34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2018

Nederland heeft belang bij een open, op regels gebaseerd mondiaal handels-en investeringssysteem. Zoals uiteengezet in de nota «Investeren in perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland» (Kamerstuk 34 952, nr. 1), zet het kabinet zich in voor een toekomstbestendig handels-en investeringssysteem, waarin duurzaamheid en inclusiviteit kernbegrippen zijn. Tegen de achtergrond van de steeds belangrijkere rol die private investeerders spelen in duurzame en inclusieve groei, dragen moderne investeringsakkoorden bij aan het verbeteren van het investeringsklimaat van verdragspartijen. Buitenlandse investeringen kunnen leiden tot extra werkgelegenheid en het aantrekken van kennis en innovatie. Dit is met name van belang voor ontwikkelingslanden, waar het binnenhalen van private investeringen onontbeerlijk is voor het behalen van de UN Sustainable Development Goals.

Nederland heeft thans 78 investeringsakkoorden in werking met landen buiten de Europese Unie.1 Als onderdeel van een duurzame investeringsagenda streeft het kabinet naar een modernisering van deze akkoorden (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1481). Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de nieuwe modeltekst investeringsakkoorden. Hiermee wordt voldaan aan het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer van 5 oktober 2018, en aan de toezegging in het mondeling overleg met de Commissie Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van de Eerste Kamer op 9 oktober 2018.

Proces

De nieuwe modeltekst is tot stand gekomen na uitgebreide consultaties met belanghebbenden, maatschappelijke organisaties en experts. Bij het opstellen van de nieuwe modeltekst is onder andere gebruik gemaakt van rapporten en studies van het CPB, de AIV, de universiteiten Halle en Leiden, UNCTAD, UNCITRAL en de OESO. Een conceptversie van de modeltekst is besproken tijdens een bijeenkomst van het Breed Handelsberaad. Tot slot heeft een internetconsultatie plaatsgevonden. In totaal zijn 1.657 reacties op de internetconsultatie ingediend, waarvan ongeveer 20 unieke reacties. Naar aanleiding van deze input is de modeltekst verbeterd.

Op 19 oktober 2018 heeft de Rijksministerraad de nieuwe modeltekst vastgesteld. De volgende stap is het aanvragen van autorisatie voor (her-) onderhandeling bij de Europese Commissie op grond van artikel 8, lid 3, van EU Verordening 1219/2012.

De nieuwe modeltekst is als bijlage gevoegd2 bij deze brief en gepubliceerd op www.rijksoverheid.nl. Hiermee is voldaan aan de motie van het lid Hijink (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1755) om de nieuwe modeltekst openbaar te maken voorafgaand aan de (her-) onderhandeling van investeringsakkoorden.

Inhoudelijke vernieuwingen

Met de nieuwe modeltekst speelt Nederland een voortrekkersrol op het terrein van duurzaam investeringsbeleid. De nieuwe modeltekst brengt meer evenwicht in de rechten en plichten van investeerders en staten. De nieuwe modeltekst bevat onder meer de volgende vernieuwingen.

  • 1) De nieuwe modeltekst gaat oneigenlijk gebruik tegen. Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de eisers onder Nederlandse investeringsakkoorden geen substantiële activiteiten in Nederland verricht. Brievenbusmaatschappijen worden in artikel 1 van de nieuwe modeltekst uitgesloten van bescherming onder het investeringsakkoord. Hiermee wordt voldaan aan de motie van de leden Diks en Van den Hul (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1829). Oneigenlijk gebruik wordt ook voorkomen doordat kansloze claims in een vroegtijdig stadium kunnen worden afgewezen (artikel 21). Investeringen die door corruptie tot stand zijn gekomen zullen voorts niet-ontvankelijk worden verklaard door het tribunaal (artikel 16).

  • 2) De modeltekst expliciteert in artikel 2 het recht van overheden om te reguleren in het publiek belang, zoals de bescherming van volksgezondheid, openbare veiligheid, milieu, arbeidsrechten, dierenwelzijn en consumentenbescherming.

  • 3) De modeltekst expliciteert in de artikelen 6 en 7 afspraken over duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Verdragspartijen bevestigen onder meer hun internationale verplichtingen op het terrein van milieu, arbeidsrechten, mensenrechten en maatschappelijk verantwoord ondernemen en zeggen toe te werken naar de ratificatie van alle fundamentele ILO-Conventies en naar verdere versterking van het internationale kader op het terrein van bedrijven en mensenrechten. Geëxpliciteerd wordt dat investeerders zich moeten houden aan het nationale recht in het land van vestiging, waaronder mensenrechten, arbeidsrechten en milieunormen. In het geval dat het land van vestiging niet optreedt tegen misdragingen van een buitenlandse investeerder, bevestigt de modeltekst dat een procedure kan worden gestart tegen die investeerder, conform het recht van de thuisstaat van de investeerder. Verdragspartijen beklemtonen daarnaast het belang dat investeerders een due diligence onderzoek doen om mogelijke negatieve impact van hun investering te identificeren en te beperken.

  • 4) In de nieuwe modeltekst weegt het handelen van investeerders mee. In het bepalen van de eventuele schadevergoeding voor de investeerder wegens onrechtmatig overheidsoptreden, kan het tribunaal op grond van artikel 23 rekening houden met het niet naleven door de investeerder van de afspraken onder de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OESO richtsnoeren voor multinationale ondernemingen.

  • 5) De nieuwe modeltekst verduidelijkt de bescherming voor investeerders (afdeling 4). De modeltekst bevat onder andere afspraken die discriminatie verbiedt evenals het onteigenen van investeerders zonder adequate compensatie.

  • 6) De nieuwe modeltekst vernieuwt het in afdeling 5 opgenomen geschillenbeslechtingsmechanisme. De nieuwe modeltekst stapt af van de gangbare praktijk dat arbiters worden benoemd door partijen bij het geschil. De nieuwe modeltekst garandeert onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak door het tribunaal te laten benoemen door de Secretaris-Generaal van het Permanent Hof van Arbitrage of door de Secretaris-Generaal van het International Centre for Settlement of Investment Disputes. De modeltekst bevat kwaliteits- en ethische eisen waaraan arbiters moeten voldoen. Ook moet bij de keuze van het tribunaal rekening worden gehouden met gender-diversiteit en regionale spreiding van arbiters. Transparantie van procedures wordt vergroot en de nieuwe modeltekst creëert een rol voor derde partijen, zoals burgers en maatschappelijke organisaties, om zich als amicus curiae te voegen in een procedure. Uiteindelijk zal het geschillenbeslechtingsmechanisme moeten worden vervangen door geschillenbeslechting bij het nog op te richten multilaterale investeringshof.

  • 7) De nieuwe modeltekst zorgt voor efficiëntere procedures en houdt rekening met het mkb. Procedures onder investeringsakkoorden kunnen lang duren en hoge kosten met zich mee brengen. Met de nieuwe modeltekst kunnen procedures worden verkort en kosten verlaagd. Er wordt specifiek rekening gehouden met de belangen van het mkb om kosten te beperken (afdeling 5).

De nieuwe modeltekst is een onderhandelingsinzet. Uiteindelijke verdragen moeten nog worden aanvaard door de (Rijks-) ministerraad en goedgekeurd door het parlement.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Het kabinet werkt daarnaast aan de beëindiging van de twaalf investeringsakkoorden met andere EU-lidstaten, naar aanleiding van de uitspraak van het EU-Hof in zaak C-284/16, Achmea (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1863).

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven