36 094 Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (novelle verbetering uitvoerbaarheid)

C MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 23 februari 2023

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het door de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uitgebrachte voorlopig verslag over het wetsvoorstel. Ik bedank de leden van de commissie voor de snelheid waarmee het voorlopig verslag tot mij is gekomen. Ik heb mij er voor ingezet deze memorie van antwoord zo snel mogelijk aan u te versturen.

In deze memorie van antwoord zijn de vragen en opmerkingen uit het voorlopig verslag integraal opgenomen in cursieve tekst en de beantwoording daarvan in gewone typografie. De vragen en antwoorden zijn van een nummer voorzien, waarnaar in voorkomende gevallen in andere antwoorden is verwezen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties GroenLinks en de PvdA gezamenlijk

1.

De leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA vragen de regering aan te geven welke onderdelen en/of artikelen van de novelle een samenloop kennen met de Omgevingswet dan wel de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)? Op welke wijze wordt voorkomen dat eventuele vertragingen in de invoering van bovengenoemde wetten ertoe leiden dat er vertragingen in de versterkings- en hersteloperatie van woningen komen?

Er is geen sprake van een directe samenloop, of tekstuele afhankelijkheid, tussen de onderdelen en de artikelen van het wetsvoorstel tot wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (hierna: novelle)1 en de Omgevingswet (hierna: Ow) en de Wet kwaliteitsborging voor de bouw (hierna: Wkb).

Wel is het zo dat de Ow en de Wkb, wanneer deze van kracht zijn, algemeen geldend zijn voor onder andere procedures, planvorming en het bouwen, en daarmee ook van toepassing zijn op de activiteiten in het kader van de versterkingsoperatie in Groningen. Het streven van de Ow is onder andere om de doorlooptijd van procedures te verkorten. In die zin zou de latere inwerkingtreding een effect kunnen hebben op de planvorming en vergunningprocedure. Echter, vanwege het belang van de betrokken gemeenten en omgeving dat procedures vlot verlopen, wordt verwacht dat de versterkingsoperatie niet of in beperkte mate vertraging ondervindt van het later in werking treden van de Ow. Bij de versterking wordt aangesloten op de in Nederland geldende bouwvoorschriften, deze worden straks onderdeel van de Ow. Dit heeft geen effect op de versterkingsoperatie. Toetsing van het ontwerp van een gebouw op aardbevingsbestendigheid is een aanvulling op de bouweisen die straks onder de Ow vallen. Er is hier dus geen sprake van afhankelijkheid van de Ow. Daarom leidt vertraging van de inwerkingtreding van de Ow op dit punt niet tot vertraging in de versterkingsoperatie. Op het aspect bouwkundige kwaliteit van gebouwen is er een relatie tussen de novelle en de Wkb. De Nationaal Coördinator Groningen (hierna: NCG) heeft met de gemeenten in de provincie Groningen een intentieverklaring opgesteld waarin is afgesproken in de geest van de Wkb te werken vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wkb. Derhalve zou een vertraging van de inwerkingtreding van de Wkb geen effect hebben op de versterkingsoperatie in Groningen.

2.

Kan de regering bevestigen dat eventuele extra (meer-)kosten voor particulieren van de invoering van de Wkb door het Rijk gedragen worden, dan wel dat de betreffende verantwoordelijke organisatie voor financiering van de herstel/versterkingsoperatie kan worden aangesproken? Kan de regering voorts bevestigen dat eventuele meerkosten voor kwaliteitsborging in dit geval nooit bij de huiseigenaar of de verhuurder neergelegd kunnen worden, omdat het kosten zijn die zonder de gaswinning niet gemaakt hadden hoeven te worden?

Ja, dat kan ik bevestigen. Met u ben ik van mening dat de eigenaar alle kosten voor de versterking vergoed moet krijgen. Dit geldt dus ook voor eventuele extra kosten die gemaakt worden door de invoering van de Wkb. Dit zijn immers kosten die de eigenaar van het gebouw niet zou hebben hoeven maken wanneer er geen sprake is van versterkingsmaatregelen.

3.

Volgens deze leden is er in de Tijdelijke wet Groningen geen duidelijke doelstelling opgenomen. Kan de regering omschrijven wat de doelen van de wet zijn en wat de beoogde resultaten zijn, zodat achteraf getoetst kan worden of de wet zijn functie daadwerkelijk vervult?

De doelen van het wetsvoorstel Versterken en de daaraan gelieerde novelle zijn benoemd in paragraaf 1.2. van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Versterken2, en in paragraaf 1 van de memorie van toelichting bij de novelle3. Het wetsvoorstel Versterken is bedoeld als fundament voor de publiekrechtelijke vormgeving van de versterkingsopgave waarbij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (hierna: NAM) op afstand staat. Het beoogt de wettelijke basis te bieden voor een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, voor de veiligheidskaders waarbinnen de versterking van gebouwen plaatsvindt, voor de heffing op de NAM en voor de rechtsbescherming voor bewoners. Daarnaast voorziet het wetsvoorstel in heldere processen, één integraal versterkingsbesluit en een gecoördineerde behandeling van het versterkingsbesluit met de gemeentelijke vergunningprocedures. Ook versnelt het de procedure voor bestuursrechtelijke rechtsbescherming door beroep in één instantie voor te schrijven. Met de novelle worden de in het wetsvoorstel Versterken opgenomen mogelijkheden voor eigenaren om de versterking in eigen beheer uit te voeren, en de mogelijkheden tot het inroepen van onafhankelijke bijstand aangepast.

Wat de beoogde resultaten en evaluatie betreft, bevat de Tijdelijke wet Groningen (hierna: TwG) in artikel 20 een verplichting voor de Minister van Economische Zaken en Klimaat om binnen twee jaar na inwerkingtreding van de wet, en vervolgens telkens na drie jaar, een verslag uit te brengen aan de beide Kamers van de Staten-Generaal over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk en de noodzaak van het voortduren van de maatregelen waarin de wet voorziet. Na inwerkingtreding van de wet Versterken vindt de evaluatie door toevoeging van het amendement van Tweede Kamerlid Sienot4 telkens na twee jaar plaats. De eerste evaluatie van de wet heb ik op 16 september 2022 met uw Kamer gedeeld.5 Op het moment dat het wetsvoorstel Versterken en de novelle onderdeel worden van de TwG worden deze daarmee automatisch onderdeel van de volgende evaluatie. Dan zal ook getoetst worden of de bovengenoemde doelen zijn gerealiseerd.

4.

Kan de regering inzichtelijk maken op welke wijze inwoners kennis hebben kunnen nemen van, dan wel geconsulteerd zijn over, de inhoud van het voorliggend wetsvoorstel, inclusief de novelle? Indien burgers niet zijn geconsulteerd zien deze leden graag toegelicht waarom daarvan is afgezien.

Zowel het wetsvoorstel Versterken als de novelle heeft voor openbare internetconsultatie voorgelegen. In beide gevallen is in de memorie van toelichting6 kort ingegaan op de reacties van inwoners die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hierop te reageren. Voor meer uitgebreide verslagen van de internetconsultaties verwijs ik naar de gepubliceerde consultatieverslagen op www.internetconsultatie.nl 7.

5.

Kan de regering aangeven waarom er met het voorleggen van deze novelle niet is gewacht op de afronding van de parlementaire enquête Groningen, zodat eventuele voorstellen voor verbetering die daaruit voortvloeien, nog meegenomen hadden kunnen worden?

Om de versterkingsoperatie zo snel mogelijk publiekrechtelijk te verankeren, de NAM definitief op afstand te plaatsen en de doelen van het wetsvoorstel Versterken te bereiken (zie het antwoord op vraag 3), is het van belang de voortgang van de novelle, en daarmee van het wetsvoorstel Versterken, niet te laten wachten op de parlementaire enquête Groninger aardgaswinning. Dit laat onverlet dat ik de uitkomsten van de parlementaire enquête betrek bij de doorontwikkeling van de schadeafhandeling- en versterkingsoperatie.

6.

Deze leden merken dat bij een deel van de inwoners van de provincie Groningen zorg bestaat over de aanpassing van de terminologie in de wet en wat dat in de praktijk voor hen zal betekenen (bijvoorbeeld de introductie van duurzaam herstel in het voorgestelde artikel 2, tiende lid). Kan de regering van alle aan schade- en herstel gerelateerde termen in de wet aangeven met welke tot op heden gebruikte terminologie deze gelijkgesteld kan worden? En kan zij voorts van de nieuwe terminologie die anders gelezen dient te worden, de definitie aangeven?

Onderhavig wetsvoorstel verandert geen bestaande wettelijke begrippen.

In de TwG is beschreven welke vormen van schade het Instituut Mijnbouwschade Groningen (hierna: IMG) vergoedt, zijnde alle vormen van schade ontstaan door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg. Met de novelle wordt daar de gasopslag bij Grijpskerk aan toegevoegd. Dat kan naast fysieke schade aan gebouwen en werken gaan om andere vormen van schade, zoals schade door waardedaling en immateriële schade. Het IMG vergoedt deze schade met een geldbedrag, of kan gebouwschade op verzoek van de aanvrager in natura herstellen.

Op basis van de in artikel 2, tiende lid, van de TwG op te nemen bevoegdheid tot duurzaam herstel kan het IMG, naast het nemen van redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade die al binnen de grenzen van het normale aansprakelijkheidsrecht kunnen worden genomen, «aan de aanvrager een in redelijkheid te bepalen tegemoetkoming in geld of in natura toekennen voor iedere redelijke maatregel die nodig is om te bewerkstelligen dat de schade waarvoor vergoeding wordt toegekend, duurzaam kan worden hersteld». In de praktijk betekent dit dat het IMG meer ruimte krijgt om maatregelen te nemen om onderliggende gebreken die ertoe leiden dat fysieke schade als gevolg van de gaswinning of gasopslag terugkeert of verergert, zoals een verzwakte fundering herstellen, als dit eraan bijdraagt dat bewoners niet opnieuw geconfronteerd worden met bevingsschade.

Schadeherstel dient los te worden gezien van preventieve maatregelen die nodig zijn om een gebouw te laten voldoen aan de veiligheidsnorm. Dit is onderdeel van de versterkingsoperatie die wordt uitgevoerd door de NCG.

7.

Kan de regering aangeven welke en op welke wijze de uitgangspunten uit het door de regering en regionale bestuurders ondertekende Sociaal Handvest8 zijn betrokken bij het opstellen van de Tijdelijke wet Groningen en met name bij de novelle? Kan regering gemotiveerd aangeven waarom bepaalde uitgangspunten niet betrokken zijn en tevens verduidelijken hoe de wel betrokken uitgangspunten een plek hebben gekregen? Indien de uitgangspunten uit het Sociaal Handvest in het geheel niet zijn betrokken, kan de regering dan toelichten waarom dat niet het geval is geweest?

Het Sociaal Handvest is op 11 juli 2022 ondertekend door de initiatiefnemers, de regionale overheden, de uitvoeringsorganisaties NCG en IMG, en mijzelf. Het wetsvoorstel Versterken en de novelle zijn respectievelijk op 13 oktober 2020 en op 3 mei 2022 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit betekent logischerwijs dat het Sociaal Handvest als zodanig niet betrokken is bij de totstandkoming van het wetsvoorstel Versterken en de novelle.

Dit neemt niet weg dat verschillende uitgangspunten die in het Sociaal Handvest zijn opgenomen, onderdeel zijn van de overwegingen op basis waarvan het wetsvoorstel Versterken en de novelle zijn vormgegeven of gedurende de behandeling in de Tweede Kamer bij het wetsvoorstel zijn betrokken. Het Sociaal Handvest omvat heldere uitgangspunten die onderdeel zijn van de overwegingen in de schadeafhandeling- en versterkingsoperatie. Voor de novelle is dit het meest duidelijk voor uitgangspunt 11, waarin wordt gesteld dat bewoners juridisch advies en ondersteuning moeten kunnen krijgen. Daarnaast zijn bij amendement de mogelijkheid tot duurzaam herstel9, de mogelijkheid om het gebied waar het IMG schade afhandelt met toepassing van het bewijsvermoeden geografisch te specificeren10 en het beperken van het aantal keren dat een deskundige per aanvraag mag onderzoeken of de schade door de winning van gas uit het Groningerveld of door de exploitatie van de gasopslagen Norg en Grijpskerk is veroorzaakt11 aan het wetsvoorstel Versterken toegevoegd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de uitgangspunten 6, 7 en 11 van het handvest. Tot slot worden in lijn met uitgangspunt 4 op grond van het wetsvoorstel Versterken nadere regels gesteld ten behoeve van een betere samenwerking tussen het IMG en de NCG. Tegelijkertijd worden momenteel veel van de uitgangspunten uit het handvest meegenomen in andere trajecten, buiten het wetsvoorstel Versterken en de novelle, zoals de dorpenaanpak12, de verschillenaanpak13 en de verbetering van de persoonlijke communicatie met bewoners14.

Ook hoop ik dat met het wetsvoorstel Versterken en de novelle een stap wordt gezet om het vertrouwen van de bewoners te herstellen. De bepaling over juridische, bouwkundige en financiële bijstand stelt bewoners in staat om de hulp te krijgen die zij nodig hebben. Hiermee wordt de positie van bewoners versterkt en, voor hen die dit nodig hebben, hulp en ondersteuning geboden.

8.

De snelheid in de uitvoering van de herstel- en versterkingsoperatie is volgens deze leden traag. Getroffen inwoners moeten nog steeds lang op duidelijkheid en veiligheid wachten. Kan de regering bevestigen dat de financiële knelpunten ten aanzien van bemensing en bemiddeling zijn opgelost? Kan de regering duidelijk maken waar op dit moment nog problemen liggen qua verhoging van het tempo van de uitvoering?

De opgave ten aanzien van bemensing en bemiddeling wordt niet bemoeilijkt door financiële knelpunten. De vacatures bij het IMG en de NCG dienen wel vervuld te worden in de context van een zeer krappe arbeidsmarkt. Een deel van de moeilijk te vervullen vacatures wordt momenteel ingevuld door middel van tijdelijke inhuur. Het gaat bijvoorbeeld om tijdelijk en/of specialistisch werk. Volgens het IMG en de NCG zijn de effecten op de uitvoering door de externe invulling beheersbaar. Wel kan het voorkomen dat het IMG moet prioriteren of temporiseren. Ook bij de NCG is de bemensing van de organisatie een bekend aandachtspunt. De NCG zet de intensieve inzet op werving en behoud van personeel in 2023 voort.15

Met betrekking tot het tempo van de uitvoering geldt dat bij het IMG begin 2023 wekelijks ca. 2000 schademeldingen binnenkwamen en ca. 2000 meldingen werden afgehandeld. Voor de meeste meldingen van schade door waardedaling, immateriële schade en de vaste eenmalige schadevergoeding voor fysieke schade, geldt dat de nagestreefde afhandeltermijnen van acht weken voor het overgrote deel wordt behaald.

Bij afhandeling van schade middels het maatwerktraject neemt een schade-expert ter plaatse de schade op. In deze gevallen wordt de nagestreefde doorlooptijd van zes maanden in veel gevallen nog niet behaald.16, 17 Het IMG heeft op 21 januari 2023 bekendgemaakt dat het ook voor Groningers met grotere schade in de kern van het bevingsgebied een vaste vergoeding mogelijk wil maken. Dit beoogt de afhandeling van grotere schades in de kern van het bevingsgebied te versnellen. Ook heeft het IMG in november 2022 een taskforce ingesteld die de ruimte heeft om tot een oplossing te komen voor langlopende dossiers (schademeldingen die na meer dan twee jaar nog niet zijn afgehandeld). Waar dit in november 2022 circa 1.500 dossiers betrof, is het aantal dossiers medio januari 2023 verminderd tot 832 (op een totale werkvoorraad van circa 19.000 openstaande schademeldingen). Het IMG werkt aan een verdere versnelling om dit aantal langlopende dossiers te verminderen.18

Wat het tempo voor de NCG betreft, geldt dat de doelstellingen van 2022 zijn gehaald en dat dit jaar de beoordeling van de adressen uit de versterkingsoperatie conform afspraak wordt afgerond. Zoals eerder met de Tweede Kamer gewisseld, wordt daarbij alleen voor enkele agro-adressen en voor een aantal woningen waarbij bewoners zelf pas in de tweede helft van 2023 besluiten tot een herbeoordeling rekening gehouden met een uitloop in 2024.19 Hiermee hebben nagenoeg alle bewoners eind 2023 duidelijkheid over de veiligheid van hun woning. Dit is een belangrijke mijlpaal. Hierdoor is vanaf dat moment duidelijk hoeveel en welke woningen versterkt moeten worden, en kan de NCG hier gerichter op plannen. Daarnaast heeft de NCG de afgelopen jaren geïnvesteerd in meer interne capaciteit en marktcapaciteit, en zal dit de komende jaren ook blijven doen om ervoor te zorgen dat de beoordelingen die klaar liggen zo direct en efficiënt mogelijk worden opgepakt. De NCG zet daarnaast gerichte verbeterstappen om haar werkprocessen te vereenvoudigen, zowel intern als tussen betrokken partijen. Zo werkt de NCG aan een verbeterplan om de interne processen te optimaliseren, waarbij de planvorming en mogelijk te bureaucratische (financiële) processen worden meegenomen20. Over de voortgang van dit verbeterplan zal ik de Tweede Kamer dit voorjaar informeren. Een afschrift van deze brief zal ik aan uw Kamer zenden.

9.

Kan de regering onderbouwen waarom de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen middels deze novelle, ondanks de spoed21 waarmee de regering dit in beginsel wilde realiseren om vertraging van het schade- en hersteloperatie te voorkomen, nu toch meer dan anderhalf jaar heeft geduurd? Welke nadelen heeft dit opgeleverd voor de bewoners van Groningen?

De regering heeft een novelle ingediend die zo dicht mogelijk bij de amendementen van het Tweede Kamerlid Beckerman22 blijft maar de desbetreffende bepalingen wel uitvoerbaar beoogt te maken. Dit vergde een zorgvuldig voorbereidingsproces, waarbij naar aanleiding van opmerkingen uit de consultatie en van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) meerdere malen wijzigingen zijn aangebracht in de tekst van de novelle. De Afdeling achtte de voorgelegde versie van de novelle, waarin zoals gezegd zo dicht mogelijk werd aangesloten bij de desbetreffende amendementen, namelijk niet in voldoende mate aan de door haar gedeelde bezwaren23 tegemoet te komen. Dat heeft op 22 december 2021 geleid tot een zogeheten negatief dictum. Om deze opmerkingen te verwerken was het noodzakelijk dat wijzigingen werden afgestemd met de organisaties die met het wetsvoorstel moeten werken, zodat de novelle uitvoerbaar blijft. Dit kost tijd.

Dit neemt niet weg dat het wetsvoorstel Versterken en de novelle als gevolg van de tijd die het voorbereidingsproces heeft gekost, later in werking treden, indien deze worden aangenomen door uw Kamer. Dit geldt ook voor verschillende voorzieningen die met beide wetsvoorstellen worden geregeld, zoals de mogelijkheid tot het uitvoeren van de beoordeling in eigen beheer en de speciale rechtsbescherming die de wet voor eigenaren in de versterkingsoperatie biedt. Momenteel vindt de versterkingsoperatie plaats op basis van de beleidsregel in combinatie met een interim--betaalovereenkomst met NAM, bestuurlijke afspraken en instructies.24 25 26 Deze werkwijze is bedoeld als tijdelijke oplossing, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Versterken. De versterking op basis van deze beleidsregel, afspraken en instructies kan worden gecontinueerd, echter kan er geen toepassing worden gegeven aan de versnellingen die zijn opgenomen in het wetsvoorstel, net als aan de heffing op NAM. Tegelijkertijd betekent dit niet dat binnen de versterkingsoperatie de afgelopen tijd geen voortgang of verbeteringen zijn gerealiseerd. Verschillende onderdelen van beide wetsvoorstellen, of zaken die daarmee verband houden, zijn voor zover mogelijk al in gang gezet. Zo maakt de NCG het al mogelijk de ontwerp en uitvoeringfase in eigen beheer uit te voeren middels de Subsidieregeling versterking gebouwen Groningen. Daarnaast is de subsidie voor Stut-en-Steun vorig jaar uitgebreid om meer bijstand te bieden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

10.

Kan de regering onderbouwen waarom de novelle de uitvoerbaarheid vergroot zonder de doelen, die het Tweede Kamerlid Beckerman wilde bereiken, te verwerpen?

De novelle past het wetsvoorstel Versterken op twee onderdelen, die via twee amendementen27 zijn toegevoegd aan, te weten de versterking in eigen beheer en de bijstand voor eigenaren van een gebouw. Hierna zet ik voor beide onderdelen uiteen waarom deze amendementen in hun ingediende vorm niet uitvoerbaar waren en op welke wijze deze bepalingen in het huidige voorstel zijn vormgegeven.

Voor het amendement met betrekking tot eigen beheer28 geldt, dat het de mogelijkheid van de overheid schrapte om versterkingsmaatregelen te toetsen aan de veiligheidsnorm op basis van objectieve beoordelingsmethoden. Dit acht het kabinet onwenselijk, omdat hiermee geen invulling gegeven kan worden aan de zorgplicht van de overheid voor de veiligheid. Om aan deze zorgplicht te kunnen voldoen richting eigenaren en derde belanghebbenden, is daarvoor met de novelle een mogelijkheid voor de NCG toegevoegd om op basis van objectieve methoden te toetsen aan de veiligheidsnorm. Daarnaast zijn er voorwaarden toegevoegd om te voorkomen dat de NCG de coördinatie over de versterking verliest. Deze coördinatie door de NCG is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de belangen van derden worden beschermd, en schaarse capaciteit efficiënt wordt ingezet. Om dit te kunnen waarborgen wordt vastgelegd dat eigenaren het versterkingsproces alleen in eigen beheer kunnen uitvoeren wanneer hun woning deel uitmaakt van de versterkingsopgave, een gebouw niet constructief verbonden is met andere woningen (tenzij alle constructief verbonden woningen gezamenlijk deelnemen) en dat een eigenaar een stap die al door de NCG is gezet niet overdoet. Ten slotte bood het amendement geen mogelijkheid om kosten te vergoeden vóórdat een eigenaar de opname, beoordeling en het ontwerp heeft laten maken. De kosten voor deze beoordeling of voor het ontwerp zijn vaak echter te hoog voor een eigenaar om zelf te financieren. De novelle maakt het daarom mogelijk om deze kosten voorafgaand aan de uitvoering van de werkzaamheden te vergoeden. De novelle past de amendementen dus zo aan dat versterking in eigen beheer mogelijk is met bijpassende financiering en de mogelijkheid om aan de zorgplicht voor de veiligheid te blijven voldoen.

Voor het onderdeel ten aanzien van bijstand aan eigenaren van een gebouw gold dat het amendement29 eigenaren de mogelijkheid gaf juridische, bouwkundige en financiële bijstand in het voorproces te kunnen krijgen. In het amendement ontbrak een mogelijkheid tot kostenbegrenzing. Dit heeft tot gevolg dat eigenaren ongelimiteerd kosten konden verhalen, waarmee het amendement financieel onhaalbaar was. De subsidieregeling die op grond van dit wetsvoorstel en de Wet op de rechtsbijstand (hierna: Wrb) wordt gemaakt, kent deze mogelijkheid tot kostenbegrenzing wel. Ook hield het amendement onvoldoende rekening met de beperkte capaciteit die het IMG en de NCG hebben om uitvoering te geven aan de regeling voor het verlenen van bijstand. Om eigenaren het recht op onafhankelijke en gekwalificeerde juridische, financiële en bouwkundige bijstand te bieden in die gevallen waarbij eigenaren bezwaar maken of in beroep gaan, is met de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: RvR) overeengekomen dat zij de regeling opstellen en uitvoeren. In het kader van de behandeling van de novelle zijn de voorzieningen voor bijstand door een amendement van het Tweede Kamerlid Beckerman verder uitgebreid.30 Dit amendement bepaalt dat eigenaren ook aanspraak kunnen maken op juridische, financiële en bouwkundige bijstand in de volgende gevallen:

  • het indienen van een zienswijze bij het IMG in het kader van de aanvraag om schadevergoeding;

  • de afwikkeling van schade;

  • het leveren van inbreng bij de voorbereiding van een versterkingsbesluit na ontvangst van een beoordeling;

  • de uitvoering van de versterkingsmaatregelen.

Daartoe wordt momenteel een ministeriële regeling voorbereid, die ziet op deze vergoeding via het IMG of de NCG. Het amendement kende tot slot geen mogelijkheid om de kosten via een heffing op NAM te verhalen. Deze mogelijkheid is toegevoegd. Voor bijstand past de novelle de amendementen dus zo aan dat eigenaren van een gebouw in onderstaande gevallen aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor juridische, bouwkundige en financiële bijstand, waarbij tevens de financiële kostenbegrenzing, de gekwalificeerde bijstand en verhaalbaarheid op NAM gewaarborgd zijn.

Bij schadeafhandeling:

  • het indienen van een zienswijze bij het IMG in het kader van de aanvraag om schadevergoeding;

  • de afwikkeling van schade;

  • bezwaar en beroep tegen een besluit van het IMG.

Bij versterking:

  • het leveren van inbreng bij de voorbereiding van een versterkingsbesluit (na ontvangst van de beoordeling);

  • de uitvoering van de versterkingsmaatregelen;

  • bezwaar en beroep tegen een besluit van de NCG.

11.

De novelle past het wetsvoorstel op drie onderdelen aan. Ten eerste kunnen eigenaren de voorbereiding van de versterking in eigen beheer uitvoeren, maar de uiteindelijke beoordeling van het dossier blijft een publieke zaak. Ten tweede wordt het mogelijk dat eigenaren in het schade- en versterkingstraject in bezwaar of beroep onder voorwaarden kunnen worden bijgestaan door een onafhankelijk adviseur en tot slot voorziet deze novelle in een grondslag om de kostenvergoeding voor deze ondersteuning in rekening te brengen bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). In de memorie van toelichting lezen deze leden dat de novelle daarmee aansluit op de praktijk. Kan de regering dit punt nader toelichten?

Bij de uitwerking van de novelle is ervoor gekozen om zo dicht mogelijk bij zowel de beoogde werking van de amendementen als bij de bestaande uitvoeringspraktijk te blijven.

Voor het onderdeel versterking in eigen beheer is aangesloten bij de al bestaande fases in het versterkingsproces, namelijk de fase van opname en beoordeling, de ontwerpfase en de uitvoeringsfase. Daardoor heeft een eigenaar de mogelijkheid om elk van deze fases in eigen beheer uit te voeren, of ervoor te kiezen om een fase door de NCG uit te laten voeren. Deze fasering betekent dat een eigenaar op ieder moment kan instromen, ook als er al voorgaande stappen zijn gezet door de NCG.

Voor de bepaling over juridische, bouwkundige en financiële bijstand is aangesloten bij de werkwijzen die reeds gebruikelijk zijn in de schadeafhandeling en versterkingsoperatie. Zo zal de stichting Stut-en-Steun onafhankelijke begeleiding aan eigenaren blijven bieden, en wordt de subsidie voor deze begeleiding uitgebreid. Ook geldt in zijn algemeenheid dat eigenaren ondersteund kunnen blijven worden door zaakbegeleiders van het IMG en de bewonersbegeleiders van de NCG. Dit is reguliere praktijk in zowel de schadeafhandeling als de versterkingsoperatie, waarbij eigenaren gedurende het proces vanuit het IMG en de NCG begeleid worden bij de afhandeling van hun aanvraag tot de vergoeding van schade respectievelijk de versterking van hun woning.

Daarnaast krijgen eigenaren met de novelle recht op kosteloze juridische, bouwkundige of financiële bijstand wanneer zij bezwaar maken of in beroep gaan. Daartoe wordt door de RvR een regeling uitgewerkt, waarbij aansluiting is gezocht bij de wijze van bekostiging van rechtsbijstand op basis van de Wet op de rechtsbijstand (hierna: Wrb). De Wrb voorziet in de mogelijkheid om een dergelijke regeling te maken, waarmee aan een rechtsbijstandverlener ten behoeve van en met het oog op de verlening van rechtsbijstand subsidie wordt verstrekt voor bijzondere doeleinden of projecten. Door het door de eigenaar maken van bezwaar of instellen van beroep tegen een besluit van het IMG of de NCG als een bijzonder doeleinde aan te wijzen, wordt bij deze systematiek aangesloten. Zoals hierboven is aangegeven, zijn door het amendement van Tweede Kamerlid Beckerman31 ook de volgende handelingen als bijzonder doeleinden aangemerkt:

  • het indienen van een zienswijze bij het IMG in het kader van de aanvraag om schadevergoeding;

  • de afwikkeling van schade;

  • het leveren van inbreng bij de voorbereiding van een versterkingsbesluit na ontvangst van een beoordeling;

  • de uitvoering van de versterkingsmaatregelen.

Met betrekking tot de kostenvergoeding door de NAM merk ik op dat de novelle aansluit bij de praktijk dat alle kosten voor de schadeafhandeling- en versterkingsoperatie in rekening worden gebracht bij de NAM. In dit wetsvoorstel wordt verduidelijkt dat ook de kosten die worden gemaakt op grond van artikel 13n, ten behoeve van het verlenen van bijstand aan eigenaren, bij de NAM in rekening kunnen worden gebracht. Dat deze kosten op de NAM worden verhaald is ook aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag bij de behandeling van de novelle in de Tweede Kamer32. Over de voortgang van het kostenverhaal verwijs ik u naar het antwoord op vraag 12.

12.

In meer algemene zin vragen deze leden of de regering kan aangeven op welke wijze zij de schade gaat verhalen op de NAM en hoe de NAM, in dit omvangrijke dossier, bereid is om de schades te betalen. Hoeveel van de door de regering ingediende schades heeft de NAM inmiddels vergoed?

De kosten voor de schadeafhandeling en versterkingsoperatie worden doorbelast aan de NAM middels facturen en heffingen. De NAM is tegen alle heffingen (behalve immateriële schade 2021) en tegen alle facturen op basis van overeenkomsten in bezwaar gegaan, respectievelijk is daarover een arbitrage gestart. Voor de schadeafhandeling is in totaal circa 1709 miljoen euro bij de NAM in rekening gebracht. Dit bedrag is volledig betaald door de NAM (stand: 1 januari 2023). Voor de versterkingsoperatie is in totaal voor circa 940 miljoen euro gefactureerd aan de NAM waarvan circa 600 miljoen euro is betaald en circa 340 miljoen euro exclusief wettelijke rente openstaat (stand: 1 januari 2023).

De Staat zal in de procedures alle beschikbare juridische middelen inzetten om het nog niet betaalde deel van de facturen door de NAM betaald te krijgen. Dit geldt specifiek voor de versterkingsopgave. De Tweede Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de procedures met de NAM.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

13.

In de memorie van toelichting onder het kopje «Opname en beoordeling in eigen beheer» lezen de leden van de PVV-fractie dat het niet wenselijk is dat een eigenaar die de versterking in eigen beheer uitvoert, bepaalde stappen overdoet die reeds door de Nationaal Coördinator Groningen zijn gezet.»33 Bedoelt de regering hiermee dat dit niet is toegestaan?

Een eigenaar die de versterking in eigen beheer uitvoert, krijgt geen vergoeding indien deze stappen overdoet die de NCG al heeft uitgevoerd. Bij de beoordeling gaat het daarbij om de situatie dat de NCG al een beoordeling heeft uitgevoerd, of dat er sprake is van een aanbestedingsprocedure die door de NCG kenbaar is gemaakt, en waarbij al financiële verplichtingen zijn aangegaan. Hiervoor is gekozen vanwege de zorgplicht van de overheid met betrekking tot veiligheid (artikel 13ba). Wanneer stappen in het versterkingsproces over worden gedaan treedt er vertraging op in de uitvoering van de versterking, wat met het oog op de veiligheid niet wenselijk is. Een eigenaar kan in dit geval nog wel de daaropvolgende stappen, die anders door de NCG zouden worden uitgevoerd, in eigen beheer zetten.

14.

Met betrekking tot de vergoeding voor bijstand in de bezwaar- en beroepsfase is in de novelle aansluiting gezocht bij de systematiek van bekostiging van rechtsbijstand volgens de Wet op de rechtsbijstand (Wrb). Tegelijkertijd wordt aangegeven dat elke gedupeerde zonder zelf kosten te maken een beroep kan doen op een rechtsbijstandverlener, onafhankelijk van het inkomen en de uitkomst van het proces. Kan de regering aangeven hoe dit zich verhoudt tot de eigen bijdrage, die volgens de Wrb wordt bepaald aan de hand van inkomens- vermogenseisen?

Klopt de veronderstelling van deze leden dat alleen als een bezwaar gegrond is verklaard, het bestuursorgaan de forfaitaire kosten vergoedt die de belanghebbende in verband met het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken?

Eigenaren van een gebouw krijgen met dit wetsvoorstel recht op kosteloze juridische, bouwkundige of financiële bijstand zonder inkomens- en vermogenseis, of een opgelegde eigen bijdrage. Dit is mogelijk, omdat in de novelle aansluiting is gezocht bij de Wrb voor het verlenen van juridische bijstand. Met de novelle zijn het instellen van bezwaar en beroep, evenals het inroepen van een advies van een bouwkundige of financiële deskundige, als bijzonder doeleinde aangemerkt als bedoeld in de Wrb. Hiermee is een grondslag gecreëerd voor de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: RvR), om een regeling voor het vergoeden van bijstand uit te werken. De RvR kan in deze regeling voorwaarden stellen. Deze zien bijvoorbeeld op het efficiënt doorgeleiden van eigenaren naar gespecialiseerde advocaten, de hoogte van de vergoedingen voor deze advocaten en de hoogte van de subsidie voor de bouwkundige en financiële bijstand. Om de toegang tot het recht te borgen is ervoor gekozen geen inkomens- en vermogenseis op te nemen en geen eigen bijdrage op te leggen.

Ook de uitkomst van het ingestelde bezwaar of beroep tegen het besluit van het IMG of de NCG is geen voorwaarde voor het verkrijgen van de vergoeding voor deze bijstand. Bovenstaande geldt ook voor de bij amendement van het Tweede Kamerlid Beckerman toegevoegde handelingen, ongeacht of de regeling wordt opgesteld door de RvR, of – indien bouwkundig en financieel advies wordt vergoed los van het leveren van rechtsbijstand – de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

15.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in de brief van 25 juni 2018, inzake akkoord op hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil,34 aangegeven dat de winst van het Groningengas anders zal worden verdeeld. Op grond van de MOR-Overeenkomst ontvangt de Staat verdeeld in drie schrijven respectievelijk 64, 85 en 95 procent van de opbrengsten uit het Groningenveld. Deze afdrachtensystematiek zou volgens de Minister niet langer houdbaar zijn door dalende inkomsten en stijgende kosten. Als gevolg hiervan is een nieuwe afdrachtensystematiek overeengekomen. Dit heeft tot gevolg dat ongeveer 73 procent van de winst uit het Groningenveld aan de Staat gaat toekomen. Graag ontvangen deze leden een overzicht per jaar (beginnend vanaf 2018 tot heden) met de financiële afdracht gebaseerd op de voormalige afdrachtensystematiek, op de huidige systematiek en de afdracht die de Staat daadwerkelijk heeft ontvangen. Deze leden verzoeken om ditzelfde overzicht voor het gas dat uit de opslagen Norg, Alkmaar, Grijpskerk, Schoonebeek, Tubbergen, Rijswijk en Rossum de Lutte beschikbaar komt.

Het is vanwege twee factoren niet mogelijk om de gevraagde uitsplitsing te geven. Ten eerste betaalt NAM geen afzonderlijke afdrachten over het Groningenveld, Norg, Grijpskerk, Schoonebeek, Tubbergen, Rijswijk en Rossum de Lutte. Ten tweede is de MOR-Overeenkomst bij lage volumes en hoge kosten voor schade en versterken niet uitvoerbaar waardoor niet aan te geven is hoeveel de Staat ontvangen zou hebben indien de afdrachtensystematiek niet zou zijn gewijzigd.

Als toelichting kan hierover het volgende worden opgemerkt. De resultaten van de verschillende activiteiten worden zoveel mogelijk geconsolideerd tot één resultatenrekening. Voor de vennootschapsbelasting worden de resultaten van alle activiteiten geconsolideerd tot één fiscaal resultaat waarover vennootschapsbelasting verschuldigd is. Dit bestaat niet alleen uit de resultaten van bovenstaande activiteiten maar ook die van alle kleine velden op land en zee van NAM. Over de vergunningen die aan NAM verleend zijn na 1962 is NAM op grond van Mijnbouwwet ook winstaandeel verschuldigd. Dit omvat naast het Groningenveld bijna alle kleine velden, waarbij wordt uitgegaan van één geconsolideerd resultaat. In de EITI35 rapporten wordt jaarlijks gerapporteerd hoeveel de Staat van NAM ontvangen heeft:

2018: 235 miljoen euro36

2019: 590 miljoen euro37

2020: 37 miljoen euro38

2021: 64 miljoen euro39

Dit is de som van alle heffingen die NAM betaald heeft. Het betreft betalingen gedaan in het desbetreffende kalenderjaar en de betalingen kunnen betrekking hebben op de verschillende boekjaren van NAM. Hierbij zij opgemerkt dat NAM in 2018 999 miljoen euro betaald heeft, maar dat hierin een bedrag was opgenomen van 764 miljoen euro die NAM nog verschuldigd was over 2017 op grond van de MOR Overeenkomst. Het is niet aan te geven hoeveel de Staat ontvangen zou hebben indien de afdrachtensystematiek niet zou zijn gewijzigd omdat de MOR-Overeenkomst bij lage volumes en hoge kosten voor schade en versterken niet uitvoerbaar is. Tot slot, voor 2022 is de solidariteitsheffing van toepassing waardoor het aandeel van de Staat in de winningswinst van NAM zal uitkomen op circa 83%. Voor een uitgebreide toelichting van de inkomsten uit de gaswinning uit het Groningenveld verwijs ik naar de Tweede Kamerbrief hierover40.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

16.

In 2028 moet de versterking van alle 13.000 huizen in het aardbevingsgebied gereed zijn, zo meldt de Staatssecretaris Mijnbouw in het mondeling overleg met de Eerste Kamer op 13 september 2022.41 Hoe garandeert de regering dat deze planning gerealiseerd gaat worden? Volgens de leden van de PvdD-fractie is het immers algemeen bekend dat Nederland kampt met een groot tekort aan aannemers, technici en bouwmaterialen. Heeft de regering een backup-plan indien deze planning niet gehaald wordt? Indien de planning niet wordt gehaald worden de inwoners van de provincie Groningen dan financieel gecompenseerd?

De NCG beoordeelt voor ruim 27.000 woningen of deze aan de veiligheidsnorm voldoen. Woningen die niet aan de norm voldoen, worden versterkt. In totaal wordt verwacht dat dit nog voor ongeveer 12.000 woningen geldt. Met het meerjarenversterkingplan42 (hierna: MJVP) wordt de versterkingsoperatie meerjarig gepland en wordt gestuurd op afronding in 2028 en de daarvoor benodigde randvoorwaarden, waaronder tijdelijke huisvesting en bouwcapaciteit. Zo heeft de NCG in 2022 bouwtafels georganiseerd om aannemers en ingenieursbureaus te binden aan versterkingsprojecten. Voor 2023 voorziet de NCG geen tekort aan bouwcapaciteit.

Het MJVP laat forse opschaling van de productie in de komende jaren zien. Dit is mogelijk, omdat de resterende werkvoorraad in toenemende mate bestaat uit woningen die lichtere versterking nodig hebben. Deze werkzaamheden kunnen sneller worden uitgevoerd dan de overwegend zwaardere projecten van de afgelopen jaren. Verder komt met de afronding van de beoordelingen in 2023, vanaf 2024 extra capaciteit vrij voor de voorbereiding, doorrekening en begeleiding van de bouwkundige versterking. Voorts wordt in bovengenoemde doorlichting van de productieprocessen (zie antwoord op vraag 8) ook geanalyseerd waar nog onnodig tijdverlies optreedt en wat daarvoor het handelingsperspectief is. Hiermee verwacht ik dat afronding in 2028 in beeld blijft.

17.

Kan de regering aangeven hoe de bewoners van de betreffende huizen worden voorgelicht over de planning? Weten de bewoners precies waar zij aan toe zijn?

De NCG heeft in de afgelopen maanden de bewonerscommunicatie verbeterd. Inmiddels zorgt de NCG ervoor dat alle bewoners tenminste elk half jaar een update over de voortgang krijgen. Zo worden bewoners van woningen die in 2023 opgenomen, beoordeeld of versterkt zullen worden uiterlijk in maart geïnformeerd over de exacte planning. De NCG werkt momenteel aan een online portaal waarmee bewoners op ieder moment hun persoonlijk dossier kunnen inzien. In december jl. is de voorstudie met positief advies afgerond, waarna de NCG opdracht heeft gegeven om het portaal daadwerkelijk te realiseren.43

18.

Kan de regering aangeven wanneer de Eerste Kamer de eerste voortgangsrapportage van Bernard Wientjes over de versnelde dorpenaanpak tegemoet kan zien?44

De NCG en de gemeente Eemsdelta geven invulling aan de uitvoering van de dorpenaanpak. Hierbij nemen zij de adviezen van dhr. Wientjes ter harte. Over de voortgang van de dorpenaanpak zal ik de Tweede Kamer in april informeren. Een afschrift van deze brief zal ik aan uw Kamer zenden.

19.

Wat deze leden betreft blijft de gaskraan in Groningen permanent gesloten. Er kan immers niet op een veilige wijze gas gewonnen worden in Groningen, zo waarschuwt ook de toezichthouder volgens de Staatssecretaris Mijnbouw.45 Toch houdt de Staatssecretaris de deur op een kier. Economische belangen van energie-intensieve bedrijfstakken als de sierteelt en kunstmestsector lijken te prevaleren boven de veiligheid, gezondheid en het woongenot van de bewoners van de provincie Groningen. Kan de regering reflecteren op deze weging?

Sluiting van het Groningenveld is de enige manier om de veiligheid in Groningen te herstellen en om onzekerheid voor omwonenden op termijn weg te nemen. Het Groningenveld dient als laatste redmiddel. Alleen in het allerlaatste geval, als de veiligheid van mensen in het geding is, omdat er bijvoorbeeld geen gas meer is om ziekenhuizen te verwarmen of te koken, komt de mogelijke aanvullende inzet van het Groningenveld ter discussie.

Bij aanvang van het nieuwe gasjaar op 1 oktober 2023 wordt aan alle technische voorwaarden voor het sluiten van het Groningenveld voldaan.46 Echter, door de oorlog in Oekraïne is een groot deel van de hoogcalorische gasstromen uit Rusland weggevallen. Het kabinet houdt de situatie op de internationale gasmarkt nauwlettend in de gaten. Zijn inzet is en blijft om de gaswinning in Groningen in 2023 of uiterlijk 2024 definitief te beëindigen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk I 36 094, nr. A

X Noot
2

Kamerstuk II 35 603, nr. 3, p. 2 e.v.

X Noot
3

Kamerstuk I 36 904, nr. 3, p.1.

X Noot
4

Kamerstuk II 35 603, nr. 22.

X Noot
5

Kamerstuk I 35 250, C.

X Noot
6

Kamerstuk II 35 603, nr. 3, p. 33 en 34 en Kamerstuk II 36 904, nr. 3, p. 9 en 10.

X Noot
7

Consultatieverslag wetsvoorstel (internetconsulatie.nl); Consultatieverslag novelle (internetconsultatie.nl).

X Noot
9

Kamerstuk II 35 603, nr. 43.

X Noot
10

Kamerstuk II 36 094, nr. 18.

X Noot
11

Kamerstuk II 36 094, nr. 19.

X Noot
12

Kamerstuk II 33 529, nr. 1084.

X Noot
13

Kamerstuk II 33 529, nr. 1085.

X Noot
14

Kamerstuk II 33 529, nr. 1118, p 2.

X Noot
15

Kamerstuk II 33 529, nr. 1067.

X Noot
16

Kamerstuk II 33 529, nr. 1113.

X Noot
18

Brief aan Staatssecretaris Vijlbrief van het IMG d.d. 26 januari 2023: 20230126 Brief aan Staatssecretaris Vijlbrief tbv AO Mijnbouw Groningen.pdf (schadedoormijnbouw.nl)

X Noot
19

Kamerstuk II 33 529, nr. 1118.

X Noot
20

Kamerstuk II 33 529, nr. 1118, p. 2–3.

X Noot
21

Brief 29 juni 2021, Kamerstuk I 35 603, nr. I.

X Noot
22

Kamerstuk II 35 603, nr. 38; Kamerstuk II 35 603, nr. 68.

X Noot
23

Zie Kamerstuk II 36 094, nr. 4:

– Ten aanzien van het bezwaar van de regering dat het door eigenaren volledig in eigen beheer uitvoeren van de versterking zich niet verdraagt met de zorgplicht van de overheid voor de aardbevingsbestendigheid van gebouwen: De Afdeling acht dat [een toets op het voldoen aan de veiligheidsnorm door de NCG] ook terecht, omdat de overheid er verantwoordelijk voor is dat de veiligheid van de gebouwen in Groningen niet wordt geschaad als gevolg van de gaswinning, en op basis van de beoordeling een versterkingsbesluit neemt en middelen beschikbaar stelt.

– Ten aanzien van het bezwaar van de regering tegen onder andere het bestaan van een bijstandsregeling voor de voorfase: In het algemeen is het niet gebruikelijk om in publiekrechtelijke regelingen de kosten te vergoeden die een aanvrager maakt ten behoeve van het indienen van een aanvraag of voor de voorbereiding van een besluit. Het voorbereiden en nemen van besluiten is immers een taak van het bestuur, dat verplicht is zelf de nodige kennis over de relevante feiten en de af te wegen belangen te vergaren, of zich daarbij door een deskundige te laten adviseren. Daarom is de Afdeling met de regering van mening dat de nieuwe regeling, zoals die volgens het amendement zou gelden, te ver gaat.

X Noot
24

Besluit versterking gebouwen Groningen.

X Noot
25

Kamerstuk II 33 529, nr. 535.

X Noot
26

Kamerstuk II 33 529, nr. 830.

X Noot
27

Kamerstuk II 35 603, nr. 38; Kamerstuk II 35 603, nr. 68.

X Noot
28

Kamerstuk II 35 603, nr. 68.

X Noot
29

Kamerstuk II 35 603, nr. 38.

X Noot
30

Kamerstuk II 36 094, nr. 21.

X Noot
31

Kamerstuk II 36 094, nr. 21.

X Noot
32

Kamerstuk II 36 094, nr. 7, p. 29 en 30.

X Noot
33

Kamerstuk II 36 094, nr. 3, p. 3.

X Noot
34

Kamerstuk II 33 529, nr. 493.

X Noot
35

Extractive Industries Transparency Initiative, https://www.eiti.nl

X Noot
40

Kamerstuk II 33 529 nr. 932.

X Noot
41

Kamerstuk I 33 529, O, p. 6.

X Noot
42

Kamerstuk II 33 529, nr. 911.

X Noot
43

Kamerstuk II 33 529, nr. 1118.

X Noot
44

Kamerstuk II 33 529, nr. 1057.

X Noot
45

Kamerstuk I 33 529, O, p. 5.

X Noot
46

Kamerstuk II 33 529, nr. 1115.

Naar boven