33 529 Gaswinning

Nr. 1067 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2022

Met deze brief en bijlagen informeer ik uw Kamer over meerdere onderwerpen met betrekking tot de aanpak van de bovengrondse gevolgen van de gaswinning in Groningen. Hiermee geef ik onder meer uitvoering aan een aantal moties van uw Kamer en aan door mij gedane toezeggingen.

Jaarverslag NPG 2021

Sinds 2018 investeert het Nationaal Programma Groningen (NPG) in de toekomst van Groningen door het versterken van de leefomgeving, de economie, opleidingen, banen, de natuur en het klimaat. Op 19 juli jl. heeft het NPG zijn jaarverslag over 2021 gepubliceerd. Hierbij bied ik uw Kamer het jaarverslag aan.

Het jaarverslag laat de belangrijkste momenten en resultaten van het afgelopen jaar zien. Tot mijn tevredenheid volgt hieruit dat de betrokkenheid van Groningers bij het NPG groot is. Zo is «Toukomst» het grootste participatietraject ooit in Nederland. In 2020 zijn Groningers opgeroepen om grote, vernieuwende, creatieve en slimme ideeën te bedenken. Er zijn maar liefst 900 ideeën ingestuurd. Deze hebben Groningers vervolgens gebundeld tot 44 grote projecten, waarvan vorig jaar 28 al konden starten. 191 Groningers werken hieraan mee. Daarnaast heeft het NPG aan 49 nieuwe projecten een bijdrage beschikbaar gesteld. Dit zijn gezamenlijke projecten van bedrijven, organisaties en overheden waar 373 partners bij zijn betrokken. Ondertussen gaan steeds meer projecten die al goedgekeurd waren van start. Het is voor Groningers van belang dat de projecten snel van start kunnen en dat zij resultaten van de projecten gaan merken. Daarom wordt extra geïnvesteerd in programmamanagement en ondersteuning vanuit het NPG-bureau.

Dit jaar wordt ook gesproken over de toekomstige ambities van het NPG. De heer Remkes is op 31 januari jl. als voorzitter aangetreden. Hij zet zich ervoor in meer focus in de investeringen aan te brengen door aansluiting te zoeken bij nationale transities in de energie, de landbouw en de gezondheidszorg. Zoals ik in mijn beleidsbrief1 heb aangegeven, steun ik deze ontwikkeling.

Sociaal Handvest

Op initiatief van het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodembeweging in samenwerking met de Vereniging Eigen Huis is een Sociaal Handvest opgesteld. Het stuk is op 11 juli jl. ondertekend, door de initiatiefnemers, de regionale overheden, uitvoeringsorganisaties Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), en mijzelf. Het manifest bevat twaalf uitgangspunten voor beleidsmakers en uitvoeringsinstanties om de bewoners centraal te stellen. Bijvoorbeeld door het perspectief van bewoners steeds voor ogen te houden, bewoners te ontzorgen, herstel van vertrouwen bovenaan de agenda te zetten en bij elke beleidskeuze prioriteit te geven aan de impact die deze heeft op de snelheid van de afhandeling. Dit zijn geen verrassende uitgangspunten. Helaas merk ik in gesprekken met bewoners dat ze in de praktijk niet altijd voldoende zijn geborgd. Ik zie de ondertekening van het Sociaal Handvest daarom als een belangrijke opdracht aan onszelf.

Vacatures uitvoeringsorganisaties

Tijdens het commissiedebat op 30 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1059) heeft uw Kamer vragen gesteld over openstaande vacatures bij de NCG en het IMG. Ik heb toegezegd het IMG en de NCG te bevragen over onderbezetting en te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om, indien noodzakelijk tegen hogere kosten, extra mensen te werven.

Zowel kwantitatief als kwalitatief is het een grote opgave om medewerkers aan te trekken om de opdracht van NCG en het IMG te realiseren. De vacatures bij NCG en het IMG dienen te worden vervuld in de context van een zeer krappe arbeidsmarkt, die in het noorden van het land nog krapper is dan elders. Beide organisaties geven aan dat het vervullen van vacatures en het behouden van personeel (retentie) een topprioriteit is. Zowel NCG als IMG hebben verschillende aanvullende maatregelen ingezet om vacatures te vervullen en bestaande werknemers blijvend te binden. Zo is er een intensieve samenwerking met opleidingen bij de Hanze Hogeschool. Studenten lopen stage bij NCG vanuit bijvoorbeeld de opleiding Bouwkunde en Bedrijfskunde en krijgen vervolgens de mogelijkheid door te groeien. Ook is er een samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen voor juridische starters. Daarnaast zetten NCG en het IMG zich in om het werkklimaat en loopbaanmogelijkheden te verbeteren. Samen met het IMG en NCG onderzoek ik op welke manier beide organisaties ondersteund kunnen worden bij de werving van personeel.

Een deel van de moeilijk te vervullen vacatures wordt ingevuld door middel van tijdelijke inhuur. Bij zowel de NCG als het IMG gaat het om een relatief omvangrijke groep: bij de NCG om ongeveer 50% en bij het IMG ongeveer 40% van de vacatures. Het gaat bijvoorbeeld om tijdelijk en/of specialistisch werk. Volgens het IMG en NCG zijn de effecten op de uitvoering door de externe invulling beheersbaar. Wel kan het voorkomen dat het IMG moet prioriteren of temporiseren. Door de externe inhuur worden relatief hogere personeelskosten gemaakt, maar het is mijn inziens een geëigende manier om onderbezetting tegen te gaan en daarmee voortgang in de operaties te betrachten.

Bouwkosten indexatie

In lijn met de motie van de leden Beckerman en Nijboer2 ben ik in gesprek gegaan met het IMG over de indexatie van de bouwkosten bij de vergoeding van schade. Het IMG heeft periodiek contact met deskundigenpartijen over de prijsontwikkelingen in de bouw, zodat daar rekening mee kan worden gehouden in het bepalen van de hoogte van schadevergoedingen. Naar aanleiding hiervan heeft in 2020 een indexatie plaatsgevonden. Deze zomer heeft het IMG de prijsontwikkelingen opnieuw bekeken om te kunnen te bepalen of er een indexatie plaats moet vinden. Het IMG geeft aan dat vanwege de stijgende loon- en materiaalkosten in juli 2022 is geïndexeerd. Dit is verwerkt in het calculatiemodel aan de hand waarvan deskundigen de hoogte van de schadevergoeding berekenen.3

Immateriële schade

Ik heb tijdens het commissiedebat op 2 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1034) toegezegd schriftelijk terug te komen op de inzet van juristen bij de regeling voor de afhandeling van immateriële schade. De regeling voor de vergoeding van immateriële schade kent – behoudens uitzonderingsgevallen – een geautomatiseerde aanvraagprocedure. Het IMG heeft een laagdrempelige en eenvoudige persoonsgerichte vergoedingssystematiek ontwikkeld die rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de individuele bewoner. In het aanvraagproces worden de meeste gegevens door het IMG verzameld en alvast ingevuld. Een aanvrager kan die gegevens aanpassen of informatie toevoegen. Het gaat om zaken zoals omvang van de schade, de woonlocatie en de duur van de schadeprocedures aan bod komen. Hiermee tracht het IMG bewoners zo veel mogelijk te ontlasten. Kortom: het IMG zet gegevens klaar voor bewoners, zodat zij zelf de aanvraag kunnen wijzigen, aanvullen en indienen. Hiervoor is in beginsel geen (juridische) ondersteuning van bewoners nodig. Aanvullend kan de indiener een door deskundigen ontwikkelde persoonlijke vragenlijst invullen waarin de persoonlijke ervaring van de gevolgen van de aardbevingen centraal staat. De beleving van verdriet, leed en emoties verschilt per persoon en iedereen gaat anders om met de gevolgen van de aardbevingen.

Het doel van de vergoeding van immateriële schade is het bieden van erkenning en genoegdoening voor leed en verdriet. Het IMG heeft de wettelijke taak om verschillende vormen van schade conform het geldende aansprakelijkheidsrecht af te handelen. Dat betekent dat bij de ontwikkeling van de werkwijzen logischerwijs juristen betrokken waren. Dit geldt ook voor de beoordeling van de aanvraag. Ik blijf bij het IMG aandacht vragen om dit proces zo te doen dat er aandacht is voor de menselijke maat.

Zoals toegezegd, heb ik de planning voor de start van de afhandeling van immateriële schade bij minderjarigen ook meegenomen in mijn gesprekken met het IMG. Net als uw Kamer vind ik dat er bijzondere aandacht moet zijn voor deze kwetsbare groep en ik heb de urgentie hiervan dan ook benadrukt. Het IMG heeft in deze gesprekken aangegeven de voorbereidingen te treffen voor de uitkering van vergoeding aan minderjarigen. Dit vergt onder andere aanpassingen van ICT. Op 4 juni jl. heeft het IMG laten weten dat het IMG in het eerste kwartaal van 2023 de regeling voor minderjarigen zal openstellen.

Uitvoeringskosten IMG

In het commissiedebat van 30 juni jl. heb ik toegezegd een reactie te geven op de monitoring van de uitvoeringskosten door het IMG in de eerste helft van 2022. Het IMG heeft enkele aanpassingen in de bedrijfsvoering doorgevoerd om meer inzicht in de uitvoeringskosten te krijgen. Het IMG laat weten dat de uitvoeringskosten voor de afhandeling van fysieke schade voor het eerste half jaar van 2022 uit komen op 54 eurocent per uitgekeerde euro. Aangezien het IMG in die periode veel besluiten voor een vaste vergoeding van 5.000 euro heeft genomen en dossiers heeft afgehandeld die eerder on hold stonden, is het mogelijk dat deze verhouding over het gehele jaar verandert.

Andersson Elffers Felix (AEF) gaat in de evaluatie van de Tijdelijke wet Groningen, die ik op 16 september jl. aan uw Kamer heb gestuurd, meer in het algemeen in op de uitvoeringskosten van het IMG. Een vergelijking met de uitvoeringskosten onder de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg (WTS) wijst uit dat de uitvoeringskosten van het IMG niet substantieel hoger en daarmee niet uitzonderlijk zijn. Zoals eerder toegelicht, heeft het IMG zich ten doel gesteld om de uitvoeringskosten te verlagen.

Waardedalingsregelingen en aanvullende regelingen voor ondernemers

Tijdens het commissiedebat mijnbouwbouw/Groningen op 30 juni jl. heb ik met uw Kamer gesproken over de waardedalingsregeling voor ondernemers van het IMG. Ik heb toegezegd bij het IMG navraag te doen over deze regeling en, zoals de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 1048) vraagt, te bekijken of nog dit jaar de volledige regeling kan worden opengesteld.

Sinds juli 2021 kunnen eigenaren van reeds verkochte bedrijfspanden in Loppersum en Appingedam als onderdeel van een pilot een aanvraag indienen voor vergoeding van schade door waardedaling. Het IMG kan nog geen concrete startdatum geven voor de uitrol van de volledige regeling aangezien het IMG in afwachting is van afronding van extern onderzoek. De «Adviescommissie waardedaling niet woningen» is per 1 juli 2021 gestart met het onderzoek naar een model of methode om de waardedaling bij nog niet verkochte bedrijfspanden te berekenen, de zogenaamde modelmatige benadering. Zodra dit advies is afgerond, zal het IMG dit najaar communiceren over het vervolg.

Naast de waardedalingsregeling voor ondernemers heeft uw Kamer gevraagd naar de toegankelijkheid van de Commissie Bijzondere Situaties (CBS) voor ondernemers. De problematiek die speelt bij ondernemers en bij particulieren verschilt van elkaar. De CBS is specifiek gericht op particulieren in het aardbevingsgebied die te maken hebben met meervoudige problematiek. Voor ondernemers die vastlopen zijn er verschillende andere vormen van ondersteuning beschikbaar. Zij kunnen terecht bij het steunpunt Stut & Steun dat speciale consulenten heeft die ondernemers kunnen helpen in schade- en versterkingsprocessen. Daarnaast wordt door de provincie, in samenwerking met de maatschappelijke organisaties, uitvoeringsorganisaties en het Rijk, een mkb-programma ontwikkeld gericht op ondersteuning specifiek aan ondernemers, waarbij onder meer best practices worden verzameld en wordt verkend hoe die breder worden toegepast. Ik verwacht dat dit programma dit najaar kan worden gepresenteerd. Gemeenten kunnen dossiers van ondernemers aandragen bij het Interventieteam vastgelopen situaties. Ik blijf de komende tijd in goed contact met alle betrokken instanties om te bekijken of deze initiatieven voldoende ondersteuning bieden aan ondernemers.

Mestkelderproblematiek

Ik heb uw Kamer op 2 juni jl. tijdens een commissiedebat toegezegd bij het IMG na te gaan hoe het zit met de mestkelderaanpak en het vergoeden van gevolgschade (bedrijfsschade) naast de kosten voor herstel van de fysieke schade. Mestkelders zijn vanzelfsprekend qua constructie en ligging afwijkend van een woning. Dat maakt de beoordeling door deskundigen ook anders. Daarom heeft een onafhankelijk panel van deskundigen het IMG geadviseerd4 om op een andere manier de schade vast te stellen en te vergoeden. Het Panel Mestkelders adviseert de gevolgschade te vergoeden, die bestaat uit de meerkosten die voortvloeien uit de verminderde functionaliteit van de mestkelder. Deskundigen gaan er van uit dat daarmee het financiële nadeel voor de agrariër wordt weggenomen, omdat de verminderde functionaliteit van de mestkelder dan niet meer leidt tot extra kosten. De gevolgschade wordt vergoed tot het einde van de levensduur van de mestkelder. Het adviespanel handhaaft daarmee het principe binnen het schadevergoedingsrecht, dat de vermogenssituatie van de gedupeerde wordt teruggebracht naar de situatie voordat de betreffende schade werd geleden. Het IMG is op basis van het paneladvies gestart met de afhandeling van schade aan mestkelders. Zo is contact vanuit de onafhankelijke schade-experts met de agrariërs geweest voor het opvragen van informatie omtrent de mestboekhouding. Vervolgens zijn bezoeken aan het agrarisch bedrijf afgelegd. Onlangs zijn de eerste schaderapporten opgeleverd. Op basis daarvan wordt de afhandeling voortgezet.

Woningverbeteringssubsidie

Met de motie van het lid Boulakjar c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 1013) heeft uw Kamer verzocht te onderzoeken hoe mensen die niet in staat zijn online de juiste regelingen te vragen aan de hand genomen kunnen worden bij het aanvragen van regelingen. De stichting Stut-en-Steun kan bewoners thuis ondersteunen bij het indienen van een aanvraag voor bijvoorbeeld de woningverbeteringssubsidie. Dit valt onder hun reguliere dienstverlening voor bewoners die niet mobiel of digitaal vaardig zijn, of anderszins hulp nodig hebben bij een aanvraag. Daarmee is uitvoering gegeven aan deze motie.

Met de motie van het lid Nijboer c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 1017) heeft uw Kamer verzocht de termijnen van regelingen zo te verlengen dat mensen de regelingen kunnen gebruiken waarvoor ze bedoeld zijn, bijvoorbeeld tot het einde van de geplande versterking in 2028 plus een jaar. In de nieuwe woningverbeteringssubsidie-regeling, waarover ik uw Kamer op 10 mei jl. heb geïnformeerd5, hebben bewoners de mogelijkheid gekregen om tot 31 december 2025 de subsidie aan te vragen, en geldt vervolgens een bestedingstermijn van vier jaar. Ook voor bewoners die al subsidie hebben aangevraagd is de regeling aangepast, zodat ook zij in overleg met het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) de subsidiemiddelen uiterlijk in 2029 kunnen besteden. Daarmee heb ik uitvoering gegeven aan deze motie.

Financieel mandaat NCG

Met de motie van het lid Segers c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 968) heeft uw Kamer verzocht om projectleiders van de NCG een mandaat te geven om in de dagelijks operatie van versterkingswerkzaamheden knopen door te hakken over financiële verschillen en meerwerk, ten behoeve van het sneller versterken van woningen. De NCG heeft een onbeperkt mandaat voor uitvoering van de versterkingsoperatie, binnen de wettelijke kaders en het budgetrecht van de Kamer. Binnen dit mandaat is binnen de NCG voldoende ondermandaat verleend om knopen door te hakken ten behoeve van de voortgang van projecten. In de ondermandaten, zoals op 30 maart jl. vastgesteld, hebben projectleiders de ruimte tot € 90.000,– (excl. btw) om handelingen te verrichten, onvoorziene kosten te dekken en facturen goed te keuren. Daarmee is uitvoering gegeven aan deze motie.

Onafhankelijk advies bewoners

Met de motie van de leden Dik-Faber en Agnes Mulder (Kamerstuk 35 603, nr. 62) heeft uw Kamer verzocht om Groningers toegang te verschaffen tot onafhankelijk juridisch advies en om de toegang tot onafhankelijk juridisch en bouwgerelateerd advies expliciet te betrekken binnen de routekaart versterkingsproces. In de novelle verbetering uitvoerbaarheid6 wordt voorgesteld kosteloze juridische, bouwkundige en financiële bijstand bij bezwaar en beroep ter beschikking te stellen aan eigenaren. Daarnaast is de subsidie aan Stut-en-Steun verhoogd, zodat Stut-en-Steun meer bewoners kan bijstaan. Daarmee heb ik uitvoering gegeven aan deze motie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief

Naar boven