasunie

200,0

200,0

IXB

4

DNB - deelneming in kapitaal IMF

30.459,2

306,8

30.766,0

30.766,0

IXB

4

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

589,1

589,1

589,1

IXB

4

European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)

2.767,4

67,5

2.699,9

2.699,9

IXB

4

European Financial Stability Facility (EFSF)

34.154,2

34.154,2

34.154,2

IXB

4

European Investment Bank (EIB)

11.796,0

11.796,0

11.796,0

IXB

4

European Stability Mechanism (ESM)

35.363,7

35.363,7

35.363,7

IXB

4

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

3.776,0

3.776,0

3.776,0

IXB

4

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

728,4

45,1

773,5

773,5

IXB

4

Wereldbank

5.038,8

411,8

5.450,6

5.450,6

IXB

5

Exportkredietverzekering

21.854,4

4.477,9

7.477,3

18.855,1

10.000,0

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

337,8

0,8

83,8

254,8

1.500,0

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten Groen (BMKB-G)

100,0

XIII

2

Microkredieten

130,0

130,0

130,0

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

1.594,3

326,2

493,5

1.427,0

765,0

XIII

2

MKB-financiering

228,2

147,9

80,3

268,2

XIV

21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

317,1

25,4

51,5

291,0

78,2

XVI

2&3

Instellingen voor de gezondheidszorg

165,5

2,3

29,8

138,0

138,0

XIV

22

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

284,9

10,0

30,2

264,7

264,7

XVII

1

Garantie Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)

15,9

8,0

7,7

16,3

140,0

XVII

1

Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)

142,9

25,0

72,9

95,0

675,0

XVII

5

Garanties Regionale Ontwikkelingsbanken

3.074,3

256,2

10,2

3.320,3

3.320,3

  

Overig

360,0

31,7

23,1

368,6

139,9

349,2

  

Subtotaal reguliere garanties

173.546

7.665

10.843

170.192

12.583

150.558

Tabel 8.2 Coronagerelateerde garantieregelingen van het Rijk (in miljoenen euro)

b

a

omschrijving

Uitstaande garanties

Verleende garanties

Vervallen garanties

Uitstaande garanties

Garantie-plafond

Totaalplafond

   

2021

2022

2022

2022

2022

 

IXB

3

Garantie KLM

2.160,0

598,5

1.561,5

1.561,5

IXB

4

EIB - pan Europees Garantiefonds

1.301,3

0,3

1.301,0

1.301,0

IXB

4

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

6.133,7

126,1

96,9

6.162,8

6.162,8

IXB

4

Next Generation EU (NGEU)

27.655,2

10.727,4

38.382,6

38.382,6

IXB

5

Herverzekering leverancierskredieten

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten Corona (BMKB-C)

322,5

1,1

132,6

191,0

735,0

XIII

2

Klein Krediet Corona

55,8

0,2

14,7

41,2

250,0

XIII

2

Groeifaciliteit

72,4

5,4

21,7

56,1

85,0

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering Corona (GO-C)

392,9

215,8

177,2

2.100,0

XIV

21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*

46,5

0,1

36,8

9,8

180,0

XVI

1

Garantie vaccinontwikkeling

0,2

0,2

XVI

1

Garantie testmaterialen

74,8

74,8

XVI

1

Garantie Bestuurlijke aansprakelijkheid Stichting Open Nederland

2,5

2,5

2,5

XVI

1

Garantie hoog volume laboratoria

6,3

6,3

XVI

2

Garantie Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA)

4,0

4,0

Subtotaal coronagerelateerde garanties

38.228

10.860

1.203

47.886

85

50.675

Subtotaal reguliere garanties

173.546

7.665

10.843

170.192

12.583

150.558

Totaal

211.774

18.526

12.045

218.078

12.668

201.234

Tabel 8.3 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2021 en 2022. Alleen garanties waarbij de daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.

Tabel 8.3 Uitgaven en ontvangsten op de door het Rijk verstrekte garanties (in duizenden euro)
 

Uitgaven

Ontvangsten

Uitgaven

Ontvangsten

b

a

omschrijving

2021

2021

2022

2022

Coronagerelateerde garanties

   

IXB

3

Garantie Gasunie

0

0

0

2.028

IXB

3

Garantie KLM

0

12.000

0

23.217

IXB

4

EIB - pan Europees Garantiefonds

53

0

338

0

IXB

5

Herverzekering leverancierskredieten

35.311

135.259

3.604

3.308

XIII

2

BMKB-Corona

1.332

1.175

1.016

340

XIII

2

GO-Corona

0

14.721

0

9.059

XIII

2

Groeifaciliteit

15

1.753

3.092

2.053

XIII

2

Klein Krediet Corona

522

461

1.428

80

XIV

21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)*

0

136

0

3

Subtotaal coronagerelateerde garanties

37.233

165.505

9.478

40.088

Reguliere garanties

   

VI

33

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

2.196

0

1.288

0

IXB

1

Garantie procesrisico's

68

0

179

0

IXB

2

Terrorismeschades (NHT)

0

625

0

625

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

0

516

0

625

IXB

5

Exportkrediet verzekering

208.978

122.928

68.970

231.706

XIII

2

GO

4.641

7.524

11.115

6.979

XIII

2

BMKB

22.494

21.941

11.217

22.344

XIII

2

MKB-financiering

0

355

0

468

XIII

2

Microkredieten

0

433

0

445

XIII

4

Aardwarmte

0

557

0

0

XIV

21

Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O)

0

1.400

0

15

XIV

21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

1.103

5.293

1.489

1.156

XIV

21

Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)

0

29

0

7

XIV

22

Klimaatfonds groenfonds garantie

0

324

0

349

XVII

1

Garantie FOM

0

80

1.618

0

XVII

1

Garantie DTIF

5.099

3.134

7.238

6.149

XVII

1

Garantie DRIVE

0

0

0

5.868

XVII

1

Garantie DGGF

5.301

3.751

10.729

5.746

XVII

5

Garanties IS-NIO

3.254

0

0

5.990

Subtotaal reguliere garanties

253.134

168.890

113.843

288.472

Totaal

  

290.367

334.395

123.321

328.560

Achterborgstellingen

Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.4.

Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.4) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabellen 8.1 en 8.2), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties ter hoogte van 2.2 miljard euro. Op het gecommitteerd obligo doet het WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen het Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.

De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door de WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3 procent van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van de WFZ na te komen, dan kan de WFZ een beroep doen op het Rijk.

Bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal. Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het WEW voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50 procent gedekt door gemeenten en voor 50 procent door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie gelijkelijk met gemeenten gedeeld.

Tabel 8.4 Achterborgstellingen door het Rijk (in miljoenen euro)
 

Geborgd vermogen

Geborgd vermogen

Buffer kapitaal

Obligo

 

2021

2022

2022

2022

Stichting Waarborgfonds Zorg

6.193

6.147

309

184

Waarborgfonds Sociale Woningbouw

83.021

85.003

485

2.209

Waarborgfonds Eigen Woningen

196.328

193.217

1.634

n.v.t.

Totaal Achterborgstellingen

285.542

284.367

2.428

2.393

Leningen

We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten (niet-belastingontvangsten die geraamd zijn). Die derving belast het uitgavenplafond. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk. Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.5. De lening met betrekking tot Steun KLM is in 2022 volledig afgelost, waardoor het uitstaande risico op nul staat.

Tabel 8.5 Door het Rijk verstrekte leningen (in duizenden euro)

b

Omschrijving

Uitstaand risico

Looptijd

  

2022

 

Coronagerelateerde leningen

  

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (1e tranche)

173.630

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (2e tranche)

183.203

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (3e tranche)

264.223

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (4e tranche)

36.885

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (5e tranche)

131.122

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (6e tranche)

188.668

2023

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao en Sint-Maarten (7e tranche)

48.288

2023

IV

Liquiditeitssteun loonsubsidie Sint Maarten 2020

10.000

2023

XIII

Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups

239.608

2026

XIII

Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden

169.570

2028

IXB

Steun KLM

0

2025

XII

Hypothecaire Lening WinAir

2.907

2023

Subtotaal coronagerelateerde leningen

1.448.104

 

Reguliere leningen

  

IXB

Lening Griekenland

2.712

2040

IXB

Lening Oekraïne

200

2032

XIII

Steun aan IHC (voorheen Royal IHC)

5.000

2050

Subtotaal reguliere leningen

7.912

 

Totaal

1.456.016

 

9 ACCRES GEMEENTEFONDS EN PROVINCIEFONDS

Accres gemeentefonds

Bij Startnota 2022 heeft het kabinet ervoor gekozen om het accres vanaf 2026 vast te zetten op een plus van 1 miljard euro ten opzichte van de stand bij Miljoenennota 2022. Het accres is gesplitst in een volume- en een loon- en prijsdeel. Het volumedeel van het accres staat vast en het loon- en prijsdeel wordt geactualiseerd op een vergelijkbare manier als bij de begrotingen van het Rijk gebruikelijk is. In juni 2022 is het Rijk met de VNG overeengekomen om ook het volumedeel van het accres tot en met 2025 vast te zetten op basis van de stand Voorjaarsnota 2022. Voor het jaar 2022 is er ten opzichte van de stand zoals gepresenteerd in de Voorjaarsnota dus niets gewijzigd.

In de Najaarsnota 2022 heeft het kabinet aangekodigd aan de departementen en de fondsen een extra tranche prijsbijstelling uit te keren gebaseerd op het verschil tussen de overgeboekte prijsbijstelling en de realisatie van de prijsontwikkeling. Deze extra tranche heeft betrekking op 2023 en verder en wordt in de Voorjaarsnota 2023 toegelicht.

Accres provinciefonds

Het kabinet heeft aan de VNG en het IPO het voorstel gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022-2025 vast te zetten. Dit met als doel het accres voor deze jaren stabieler te maken. De VNG heeft met dit voorstel ingestemd en het kabinet een aantal aandachtspunten meegegeven. Het IPO heeft laten weten niet met dit voorstel in te stemmen. Het accres voor het Provinciefonds wordt tot 2025 daarom nog steeds met de normeringssystematiek berekend. De onderstaande tabel toont de definitieve berekening van het accres 2022.

Tabel 9 Accres Provinciefonds

(in miljoenen euro, tenzij anders aangegeven)

Realisatie 2022

Begroting MN 2022

Uitgaven Rijksbegroting

175.791

171.677

Uitgaven Sociale zekerheid

85.949

93.285

Uitgaven Zorg

81.513

81.358

Uitgaven Investeringsplafond

13.821

 

A) Netto uitgaven onder uitgavenplafond

357.075

346.321

   

B) Correcties

‒ 70.211

‒ 60.541

w.v. Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-Compensatiefonds

‒ 42.437

‒ 38.117

w.v. overige Rijksbijdragen aan gemeenten en provincies

‒ 10.224

‒ 10.469

w.v. overboekingen met GF, PF en BCF

1.696

766

w.v. Niet-accresrelevante fondsen onder het plafond

‒ 496

 

w.v. financieringsverschuivingen

‒ 1.068

‒ 1.068

w.v. correcties corona en Oekraine-noodmaatregelen op uitgavenplafond

‒ 11.160

‒ 11.263

w.v. correcties energie-pakket

‒ 6.081

 

w.v. overige correcties

‒ 441

‒ 389

   

C) Accresrelevante uitgaven (aru) = A+B

286.864

285.780

D) Ontwikkeling aru (%) = (Ct - Ct-1)/Ct-1

7,32%

5,04%

   

Provinciefonds

  

H) Grondslag (t-1)

2.529

2.520

I) Accres (= H * D)

185

127

J) accres cumulatief

185

127

Ten opzichte van de ontwerpbegroting bij Miljoenennota 2022 is het accres voor het provinciefonds gestegen met 58 miljoen euro. Dit komt door een stijging van de accresrelevante uitgaven. De componenten van deze berekening worden hieronder toegelicht. Ten opzichte van de laatste bijstelling bij Miljoenennota 2023 is het accres gestegen met 7 miljoen euro.

Presentatie en berekening van de accresontwikkeling

Bij de bepaling van de omvang van accresrelevante uitgaven (aru) vormen de netto uitgaven van het Rijk onder het uitgavenplafond het startpunt. Netto wil zeggen dat de rijksuitgaven worden gesaldeerd met de niet-belastingontvangsten. Op de netto uitgaven onder het uitgavenplafond (A) worden correcties (B) doorgevoerd voor verschillende posten zoals het Provinciefonds zelf. Het saldo (C) geeft de accresrelevante uitgaven (aru) en vormt de basis voor de accresberekening. Het accres (G) is vervolgens het product van de grondslag (E en H) en de aru in procenten (D).

Bepaling accresrelevante uitgaven (aru).

Om de aru te berekenen wordt uitgegaan van de netto rijksuitgaven onder het uitgavenplafond inclusief vier typen standaardcorrecties en een bijzondere correctie voor corona- en Oekraïne-noodmaatregelen:

1. Rijksuitgaven aan gemeenten en provincies

Uitgaven onder het uitgavenplafond die het Rijk overmaakt naar gemeenten en provincies worden uit de aru gecorrigeerd. Deze overdrachten zijn immers bestemd voor de financiering van uitgaven door gemeenten en provincies zelf en maken derhalve geen onderdeel uit van de rijksuitgaven waarop de trap-op-trap-af van toepassing is. Het corrigeren van de overdrachten is ook nodig om een onbedoelde doorwerking van accres op accres in hetzelfde jaar te voorkomen. Rijksuitgaven die op deze wijze gecorrigeerd worden zijn onder andere de algemene, decentralisatie- en integratie-uitkeringen van het Gemeentefonds en Provinciefonds, de uitgaven van het Btw-compensatiefonds, de bijstand en de integratie-uitkering sociaal domein.

2. Niet-accresrelevante rijksuitgaven onder het plafond

In het coalitieakkoord van kabinet Rutte VI is gekozen om de uitvoeringskosten van medeoverheden voor investeringspakketten (klimaat, ontsluiten nieuw­bouwwoningen en stikstof) specifiek te verstrekken. In samenhang hiermee is besloten om de middelen voor het Transitiefonds, het Klimaatfonds, het budget voor ontsluiting van nieuwe woningen in het Mobiliteitsfonds en het Nationaal Groeifonds uit te zonderen van de berekening van de accresrelevante rijksuitgaven.

3. Uitgavenmutaties in de WW als gevolg van conjunctuur

In de begrotingsregels van het kabinet Rutte IV is afgesproken dat gedurende de regeerperiode het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt voor mutaties in de WW-uitgaven als gevolg van de conjunctuur. Het Rijk hoeft zodoende mee- en tegenvallers in de WW-uitgaven als gevolg van conjunctuur niet op te vangen binnen het uitgavenplafond en deze uitgavenmutaties zijn om deze reden ook niet accresrelevant.

4. Financieringsverschuivingen gedurende de kabinetsperiode

Financieringsverschuivingen zijn verschuivingen van geldstromen binnen het Rijk die niet tot meer of minder bestedingsruimte van het Rijk leiden, maar zonder correctie wel effect zouden hebben op het accres. Dit zijn dus schuiven tussen accresrelevante uitgaven en niet-accresrelevante uitgaven. Bij een schuif is per saldo geen sprake van meer of minder uitgaven op rijksniveau, maar is alleen sprake van een andere financieringsbron. Denk bijvoorbeeld aan overhevelingen van departementale begrotingen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds en financieringsverschuivingen tussen de inkomsten- en de uitgavenkant.

5. Corona-noodmaatregelen en Oekraïne-noodmaatregelen

Gegeven de uitzonderlijke situatie als gevolg van zowel het coronavirus als de oorlog in Oekraïne heeft het kabinet besloten de uitgaven hiervoor buiten het reguliere uitgavenplafond te behandelen. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Om boekhoudkundige redenen wordt een aantal van deze uitgaven met plafondcorrecties onder het uitgavenplafond geboekt. Ook hiervoor geldt dat ze niet ten koste gaan van andere uitgaven. Omdat de reguliere systematiek niet geldt voor deze uitgaven leiden ze ook niet tot een effect op het accres.

6. Maatregelen uit het energie-pakket

In september 2022 heeft het kabinet vanwege de gestegen energieprijzen besloten tot een pakket aanvullende maatregelen om de koopkracht van burgers te ondersteunen. Hierbij is aangegeven dat deze maatregelen vanwege hun uitzonderlijke karakter niet meelopen in de normeringssystematiek.

Grondslag

De normeringsystematiek is van toepassing op alle middelen die worden verantwoord onder het Provinciefonds exclusief corona- en Oekraine-noodmaatregelen.

Voor de berekening van het accres in jaar t wordt de grondslag van het voorgaande jaar (t-1) genomen. Het accrespercentage in jaar t betreft immers ook de groei van de aru ten opzichte van het voorgaande jaar (t-1). Als de aru met x% stijgen in jaar t groeit het Provinciefonds via het accres in jaar t ook met x%. Hiermee wordt het principe van trap-op-trap-af gewaarborgd. Dit heeft tot gevolg dat mutaties in de grondslag altijd met een jaar vertraging doorwerken in de normeringsystematiek. Via taakmutaties kunnen departementen geld toevoegen of onttrekken aan een van beide fondsen; dit werkt door als grondslagmutatie. Uitgangspunt is dat bij taakmutaties geen jaren ontstaan zonder indexatie van deze overgehevelde budgetten. Dat betekent dat bij overheveling van of naar het Provinciefonds het verantwoordelijke departement een reeks overhevelt met indexatie over het lopende jaar.

10 COALITIEAKKOORDMIDDELEN OP DE AANVULLENDE POST

Na de Najaarsnota hebben geen budgettaire mutaties meer plaatsgevonden op de coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post. In tabel 10 zijn de nog resterende coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post opgenomen. Wanneer voor een specifieke maatregel minder dan 0,5 miljoen euro resteert is een nul opgenomen.

Tabel 10 Resterende Coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post

in miljoenen euro

2022

2023

2024

2025

2026

2027

       

Totaal Resterend

0

1.576

8.654

9.535

12.873

13.211

       

Sociale Zekerheid

0

23

370

689

704

730

Envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden

 

10

340

346

382

382

Loondoorbetaling bij ziekte

 

2

3

278

280

310

Kinderopvang werkenden (uitvoeringskosten)

 

10

21

59

36

33

Bescherming arbeidsmigranten (cie. Roemer)

  

5

5

5

5

Leven Lang Leren

 

0

1

1

1

 
       

Zorg

0

475

1.415

1.277

1.353

1.089

Eigen bijdrage huishoudelijke hulp

  

10

15

15

15

Envelop pandemische paraatheid (o.a. ic-opschaling, leveringszekerheid)

 

44

164

200

242

238

Valpreventie bij 65-plussers (Zvw)

 

5

    

Volksziektes: Onderzoek en aanpak Alzheimer, obesitas en kanker

  

3

4

  

Standaardisatie gegevensuitwisseling

 

159

399

199

200

200

Meer tijd voor huisartsen

    

36

72

Opleidingsakkoord: gerichte waardering zorgmedewerkers

 

20

50

50

30

 

Passende zorg als norm (enkel bewezen effectieve zorg) in Zvw

 

32

53

75

96

91

Dak- en thuislozen

  

65

65

65

65

Integraal Zorgakkoord

  

264

262

262

 

Juiste zorg op de juiste plek

 

216

408

408

408

408

Valpreventie bij 65-plussers (Wmo)

    

0

 
       

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

0

98

405

514

481

472

Kansengelijkheid

 

32

344

434

440

438

Invoering studiebeurs (afschaffen leenstelsel)

 

60

49

57

19

 

Versterken onderwijskwaliteit (incl. verhogen maatschappelijke diensttijd)

 

0

11

11

10

24

Vervolgopleidingen/onderzoek

 

6

2

11

11

11

       
       
       
       
       

Gemeentefonds en Provinciefonds

0

107

1.392

871

380

311

Schrappen oploop opschalingskorting

 

3

9

5

  

Overige dossiers medeoverheden

 

104

73

81

  

Jeugd conform advies CvW met aanvullende maatregelen

  

1.310

785

380

311

       

Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking

0

0

0

0

0

0

       

Defensie (incl. DMF)

0

275

1.290

1.395

165

165

Defensie intensivering (I)

 

45

1.075

1.080

100

100

Defensie intensivering (R)

 

165

    

Defensie onderhoud

 

65

215

315

65

65

       

Justitie en Veiligheid

0

0

0

0

0

0

       

Infrastructuur en Waterstaat (incl. MF en DF)

0

130

173

226

1.444

1.425

Infra onderhoud mobiliteitfonds

 

2

7

9

973

965

Infra onderhoud deltafonds

 

0

1

2

212

210

Fietsknooppunten en fietsenstallingen

 

0

0

   

Lelylijn

 

16

50

101

252

250

Versterken omgevingsdiensten

 

0

0

0

0

 

Ontsluiting nieuwe woningen

 

6

8

8

6

 

Versterking ILT

 

0

0

0

0

 

Huidige infraprojecten Nationaal Groeifonds naar mobiliteitsfonds

 

5

6

6

2

 

Waterveiligheid (aanpak beekdalen Maas)

 

101

101

101

  

Veiligheid op N-wegen

 

0

0

0

0

 
       

Economische Zaken en Klimaat

0

159

1.433

2.271

4.526

5.389

Uitvoeringskosten klimaat en planbureaus

 

4

6

8

33

28

Klimaat- en transitiefonds

 

155

1.362

2.183

4.368

5.223

Klimaatuitgaven

 

0

65

80

125

138

       

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

0

11

838

838

535

312

Volkshuisvestingsfonds

 

1

1

1

1

0

Regiodeals

  

303

303

  

Woningbouwimpuls

 

0

224

224

224

1

Vereenvoudigen huurtoeslag

 

11

311

311

311

311

       

Financiën

0

49

49

53

51

51

Uitvoeringskosten Belastingdienst

 

39

39

39

37

37

Voorziening laagdrempelige fiscale rechtshulp

 

10

10

14

14

14

       
       
       
       

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

0

183

1.202

1.317

3.144

3.175

Transitiefonds

 

183

1.202

1.303

3.115

3.132

NVWA

   

14

28

43

       

Diversen

0

66

87

83

89

92

Dienstverlening/Wau/ICT

 

66

87

83

89

92

11 VERTICALE TOELICHTING

De Verticale Toelichting toont voor ieder begrotingshoofdstuk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan vanaf Miljoenennota 2022 tot en met Financieel Jaarverslag 2022 voor de uitgaven en de niet-belastingontvangsten. De Verticale Toelichtingen van de begrotingen zijn exclusief mutaties die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. De HGIS-mutaties zijn separaat gepresenteerd en toegelicht in de Verticale Toelichting HGIS. De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen.

De Verticale Toelichting is onderverdeeld in drie posten:

  • 1. Beleidsmatig

  • 2. Technisch

  • 3. Niet-plafondrelevant

De categorie beleidsmatig bevat alle mutaties die onderdeel zijn geweest van de kamerbrieven met beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota.

De categorie technisch bevat alle overboekingen tussen begrotingshoofdstukken, desalderingen, statistische correcties, en mutaties waarvoor het uitgavenplafond wordt aangepast.

De categorie niet-plafondrelevant bevat alle mutaties die niet relevant zijn voor het reguliere uitgavenplafond (zoals leningen).

De Koning

I DE KONING: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

48,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

49,7

  

Technisch

0,3

Mee-/tegenvaller: diversen

0,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

50

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

0,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

1,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

1,9

  

Technisch

0,1

Mee-/tegenvaller: diversen

0,1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1,9

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze mutaties betreffen het toevoegen van de loon- en prijsbijstellings tranche 2022 aan de begroting van De Koning, doorbelasting van mutaties gerelateerd aan de informatiehuishouding van het Kabinet van de Koning, en uitbreiding van redactionele ondersteuning bij de Rijksvoorlichtings dienst.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Tot en met de Miljoennota 2023 hebben geen noemenswaardige mutaties plaatsgevonden op de uitgaven.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Vanaf de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2022 hebben geen noemenswaardige mutaties plaatsgevonden op de uitgaven.

Technische mutaties

Mee-/tegenvaller: diversen

Deze post bestaat uit een tweetal mutaties. Ten eerste is conform de Wet financieel statuut Koninklijk Huis (WFSKH) op basis van de CPI-ontwikkeling het materiele gedeelte van de B-component hoger vastgesteld. Ten tweede viel de realisatie van de doorbelaste uitgaven van het Kabinet van de Koning en de Rijksvoorlichtingsdienst vallen iets lager uit dan de raming in de ontwerpbegroting.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze post betreft één mutatie voor de afrekening van het voorschot voor het Militaire Huis (Defensie) van 2021.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Deze post betreft één mutatie inzake de terugstorting van de uitkering van de Prinses van Oranje, Met ingang van 2022 wordt de uitkering teruggestort in hetzelfde begrotingsjaar

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Vanaf de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2022 hebben geen noemenswaardige mutaties plaatsgevonden op de niet-belastingontvangsten.

Technische mutaties

Mee-/tegenvaller: diversen

Deze post bestaat uit een enkele mutatie. Het betreft de terugstorting van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke troonopvolger welke hoger uitvalt als gevolg van de in de wet WFSKH vastgelegde indexatie.

Staten Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

184,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

29,7

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 0,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

7,7

  

Stand Najaarsnota 2022

220,9

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 5,9

Realisatie: Diversen

‒ 5,9

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

215,0

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

3,9

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

7,8

  

Stand Najaarsnota 2022

11,7

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

0,5

Realisatie: Diversen

0,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

12,1

Uitgaven

Technische mutaties

Realisatie: Diversen

De uitgaven op de begroting van de Staten- Generaal zijn in 2022 lager uitgevallen dan geraamd. De onderschrijding is het gevolg van lagere uitgaven bij de Tweede Kamer. Zo zijn de uitgaven aan drukwerk en het onderzoeksbudget lager dan geraamd.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Realisatie: Diversen

Dit betreft het ontvangsten realisatiecijfer van de begroting van de Staten-Generaal.

Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

152,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

17,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

5,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

3,2

  

Stand Najaarsnota 2022

178,0

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 2,7

Realisatie: Diversen

‒ 2,7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

175,3

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

6,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,4

  

Stand Najaarsnota 2022

6,4

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

0,0

Realisatie: Diversen

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

6,4

Uitgaven

Technische mutaties

Realisatie: Diversen

De uitgaven op de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad zijn in 2022 lager uitgevallen dan geraamd. De onderschrijding heeft voornamelijk betrekking op lagere uitgaven bij de Raad van State en de Kiesraad. Bij de Raad van State wordt dit veroorzaakt door vertraging in de ontvangst van facturen voor ICT-verplichtingen voor softwarecontracten. De lagere uitgaven van de Kiesraad zijn het gevolg van het verlaat instromen van vast en tijdelijk personeel.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Realisatie: Diversen

Dit betreft het ontvangsten realisatiecijfer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Per saldo bedraagt deze realisatie 0 euro.

Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

84,5

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

4,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,5

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 1,7

  

Stand Najaarsnota 2022

87,8

  

Technisch

‒ 4,2

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 4,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

83,6

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

7,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,5

  

Stand Najaarsnota 2022

9,35

  

Technisch

0,1

Mee-/tegenvaller: diversen

0,1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

9,4

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze reeks mutaties betreft het verwerken van een aantal overboekingen met andere begrotingen, een kasschuif voor de tijdelijke verhuizing van het ministerie van AZ, het ontvangen van de loon- en prijsbijstellingstranche 2022 en toevoeging van de eindejaarsmarge aan de begroting van AZ.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Deze reeks mutaties betreft vanuit andere departementen ontvangen middelen vanwege piekbelasting van Rijksoverheid.nl door de coronacrisis.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Deze reeks mutaties betreft onderuitputting op het programmabudget van AZ-Next, het budget van de Rijksvoorlichtingsdienst, en het personeelsbudget van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

Technische mutaties

Mee-/tegenvaller: diversen

Deze post bestaat uit meerdere mutaties. De grootste mutatie bedraagt onderuitputting op de uitgaven voor het ICT project AZ-next en vernieuwing van de Informatiehuishouding door kasvertragingen (1,7 miljoen euro). Daarnaast is er sprake van lagere programma-uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor communicatieprojecten (1 miljoen euro), onderuitputting op personele uitgaven voor de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (0,8 miljoen euro) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (0,5 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze mutaties betreffen een desaldering van het positieve eindresultaat over 2021 bij het agentschap Dienst Publiek en Communicatie (DPC) en doorbelasting van mutaties gerelateerd aan de informatiehuishouding van het Kabinet van de Koning, uitbreiding van redactionele ondersteuning bij de Rijksvoorlichtingsdienst en het toekennen van de loon- en prijsbijstelling.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Tot en met de Miljoennota 2023 hebben geen noemenswaardige mutaties plaatsgevonden op de niet-belastingontvangsten.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Deze mutatie betreft hogere ontvangsten die samenhangen met de doorbelasting van de kosten voor de kabinetsformatie 2021 naar de Tweede Kamer.

Technische mutaties

Mee-/tegenvaller: diversen

Deze post bestaat uit een tweetal mutaties. Deze ontvangsten houden verband met doorbelastingen van de uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) aan Hoofdstuk I De Koning voor wat betreft de uitgaven voor het Koninklijk Huis, en het Kabinet van de Koning (KvdK).

Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

376,3

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

45,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 17,8

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 0,8

  

Stand Najaarsnota 2022

403,4

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 28,1

Wisselkoersreserve

‒ 13,8

Liquiditeitssteun

‒ 21,3

Wederopbouw

‒ 0,6

Diversen

‒ 1,5

Desalderingen

8,9

  

Niet-plafondrelevant

‒ 0,3

Corona

‒ 0,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

375,0

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

34,6

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

4,7

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

19,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

3,2

  

Stand Najaarsnota 2022

61,4

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

42,6

Wisselkoersreserve

4,5

Aflossing CUR girobank

27,3

Diversen

5,0

Corona

1,3

Desalderingen

4,4

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

104,0

Uitgaven

Technische mutaties

Wisselkoersreserve

Dit betreft de totale impact van wisselkoers schommelingen.

Liquiditeitssteun

Er zijn minder liquiditeitsleningen verstrekt dan initieel was begroot. Landen hadden minder steun nodig dan verwacht door de afloop van de COVID pandemie.

Wederopbouw Sint Maarten

Dit betreft niet-bestede middelen voor de stormwaterpompen en Schiphol ten behoeve van de wederopbouw van de luchthaven op Sint Maarten.

Diversen

De post diversen is opgebouwd uit verschillende realisaties op artikel 1, artikel 4 en artikel 6. De grootste realisatiepost heeft te maken met de maandverantwoording en een overschrijding op het verplichtingen budget van SSO CN.

Desalderingen

Dit is een desaldering voor de ontvangsten op artikel 6.

Niet-plafondrelevant

Corona

Voedselhulp was niet meer nodig na het stoppen van de COVID maatregelen. De niet-bestede middelen voor voedselpakketten vanuit de coronasteun vloeien terug naar het generale beeld.

Niet-belastingontvangsten

Realisatie

Wisselkoers

Dit betreft de totale impact van wisselkoers schommelingen.

Aflossing CUR Girobank

De ontvangsten zijn hoger dan geraamd vanwege de extra aflossingen van Curaçao ten behoeve van de lening Girobank.

Diversen

De meerontvangsten ten opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn veroorzaakt door extra ontvangsten uit basisdienstverlening en specifieke dienstverlening bij SSO CN. Daarnaast is bij SSO CN een wisselkoersmeevaller (circa 4,4 miljoen euro) gerealiseerd. Dit wordt toegevoegd aan de wisselkoersreserve.

Corona

Deze post betreft de terugbetaling in 2022 van de te hoog vastgestelde corona subsidie over 2021 van Bonaire International Airport. en enkele terugbetalingen van niet-bestede voedselhulp.

Desalderingen

Dit zijn desalderingen op de wisselkoersreserve van 2022.

Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

9.760,7

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

546,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

160,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

486,6

  

Stand Najaarsnota 2022

10.953,7

  

Beleidsmatige mutaties

0,0

  

Technische mutaties

‒ 581,0

BNI-afdrachten

‒ 309,0

Invoerrechten

‒ 272,0

  
  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

10.372,7

V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

868,7

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

278,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

40,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

118,6

  

Stand Najaarsnota 2022

1.306,5

  
  

Technische mutaties

‒ 71,4

Perceptiekostenvergoeding

‒ 80,0

Overige ontvangsten

8,6

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.235,1

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Bij de Voorjaarsnota 2022 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan, in de vorm van bijstellingen van de bni- en btw-afdrachten, actualisaties van de invoerrechten en een bijstelling op de geraamde uitgaven van het Europese Herstelfonds (RRF). Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Bij de Miljoenennota 2023 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan. Hierbij is de jaarlijkse technische aanpassing van de Europese Commissie verwerkt, zijn de speciale instrumenten en de boete opbrengsten geactualiseerd, is de jaarlijkse Lenteraming van de Europese Commissie verwerkt in het Draft Amending Budget 4 (DAB 4), is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling gedaan en zijn de invoerrechten geactualiseerd. Zie de Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Bij de Najaarsnota 2022 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan. Er is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling in 2022 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers. Deze middelen zijn na aftrek van perceptiekostenvergoeding overgeheveld vanaf de reservering op de aanvullende post naar de BZ-begroting. Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Technische mutaties

BNI-afdrachten

Dit betreft de realisatie van de bni-afdracht. Deze is 309 miljoen euro lager dan geraamd dan bij Najaarsnota. Dit bestaat deels uit de nacalculatie over 2021 (een tegenvaller van ca. 86 miljoen) die geboekt is bij de 1e suppletoire begroting van 2022, maar vanwege een wijziging in de Making Available Regulation vindt deze betaling pas plaats in 2023. Daarnaast is de voornaamste reden voor de lagere afdracht dat de Nederlandse EU-afdrachten geraamd worden op het uitgavenplafond per jaar zoals afgesproken in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en er minder uitgegeven is op EU-niveau dan dit plafond. Naar verwachting worden deze middelen bij de technische aanpassing in juli 2023, cf. afspraken in het MFK, toegevoegd aan de plafonds voor 2023 en 2024. Dit betekent dus dat ceterus paribus de bni-afdracht in 2023 en 2024 zal stijgen. In totaal leidt dit echter niet tot een hogere afdracht van NL aan de EU.

Invoerrechten

De realisatie van de invoerrechten is 272 miljoen euro lager dan bij de 2e suppletoire begroting werd verwacht.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Bij de Voorjaarsnota 2022 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan, in de vorm van perceptiekostenvergoeding en een actualisatie daarvan, en een bijstelling op de geraamde ontvangsten van het Europese Herstelfonds (RRF). Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Bij de Miljoenennota 2023 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan in de vorm van perceptiekostenvergoeding. Zie de Miljoennennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Bij de Najaarsnota 2022 hebben zich alleen technische mutaties voorgedaan in de vorm van perceptiekostenvergoeding. Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Technische mutaties

Perceptiekostenvergoeding

De realisatie van de perceptiekostenvergoeding valt lager uit dan bij de 2e suppletoire begroting geraamd. Nederland heeft minder perceptiekostenvergoeding ontvangen dan eerder geraamd doordat de invoerrechten lager zijn uitgevallen. Nederland mag 25% van de invoerrecht houden ter dekking van de administratieve kosten.

Overige ontvangsten

BZ heeft van de Europese Commissie een terugbetaling ontvangen van 8,6 miljoen van in 2021 onder voorbehoud nabetaalde invoerrechten.

Justitie en Veiligheid

VI JUSTITIE EN VEILIGHEID: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

14.931,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1.803,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

149,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

350,2

  

Stand Najaarsnota 2022

17.234,5

  

Technisch

‒ 124,9

Meevaller: Wts Limburg

‒ 13,7

Meevaller: Stelselvernieuwing rechtsbijstand

‒ 11,5

Tegenvaller: Externe inhuur & ICT

15,0

Meevaller ICT-programma EMMA

‒ 8,3

Meevaller: Personeel OM

‒ 15,2

Meevaller: Aanpak Criminaliteitsfenomenen

‒ 7,0

Meevaller: Schadefonds Geweldsmisdrijven

‒ 5,6

Meevaller: overige bijdrage medeoverheden (Nationale Veiligheid & Contraterrorisme)

‒ 10,6

Meevaller: Onderuitputting IND

‒ 10,9

Tegenvaller: Asielopvang COA

6,7

Tegenvaller: Overige bijdragen medeoverheden (Migratie)

18,7

Meevaller: Versterking vreemdelingenketen

‒ 45,4

Meevaller: Overig materieel

‒ 11,6

Mee-/tegenvaller: Diversen

‒ 22,5

Overboekingen met andere begrotingen

0,1

Corona

‒ 3,1

  

Niet-plafondrelevant

235,2

Oekraïne

235,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

17.344,8

VI JUSTITIE EN VEILIGHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.570,5

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

96,2

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

14,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 372,6

  

Stand Najaarsnota 2022

1.308,4

  

Technisch

54,7

Meevaller Afpakopbrengsten

11,2

Meevaller Boetes & Transacties

18,1

Meevaller: Afrekening NIDOS

6,3

Meevaller: Afrekening IND

6,1

Meevaller: Verrekening facilitaire dienstverlening

6,6

Mee-/tegenvaller: diversen

6,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.363,1

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

De mutaties tot en met de Voorjaarsnota 2022 betreffen onder andere middelen voor Bewaken en Beveiligen, het overhevelen van coalitieakkoordmiddelen voor de Inlichtingdiensten vanaf de Aanvullende Post, het verwerken van uitvoeringsinformatie voor o.a. de Meerjarige Productie Prognose (MPP), Waterschade Limburg en het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ). Ook betreft het middelen voor het organiseren van gemeen telijke en particuliere opvang van Oekraïense ontheemden.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

De mutaties vanaf de Voorjaarsnota 2022 tot en met de Miljoenennota 2023 betreffen voornamelijk de overheveling van Coalitieakkoordmiddelen waaronder reeksen voor preventie, tegengaan van ondermijning, en het versterken van de justitiële keten, het nationaal Programma Oekraïense ontheemden en enkele overboekingen met andere departementen.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

De mutaties vanaf de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2022 betreffen beleidsmatige mutaties inzake het maatregelenpakket Werkdrukverlaging bij gecertificeerde instellingen en de inzet van Rijkspersoneel voor de crisisnoodopvang van asielzoekers. Daarnaast is er sprake van tegenvallers op de asielopvang, en meevallers op het gebied van de Wts Limburg, intra- extramurale sanctieuitvoering, en slachtofferzorg.

Technische mutaties

Meevaller: Wts Limburg

Voor de Regeling tegemoetkoming schade Limburg is een onderschrijding van 13,7 miljoen euro. De begrote uitgaven in 2022 zijn lager uitgekomen doordat er minder schademeldingen zijn geweest dan geraamd. Het Rijk baseert de tegemoetkomingen in het kader van deze regeling op de daadwerkelijke schade.

Meevaller: Stelselvernieuwing rechtsbijstand

De meevaller op de rechtsbijstandsmiddelen wordt veroorzaakt doordat de stelselvernieuwing vertraging heeft opgelopen wegens de herijking van het programma.

Tegenvaller: Externe inhuur & ICT

Op de kosten voor externe inhuur en ICT binnen het Openbaar Ministerie (OM) heeft zich een overschrijding voorgedaan omdat de kosten voor het realiseren van noodzakelijke vernieuwing en het bewaken van de continuïteit van de dienstverlening duurder is gebleken dan oorspronkelijk geraamd.

Meevaller ICT-programma EMMA

In het kader van het ICT-programma EMMA, waarin stappen gezet worden om de modernisering van het werk te bevorderen en een nieuw zaaksysteem voor alle strafzaken in te richten, zijn niet alle begrote middelen tot uitgaven gekomen. De vertraging is onder andere ontstaan doordat de governance binnen het programma is veranderd en omdat het neerzetten van de randvoorwaardelijke infrastructuur meer tijd in beslag heeft genomen dan eerder voorzien.

Meevaller: Personeel OM

De onderschrijding op de personeelskosten van het Openbaar Ministerie (OM) wordt veroorzaakt door moeilijkheden bij het vervullen van vacatures door arbeidsmarktkrapte. Daarnaast is er in 2022 geen nieuwe cao voor de Rechterlijke Macht afgesproken waardoor hiervoor bestemde loonbijstellingsmiddelen niet tot besteding zijn gekomen.

Meevaller: Aanpak Criminaliteitsfenomenen

Op de aanpak van criminaliteitsfenomenen wordt onderuitputting gereali­seerd omdat het niet gelukt is om alle coalitieakkoordmiddelen uit de Preventie-enveloppe in 2022 tot besteding te brengen.

Meevaller: Schadefonds Geweldsmisdrijven

Voor het Schadefonds Geweldsmisdrijven (SGM) is er sprake van onderuitputting doordat er bij het reguliere proces gemiddeld lagere uitkeringen per zaak zijn gedaan ten opzichte van de raming in 2022 en er een lager toekenningspercentage was. Daarnaast is er voor de Tijdelijke Regeling Geweld Jeugdzorg minder uitgegeven dan begroot omdat niet alle aanvragen op tijd verwerkt konden worden waardoor dit in 2023 gebeurt.

Meevaller: overige bijdrage medeoverheden (Nationale Veiligheid & Contraterrorisme)

Op de overige bijdrage voor medeoverheden is 10,6 miljoen euro onderuitputting gerealiseerd. Dit komt voornamelijk door vertraging in de ontwikkeling van Passagiersinformatie-eenheid, vertragingen inzake langdurige inkooptrajecten voor het kenniscentrum binnen het stelsel Bewaken en Beveiligen, en vertragingen in het betalen van uitgaven voor het stelsel Bewaken en Beveiligen.

Meevaller: Onderuitputting IND

Voor de bijdrage aan de IND zijn er minder middelen benodigd geweest dan gedacht omdat de productierealisatie van de IND achterbleef ten opzichte van het begrote bedrag.

Tegenvaller: Asielopvang COA

Op de kosten voor de inzet van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) hebben zich diverse kleinere tegenvallers voorgedaan die optellen tot 6,7 miljoen euro.

Tegenvaller: Overige bijdragen medeoverheden (Migratie)

Op de overige bijdragen aan medeoverheden is er sprake van een overschrijding van per saldo 18,7 miljoen euro. Deze wordt grotendeels veroorzaakt doordat de uitgaven voor inzet gemeenten voor de Landelijke Vreemdelingen voorzieningen (LVV) en inzet bij gemeente tegen overlast geraamd waren op het instrument «versterken vreemdelingenketen» maar uiteindelijke ten laste zijn gelegd van het instrument «overige bijdragen medeoverheden».

Meevaller: Versterking vreemdelingenketen

De onderuitputting op de versterking vreemdelingenketen wordt grotendeels veroorzaakt doordat geraamde uitgaven inzake de Landelijke Vreemdelingen voorzieningen en de inzet van gemeentes bij overlast uitein­ delijk ten laste zijn gelegd van het instrument «overige bijdragen medeoverheden» (18,7 miljoen euro). Daarnaast is er sprake van vertraging bij het implementeren van het EntryExit-systeem op Schiphol (16 miljoen euro), en een meevaller vanuit EU-gerelateerde subsidies. Het uiteindelijke saldo wordt verklaard door een aantal kleinere posten.

Meevaller: Overig materieel

Deze post bestaat uit diverse kleinere posten waarvan de grootste worden vermeld. Er heeft zich een onderschrijding van 8,7 miljoen euro op de kosten voor informatiehuishouding en informatiebeveiliging. Daarnaast is er sprake van een overschrijding van 8,3 miljoen euro bij de Directie Migratiebeleid. Tot slot is er onderuitputting van 5,4 miljoen euro op het dienstencentrum gerealiseerd.

Mee-/tegenvaller: Diversen

De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers die gezamenlijk het restant saldo opmaken.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een aantal overboekingen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het betreft respectievelijk een bijdrage aan het programma ‘Uitbuiting stoppen we samen II’, en een bijdrage aan een campagne tegen huiselijk geweld en kindermishandeling.

Corona

Deze mutatie betreft onderuitputting op de regeling ter controle van het coronatoegangsbewijs (CTB). Enkele gemeenten hebben uiteindelijk geen gebruik gemaakt van deze regeling wegens het verstrijken van de indieningsdatum en het eerder vervallen van de controleplicht op het CTB dan voorzien.

Niet plafondrelevant

Oekraïne

Voor de opvang van Oekraïense ontheemden is er per saldo sprake van een overschrijding van 235,2 miljoen euro. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door een verhoging van het budget voor de gemeentelijke opvang van Oekraïense ontheemden met 350 miljoen euro in 2022 omdat er in dat jaar meer voorschotaanvragen zijn ontvangen dan verwacht. Deze mutatie is ook verwerkt in de veegbrief van JenV d.d.12 december 2022. Daarnaast is er sprake van onderuitputting op het inrichten van hubs bij veiligheidsregio's (20 miljoen euro), transitie Rijksvastgoed (6,4 miljoen euro), subsidies aan het Programma Oekraïense vluchtelingen (7,1 miljoen euro). Op het instrument «opdrachten» in het kader van het Programma Oekraïense vluchtelingen is ook sprake van onderuitputting (107,2 miljoen euro). Dit komt grotendeels doordat de gemiddelde zorgkosten per verzekerde via de Regeling Medische zorg Ontheemden significant lager zijn dan de gehanteerde norm en omdat veel facturen voor de zorg later worden gedeclareerd door zorgverleners.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

De reeks mutaties tot en met Voorjaarsnota 2022 bevat onder andere een aanpassing van de raming voor het Boeten en Transactie-dossier, een aanpassing aan de raming voor de PMJ waardoor de ontvangsten van griffierechten en de administratiekosten van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) lager uitvallen. Ook vindt er in 2022 een terugbetaling van DJI over het jaar 2021 aan het moederdepartement plaats op basis van de outputfinancieringsystematiek.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

De mutaties vanaf de Voorjaarsnota 2022 tot en met de Miljoenennota 2023 betroffen enkele desalderingen die plaatsvonden op de JenV-begroting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

De mutaties vanaf de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2022 betreffen tegenvallers op de ontvangsten uit de dossiers griffierechten, Afpakken, en Boeten en Transacties.

Technische mutaties

Meevaller Afpakopbrengsten

De opbrengsten uit het afpakken van criminele gelden zijn ten opzichte van de raming uiteindelijk 13,6 miljoen euro hoger uitgekomen.

Meevaller Boetes & Transacties

Bij de Najaarsnota 2022 is de raming van de boete en transactiegelden op basis van de toenmalige realisatiecijfers neerwaarts bijgesteld. Op basis van de realisatiecijfers tussen de Najaarsnota 2022 en de definitieve realisatie zijn er echter 18,1 miljoen euro meer ontvangsten dan verwacht binnen gekomen.

Meevaller: Afrekening NIDOS

De afrekening van de subsidie met het NIDOS over 2021 heeft geresulteerd in hogere ontvangsten dan oorspronkelijk werd verwacht van 6,3 miljoen euro.

Meevaller: Afrekening IND

De afrekening van de opdracht met het IND over 2021 heeft geresulteerd in hogere ontvangsten dan oorspronkelijk werd verwacht van 6,1 miljoen euro.

Meevaller: Verrekening facilitaire dienstverlening

De verrekening met taakorganisaties voor facilitaire dienstverlening heeft geresulteerd in hogere ontvangsten dan verwacht van 6,4 miljoen euro.

Mee-/tegenvaller: diversen

De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers die gezamenlijk het restant saldo opmaken.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

8.057,6

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 111,9

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

216,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 245,3

  

Stand Najaarsnota 2022

7.916,5

  

Beleidsmatig

‒ 26,9

Overboekingen veegbrief

‒ 26,9

  

Technisch

‒ 615,2

  

Realisaties:

 

AIVD

‒ 25,5

Woningbouwimpuls

‒ 273,1

Ouderenhuisvesting

‒ 24,6

Huurtoeslag

‒ 172,7

Diversen energietransitie gebouwde omgeving

‒ 12,4

Diverse bijdragen aan ZBO's/RWT's omgevingswet

‒ 5,7

Diverse investeringspost digitale overheid

‒ 7,7

Opdrachten werkgevers- en bedrijfsvoering

‒ 8,8

Personele uitgaven

‒ 22,3

Diversen

‒ 50,8

  

Niet plafond relevant

 
  

Realisatie:

 

Versnelling huisvesting

‒ 11,7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

7.274,4

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.097,6

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 458,7

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

67,3

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

87,5

  

Stand Najaarsnota 2022

793,7

  

Technisch

‒ 22,0

  

Realisaties:

 

Huurtoeslag

‒ 29,3

Diverse ontvangsten

7,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

771,7

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Overboekingen veegbrief

Ten behoeve van een aantal begrotingsartikelen heeft er een afdracht plaats gevonden aan het btw-compensatiefonds. Voor de Woningbouwimpuls is 15,3 miljoen euro overgeheveld. Ten behoeve van de flexpools zijn specifieke uitkeringen uitgekeerd. Hiervoor wordt is 5,6 miljoen euro overgeheveld. Voor de regeling voor de huisvesting van aandachtsgroepen zijn ook specifieke uitkeringen uitgekeerd, hiervoor is 3,0 miljoen euro overgeheveld.

Technische mutaties

Realisaties

De uitgaven op de BZK-begroting zijn in 2022 lager uitgevallen dan geraamd. De onderschrijding kent diverse oorzaken:

AIVD

Vanwege de krapte op de arbeidsmarkt en markt voor IT-middelen zijn de uitgaven van de AIVD 25,5 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd.

Woningbouwimpuls

In 2022 is ca. 107,7 miljoen euro toegekend aan gemeenten voor WBI projecten (incl. BTW van ca. 15,7 miljoen euro). Daarnaast zijn middelen gereserveerd voor afspraken Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De onderschrijding wordt met name veroorzaakt doordat aanvragen voor de WBI samenvielen met andere financiële regelingen en gemeenteraadsverkiezingen, waardoor gemeenten minder aanvragen hebben ingediend. Deze middelen kennen een 100% eindejaarsmarge en worden dus meegenomen naar 2023.

Ouderenhuisvesting

Er is minder uitgegeven voor de Stimuleringsregeling Ontmoetingsruimten in Ouderenhuisvesting. De onderschrijding wordt verklaard doordat veel aanvragers op het laatste moment hun aanvraag indienden waardoor RVO deze niet in 2022 kon beschikken of beoordelen.

Huurtoeslag

Aan de huurtoeslag is in 2022 minder uitgegeven dan begroot. Bij de uitgaven is 200,4 miljoen euro minder uitgegeven dan begroot. De lagere voorschotten worden deels veroorzaakt doordat in 2022 minder aanvragers instroomden dan verwacht en deels omdat nabetalingen lager uitvielen. Bij de ontvangsten is 18,6 miljoen euro minder binnengekomen, als gevolg van de pauzering van terugvorderingen tijdens corona. Dit proces is sinds maart 2022 weer opgestart.

Diversen energietransitie gebouwde omgeving

Voor de energietransitie gebouwde omgeving zijn diverse subsidies beschikbaar, dit zijn de realisatiecijfers van de uitgaven aan die subsidies. De uitgaven in 2022 voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) bedroegen 8,3 miljoen euro minder van verwacht, een deel hiervan is ingezet bij de Najaarsnota. Ook zijn er diverse subsidies in het kader van de energiebespaarcoalitie en de Regionale Energiestrategiëen (RES) waarvan in totaal 2,5 miljoen euro uit het beschikbare budget niet is uitgegeven. De bijdrage aan de regeling Demonstratie Energie en Klimaatinnovatie (DEI) viel lager uit en het innovatiebudget is met 1,2 miljoen euro lager uitgevallen.

Diverse bijdragen aan ZBO's/RWT's omgevingswet

De bijdragen aan de opdrachtnemende organisaties van de omgevingswet zijn in 2022 anders verdeeld dan gepland. De bijdrage aan het Kadaster en Geonovum zijn lager uitgevallen dan gepland. Die aan RWS is hoger dan gepland. Dit resulteert in een onderbesteding van 5,7 miljoen euro.

Diverse investeringspost digitale overheid

Diverse budgetten op de investeringspost digitale overheid kennen een onderschrijding van de begrote uitgaven. Zo is er een onderschrijding opdrachten door vertraging op verscheidene IP-projecten en zijn er lagere uitgaven door vertraging in de uitvoering van het innovatiebudget RVO.

Opdrachten werkgevers- en bedrijfsvoering

Diverse budgetten voor opdrachten voor werkgevers- en bedrijfsvoering kennen een onderschrijding van de begrote uitgaven. De opdracht op het bedrijfsvoeringsbeleid kent een onderschrijding van 2,2 miljoen euro. Dit komt mede door vertraging in opdrachtverstrekking waardoor een aantal opdrachten vanwege de prioritering is doorgeschoven op de planning. Daarnaast vallen de uitgaven voor POK middelen circa 2,4 miljoen euro lager uit dan geraamd.

Personele uitgaven

De uitgaven aan eigen personeel zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen. De onderschrijding kent diverse oorzaken. Allereerst is er minder uitgegeven op de coalitieakkoordbudgetten, voornamelijk doordat het budget pas in de loop van 2022 ter beschikking is gekomen. Het aantrekken van personeel is dan ook later in het jaar van start gegaan. Daarnaast zijn de uitgaven voor eigen personeel bij het kerndepartement lager uitgevallen onder andere vanwege krapte op de arbeidsmarkt. De uitgaven aan inhuur externen zijn ten opzichte van de tweede suppletoire begroting lager uitgevallen.

Diversen

Dit betreft de overschrijding op verschillende posten op de begroting van BZK. Zo zijn de uitgaven aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis 2,4 miljoen euro lager uitgevallen dan begroot. Ook viel de bijdrage aan het RVB voor de woningbouw 2,7 miljoen euro lager uit dan begroot. De subsidies voor de woningmarkt vielen 4,8 miljoen euro lager uit dan geraamd. Ten aanzien van de regiodeals is er 1,2 miljoen euro minder uitgegeven aan de bijeenkomsten omdat deze hoofzakelijk online plaats hebben gevonden. Daarnaast zijn de uitgaven voor de tijdelijke uitvoeringsorganisatie zijn 4,6 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Versnelling huisvesting

De versnelling tijdelijke huisvesting kent lagere uitgaven van 11,7 miljoen euro dan begroot. Met de twee genomen besluiten in november en december 2022 worden in totaal 7.363 woningen gerealiseerd met een Rijksbijdrage van circa 88 miljoen euro. De overige 11,7 miljoen euro zal in 2023 worden toegekend, waarbij gebruik gemaakt wordt van een 100% eindejaarsmarge.

Niet belastingontvangsten

Technisch

Realisaties

De ontvangsten op de BZK-begroting zijn lager uitgevallen dan begroot. De lagere ontvangsten komen voornamelijk door de lagere ontvangsten van de huurtoeslag:

Huurtoeslag

Bij de ontvangsten van de huurtoeslag is minder binnengekomen, als gevolg van de pauzering van terugvorderingen tijdens corona. Dit proces is sinds maart 2022 weer opgestart.

Diverse ontvangsten

De ontvangsten van de overige posten zijn hoger uitgevallen dan begroot.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

48.135,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

5.301,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

1.052,9

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 345,6

  

Stand Najaarsnota 2022

54.144,2

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 504,9

Meevaller uitgaven studiefinanciering R

‒ 30,9

Bijstelling KOT

‒ 16,1

Aansluiting realisaties slotwet

‒ 162,2

Overboekingen met andere begrotingen

1,1

Oekraïne

‒ 48,2

Corona

‒ 158,3

NGF

‒ 52,6

Desalderingen

38,9

Overige technische mutaties

‒ 76,5

  

Niet-plafondrelevant

‒ 547,7

Meevaller uitgaven studiefinanciering NR

‒ 185,2

Onderbesteding onderwijshuisvesting Oekraïne

‒ 362,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

53.091,7

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.608,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

32,2

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

8,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 24,2

  

Stand Najaarsnota 2022

1.624,2

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

57,0

Meevaller studiefinanciering ontvangsten R

6,9

Mee-/tegenvaller: diversen

11,3

Desalderingen

38,9

  

Niet-plafondrelevant

109,3

Meevaller studiefinanciering ontvangsten NR

109,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.790,6

Uitgaven

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is middels motie Hermans 500 miljoen euro vrijgemaakt om de salarissen van het personeel in het primair onderwijs te verhogen. Bij Voorjaarsnota is vervolgens voor 2022 ruim 2,2 mijard euro van de middelen uit het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ overgeheveld. Het betrof middelen uit de enveloppen Versterken onderwijskwaliteit, Kansengelijkheid, Leraren en schoolleiders, Vervolgopleidingen en onderzoek, Fonds onderzoek en wetenschap. De middelen voor de uitvoeringskosten herinvoering basisbeurs en Cultuur en media werden opgevraagd voor 2022. Verder is de bij Regeerakkoord ingeboekte verlaging van het Nationaal Programma Onderwijs alternatief gedekt. Deels is deze verlaging gedekt door de inzet van een deel van de eindejaarsmarge en deels door verlaging in 2022 van enkele intensiveringen uit het coalitieakkoord. Daarnaast is de interne incidentele problematiek op de OCW-begroting opgelost met behulp van inzet van de Eindejaarsmarge en heeft er een statistische correctie plaatsgevonden om zo de onbedoelde effecten op het passend onderwijs van aangescherpte btw-regelgeving ongedaan te maken. Tenslotte zijn er middelen vrijgemaakt voor Oekraïense vluchtelingen, zijn er overboekingen gedaan met andere begrotingen en is de reguliere Loon- en Prijsbijstelling aan de OCW-begroting toegevoegd.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023Bij Miljoenennota is er 30 miljoen euro uit het coalitieakkoord overgeheveld. Voor 2022 gaat het om middelen uit de enveloppen Versterken onderwijskwaliteit en Kansengelijkheid. Daarnaast is er geld overgeheveld vanaf de Aanvullende post voor het rechtsherstel box 3. Er is Loon- en prijsbijstelling over coalitieakkoordmiddelen overgeheveld, er zijn kasschuiven gedaan met reguliere en coronamiddelen en er zijn middelen beschikbaar gesteld voor de verlenging van steunregelingen voor Oekraïense vluchtelingen.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022Bij Najaarsnota is een groot aantal eerste realisaties verwerkt voor begrotingsjaar 2022, waaronder meevallers op de Maatschappelijke diensttijd, relevante studiefinancieringsuitgaven, apparaatskosten en een groot aantal kleinere mee- en tegenvallers. Er is daarnaast een tegenvaller verwerkt op het kwijtschelden van publieke schulden van de Kinderopvangtoeslag (KOT), omdat er meer schulden zijn kwijtgescholden van toeslagengedupeerden dan verwacht. Daarnaast zijn er niet bestede middelen voor de aanpak van corona en voor noodhulp voor Oekraïense leerlingen en studenten afgeboekt en volgens afspraak teruggevloeid naar de Rijksbegroting.

Stand Najaarsnota 2022

Technische Mutaties Najaarsnota

Meevaller uitgaven studiefinanciering R  Er doet zich een meevaller voor op de relevante (R) uitgaven van studiefinanciering. Dit wordt onder meer verklaard doordat de uitgaven aan de basisbeurs gift wordt verlaagd als gevolg van lagere realisaties, evenals de aanvullende beurs gift en de overige relevante uitgaven.

Bijstelling KOT Bij Najaarsnota 2022 werd een tegenvaller verwacht op het kwijtschelden van publieke schulden van de Kinderopvangtoeslag (KOT), omdat er werd verwacht dat er meer schulden werden kwijtgescholden van toeslagengedupeerden dan verwacht. Bij slotwet blijkt dat dit bedrag niet helemaal nodig is geweest: er doet zich nu een onderuitputting voor van 16,1 miljoen euro.

Aansluiting realisaties slotwetOnder deze post vallen de realisaties van alle artikelen bij slotwet.

Overboekingen met andere begrotingen↵ Er worden diverse overboekingen gedaan van en naar begrotingen van andere departementen.

Oekraïne Er ontstaat daardoor een overlopende verplichting op de nieuwkomersbekostiging voor 51,1 miljoen euro die niet meer in het jaar 2022 wordt uitgegeven, maar wordt besteed in 2023. Deze overlopende verplichting is gemeld in de Veegbrief en bestaat voor een deel uit Oekraïne middelen, een deel Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) middelen en voor een deel uit reguliere middelen. Het deel van deze post dat Oekraïne middelen betreft, bedraagt 37,1 miljoen euro. Daarnaast doet er zich ook een meevaller voor op de nieuwkomersbekostiging 2022. Een deel van dit budget bestaat uit Oekraïne middelen (11,1 miljoen euro).

CoronaVerschillende coronaregelingen zijn in 2022 niet volledig tot besteding gekomen. Er is onderuitputting afgeboekt op onder andere op middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs, zelftesten en het steunpakket voor de cultuursector. Deze middelen vloeien conform afspraken terug naar de algemene middelen. Daarnaast zijn er overlopende verplichtingen gemeld in de veegbrief voor nieuwkomersbekostiging, zelftesten en ventilatie. Deze worden afgeboekt in 2022 en doorgeschoven naar 2023. Voor zelftesten gaat dit om facturen die in 2022 nog niet zijn ontvangen en pas in 2023 tot betaling komen. Voor ventilatie gaat het om onderbestede middelen van de subsidie die worden toegevoegd aan het laatste tijdvak voor de vangnetsubsidie, dat in 2023 valt.

NGFOp het Nationaal Groeifonds (NGF) zijn op verschillende plannen de middelen niet uitgeput en worden afgeboekt en bij een aantal plannen worden de middelen doorgeschoven naar 2023 om dan voor hetzelfde doel te worden ingezet. Dit laatste is onder andere het geval voor de plannen Leven lang leren (LLO) katalysator en Digitale impuls Nederland.

DesalderingenEr wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een hogere storting in de reserve.

Overige technische mutatiesDeze post bestaat uit diverse technische mutaties, waaronder de verwerking van de onderuitputting na Najaarsnota op de Maatschappelijke diensttijd van aanvullend 52,1 miljoen euro. Daarnaast wordt het deel van de overlopende verplichting voor nieuwkomersbekostiging van reguliere middelen onder deze post afgeboekt.

Niet-plafondrelevant

Meevaller studiefinanciering uitgaven NRDe niet-relevante (NR) uitgaven van studiefinanciering zijn naar beneden bijgesteld. Dit betreffen voornamelijk de rentedragende leningen en het collegegeldkrediet die naar beneden zijn bijgesteld op basis van de actuele realisatiecijfers van dit jaar.

OekraïneVoor de ondersteuning van scholen bij de opvang van leerlingen uit Oekraïne zijn er middelen beschikbaar gesteld voor huisvesting en noodlocaties. Op de regeling onderwijshuisvesting zijn minder aanvragen van gemeenten gedaan dan er budget was. Deze middelen vloeien volgens afspraak terug naar de Rijksbegroting.

Niet-belastingontvangsten

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022Bij Voorjaarsnota 2022 is een tegenvaller op de referentieraming, de studiefinancieringsraming en de renteraming verwerkt voor het jaar 2022. Daarnaast deed zich een meevaller voor op de ontvangstenraming SIVON, een coöperatie van schoolbesturen in het po en vo, en vonden er verschillende desalderingen plaats.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023Het Fonds voor de Letteren heeft vanuit het corona steunpakket 15 miljoen euro ontvangen voor het Garantiefonds fysieke boekhandel. Hiervan is ruim 8 miljoen euro onbesteed gebleven en teruggestort op de OCW-begroting. Conform afspreken, vloeien deze middelen terug naar de algemene middelen.

Mutaties Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022Niet-bestede middelen voor de aanpak van corona zijn afgeboekt en vloeien volgens afspraak terug naar de Rijksbegroting. Ook is er een meevaller verwerkt doordat de Hogeschool Zeeland een boete versneld heeft afgelost.

Stand Najaarsnota 2022

Technische Mutaties Najaarsnota

Meevaller studiefinanciering ontvangsten RDe relevante (R) ontvangsten van rente over studiefinanciering zijn hoger dan geraamd. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de ontvangsten op de kortlopende vorderingen en de relevante ontvangsten Caribisch Nederland hoger zijn dan verwacht.

Mee-/tegenvaller: diversenDeze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers, waaronder bijstellingen op de realisaties van de ontvangsten.

DesalderingenEr wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een hogere storting in de reserve.

Niet-plafondrelevant

Meevaller studiefinanciering ontvangsten NRDe niet-relevante ontvangsten op de terugontvangen hoofdsom zijn met 99,5 miljoen euro naar boven bijgesteld. Uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat er een hoger bedrag is terugbetaald aan leningen.

Nationale Schuld (Transactiebasis)

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

36.145,8

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

500,7

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2022

549,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

791,7

  

Stand Najaarsnota 2022

37.987,3

  

Technisch

58,7

Rente kasbeheer

75,1

Rente vaste schuld

‒ 16,0

Diversen

‒ 0,4

  

Niet-plafondrelevant

‒ 144,4

Voortijdige beëindiging schuld - (Dis)agio bij inkoop schuld

23,8

Aflossing vaste schuld

18,6

Rente kasbeheer

32,1

Verstrekte leningen

‒ 257,8

Rente derivaten kort

19,7

Voortijdige beëindiging derivaten

19,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

37.901,6

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

62.666,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

16.078,9

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2022

‒ 17.700,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

6.806,1

  

Stand Najaarsnota 2022

67.851,1

  

Technisch

‒ 73,5

Rente vlottende schuld

‒ 75,8

Diversen

2,3

  

Niet-plafondrelevant

11.809,2

Uitgifte vast schuld

1.586,0

Mutatie vlottende schuld

13.167,1

Rekening courant en deposito

‒ 3.202,8

Ontvangen aflossingen

26,6

Voortijdige beëindiging derivaten

266,7

Rente derivaten lang

‒ 34,5

Diversen

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

79.586,8

Uitgaven

Technische mutaties

Rente kasbeheer

In 2022 is de korte rente sterk gestegen en positief geworden. Hierdoor is 75,1 mln. euro meer rente betaald over de aangehouden middelen in de schatkist dan in de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Rente vaste schuld

De rentelasten op de vaste schuld zijn 16,0 miljoen euro lager uitgevallen, met name als gevolg van de latere uitgifte van een Digital Subscriber Line (DSL) in het jaar. Hierdoor is minder rente uitgekeerd in het lopende jaar dan waar rekening mee is gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Niet-plafondrelevant

Voortijdige beëindiging schuld

In 2022 is voor in totaal 23,8 miljoen euro aan kortlopende staatsobligaties en langlopende grootboekleningen voortijdig afgelost. De prijs waartegen de obligaties en grootboekleningen zijn ingekocht was hoger dan de nominale waarde. Het verschil resulteert in een uitgave bij voortijdige beëindiging.

Aflossing vaste schuld

Eind 2022 zijn enkele langlopende grootboekleningen volledig afgelost. Hierdoor vielen de aflossingen per saldo 18,6 miljoen euro hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Rente kasbeheer sociale fondsen

In 2022 is de korte rente sterk gestegen en positief geworden. Hierdoor is 32,1 miljoen euro meer rente betaald over de aangehouden middelen in de schatkist dan in de tweede suppletoire begroting werd geraamd.

Verstrekte leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal 257,8 miljoen euro lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt voornamelijk doordat het aantal leningen verstrekt aan Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s) lager is uitgevallen dan begroot.

Rente derivaten kort

De rentelasten op de kortlopende derivaten zijn, als gevolg van de gestegen rente, uitgekomen op 19,7 miljoen euro.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2022 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is voornamelijk gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot 19,2 miljoen euro. aan uitgaven.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Rente vlottende schuld

De rentebaten op de vlottende schuld vallen 75,8 miljoen euro lager uit als gevolg van de gestegen korte rente en een hogere omvang van de kortlopende schuld dan waar bij de tweede suppletoire begroting rekening mee was gehouden.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Niet-plafondrelevant

Uitgifte vast schuld

Het kastekort is ultimo 2022 hoger uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Hierdoor was 1,6 miljard euro meer schulduitgifte op de kapitaalmarkt nodig dan voorzien.

Mutatie vlottende schuld

In 2022 is aan het eind van het jaar de financieringsbehoefte toegenomen door de extra uitgaven aan de energiesteunpakketten. Om dit te financieren is voor 13,2 miljard euro een beroep gedaan op de geldmarkt.

Mutatie in rekening courant en deposito

Per saldo is door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden gezamenlijk 3,2 miljard euro minder geld op de rekening-courant aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de rekening-courant van de sociale fondsen is 6,3 miljard euro minder toegenomen dan begroot. De mutatie in rekening-courant van de RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is per saldo met 3,1 miljard euro toegenomen.

Ontvangen aflossingen

In 2022 is 26,6 miljoen euro meer aan leningen afgelost dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Deelnemers van schatkistbankieren hebben de mogelijkheid om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2022 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is voornamelijk gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen of betaald in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. De EMU-schuld is hierdoor verlaagd.

Rente derivaten lang

De rentebaten op derivaten zijn 34,5 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van de hogere rentepercentages. Hierdoor is de marktwaarde van de variabele delen van de renteswaps gedaald. Daarnaast zijn de rentebaten lager als gevolg van de voortijdige beëindiging van rentederivaten.

Diversen

Deze post bestaat uit een diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Financiën

IXB FINANCIËN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

10.294,8

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1.500,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

833,4

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 158,2

  

Stand Najaarsnota 2022

12.470,3

  

Beleidsmatig

10,4

Veegbrief

10,4

  

Technisch

‒ 214,8

Eigen personeel

‒ 16,6

Overig materieel

‒ 21,2

Afdrachten Staatsloterij

16,6

BTW-Compensatiefonds

‒ 23,1

Compensatie toeslagengedupeerden

‒ 19,8

Kwijtschelden private schulden

‒ 17,8

Overige (schade)vergoedingen

‒ 19,4

EIB pan-Europees garantiefonds

‒ 96,0

Herverzekering leverancierskredieten

‒ 16,0

Overboekingen met andere begrotingen

54,8

Diversen

‒ 56,3

  

Niet-plafondrelevant

‒ 853,5

Oekraïne

‒ 23,7

Lening KLM

‒ 722,9

Kapitaalinjectie Invest NL

‒ 25,0

Schade-uitkering EKV

‒ 71,1

Diversen

‒ 10,8

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

11.412,5

IXB FINANCIËN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

2.965,7

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

88,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

310,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

174,4

  

Stand Najaarsnota 2022

3.538,1

  

Technisch

148,0

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 63,2

Doorbelasten kosten vervolging

65,7

Belasting- en invorderingsrente

106,8

Ontvangsten boetes en schikkingen

36,3

Afdrachten Staatsloterij

16,6

Schaderestituties herverzkering leverancierskredieten

‒ 18,7

Diversen

4,5

  

Niet-plafondrelevant

50,2

Oekraïne

‒ 23,3

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 37,4

Toename munten in circulatie

24,8

Renteontvangsten lening Griekenland

11,1

Schaderestituties EKV

79,6

Diversen

‒ 4,6

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

3.736,2

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Veegbrief mutaties

Na het versturen van de Najaarsnota aan de Tweede Kamer zijn nog enkele beleidsmatige mutaties verwerkt. De externe inhuur van Toeslagen, met name bij Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), is 7,7 miljoen euro hoger uitgevallen. Daarnaast is het voorschot aan De Nederlandsche Bank (DNB) voor circulatiemunten 2023 verstrekt in 2022 (2,7 miljoen euro), omdat er anders sprake zou zijn van monetaire financiering. Monetaire financiering is verboden uit hoofde van het EU-verdrag.

Technische mutaties

Eigen personeel Belastingdienst

Er is in de laatste maanden van het jaar minder uitgegeven aan eigen personeel dan verwacht. Dit heeft met name te maken de cao-effecten die lager uitvielen dan verwacht. De realisatie was circa 16 miljoen euro lager.

Overig materieel Belastingdienst

Door vertraging van de inrichting van de kantoorpanden zijn de uitgaven lager uitgevallen. Daarnaast zijn de uitgaven van onder andere recruitmentmarketing en betalingsverkeer lager dan verwacht.

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met 16,6 miljoen euro bijgesteld.

BTW-Compensatiefonds

De bijdrage aan provincies en gemeenten is lager uitgevallen, omdat er minder btw is gedeclareerd dan verwacht. Het is op voorhand niet vast te stellen hoe veel btw provincies en gemeenten declareren. Overschotten op dit artikel worden verrekend met het Gemeente- en Provinciefonds.

Compensatie toeslagengedupeerden (hersteloperatie toeslagen)

Om de doelstelling op integrale beoordeling (11.500 gedupeerden) te behalen is een deel van de capaciteit van de eerste toets naar integrale beoordeling verschoven, dit leidt tot lagere eerste toets uitbetalingen. Voor de integrale beoordelingen geldt dat een deel van de betalingen in december niet in 2022 plaatsvinden vanwege het afsluiten van het boekjaar.

Kwijtschelden private schulden (hersteloperatie toeslagen)

Omdat er sprake is van minder In Gebreke Stelling (IGS) en Beroep Niet Tijdig dan verwacht, vindt er een incidentele meevaller plaats op het budget voor overige (schade)vergoedingen.

Overige (schade)vergoedingen (hersteloperatie toeslagen)

Omdat er sprake is van minder IGS en Beroep Niet Tijdig dan verwacht, vindt er een incidentele meevaller plaats op het budget voor overige (schade)vergoedingen.

EIB pan-Europees garantiefonds (EGF)

Het EGF financiert hoge risicoprojecten en is opgezet om economische gevolgen van de corona uitbraak te mitigeren. De verliezen van dit fonds worden door de lidstaten naar rato gedragen. De verwachte nettoverliezen worden rond de 20% geschat, voor Nederland komt dit neer op 260 miljoen euro welke zijn opgenomen als uitgaven in artikel 4. De uitgaven zijn gebaseerd op een schatting, en vallen in 2022 met 96 miljoen euro lager uit dan verwacht.

Herverzekering leverancierskredieten

De schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten zijn in 2022 16 miljoen euro lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. De tijdelijke regeling is per 1 juli 2021 beëindigd en de vermoedelijke schade-uitkeringen bleken lager dan begroot. De herverzekering leverancierskredieten betrof een coronamaatregel waarbij de Staat voorkomt dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvalt.

Overboekingen met andere begrotingen

Als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt het geraamde btw-deel overgeheveld naar het BTW-Compensatiefonds (BCF). Ten opzichte van de Najaarsnota 2022 hebben er nog enkele overhevelingen plaatsgevonden.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen. Hieronder valt een meevaller bij de Belastingdienst (11 miljoen euro) als gevolg van lager uitgevallen uitgaven aan projecten. Deze zijn uitgesteld naar 2023. Daarnaast is er bijvoorbeeld een tegenvaller doordat bij de Belastingdienst meer aan ICT opdrachten is uitgegeven dan verwacht (3 miljoen euro).

Niet-plafondrelevant

Convertibiliteit Oekraïense Hryvnia

Voor het uitvoeren van deze regeling zijn zowel uitgaven als ontvangsten opgenomen. DNB heeft, na afrekenen met de Oekraïense centrale bank, het voorschot vanuit de Staat teruggestort. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten lager dan begroot omdat de verwachting was dat er heel veel omgewisseld zou worden. Dit viel achteraf mee, omdat het bancaire systeem in Oekraïne overeind is gebleven tijdens de oorlog. Gevluchte Oekraïners konden gewoon gebruik blijven maken van hun bankrekening. Dit was niet de verwachting.

Lening KLM

Er is in 2022 niet getrokken op de lening KLM. Vandaar dat de uitgaven lager uitvallen dan begroot. KLM heeft nog steeds de rechten om hier aanspraak op te maken, daarom wordt het nog beschikbare bedrag (722,9 miljoen euro) overgeheveld naar 2023.

Kapitaalinjectie Invest NL

De uiteindelijke kapitaalbehoefte voor Invest-NL in 2022 valt lager uit. Deze middelen zullen overgeheveld worden naar volgende jaren bij de Voorjaarsbesluitvorming 2023.

Schade-uitkering exportkredietverzekering (EKV)

Er zijn minder schades uitgekeerd (71 miljoen euro) dan begroot. Bij de EKV zijn schades moeilijk te ramen vanwege het grillige karakter van de EKV-portefeuille. Het al dan niet materialiseren van één schadezaak kan een grote impact hebben op de realisatie ten opzichte van het begrote bedrag.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Dividenden staatsdeelnemingen

De teruggave dividendbelasting is ingediend, maar niet meer in 2022 verwerkt. Deze ontvangsten worden in 2023 verwacht.

Doorbelasten kosten vervolging

De ontvangsten als gevolg van het doorbelasten van vervolgingskosten zijn hoger uitgevallen dan verwacht. De ontvangsten betreffen hier het saldo van de reguliere ontvangsten en de uitgaven aan de herstelactie vervolgingskosten in 2022. De uitgaven aan de herstelactie vielen in 2022 lager uit dan verwacht, mede doordat een deel van de herstelactie doorloopt in 2023. De reguliere ontvangsten vielen daarnaast hoger uit dan verwacht, mede doordat in de raming nog rekening gehouden werd met lagere ontvangsten dan normaal vanwege de Coronacrisis.

Belasting- en invorderingsrente

De ontvangen belasting- en invorderingsrente is hoger uitgevallen dan verwacht. Met name over de Vennootschapsbelasting (VPB) werd meer rente ontvangen dan voorzien, mede doordat de belastingontvangsten in de VPB hoger uitvielen dan verwacht, en de grondslag voor de rente dus hoger was.

Ontvangsten boetes en schikkingen

De boete-ontvangsten zijn hoger uitgevallen dan verwacht. In de raming werd rekening gehouden met lagere ontvangsten in het licht van de Coronacrisis, maar de ontvangsten lijken eerder dan verwacht weer het reguliere niveau bereikt te hebben.

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met 16,6 miljoen euro bijgesteld.

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

De ramingen rond schade-uitkeringen zijn moeilijk te begroten en omgeven door onzekerheden. De schaderestituties herverzekering leverancierskredieten zijn 18,7 miljoen euro lager dan oorspronkelijk begroot.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Niet-plafondrelevant

Convertibiliteit Oekraïense Hryvnia

Voor het uitvoeren van deze regeling zijn zowel uitgaven als ontvangsten opgenomen. DNB heeft echter, na afrekenen met de Oekraïense centrale bank, het voorschot vanuit de Staat teruggestort.

Dividenden staatsdeelnemingen

De teruggave dividendbelasting is ingediend, maar niet meer in 2022 verwerkt. Deze ontvangsten worden in 2023 verwacht.

Toename munten in circulatie

In 2022 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van 24,8 miljoen euro aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.

Renteontvangsten lening Griekenland

De rente die Griekenland moet betalen op de Griekse leningsfaciliteit (GLF) is gebaseerd op de 3-maands Euribor rente, met een opslag van 0,5%. Bij de Ontwerpbegroting 2022 was nog de verwachting dat deze 3-maands Euribor onder de ‒ 0,5% zou blijven in 2022, waardoor de rente-ontvangsten op 0 zouden uitkomen. In de loop van 2022 is de Euribor-rente gestegen nadat de ECB de rente verhoogde. Hierdoor is Griekenland vanaf het 3e kwartaal 2022 rente gaan betalen, in totaal circa 11,1 miljoen euro.

Schaderestituties EKV

De verwachte schaderestituties EKV zijn 79,7 miljoen euro hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit komt onder andere door een terugbetaling van een langlopende schadezaak aan een Nederlandse baggermaatschappij in verband met een transactie op een overheids-gelieerd havenbedrijf in Brazilië. Onlangs is het gelukt om deze schade op de Braziliaanse overheid te verhalen, wat heeft geresulteerd in een schaderestitutie van 48 miljoen euro waardoor de resterende 31,6 miljoen euro vrijvalt. 

Diversen

Hieronder vallen verschillende aanpassingen van de begroting aan de realisatie en technische herschikkingen.

Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

12.167,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1.463,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 1.033,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 56,8

  

Stand Najaarsnota 2022

12.539,8

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 11,7

Saldo mee- en tegenvallers

‒ 90,6

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

31,7

Tegenvaller: pensioenen

25,0

Tegenvaller: vliegeropleidingen voor F35 en Apache piloten

23,2

Corona

‒ 1,0

  

Niet-plafondrelevant

‒ 5,2

Niet-plafondrelevant Oekraïne

‒ 5,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

12.522,9

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

140,5

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

7,4

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

1,9

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 2,1

  

Stand Najaarsnota 2022

147,7

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

26,6

Saldo mee- en tegenvallers

26,6

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

174,3

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022 In de eerste suppletoire begroting van Defensie voor 2022 zijn onder andere de budgetten voor de arbeidsvoorwaarden uit het coalitieakkoord toegevoegd aan de Defensiebegroting. Ook de eindejaarsmarge en de loon- en prijsbijstelling zijn toegevoegd aan de Defensiebegroting. Als laatste vond valutacompensatie plaats en zijn militaire goederen aan Oekraïne geleverd.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023 Sinds de eerste suppletoire begroting zijn enkele kasschuiven verwerkt op de Defensiebegroting. Het betreft allereerst een kasschuif om de budgetten voor de arbeidsvoorwaarden in het juiste kasritme te plaatsen. Voorts zijn kasschuiven verwerkt op de instandhoudings- en de investeringsbudgetten. Deze kasschuiven vinden grotendeels plaats op het Defensiematerieelbegrotingsfonds, maar hebben ook gevolgen voor de omvang van de bijdrage aan dit fonds op de Defensiebegroting.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022 In de tweede suppletoire begroting van Defensie voor 2022 zijn onder andere budgetten wegens krapte op de arbeidsmarkt naar beneden bijgesteld. Tevens vond valutacompensatie plaats.

Uitgaven

Technische mutaties

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van meerdere uitgavenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan. Een gedeelte hiervan betreft minder personeelsuitgaven in 2022 dan geraamd, wegens krapte op de arbeidsmarkt.

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

De effecten van de aanpassingen in wisselkoers worden verwerkt op de begroting van Defensie. De tegenvaller die hierdoor optreedt op de begroting van Defensie wordt gecompenseerd door aanvullende middelen.

Tegenvaller: pensioenen

Het betreft een extra uitgave voor pensioenen aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, die ten tijde van de tweede suppletoire begroting nog niet bekend was.

Tegenvaller: vliegeropleidingen voor F35 en Apache piloten

Voor de vliegeropleidingen in de Verenigde Staten is meer uitgegeven omdat de betaling van het Amerikaans fiscaal jaar eerder werd verricht dan verwacht.

Corona

Het ontvangen budget voor inzet Defensie personeel ter ondersteuning van de GGD is niet volledig tot realisatie gekomen.

Niet-plafondrelevante mutaties

Niet-plafondrelevant Oekraïne

Dit betreft een technische overboeking binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan. De hogere ontvangsten worden met name veroorzaakt door een hogere teruggave uit Foreign Military Sales holding accounts dan verwacht.

Infrastructuur en Waterstaat

XII INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

10.913,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

918,8

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

356,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 36,6

  

Stand Najaarsnota 2022

12.152,2

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 99,2

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 104,8

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 27,2

Corona

32,8

Desalderingen

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

12.053,0

XII INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

45,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

7,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,9

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

4,8

  

Stand Najaarsnota 2022

57,9

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

6,2

Mee-/tegenvaller: diversen

5,4

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,8

Desalderingen

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

64,1

Uitgaven

Technische mutaties

Mee- en tegenvallers

Sinds de Najaarsnota is er in totaal ca. 100 mln. aan onderuitputting. Dit wordt o.a. veroorzaakt door meevallers op de volgende artikelen:

  • Ca. 13 mln. op artikel 14 (wegen en verkeersveiligheid) door o.a. minder betalingen aan RVO i.v.m. minder subsidieregelingen;

  • Ca. 13 mln. op artikel 16 (openbaar vervoer en spoor) doordat de SPUK OV-ambassadeurs en Heerlen-Landgraaf pas in 2023 tot betaling zullen komen;

  • Ca. 18 mln. op artikel 24 (inspectie leefomgeving en transport) o.a. omdat materiele kosten lager uitvallen;

  • Ca. 25 mln. lagere uitgaven op artikel 98 (apparaatsuitgaven) door o.a. minder externe inhuur en lagere personele uitgaven. Ook zijn er meevallers i.h.k.v. externe inhuur als gevolg van vertraging in facturering waardoor betalingen naar 2023 worden doorgeschoven.

Overboekingen met andere begrotingen

In totaal heeft er nog ca. 27 mln. aan overboekingen plaatsgevonden sinds de Najaarsnota. Dit zijn overboekingen naar het BTW-Compensatiefonds, waaronder 12,4 mln. voor de BTW-afdracht van de A4-A44 Rijnlandroute.

Corona

Sinds de Najaarsnota is ca. 33 mln. additioneel uitgegeven t.b.v. Corona. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door hogere uitgaven aan de beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer (BVOV). De hogere realisatie is het gevolg van het feit dat de daadwerkelijke kosten uit de ontvangen aanvragen afwijkt van de ingeschatte aanvragen.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Mee- en tegenvallers

Sinds de Najaarsnota is er ruim 5 mln. extra ontvangen. Dit wordt met name veroorzaakt door meevallers op artikel 14 (wegen en verkeersveiligheid), artikel 24 (inspectie leefomgeving en transport) en artikel 98 (apparaatsuitgaven) voor o.a. het in rekening brengen van extern advies inzake vergunningstraject Pallas

Corona

Er zijn ca. 2 mln. extra ontvangsten binnengekomen dankzij de hypothecaire lening Winair en BVOV.

Economische Zaken en Klimaat

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

8.084,82

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

14.720,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

2.353,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

4.899,3

  

Stand Najaarsnota 2022

30.058,0

  

Beleidsmatig

‒ 1.050,3

Veegbrief

61,5

Energiemaatregelen

‒ 1.111,7

  

Technisch

‒ 1.823,9

Mee-/tegenvaller: Toekomstfonds

‒ 215,8

Mee-/tegenvaller: Groningen

‒ 596,2

Mee-/tegenvaller: Storting begrotingsreserve Duurzame energie

226,2

Mee-/tegenvaller: Plafond I

‒ 45,6

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 407,7

Overboekingen met andere begrotingen

4,4

Corona

‒ 789,2

  

Niet-plafondrelevant

‒ 1.302,5

Oekraïne

‒ 1.300,0

Corona

‒ 2,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

25.881,3

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

5.154,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

9.790,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

980

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

423,1

  

Stand Najaarsnota 2022

16.347,8

  

Beleidsmatig

‒ 1,3

Luchtvaartkredietfaciliteit

‒ 1,3

  

Technisch

2.118,4

Mee-/tegenvaller: Toekomstfonds

8,0

Mee-/tegenvaller: Groningen

1.102,7

Mee-/tegenvaller: diversen

969,9

Corona

37,8

  

Niet-plafondrelevant

3.049,7

Dividenden EBN (veegbrief)

2.586,0

Ontvangsten Mijnbouwwet

2.240,4

Lening Bergermeer(veegbrief)

‒ 1.002,7

Overige Ontvangsten

‒ 774,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

11.181,0

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022 Tijdens het Voorjaar heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) middelen voor Groningen overgeheveld van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar EZK. Het ging daarbij om een bedrag van 6 miljard euro. Daarnaast heeft er een overheveling plaatsgevonden van de Aanvullende Post voor het Klimaatfonds van in totaal 577 miljoen euro naar EZK. Tot slot zijn mutaties verwerkt, van in totaal 18 miljoen euro, om interne problematiek op te lossen.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023 In de Miljoenennota zijn diverse interne mutaties à 15,9 miljoen euro verwerkt. Daarnaast is een lening aan EBN voor de Gasopslag Bergermeer aan de EZK-begroting toegevoegd en is de vergoeding voor het Norgakkoord bijgesteld.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022In de Najaarsnota zijn verschillende mutaties verwerkt, de voornaamste is het verwerken van de tussenvariant van het prijsplafond met een bedrag van 3,2 miljard euro. Daarnaast is het voorschot voor het tijdelijk prijsplafond hierin opgenomen à 1,4 miljard euro. Daarnaast is er nog 505 miljoen euro afgeboekt aan technische mutaties.

Beleidsmatig

VeegbriefIn de Veegbrief zijn onder meer de volgende mutaties verwerkt: de overschrijding van de tegemoetkoming energieprijzen 2022 (46 miljoen euro), de bijstelling van het Norg akkoord (6 miljoen euro) en energiehulp Oekraïne (6 miljoen euro).

EnergiemaatregelenBinnen deze post zijn twee regelingen opgenomen, namelijk tegemoetkoming energieprijzen 2022 en prijsplafond 2023. Bij de tussenvariant van het prijsplafond is van de 3,2 miljard euro die begroot was voor de tegemoetkoming voor huishoudens in november en december 2022, 30 miljoen euro minder gerealiseerd. Daarnaast kent het prijsplafond een realisatiebijstelling van 1 miljard euro. De reden hiervoor is dat enkele grote energieleveranciers niet in 2022 maar in 2023 een subsidieaanvraag hebben ingediend.

Technisch

Mee-/tegenvaller: ToekomstfondsOp artikel 3 is 267 miljoen euro minder gerealiseerd dan bij de tweede suppletoire begroting begroot. Bij vrijwel alle regelingen binnen artikel 3 is sprake van onderuitputting. De regelingen waarbij de realisatie het meest afwijkt, zijn Fund to Fund, Risicokapitaal SEED en Onco Research. Er is geen realisatie op de Fund to Fund regeling, waardoor de bijstelling 73 miljoen euro bedraagt. De reden hiervoor is dat er in 2022 geen aanvragen voor financiering zijn gedaan. Er is 39 miljoen euro minder gerealiseerd op de regeling Risicokapitaal SEED. De reden hiervoor is dat de SEED uitgaven optimistisch geraamd zijn, de aangegane verplichtingen worden in 2023 uitbetaald. Tot slot is op de regeling Onco Research, 21 miljoen euro minder gerealiseerd dan begroot. De reden hiervoor is dat de tweede fase van de 3de pijler niet in 2022 gefinancierd is maar in 2023.

Mee-/tegenvaller: GroningenDeze mutatie betreft verschillende regelingen zoals de Waardevermeerderingsregeling. De uitbetaling aan Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) is niet volgens de raming VJN 2022 verlopen, omdat de regeling meerdere keren is verlengd. Tot slot is bij de versterkingsoperatie ca. 100 mln euro opgeboekt, wat niet volledig nodig bleek te zijn in 2022.

Mee-/tegenvaller: Storting begrotingsreserve Duurzame energieDit is de totale onderuitputting op de SDE, SDE+, SDE++, ISDE en HER+ die in de reserve wordt gestort. Deze reserve kan ingezet worden in de aankomende jaren indien dat nodig blijkt te zijn.

Mee-/tegenvaller: Plafond IOp plafond I is sprake van onderuitputting bij de NGF- en klimaatmiddelen. Bij het NGF gaat dit om 41,6 miljoen euro en voor klimaat is dit 3,9 miljoen euro. Deze middelen worden door middel van de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2023.

Mee-/tegenvaller: diversenGrote posten binnen deze reeks zijn de SDE (312,5 miljoen euro), SDE+ (-307,5 miljoen euro), SDE++ (-81,8 miljoen euro), de garantieregeling BMKB (-24,4 miljoen euro) en Brexit Adjustment Reserve (-38,2 miljoen euro). Deze reeks kent daarom zowel onderuitputting als overschrijding van het oorspronkelijke budget.

Overboekingen met andere begrotingenDeze reeks bevat de overboeking van de SPUK Gelderland. Deze overboeking bedraagt 18 duizend euro.

CoronaIn 2022 zijn de coronamaatregelen afgebouwd. Regelingen zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) (-22,6 miljoen euro), de TVL Starters (-5,8 miljoen euro) en de garantieregeling evenementen kregen daardoor minder aanvragen dan begroot. De Subsidie Evenementengarantie (SEG) (-448,8 miljoen euro) is gedurende dit jaar overgeboekt naar een ander instrument, namelijk TRSEC. Hierdoor loopt de verantwoording van dit budget via dat instrument. Tot slot zijn een aantal mutaties op de garantieregelingen (BMKB, GO en KKC) gedaan om de reserves de gewenste omvang te geven. Nu de maatregelen zijn afgebouwd, worden de reserves verlaagd.

Niet- plafondrelevant

OekraïneDit betreft een lening aan EBN t.b.v. het vullen van de gasopslag Bergermeer. Op de lening aan EBN is uiteindelijk van de gereserveerd 2,3 mld euro slechts 1 mld euro bevoorschot. Een lager bedrag volstond omdat de gasprijzen in het laatste kwartaal van 2022 fors daalden en marktpartijen meer vulden, waarmee het dynamische vuldoel van EBN daalde.

CoronaOnder deze reeks valt bedrijfssteun, hier heeft een bijstelling plaatsgevonden van 2,5 mln. euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022Tijdens het Voorjaar heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) middelen voor Groningen overgeheveld van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar EZK. Het ging daarbij om een bedrag 490 miljoen euro. Daarnaast heeft EZK een bedrag van 2,8 miljard euro ontvangen aan dividenduitkering EBN, 2,2 miljard euro voor de Mijnbouwwet en 400 miljoen euro aan ETS- ontvangsten.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023In de Miljoenennota heeft EZK de ODE afgeboekt omdat dit wordt opgenomen in de Energiebelasting, dit bedraagt 15 miljoen euro. Ook heeft er een bijstelling plaatsgevonden op dividend GasTerra. Door een afronding in het verleden is dit bijgesteld met 0,4 miljoen euro. Daarnaast is de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) geactualiseerd met een bedrag van 150 miljoen euro.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022In de Najaarsnota zijn verschillende mutaties verwerkt. Er zijn meer terugontvangsten voor de TVL, dit gaat om een bedrag van 245 miljoen euro. Ook zijn de ontvangsten voor de Mijnbouwwet naar boven bijgesteld met 130 miljoen euro. Daarnaast is er een meevaller gerealiseerd op de ACM High Trust boetes van 53 miljoen euro.

Beleidsmatig

LuchtvaartkredietfaciliteitIn 2022 is een groter deel van de Luchtvaartkredietfaciliteit, een lening, terugbetaald dan geraamd.

Technisch

Mee-/tegenvaller: ToekomstfondsOp artikel 3 is in totaal 8 miljoen euro meer ontvangen dan begroot bij de tweede suppletoire begroting. Er is echter een groot verschil tussen de verschillende regelingen. De ontvangsten op de Fund to Fund regeling bedragen significant minder dan begroot (47,6 miljoen euro). De reden hiervoor is dat de investeringen en ontvangsten van de fondsen bij hun protfolio bedrijven afwijken van hetgeen begroot. Daarnaast zijn voor Innovatiekredieten de ontvangsten 26 miljoen euro hoger dan was begroot. De reden hiervoor is dat er in 2022 een aantal bedrijven waren die hun innovatiekrediet in een keer afloste. Dit zien we vaker bij de innovatiekredieten, de ontvangsten zijn hierdoor lastig te ramen. Tot slot zijn de ontvangsten die voortkomen uit de SEED-regeling 13 miljoen euro hoger dan begroot, de reden hiervoor is dat de investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang, bijvoorbeeld als er enkele grote exits binnen een jaar plaatsvinden.

Mee-/tegenvaller: GroningenOp deze post wordt inzichtelijk dat de ontvangsten van de NAM lager zijn dan geraamd. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat de NAM de facturen voor versterken slechts gedeeltelijk betaald.

Mee-/tegenvaller: diversenEen grote post in deze reeks is diverse ontvangsten, hier is 99 miljoen euro minder ontvangen dan verwachten. Daarnaast is er voor Wind op Zee 63 miljoen euro minder ontvangsten dan begroot. Tot slot is er voor de post Nationaal Coördinator Groningen 130 miljoen euro minder ontvangen. Binnen deze post zijn er ook een mutaties verwerkt voor een correctie op de ontvangsten Mijnbouwwet, hierdoor valt deze post hoger uit.

CoronaIn het kader van de TVL is in 2022 ruim 24 miljoen euro meer terugbetaald dan verwacht. De ontvangsten vanuit de Regionale Ontwikkel Maatschappijen (ROMs) vielen juist 2,8 miljoen lager uit dan verwacht. Tot slot zijn een aantal mutaties op de garantieregelingen (BMKB, GO en KKC) gedaan om de reserves de gewenste omvang te geven.

Niet- plafondrelevant

Dividenden EBNHier is zichtbaar dat EBN geen dividenden heeft uitgekeerd dit jaar, dit hangt samen met solidariteitsbijdrage, reeds vermeld in Veegbrief. Waardoor het verwachtte bedrag niet is ontvangen.

Ontvangsten MijnbouwwetCa. 2,6 mld euro hiervan is pas begin 2023 ontvangen vanwege technische problemen met de aanslag en ontvangst van de betaling. Hierdoor is dit bedrag niet in 2022 ontvangen waardoor de ontvangsten lager zijn dan verwacht.

Lening Bergermeer Met de 8e Incidentele suppletoire begroting 2022 inzake verder vullen gasopslag Bergermeer is aan EBN een lening van 2,3 miljard euro verstrekt voor de inkoop van gas en vulling van Bergermeer. De verwachting was dat deze lening in 2023 terugbetaald zou worden, maar door een gunstig verloop van de vulling heeft EBN in 2022 al 1 miljard euro van de lening terugbetaald. Dit is verwerkt in de Veegbrief.

Overige ontvangstenIn deze reeks zitten verschillende posten, de grootste post hiervan is de ontvangsten lening EBN Bergermeer. Dit gaat om een bedrag van 1 miljard euro, dit bedrag was in 2023 verwacht maar is in 2022 ontvangen. Tot slot is er een tegenvaller op de ETS- ontvangsten van 164 miljoen euro.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

XIV LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.811,7

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

419,4

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

34,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 126,9

  

Stand Najaarsnota 2022

2.139,0

  

Beleidsmatig

22,1

Veegbrief: Vogelgriep

15,9

Veegbrief: Opdracht Staatsbosbeheer

13,5

Veegbrief: Herschikking Staatsbosbeheer

‒ 13,5

Veegbrief: Overig

6,2

  

Technisch

‒ 77,4

Saldo mee- en tegenvallers

‒ 19,4

Onderuitputting middelen structurele aanpak stikstof vorig kabinet

‒ 24,4

Onderuitputting middelen transitiefonds

‒ 30,5

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 0,8

Corona

‒ 28,4

Desalderingen

26,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

2.083,6

XIV LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

92,3

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

4,8

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

46,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

8,0

  

Stand Najaarsnota 2022

151,8

  

Beleidsmatig

7,9

Veegbrief: Onttrekkingen reserves

7,9

  

Technisch

22,7

Saldo mee- en tegenvallers

‒ 3,3

Desalderingen

26,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

182,4

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Bij de Startnota is onderuitputting op de stikstofmiddelen in 2022 (160,4 miljoen euro) weer toegevoegd aan de LNV-begroting in 2022. Daarnaast bevat deze post mutaties met betrekking tot de Voorjaarsnota 2022. Dit betreft onder andere overhevelingen van de Aanvullende Post ten behoeve van de NVWA, overboekingen tussen departementen en kasschuiven ten behoeve van de structurele aanpak stikstof. Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Bij de Miljoenennota is onder andere 229,2 miljoen euro overgeheveld van de Aanvullende Post (transitiefonds) naar de LNV-begroting voor de provinciale versnellingsvoorstellen de integrale aanpak voor stikstof, klimaat en water in 2022.1 Daarnaast bevat deze post onder andere kasschuiven, bijvoorbeeld de kasschuif ten behoeve van de stikstofmaatregel Gerichte Aankoop. Zie de Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Bij de Najaarsnota is onder andere 26,3 miljoen euro overgeheveld van de Aanvullende Post (transitiefonds) naar de LNV-begroting voor uitvoeringskosten. Daarnaast bevat deze post onderuitputting op middelen van de structurele aanpak stikstof van het vorig kabinet (91,2 miljoen euro). Ook bevat deze post een tegenvaller in het kader van de vogelgriep (33,6 miljoen euro). Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Beleidsmatig

Veegbrief: Vogelgriep

De bestrijdingskosten van de vogelgriep overschrijden het plafondbedrag (30 miljoen euro) dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF). Bij NJN is de tegenvaller van 33,6 miljoen euro geboekt. Na NJN is gebleken dat er nog een extra storting van LNV aan het DGF noodzakelijk is om de hogere kosten voor de vogelgriep op te vangen. Dit leidt tot een tegenvaller van 15,9 miljoen euro op de LNV-begroting.

Veegbrief: Opdracht Staatsbosbeheer

Deze mutatie betreft een extra opdracht aan Staatsbosbeheer (13,5 miljoen euro).

Veegbrief: Herschikking Staatsbosbeheer

De opdracht die aan Staatsbosbeheer is gegeven na NJN was geraamd op het budget van bijdrage aan mede-overheden, terwijl de uitkering via het opdrachtenbudget verloopt (zie veegbrief: Opdracht Staatsbosbeheer). Middels deze mutatie worden de middelen op het juiste instrument geplaatst.

Veegbrief: Overig

Deze verzamelmutatie betreft met name stortingen in begrotingsreserves. Zo wordt onder andere 6,0 miljoen euro gestort in de begrotingsreserve voor de borgstellingsfaciliteit op de LNV-begroting.

Technisch

Saldo mee- en tegenvallers

Deze post bevat het saldo van mee-en tegenvallers. Zo bevat dit een meevaller op het onderdeel wettelijke taken van Wageningen Research (14,6 miljoen euro) en op het onderdeel missiegedreven topsectoren (9,4 miljoen euro). Daarnaast bevat deze post een tegenvaller op de NVWA (14,5 miljoen euro).

Onderuitputting middelen structurele aanpak stikstof vorig kabinet

De onderuitputting op de middelen van structurele aanpak stikstof (24,4 miljoen euro) wordt voornamelijk veroorzaakt door onderuitputting op de maatregel gerichte opkoop (11,8 miljoen euro). Daarnaast is er onder andere ook onderuitputting op mestbeleid (2,8 miljoen euro) en de regeling sanering varkenshouderij (2,3 miljoen euro).

Onderuitputting middelen transitiefonds

De onderuitputting op de middelen van het transitiefonds op de LNV-begroting (30,5 miljoen euro) wordt voornamelijk veroorzaakt door een Specifieke Uitkering aan de Provincie Noord-Holland (25,8 miljoen euro). De betaling heeft niet plaatsgevonden in 2022.

Overboekingen met andere begrotingen

LNV heeft 0,8 miljoen euro overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds. Het betreft het BTW-declarabele deel van de in 2022 beschikbare middelen voor de versnellingsopgave en de uitvoeringskosten m.b.t. de gebiedsgerichte aanpak.

Corona

Deze verzamelpost bevat enkele coronamutaties. Zo is de regeling borgstellingskrediet landbouw in verband met corona (BL-C) per 30 juni 2022 gesloten. De totale garantieruimte is niet volledig benut. Daarom valt 26 miljoen euro vrij.

Desalderingen

Er wordt 26 miljoen euro onttrokken uit de borgstellingsreserve. Deze middelen vallen vrij (zie corona).

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Dit betreft onder andere een desaldering van 4,8 miljoen euro. Dit gaat onder andere over een onttrekking uit de begrotingsreserve visserij ten behoeve van uitvoeringskosten RVO voor het Europees visserijfonds (2,3 miljoen euro). Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Deze post bevat onder andere een storting van het budget van de risicovoorziening vermogensversterkende kredieten in de borgstellingsfaciliteit (46 miljoen euro). Zie de Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Dit betreft onder andere een tegenvaller derogatieontvangsten vanwege vertraging (5 miljoen euro) en meevaller ontvangsten RVO (4,0 miljoen euro). Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Beleidsmatig

Veegbrief: Onttrekkingen reserves

Deze mutatie bevat onttrekkingen uit de begrotingsreserves. Zo is er onder andere 7,9 miljoen euro onttrokken uit de begrotingsreserve landbouw. Deze middelen worden onder andere ingezet voor flankerend beleid pelsdieren (6,3 miljoen euro).

Technisch

Saldo mee- en tegenvallers

Deze post bevat het saldo van mee-en tegenvallers. Zo bevat dit een meevaller op de NVWA (12,5 miljoen euro) en een tegenvaller op visserij (6,8 miljoen euro).

Desalderingen

Dit betreft een tegenboeking van de desalderingen (zie uitgaven technische mutaties desalderingen).

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer uitgaven

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

50.637,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 892,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 3.399,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 187,9

  

Stand Najaarsnota 2022

46.157,9

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 144,2

Realisatie WKB

23,0

Realisatie Wajong

‒ 21,7

Realisatie apparaat

‒ 20,8

Diverse mee- en tegenvallers

‒ 51,7

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 0,1

Corona

‒ 72,8

  

Niet-plafondrelevant

‒ 1,2

Rijksbijdragen

‒ 1,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

46.012,5

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer ontvangsten

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

2.860,9

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

928,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

2.501,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 69,9

  

Stand Najaarsnota 2022

6.220,2

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

24,3

Werkgeversbijdrage kinderopvang

‒ 15,8

Mee-/tegenvaller: diversen

28,9

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

11,2

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

6.244,5

Uitgaven

Mutaties tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022

Voor 2022 zijn de uitgaven tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is voornamelijk veroorzaakt door fors lagere uitgaven aan de Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). Alle grote onderliggende mutaties zijn toegelicht in de Voorjaarsnota van 2022, Miljoenennota 2023 en Najaarsnota 2022.

Technische mutaties

Realisatie WKB

Op basis van de definitieve realisatie bij het kindgebonden budget (WKB) worden de uitgaven met 23 miljoen euro naar boven bijgesteld. Hierbij gaat het om 16 miljoen euro lagere uitgaven over het lopende toeslagjaar en 39 miljoen euro hogere nabetalingen over eerdere toeslagjaren:

Realisatie Wajong

Het ministerie van SZW heeft het UWV in verband met lager verwachte uitgaven aan de Wajong met 21,7 miljoen euro minder bevoorschot.

Realisatie apparaat

Op basis van de realisatie werd 20,8 miljoen euro minder uitgegeven aan apparaat bij SZW. Zo werd er 13,1 miljoen minder uitgegeven aan eigen personeel dan gepland, voornamelijk doordat er minder nieuwe medewerkers zijn geworven, terwijl de uitstroom juist hoger was.

Diverse mee- en tegenvallers

Deze post is de som van verschillende relatief kleine mee- en tegenvallers. Er is onder meer minder uitgegeven op Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (18,8 miljoen euro). Dit komt omdat minder subsidie is aangevraagd en bevoorschot dan beschikbaar was. Ook zijn minder aanvullende voorschotten verstrekt voor lopende projecten waar al in 2021 subsidie voor was aangevraagd. Het niet-bestede budget in 2022 schuift door naar de komende jaren. Daarnaast is er minder uitgegeven aan opdrachten arbeidsmarkt (7,7 miljoen euro).

Corona

Er werd 72,8 miljoen euro minder uitgegeven aan corona gerelateerde uitgaven. Dat bestond onder meer uit 66,0 miljoen euro minder uitgaven aan arbeidsmarktdienstverlening. De forse onderuitputting is deels te verklaren vanwege een opstartfase van de Regionale Mobiliteitsteams (RMT’s) in de eerste helft van 2022. De vraag naar dienstverlening van de RMT’s is in de loop van 2022 wel toegenomen. De uitgaven aan de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) zijn neerwaarts bijgesteld met 13,8 miljoen euro.

Daarnaast zijn de uitgaven met 11,2 miljoen euro verhoogd in verband met een correctie met betrekking tot de Tijdelijk tegemoetkomingregeling Kinderopvang. De voorschotten die waren verstrekt aan de uitvoerders over eerdere tegemoetkomingsperiodes zijn afgerekend. Per saldo leidt dit tot een terugontvangst. Deze ontvangst is bij Najaarsnota per abuis geboekt als lagere uitgaven. Dit is gecorrigeerd en als hogere terugontvangst geboekt. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als terugontvangsten.

Rijksbijdragen

Bij de Rijksbijdragen aan de sociale fondsen is de bijdrage voor de AO-tegemoetkomingen met 1,2 miljoen euro naar beneden bijgesteld, omdat de uitgaven van UWV aan de tegemoetkomingen lager uitvielen.

Ontvangsten

Mutaties tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022

Voor 2022 zijn de ontvangsten tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022 opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is voornamelijk veroorzaakt door hogere terugontvangsten aan de Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). Alle grote onderliggende mutaties zijn toegelicht in de Voorjaarsnota van 2022, Miljoenennota 2023 en Najaarsnota 2022.

Technische mutaties

Werkgeversbijdrage kinderopvang

Op basis van de definitieve realisatie zijn de ontvangsten in verband met de Werkgeversbijdrage kinderopvang 15,8 miljoen euro naar beneden bijgesteld.

Mee-/tegenvaller: diversen

Er werd 28,9 miljoen euro meer ontvangen voor diverse mee- en tegenvallers. Zo werden de ontvangsten voor het kindgebonden budget op basis van de definitieve realisatie met 10,1 miljoen euro naar boven bijgesteld. Daarnaast vielen de algemene ontvangsten op artikel 1 arbeidsmarkt 5,8 miljoen euro hoger uit.

Corona

De ontvangsten zijn met 11,2 miljoen euro naar boven bijgesteld in verband met een correctie met betrekking tot de Tijdelijk tegemoetkomingregeling Kinderopvang. De voorschotten die waren verstrekt aan de uitvoerders over eerdere tegemoetkomingsperiodes zijn afgerekend. Per saldo leidt dit tot een terugontvangst. Deze ontvangst is bij Najaarsnota per abuis geboekt als lagere uitgaven. Dit is gecorrigeerd en als hogere terugontvangst geboekt. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als terugontvangsten.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

28.479,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

6.984,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 2.288,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 1.286,8

  

Stand Najaarsnota 2022

31.887,7

  

Beleidsmatig

0,5

Veegbrief

0,5

  

Technisch

‒ 510,9

Realisaties

‒ 198,3

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 1,3

Corona

‒ 767,2

Oekraïne

‒ 4,3

Desalderingen

460,2

  

Niet-plafondrelevant

17,6

Zorgtoeslag

17,6

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

31.394,9

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

210,3

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

107,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 19,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

321,1

  

Stand Najaarsnota 2022

619,0

  

Technisch

601,5

Realisaties

53,3

Corona

88,0

Desalderingen

460,2

  

Niet-plafondrelevant

37,5

Zorgtoeslag

37,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.257,9

Uitgaven

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Dit zijn alle mutaties tot en met de Voorjaarsnota 2022. Het gaat hierbij onder andere om de verhoging van de zorgsalarissen conform motie-Hermans (structureel 98 miljoen euro op de VWS-begroting), overboekingen van de coalitieakkoordmiddelen van de Aanvullende post van het ministerie van Financiën naar de VWS-begroting (188 miljoen euro structureel) en mutaties voor COVID-19 (5,0 miljard euro in 2022 en 2,4 miljard euro in 2023) en Oekraïne (82,3 miljoen euro in 2022 en 29,8 miljoen euro in 2023). Ook zijn bij Voorjaarnota diverse bijstellingen verwerkt. De toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Voorjaarsnota.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Dit zijn alle mutaties tussen de Voorjaarsnota 2022 en de Miljoenennota 2023. Het gaat hierbij onder andere om overhevelingen van coalitieakkoordmiddelen van de aanvullende post naar de VWS begroting (29,2 miljoen in 2022) en ramingsbijstellingen voor Covid-19 (-1 miljard euro in 2022). Daarnaast is onder meer een bijstelling voor de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (SOV) (8 miljoen euro) en een bijdrage aan Pallas voor incidentele projectkosten (27 miljoen euro in 2022). Verdere toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Miljoenennota.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Dit zijn alle mutaties tussen de Miljoenennota t/m Najaarsnota. Het gaat hierbij onder andere om een kasschuif voor de continuïteit van cruciale jeugdzorg, (-8,9 miljoen euro), een wisselkoerseffect van zorgcontracten in Caribisch Nederland (13,6 miljoen euro). Daarnaast was er sprake van meevallende uitgaven voor de SOV-regeling en een vrijval van middelen voor de NVWA. Ook vielen de coronagerelateerde uitgaven lager uit dan initieel geraamd op verschillende budgetten. Verdere toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Najaarsnota.

Beleidsmatig

Veegbrief

In de Veegbrief zijn verschillende mutaties gemeld, waaronder het herstel van een bijdrage voor de opdracht aanpassingen eigen bijdrage beschermd wonen die niet in de Najaarsnota was beland (89 duizend euro) en een overschrijding op het subsidiebudget voor veelbelovende zorg (385 duizend euro).

Technisch

Realisaties

Na de Najaarsnota is er nog ‒ 198,5 miljoen euro aan onderschrijdingen op de begrotingsuitgaven gemeld, waaronder ‒ 34,5 miljoen aan lagere apparaatsuitgaven. Ook trad er in totaal 62,8 miljoen euro aan onderuitputting op verschillende subsidiebudgetten en ‒ 48,5 miljoen onderuitputting op verschillende opdrachtenbudgetten.

Overboekingen met andere begrotingen

In de Veegbrief zijn een aantal overboekingen gemeld. Het betreft de bijdrage van VWS voor de TNO Leefstijlcoalitie (-185 duizend euro), de bijdrage aan de VNG voor de subsidie Uitbuiting stoppen we samen II (-102 duizend euro) en bijdragen van JenV voor de campagne huiselijk geweld en kindermishandeling (150 duizend euro) en voor de digitalisering van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (1,2 miljoen euro).

Corona

De coronagerelateerde uitgaven vallen lager uit dan initieel geraamd. Er was bijvoorbeeld onderuitputting op verschillende openstaande verplichtingen, waaronder Stichting open Nederland (-100 miljoen euro), Open House sneltesten (-29 miljoen euro), Pfizer (-12 miljoen euro), AstraZeneca (-7,7 miljoen euro), CoronIt va GGD Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie (GGD GHOR) (-5,4 miljoen euro) en Loveland teststraten (-10 miljoen euro). Daarnaast was er onderuitputting op het budget voor vaccins (-150,9 miljoen euro) en Dienst Testen besteedde minder middelen dan eerder voorzien (-125,1 miljoen euro). Ook het budget voor de Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding is omlaag bijgesteld (-83,0 miljoen euro) en de benodigde middelen voor testen, traceren en vaccineren vielen lager uit dan geraamd (-75,8 miljoen euro). Het budget voor de Subsidieregeling Topsportevenementen Inkomstenderving Kaartverkoop voor 2022 is vrijgevallen (-36,0 miljoen euro) omdat de notificatieprocedure bij de Europese Commissie nog loopt.

Tabel 1 Coronagerelateerde mutaties: uitgaven

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Onderuitputting openstaande verplichtingen

‒ 163,8

Onderuitputting vaccins

‒ 150,9

Onderuitputting Dienst Testen

‒ 125,1

Onderuitputting LCCB

‒ 83,0

Onderuitputting GGD testen, traceren, vaccineren

‒ 75,8

Vrijval STIK

‒ 36,0

Onderuitputting bekostiging Caribisch Nederland

‒ 27,0

Vrijval medische producten (mondkapjes)

‒ 26,0

Overige mutaties (<25 miljoen euro)

‒ 79,7

  

Totaal

‒ 767,2

Oekraïne

De realisaties op het Oekraïnebudget zijn 4,3 miljoen euro lager dan geraamd, doordat de subsidie (-5,0 miljoen euro) en opdrachten (-0,5 miljoen euro) lager zijn uitgevallen. Daarnaast was er een verplichting aan het RIVM voor bilaterale aankoop van het antiviraal middel MSD die op het verkeerde budget geboekt was (1,3 miljoen euro).

Desalderingen

Om aan te sluiten bij de ramingen van het Centraal Planbureau worden in de VWS-ontwerpbegroting de netto uitgaven aan zorgtoeslag weergegeven. Dat wil zeggen de uitgaven aan zorgtoeslag verminderd met de terugvorderingen en ontvangsten. Bij Slotwet/Jaarverslag worden de uitgaven en de ontvangsten daarentegen afzonderlijk gepresenteerd. Hiervoor is een technische bijstelling van 460 miljoen euro ten opzichte van de tweede suppletoire wet aan de uitgavenkant en een bijstelling van 460 miljoen euro aan de ontvangstenkant gedaan.

Niet-plafondrelevant

Zorgtoeslag

De realisatiecijfers van de zorgtoeslag uitgaven zijn 26,1 miljoen euro hoger dan geraamd en het budget voor tegemoetkoming specifieke zorgkosten vertoont onderuitputting (-8,7 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Dit betreft een aantal bijstellingen op ontvangstenramingen, waaronder een neerwaartse bijstelling van de ontvangstenraming voor bestuursrechtelijke premie wanbetalers van incidenteel 10 miljoen euro en opwaartse bijstellingen van de ontvangstenramingen voor artikel 1 Volksgezondheid van structureel 10 miljoen euro en de ontvangstenraming voor de specifieke uitkering voor de stimulering van sport (37 miljoen euro in 2022, 23 miljoen euro in 2023 en 12 miljoen euro in 2024). Verdere toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Voorjaarsnota.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023

Bij Miljoenennota is onder meer een ramingsbijstelling voor de ontvangsten wanbetalers verwerkt (-15 miljoen euro in 2022). Verdere toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Miljoenennota.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota

Bij Najaarsnota is onder meer een hogere terugvordering van de overlooppost bij ZonMW verwerkt (23,4 miljoen euro) en waren er terugvorderingen op verschillende coronagerelateerde opdrachtenbudgetten (273,6 miljoen euro). Verdere toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Najaarsnota.

Corona

De coronagerelateerde ontvangsten vallen hoger uit dan geraamd. Dit komt onder andere door de afrekening van aan Mediq betaalde voorschotten in het kader van het Landelijk Coördinatie Centrum Hulpmiddelen (10,7 miljoen euro) en een afrekening van GGD GHOR (90 miljoen euro) en ontvangsten en afrekening van subsidie SNPG (22 miljoen euro). Daarnaast is er, door nog niet ontvangen betalingen van het CIBG, een tekort ontstaan van ‒ 10,2 miljoen euro. Binnen de corona gerelateerde ontvangsten heeft ook een technische correctie plaatsgevonden vanwege de verplaatsing van GGD GHOR naar een ander hoofdbudget, waardoor deze ontvangsten raming naar beneden moest worden bijgesteld (-45 miljoen euro).

Tabel 2 Coronagerelateerde mutaties: niet-belastingontvangsten

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Afrekening GGD GHOR & subsidie SNPG

112,8

Tecnische correctie SON & GGD GHOR

‒ 45,0

Overige mutaties (<25 miljoen euro)

20,2

  

Totaal

88,0

Desalderingen

Om aan te sluiten bij de ramingen van het Centraal Planbureau worden in de VWS-ontwerpbegroting de netto uitgaven aan zorgtoeslag weergegeven. Dat wil zeggen de uitgaven aan zorgtoeslag verminderd met de terugvorderingen en ontvangsten. Bij Slotwet/Jaarverslag worden de uitgaven en de ontvangsten daarentegen afzonderlijk gepresenteerd. Hiervoor is een technische bijstelling van 460 miljoen euro ten opzichte van de tweede suppletoire wet aan de uitgavenkant en een bijstelling van 460 miljoen euro aan de ontvangstenkant gedaan.

Zorgtoeslag

De realisatiecijfers van de zorgtoeslag ontvangsten zijn hoger dan in de veegbrief geraamd (37,3 miljoen euro).

Sociale Verzekeringen

SOCIALE VERZEKERINGEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer uitgaven

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

66.249,5

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 885,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 542,3

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 445,1

  

Stand Najaarsnota 2022

64.376,6

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 152,8

Realisatie WW

35,0

Realisatie Wet Betaald Ouderschapsverlof

‒ 138,9

Realisatie Re-integratie

‒ 16,8

Realisatie WIA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)

‒ 23,1

Realisatie Wet Arbeidsongeschiktheid

‒ 17,2

Mee-/tegenvaller: diversen

8,3

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

64.223,8

SOCIALE VERZEKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer ontvangsten

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

240,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 15,5

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 19,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 40,5

  

Stand Najaarsnota 2022

165,0

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 1,0

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 1,0

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

164,0

Uitgaven

Mutaties tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022

Voor 2022 zijn de uitgaven tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022 opwaarts bijgesteld. Alle grote onderliggende mutaties zijn toegelicht in de Voorjaarsnota van 2022, Miljoenennota 2023 en Najaarsnota 2022.

Technische mutaties

Realisatie WW

Uit de realisatie van de Werkloosheidswet (WW) blijkt dat ten opzichte van de Najaarsnota 35,0 miljoen euro meer is uitgegeven. De gerealiseerde instroom in de WW was weliswaar lager dan verwacht bij Najaarsnota, maar de uitstroom was nog lager en de gemiddelde uitkering was juist hoger. Hier zijn de uitgaven per saldo hoger uitgevallen, daarvoor wordt het uitgavenplafond gecorrigeerd.

Realisatie Wet Betaald Ouderschapsverlof

De uitgaven aan de Wet betaald ouderschapsverlof zijn 138,9 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Dit komt doordat het gebruik lager uitviel dan eerder werd verwacht. De regeling is sinds augustus 2022 in werking getreden en de uitkering wordt (in drie periodes) na afloop van het genoten verlof aangevraagd. Dit kan een mogelijke verklaring waarom de volumes tot op heden lager uitvallen. De gemiddelde uitkeringshoogte was daarentegen hoger dan verwacht.

Realisatie Re-integratie

In 2022 is de onderuitputting op het premiegefinancierde re-integratiebudget UWV uitgekomen op 16,8 miljoen euro op basis van de realisatiegegevens van UWV.

Realisatie WIA: Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten

Binnen de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) zijn de uitgaven aan de WGA-uitkering voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten 23,1 miljoen euro lager uitgevallen. Dit is het per saldo effect van een lager aantal uitkeringsjaren en een iets hogere gemiddelde uitkering.

Realisatie Wet Arbeidsongeschiktheid

De uitgaven aan de Wet Arbeidsongeschiktheid zijn 17,2 miljoen lager uitgevallen. Dit komt voornamelijk doordat de uitstroom iets hoger lag dan verwacht.

Mee-/tegenvaller: diversen

Sinds Najaarsnota 2022 zijn diverse uitgaven bijgesteld. Hieronder vallen bijvoorbeeld 17 miljoen euro minder uitgaven aan de Compensatieregeling voor de Transitievergoeding bij Langdurige Arbeidsongeschiktheid en 12 miljoen euro meer uitgaven aan de Ziektewet.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022

Voor 2022 zijn de ontvangsten tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022 opwaarts bijgesteld. Alle grote onderliggende mutaties zijn toegelicht in de Voorjaarsnota van 2022, Miljoenennota 2023 en Najaarsnota 2022.

Technische mutaties

Mee-/tegenvallers: diversen

Bij de realisatie van de Werkloosheidwet zijn de ontvangsten voor het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (ufo) met 1 miljoen euro naar beneden bijgesteld.

Zorg

ZORG: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

84.649,9

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

813,8

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 843,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 13,4

  

Stand Najaarsnota 2022

84.607,0

Technisch

154,9

Actualisatie Q4 Zvw

169,7

Actualisatie Q4 Wlz

5,1

Actualisatie Wlz uitgaven

‒ 6,9

Diversen

‒ 13,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

84.762,0

ZORG: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

5.310,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

2,6

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 24,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 7,5

  

Stand Najaarsnota 2022

5.281,0

  

Technisch

0,4

Eigen risico Zvw

‒ 0,9

Eigen betalingen Wlz

1,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

5.281,4

Uitgaven

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022Na de ontwerpbegroting van 2022 zijn door de motie Hijink en Bikker de zorgsalarissen verhoogd (606 miljoen euro). Verder zijn sinds de Startnota onder meer mutaties verwerkt voor COVID-19 (245 miljoen euro in 2022) en overhevelingen van de Aanvullende post van het ministerie van Financiën (39,7 miljoen euro in 2022). Ook zijn bij Voorjaarnota diverse bijstellingen verwerkt. De toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Voorjaarsnota.

Mutaties van voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023Bij de Miljoenennota 2023 is onder meer een bijstelling gedaan voor de Zvw-uitgaven naar aanleiding van nieuwe uitvoeringsinformatie (-722,5 miljoen euro) en voor de Wlz-uitgaven (-125 miljoen euro).

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022Bij najaarsnota is een specifieke beleidsregel voor 2022 gemaakt, die het mogelijk maakt voor zorgkantoren en zorgaanbieders in de langdurige zorg om maatwerkafspraken te maken in verband met bovenmatig gestegen (energie)prijzen 2022 die niet door maatregelen binnen de exploitatie kunnen worden opgevangen (30 miljoen euro). Daarnaast zijn op basis van actuele ramingen van zorgverzekeraars de Zvw-uitgaven en de buiten contracteerruimte van de Wlz in 2022 geactualiseerd (-43,4 miljoen euro).

Stand Najaarsnota 2022

Actualisatie Q4 Zvw

Op basis van de actualisatie van (voorlopige) realisatiecijfers over 2022 op basis van cijfers over het vierde kwartaal van zorgverzekeraars over de verwachte Zvw-uitgaven is een tegenvaller van 169,7 miljoen euro verwerkt.

Actualisatie Q4 Wlz

Op basis van de actualisatie van (voorlopige) realisatiecijfers over 2022 op basis van cijfers over het vierde kwartaal van het Zorginstituut over de verwachte Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte is een tegenvaller van 5,1 miljoen euro verwerkt.

Actualisatie Wlz uitgaven

Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader is een meevaller van 6,9 miljoen euro verwerkt.

Diversen

Dit betreft de vrijval van middelen die nog op nominaal en onverdeeld Zvw gereserveerd stonden. Het betreft het saldo van diverse in omvang geringe bedragen.

Ontvangsten

Stand Miljoenennota 2022

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Na de ontwerpbegroting van 2022 zijn door de motie Hijink en Bikker de zorgsalarissen verhoogd, wat doorwerkt in de geraamde opbrengst van het eigen risico (2,6 miljoen euro in 2022).

Mutaties voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Bij de Miljoenennota 2023 zijn onder meer de ramingen naar beneden bijgesteld van het eigen risico in de Zvw en de eigen bijdragen in de Wlz.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

De raming van het eigen risico is naar beneden bijgesteld (7,5 miljoen euro).

Stand Najaarsnota 2022

Technisch

Eigen risico ZvwDe Zvw-uitgaven zijn geactualiseerd op basis van (voorlopige) realisatiecijfers over 2022 op basis van cijfers van het vierde kwartaal van zorgverzekeraars. Op basis hiervan is ook de opbrengstenraming van het eigen risico aangepast.

Eigen bijdragen WlzDit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen op basis van cijfers van het Zorginstituut.

Gemeentefonds

GEMEENTEFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

35.597,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

3.039,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

1.171,4

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

830,8

  

Stand Najaarsnota 2022

40.638,4

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 656,9

Mee-/tegenvaller: Wijziging betalingsverloop AU 2022

‒ 656,0

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 0,9

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

0,0

  
  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

39.981,4

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Wijziging betalingsverloop AU 2022

Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene uitkering 2022. Een deel van de uitkeringen kon in 2022 niet meer tot betaling komen (waaronder 500 mln. van de kasschuif energietoelage). Omdat gemeenten recht hebben op deze bedragen wordt het bedrag in 2022 afgeboekt en het kasbudget 2023 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het mogelijk om de uitkeringen in 2023 alsnog tot betaling te laten komen.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen, waarvan de wijziging betalingsverloop voor de decentralisatie-uitkeringen 2022 met 0,4 mln. euro de voornaamste is.

Provinciefonds

PROVINCIEFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

2.540,7

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

256,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

49,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 3,2

  

Stand Najaarsnota 2022

2.843,4

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

0,1

Mee-/tegenvaller: diversen

0,1

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

0,0

  

Oekraïne

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

2.843,5

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen (Rijksbegroting)Dit betreft een som van meerdere mutaties die onder de ondergrens vallen, waarvan een (beperkte) overschrijding van 83.000 euro de voornaamste is. Dit betreft een overschrijding van het budget aan onderzoeken naar de omvang en verdeling van het Provinciefonds.

Mobiliteitsfonds

MOBILITEITSFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

7.201,3

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

699,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

387,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 281,2

  

Stand Najaarsnota 2022

8.006,4

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 220,0

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 209,8

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

‒ 10,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

7.786,4

MOBILITEITSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

7.201,3

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

699,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

387,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 172,1

  

Stand Najaarsnota 2022

8.115,5

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 37,8

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 27,6

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

‒ 10,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

8.077,6

Uitgaven en niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Mee-en tegenvallers

 

Sinds de Najaarsnota is in totaal 210 mln. minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Lagere uitgaven van ca. 87 mln. op de realisatie en vervanging en renovatie van het hoofdwegennet. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door vertraging van bijv. A27 Houten-Hooipolder, een overschot op o.a. de Haringvlietbrug, een meevaller op de A10 Rozenoordbrug, latere realisaties vanwege vertraging in uitvoering/oplevering van project A15-N3 en mix van vertragingen op kleine projecten;

  • Lagere uitgaven van ca. 40 mln. op het hoofdvaarwegennet. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt bij de Twente kanalen waar declaraties niet of niet tijdig zijn ontvangen en Lemmer-Delfzijl omdat de BTW afdracht niet meer in 2022 heeft kunnen plaatsvinden;

  • Lagere uitgaven van ca. 40 mln. op European Railway Traffic Management System (ERTMS) en Zuidasdok doordat een aantal bijdragen niet meer in dit begrotingsjaar plaatsvinden.

Diergezondheidsfonds

DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

35,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

11,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

43,2

  

Stand Najaarsnota 2022

89,9

  

Niet-plafondrelevant

‒ 6,5

Bijstelling bewaking en bestrijding van dierziekten

‒ 6,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

83,4

DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

27,2

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

41,2

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

30,3

  

Stand Najaarsnota 2022

99,2

  

Niet-plafondrelevant

15,4

Vogelgriep

15,9

Overige bijstelling bewaking en bestrijding van dierziekten

‒ 0,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

114,6

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze verzamelpost bevat onder andere een bijstelling naar boven van de prognose bestrijding van dierziekten (13 miljoen euro). Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de vogelgriep. Daarnaast is er een bijstelling naar beneden van de prognose overige uitgaven (1,6 miljoen euro). Dit betreft een verlaging van de uitvoeringskosten RVO door minder bezwaren en beroepschriften vanuit de rundersector. Zie Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Dit betreft een verhoging van de uitgaven voor bestrijding van dierziekten (43,2 miljoen euro). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de vogelgriep. Zie Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Niet-plafondrelevant

Bijstelling bewaking en bestrijding van dierziekten

Dit betreft een verlaging van de uitgaven aan bewaking en bestrijding van dierziekten. Dit wordt met name veroorzaakt door een factuur die niet meer betaald is in 2022 (1,7 miljoen euro) en het feit dat er minder uitbraken van de vogelgriep waren dan verwacht (4,8 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Conform de begrotingssystematiek van het Diergezondheidsfonds wordt het eindsaldo DGF 2021 aan de begroting 2022 toegevoegd (41,2 miljoen euro). Zie Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Dit betreft een verzamelmutatie met onder andere het toevoegen van de prijsbijstelling (0,6 miljoen euro). Zie Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Deze verzamelpost bevat onder andere een hogere ontvangst veroorzaakt door een extra LNV-bijdrage aan het DGF in het kader van de vogelgriep. Zie Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Niet-plafondrelevant

Vogelgriep

De bestrijdingskosten van de vogelgriep overschrijden het plafondbedrag (30 miljoen euro) dat voor de pluimveesector is opgenomen in het convenant bestrijding besmettelijke ziekten 2020-2024. De kosten boven dit plafond worden betaald uit de rijksbijdrage aan het Diergezondheidsfonds (DGF). Bij NJN is de ontvangst van DGF verhoogd met 33,6 miljoen euro. Na NJN is gebleken dat er nog een extra storting van LNV aan het DGF noodzakelijk is in verband met de vogelgriep. Dit leidt tot een hogere ontvangst op de DGF-begroting (15,9 miljoen euro). Later bleek dat er toch minder uitbraken waren dan verwacht (zie bijstelling bewaking en bestrijding van dierziekten).

Overige bijstelling bewaking en bestrijding van dierziekten

Dit betreft een verzamelmutatie met onder andere een correctie zodat de ontvangsten LNV op de DGF-begroting aan sluiten bij bijdrage aan DGF op de LNV-begroting (4,1 miljoen euro).

Accres Gemeentefonds

ACCRES GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
 

2022

Stand Miljoenennota 2022

295,83

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

110,33

Mutaties Miljoenennota 2023

‒ 406,16

Mutaties Najaarsnota 2022

0

  

Stand Najaarsnota 2022

0

  

Stand FJR 2022

0

ACCRES GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2022

Stand Miljoenennota 2022

0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0

Mutaties Miljoenennota 2023

0

Mutaties Najaarsnota 2022

0

  

Stand Najaarsnota 2022

0

  

Stand FJR 2022

0

Ten opzichte van de Najaarsnota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

Accres Provinciefonds

ACCRES PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
 

2022

Stand Miljoenennota 2022

42,404

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

14,243

Mutaties Miljoenennota 2023

‒ 56,647

Mutaties Najaarsnota 2022

0

  

Stand Najaarsnota 2022

0

  

Stand FJR 2022

0

ACCRES PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2022

Stand Miljoenennota 2022

0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0

Mutaties Miljoenennota 2023

0

Mutaties Najaarsnota 2022

0

  

Stand Najaarsnota 2022

0

  

Stand FJR 2022

0

Ten opzichte van de Najaarsnota 2022 zijn er geen mutaties geweest.

BES-fonds

BES-FONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

42,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

4,9

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

6,7

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

8,3

  

Stand Najaarsnota 2022

62,3

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

4,8

Wisselkoerseffecten

4,8

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

67,1

Uitgaven

Technische mutaties

Wisselkoerseffecten

De wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2022 zijn verrekend met de wisselkoersreserve op de begroting van Koninkrijkrelaties.

Niet-belastingontvangsten

Voor het BES-fonds zijn er geen niet-belastingontvangsten.

Deltafonds

DELTAFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.328,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

198,9

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

64,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 61,2

  

Stand Najaarsnota 2022

1.530,3

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 148,0

Mee-/tegenvaller: diversen

‒ 141,2

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

‒ 6,8

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.382,3

DELTAFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.328,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

198,9

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

64,1

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

24,6

  

Stand Najaarsnota 2022

1.616,1

  

Beleidsmatig

0,0

ISB's, amendementen etc.

0,0

Veegbrief

0,0

  

Technisch

‒ 2,3

Mee-/tegenvaller: diversen

4,5

Overboekingen met andere begrotingen

0,0

Corona

0,0

Desalderingen

‒ 6,8

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

1.613,8

Uitgaven en niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Mee- en tegenvallers

Sinds de Najaarsnota is in totaal ca. 146 mln. minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Lagere uitgaven op artikel 1 (investeren in waterveiligheid) van ca. 40 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door o.a. lagere investeringen in waterveiligheid en onderbesteding bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma omdat een groot deel van de realisatie in 2023 zal plaatsvinden,

  • Lagere uitgaven op artikel 2 (investeren in zoetwatervoorzieningen) van ca. 78 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere uitgaven voor de impulsregeling vanwege capaciteitsproblemen bij de uitvoering van de regeling en het later inwerking treden van het zoetwatermaatregelenpakket dan gepland;

  • Lagere uitgaven op artikel 7 (investeren in waterkwaliteit) van ca. 26 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door lagere uitgaven aan grote wateren vanwege vertraging in de plan- en uitvoeringsfase, lagere investeringen in waterkwaliteit omdat de financiële afwikkeling bij meerdere projecten niet meer in 2022 heeft kunnen plaatsvinden en lagere uitgaven aan MIRT onderzoeken t.b.v. de Delta-aanpak.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

DEFENSIEMATERIEELBEGROTINGSFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

5.065,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

923,8

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 544,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

‒ 566,6

  

Stand Najaarsnota 2022

4.878,3

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

75,5

Saldo mee- en tegenvallers

15,5

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

75,0

Meevaller: verwerving lucht materieel

‒ 37,7

Meevaller: verwerving vastgoed

‒ 35,8

Tegenvaller: onderhoud marine schepen

34,6

Tegenvaller: instandhouding land materieel

21,2

Overboekingen met andere begrotingen

6,9

Oekraïne

‒ 4,3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

4.953,8

DEFENSIEMATERIEELBEGROTINGSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

5.065,4

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1.234,2

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 854,6

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

84,8

  

Stand Najaarsnota 2022

5.529,7

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

81,8

Saldo mee- en tegenvallers

43,3

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

31,7

Overboekingen met andere begrotingen

6,9

  

Niet-plafondrelevant

‒ 5,2

Niet-plafondrelevant Oekraïne

‒ 5,2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

5.606,3

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022 Met de eerste suppletoire begroting voor het Defensiematerieelbegrotingsfonds is de eindejaarsmarge toegevoegd en is de prijsbijstelling uitgekeerd. Beide bijstellingen leiden tot een opwaartse bijstelling van de uitgavenzijde van het fonds. Vervolgens is een aantal kasschuiven verwerkt, bijvoorbeeld voor vastgoed en voor IT, dat leidt tot lagere uitgaven.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023 Sinds de eerste suppletoire begroting is een aantal kasschuiven verwerkt aan de uitgavenzijde van het fonds. Met deze kasschuiven worden de uitgaven voor de investeringen en voor de instandhouding aangepast aan de nieuwe ramingen. Deze kasschuiven zijn met name het gevolg van de krapte op de Defensiemarkten.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022 In de tweede suppletoire begroting voor 2022 heeft Defensie over vrijwel alle artikelen van het fonds de uitgaven verlaagd. Deze verlagingen zijn voornamelijk het gevolg van gewijzigde externe omstandigheden, zoals krapte op de Defensie- en arbeidsmarkten en de nasleep van Covid-19 invloed op toeleveringsketens. Tevens vond valutacompensatie plaats.

Uitgaven

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van meerdere uitgavenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan op diverse Defensiematerieelprojecten.

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

De effecten van de aanpassingen in wisselkoers worden verwerkt op de begroting van Defensie. De tegenvaller die hierdoor optreedt op de begroting van Defensie wordt deels gecompenseerd door aanvullende middelen en deels door Defensie.

Meevaller: lucht materieel

Dit betreft het niet volledig tot realisatie komen van enkele lucht materieelprojecten door vertragingen in 2022.

Meevaller: vastgoed

Dit betreft het niet volledig tot realisatie komen van enkele vastgoedprojecten door vertragingen in 2022.

Tegenvaller: onderhoud marine schepen

Dit betreft met name het duurder uitvallen van het onderhoud aan diverse Zr.Ms. schepen.

Tegenvaller: instandhouding land materieel

De realisaties van onder andere het onderhoud aan het infanterie gevechtsvoertuig CV90, Defensiebrede aanschaf van werkplaatsinrichting en artikelen voor de bedrijfshulpverlening vielen anders uit dan geraamd in 2022.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een technische overboeking van middelen voor militaire goederen aan Oekraïne van HGIS naar niet-HGIS binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Oekraïne

Dit betreft bijstelling van de middelen voor militaire goederen aan Oekraïne doordat deze niet tot realisatie zijn gekomen.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Mutaties t/m Miljoenennota 2023 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Mutaties t/m Najaarsnota 2022 Dit betrof diverse desalderingen om de niet-belastingontvangsten aan te sluiten met de uitgaven.

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan. De hogere ontvangsten worden met name veroorzaakt door een hogere teruggave uit FMS holding accounts dan verwacht.

Tegenvaller: compensatie valuta US Dollars

De effecten van de aanpassingen in wisselkoers worden verwerkt op de begroting van Defensie. De tegenvaller die hierdoor optreedt op de begroting van Defensie wordt deels gecompenseerd door aanvullende middelen.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een technische overboeking van middelen voor militaire goederen aan Oekraïne van HGIS naar niet-HGIS binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Niet-plafondrelevant Oekraïne

Dit betreft een technische overboeking binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Prijsbijstelling

PRIJSBIJSTELLING: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

865,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 865,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

0,0

  

Mutaties van Najaarsnota t/m Financieel Jaarverslag Rijk 2022

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022

0,0

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze mutaties betreffen aanpassingen voor het verwerken van de nieuwe begrotingsgrondslagen, bijstellingen van de jaarlijkse reservering op de begroting op basis van de ontwikkelingen in prijzen en het overboeken van de prijsbijstellingstranche 2022 naar de departementen.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Er hebben zich tussen de Voorjaarsnota en de Miljoenennota 2023 geen wijzigingen voorgedaan op het begrotingshoofdstuk Prijsbijstelling.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Er hebben zich tussen de Miljoenennota en Najaarsnota 2022 geen wijzigingen voorgedaan op het begrotingshoofdstuk Prijsbijstelling.

Mutaties van Najaarsnota t/m Financieel Jaarverslag Rijk 2022

Er hebben zich tussen de Najaarsnota en Financieel Jaarverslag Rijk 2022 geen wijzigingen voorgedaan op het begrotingshoofdstuk Prijsbijstelling.

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

1.513,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 1.513,1

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

0,0

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Deze mutaties betreffen aanpassingen voor het verwerken van de nieuwe begrotingsgrondslagen, het bijstellen van de loonramingen op basis van de ontwikkelingen in lonen en sociale werkgeverslasten en het overboeken van de loonbijstellingstranche 2022 naar de departementen.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Deze mutaties betreffen aanpassingen voor de verwerking van de pensioenindexering met met terugwerkende kracht voor de periode 1 januari tot 30 juni 2022 met 1,29% door het ABP. Omdat deze indexering doorwerkt in de begrotingsgefinancierde pensioenen voor post-actieve militairen vindt een loonbijstelling plaats. Het saldo van de mutaties is nul omdat de benodigde middelen voor deze indexatie gelijktijdig zijn overgeheveld naar de Defensiebegroting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Er hebben zich tussen de Miljoenennota en Najaarsnota 2022 geen wijzigingen voorgedaan op het begrotingshoofdstuk Arbeidsvoorwaarden.

Koppeling Uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer ontvangsten

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

249,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

314,8

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 564,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

0,0

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

0,0

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

0,0

KOPPELING UITKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS), + = meer ontvangsten

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

0,0

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

0,0

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

0,0

Mee-/tegenvaller: diversen

0,0

  

Niet-plafondrelevant

0,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

0,0

Uitgaven

Mutaties tussen Miljoenennota 2022 en Najaarsnota 2022

Dit betreft de mutaties waarmee de toegekende nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexaties) van de begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid worden overgeheveld naar de betreffende artikelen op hoofdstuk 15 (SZW begrotingsgefinancierd). Hiermee zijn deze uitkeringsregelingen op prijspeil van 2022 gebracht. Voor 2022 zijn de uitgaven tussen Miljoenennota 2022 en Miljoenennota 2023 neerwaarts bijgesteld. Alle grote onderliggende mutaties zijn toegelicht in de Voorjaarsnota van 2022 en Miljoenennota 2023.

Algemeen

ALGEMEEN: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

5.329,6

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

‒ 4.287,7

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

‒ 3.318,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

1.437,1

  

Stand Najaarsnota 2022

‒ 839,0

  

Technisch

839,0

Invulling in=uittaakstelling

1.229,4

Niet opgevraagde reserveringen

‒ 350,4

Reservering Dienstverlening bijstandsgerechtigden

‒ 40,0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

0,0

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Tot en met Voorjaarsnota 2022 zijn bijvoorbeeld de overboeking van in het coalitieakkoord gereserveerde middelen (8,9 miljard euro in 2023), de inzet de loon- en bijstelling op coalitieakkoordmiddelen voor koopkracht, de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en Defensie (451 miljoen euro in 2023) en de reservering voor Defensie van structureel 2 miljard euro per jaar verwerkt. De toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Voorjaarsnota 2022.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Ook bij Miljoenennota zijn middelen uit het coalitieakkoord overgeheveld naar de departementale begrotingen. Dit ging in totaal om 525,2 miljoen euro in 2022. Aanvullend is bij Miljoenennota 516,6 miljoen euro uit 2022 doorgeschoven naar latere jaren. Ook is een taakstellende onderuitputting van 2,1 miljard euro ingeboekt. De toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Miljoenennota 2023.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Bij Najaarsnota 2022 is een deel van de reguliere in=uittaakstelling (186 miljoen euro) en de totale taakstellende onderuitputting (2,1 miljard euro) ingevuld. Daarnaast zijn diverse reserveringen afgeboekt, waarvan een deel weer bij Voorjaarsnota 2023 aan de begroting wordt toegevoegd. De toelichtingen hiervan zijn te vinden in de Verticale Toelichting van de Najaarsnota 2022.

Technisch

Invulling in=uittaakstelling

De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De einde jaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0% van de totale begroting, uitgezonderd het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds, die een 100% eindejaarsmarge hebben. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenaamde in=uit-taakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge dus geen extra middelen op in het jaar waarnaar wordt doorgeschoven. De in=uit taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.

De reguliere in=uittaakstelling voor 2022 bedraagt 1,4 miljard euro. Deze is bij Najaarsnota voor 186 miljoen euro ingevuld. De resterende taakstelling van ruim 1,2 miljard euro wordt nu bij Financieel Jaarverslag Rijk ingevuld. Doordat er voldoende onderuitputting is om de taakstelling te vullen leidt dit niet tot een plafondoverschrijding en een verslechtering van het EMU-saldo.

Niet opgevraagde reserveringen

Diverse middelen worden in afwachting van nadere uitwerking gereserveerd op de Aanvullende Post. In totaal is 350 miljoen euro van de gereserveerde middelen in 2022 is niet opgevraagd. Hieronder bijvoorbeeld de resterende reservering voor Domeinoverstijgende risico's (156,7 miljoen euro), Groningen (25 miljoen euro) en de Traditioneel Eigen Middelen (21,3 miljoen euro). Deze middelen worden afgeboekt.

Reservering Dienstverlening bijstandsgerechtigden

Er stond nog een gedeelte van de reservering voor de dienstverlening aan bijstandsgerechtigden, uit het aanvullend sociaal pakket bij de coronamaatregelen, op de Aanvullende Post. In 2022 is 40 miljoen euro vrij gevallen. Dit komt doordat de ontwikkeling van het aantal bijstandsgerechtigden in 2022 gunstiger was dan op basis waarvan de reservering was geraamd.

Consolidatie

CONSOLIDATIE: UITGAVEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

‒ 20.247,9

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

6.928,9

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

‒ 13.319,0

  

Technisch

‒ 110,5

Consolidatie FJR

‒ 110,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

‒ 13.429,5

CONSOLIDATIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro (excl. HGIS)

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

‒ 20.247,9

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

0,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

6.928,9

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

0,0

  

Stand Najaarsnota 2022

‒ 13.319,0

  

Technisch

‒ 110,5

Consolidatie FJR

‒ 110,5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

‒ 13.429,5

De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd. De hoogte van de post wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen van de begroting van Infrastructuur & Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN

In miljoenen euro

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

6.286,8

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

1.278,0

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

197,2

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

216,8

  

Stand Najaarsnota 2022

7.978,8

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

‒ 140,9

BIV

‒ 130,0

Saldo mee- en tegenvallers

‒ 1,3

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 4,4

Desalderingen

‒ 2,5

Oekraïne

‒ 2,6

  

Niet-plafondrelevant

19,1

Niet-plafondrelevant Oekraïne

19,1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

7.857,0

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

In miljoenen euro

2022

  

Stand Miljoenennota 2022

152,1

  

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

2,3

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

0,0

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

22,8

  

Stand Najaarsnota 2022

177,2

  

Beleidsmatig

0,0

  

Technisch

35,3

Saldo mee- en tegenvallers

44,6

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 6,9

Desalderingen

‒ 2,5

  

Niet-plafondrelevant

‒ 0,1

Niet-plafondrelevant

‒ 0,1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2022

212,3

Uitgaven

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

Dit betreft een desaldering voor consulaire informatiesystemen, materiële uitgaven en diverse ondersteunende activiteiten. Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Er hebben zich tussen Voorjaarsnota 2022 en Miljoenennota 2023 geen mutaties voorgedaan op de HGIS-ontvangsten. Zie de Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Dit betreft met name extra ontvangsten op de begroting van BHOS op het gebied van Dutch Trade and Investment Fund en programma's op het gebied van internationaal ondernemen. Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Technische mutaties

BIV

Het Budget Internationale Veiligheid (BIV) werd in 2022 gebruikt als voorfinancieringsportaal ten behoeve van het leveren van militaire steun aan Oekraïne. Door het onvoorspelbare karakter van de oorlog bleef een flexibele ruimte nodig om de steun rechtmatig te kunnen bekostigen. Deze ruimte is bij het einde van het jaar naar beneden bijgesteld. Deze ruimte is met name het gevolg van een verminderde deelname aan internationale missies.

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van de uitgavenmutaties die zich na de Najaarsnota hebben voorgedaan binnen de HGIS. Hieronder vallen o.a. mutaties door een hogere realisatie in het kader van programma's voor de ontwikkeling van de financiële sector en infrastructuur in ontwikkelingslanden en mutaties door lagere uitgaven op internationaal ondernemen.

Oekraïne

Dit betreft een technische overboeking van de algemene middelen voor militaire goederen aan Oekraïne vanuit het Defensiematerieelbegrotingsfonds naar het BIV. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een technische overboeking van middelen voor militaire goederen aan Oekraïne van HGIS naar niet-HGIS binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Desalderingen

Dit betreft een technische overboeking van de aanvullende middelen voor militaire goederen aan Oekraïne vanuit het Defensiematerieelbegrotingsfonds naar het BIV. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Niet-plafondrelevant

Niet-plafondrelevant Oekraïne

Dit betreft compensatie voor in 2022 geleverde militaire steun vanuit de Defensiebegroting.

Niet-belastingontvangsten

Mutaties t/m Voorjaarsnota 2022

De middelen uit het coalitieakoord voor het Postennetwerk, Mensenrechtenfonds en Ontwikkelingssamenwerking zijn overgeboekt vanaf de Aanvullende Post bij voorjaarsnota 2022. Ook is 150 miljoen euro vanuit het ODA-budget in 2022 beschikbaar gesteld voor de eerstejaarsopvang van Oekraïense vluchtelingen. Daarnaast is de HGIS bijgesteld naar aanleiding van de CEP-raming. Zie de Voorjaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Mutaties van Voorjaarsnota t/m Miljoenennota 2023

Vanuit de European Peace Falicity krijgt Nederland een deel van de gemaakte kosten voor de levering van militaire ondersteuning aan Oekraïne vergoed. Dit betreft een raming van de vergoedingen vanuit het EPF. Zie de Miljoenennota 2023 voor verdere toelichting.

Mutaties van Miljoenennota t/m Najaarsnota 2022

Er is een een overboeking naar de begroting van Justitie en Veiligheid ter dekking van de tegenvallers op uitgaven aan de asielopvang. Verder heeft het kabinet besloten 162 mln. bij te dragen aan het voorbereiden van Oekraïne op de winter. Zie de Najaarsnota 2022 voor verdere toelichting.

Technische mutaties

Saldo mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenmutaties die zich na de Najaarsnota hebben voorgedaan. Hieronder vallen o.a. mutaties door lagere ontvangsten voor internationaal ondernemen en hogere ontvangsten voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF).

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een technische overboeking van middelen voor militaire goederen aan Oekraïne van HGIS naar niet-HGIS binnen de Defensiebegroting. Deze overboeking heeft geen budgettaire gevolgen voor de totale omvang van de uitgaven op de Rijksbegroting.

Desalderingen

Dit betreft een technische overboeking van de algemene middelen voor militaire goederen aan Oekraïne vanuit het Defensiematerieelbegrotingsfonds naar het BIV.

12 CORONAGERELATEERDE UITGAVENMAATREGELEN

Het kabinet heeft in 2020 besloten tot noodmaatregelen om de economische gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden. Gegeven deze uitzonderlijke situatie is daarbij besloten dat het reguliere uitgavenplafond niet gold voor de uitgaven uit de noodpakketten. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste zijn gegaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgden voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Dit geldt ook voor 2022.

Onderstaande tabel 12.1 toont de realisaties van de coronagerelateerde uitgavenmaatregelen per begrotingshoofdstuk die relevant zijn voor het EMU-saldo. In totaal bedroegen deze uitgaven 11,2 miljard euro in 2022.

De coronagerelateerde uitgaven worden nader toegelicht in de departementale jaarverslagen. Een uitgebreid overzicht van de overheidsfinanciën in coronatijd is ook terug te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.

Tabel 12.1 Coronagerelateerde uitgaven 2022 relevant voor EMU-saldo (in miljoenen euro)

Begroting

Som van 2022

Koninkrijksrelaties en BES fonds

‒ 4

Justitie en Veiligheid

69

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

92

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

4.048

Nationaal Programma Onderwijs

3.689

Diversen

359

Financiën en Nationale Schuld

339

Defensie

21

Infrastructuur en Waterstaat

1.065

Beschikbaarheidsvergoeding OV

1.030

Diversen

35

Economische Zaken en Klimaat

3.335

TVL

3.229

Diversen

107

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

123

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

‒ 2.567

NOW

‒ 2.718

Diversen

151

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4.128

GGD'en en veiligheidsregio's

1.879

Testcapaciteit RIVM en GGD

761

Vaccin ontwikkeling en medicatie

1.485

Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

79

Zorgbonus

19

Diversen Zorg

‒ 95

Gemeentefonds

549

Provinciefonds

1

Totaal EMU-relevante uitgaven

11.198

Onderstaande tabel 12.2 toont de realisaties van coronagerelateerde uitgaven die niet relevant zijn voor het EMU-saldo. Dit betreft voornamelijk uitgaven aan en terugontvangsten van leningen. Om deze reden zijn deze uitgaven en ontvangsten aangemerkt als niet relevant voor het EMU-saldo.

Tabel 12.2 Coronagerelateerde uitgaven 2022 niet relevant voor EMU-saldo (in miljoenen euro)

Begroting

Som van 2022

Koninkrijksrelaties en BES fonds

41

Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao, Sint Maarten

41

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

5

Nationaal Programma Onderwijs

5

Financiën en Nationale Schuld

‒ 277

Lening KLM

‒ 277

Economische Zaken en Klimaat

‒ 55

Leningen

‒ 5

Voucherkredietfaciliteit reissector

‒ 50

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1

Verlaging invorderingsrente Zorgtoeslag

1

Totaal niet EMU-relevante uitgaven

‒ 285

13 UITGAVENOVERZICHT OEKRAÏNE

Tabel 13 Gerealiseerde uitgaven Oekraïne

in miljoenen euro

2022

  

Buitenlandse Zaken (incl. ontwikkelingssamenwerking)

257,0

Ukraine Accountability Conference

3,0

MATRA-programma

1,8

Steun OHCHR en mensenrechtverdedigers

3,0

Crisisgerelateerde inzet

0,7

Bijdrage aan NAVO UCAP, OVSE en humanitaire ontmijning

27,9

Sanctiebeleid

0,0

Humanitaire hulp

43,5

Steun Oekraïense vluchtingen in Moldavië

10,0

Bijdrage wederopbouw door Nederlands bedrijfsleven

0,0

Bijdrage UNFPA

2,0

Bijdrage aan VNG

0,0

Winterisation en technische ondersteuning

164,5

Steun cyberweerbaarheid

0,4

Armoedebeleid

0,2

  

Justitie en Veiligheid

990,7

Directoraat Generaal Oekraïne en Nationale Opvangorganisatie (NOO)

4,5

Gemeentelijke en particuliere opvang

864,0

Regeling Medische zorg Asielzoekers

14,3

Subsidies NGO's

26,9

Tolken

0,1

Uitvoeringskosten IND

7,0

Uitvoeringskosten NIDOS

0,0

Veiligheidsregio's en GGD'en

71,1

Uitvoeringskosten

2,8

  

Financiën

198,0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0,0

Financiële steun Oekraïne via Wereldbank

0,0

Lening aan Oekraïne via IMF

200,0

Premieontvangsten garantie Gasunie

‒ 2,0

  

Binnenlandse Zaken

95,3

Basisregistratie Personen (BRP)

0,4

Realisatie van extra woningen

88,3

Taskforce versnelling tijdelijke huisvesting

4,0

Uitvoeringskosten Rijksvastgoedbedrijf opvang

0,6

Verkenning tijdelijke uitvoeringsorganisatie

2,0

  

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

200,2

Ambulante begeleiding

3,0

Faciliteren toelatingsexamens

0,3

Leerlingenvervoer

22,0

Nieuwkomersonderwijs

150,0

Ondersteuning en uitvoering LOWAN

0,6

Tijdelijke compensatie Oekraïense studenten

0,6

Tijdelijke onderwijshuisvesting

23,7

Voorschoolse educatie

0,0

  
  

Defensie

171,4

International Fund for Ukraine

100,0

Militaire goederen

71,4

  

Economische Zaken en Klimaat

‒ 2,7

Gasopslag Bergermeer

‒ 2,7

  

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

3,1

Werktijdverkorting

0,0

Kindregelingen

3,1

  

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

46,9

Meerkostenregeling gemeentelijke zorg

25,5

Transport medische evacuees

0,1

Zorg aan onverzekerden (SOV)

21,3

  

Totaal

1.960,0

Buitenlandse Zaken (incl. ontwikkelingssamenwerking)

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op verschillende manieren humanitaire hulp aan Oekraïne geleverd, onder andere via de Verenigde Naties. Daarnaast zijn bijdragen geleverd aan hulporganisaties, zoals het Nederlandse Rode Kruis. Ook is ondersteuning geleverd aan mensenrechtenorganisaties en veiligheidsdiensten in Oekraïne. Hiervoor is in totaal 4 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast op 14 juli 2022 de Ukraine Accountability Conference in Den Haag georganiseerd, in samenwerking met het Internationaal Strafhof en de Europese Commissie.

Vanuit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is 10 miljoen euro vrijgemaakt voor humanitaire ontmijning. Ter ondersteuning van de economie van Oekraïne is in totaal 65 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het herstel en de wederopbouw van infrastructuur en het bedrijfsleven. Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft verschillende bijdragen gedaan. Het gaat om 2 miljoen euro voor gezondheidszorg, 2,5 miljoen euro voor de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) en 1 miljoen euro voor technische steun en wederopbouw van de gemeenten Kherson, Odessa en Mykolaiv.

Daarnaast heeft BHOS 17,7 miljoen euro bijgedragen aan het NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund voor steun aan Oekraïne. Ook wordt 2 miljoen euro ingezet voor ondersteuning van projecten in Oekraïne via het MATRA-programma om de rechtstaat van Oekraïne te versterken. Tot slot heeft het kabinet besloten om 162 miljoen euro bij te dragen aan het speciaal opgerichte trustfund voor Oekraïne van de Wereldbank. Hiermee draagt het kabinet bij aan het voorbereiden van Oekraïne op de aankomende winter (winterization) door de borging van elektriciteit en warmte voor bedrijven en huishoudens.

Justitie en Veiligheid

Gemeenten worden gecompenseerd voor de realisatie van noodopvangplekken en verstrekkingen aan ontheemden. In 2022 zijn hiervoor fors meer voorschotten dan verwacht aangevraagd. Dit heeft geleid tot meer uitgaven in 2022 van 730 miljoen euro ten opzichte van de oorspronkelijke raming. De definitieve bijdrage aan de gemeenten wordt middels nacalculatie op basis van de daadwerkelijke kosten bepaald.

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft, in overleg met gemeenten, bestaand Rijksvastgoed beschikbaar gesteld voor de tijdelijke noodopvang van ontheemden uit Oekraïne. Voor de ondersteuning van de opvang van Oekraïense ontheemden is de hulp ingeroepen van verschillende NGO’s. Zo is Vluchtelingenwerk Nederland door JenV gevraagd om het particuliere hulpaanbod te coördineren en te faciliteren.

Er is besloten tot oprichting van het Directoraat Generaal Oekraïne (DG OEK) en de Nationale Opvang Organisatie (NOO). DG OEK is belast met beleidscoördinatie, ondersteuning en planvorming ten behoeve van de opvang van Oekraïense ontheemden. De NOO heeft als taak om bij te dragen aan het realiseren van voldoende opvanglocaties en het beschikbaar stellen van de benodigde basisvoorzieningen. De Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming geeft Oekraïense ontheemden recht op medische zorg. Daartoe is de Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO) ontworpen, analoog aan de Regeling Medische zorg Asielzoekers van het COA. Hiervoor is in 2022 circa 14,3 miljoen euro uitgegeven.

De wet verplicht zorgverleners om begrijpelijk te communiceren met patiënten. Dat betekent dat bij een taalbarrière een professionele talentolk moet worden ingezet. Voor de bedrijfsvoering en kosten voor GGD en veiligheidsregio’s en gemeenten met een coördinerende taak is een regeling gemaakt. Het gaat om kosten die bij reguliere asielzoekers via COA worden gefinancierd. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft hogere uitvoeringslasten als gevolg van inkomende Oekraïense ontheemden. In navolging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne worden o.a. de identiteitsdocumenten van Oekraïense ontheemden door de IND voorzien van een sticker die de beschermde status weergeeft. Tot slot zijn bij het NIDOS kosten gemaakt voor de begeleiding van Alleenstaande Minderjarige Vluchtelingen (AMV'ers).

Financiën

Voor Oekraïense ontheemden is het mogelijk gemaakt contante hryvnia’s (Oekraïense valuta) in te wisselen voor euro’s. De kosten hiervoor waren geraamd op 0,45 miljoen euro, maar zijn uiteindelijk nihil gebleken. Aan Oekraïne is begrotingssteun verleend via een garantie voor de Wereldbank zodat de Oekraïense overheid de publieke sector kan blijven financieren. De reeks is 0 omdat er voor de steun geen kasuitgaven worden verwacht. Ook heeft Nederland een bilaterale lening van 200 miljoen euro aan Oekraïne verstrekt via een speciale kredietlijn van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Deze begrotingssteun zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. Tot slot zijn garanties aan de Nederlandse Gasunie afgegeven voor de huur van LNG-terminals. Hiervoor wordt een marktconforme premie ontvangen.

Binnenlandse Zaken

Aan het Rijksvastgoedbedrijf is 1,2 miljoen euro aan middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van projectleiding en juridische/contractuele werkzaamheden. Hiervan is 0,6 miljoen euro niet tot besteding gekomen, omdat er minder uren zijn gerealiseerd in 2022 dan vooraf was ingeschat.

De Rijkdienst voor Identiteitsgegevens heeft een bijdrage van 0,5 miljoen euro ontvangen voor haar werkzaamheden in verband met het registreren van ontheemden uit Oekraïne in de Basisregistratie Personen (BRP). Hiervan is 0,1 miljoen euro niet in 2022 tot besteding gekomen. In 2023 vindt deze eindbetaling plaats.

Om woningen te realiseren, is in lijn met het programma «Een thuis voor iedereen» en het Woningbouwprogramma vanuit de middelen voor de Woningbouwimpuls 100 miljoen euro versneld ingezet voor de transformatie van bestaande gebouwen en de bouw van nieuwe flexwoningen. Een deel van de 100 mln. is in 2022 niet tot besteding gekomen omdat een aanvraag nog niet aan alle voorwaarden voldeed. Dit deel wordt, conform afspraak, met 100% eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2023. Op basis van het aantal ontheemden dat langer in Nederland verblijft (peildatum 1 januari 2024), worden deze kosten op een later moment (deels) generaal gecompenseerd. Een deel van deze woningen zal beschikbaar komen voor andere doelgroepen zodat verdringing zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Voor de doorstroming van Oekraïense ontheemden van noodopvang naar reguliere huisvesting zijn op korte termijn extra woningen nodig. Na een verkenning is besloten om voor deze opgave tot eind 2023 een taskforce versnelling tijdelijke huisvesting op te richten, waarvoor in totaal 12 miljoen euro beschikbaar is gesteld, waarvan 4 miljoen euro in 2022.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De beschikbaar gestelde middelen voor ambulante begeleiding (0,6 miljoen euro), het faciliteren van toelatingsexamens (0,3 miljoen euro), leerlingenvervoer (22 miljoen euro) en de ondersteuning van en uitvoering bij LOWAN (0,6 miljoen euro), zijn in 2022 volledig tot besteding gekomen. Van het beschikbaar gestelde bedrag voor nieuwkomersonderwijs is 150 miljoen euro besteed en komt een deel (37,1 miljoen euro) tot uitgave in 2023, van de in totaal beschikbaar gestelde 198 miljoen euro. Van de bijdrage voor een tijdelijke compensatie voor Oekraïense studenten en onderwijshuisvesting is minder gebruik gemaakt dan vooraf ingeschat. Van de tijdelijke compensatie voor studenten is 0,6 miljoen euro van de beschikbaar gestelde 2,5 miljoen euro uitgekeerd. Voor de onderwijshuisvesting is dit 23,7 miljoen euro van de 386,2 miljoen euro. De middelen voor de voorschoolse educatie ten behoeve van 2022 en 2023 worden volledig uitgekeerd in 2023.

Defensie

Defensie heeft in 2022 voor in totaal 171,4 miljoen euro steun verleend aan Oekraïne. Dit bestaat voor 71,4 miljoen euro uit levering van militaire goederen, met name door commerciële aanschaf van wapens. Voor zover de leveringen uit eigen (operationele) voorraad hebben plaatsgevonden, is de vervangingswaarde geraamd en is er een inschatting gemaakt van het moment waarop vervanging plaats kan vinden.

Daarnaast droeg Defensie 100 miljoen euro bij aan het Initiatief van het VK tot oprichting van het ‘International Fund for Ukraine’ (IFU). Het IFU is bedoeld voor het gezamenlijk aanschaffen van (zwaar) Defensiematerieel ter ondersteuning van Oekraïne. Met gezamenlijke inkoop kan een voorrangspositie worden afgedwongen bij wapenleveranciers, waardoor snelle levering kan plaatsvinden aan de Oekraïense krijgsmacht.

Economische Zaken en Klimaat

Voor de leveringszekerheid is het van belang dat de gasopslagen goed gevuld zijn. Het kabinet heeft een subsidieregeling voor marktpartijen opengesteld voor het vullen van de gasopslag in Bergermeer. Daarnaast heeft het kabinet voor de resterende vulbehoefte, die niet wordt gevuld door marktpartijen, Energie Beheer Nederland (EBN) aangewezen als partij om gas op te slaan in Bergermeer. De uiteindelijke kosten worden in de loop van volgend jaar vastgesteld. De vastgestelde kosten zullen via een opslag op de heffing voor gebruikers van het Nederlandse gastransportnet van Gasunie worden teruggevraagd.

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Door de oorlog in Oekraïne konden mogelijk meer bedrijven aanspraak maken op de regeling werktijdverkorting. Hiervoor is bij de eerste suppletoire begroting 2022 budget toegevoegd aan de begroting van het ministerie van SZW. Het blijkt echter dat het gebruik van de regeling werktijdverkorting niet is toegenomen. Het budget is daarom weer volledig afgeboekt. De uitgaven aan de kindregelingen voor Oekraïense ontheemden worden in 2022 op 3,1 miljoen euro ingeschat. Het gebruik door Oekraïense ontheemden van de kinderopvangtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderbijslag is aanzienlijk lager dan eerder werd ingeschat.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Het kabinet compenseert gemeenten voor extra kosten die zij maken in het sociaal domein voor Oekraïense ontheemden. Er is hiervoor 25,5 miljoen euro uitgekeerd aan gemeenten voor 2022. Verder is er 15 miljoen euro aan middelen gereserveerd voor 2023 op basis van een raming van 75.000 ontheemden in het eerste en tweede kwartaal van 2023.

Er is besloten tot het medisch evacueren van Oekraïense ontheemden uit ziekenhuizen in buurlanden van Oekraïne. De kosten hiervan vallen in 2022 lager uit als gevolg van het feit dat minder medische evacuaties hebben plaatsgevonden dan oorspronkelijk was geraamd. De coördinatie en organisatie rondom de zorg voor Oekraïense ontheemden wordt aan Nederlandse zijde uitgevoerd door het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS), onderdeel van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

Het merendeel van de ontheemden uit Oekraïne die naar Nederland kwamen waren eerst onverzekerd voor medisch noodzakelijke zorg en maakten daarom gebruik van de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg voor onverzekerden (SOV). Sinds 1 juli 2022 is het zo dat de zorgkosten grotendeels via de Regeling Medische zorg voor Ontheemden uit Oekraïne (RMO) lopen, maar dit kan pas nadat ontheemden geregistreerd zijn in de Basisregistratie Personen. Indien ze (nog) niet geregistreerd staan, kunnen zorgverleners de zorg via de SOV-regeling declareren.

14 UITVOERING HERSTEL TOESLAGEN

Om een totaal overzicht te geven van alle uitgaven in 2022 van de hersteloperatie toeslagen laat het overzicht de gerealiseerde uitgaven zien. De laatste stand van het budget is toegelicht in bijlage 4 bij de Voorjaarsnota 2023. Dit overzicht is het budgettaire resultaat van de ontwikkelingen die uitgebreid zijn besproken en toegelicht in de Voortgangsrapportage 4e kwartaal 2022 hersteloperatie toeslagen.2 Er is iets minder uitgegeven dan dat er budget was, dit komt doordat het ritme van de uitbetaling van de programmamiddelen iets verschilde van de raming. Daarnaast is er nog een (technische) herschikking geweest in het overzicht omdat per abuis een kleine hoeveelheid apparaatsmiddelen bij de programmamiddelen vermeld stonden. Voor de uitvoering heeft dit geen consequenties.

Tabel 14.1 Realisatie hersteloperatie toeslagen 2022

Realisatie hersteloperatie toeslagen 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Budget

correctie

realisatie

verschil

Totaal

1121

0

1025

‒ 101

Programma

881

‒ 5

780

‒ 102

w.v. Compensatie

321

0

303

‒ 18

w.v. Kindregeling

75

0

74

‒ 1

w.v. Kwijtschelden publieke schulden (incl. uitvoering; rijksbreed)

198

‒ 1

162

‒ 35

w.v. Kwijtschelden private schulden (incl. uitvoering)

192

‒ 1

173

‒ 18

w.v. Ondersteuning door gemeenten

36

0

34

‒ 2

w.v. Reservering ondersteuning rechtsbijstand

1

0

1

0

w.v. Dwangsommen

42

‒ 3

19

‒ 20

w.v. Ouders in het buitenland (incl. uitvoering)

7

0

5

‒ 2

w.v. Uithuisplaatsingen kinderen (incl. uitvoering; J&V)

10

0

5

‒ 5

Apparaat Financiën

240

5

245

1

15 OVERZICHT INCIDENTELE BEGROTINGEN EN BEROEP OP CW 2.27

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ingediende begrotingsaanpassingen middels nota's van wijziging en/of incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) met betrekking tot het begrotingsjaar 2022. Ook is aangegeven of bij het moment van indienen een beroep is gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

Tabel 15.1 Overzicht incidentele suppletoire begrotingen met betrekking tot het begrotingsjaar 2022

Departement

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW

Uitgaven voor autorisatie

Indieningsdatum

Aangenomen door EK

50. GF

NvW OWB

Aanpassing algemene uitkering en aanvullende uitkeringen

Nee

Nee

5-10-2021

21-12-2021

12. IenW

NvW OWB

Toevoeging middelen klimaatpakket, omvorming ProRail, BVOV en compensatie vuurwerkbranche

Nee

Nee

1-11-2021

14-12-2021

55. Mobilteitsfonds

NvW OWB

Omvorming ProRail

Nee

Nee

1-11-2021

14-12-2021

06. JenV

NvW OB 2022

Motie Hermans

Nee

Nee

4-11-2021

21-12-2021

15. SZW

NvW 1 OWB

Verdelen middelen aanvullend sociaal pakket

Nee

Nee

5-11-2021

21-12-21

07. BZK

NvW OB 2022

 

Nee

Nee

10-11-2021

21-12-2021

50. GF

NVW OWB

Aanpassing algemene uitkering, aanvullende uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen

Nee

Nee

10-11-2021

21-12-2021

13. EZK

NvW OB 2022

Tegemoetkoming Vaste Lasten, Subsidieregeling Vaste Lasten voor onder andere Nachtsluiting, Nationaal Onderwijslab, klimaatmaatregelen

Nee

Nee

28-11-2021

21-12-2021

13. EZK

NvW OB 2022

Tegemoetkoming Vaste Lasten,IPCEI Micro elektronica II, IPCEI Cloud Infrastructuur & Services, compensatie gestegen energieprijzen Caribisch Nederland

Nee

Nee

2-12-2021

21-12-2021

08. OCW

3e NvW OCW OB 2022

Inzake ondersteuning voor de culturele en creatieve sector

Nee

Nee

3-12-2021

 

15. SZW

NvW 2 OWB

Aanvullende aanpassingen steunpakket

Nee

Nee

3-12-2021

22-12-21

50. GF

NVW OWB

Aanpassing decentralisatie-uitkeringen

Nee

Nee

3-12-2021

21-12-2021

08. OCW

1e ISB OCW

Verwerving kunstwerk

Nee

Nee

8-12-2021

18-1-2022

16. VWS

1e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Nee

10-12-2021

22-3-2022

15. SZW

1e ISB SZW

Coronamaatregelen/ steun- en herstelpakket

Ja

Ja

16-12-2021

5-4-2022

16. VWS

2e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Nee

17-12-2021

19-4-2022

13. EZK

1e ISB EZK

Corona steunpakket en tegemoetkoming omzetderving waterschade Limburg

Ja

Ja

21-12-2021

17-5-2022

08. OCW

2e ISB OCW

Coronamaatregelen/ tegemoetkoming culturele sector 27-12-21

Ja

Ja

23-12-2021

24-5-2022

13. EZK

2e ISB EZK

Aanpassing steunmaatregelen TVL

Ja

Ja

23-12-2021

17-5-2022

14. LNV

1e ISB LNV

Coronamaatregelen en waterschade Limburg

Ja

Ja

23-12-2021

19-4-2022

15. SZW

NvW 1e ISB 2022 SZW

Aanpassing steunmaatregelen

Ja

Ja

24-12-2021

5-4-2022

16. VWS

3e ISB VWS

Coronamaatregelen/ Uitbreiding testcapaciteit

Ja

Nee

14-1-2022

17-5-2022

13. EZK

3e ISB EZK

Coronamaatregelen/ verlenging KKC en GO-C

Ja

nvt

17-1-2022

31-5-2022

08. OCW

3e ISB OCW

Coronamaatregelen/ extra middelen eindexamens en steunpakket culturele en creatieve sector

Ja

Ja

26-1-2022

24-5-2022

07. BZK

1e ISB BZK

Groningen en ventilatie scholen (Suvis)

Ja

Ja

28-1-2022

24-5-2022

08. OCW

4e ISB OCW

Ventilatie en overlopende verplichtingen van onder andere zelftesten en Nationaal Programma Onderwijs

Ja

Ja

3-2-2022

21-6-2022

08. OCW

5e ISB OCW

Herverkaveling maatschappelijke diensttijd, steunpakket voor de culturele en creatieve sector en kwijtschelding publieke schulden toeslagengedupeerden

Ja

Ja

4-2-2022

24-5-2022

16. VWS

4e ISB VWS

coronamaatregelen/Aanschaf zuurstofconcentratoren

Deels

Ja

4-2-2022

17-5-2022

06. JenV

1e ISB JenV

Handhaving coronatoegangsbewijzen

Ja

Nee

15-2-2022

10-5-2022

12. IenW

1e ISB IenW

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

Ja

Ja

16-2-2022

24-5-2022

13. EZK

4e ISB EZK

IPCEI waterstof

Ja

Nee

16-2-2022

12-7-2022

09. FIN

1e ISB FIN

Financiële steun Oekraïne via Wereldbank

Ja

Nee

1-3-2022

31-5-2022

13. EZK

5e ISB EZK

Aanvullende coronasteunmaatregelen TVL-startersregelging en tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot

Ja

Ja

23-3-2022

7-6-2022

15. SZW

2e ISB SZW

Inzake energietoelage

Ja

Ja

23-3-2022

12-7-2022

50. GF

1e ISB GF

Eenmalige energietoeslag lage inkomens

Nee

Ja

23-3-2022

24-1-2023

16. VWS

5e ISB VWS

Zorg en ondersteuning Oekraïne

Ja

nee

1-4-2022

5-7-2022

08. OCW

6e ISB OCW

Suppletieregeling cultuur, ventilatie in scholen en Nationaal Programma Onderwijs

Ja

Ja

21-4-2022

12-7-2022

16. VWS

6e ISB VWS

Lange termijn aanpak COVID-19

Ja

Ja

22-4-2022

4-10-2022

09. FIN

2e ISB FIN

LNG invoercapaciteit in de Eeemshaven

Nee

Nee

26-4-2022

11-10-2022

13. EZK

6e ISB EZK

Vulmaatregelen gasopslag en waarde vermeerderingsregel

Ja

Ja

28-4-2022

4-10-2022

10. DEF

1e ISB DEF

Munitieleveringen Oekraïne

Ja

Nee

29-4-2022

14-6-2022

66. DMF

1e ISB DMF 2022

Munitieleveringen Oekraïne

Ja

Nee

29-4-2022

14-6-2022

06. JenV

2e ISB JenV

Opvang van ontheemden uit Oekraïne

Ja

Nee

2-5-2022

12-7-2022

05. BZ

1e ISB BZ

Mutaties in de huisvestingsportefeuille

Ja

Ja

12-5-2022

12-7-2022

13. EZK

NvW 6e ISB EZK

Vulmaatregelen gasopslag en waarde vermeerderingsregel

Ja

Ja

17-5-2022

4-10-2022

09. FIN

3e ISB FIN

Air France-KLM aandelen

Nee

Nee

25-5-2022

31-5-2022

09. FIN

1e supp

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

Ja

Ja

25-5-2022

12-7-2022

06. JenV

3e ISB JenV

Opvang ontheemden uit Oekraïne

Ja

Nee

31-5-2022

12-7-2022

15. SZW

NvW 1esupp VJN 2022

Meer uitgaven KOT

Ja

Ja

16-6-2022

13-7-2022

09. FIN

4e ISB FIN

Uitvoering rechtsherstel box 3 + garantie annuleringskosten LNG Terminal Gasuniue

Deels

Deels

21-6-2022

11-10-2022

66. DMF

2e ISB DMF 2022

F-35 en MQ-9 toestellen

Nee

Nee

21-6-2022

12-7-2022

10. DEF

2e ISB DEF

Versnelling aanschaf militair materiaal

Nee

Nee

24-6-2022

12-7-2022

07. BZK

NvW 1e supp VJN

Middelen opvang Oekraïense ontheemden en middelen werk aan Uitvoering

Ja

Ja

28-6-2022

12-7-2022

50. GF

NvW 1e supp 2022

Invoeringskosten van de Omgevingswet en voor de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb)

Nee

nee

28-6-2022

12-7-2022

16. VWS

7e ISB VWS

Lange termijn aanpak COVID-19

Ja

nee

1-7-2022

29-11-2022

65. Deltafonds

NvW 1e supp 2022

Specifieke uitkering Zoetwater

Nee

Nee

4-7-2022

13-9-2022

50. GF

2eNvW 1e supp VJN 2022

Extra middelen voor de energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen, in verband met de sterk gestegen energieprijzen.

Nee

Nee

7-7-2022

12-7-2022

08. OCW

7e ISB OCW

Werk aan Uitvoering, Oekraïne en Herdenkingsjaar Slavernijverleden

Ja

Ja

8-7-2022

In behandeling

13. EZK

7e ISB EZK

IPCEI waterstof golf 2 en 3

Nee

Nee

8-7-2022

29-11-22

06. JenV

4e ISB JenV

Opvang ontheemden Oekraïne, coalitieakkoordmiddelen en veiligheidsgelden

Ja

Ja

14-7-2022

6-12-2022

07. BZK

2e ISB BZK

Personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers

Ja

Ja

26-7-2022

14-2-2023

07. BZK

3e ISB BZK

Huisvestingspakket Migratiecursus

Ja

Ja

30-8-2022

7-2-2023

07. BZK

NvW 2e ISB2 BZK

Personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers

Ja

Ja

31-8-2022

14-2-2023

09. FIN

5e ISB FIN

Financiële steun Oekraïne via IMF

Nee

Nee

31-8-2022

4-10-2022

13. EZK

8e ISB EZK

Vulmaatregelen gasopslag Bergermeer

Ja

Ja

31-8-2022

14-2-2022

06. JenV

5e ISB JenV

Medische zorg voor ontheemden uit Oekraïne

Ja

Ja

6-9-2022

17-11-2022

14. LNV

2e ISB LNV

Provinciale uitvraag stikstof en de legalisatieopgave van de PAS-melders

Nee

Nee

14-9-2022

22-11-2022

16. VWS

8e ISB VWS

Lange termijn aanpak COVID-19

Nee

Nee

20-9-2022

20-12-2022

50. GF

2e ISB GF

Energietoeslag lage inkomens

Nee

Ja

23-9-2022

24-1-2023

14. LNV

3e ISB LNV

uitvoeringskosten Transitiefonds landelijk gebied en natuur

Nee

Nee

26-9-2022

22-11-2022

13. EZK

9e ISB EZK

tijdelijk prijsplafond energie voor kleinverbruikers

Ja

Ja

7-10-2022

20-12-22

13. EZK

NvW 9e ISB EZK

nieuwe raming i.v.m. subsidieregeling energeverbruikers

Ja

Ja

2-11-2022

20-12-22

06. JenV

NvW OB 2022

Regeling tegemoetkoming schade

Nee

Nee

9-11-2022

21-12-2021

13. EZK

10e ISB EZK

regelingen in verband met hoge energieprijzen

Ja

Ja

17-11-2022

In behandeling

06. JenV

NvW OB 2022

overheidsbijdrage arbeidskostenontwikkeling

Nee

Nee

24-11-2022

21-12-2021

09. FIN

NvW 2e sup

inzake additionele steun van de Europese Commissie

Ja

Nee

5-12-2022

24-01-2023

06. JenV

NvW OB 2022

Handhaving coronatoegangsbewijzen

Nee

Nee

6-12-2022

21-12-2021

16 OPVOLGING INTERDEPARTEMENTALE BELEIDSONDERZOEKEN (IBO'S)

Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.

Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's van de rondes 2020/2021, 2021/2022 en 2022/2023 (voor zover al gepubliceerd) op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Ronde 2022/2023

In de ronde 2022/2023 zijn IBO’s opgestart naar Klimaat, Biodiversiteit en de Toekomstbestendigheid van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het IBO Klimaat is inmiddels afgerond.

Klimaat

Op 13 maart 2023 is dit IBO direct na afronding, zonder kabinetsreactie, aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit voorjaar neemt het kabinet een integraal besluit over aanvullende klimaatmaatregelen, waarbij zowel wordt gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (bijvoorbeeld via het Klimaatfonds). Het kabinet neemt de resultaten van dit IBO hierin mee. Bij de aanbieding van een pakket met aanvullende klimaatmaatregelen zal het kabinet ook nader ingaan op de aanbevelingen van het IBO en hoe die zijn verwerkt.3

Ronde 2021/2022

In de ronde 2021/2022 startten IBO’s naar Vermogensverdeling, Publieke investeringen, Jeugdcriminaliteit, Sturing op kwaliteit van onderwijs, Ouderenzorg en Vereenvoudiging sociale zekerheid. Hieronder wordt ingegaan op de IBO's die al gepubliceerd zijn. De publicatie van de de IBO’s naar Ouderenzorg en Vereenvoudiging sociale zekerheid vindt plaats in 2023.

Vermogensverdeling

Dit IBO is direct na het gereed komen op 8 juli 2022 aan de Kamer aangeboden.4 De kabinetsreactie volgde bij Prinsjesdag 2022 (20 september 2022), zoals aangegeven bij de aanbieding van het rapport aan de Tweede Kamer.5 In de Voorjaarsnota 2022 kondigde het kabinet aan op basis van dit IBO en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht.6 Het kabinet hanteert hierbij een gefaseerde aanpak. Met het pakket aan maatregelen in het Belastingplan 2023 heeft het kabinet een belangrijke stap gezet in het evenwichtiger belasten van inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen en in het herstel van het globale evenwicht in de belasting van verschillende werkenden.7 Verder gaat het kabinet zich de komende jaren inzetten om opmerkelijke belastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen aan te pakken. Hiervoor geldt een taakstellende opdracht oplopend van 162 miljoen euro in 2024 tot structureel 550 miljoen euro vanaf 2027. Onderdeel daarvan is in ieder geval het standaard aanmerken van verhuurd vastgoed als beleggingsvermogen in de BOR in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling (DSR) in de inkomstenbelasting. Het kabinet komt in het voorjaar van 2023 met een eerste invulling van de taakstellende opdracht voor 2024. In het Belastingplan 2023 is al een eerste concrete stap gezet in het aanpakken van belastingconstructies door voor periodieke giften een plafond in te voeren van 250.000 euro.8 Daarnaast gaat het kabinet jaarlijks een lijst met opmerkelijke belastingconstructies opstellen die als bijlage mee wordt gestuurd bij de Voorjaarsnota en het CBS verzoeken jaarlijks tegelijk met de Voorjaarsnota een infographic met relevante figuren te publiceren. Ook werkt het kabinet aan continue verbetering van benodigde data voor monitoring en evaluaties. Tot slot acht het kabinet het van belang om voortdurend kritisch te blijven kijken naar het belastingstelsel en daarmee ook de vormgeving van het boxenstelsel. Het kabinet neemt dan ook de aanbeveling uit het IBO ter harte om de herziening van het boxenstelsel te onderzoeken en daarbij de vraag of het mogelijk is om tot een stelsel te komen waarbij inkomen uit werk en verschillende vermogensvormen neutraler worden behandeld centraal te stellen. Voor het kabinet is het nu eerst prioriteit om het toekomstige stelsel op basis van werkelijk rendement in box 3 vorm te geven. Het belasten van het werkelijk rendement op vermogen in box 3 volgt uit het Coalitieakkoord en wordt omarmt door het IBO en past bij een evenwichtiger belastingstelsel. 

Publieke investeringen

Op 18 juli 2022 is dit IBO met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.9 Hierin kondigt de minister van Financiën aan dat de werkwijze en de instrumenten overprogrammering en het investeringsplafond worden geëvalueerd om te borgen dat het doel van het beleid centraal staat. Daarnaast is het kabinet voornemens in de departementale begrotingen, jaarverslagen, de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk te rapporteren over investeringen uit het Coalitieakkoord die onder het investeringsplafond vallen. In de Miljoenennota 2023 is dit voornemen tot uitvoering gebracht in Bijlage 1. Tot slot zal het kabinet bij de wetvoorstellen en de bijbehorende memorie van toelichting voor het Klimaatfonds en het Transitiefonds heldere keuzes maken over de vormgeving van de fondsen.

Jeugdcriminaliteit

Het IBO jeugdcriminaliteit «Werken aan effectievere detentie van jeugdigen» is najaar 2022 afgerond en op 24 februari jl. met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.10 In het IBO is zowel instroom (preventie), doorstroom (effectief, doelmatig verblijf in een justitiële jeugdinrichting, JJI) als uitstroom (recidivevermindering) onderzocht. Het IBO identificeert knelpunten, zoals versnippering en overlap van preventie-interventies die zorgen voor ondoelmatigheid of het korte verblijf van jeugdigen in JJI’s dat kostbaar is maar vaak weinig effectief. Er zijn in het IBO aanbevelingen gedaan, zoals het verbeteren van vroegsignalering en nazorg. Ook presenteert het IBO beleidsvarianten met alternatieven voor kortverblijf in de JJI’s (zoals elektronische detentie of taakstraffen) en maatregelen om de effectiviteit en doelmatigheid van de detentie te verbeteren (zoals betere doorstroom naar onderwijs of arbeidstoeleiding).  In de kabinetsreactie wordt door de minister voor Rechtsbescherming onder andere aangekondigd dat wordt ingezet op het naar binnen halen van zorgpartners die voorafgaand aan de vrijheidsbeneming betrokken zijn. Daarnaast worden er verschillende aanvullende verkenningen uitgevoerd. Zo onderzoekt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) belemmeringen in het integraal oppakken van signalen. Ook wordt er samengewerkt met OCW, bijvoorbeeld door in 2023 een tijdelijke landelijke coördinator aan te stellen die de samenwerking tussen JJI’s en mbo-instellingen faciliteert.

Sturing op kwaliteit van onderwijs

Het IBO-rapport «Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid» beschrijft hoe het Rijk kan sturen om de kwaliteit, waaronder kansengelijkheid, van het primair en voortgezet onderwijs te vergroten. Het IBO geeft verdere voeding voor het gesprek over sturing op de onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in het funderend onderwijs. In de kabinetsreactie geeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zijn visie op de sturing op onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in het funderend onderwijs. Daarbij kijkt hij ook naar de grote samenhangende sturingsvraagstukken op het gebied van bekostiging, zeggenschap en arbeidsvoorwaardenvorming.

Ronde 2020/2021

In de ronde 2020/2021 vonden IBO’s plaats naar Financiering energietransitie, Vastgoed Defensie, Onderwijshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Agentschappen.

Financiering energietransitie

Op 28 april 2021 is dit IBO aan de Tweede Kamer aangeboden.11 In het IBO wordt onder andere aanbevolen om versterking van de kapitaalbasis van de regionale netwerkbedrijven door de Staat uit te werken. De Staat heeft inmiddels een afsprakenkader kapitaalbehoefte regionale netwerkbedrijven vastgesteld dat vastlegt hoe de staat om zal gaan met een verzoek tot kapitaalstorting door de netwerkbedrijven.12

Vastgoed Defensie

Op 16 april 2021 is het IBO-rapport «Toekomstvast – goedbeheerd, naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie» aan de Tweede Kamer aangeboden.13 Het IBO beveelt aan om de basis op orde te brengen door de informatievoorziening en governance te versterken, de balans tussen budget en de vastgoedportefeuille te herstellen door de kosten van de vastgoedportefeuille met 35-40 procent te reduceren en het Defensievastgoed onder te brengen in een stelstel bij het Rijksvastgoedbedrijf. Met het Coalitieakkoord heeft het kabinet geld vrijgemaakt om de achterstanden in het vastgoed weg te werken. De kabinetsreactie is opgenomen in het Strategisch Vastgoedplan 2022 dat 2 december 2022 aan de Tweede Kamer is aangeboden.14 Defensie is gestart met het (half)jaarlijks rapporteren over de voortgang van het verbeteren van het vastgoedbeheer. Daarnaast heeft Defensie het principebesluit genomen om over te gaan op een nog nieuw te ontwikkelen stelsel bij het RVB. Het nieuwe stelstel zal in de komende periode door Defensie en het RVB worden uitgewerkt. Belangrijke voorwaarden daarbij zijn het behoud van zeggenschap over beschikbaarheid en gebruik en een budget-neutrale en gefaseerde overgang.

Onderwijshuisvesting

Op 9 april 2021 is het IBO-rapport «Een vak apart. Een toekomstbestendig onderwijshuisvestingstelsel» aan de Tweede Kamer aangeboden.15 Op 21 december 2021 reageerde de toenmalige minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media op het IBO.16 Er blijkt sprake te zijn van een aanzienlijk aantal verouderde schoolgebouwen. Er komt een plan om die gebouwen aan te pakken. Er is onder andere een wetsvoorstel onderwijshuisvesting in de maak. Deze wet werkt voorstellen voor het aanpassen van de governance-relatie voor onderwijshuisvesting verder uit. Dit wetsvoorstel is nog niet aan de Tweede Kamer aangeboden. Naast deze wet wordt gewerkt aan de verbetering van informatievoorziening. Ook is er een verkenning gedaan naar de ervaren knelpunten in de regeling Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUVIS). De uitkomsten hiervan zijn verwerkt in de opvolger van de SUVIS, de Maatwerkregeling ventilatie in scholen. Tevens hebben scholen in de lumpsum middelen gekregen voor de aanschaf van een CO2-melder.

Ruimtelijke ordening

Op 12 mei 2021 is het IBO-rapport «Van woorden naar daden, over de governance van de ruimtelijke ordening» aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er toen geen appreciatie van het IBO meegestuurd.17 Op 12 november 2021 reageerde de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het IBO. Het IBO beveelt aan om bindende prestatieafspraken van Rijk en regio op te stellen. Het toenmalige kabinet werkte aan het definitief maken van de verstedelijkingsstrategieën. Begin 2023 zal het ontwerp van Programma Energiehoofdstructuur af worden gerond.18

Agentschappen

Op 19 mei 2021 is het IBO-rapport «Samen werken aan publieke waarde» aan de Tweede Kamer aangeboden.19 Het onderwerp van dit IBO heeft grote samenhang met de het onderzoek «Brede evaluatie van organisatiekaders op afstand» dat 9 december 2021 aan het Parlement is verzonden.20 Derhalve is de inhoudelijke reactie op het IBO Agentschappen samen met de kabinetsreactie op de Brede evaluatie van organisatiekaders aangeboden op 9 september 2022. Conform de aanbevelingen van het IBO Agentschappen wordt onderzocht of verruiming in de kaders van toegevoegde waarde kan zijn.21


X Noot
3

Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1177.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 IX, nr. 38.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 120, nr. 1.

X Noot
7

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 6 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

X Noot
8

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 15 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925, nr. 173.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2022-2023, 28 741, nr. 92.

X Noot
11

Kamerstukken II, 2020-2021, 32 813, nr. 689.

X Noot
12

Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1147.

X Noot
13

Kamerstukken II, 2020-2021, 34 919, nr. 77.

X Noot
14

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 124, nr. 12.

X Noot
15

Kamerstukken II, 2020-2021, 35 570 VIII, nr. 213.

X Noot
16

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 VIII, nr. 144.

X Noot
17

Kamerstukken II, 2021-2022, 34 682 VIII, nr. 82.

X Noot
18

Kamerstukken II, 2021-2022, 34 682, nr. 88.

X Noot
19

Kamerstukken II, 2020-2021, 25 268, nr. 199.

X Noot
20

Kamerstukken II, 2020-2021, 34 430, nr. AC.

X Noot
21

Kamerstukken II, 2021-2022, 31 490, nr. 323.

Naar boven