36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

29 237 Afrika-beleid

Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2023

Hierbij stuur ik uw Kamer de voortgangsrapportage handelsbevordering Afrika, conform de toezegging gedaan bij de begrotingsbehandeling buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking 2021 op 19 november 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 32, item 4).

De oorlog in Oekraïne, verschuivende geopolitieke verhoudingen, het tegengaan van klimaatverandering en kwetsbaarheden in grondstoffenketens vragen om een verdieping van partnerschappen met landen buiten de Europese Unie (EU), zoals op het Afrikaanse continent. De sterke inzet op de betrekkingen met Afrika en het stimuleren van een gelijkwaardige economische relatie passen binnen de kaders van de strategieën die onlangs met de Kamer zijn gedeeld.1 Het kabinet werkt aan de verduurzaming van internationale waardeketens met Afrika en is in EU-verband met enkele Afrikaanse landen in gesprek over grondstofpartnerschappen. Door onze gecombineerde aanpak van ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen kan Nederland op het Afrikaanse continent op een krachtiger manier bijdragen aan het behalen van de Sustainable Development Goals (SDGs), het vergroenen en digitaliseren van lokale economieën, het versterken van onze export- en investeringspositie, het verbeteren van het lokale ondernemingsklimaat en een bijdrage leveren aan een stevigere positie van de EU als geopolitieke speler en haar open strategische autonomie.2

In deze brief deel ik een overzicht van de stand van zaken ten opzichte van de voortgangsrapportage van vorig jaar.3 Daarnaast zal ik specifiek ingaan op de zogeheten «combitracks» die in het kader van het combinatiebeleid opgestart zijn, grote infrastructuurprojecten en de inzet van Nederland op het handelspolitieke terrein.

Inzet publiek-private combitracks

In een veertiental middeninkomenslanden ziet het kabinet grote kansen om met Nederlandse kennis en kunde bij te dragen aan de transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering. We zijn daartoe in de afgelopen periode aan de slag gegaan met een gecombineerde benadering van ontwikkeling, handel en investeringen in combitracks. Hierbij bouwen we middels een programmatische, gecombineerde aanpak voort op een eerder geïdentificeerde, concrete kans, waaraan een groep Nederlandse bedrijven zich wil committeren. In een combitrack dragen Nederlandse bedrijven, de Rijksoverheid (inclusief Invest International) en hun (lokale) partners (waaronder meestal ook kennisinstellingen) vervolgens samen bij aan vergroening en/of digitalisering, een versterkte export- en investeringspositie van het Nederlandse bedrijfsleven, duurzame economische ontwikkeling en waardig werk voor jongeren en vrouwen. Dit realiseren we door zowel middelen voor ontwikkelingssamenwerking als middelen voor handels- en investeringsbevordering in dezelfde sector in een combinatieland actief in te zetten.

Van de veertien combinatielanden liggen er acht op het Afrikaanse continent, namelijk: Marokko, Egypte, Kenia, Zuid-Afrika, Nigeria, Ghana, Ivoorkust en Senegal. Afgelopen jaar zijn in deze landen na een zorgvuldige afwegingvan de verschillende opties dertien combitracks van start gegaan, gericht op duurzame tuinbouw, een duurzame gekoelde logistieke keten, duurzame cacaoproductie en -verwerking, e-health, off-grid zonne-energie en groene waterstof.4 Deze trajecten bevinden zich nu in een opstartfase waarin de belangrijkste publieke en private partners samen aan een gedetailleerd plan van aanpak werken, terwijl de eerste activiteiten, zoals handelsmissies en -evenementen of verdiepende marktstudies, van start gaan.

In Marokko is er een traject gestart dat zich richt op duurzame bedekte tuinbouw in Agadir met speciale aandacht voor het gebruik van duurzame energie en de vermindering van het waterverbruik. Het bouwt voort op een Center of Excellence waar Nederlandse technologie wordt gedemonstreerd en trainingen worden gegeven.

In Egypte is er een traject opgestart gericht op klimaat- en waterslimme landbouw. De inzet is gericht op ecologische en financiële duurzaamheid, schaalvergroting, agri- en watertechnologie, de rol van vrouwen en jongeren en het produceren van voedsel voor de lokale en de internationale markt. Het traject wordt met Nederlandse kennis, kunde en investeringen ontwikkeld in gebieden met hernieuwbaar grondwater, zoals de Nijldelta.

In Kenia zijn er twee trajecten van start gegaan gericht op een duurzame gekoelde logistieke keten en de gezondheidszorg. Het eerste traject richt zich op het verduurzamen en versterken van gekoeld trein- en zeetransport voor de export van Keniaanse tuinbouwproducten naar Nederland, zoals bloemen, groenten en fruit. Dit dient als duurzaam alternatief voor luchtvracht. Het traject in de gezondheidszorg richt zich op het versterken van de (toegang tot) gezondheidszorg met Nederlandse digitale oplossingen.

In Zuid-Afrika is er een traject gestart in de tuinbouwsector in en rondom de plaats Grootvlei. In dit gebied wordt een kolencentrale gesloten wat zal leiden tot het verlies van banen voor de lokale bevolking. Met Nederlandse kennis en technologie wordt er ingezet op duurzame, innovatieve en arbeidsintensieve tuinbouwontwikkeling als alternatief voor de fossiele energieopwekking. De inzet is gericht op het creëren van banen en het bieden van opleidingen. Daarnaast is er een traject gestart op de ontwikkeling van de groene waterstofsector in Zuid-Afrika en Namibië. Het traject richt zich op waardecreatie in de gehele keten, met aandacht voor de productie, logistiek, het creëren van werkgelegenheid en de beschikbaarheid van water en sluit aan bij de kabinetsinzet gericht op het ontwikkelen van waterstofcorridors.5

In Nigeria is er een traject gestart dat zich richt op geïntegreerde off-grid zonne-energie oplossingen voor de landbouwsector en een traject in de tuinbouwsector. Laatstgenoemde richt zich op het op een duurzame manier intensiveren van de tuinbouwproductie in het dichtbevolkte zuidwesten van Nigeria door het bieden van Nederlandse oplossingen voor bedekte teelt.

In Ghana zijn er twee trajecten van start gegaan. Een traject in de tuinbouwsector dat richt zich op de demonstratie van Nederlands zaaizaad, biologische mest en capaciteitsopbouw met betrekking tot regeneratieve tuinbouw. Daarnaast worden kansen onderzocht voor Nederlandse oplossingen in de agro-logistiek, opslag, irrigatie en kassen. Het tweede traject, in de cacaosector, richt zich op het ontwikkelen en verduurzamen van deze waardeketen op een manier die vrij is van kinderarbeid en ontbossing. Hierbij worden bijvoorbeeld Nederlandse oplossingen gepositioneerd voor de lokale verwerking van cacao en het toepassen van irrigatietechnologie.

In Ivoorkust zijn er tevens twee trajecten van start gegaan gericht op een duurzame tuinbouw- en cacaosector. Het tuinbouwtraject richt zich op agro-ecologische tuinbouw en het opzetten van trainings- en incubatiecentra. Deze centra richten zich op het demonstreren van Nederlandse technologie en trainen van jonge, lokale tuinbouwondernemers. Het traject in de cacaosector richt zich op het ontwikkelen van lokale cacaoverwerking met Nederlandse kennis en technologie, met een focus op circulaire toepassingen.

In Senegal is een traject opgestart in de tuinbouwsector in de Niayes-regio. Nederlandse klimaatadaptieve oplossingen kunnen een uitkomst bieden voor de verzilting van de bodem waar deze regio mee kampt. Daarnaast richt het traject zich op het trainen van jonge tuinbouwondernemers en het verminderen van voedselverliezen met behulp van Nederland kennis en technologie.

Combitrack Nigeria: Solar Connect

Toegang tot elektriciteit is een groot probleem in Nigeria. Slechts 60% van de Nigerianen heeft toegang tot elektriciteit en de elektriciteitsvoorziening is onbetrouwbaar. De meeste Nigerianen en bedrijven zijn afhankelijk van dure en vervuilende dieselgeneratoren en in veel rurale gebieden is er helemaal geen toegang tot het elektriciteitsnet.

Nederlandse bedrijven zien kansen voor het verder opschalen van hun off-grid zonne-energie oplossingen in de lokale landbouwsector, bijvoorbeeld door zonnepanelen te integreren met koelsystemen waardoor minder landbouwproducten verloren gaan.

Een cluster van Nederlandse bedrijven en hun Nigeriaanse partners werkt met ondersteuning van o.a. de Rijksdienst voor Ondernemen (RVO) en het Consulaat-Generaal in Lagos met behulp van middelen voor handels- en investeringsbevordering aan het creëren en verzilveren van marktkansen, terwijl met behulp van partners en middelen voor ontwikkelingssamenwerking gewerkt wordt aan het behalen van SDGs in Nigeria. Zo worden er bijvoorbeeld middelen geïnvesteerd in het opleiden van Nigeriaanse jongeren en vrouwen tot installateurs en onderhoudstechnici van off-grid oplossingen voor zonne-energie. Betrokken partijen werken waar nodig aan het verbeteren van wet- en regelgeving. De bij de Access Bank in Lagos ondergebrachte Dutch Desk van Invest International richt zich op het verbeteren van toegang tot financiering voor Nederlandse ondernemers en hun lokale klanten. Tot slot worden de mogelijkheden voor een off-grid zonne-energie marktplaats onderzocht, waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht.

Zoals blijkt uit het voorgaande voorbeeld, is een combitrack dus geen vorm van gebonden hulp, waarbij met ODA-middelen Nederlandse producten zouden worden aangeschaft.

Uiteraard blijft het kabinet in een combinatieland, naast deze nieuwe combitracks, de reguliere inzet voor handel en investeringen voortzetten, zoals de inzet voor ontwikkelingsrelevante infrastructuur of meer klassieke vormen van handelsbevordering ten dienste van (groepen) bedrijven, waaronder de hieronder beschreven kansentrajecten op de kansrijke Afrikaanse markten ten behoeve van het Nederlandse bedrijfsleven.

Inzet publiek-private Taskforce Handelsbevordering NL-Afrika

De taskforce is een periodiek publiek-privaat overleg over kansen en uitdagingen voor ondernemen in Afrika, waarbij de aandacht wordt gericht op de aanpak van handels- en investeringsbelemmeringen die binnen de invloedssfeer van de diverse leden van de taskforce liggen. Sinds de oprichting van de taskforce in 2019 zijn zes beloftevolle sectoren voor op handelsbevordering gerichte kansentrajecten geïdentificeerd: gezondheidszorg, duurzame energie, afval- & circulaire oplossingen, agrifood, water en ICT/digitalisering. Onder de vlag van de taskforce zijn in deze zes sectoren een twintigtal kansentrajecten opgezet in de acht meest beloftevolle markten – de acht Afrikaanse combinatielanden. Maar liefst negen hiervan, vloeien voort uit de private «15/15» ambities voor Afrika, die de motie van de leden Weverling en Amhaouch (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 14) opriep te ondersteunen. Sommige kansentrajecten worden inmiddels breder ondersteund, door middel van de bovengenoemde combitracks.

Agrifood

In Marokko, Senegal, Egypte, Zuid-Afrika en Nigeria worden, mede in het licht van relevante moties van de leden Klink en Amhaouch, clusters van Nederlandse agrifoodbedrijven ondersteund in het kader van een kansentraject.6 In Zuid-Afrika heeft een cluster van bedrijven, in samenwerking met de universiteit van Stellenbosch, een demonstratiekas voor bedekte teelt geopend. In Egypte hebben Nederlandse bedrijven, actief in de klimaatslimme landbouw, afgelopen jaar hun zakelijk netwerk uitgebreid door middel van bijvoorbeeld hun deelname aan de Sahara Expo in september 2022 en de WADI Expo in mei 2023. Daarnaast kwam in het kader van klimaatslimme landbouw een delegatie van Egyptische ondernemers naar Nederland voor het leggen van zakelijke contacten. Vanuit Marokko bracht tevens een delegatie een bezoek aan Nederland met het doel de economische samenwerking in de agrosector te bevorderen. In april jl. is een handelsdelegatie naar Senegal afgereisd voor een missie gericht op de verduurzaming van de slacht- en verwerking van pluimvee. Eind november 2022 bezocht een Nederlandse bedrijvendelegatie in Ivoorkust de grootste landbouwbeurs van West-Afrika, de SARA. Het kabinet organiseert dit jaar van 29 september tot en met 3 oktober een handelsmissie naar Ivoorkust rond het thema «duurzame landbouw in West-Afrika». Deze missie zal ook de eerstvolgende editie van de SARA-beurs aandoen, waarvan Nederland dit jaar de eregast zal zijn.

Duurzame energie

In Nigeria is een cluster van bedrijven actief geworden in de zonne-energiesector. In de Senegalese zonne-energiemarkt is de interesse van het Nederlandse bedrijfsleven nog te beperkt; het hierop gericht kansentraject staat daarom on hold.In Marokko zijn Nederlandse bedrijven actief in de ontwikkeling van de productie en het transport van groene waterstof. Een aantal bedrijven heeft een Memorandum of Understanding ondertekend met zakelijke partners. In mei jl. namen delegaties uit Marokko, Algerije, Mauritanië, Egypte, Zuid-Afrika en Namibië deel aan de World Hydrogen Summit in Rotterdam. Eind 2022 is een handelsmissie voor groene waterstof naar Zuid-Afrika georganiseerd, waarbij de handelsdelegatie onder andere een bezoek bracht aan de Africa Hydrogen Summit.

Water

In september jl. hebben bedrijven uit de watersector, met een focus op waterzuivering, hergebruik en ontzilting, deelgenomen aan een Nederlands paviljoen op de Pollutec beurs in Casablanca. Vanuit Marokkaanse zijde is er grote interesse in Nederlandse technologie en kennisoverdracht. Recentelijk is er een Memorandum of Understanding ondertekend tussen Marokko en Nederland waarin de samenwerking in deze sector verder wordt uitgediept. Een studie naar de kansen in Egypte in deze sector wordt momenteel afgerond en binnenkort gepresenteerd aan het Nederlandse bedrijfsleven.

Het kabinet positioneert het Nederlandse bedrijfsleven ook voor het winnen van opdrachten uit een programma van de Wereldbank dat West-Afrikaanse landen ondersteunt om op een duurzame manier kusterosie tegen te gaan. Diverse Nederlandse bedrijven hebben hierbinnen opdrachten gewonnen. De activiteiten zijn nu gericht op de uitvoering van een impactanalyse van Nature-based Solutions (NbS) en de start van een serie dialoogsessies daarover in Ghana. Op deze wijze wordt enerzijds de capaciteit en kennis van lokale belanghebbenden ontwikkeld en anderzijds het Nederlandse bedrijfsleven gepositioneerd als experts op het gebied van NbS.

Afval- en circulaire oplossingen

In maart jl. bezocht een Nederlandse handelsdelegatie Egypte om kansen te verkennen in de afvalverwerking en circulaire economie.

Gezondheidszorg

In november jl. vond een handelsmissie naar Kenia plaats op het terrein van e-health en medische apparatuur. Hierbij zijn 14 Nederlandse bedrijven met mogelijke zakenpartners in contact gebracht. In oktober vond er een inkomende missie plaats uit Nigeria waarbij de delegatie in contact werd gebracht met Nederlandse ondernemers en marktkansen in de Nigeriaanse gezondheidszorg zijn gepresenteerd.

ICT en digitalisering

In Oeganda en Nigeria is een impactcluster gestart dat als doel heeft om een nieuwe opleidingscapaciteit te creëren voor softwareontwikkelaars en hen toegang te geven tot internationale markten. Dit biedt enerzijds lokale ontwikkelaars de mogelijkheid voor een internationale carrière in de ICT en anderzijds Nederlandse bedrijven, o.a. wervingsbureaus, de kans om aan de grote vraag naar goed opgeleide ontwikkelaars te voldoen.

Naast de genoemde uitgaande en inkomende handelsmissies, heeft het kabinet de afgelopen periode in nauwe samenwerking met private partners ook handelsbevorderende bijeenkomsten georganiseerd. Op 3 november 2022 en op 8 juni jl. werden bijvoorbeeld twee Africa Business Dialogues georganiseerd, waarin steeds een 150tal ondernemers met ambities op het Afrikaanse content daarover kon spreken met reeds in Afrika actieve ondernemers, specialisten van ons ambassadenetwerk, RVO, Atradius Dutch State Business, Invest International en met private partners, zoals de Netherlands-African Business Council, het Netherlands Water Partnership of de Taskforce Healthcare. Daarnaast wordt er bij inkomende bezoeken van overheidsdelegaties ingezet op het bevorderen van economische kansen. Een voorbeeld hiervan is het bezoek van de Keniaanse president, waarbij op 8 mei jl. een rondetafelgesprek is georganiseerd met het Nederlandse bedrijfsleven en bedrijfsbezoeken hebben plaatsgevonden.

Publiek-private inzet voor ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten

Het kabinet positioneert het Nederlandse bedrijfsleven ook op het Afrikaanse continent voor kansrijke opdrachten gefinancierd door ontwikkelingsbanken waarvan een groot deel, gezien de Nederlandse expertise op dat gebied, een infrastructurele component hebben. Daarnaast zet het via Invest International publieke middelen in om duurzame publieke infrastructuurprojecten ten behoeve van private sector ontwikkeling te begeleiden en implementeren.7

In Zuid-Afrika is ingezet op de positionering van het Nederlandse bedrijfsleven voor door de Wereldbank gefinancierde opdrachten rondom het thema Smart Cities. Dit traject is echter stopgezet, nadat de Zuid-Afrikaanse overheid nieuwe prioriteiten stelde waardoor vraag en aanbod niet langer overeenkwamen. Op het gebied van energie-infrastructuur is afgelopen jaar ingezet op samenwerking met de Wereldbank op het gebied van groene waterstof. Nederland is lid geworden van het Hydrogen 4 Development partnership program van de bank en deelt via dit programma Nederlandse kennis en kunde. Onlangs hebben Nederlandse bedrijven uit de waterstofsector hun oplossingen gepresenteerd aan experts van de Wereldbank.

Het afgelopen jaar heeft Invest International vijftien Develop2Build en DRIVEprojecten gestart, waarvan negen in Afrika.8 Zo is onder andere in Mozambique met Nederlandse kennis een kustbeschermingsproject in de havenstad Beira ontwikkeld. Dit betreft een Nature Based Solution, met kansen voor Nederlandse bedrijven in de uitvoering. De schenking door de Nederlandse overheid is tijdens de recente VN Waterconferentie in april jl. getekend. Voor een drinkwaterproject in Niger, waarbij de tender is gewonnen door een Nederlands bedrijf, wordt door een DRIVE-financiering van vijftig miljoen euro een project met een totale waarde van honderd miljoen euro mogelijk gemaakt. Met dit project wordt lokale werkgelegenheid gecreëerd en het lokale ondernemingsklimaat, de toegang tot water alsmede de waterefficiëntie bevorderd.

Handelspolitieke inzet

In de beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is», is een aantal handelspolitieke voornemens geformuleerd ten aanzien van het versterken van de (handels-)relatie met de verschillende landen op het Afrikaanse continent.9 Deze inzet is nader toegelicht en ingekaderd in de Afrikastrategie die uw Kamer onlangs ontving.10 De inzet ten aanzien van de Afrikaanse vrijhandelsovereenkomst (AfCFTA) maakt onderdeel uit van de Afrikastrategie en is daarnaast in de jaarlijkse Kamerbrief over EU-ontwikkelingssamenwerking toegelicht.

Op het terrein van handelspolitiek zet het kabinet zich, in lijn met de aanpak voor de combinatielanden, hernieuwd in voor de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) met landen en groepen van landen, die bijdragen aan een gelijkwaardiger economische relatie. Daarnaast zet Nederland in op onderhandelingen met een aantal Afrikaanse landen over de herziening van de bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten (IBO’s) op basis van de eerder aan uw Kamer voorgelegde modeltekst.11 Ten aanzien van de herziening van de bestaande bilaterale IBO’s van Nederland met landen buiten de EU zijn onlangs verkennende gesprekken gevoerd met Ghana en Nigeria.

Uw Kamer wordt regulier geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen over zowel handels- als investeringsbeschermingsakkoorden via de voortgangsrapportage handelsakkoorden. Het meest recente overzicht is bijgesloten bij de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 25 mei jl.12

In de rapportageperiode zijn door de EU gesprekken gevoerd met Kenia over een mogelijk interim-EPA, waarbij de verwachting is dat deze in 2023 kunnen worden afgerond. Voorts wordt onderhandeld met de vijf Oost- en Zuidelijk-Afrikaanse landen Madagaskar, Mauritius, Seychellen, Zambia en Zimbabwe over verdieping van het bestaande interim-akkoord. Ook zijn de onderhandelingen over het oorsprongsprotocol in het Centraal-Afrikaanse interim-EPA afgerond met Kameroen. Voorts kan worden opgemerkt dat de onderhandelingen van de EU met Angola over een duurzaam investeringsfacilitatie-akkoord zijn afgerond, wat als opmaat dient tot de toetreding van Angola tot de EPA met de Zuid-Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC). Uw Kamer is hierover separaat geïnformeerd.13

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Kamerbrief Nationale Grondstoffenstrategie (Kamerstuk 32 852, nr. 224), Kamerbrief de Internationale Klimaatstrategie (Kamerstuk 31 793, nr. 231), Kamerbrief Open strategische autonomie (Kamerstuk 35 982, nr. 9), Kamerbrief Afrika strategie (Kamerstuk 29 237, nr. 183)

X Noot
2

Beleidsnotitie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, «Doen waar Nederland goed in is», Kamerstuk 36 180, nr. 1.

X Noot
3

Kamerstuk 34 952, nr. 178.

X Noot
4

Indachtig bijvoorbeeld de moties motie van de leden Klink en Amhaouch over het bevorderen van duurzame voedselproductie in Afrika (Kamerstuk 34 952, nr. 166); en motie van de leden Amhaouch en Klink over het in de Afrikastrategie opnemen van een intensievere handelsrelatie tussen Nederland en Afrika op agrarisch gebied (Kamerstuk 34 952, nr. 168).

X Noot
5

Kamerstukken 29 023 en 32 852, nr. 431

X Noot
6

Motie van de leden Klink en Amhaouch over het bevorderen van duurzame voedselproductie in Afrika (Kamerstuk 34 952, nr. 166); en motie van de leden Amhaouch en Klink over het in de Afrikastrategie opnemen van een intensievere handelsrelatie tussen Nederland en Afrika op agrarisch gebied (Kamerstuk 34 952, nr. 168).

X Noot
7

Invest International is verantwoordelijk voor de uitvoering van de programma’s Develop2Build en DRIVE.

X Noot
8

Regelingen gericht op de ontwikkeling en ondersteuning van investeringen in publieke infrastructuur in ontwikkelingslanden.

X Noot
9

Kamerstuk 36 180, nr. 1.

X Noot
10

Kamerstuk 29 237, nr. 183

X Noot
11

Kamerstuk 34 952, nr. 32.

X Noot
12

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2660

X Noot
13

Bijlage bij Kamerstuk 21 501-02, nr. 2619.

Naar boven