De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Afrikaanse bevolking verdubbeld zal zijn tegen 2050, tot maar
liefst 2,5 miljard mensen en 20% van de totale wereldbevolking;
constaterende dat de huidige export van tarwe, mais, kunstmest en andere grondstoffen
vanuit Oekraïne naar Afrikaanse landen gestopt is door de oorlog en als gevolg hiervan
grote prijsstijgingen voor granen en kunstmest op de mondiale markt waarneembaar zijn;
overwegende dat door deze ontwikkelingen de voedselzekerheid van het Afrikaanse continent
nog verder in het geding aan het raken is, naast de bestaande druk op de voedselzekerheid
door klimaatverandering, terwijl voedselzekerheid van groot belang is voor het bieden
van toekomstperspectief aan de Afrikaanse bevolking in hun geboorteland;
overwegende dat Nederland en Europa veel kennis in huis hebben om het Afrikaanse continent
te ondersteunen met agrarische kennis en zaadveredelaars om zo de voedselopbrengsten
op het eigen continent te vergroten;
verzoekt de Minister het opzetten van een intensievere handelsrelatie tussen Nederland
en Afrika op agrarisch gebied op te nemen in de Afrikastrategie om het continent te
helpen met het ontwikkelen van een grote opbrengst aan voedsel op het continent om
zo de voedselzekerheid te verbeteren;
verzoekt de Minister de motie-Weverling/Amhaouch over het tot uitvoering brengen van
het 15/15-actieplan versneld uit te voeren waar de ruimte voor facilitering van projectontwikkeling
en programmaontwikkeling binnen de Afrikataskforce optimaal benut kan worden;
verzoekt de Minister om bijvoorbeeld een Europees-Afrikaans Afrika-actieplan op te
richten, waarbij een voortrekkersrol genomen wordt om de zelfvoorzienende voedselketen
in Afrika te bevorderen,
en gaat over tot de orde van de dag.