Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 830 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

Nr. 2 BIJLAGEN BIJ HET FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2020

Ontvangen 19 mei 2021

Vergaderjaar 2020–2021

1 RIJKSREKENING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2020 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 t/m 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die zoals het woord aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2020 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.

In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.

Tabel 1.1 Verplichtingen 2020 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

44.362

45.467

1.105

IIA

Staten-Generaal

172.135

187.234

15.099

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

133.782

149.388

15.606

III

Algemene Zaken

70.323

75.196

4.873

IV

Koninkrijksrelaties

54.763

823.270

768.507

V

Buitenlandse Zaken

10.078.250

10.828.952

750.702

VI

Justitie en Veiligheid

13.427.141

14.378.387

951.246

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

5.997.341

7.312.695

1.315.354

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

44.009.449

47.291.756

3.282.307

IXA

Nationale Schuld1

31.555.500

31.803.654

248.154

IXB

Financiën

18.277.138

68.798.051

50.520.913

X

Defensie

11.395.659

11.122.608

‒ 273.051

XII

Infrastructuur en Waterstaat

8.835.720

9.910.861

1.075.141

XIII

Economische Zaken en Klimaat

13.794.375

17.782.739

3.988.364

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.486.957

2.344.378

857.421

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

39.665.388

59.969.252

20.303.864

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

18.616.455

34.951.524

16.335.069

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

2.888.779

4.749.799

1.861.020

A

Infrastructuurfonds

6.939.073

6.469.574

‒ 469.499

B

Gemeentefonds

31.901.410

33.482.207

1.580.797

C

Provinciefonds

2.480.413

2.570.874

90.461

F

Diergezondheidsfonds

33.594

93.698

60.104

H

BES-fonds

41.875

51.304

9.429

J

Deltafonds

1.795.420

1.005.477

‒ 789.943

 

Totalen

263.695.302

366.198.345

102.503.043

X Noot
1

Van de Nationale Schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de rentelasten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.2 Kasuitgaven 2020 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

44.362

45.467

1.105

IIA

Staten-Generaal

172.135

185.602

13.467

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

133.782

143.106

9.324

III

Algemene Zaken

70.323

75.196

4.873

IV

Koninkrijksrelaties

83.279

851.965

768.686

V

Buitenlandse Zaken

10.351.909

11.150.636

798.727

VI

Justitie en Veiligheid

13.428.819

14.382.228

953.409

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

6.195.972

6.961.305

765.333

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

42.705.112

44.461.515

1.756.403

IXA

Nationale Schuld1

31.555.500

31.803.654

248.154

IXB

Financiën

7.903.361

8.519.783

616.422

X

Defensie

11.035.078

11.190.446

155.368

XII

Infrastructuur en Waterstaat

8.911.581

9.460.624

549.043

XIII

Economische Zaken en Klimaat

5.694.923

8.937.160

3.242.237

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.406.095

1.775.997

369.902

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

39.695.100

59.902.405

20.207.305

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

18.846.295

27.249.823

8.403.528

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.079.086

3.186.421

107.335

A

Infrastructuurfonds

6.545.954

6.371.448

‒ 174.506

B

Gemeentefonds

31.901.410

33.436.400

1.534.990

C

Provinciefonds

2.480.413

2.602.954

122.541

F

Diergezondheidsfonds

33.594

93.698

60.104

H

BES-fonds

41.875

51.304

9.429

J

Deltafonds

1.104.983

1.079.412

‒ 25.571

 

Totalen

243.420.941

283.918.549

40.497.608

X Noot
1

Van de Nationale Schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de rentelasten. Voor de rentelasten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.3 Kasontvangsten 2020 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

0

53

53

IIA

Staten-Generaal

4.215

3.604

‒ 611

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

5.890

5.939

49

III

Algemene Zaken

6.624

6.680

56

IV

Koninkrijksrelaties

38.516

63.477

24.961

V

Buitenlandse Zaken

787.390

862.722

75.332

VI

Justitie en Veiligheid

1.546.443

1.243.853

‒ 302.590

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

729.449

922.242

192.793

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.364.345

1.519.484

155.139

IXA

Nationale Schuld1

36.311.998

88.168.904

51.856.906

IXB

Financiën

161.962.988

151.367.520

‒ 10.595.468

X

Defensie

264.617

308.387

43.770

XII

Infrastructuur en Waterstaat

15.521

28.780

13.259

XIII

Economische Zaken en Klimaat

4.903.988

5.238.214

334.226

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

90.139

292.164

202.025

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1.923.357

1.802.827

‒ 120.530

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

133.631

751.308

617.677

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

79.288

108.848

29.560

A

Infrastructuurfonds

6.545.954

6.091.583

‒ 454.371

B

Gemeentefonds

31.901.410

33.436.400

1.534.990

C

Provinciefonds

2.480.413

2.602.954

122.541

F

Diergezondheidsfonds

36.357

109.990

73.633

H

BES-fonds

41.875

51.304

9.429

J

Deltafonds

1.104.983

1.074.179

‒ 30.804

 

Totalen

252.279.391

296.061.416

43.782.025

X Noot
1

Van de Nationale Schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.

Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2020, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 283,9 miljard euro en 296,1 miljard euro, zijnde een positief verschil (overschot) van 12,2 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2020 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.

Tabel 1.4 Rentelasten 2020 (op transactiebasis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

5.146.405

5.068.497

‒ 77.908

 

Totalen

5.146.405

5.068.497

‒ 77.908

Tabel 1.5 Rentebaten 2020 (op transactiebasis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

‒ 1.474.302

‒ 1.361.824

112.478

 

Totalen

‒ 1.474.302

‒ 1.361.824

112.478

Tabel 1.6 Lasten 2020 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

93.012

126.481

33.469

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

105.058

107.846

2.788

BZK

Logius

221.267

228.735

7.468

BZK

P-Direkt

100.386

105.138

4.752

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

266.379

303.369

36.990

BZK

FM Haaglanden

137.321

128.609

‒ 8.712

BZK

SSC-ICT Haaglanden

267.595

286.672

19.077

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.303.755

1.288.720

‒ 15.035

BZK

Dienst Huurcommissie

12.434

13.726

1.292

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

150.119

149.356

‒ 763

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

2.248.652

2.565.272

316.620

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

471.126

543.838

72.712

JenV

Justis

43.426

45.288

1.862

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

81.037

90.256

9.219

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

322.076

346.854

24.778

OCW

Nationaal Archief

45.153

44.179

‒ 974

DEF

Paresto

69.927

58.604

‒ 11.323

IenW

Rijkswaterstaat

2.790.777

2.974.142

183.365

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

88.272

88.129

‒ 143

IenW

Inspectie Leefomgeving en Transport

160.671

175.759

15.088

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

629.683

802.212

172.529

EZK

Agentschap Telecom

51.247

57.208

5.961

EZK

Dienst ICT Uitvoering

295.743

316.017

20.274

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

9.067

9.600

533

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

387.518

418.512

30.994

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

375.900

461.745

85.845

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

84.551

98.086

13.535

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

51.642

55.836

4.194

 

Totalen

10.863.794

11.890.189

1.026.395

Tabel 1.7 Baten 2020 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

93.012

127.875

34.863

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

101.921

114.295

12.374

BZK

Logius

221.267

228.639

7.372

BZK

P-Direkt

100.386

105.368

4.982

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

266.379

311.948

45.569

BZK

FM Haaglanden

137.321

128.810

‒ 8.511

BZK

SSC-ICT Haaglanden

267.595

282.679

15.084

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.303.755

1.319.908

16.153

BZK

Dienst Huurcommissie

12.434

11.965

‒ 469

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

150.119

145.947

‒ 4.172

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

2.248.652

2.479.793

231.141

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

471.126

495.922

24.796

JenV

Justis

50.680

42.432

‒ 8.248

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

81.037

87.391

6.354

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

322.076

349.559

27.483

OCW

Nationaal Archief

45.153

46.315

1.162

DEF

Paresto

69.927

58.224

‒ 11.703

IenW

Rijkswaterstaat

2.808.777

2.976.169

167.392

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

88.297

88.489

192

IenW

Inspectie Leefomgeving en Transport

160.671

174.553

13.882

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

629.683

828.947

199.264

EZK

Agentschap Telecom

51.247

55.384

4.137

EZK

Dienst ICT Uitvoering

295.743

319.334

23.591

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

9.067

10.494

1.427

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

387.518

370.179

‒ 17.339

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

375.900

475.609

99.709

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

84.551

101.786

17.235

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

51.642

55.160

3.518

 

Totalen

10.885.936

11.793.174

907.238

Tabel 1.8 Kapitaaluitgaven 2020 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

4.260

14.350

10.090

BZK

Logius

2.270

270

‒ 2.000

BZK

P-Direkt

15.667

6.617

‒ 9.050

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

1.000

610

‒ 390

BZK

FM Haaglanden

9.202

11.728

2.526

BZK

SSC-ICT Haaglanden

98.265

93.472

‒ 4.793

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

955.394

1.101.954

146.560

BZK

Dienst Huurcommissie

0

3.336

3.336

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

6.662

8.006

1.344

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

55.535

30.884

‒ 24.651

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

12.890

12.974

84

JenV

Justis

7.254

2.058

‒ 5.196

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

11.200

6.450

‒ 4.750

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

45.600

41.173

‒ 4.427

OCW

Nationaal Archief

160

683

523

DEF

Paresto

0

80

80

IenW

Rijkswaterstaat

107.677

63.835

‒ 43.842

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

4.450

3.308

‒ 1.142

IenW

Inspectie Leefomgeving en Transport

200

82

‒ 118

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

21.242

32.057

10.815

EZK

Agentschap Telecom

8.098

6.357

‒ 1.741

EZK

Dienst ICT Uitvoering

61.313

46.741

‒ 14.572

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

320

2.144

1.824

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

20.461

59.535

39.074

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

4.800

6.750

1.950

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

6.691

13.374

6.683

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

500

2.247

1.747

 

Totalen

1.461.111

1.571.075

109.964

Tabel 1.9 Kapitaalontvangsten 2020 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

4.260

0

‒ 4.260

BZK

Logius

2.000

0

‒ 2.000

BZK

P-Direkt

8.000

0

‒ 8.000

BZK

Uitvoeringsorganisatie bedrijfsvoering Rijk

0

652

652

BZK

FM Haaglanden

4.088

3.797

‒ 291

BZK

SSC-ICT Haaglanden

43.375

47.936

4.561

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

647.000

755.426

108.426

BZK

Dienst Huurcommissie

0

2.171

2.171

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

2.585

4.601

2.016

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

10.000

33.329

23.329

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

2.890

49.094

46.204

JenV

Justis

0

495

495

JenV

Nederlandse Forensisch Instituut

6.400

4.122

‒ 2.278

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

27.500

28.241

741

OCW

Nationaal Archief

0

0

0

DEF

Paresto

0

4.352

4.352

IenW

Rijkswaterstaat

93.400

26.019

‒ 67.381

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

2.000

1.787

‒ 213

IenW

Inspectie Leefomgeving en Transport

0

0

0

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

11.000

16.528

5.528

EZK

Agentschap Telecom

4.100

2.987

‒ 1.113

EZK

Dienst ICT Uitvoering

30.000

25.086

‒ 4.914

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

0

326

326

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

8.725

64.246

55.521

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

0

1.168

1.168

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

3.720

1.229

‒ 2.491

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

0

0

0

 

Totalen

911.043

1.073.592

162.549

Tabel 1.10 Verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten 2020 van de verplichtingen-kasagentschappen ( x € 1.000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

In 2020 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.

    

2 SALDIBALANS VAN HET RIJK PER 31 DECEMBER 2020

Saldibalans van het Rijk per 31 december 2020

DEBET

31-12-2020

31-12-2019

  

CREDIT

31-12-2020

31-12-2019

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

  

OMSCHRIJVING

 

€ mln.

€ mln.

1

Uitgaven ten laste van de begroting

288.987

251.386

  

12

Ontvangsten ten gunste van de begroting

297.423

249.067

2

Vorderingen buiten begrotingsverband

14.235

14.570

  

13

Schulden buiten begrotingsverband

24.043

26.280

 

(intra-comptabele vorderingen)

     

(intra-comptabele schulden)

  

3

Liquide Middelen

11.546

3.519

  

14

Saldi begrotingsfondsen

33

23

4

Saldo geldelijk beheer van het Rijk

13.768

11.568

  

15

Saldi begrotingsreserves

7.036

5.673

 

Totaal intra-comptabele posten

328.536

281.044

   

Totaal intra-comptabele posten

328.536

281.044

5

Openstaande rechten

42.346

28.017

  

16

Tegenrekening openstaande rechten

42.346

28.017

6

Vorderingen

61.626

60.174

  

17

Tegenrekening vorderingen

61.626

60.174

7

Tegenrekening schulden

380.899

328.165

  

18

Schulden

380.899

328.165

8

Voorschotten

208.310

173.987

  

19

Tegenrekening voorschotten

208.310

173.987

9

Tegenrekening andere verplichtingen

167.347

149.849

  

20

Andere verplichtingen

167.347

149.849

10

Deelnemingen

42.188

41.623

  

21

Tegenrekening deelnemingen

42.188

41.623

11

Tegenrekening garantieverplichtingen

234.942

179.728

  

22

Garantieverplichtingen

234.942

179.728

 

Totaal extra-comptabele posten

1.137.658

961.542

   

Totaal extra-comptabele posten

1.137.658

961.542

 

TOTAAL-GENERAAL

1.466.194

1.242.586

   

TOTAAL-GENERAAL

1.466.194

1.242.586

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van 's Rijks Schatkist. Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband(intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 14.235 miljoen euro, waarvan 12.462 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Kwijtschelding vorderingen kinderopvangtoeslag

Begin 2021 deelde de staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane dat zij nader ingaat op de plannen om gedupeerden in de toeslagenaffaire met een schone lei te laten beginnen. De toeslag- en belastingschulden van de gedupeerde ouders en eventuele partner worden kwijtscholden. Deze kwijtschelding raakt de post vorderingen in de saldibalans 2020 niet, omdat de toezegging begin 2021 is gedaan.

Per 18 januari 2021 waren circa 18.600 ouders in beeld die mogelijk direct gedupeerd zijn, met openstaande terugvorderingen kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget van in totaal bijna 180 miljoen euro. Dit is exclusief de vorderingen bij eventuele partners. Het aantal ouders dat in aanmerking komt en de totale openstaande vorderingen die het betreft staan nog niet definitief vast. Inmiddels is een proces van besluitvorming en uitwerking in gang gezet om kwijtschelding verder vorm te geven. Indien de openstaande vorderingen uiteindelijk zijn kwijtgescholden, zal dit ook in de post vorderingen in de saldibalans van het Rijk worden verwerkt.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het betreffende begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier alleen1 het saldo van het Diergezondheidsfonds.

Ad 15) Saldi begrotingsreserve

Onder de post saldi begrotingsreserve worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  • Nationale Hypotheekgarantie en Woningcorporaties, Woningcorporaties (BZK);

  • FOM (BZ)

  • DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);

  • Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Maatregelen voor CO2 reductie, Duurzame energie, Geothermie, Garantieregeling ECN verstrekte leningen, Klein Corona Krediet (EZK);

  • Export kredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades, garantie Tennet en DGS BES eilanden (Financiën);

  • Asiel (JenV);

  • Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit (LNV);

  • Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);

  • WFZ, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

3 DE BELASTING- EN PREMIEONTVANGSTEN IN 2020

Tabel 3.1 De belasting- en premieontvangsten in 2020 op EMU-basis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2020

Realisatie FJR 2020

Verschil

Kostprijsverhogende belastingen

96.522

92.733

‒ 3.789

Invoerrechten

3.500

3.112

‒ 388

Omzetbelasting

60.478

58.485

‒ 1.993

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

2.462

1.504

‒ 958

Accijnzen

12.388

11.613

‒ 775

- Accijns van lichte olie

4.610

3.916

‒ 694

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

4.030

3.485

‒ 544

- Tabaksaccijns

2.614

3.185

572

- Alcoholaccijns

333

314

‒ 19

- Bieraccijns

441

386

‒ 55

- Wijnaccijns

360

326

‒ 34

Belastingen van rechtsverkeer

6.045

6.602

556

- Overdrachtsbelasting

3.131

3.553

422

- Assurantiebelasting

2.914

3.049

134

- Kapitaalsbelasting

Motorrijtuigenbelasting

4.392

4.227

‒ 164

Belastingen op een milieugrondslag

4.520

4.399

‒ 121

- Afvalstoffenbelasting

233

222

‒ 11

- Energiebelasting

3.984

3.874

‒ 110

- Waterbelasting

300

302

2

- Brandstoffenheffingen

2

1

‒ 2

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten

296

269

‒ 27

Belasting op zware motorrijtuigen

202

187

‒ 15

Verhuurderheffing

1.791

1.887

97

Bankbelasting

447

447

‒ 0

    

Belastingen op inkomen, winst en vermogen

97.032

100.325

3.293

Inkomstenbelasting

3.516

9.115

5.599

Loonbelasting

59.927

61.744

1.817

Dividendbelasting

5.153

4.811

‒ 342

Kansspelbelasting

590

374

‒ 215

Vennootschapsbelasting

26.167

21.950

‒ 4.216

- Gassector kas

370

200

‒ 170

- Niet-gassector kas

25.797

21.750

‒ 4.046

Schenk- en erfbelasting

1.679

2.331

652

    

Overige belastingontvangsten

230

289

59

- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

154

148

‒ 6

    

Totaal belastingen

193.783

193.347

‒ 437

Premies volksverzekeringen

41.672

36.668

‒ 5.004

Premies werknemersverzekeringen

70.056

69.819

‒ 237

- wv zorgpremies

43.163

42.888

‒ 275

    

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

305.511

299.833

‒ 5.678

Tabel 3.2 De belasting- en premieontvangsten in 2020 op kasbasis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2020

Realisatie FJR 2020

Verschil

Kostprijsverhogende belastingen op kasbasis

96.074

89.662

‒ 6.412

Invoerrechten

3.492

3.141

‒ 351

Omzetbelasting

59.997

55.874

‒ 4.123

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

2.466

1.563

‒ 903

Accijnzen

12.366

11.287

‒ 1.078

- Accijns van lichte olie

4.605

3.827

‒ 777

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

4.024

3.391

‒ 633

- Tabaksaccijns

2.602

3.019

417

- Alcoholaccijns

334

338

4

- Bieraccijns

441

368

‒ 73

- Wijnaccijns

359

344

‒ 15

Belastingen van rechtsverkeer

5.995

6.361

366

- Overdrachtsbelasting

3.091

3.348

257

- Assurantiebelasting

2.904

3.013

109

- Kapitaalsbelasting

Motorrijtuigenbelasting

4.391

4.250

‒ 140

Belastingen op een milieugrondslag

4.632

4.392

‒ 240

- Afvalstoffenbelasting

237

216

‒ 20

- Energiebelasting

4.093

3.874

‒ 219

- Waterbelasting

300

301

1

- Brandstoffenheffingen

2

1

‒ 2

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en andere producten

296

271

‒ 25

Belasting op zware motorrijtuigen

201

188

‒ 13

Verhuurderheffing

1.791

1.888

97

Bankbelasting

447

447

‒ 0

    

Belastingen op inkomen, winst en vermogen op kasbasis

96.981

94.684

‒ 2.297

Inkomstenbelasting

3.516

7.124

3.607

Loonbelasting

59.880

59.071

‒ 809

Dividendbelasting

5.153

4.811

‒ 342

Kansspelbelasting

586

304

‒ 282

Vennootschapsbelasting

26.167

21.044

‒ 5.122

Schenk- en erfbelasting

1.679

2.331

652

    

Niet nader toe te rekenen belastingontvangsten

230

303

73

- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

154

148

‒ 6

    

Belastingen op kasbasis

193.286

184.649

‒ 8.637

KTV Belastingen (aansluiting naar EMU-basis)

498

8.698

8.200

    

Premies volksverzekeringen op kasbasis

41.720

36.031

‒ 5.689

KTV premies vvz (aansluiting naar EMU-basis)

‒ 48

637

685

    

Premies werknemersverzekeringen (Op EMU-basis)

70.056

69.819

‒ 237

- wv zorgpremies

43.163

42.888

‒ 275

    

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

305.511

299.833

‒ 5.678

4 UITGAVEN EN NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2020 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2020 en de realisatie van dat jaar in het Financieel Jaarverslag van het Rijk. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.

Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenplafond. De uitgaven onder het uitgavenplafond mogen het uitgavenplafond niet overschrijden. Het uitgavenplafond is op zijn beurt gesplitst in drie verschillende deelplafonds: het plafond Rijksbegroting, het plafond Sociale Zekerheid en het plafond Zorg. De meeste netto-uitgaven vallen onder een van de drie plafonds. Er zijn echter ook uitgaven en ontvangsten die niet onder een plafond vallen.

In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per deelplafond opgeteld.

Tabel 4.1 Netto-uitgaven naar type en plafond (in miljoenen euro)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

Bron

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

    

Plafond Rijksbegroting

143.546

155.467

11.920

Tabel 4.5

Plafond Sociale Zekerheid

23.864

40.101

16.238

Tabel 4.6

Plafond Zorg

2.450

2.421

‒ 29

Tabel 4.7

Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

21.016

24.203

3.187

Tabel 4.8

Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

190.876

222.191

31.316

Tabel 4.1

Premiegefinancierde netto-uitgaven

    

Plafond Sociale Zekerheid

61.340

62.172

832

Tabel 4.6

Plafond Zorg

70.993

71.458

465

Tabel 4.7

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

132.334

133.630

1.297

 

Totaal netto-uitgaven

323.209

355.822

32.612

 
     

Plafond Rijksbegroting

143.546

155.467

11.920

Tabel 4.5

Plafond Sociale Zekerheid

85.204

102.274

17.070

Tabel 4.6

Plafond Zorg

73.443

73.879

435

Tabel 4.7

Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

302.194

331.619

29.425

 

Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

21.016

24.203

3.187

Tabel 4.8

Totaal netto-uitgaven

323.209

355.822

32.612

 

Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.

Tabel 4.2 Uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

1

De Koning

44

45

1

2A

Staten-Generaal

162

186

23

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

134

143

9

3

Algemene Zaken

70

75

5

4

Koninkrijksrelaties

83

852

769

5

Buitenlandse Zaken

10.351

11.151

799

6

Justitie en Veiligheid

13.376

14.382

1.006

7

Binnenlandse Zaken

6.016

6.961

945

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

42.718

44.462

1.744

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

6.663

7.013

351

9B

Financiën

7.903

8.534

631

10

Defensie

11.035

11.190

155

12

Infrastructuur en Waterstaat

8.912

9.461

549

13

Economische Zaken en Klimaat

5.706

8.937

3.231

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.406

1.776

370

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

39.697

59.902

20.205

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

18.909

27.250

8.340

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.079

3.186

107

50

Gemeentefonds

31.826

33.436

1.610

51

Provinciefonds

2.480

2.603

123

55

Infrastructuurfonds

6.546

6.371

‒ 175

58

Diergezondheidsfonds

36

94

57

60

Accres Gemeentefonds

216

0

‒ 216

61

Accres Provinciefonds

28

0

‒ 28

64

BES-fonds

42

51

9

65

Deltafonds

1.105

1.079

‒ 26

AP

Aanvullende Posten

4.097

0

‒ 4.097

90

Consolidatie1

‒ 6.979

‒ 5.797

547

HGIS

Internationale Samenwerking2

‒ 5.091

‒ 5.188

‒ 97

 

Totaal

215.663

253.346

37.046

Noot 1: Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Noot 2: In deze tabel zijn de uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. Deze totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve de begroting van Nationale Schuld, die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 6 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.

Tabel 4.3 Niet-belastingontvangsten begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

1

De Koning

0

0

0

2A

Staten-Generaal

4

4

‒ 1

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

6

6

0

3

Algemene Zaken

7

7

0

4

Koninkrijksrelaties

39

63

25

5

Buitenlandse Zaken

787

863

76

6

Veiligheid en Justitie

1.546

1.244

‒ 303

7

Binnenlandse Zaken

654

922

268

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.364

1.519

155

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

9.146

13.786

4.639

9B

Financiën

3.101

2.823

‒ 278

10

Defensie

265

308

44

12

Infrastructuur en Milieu

16

29

13

13

Economische Zaken

4.879

5.238

359

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

90

292

202

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1.923

1.803

‒ 121

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

134

751

617

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

79

109

30

50

Gemeentefonds

0

0

0

51

Provinciefonds

0

0

0

55

Infrastructuurfonds

6.546

6.043

‒ 503

58

Diergezondheidsfonds

36

110

74

65

Deltafonds

1.105

1.030

‒ 75

AP

Aanvullende Posten

39

0

‒ 39

90

Consolidatie1

‒ 6.979

‒ 5.797

547

HGIS

Internationale Samenwerking2

‒ 164

‒ 195

‒ 31

 

Totaal

24.787

31.154

5.731

Noot 1: Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Noot 2: In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. Deze totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3). De daaropvolgende tabellen (tabel 4.5 tot en met tabel 4.7) geven per deelplafond aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.

Tabel 4.4 Netto-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

1

De Koning

44

45

1

2A

Staten-Generaal

158

182

24

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

128

137

9

3

Algemene Zaken

64

69

5

4

Koninkrijksrelaties

45

788

744

5

Buitenlandse Zaken

9.565

10.288

723

6

Justitie en Veiligheid

11.830

13.138

1.309

7

Binnenlandse Zaken

5.361

6.039

678

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

41.353

42.942

1.589

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 2.483

‒ 6.772

‒ 4.289

9B

Financiën

4.802

5.711

908

10

Defensie

10.770

10.882

112

12

Infrastructuur en Waterstaat

8.896

9.432

536

13

Economische Zaken en Klimaat

827

3.699

2.872

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.316

1.484

168

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

37.774

58.100

20.326

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

18.775

26.499

7.724

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.000

3.078

78

50

Gemeentefonds

31.826

33.436

1.610

51

Provinciefonds

2.480

2.603

123

55

Infrastructuurfonds

0

328

328

58

Diergezondheidsfonds

0

‒ 16

‒ 16

60

Accres Gemeentefonds

216

0

‒ 216

61

Accres Provinciefonds

28

0

‒ 28

64

BES-fonds

42

51

9

65

Deltafonds

0

49

49

AP

Aanvullende Posten

4.058

0

‒ 4.058

HGIS

Internationale Samenwerking1

‒ 4.927

‒ 4.993

‒ 66

 

Totaal

190.876

222.191

31.316

Noot 1: In deze tabel zijn de netto uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. Deze totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.5 Netto-uitgaven onder plafond Rijksbegroting (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

1

De Koning

44

45

1

2A

Staten-Generaal

158

182

24

2B

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs

128

137

9

3

Algemene Zaken

64

69

5

4

Koninkrijksrelaties

24

148

124

5

Buitenlandse Zaken

9.565

10.288

723

6

Veiligheid en Justitie

11.830

13.138

1.309

7

Binnenlandse Zaken

5.396

6.116

721

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

39.182

41.178

1.996

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

4.797

4.780

‒ 16

9B

Financiën

5.235

5.595

359

10

Defensie

10.766

10.911

145

12

Infrastructuur en Milieu

8.896

9.432

536

13

Economische Zaken

4.817

7.311

2.495

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.316

1.484

168

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

610

555

‒ 55

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3.510

8.411

4.902

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.013

3.111

99

50

Gemeentefonds

28.059

29.541

1.482

51

Provinciefonds

2.480

2.603

123

55

Infrastructuurfonds

0

328

328

58

Diergezondheidsfonds

0

0

0

60

Accres Gemeentefonds

216

0

‒ 216

61

Accres Provinciefonds

28

0

‒ 28

64

BES-fonds

42

51

9

65

Deltafonds

0

49

49

80

Prijsbijstelling

477

0

‒ 477

81

Arbeidsvoorwaarden

1.651

0

‒ 1.651

86

Algemeen

1.242

0

‒ 1.242

HGIS

Internationale Samenwerking1

‒ 5.091

‒ 5.027

64

 

Totaal netto-uitgaven plafond Rijksbegroting

143.546

155.467

11.920

Noot 1: In deze tabel zijn de netto uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. Deze totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.6 Netto-uitgaven onder plafond Sociale Zekerheid (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

21.542

38.145

16.603

50

Gemeentefonds

1.893

1.957

63

AP

Aanvullende Posten

429

0

‒ 429

 

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

23.864

40.101

16.238

40

Sociale Verzekeringen

61.340

62.172

832

 

Premiegefinancierde netto-uitgaven

61.340

62.172

832

    

0

 

Totaal netto-uitgaven plafond Sociale Zekerheid

85.204

102.274

17.070

Tabel 4.7 Netto-uitgaven onder plafond Zorg (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

562

482

‒ 80

50

Gemeentefonds

1.874

1.938

65

AP

Aanvullende Posten

14

0

‒ 14

 

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

2.450

2.421

‒ 29

41

Zorg

70.993

71.458

465

 

Premiegefinancierde netto-uitgaven

70.993

71.458

465

     
 

Totaal netto-uitgaven plafond Zorg

73.443

73.879

435

Tabel 4.8 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenplafond vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenplafond zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.

Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.8 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld en zijn de uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld niet in deze tabel opgenomen.

Tabel 4.8 Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

4

Koninkrijksrelaties

21

641

620

7

Binnenlandse Zaken

‒ 34

‒ 77

‒ 43

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2.172

1.764

‒ 408

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 7.280

‒ 11.553

‒ 4.273

9B

Financiën

‒ 433

116

549

10

Defensie

4

‒ 29

‒ 34

12

Infrastructuur en Waterstaat

0

0

0

13

Economische Zaken en Klimaat

‒ 3.990

‒ 3.612

377

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

15.622

19.399

3.778

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

14.703

17.605

2.902

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 13

‒ 34

‒ 21

58

Diergezondheidsfonds

0

0

0

AP

Aanvullende posten

244

‒ 16

‒ 261

HGIS

Internationale Samenwerking1

0

‒ 34

‒ 34

 

Totaal netto-uitgaven buiten het plafond

21.016

24.203

3.187

Noot 1: In deze tabel zijn de uitgaven voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking lopen daarom niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.9 geeft de totale netto-uitgaven HGIS aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar verwantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.

Tabel 4.9 Netto HGIS-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

5

Buitenlandse Zaken

1.438

1.409

‒ 29

6

Veiligheid en Justitie

34

24

‒ 10

7

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

1

1

0

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

62

63

1

9B

Financiën

70

181

111

10

Defensie

209

145

‒ 64

12

Infrastructuur en Waterstaat

27

28

1

13

Economische Zaken en Klimaat

27

24

‒ 3

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

32

29

‒ 3

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1

1

0

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

15

12

‒ 3

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.013

3.111

99

86

Algemeen

0

0

0

 

Totaal plafondrelevante netto-uitgaven HGIS

4.927

5.027

100

9B

Financiën

0

‒ 34

‒ 34

 

Totaal niet-plafondrelevante netto-uitgaven HGIS

0

‒ 34

‒ 34

     
 

Totaal netto-uitgaven HGIS

4.927

4.993

67

5 EMU-SALDO EN EMU-SCHULD

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van dit het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele overheid (de collectieve sector) te komen wordt ook het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt enkel voor de gehele collectieve sector weergeven.

Tabel 5.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

305,5

299,8

‒ 5,7

    

Nood- en steunmaatregelen corona relevant voor EMU-saldo (uitgaven)

0,0

‒ 27,8

‒ 27,8

Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

‒ 302,2

‒ 303,8

‒ 1,6

Rijksbegroting

‒ 143,5

‒ 144,5

‒ 1,0

Sociale Zekerheid

‒ 85,2

‒ 85,9

‒ 0,7

Zorg

‒ 73,4

‒ 73,4

0,0

Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

0,0

‒ 0,4

‒ 0,3

Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

‒ 302,2

‒ 332,0

‒ 29,8

    

EMU-saldo centrale overheid

3,3

‒ 32,2

‒ 35,4

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1,5

‒ 1,8

‒ 0,3

    

EMU-saldo collectieve sector

1,8

‒ 34,0

‒ 35,8

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

0,2%

‒ 4,3%

‒ 4,5%

    

EMU-schuld collectieve sector

397,3

434,9

37,7

EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp)

47,7%

54,5%

6,8%

    

Bruto binnenlands product (bbp)

832,8

798,7

‒ 34,2

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van gehele collectieve sector weer. Dit EMU-saldo (ook wel het overheidssaldo genoemd) is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en bijlage 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden hier enkele correcties op toegepast: sommige uitgaven tellen niet mee voor het EMU-saldo (zie tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan in de Rijksbegroting (op kasbasis) is opgenomen (zie tabel 5.4).

Tabel 5.2 EMU-saldo (in miljoenen euro, + is overschot)
  

MN 2020

FJR 2020

Verschil

1

Belasting- en premieontvangsten

305.511

299.833

‒ 5.678,0

2

Totale netto-uitgaven

323.209

355.822

32.612,3

3

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 21.863

‒ 24.317

‒ 2.453,5

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

‒ 800

‒ 489

311,5

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.484

‒ 1.805

‒ 321,0

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

1.880

‒ 33.966

‒ 35.846,3

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Tabel 5.3 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo (in miljoenen euro, + is uitgave)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

Verstrekking studieleningen

2.965

2.718

‒ 247

Aflossing studieleningen

‒ 797

‒ 954

‒ 158

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

330

‒ 31

‒ 361

Voortijdige beeindiging derivaten

0

‒ 3.520

‒ 3.520

Rente-ontvangsten derivaten

‒ 1.074

‒ 1.012

62

Coronagerelateerde leningen

0

1.681

1.681

Rijksbijdragen aan sociale fondsen

26.639

32.453

5.813

Kasbeheer

‒ 6.172

‒ 6.985

‒ 813

Overig

‒ 28

‒ 32

‒ 3

Totaal

21.863

24.317

2.453

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting op kasbasis wordt opgesteld. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop de transactie op kasbasis nog een kas-transverschil (ktv) worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars.

Tabel 5.4 Kas-transverschillen en overige posten (in miljoenen euro, + is saldoverbeterend)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

KTV EU-afdrachten

‒ 4

659

663

KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

0

‒ 1.084

‒ 1.084

KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

0

‒ 960

‒ 960

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding

0

‒ 268

‒ 268

KTV OV-jaarkaart

‒ 275

‒ 75

200

KTV Veilingopbrengsten

242

‒ 551

‒ 793

KTV Gasbaten

‒ 220

0

220

KTV Publiek private samernwerking

232

‒ 351

‒ 583

KTV Defensie

0

723

723

Overige kas-transverschillen (aansluiting bij CBS)

‒ 142

‒ 259

‒ 117

Mutatie begrotingsreserves

‒ 300

1.363

1.663

Saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

302

302

Totaal Rijk

‒ 467

‒ 501

‒ 33

Totaal Sociale fondsen

‒ 333

12

345

Totaal Rijk en sociale fondsen

‒ 800

‒ 489

312

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

Tabel 5.5 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro, - is tekort)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

EMU-saldo Rijk

‒ 2.336

‒ 37.481

‒ 35.145

EMU-saldo sociale fondsen

5.700

5.320

‒ 381

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.484

‒ 1.805

‒ 321

EMU-saldo collectieve sector

1.880

‒ 33.966

‒ 35.846

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

1,0%

‒ 4,3%

‒ 5,3%

Tabel 5.6 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

Belastingontvangsten

193.783

193.347

‒ 436,0

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 190.876

‒ 222.191

‒ 31.315,8

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

21.863

24.317

2.453,5

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 26.639

‒ 32.453

‒ 5.813,3

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

‒ 467

‒ 501

‒ 33,1

EMU-saldo Rijk (centrale overheid )

‒ 2.336

‒ 37.481

‒ 35.145

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Dat betekent dat er, naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen, nog een aantal correcties moet worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt.

Tabel 5.7 Financieringssaldo Rijksoverheid (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

Belastinginkomsten (kasbasis)

193.285

184.649

‒ 8.636

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 190.876

‒ 222.191

‒ 31.316

Af: kas-transverschil rentelasten

‒ 710

‒ 555

155

Mutatie begrotingsreserves

‒ 300

1.363

1.663

Mutaties derdenrekeningen

0

184

184

Financieringssaldo Rijksoverheid

1.399

‒ 36.550

‒ 37.949

Het financieringssaldo werkt een op een door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

Tabel 5.8 Opbouw EMU-schuld collectieve sector (in miljoenen euro, - is overschot)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

EMU-schuld begin jaar

397.289

394.670

‒ 2.619

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 1.399

36.550

37.949

EMU-saldo decentrale overheden

1.484

1.805

321

EMU-saldo rest centrale overheid

0

‒ 211

‒ 211

Overig

‒ 100

2.117

2.217

EMU-schuld einde jaar

397.274

434.931

37.657

EMU-schuldquote (in procenten bbp)

47,7%

54,5%

6,8%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote, dit is weergegeven als het noemereffect.

Tabel 5.9 Opbouw EMU-schuldquote (in procenten bbp)
 

MN 2020

FJR 2020

Verschil

EMU-schuldquote begin jaar

49,2

48,6

‒ 0,6

Noemereffect bbp

‒ 1,5

0,8

2,3

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 0,2

4,6

4,7

EMU-saldo decentrale overheden

0,2

0,2

0,0

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0

0,0

0,0

Overig

0,0

0,3

0,3

EMU-schuldquote einde jaar

47,7

54,5

6,8

In tabel 5.10 en tabel 5.11 staat een historisch overzicht van de afgelopen tien jaar voor zowel het EMU-saldo van de collectieve sector als de totale EMU-schuld, in euro's en in procenten van het bbp.

Tabel 5.10 Historisch overzicht EMU-saldo (in miljarden euro, - is tekort)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

EMU-saldo

‒ 29,0

‒ 26,3

‒ 19,9

‒ 15,3

‒ 14,5

0,0

9,6

11,0

14,4

‒ 34,0

bbp

642,9

645,2

652,7

663,0

683,5

702,6

733,2

774,0

810,2

798,7

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 4,5%

‒ 4,0%

‒ 3,0%

‒ 2,3%

‒ 2,1%

0,0%

1,3%

1,4%

1,8%

‒ 4,3%

Tabel 5.11 Historisch overzicht EMU-schuld (in miljarden euro, - is tekort)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

EMU-schuld

401,5

432,6

447,1

455,9

446,3

438,7

420,3

405,8

394,7

434,9

bbp

642,9

645,2

652,7

663,0

683,5

702,6

733,2

774,0

810,2

798,7

EMU-schuld (in procenten bbp)

61,7%

66,3%

67,7%

67,9%

64,7%

61,9%

56,9%

52,4%

48,7%

54,5%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, - is tekort)
 

FJR 2020

Bron

Totaal kasuitgaven begrotingen

283,9

FJR bijl. 1

Rentekosten

5,1

FJR bijl. 1

Totaal kasuitgaven begrotingen en rentekosten

289,0

 
   

Af: uitgaven aflossing vaste schuld

29,9

H9A artikel 11

Af: consolidatie

5,8

Tabel 4.2

Totaal uitgaven begrotingen

253,3

Tabel 4.2

   

Af: niet-belastingontvangsten begrotingen

31,2

Tabel 4.3

Totaal netto-uitgaven begrotingen

222,2

Tabel 4.4

   

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

133,6

 

w.v. Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktrelaties

62,2

Tabel 4.6

w.v. Zorg

71,5

Tabel 4.7

   

Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies)

355,8

Tabel 4.1

w.v. Netto-uitgaven onder het uitgavenplafond

331,6

Tabel 4.1

w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond

24,2

Tabel 4.1

   

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

24,3

Tabel 5.2

Bij: kas-transverschillen en overige posten

0,5

Tabel 5.2

   

Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo

332,0

Tabel 5.4

Tabel 5.13 Aansluiting ontvangsten Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, - is tekort)
 

FJR 2020

Bron

Totaal kasontvangsten begrotingen

296,1

FJR bijl. 1

Rentebaten

1,4

FJR bijl. 1

Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten

297,4

 
   

Af: uitgifte vaste schuld

41,2

H9A artikel 11

Af: mutatie vlottende schuld

34,5

H9A artikel 11

Af: consolidatie

5,8

Tabel 4.2

Af: niet-belastingontvangsten

31,2

Tabel 4.3

Totaal belastingen op kasbasis

184,6

FJR bijl. 4

   

Premie-inkomsten op kasbasis

106,5

 

w.v. Volksverzekeringen

36,7

FJR bijl. 4

w.v. Werknemersverzekeringen (EMU-basis)

69,8

FJR bijl. 4

   

Totale inkomsten op kasbasis

291,1

 
   

Kas-transverschillen inkomsten

9,3

 

w.v. kas-transverschillen belastingen

8,7

FJR bijl. 4

w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen

0,6

FJR bijl. 4

   

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

299,8

Tabel 3.1

6 FISCALE REGELINGEN

Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.

In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2020 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2021 bekend en worden opgenomen in Miljoenennota 2022. Voor de overige fiscale regelingen zal in Miljoenennota 2022 een geactualiseerde raming voor 2020 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.

De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie.

6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting

Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2020 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.

Tabel 6.1 Gegevens afdrachtverminderingen over 2020 (stand april 2021 in miljoenen euro)

Afdrachtvermindering

Raming 2020 (MN 2021)

Voorlopige realisatie 2020

Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

1.281

1.214

Zeevaart

109

108

Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk voor het jaar 2020 bedroeg 1.281 miljoen euro (exclusief 8 miljoen euro voor zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is 1.214 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van bijna 67 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2022 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2020 wordt in juli 2021 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2021.

De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. De voorlopige realisatie voor 2020 is vrijwel gelijk aan de raming in Miljoenennota 2021. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.

6.2 Investeringsfaciliteiten

Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2020 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.

Tabel 6.2 Gegevens investeringsfaciliteiten over 2020 (stand april 2021 in miljoenen euro)

Regeling

Budget 2020 (MN 2021)

Voorlopige realisatie 2020

Energie-investeringsaftrek (EIA)

147

145

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

124

75

Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)

25

15

Uit de voorlopige realisatiecijfers blijkt dat van het beschikbare budget voor de EIA van 147 miljoen euro circa 145 miljoen euro is gebruikt. Vanaf 2019 is het aftrekpercentage verlaagd van 54,5 naar 45 procent, waardoor er ruimte is geweest om de Energielijst te verruimen. Hiermee wordt het budget naar verwachting doelmatiger besteed.

In de afgelopen jaren was er vaak sprake van overschrijding bij de MIA en onderuitputting bij de Vamil. Naar aanleiding van de evaluatie die in 2018 aan de Kamer is aangeboden,2 is budget geschoven van de Vamil naar de MIA. Per 2020 bedraagt daarmee het MIA-budget 114 miljoen euro en het Vamil-budget 25 miljoen euro, waarmee naar verwachting een betere balans tussen de regelingen wordt gevonden. Waar in 2019 het MIA-budget nog werd overschreden, is er in 2020 een forse onderschrijding van 49 miljoen. De onderuitputting in de Vamil bedraagt 10 miljoen euro. Om het budgetbeslag van elektrische voertuigen in de MIA te beheersen, is vanaf 2020 het aftrekpercentage op deze voertuigen verder verlaagd van 27 procent naar 13,5 procent.

Achtergrond

Op basis van de Vamil mag willekeurig worden afgeschreven op aangewezen milieu-investeringen. Deze regeling leidt in principe, evenals de andere regelingen voor vervroegde afschrijving, tot een liquiditeits- en rentevoordeel voor de belastingplichtige. Het budgettaire belang wordt berekend met de netto contante waarde-methode gebaseerd op het gemelde investeringsbedrag.

Het budgettaire belang van de EIA en MIA wordt gebaseerd op gemelde investeringsbedragen, in principe volgens de volgende formule: budgettair belang = (investeringsbedrag -/- correctiepercentage) * aftrekpercentage faciliteit * gemiddeld marginaal belastingtarief.

7 BELEIDSMATIGE MUTATIES NA NAJAARSNOTA

Om het budgetrecht van het parlement te borgen, worden beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota leiden tot een overschrijding van het budget op artikelniveau aan de beide Kamers gemeld. In deze bijlage is een overzicht opgenomen van deze beleidsmatige mutaties. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 2 miljoen euro. De specifieke verantwoording over de mutaties is opgenomen in de Kamerstukken van de departementen. Voor de volledigheid wordt vermeld in welk Kamerstuk de betreffende mutatie aan de Tweede Kamer is gemeld. Ook wordt weergegeven of het een uitgavenverplichting (U) of een verplichtingenmutatie (V) betreft.

Tabel 7.1. Beleidsmatige mutaties

Begrotingshoofdstuk

Art. nr

Omschrijving

Bedrag (mln.)

Kamerstuk

U

V

4 Koninkrijkrelaties

7 Nominaal en onvoorzien

Wisselkoersmodel 2020

4,6

Veegbrief KR

x

 

6 Justitie en Veiligheid

31 Politie

Corrigeren verplichtingen RVU

133,9

TK 35570-IV nr. 91

 

x

7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

3 Woningmarkt

Overboeking WBI (eerste tranche) naar BCF

‒ 35,2

TK 35570-VII nr. 84

x

x

7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

3 Woningmarkt

BTW-afdracht huisvesting kwetsbare groepen

‒ 4,5

TK 35570-VII nr. 84

x

x

7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

11 Centraal apparaat

Loonheffingsafdracht uitzendregelingen

4,6

TK 35570-VII nr. 84

x

x

7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

12 Algemeen

Loonheffingsafdracht uitzendregelingen

‒ 4,6

TK 35570-VII nr. 84

x

x

10 Defensie

3 Koninklijke Landmacht

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisatie

8

TK 35650-X nr. 4

x

 

10 Defensie

4 Koninklijke Luchtmacht

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisaties

10

TK 35650-X nr. 4

x

 

10 Defensie

4 Koninklijke Luchtmacht

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisaties

27

TK 35650-X nr. 4

x

 

10 Defensie

4 Koninklijke Luchtmacht

Lagere ontvangsten voor inzet in de teststraten Covid-19

‒ 3

TK 35650-X nr. 4

x

 

10 Defensie

7 Defensie Materieel Organisatie

Bijstellen instandhouding DMO obv eindrealisatie

5

TK 35650-X nr. 4

x

 

10 Defensie

7 Defensie Materieel Organisatie

Bijstellen ontvangsten obv eindrealisatie

3

TK 35650-X nr. 4

x

 

12 Infrastructuur en Waterstaat

16 Openbaar vervoer en Spoor

Naar HXII tbv spuk Noord Nederland

5,8

Decemberbrief

x

x

13 Economische Zaken en Klimaat

2 Bedrijvenbeleid

Storting garantieregelingen

572,0

Veegbrief EZK

x

 

14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

12 Natuur en biodiversiteit

Storting begrotingsreserve stikstof

109,8

TK 35650-XIV nr. 4

x

x

14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

12 Natuur en biodiversiteit

Storting begrotingsreserve stikstof gerichte opkoop

‒ 99,5

TK 35650-XIV nr. 4

x

x

15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1 Arbeidsmarkt

NL Leert Door

‒ 10,2

1e ISB 2021

x

 

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Correctie verplichtingenraming ZonMw, RIVM, NVWA

35

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Correctie verplichtingenraming RIVM

9

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1

9

Veegbrief VWS

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Aanpassen verplichtingenruimte vanwege ic-opschaling

302

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Covid-19 middelen art. 1 naar art. 9 (verzoek ADR)

‒ 43

N.v.t.

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Aanpassen verplichtingenruimte vanwege aankoop testmaterialen

300

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Correctie verplichtingenraming RIVM

86

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Verplichtingen vaccinimplementatie

798

5e ISB VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1 Volksgezondheid

Verplichtingen ADT, letsel en heroïne-behandelunits

21

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Curatieve Zorg

Verplichtingen projectsubsidies

45

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Curatieve Zorg

Verplichtingen medische noodvoorraden (RescEU)

57

5e ISB VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Curatieve Zorg

Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1

‒ 9

Veegbrief VWS

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Curatieve Zorg

Covid-19 middelen art.4 naar art. 2

9

Veegbrief VWS

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

2 Curatieve Zorg

Verplichtingenruimte Rijksbijdrage 18-

2.797

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3 Langdurige zorg en ondersteuning

Verplichtingen projectsubsidies

5

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3 Langdurige zorg en ondersteuning

Verplichtingen Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

13

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3 Langdurige zorg en ondersteuning

Verplichtingenruimte Rijksbijdrage Wlz en Bijdrage in kosten van kortingen

10.889

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3 Langdurige zorg en ondersteuning

Verplichtingen Centrum Indicatiestelling Zorg

59

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4 Zorgbreed beleid

Covid-19 middelen art. 4 naar art. 2

‒ 9

Veegbrief VWS

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4 Zorgbreed beleid

Verplichtingen subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

421

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4 Zorgbreed beleid

Verplichtingen informatiebeleid

20

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

4 Zorgbreed beleid

Verplichtingen NZa

4

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

Verplichtingen subsidies herinnering Tweede Wereldoorlog

8

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

Verplichtingen SVB voor de uitkeringen en uitvoeringskosten

201

Veegbrief VWS

 

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

8 Tegemoetkoming specifieke kosten

Salderen zorgtoeslag

460

Veegbrief VWS

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

9 Algemeen

Covid-19 middelen art. 1 naar art. 9 (verzoek ADR)

43

N.v.t.

x

x

16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport

10 Apparaat

Desaldering PD-ALT

2

Veegbrief VWS

x

x

50 Gemeentefonds

1. Gemeentefonds

Jeugd in Coronatijd (Covid-19)

21

TK 35650 B nr. 1

 

x

55 Infrastructuurfonds

17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Saldo 2020 art. 17 megaprojecten

34,5

Decemberbrief

x

 

55 Infrastructuurfonds

13 Spoorwegen

Verrekening NFE met uitgaven ERTMS ombouw treinen

10,9

Decemberbrief

x

x

64 BES-fonds

1 BES-fonds

Wisselkoersmodel 2020

‒ 4,6

Veegbrief KR

x

 

Toelichting

Wisselkoersmodel 2020

De wisselkoersmeevaller op het BES-fonds over 2020 wordt teruggeboekt naar de wisselkoersreserve op begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties.

Corrigeren verplichtingen RVU

Het landelijk pensioenakkoord van juni 2019 biedt werkgevers en vakbonden de mogelijkheid om voor de periode 2021–2025 een tijdelijke sectorale vroegpensioenvoorziening af te spreken. In 2020 is dit middels een specifieke regeling voor de politie vastgelegd. De RVU leidt ertoe dat in de jaarrekening 2020 van de politie een voorziening voor de RVU-lasten moet worden opgenomen, zijnde een last in de jaarrekening 2020. Dit leidt ertoe dat voor JenV de verplichtingen op artikel 31 met 134 miljoen euro worden opgehoogd. Dit leidt niet tot een kasoverschrijding.

Overboeking WBI (eerste tranche) naar BCF

In het kader van de eerste tranche van de woningbouwimpuls vindt er een afdracht van btw plaats voor de projecten die in 2020 zijn uitgekeerd (circa 35,2 miljoen euro).

BTW-afdracht huisvesting kwetsbare groepen

Er wordt in het kader van de woningbouwimpuls circa 4,5 miljoen euro afgedragen aan het Bcf vanwege de specifieke uitkeringen kwetsbare groepen, voor de ondersteuning van de medeoverheden.

Loonheffingsafdracht uitzendregelingen

Bij eerste suppletoire begroting 2020 is circa 4,5 miljoen euro gereserveerd voor de loonheffingsafdracht over uitzendregelingen. De loonheffingsafdracht vindt plaats op artikel 11 Centraal Apparaat. Bij Slotwet 2020 wordt daarom 4,5 miljoen euro gerealloceerd naar artikel 11.

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisatie

Op het instandhoudingsbudget is 27 miljoen euro meer uitgegeven door hogere kosten voor het onderhoud van de infanteriegevechtsvoertuig CV90. Wegens achterstallig onderhoud is een aantal onderdelen zoals de motoren en versnellingsbakken vervangen.

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisaties

Op het instandhoudingsbudget voor de Luchtmacht is 10 miljoen euro meer uitgegeven als gevolg van hogere uitgaven bij de Cougar Helikopters en de C4i radiosystemen dan verwacht.

Bijstellen instandhouding van het clas obv eindrealisaties

Op de personele uitgaven bij de Luchtmacht is er 8 miljoen meer uitgegeven wegens meer toelagen voor luchtverkeersleidingpersoneel die volgen uit de Regeling Tijdelijke Toelage Luchtverkeersleiders. Deze toelagen dienen als salariscompensatie voor militair personeel ten opzichte van de salarissen voor burgerpersoneel in de luchtverkeersleiding.

Lagere ontvangsten voor inzet in de teststraten Covid-19

Voor de inzet in de teststraten voor COVID-19 is er 3 miljoen euro minder ontvangen dan verwacht omdat de inzet lager was dan verwacht.

Bijstellen instandhouding DMO obv eindrealisatie

De uitgaven bij instandhouding zijn 5 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van het vooruitbetalingen aan een aantal kennisinstituten. In lijn met Rijkbeleid is hier gekozen voor een vooruitbetaling om financiële zekerheid te bieden aan de strategische partners.

Bijstellen ontvangsten obv eindrealisatie

Als gevolg meer vraag van andere departementen is er door JIVC extra IT-dienstverlening uitgevoerd. De daarmee samenhangende vergoedingen van de andere departementen leiden ertoe dat de ontvangsten 3 miljoen euro hoger zijn uitgevallen.

Naar HXII tbv spuk Noord Nederland

Vanuit het Infrastructuurfonds is een bijdrage van 5,8 miljoen euro aan kas-en verplichtingenbudget overgeheveld naar artikel 16 om diverse specifieke uitkeringen te verstrekken aan de provincies Groningen en Friesland. Dit betreft een incidentele bijdrage aan het Regiospecifek Pakket Zuiderzeelijn (RSP) van 5,1 miljoen euro en een bijdrage aan de vierde trein Sneek-Leeuwarden van 0,7 miljoen euro. Deze mutatie is gemeld in de Decemberbrief.

Storting garantieregelingen

EZK heeft verschillende reguliere garantieregelingen en aanvullende garanties in het kader van de coronasteunpakketten. Het gaat om de BMKB (inclusief BMKB-c), de KKC, de GO, de GO-c, de Groeifaciliteit en garanties MKB-financiering. De in de begrotingsreserves beschikbare middelen fungeren als dekking voor eventuele schades op afgegeven garanties. In 2020 zijn de beschikbaar gestelde kasbuffers voor de corona-gerelateerde garantieregelingen en het saldo van premieontvangsten en schadebetalingen op de garantieregeling gestort in de begrotingsreserves. Voor de BMKB (inclusief coronaluik) is 227,5 miljoen euro afgestort, voor de GO en de GO-C gezamenlijk 178,2 miljoen euro en voor KKC 164,8 miljoen euro. Er is 0,9 miljoen euro afgestort in de begrotingsreserve Groeifaciliteit en voor de garanties MKB-financiering is 0,5 miljoen euro gestort in de begrotingsreserve. Cumulatief bedroeg de storting 572 miljoen euro.

Storting begrotingsreserve stikstof

Dit betreft de storting van verschillende posten in de begrotingsreserve stikstof. Het gaat o.a. om 99,5 miljoen euro voor de gerichte opkoop, 0,2 miljoen euro voor uitvoeringskosten natuurbank en 10 miljoen euro voor het omschakelprogramma.

Storting begrotingsreserve stikstof gerichte opkoop

De middelen voor de regelinggerichte opkoop (99,5 miljoen euro) zijn in 2020 niet tot uitputting gekomen. Dit bedrag wordt gestort in de begrotingsreserve stikstof.

NL Leert Door

Het lukte UWV niet om voor 2020 alle aanvragen (ingediend tussen 2 en 16 november) van samenwerkingsverbanden voor de regeling NL Leert Door met inzet van scholing te beoordelen. Daarom vindt de uitbetaling van deze 10,2 miljoen euro pas in 2021 plaats. De opboeking van 10,2 miljoen euro in 2021 is gedaan bij de eerste ISB 2021, waarin dit tevens gecommuniceerd is.

Correctie verplichtingenraming ZonMw, RIVM, NVWA

In verband met de vastlegging van meerjarige verplichtingen van de programma’s Preventie in zorgstelsel en Vitaal bedrijf is het verplichtingenbudget op het instrument subsidies gezondheidsbeleid voor 2020 met 3,1 miljoen euro verhoogd. Daarnaast is in verband met de opdrachtverlening 2021 aan de NVWA die in december 2020 wordt vastgelegd het verplichtingenbudget met 21,5 miljoen euro verhoogd. Tevens is het verplichtingenbudget RIVM verhoogd met 6,1 miljoen euro in verband met het vastleggen van de opdrachtverlening 2021. Tot slot is het verplichtingenbudget op het instrument bijdragen aan ZBO’s en RWT’s voor ZonMw met 4,6 miljoen euro verhoogd om meerjarige verplichtingen te kunnen vastleggen.

Correctie verplichtingenraming RIVM

Op het instrument subsidies ziektepreventie is de verplichtingenruimte verhoogd met 9,2 miljoen euro in verband met een correctie van de verplichtingenraming voor het platform C-support dat coronapatiënten met langdurige klachten ondersteunt.

Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1

Op het instrument subsidies is voor 9,5 miljoen euro het kas- en verplichtingenbudget verhoogd op artikel 1 in verband met correcties op het budget opschaling van ic-bedden en de daarmee samenhangende opleidingen. De subsidieregeling opschaling ic-bedden en opleidingen wordt gefinancierd vanuit artikel 1. De middelen zijn in eerste instantie foutief geboekt op artikel 2 en 4. Met deze mutaties worden de boekingen gecorrigeerd naar artikel 1.

Aanpassen verplichtingenruimte vanwege ic-opschaling

Er is sprake van een verhoging van de verplichtingenruimte van 302,2 miljoen euro op het budget voor de subsidieregeling ic-opschaling. Voor de subsidieregeling opschaling curatieve zorg Covid-19 zijn meerjarig (2020 t/m 2022) middelen gereserveerd. De aanvragen voor de subsidies betreffen de hele periode 2020-2022 en worden grotendeels nog in 2020 afgewikkeld.

Covid-19 middelen art. 1 naar art. 9 (verzoek ADR)

Op verzoek van de ADR is dit Covid-budget overgeboekt van artikel 1 naar artikel 9. Dit betreft budget voor het Emergency Support Instrument (ESI) van de Europese Unie; een hulpstructuur voor de lidstaten bij een wereldwijde crisis zoals Covid-19.

Aanpassen verplichtingenruimte vanwege aankoop testmaterialen

Het verplichtingenbudget op het instrument opdrachten is verhoogd met 300 miljoen euro. Deze verhoging hangt samen het in 2020 vastleggen van betalingsverplichtingen voor (snel)testen.

Correctie verplichtingenraming RIVM

Het instrument bijdragen aan agentschappen op het artikelonderdeel ziektepreventie is verhoogd met 86,3 miljoen euro aan verplichtingenruimte voor het RIVM, bestaande uit 75 miljoen euro voor het RIVM Covid-programma en 11,3 miljoen euro voor aankoop van Remdesivir.

Verplichtingen vaccinimplementatie

Het ministerie van VWS heeft aan het RIVM de opdracht verleent om de implementatie van het Covid-19 vaccin te verzorgen. De opdracht wordt in 2020 verstrekt en leidt tot een verhoging van het verplichtingenbudget van 797,5 miljoen euro. De bijbehorende uitgaven zullen in 2021 plaatsvinden.

Verplichtingen ADT, letsel en heroïne-behandelunits

Het verplichtingenbudget op dit artikelonderdeel is verhoogd met een bedrag van 21 miljoen euro in verband met het aangaan van verplichtingen voor 2021. Het betreft verplichtingenruimte voor subsidies ADT voor 0,5 miljoen euro, 4,5 miljoen euro voor de subsidie letselpreventie en 16 miljoen euro voor heroïne-behandelunits die vallen onder bijdragen aan medeoverheden.

Verplichtingen projectsubsidies

Op dit artikelonderdeel wordt bij het instrument subsidies medische producten een bedrag van totaal 45,1 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald in verband met het verstrekken van instellingssubsidies en meerjarige projectsubsidies.

Verplichtingen medische noodvoorraden (RescEU)

Nederland heeft bij de Europese Commissie een voorstel ingediend als onderdeel van het RescEU-programma om een medische noodvoorraad aan te trekken. De opdracht heeft geleid tot een verhoging van het verplichtingenbudget van 56,5 miljoen euro in 2020 De bijbehorende uitgaven zullen in 2021 plaatsvinden.

Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1

Zie toelichting bij artikel 1 ‘Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1’.

Covid-19 middelen art.4 naar art. 2

Zie toelichting bij artikel 1 ‘Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1’.

Verplichtingenruimte Rijksbijdrage 18-

Het verplichtingenbudget op het instrument bekostiging binnen dit artikelonderdeel is verhoogd met 2,8 miljard euro. Deze verhoging hangt samen het in 2020 vastleggen van de betalingsverplichting van de Rijksbijdrage 18- in 2021.

Verplichtingen projectsubsidies

Binnen het instrument subsidies voor de toegang tot zorg en ondersteuning is een bedrag van 5,3 miljoen euro aan verplichtingenruimte uit 2021 en 2022 naar voren gehaald in verband met het in 2020 kunnen verlenen van projectsubsidies voor 15 sociale werkplaatsen.

Verplichtingen Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

Met betrekking tot het aangaan van verplichtingen voor subsidies gericht op maatschappelijke ondersteuning is een bedrag van 8,3 miljoen euro aan verplichtingenruimte uit 2021 tot en met 2023 naar voren gehaald. Op het instrument bijdragen aan agentschappen is een bedrag van 4,2 miljoen euro aan verplichtingenruimte uit 2021 naar voren gehaald.

Verplichtingenruimte Rijksbijdrage Wlz en Bijdrage in kosten van kortingen

Het verplichtingenbudget op het instrument bekostiging binnen dit artikelonderdeel is verhoogd met totaal 10,9 miljard euro. Deze verhoging hangt samen het in 2020 vastleggen van de betalingsverplichting 2021 van de Rijksbijdrage Wlz van 6,9 miljard euro en de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) van 4 miljard euro.

Verplichtingen Centrum Indicatiestelling Zorg

Er wordt voor 59,4 miljoen euro aan verplichtingenbudget naar voren gehaald voor de bijdragen aan ZBO’s. Deze mutatie hangt samen met het reeds in 2020 vastleggen van de CIZ-uitvoeringskosten voor 2021.

Covid-19 middelen art. 4 naar art. 2

Zie toelichting bij artikel 1 ‘Covid-19 middelen art. 2 naar art. 1’.

Verplichtingen subsidies opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Om meerjarige verplichtingen aan te kunnen gaan is het verplichtingenbudget verhoogd met 421 miljoen euro voor subsidies Opleidingen, beroepen en arbeidsmarkt.

Verplichtingen informatiebeleid

Om in 2020 voor de Nederlandse kennisorganisatie voor digitale informatie-uitwisseling in de zorg (Nictiz) verplichtingen aan te gaan is een bedrag van 7 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald. Daarnaast is voor 5,3 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald voor de subsidieregeling van het programma persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) on air. Tevens is op het instrument bijdragen aan agentschappen in het kader van informatiebeleid een bedrag van 7,7 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald om verplichtingen voor 2021 in 2020 vast te kunnen leggen.

Verplichtingen NZa

Er is voor 4 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Verplichtingen subsidies herinnering Tweede Wereldoorlog

Voor het instrument subsidies is voor een bedrag van 8 miljoen euro aan verplichtingenruimte naar voren gehaald om verplichtingen voor 2021 aan te kunnen gaan.

Verplichtingen SVB voor de uitkeringen en uitvoeringskosten

Het verplichtingenbudget voor de inkomensoverdrachten is met 192 miljoen euro verhoogd. De mutatie komt ten laste van het verplichtingenbudget 2021 zodat de bijdrage aan de SVB voor de uitkeringen en uitvoeringskosten tijdig kan worden vastgelegd. Daarnaast is een bedrag van 9 miljoen euro verplichtingenbudget op het instrument bijdragen aan ZBO’s en RWT’s van 2021 naar voren gehaald, ten behoeve van de uitvoeringskosten van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Salderen zorgtoeslag

Vooruitlopend op de Slotwet/Jaarverslag is reeds een technische bijstelling gedaan aan de uitgaven- en ontvangstenkant ten aanzien van de zorgtoeslag. De totale uitgaven aan de zorgtoeslag wijzigen niet. Het betreft een opwaartse bijstelling van 460 miljoen euro ten opzichte van de tweede suppletoire wet aan de uitgavenkant en een opwaartse bijstelling van 460 miljoen euro aan de ontvangstenkant.

Covid-19 middelen art. 1 naar art. 9

Op verzoek van de ADR is dit Covid-budget overgeboekt van artikel 1 naar artikel 9. Dit betreft budget voor het Emergency Support Instrument (ESI) van de Europese Unie; een hulpstructuur voor de lidstaten bij een wereldwijde crisis zoals Covid-19.

Desaldering PD-ALT

Dit betreft een desaldering voor de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoek waarbij de uitgaven en ontvangsten worden verhoogd met 2,4 miljoen euro (per saldo 0).

Jeugd in Coronatijd (Covid-19)

Het kabinet heeft een extra impuls gegeven aan gemeenten om samen met jongeren, lokale organisaties en evenementensector kleinschalige activiteiten te programmeren op het gebied van cultuur, sport en andere zinvolle vrijetijdsbesteding. Van deze impuls is 21 miljoen euro toegekend aan het gemeentefonds voor 2020.

Saldo 2020 art. 17 megaprojecten

Op artikel 17 is met 34,5 miljoen euro het kas- en verplichtingenbudget verhoogd voor een specifieke uitkering aan de Provincie Limburg ten behoeve van de inbouw van het European Rail Traffic Management System (ERTMS) in de vloot van de regionale concessiehouder. Aanvankelijk was de uitkering voorzien voor 2021, maar de uitwerking van de projectplannen verliep voorspoediger dan verwacht. Deze mutatie is gemeld in de Decemberbrief.

Verrekening NFE met uitgaven ERTMS ombouw treinen

Op artikel 13 zijn zowel de uitgaven als ontvangsten verlaagd omdat het Netto Financieel Effect voor de Nationale Spoorwegen (NS) van de omvouw van treinen in het kader van ERTMS (10,8 miljoen euro) is verrekend met de te betalen concessieprijs voor 2020. Dit is gebeurd in november en de mutatie is gemeld in de Decemberbrief.

Wisselkoersmodel 2020

De wisselkoersmeevaller op het BES-fonds over 2020 wordt teruggeboekt naar de wisselkoersreserve op begrotingshoofdstuk 4 Koninkrijksrelaties.

8 RISICOREGELINGEN VAN HET RIJK 2020

Tabellen 8.1, 8.2 en 8.3 en 8.4 geven een totaaloverzicht van directe en indirecte risicoregelingen van het Rijk. Voor details over onderstaande garantieregelingen en achterborgstellingen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.

Garanties

Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.

Onderstaande tabel 8.1 bevat de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico groter dan 100 miljoen euro zijn weergegeven. Alle regelingen met een uitstaand risico, een risicoplafond en mutaties kleiner dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post «Overig». Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2020. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen omdat die buiten de reikwijdte van het jaarverslag 2020 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2022.

In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting, het begrotingsartikel en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat voor de jaren 2019 en 2020 het bedrag dat daadwerkelijk als risico is verleend dan wel door de Tweede Kamer is geautoriseerd, genaamd de «uitstaande garanties». Onder de uitstaande garanties vallen ook de garanties die in eerdere jaren zijn verstrekt. In 2020 zijn er garanties verleend, maar zijn er ook garanties komen te vervallen. Dit is terug te lezen in de kolommen «verleende garanties» en «vervallen garanties».

Een garantieregeling van het Rijk kent vrijwel altijd een maximum, het zogenoemde plafond. Dit plafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Ook in het geval van verleende Garantie KLM is het garantieplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garantie van 2,16 miljard euro. Dit omdat deze garantie in zijn volledigheid contractueel is verstrekt aan banken om leningen te kunnen verstrekken aan KLM. Van de 2,16 miljard euro is 599 miljoen euro ultimo 2020 benut.

Uit tabel 8.1 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2020 circa 234 miljard euro bedroeg. In 2019 was dit bedrag nog circa 179 miljard euro. Mede als gevolg van de ondersteuning vanuit het Rijk voor de coronacrisis, zijn de totale uitstaande garanties gestegen met 55 miljard euro.

Tabel 8.1 Door het Rijk verleende garanties (in miljoenen euro)

b

a

Omschrijving

Uitstaande garanties 2019

Verleende garanties 2020

Vervallen garanties 2020

Uitstaande garanties 2020

Garantie-plafond 2020

Totaal plafond 2020

  
         

V

3

Raad van Europa

177

    

177

VIII

7

Bouwleningen academische ziekenhuizen

151

 

13

139

 

177

VIII

14

Indemniteitsregeling

250

376

555

71

 

300

VIII

14

Achterborgovereenkomst NRF

328

61

38

351

 

380

IXB

2

Single Resolution Fund

4.164

  

4.164

 

4.164

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

9.769

  

9.769

 

9.769

IXB

3

Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)

5.507

  

5.507

 

5.507

IXB

3

Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeelnemingen

309

 

300

9

 

9

IXB

3

Garantie KLM

 

2.160

 

2.160

 

2.160

IXB

4

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

2.450

1.262

 

3.712

 

3.712

IXB

4

European Stability Mechanism (ESM)

35.430

 

6

35.424

 

35.424

IXB

4

Wereldbank

5.387

 

455

4.932

 

4.932

IXB

4

European Investment Bank (EIB)

9.896

1.900

 

11.796

 

11.796

IXB

4

European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)

2.940

 

168

2.772

 

2.772

IXB

4

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

589

  

589

 

589

IXB

4

DNB - deelneming in kapitaal IMF

43.833

 

681

43.152

 

43.152

IXB

4

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

734

 

62

672

 

672

IXB

4

European Financial Stability Facility (EFSF)

34.154

  

34.154

 

34.154

IXB

4

Next Generation EU (NGEU)

 

27.401

 

27.401

 

27.401

IXB

4

EIB - pan Europees Garantiefonds

 

1.301

 

1.301

 

1.301

IXB

4

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

 

6.071

 

6.071

 

6.071

IXB

5

Herverzekering leverancierskredieten

 

12.000

28

11.972

 

12.000

IXB

5

Exportkredietverzekering

16.403

7.831

5.391

18.842

10.000

 

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

1.868

380

441

1.807

765

 

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)-Corona

 

612

54

557

 

8.500

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

321

187

104

404

1.500

 

XIII

2

MKB-financiering

268

 

40

228

 

268

XIII

2

Microkredieten

125

5

 

130

 

130

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)-Corona

 

448

22

426

 

735

XIII

2

Klein Krediet Corona

 

36

 

36

 

713

XIV

11

Garantie voor investeringen & werkkapitaal landbouwondernemingen

330

92

35

386

120

 

XIV

12

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

328

 

22

305

 

328

XVI

2,3,9

Instellingen voor de gezondheidszorg

183

 

29

154

 

154

XVI

1

Garantie vaccinontwikkeling

 

171

 

171

 

171

XVI

1

Garantie testmaterialen

 

231

 

231

 

231

XVI

1

Garantie Synlab

 

124

 

124

 

124

XVI

1

Garantie Eurofins

 

170

 

170

 

170

XVII

1

Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)

158

48

81

124

 

675

XVII

1

Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)

9

22

12

19

 

140

XVII

5

Garanties Internationale samenwerking - Netwerk internationaal ondernemen (IS-NIO)

119

 

14

105

 

105

XVII

5

Garanties Regionale Ontwikkelingsbanken

2.221

800

62

2.959

 

2.959

  

Overig

534

57

109

482

207

366

  
  

Totaal

178.934

63.745

8.724

233.778

12.592

222.387

Tabel 8.2 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2019 en 2020. Alleen garanties waarbij de daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten groter zijn dan 50 duizend euro worden weergegeven. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.

Met betrekking tot de uitgaven en ontvangsten op de door het Rijk verstrekte garanties, vroeg uw Kamer of de bijbehorende premies op een bepaald moment gedurende de looptijd zouden kunnen worden aangepast indien de benutting van de garantie lager blijkt te zijn dan verwacht. Een risicopremie is een vergoeding voor het aangegane risico die (verdisconteerd) de waarde weergeeft van onder meer de omvang van de garantie, de bijbehorende looptijd en kans dat het risico waarvoor de staat zich garant stelt daadwerkelijk manifesteert. Dit wordt conform het toetsingskader risicoregelingen per geval bekeken, vaak beoordeelt door een onafhankelijk expert. De looptijd van deze risico’s verschilt dus sterk per regeling en daarom acht het kabinet het passend om hierin de staande praktijk te continueren.

Tabel 8.2 Uitgaven en ontvangsten op de door het rijk verstrekte garanties (in miljoenen euro)

b

a

omschrijving

Uitgaven

Ontvangsten

Uitgaven

Ontvangsten

   

2019

2019

2020

2020

VI

33

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

2,0

 

1,5

 

IXB

1

Garantie procesrisico's

0,2

 

0,2

 

IXB

2

Terrorismeschades (NHT)

 

0,9

 

0,6

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

 

0,5

 

0,5

IXB

3

Tennet

 

4,8

 

3,2

IXB

5

Herverzekering leverancierskredieten

  

100,6

194,2

IXB

5

Exportkredietverzekering

184,7

217,6

21,6

110,8

XII

13

(MKB) Regeling bijzondere financiering (Bodemsanering)

    

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

23,7

37,2

16,9

25,9

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)-Corona

   

2,0

XIII

2

Groeifaciliteit

2,0

3,0

5,2

5,4

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

3,2

7,8

1,9

4,7

XIII

2

MKB-financiering

 

0,3

 

0,2

XIII

2

Microkredieten

 

0,2

 

0,3

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)-Corona

   

11,6

XIII

2

Klein Krediet Corona

   

0,8

XIII

4

Aardwarmte

 

0,4

4,5

 

XIV

11

Garantie voor investeringen & werkkapitaal landbouwondernemingen

2,3

 

0,7

 

XVII

1

Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)

1,3

1,2

5,0

2,2

XVII

1

Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)

4,7

1,0

7,9

2,7

XVII

1

Garantie FOM

0,9

0,1

1,5

0,1

XVII

5

Garanties Internationale samenwerking - Netwerk internationaal ondernemen (IS-NIO)

  

2,8

 
  
  

Totaal

225

275

170

365

Achterborgstellingen

Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon, bijvoorbeeld een stichting. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen niet als verplichting opgenomen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.3. Deze cijfers van WSW en WEW zijn voorlopige cijfers.

Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.3) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabel 8.1), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties ter hoogte van 3,09 miljard euro. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.

De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door het WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3 procent van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van het WFZ na te komen, dan kan het WFZ een beroep doen op de rijksoverheid. Bij het WEW geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal.

Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50 procent gedekt door gemeenten en voor 50 procent door de rijksoverheid. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door de rijksoverheid gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie gelijkelijk met gemeenten gedeeld.

Tabel 8.3 Achterborgstellingen van het Rijk (in miljoenen euro)

b

a

omschrijving

Geborgd vermogen

Geborgd vermogen

Bufferkapitaal

Obligo

   

2019

2020

2020

2020

       

XVI

2

Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ)

6.706

6.390

295,3

191,2

VII

3

WSW-achterborgstelling

80.061

81.355

509,9

3.089

VII

3

WEW-achterborgstelling

197.000

202.000

1.513

n.v.t.

  

Totaal Achterborgstellingen

283.767

289.745

2.318

3.280

Leningen

Een lening wordt in principe met rente terugbetaald. Het risico dat de overheid loopt over leningen is de mogelijkheid dat de lenende partij de hoofdsom en/of de renteverplichtingen niet, slechts deels of pas op een later moment kan (terug)betalen. Dit kredietrisico moet worden meegeteld in de rentevoorwaarden. Met andere woorden: hoe groter het risico, hoe hoger de rente. Leningen vormen daarmee een risico voor de rijksbegroting. Voor het aangaan van nieuwe leningen geldt het nee, tenzij-beleid en is het kabinet dus terughoudend. Tabel 8.4 bevat een overzicht van de door het Rijk verstrekte leningen sinds de start van de coronacrisis.

Tabel 8.4 Door het rijk verstrekte leningen (in miljoenen euro)

b

omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd lening

  

2020

 

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curacao en Sint-Maarten (1e tranche)

174

2022

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curacoa en Sint-Maarten (2e tranche)

183

2022

IV

Liquiditeitssteun Aruba, Curacoa en Sint-Maarten (3e tranche)

264

2022

IV

Liquiditeitssteun loonsubsidie Sint Maarten 2020

10

2022

XIII

Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups

300

2026

XIII

Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden

157

2026

XIII

Steun aan IHC (voorheen Royal IHC)

40

onb. looptijd

IXB

Steun KLM

277

2025

XII

Hypothecaire Lening WinAir

3

2023

XII

Lening Waddenveren

0

Reeds terugbetaald

    
 

Totaal

1.407

 

9 NORMERINGSSYSTEMATIEK GEMEENTEFONDS EN PROVINCIEFONDS

Uitgangspunten

Gemeenten en provincies beschikken over verschillende inkomstenbronnen om de uitgaven voor hun taken te financieren. Eén van de belangrijkste inkomstenbronnen voor decentrale overheden is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en het Provinciefonds. De normeringssystematiek «samen trap op, samen trap af» bestaat sinds 1994 en bewerkstelligt een evenredige, actuele, inzichtelijke en beheersbare indexatie van het Gemeentefonds en Provinciefonds. Het betreft één integrale indexatie voor zowel loon-, prijs- als volumeontwikkelingen. Beleidsintensiveringen, ombuigingen, mee- en tegenvallers en nominale ontwikkelingen op de Rijksbegroting hebben via de normeringssystematiek direct invloed op de omvang van de fondsen. De jaarlijkse toe- en afname van het Gemeentefonds en het Provincie­fonds die voortvloeit uit de koppeling aan de Rijksuitgaven wordt het accres genoemd.

De afgelopen jaren hebben fluctuaties in het accres regelmatig tot discussie geleid over de stabiliteit van de huidige normeringssystematiek. Deze fluctuaties worden onder andere veroorzaakt door het uitstellen van investeringen of intensiveringen in beleid. Tegen de achtergrond hiervan is na het uitbreken van de coronacrisis door het kabinet, in overleg met de VNG en IPO, besloten om het accres voor 2020 en 2021 vast te zetten op de standen uit de Voorjaarsnota 2020/ Meicirculaire 2020. De onderstaande accresberekening is daarom gelijk aan die uit de Voorjaarsnota/Meicirculaire en de Miljoenennota. Ook het effect van het accres op het plafond van het BTW-compensatiefonds is conform de normeringssystematiek bevroren, zoals eerder beschreven in het jaarverslag ministerie van Financiën.

Tabel 9.1 Berekening accressen (in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)
 

Realisatie 2019

Vastgezette stand 2020

Uitgaven Rijksbegroting

138.995

149.261

Uitgaven Sociale Zekerheid

80.760

98.881

Uitgaven Zorg

69.733

73.610

A) Netto-uitgaven onder uitgavenplafond

289.488

321.751

   

B) Correcties

‒ 42.578

‒ 63.424

w.v. Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-Compensatiefonds

‒ 32.698

‒ 33.969

w.v. overige Rijksbijdragen aan gemeenten en provincies

‒ 10.575

‒ 10.526

w.v. overboekingen met GF, PF en BCF

1.158

651

w.v. financieringsverschuivingen

‒ 301

‒ 121

w.v. correcties corona-noodmaatregelen op uitgavenplafond

0

‒ 19.328

w.v. overige correcties

‒ 163

‒ 130

   

C) Accresrelevante uitgaven (aru) = A+B

246.910

258.328

D) Ontwikkeling aru jaar t (%)

6,1%

4,6%

   

Gemeentefonds

  

E) grondslag (t-1)

17.633

26.808

F) accres (= E * D) jaar t

1.084

1.240

   

Provinciefonds

  

G) grondslag (t-1)

2.454

2.467

H) accres (= G * D) jaar t

151

114

Presentatie en berekening van de accresontwikkeling

Bij de bepaling van de omvang van accresrelevante uitgaven (aru) vormen de netto uitgaven van het Rijk onder het uitgavenplafond het startpunt. Netto wil zeggen dat de rijksuitgaven worden gesaldeerd met de niet-belastingontvangsten. Op de netto uitgaven onder het uitgavenplafond (A) worden correcties (B) doorgevoerd voor verschillende posten zoals het Gemeentefonds en Provinciefonds zelf. Het saldo (C) geeft de accresrelevante uitgaven (aru) en vormt de basis voor de accresberekening. Het accres (G) is vervolgens het product van de grondslag (E en H) en de aru in procenten (D).

Bepaling accresrelevante uitgaven (aru).

Om de aru te berekenen wordt uitgegaan van de netto rijksuitgaven onder het uitgavenplafond inclusief drie typen standaardcorrecties en een bijzondere correctie voor corona-noodmaatregelen:

1. Rijksuitgaven aan gemeenten en provincies

Uitgaven onder het uitgavenplafond die het Rijk overmaakt naar gemeenten en provincies worden uit de aru gecorrigeerd. Deze overdrachten zijn immers bestemd voor de financiering van uitgaven door gemeenten en provincies zelf en maken derhalve geen onderdeel uit van de rijksuitgaven waarop de trap-op-trap-af van toepassing is. Het corrigeren van de overdrachten is ook nodig om een onbedoelde doorwerking van accres op accres in hetzelfde jaar te voorkomen. Rijksuitgaven die op deze wijze gecorrigeerd worden zijn onder andere de algemene, decentralisatie- en integratie-uitkeringen van het Gemeentefonds en Provinciefonds, de uitgaven van het Btw-compensatiefonds, de bijstand en de integratie-uitkering sociaal domein.

2. Uitgavenmutaties in de WW als gevolg van conjunctuur

In de begrotingsregels van het kabinet Rutte III is afgesproken dat gedurende de regeerperiode het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt voor mutaties in de WW-uitgaven als gevolg van de conjunctuur. Het Rijk hoeft zodoende mee- en tegenvallers in de WW-uitgaven als gevolg van conjunctuur niet op te vangen binnen het uitgavenplafond en deze uitgavenmutaties zijn om deze reden ook niet accresrelevant.

3. Financieringsverschuivingen gedurende de kabinetsperiode

Financieringsverschuivingen zijn verschuivingen van geldstromen binnen het Rijk die niet tot meer of minder bestedingsruimte van het Rijk leiden, maar zonder correctie wel effect zouden hebben op het accres. Dit zijn dus schuiven tussen accresrelevante uitgaven en niet-accresrelevante uitgaven. Bij een schuif is per saldo geen sprake van meer of minder uitgaven op rijksniveau, maar is alleen sprake van een andere financieringsbron. Denk bijvoorbeeld aan overhevelingen van departementale begrotingen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds en financieringsverschuivingen tussen de inkomsten- en de uitgavenkant.

4. Corona-noodmaatregelen

Gegeven de uitzonderlijke situatie als gevolg van het coronavirus heeft het kabinet besloten om het uitgavenplafond aan te passen om de extra uitgaven mogelijk te maken. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Het reguliere uitgavenplafond geldt dus niet voor de uitgaven uit het noodpakket. Deze uitgaven leiden daarom ook niet tot een effect op het accres.

Grondslag

De normeringsystematiek is van toepassing op alle middelen die worden verantwoord onder het Gemeentefonds en Provinciefonds en vallen onder het uitgavenplafond Rijksbegroting, exclusief de gemeentefondsmiddelen op het sociaal domein die een losse indexatie kennen en corona-uitgaven in de fondsen. Daarmee is de grondslag waarover de normeringsystematiek wordt uitgekeerd dus breder dan alleen de algemene uitkering van beide fondsen.

Voor de berekening van het accres in jaar t wordt de grondslag van het voorgaande jaar (t-1) genomen. Het accrespercentage in jaar t betreft immers ook de groei van de aru ten opzichte van het voorgaande jaar (t-1). Als de aru met x% stijgen in jaar t groeien het Gemeentefonds en het Provinciefonds via het accres in jaar t ook met x%. Hiermee wordt het principe van trap-op-trap-af gewaarborgd. Dit heeft tot gevolg dat mutaties in de grondslag altijd met een jaar vertraging doorwerken in de normeringsystematiek. Via taakmutaties kunnen departementen geld toevoegen of onttrekken aan een van beide fondsen; dit werkt door als grondslagmutatie. Uitgangspunt is dat bij taakmutaties geen jaren ontstaan zonder indexatie van deze overgehevelde budgetten. Dat betekent dat bij overheveling van of naar het Gemeentefonds of Provinciefonds het verantwoordelijke departement een reeks overhevelt met indexatie over het lopende jaar. Met het vastzetten van de normeringssystematiek bij de Voorjaarsnota is naast de aru-ontwikkeling ook de grondslag voor de jaren 2020 en 2021 vastgezet.

Tabel 9.2 Verticale ontwikkeling accres (in miljarden euro, tenzij anders aangegeven)
 

MN 2020

FJR 2020

Uitgaven Rijksbegroting

143.546

149.261

Uitgaven Sociale Zekerheid

85.204

98.881

Uitgaven Zorg

73.443

73.610

A) Netto-uitgaven onder uitgavenplafond

302.194

321.751

   

B) Correcties

‒ 44.016

‒ 63.424

w.v. Gemeentefonds, Provinciefonds en Btw-compensatiefonds

‒ 33.538

‒ 33.969

w.v. overige Rijksbijdragen aan gemeenten en provincies

‒ 10.587

‒ 10.526

w.v. overboekingen met GF, PF en BCF

399

651

w.v. financieringsverschuivingen

36

‒ 121

w.v. correcties corona-noodmaatregelen op uitgavenplafond

0

‒ 19.328

w.v. overige correcties

‒ 326

‒ 130

   

C) Accresrelevante uitgaven (aru) = A+B

258.177

258.328

D) Ontwikkeling aru jaar t (%)

4,7%

4,6%

   

Gemeentefonds

  

E) grondslag (t-1)

26.736

26.808

F) accres (= E * D) jaar t

1.244

1.240

   

Provinciefonds

  

G) grondslag (t-1)

2.463

2.467

H) accres (= G * D)

115

114

10 REGEERAKKOORDMIDDELEN OP DE AANVULLENDE POST

In deze bijlage zijn de mutaties van de regeerakkoordmiddelen op de aanvullende post algemeen opgenomen. Het betreft de mutaties die na Najaarsnota 2020 zijn verwerkt voor het jaar 2020. De mutaties betreffen overhevelingen naar begrotingen en kasschuiven.

Daarnaast bevat deze bijlage de nieuwe stand bij Financieel Jaarverslag Rijk 2020 (tabel 10.2). Daar waar een 0 in de reeksen staat, is de mutatie en/of de stand kleiner dan 0,5 miljoen euro. De reserveringen Regeerakkoord die volledig zijn uitgeput, worden niet meer in tabel 10.2 weergegeven. De toelichtingen bij de mutaties staan in de verticale toelichting aanvullende post algemeen.

Tabel 10.1. Mutaties Regeerakkoordmiddelen aanvullende post (in mln. euro)
  

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Ontvangende begroting

 

Overige uitgaven

       

L105

Reservering regionale knelpunten (waaronder BES, Rotterdam-Zuid, nucleair, Eindhoven, ESTEC, Zeeland)

‒ 20

     

Onderuitputting doorgeschoven naar 2021

L108

Gasfonds Groningen

‒ 20

     

Onderuitputting doorgeschoven naar 2021

Tabel 10.2. Resterende RA-reserveringen op de aanvullende post bij Miljoenennota 2020 (in mln. euro)
  

2020

2021

2022

2023

2024

2025

 

Openbaar bestuur

      

A4

Reservering transitie werkgevers zorg en overheid a.g.v. afschaffing doorsneesystematiek pensioenen

 

200

150

150

150

200

 

Veiligheid

      

B5

Politie (o.a. agenten in de wijk, innovatie, recherche en werkgeverschap)

  

24

24

24

24

 

Milieu

      

E23

Envelop klimaat

 

4

43

34

41

31

 

Onderwijs, onderzoek en innovatie

      

G33

Aanpak werkdruk primair onderwijs (incl. 20 miljoen kleine scholen)

    

41

97

 

Overige uitgaven

      

L105

Reservering regionale knelpunten (waaronder BES, Rotterdam-Zuid, nucleair, Eindhoven, ESTEC, Zeeland)

 

20

    

L107

Stimulering ombouw laagcalorisch naar hoogcalorisch

 

10

65

   

L108

Gasfonds Groningen

 

50

50

10

9

3

11 VERTICALE TOELICHTING

De Verticale Toelichting bevat voor iedere begroting een cijfermatig overzicht van budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan in de uitgaven en niet-belastingontvangsten sinds de Miljoenennota 2020. Per begroting wordt een cijfermatig overzicht gepresenteerd van de voornaamste mutaties, gevolgd door een toelichting hierop.

De Verticale Toelichting onderscheidt drie categorieën mutaties:

  • 1. mee- en tegenvallers;

  • 2. beleidsmatige mutaties;

  • 3. technische mutaties.

Alle overboekingen, desalderingen, statistische correcties en mutaties die niet tot een ijklijn (deelplafond) behoren, zijn in de laatste categorie «technische mutaties» geclusterd. Overigens hebben sommige overboekingen en desalderingen wél een beleidsmatig karakter. Dit komt tot uitdrukking in de toelichtingen. Ingeval samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden deze eenmaal toegelicht.

De totalen per begroting worden in eerste instantie gepresenteerd exclusief de bedragen die onder de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) vallen. Door middel van een aansluitregel wordt het deel van de begroting dat onder HGIS valt, zichtbaar gemaakt. De veranderingen die optreden binnen het HGIS-deel van de begroting worden gepresenteerd en toegelicht in de verticale toelichting van alle HGIS-uitgaven. De laatste regel geeft per begroting de totaalstand inclusief HGIS.

De ondergrens voor mutaties die apart zichtbaar worden in de tabellen is afhankelijk van de omvang van de begroting en verschilt voor de verschillende categorieën mutaties. De post diversen bevat de mutaties die onder de ondergrens vallen en wordt in beginsel alleen toegelicht indien zich bijzonderheden voordoen. Als samenhangende mutaties in meerdere categorieën voorkomen, worden ze eenmaal toegelicht.

De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen.

Tabel 11.1. Samenvattend overzicht mutaties sinds Miljoenennota 2020

Bedragen in miljoenen euro’s

Mutaties uitgaven

Mutaties ontvangsten

 

De Koning

1,1

0,1

 

Staten Generaal

23,5

‒ 0,6

 

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad

11,0

0,0

 

Algemene Zaken

4,9

0,1

 

Koninkrijksrelaties

768,3

25,0

 

Buitenlandse Zaken

845,9

93,3

 

Justitie en Veiligheid

1.016,0

‒ 302,6

 

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

968,3

277,0

 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.742,3

155,1

 

Nationale Schuld

350,6

4.639,4

 

Financiën

518,7

‒ 278,6

 

Defensie

331,9

39,0

 

Infrastructuur en Milieu

547,9

10,7

 

Economische Zaken

3.233,9

358,9

 

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

372,7

202,2

 

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

20.205,3

‒ 120,5

 

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

8.343,3

616,7

 

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

0,0

‒ 13,1

    
 

Sociale Verzekeringen

878,50

‒ 25,1

 

Zorg

379,2

‒ 56,0

 

Gemeentefonds

1.610,0

0,0

 

Provinciefonds

122,5

0,0

 

Infrastructuurfonds

‒ 174,5

‒ 454,7

 

Diergezondheidsfonds

57,3

106,6

 

Accres Gemeentefonds

‒ 216,4

0,0

 

Accres Provinciefonds

‒ 28,2

0,0

 

BES fonds

9,4

0,0

 

Deltafonds

‒ 25,6

‒ 30,8

 

Prijsbijstelling

‒ 587,2

0,0

 

Arbeidsvoorwaarden

‒ 1728,5

0,0

 

Koppeling Uitkeringen

‒ 366,0

‒ 39,0

 

Algemeen

‒ 1415,0

0,0

 

Homogene Groep Internationale Samenwerking

97,6

31,1

De Koning

I DE KONING: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

44,4

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,1

 

0,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,2

 

0,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,8

 

0,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

1,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

45,5

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

45,5

I DE KONING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0

 

0

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,1

 

0,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

0,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0,1

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0,1

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit betreft met name een bijstelling van de grondwettelijke uitkeringen als gevolg van een hogere loonontwikkeling dan geraamd bij de ontwerpbegroting in 2020.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Dit betreft met name de doorbelasting van de loon- en prijsbijstelling en de eindejaarsmarge 2020 naar de begroting van de Koning vanuit AZ.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een som van mutaties van de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling.

Niet-belastingontvangsten

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een bijstelling als gevolg van de verwerking van een afrondingsverschil.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Dit betreft de eindafrekening van het in 2019 verstrekte voorschot aan het ministerie van Defensie voor het Militaire Huis.

Staten Generaal

IIA STATEN-GENERAAL: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

162,1

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 1

 

‒ 1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Amendement tweede kamerlid sneller

10

Diversen

10,3

 

20,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

4,2

 

4,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

23,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

185,6

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

185,6

IIA STATEN-GENERAAL: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

4,2

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,3

 

‒ 0,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,4

 

‒ 0,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 0,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

3,6

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

3,6

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een optelling van de uitgaven realisatiecijfers van de begroting van de Staten-Generaal. De onderuitputting wordt met name veroorzaakt door lagere uitgaven als gevolg van een afname in het aantal wachtgeld-gerechtigden in de loop van 2020. Daarnaast zijn de onderzoeksuitgaven bij de Tweede Kamer lager uitgevallen dan geraamd.

Beleidsmatige mutaties

Amendement tweede kamerlid Sneller

Dit amendement verhoogt structureel het verplichtingenbedrag en uitgavenbedrag op artikel 1 met 0,25 miljoen euro en op artikel 3 met 9,75 miljoen euro ten behoeve van extra middelen voor fractieondersteuning.

Diversen

Dit betreft diverse mutaties. Zo zijn de middelen voor vervangingsinvesteringen en bedrijfsvoering van de tijdelijke huisvesting die in 2019 niet tot besteding zijn gekomen, vanwege de vertraging op het Binnenhof project, toegevoegd aan de begroting van 2020. Daarnaast zijn er generale middelen toegevoegd aan de begroting voor vervangings-investeringen bij de Tweede Kamer in het kader van het uitstel van de renovatie Binnenhof, voor extra beveiligingsmedewerkers op het Binnenhofterrein, voor COVID-19 gerelateerde meerwerkzaamheden bij de Eerste Kamer en voor de kosten van de parlementaire ondervraging Kinderopvangtoeslag en de tijdelijke commissie Aardgaswinning Groningen.

Technische mutaties

Diversen

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar begroting van de Staten-Generaal. Daarnaast is de raming voor de uitgaven van het bedrijfsrestaurant van de Tweede Kamer naar beneden bijgesteld. Ook heeft er een overboeking plaatsgevonden naar de begroting van BZK voor een bijdrage aan de onderzoekscommissie ProDemos.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Dit betreft de ontvangsten realisatiecijfers van de begroting van de Staten-Generaal. De ontvangsten bij zowel de Eerste als Tweede Kamer zijn licht hoger uitgevallen dan geraamd.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft de ramingsbijstelling van de ontvangsten van het bedrijfsrestaurant van de Tweede Kamer.

Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

133,8

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

1,5

 

1,5

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

2,1

 

2,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

7,4

 

7,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

11

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

144,8

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

144,8

IIB OVERIGE HOGE COLLEGES VAN STAAT, KABINETTEN VAN DE GOUVERNEURS EN DE KIESRAAD: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

5,9

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,1

 

0,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,1

 

‒ 0,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

0

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

5,9

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

5,9

  

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit is een saldo van diverse mutaties. Zo is de raming 2020 voor het Hoger Beroep Vreemdelingen (HBV) opwaarts bijgesteld. Daarnaast betreft het de uitgaven realisatiecijfers van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post betreft diverse kleine mutaties. Het betreft o.a. een bijdrage aan de Kiesraad voor het beheer en onderhoud van de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) en bijdragen aan de Kanselarij der Nederlandse Orden voor kosten als gevolg van het opheffen van onderscheidingen voor de vrijwillige brandweerdienst en kosten voor de afronding van de implementatie van het nieuwe systeem LINT. Daarnaast is de eindejaarsmarge 2019 toegevoegd aan de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van Gouverneurs en de Kiesraad. Tot slot betreft het een aantal kasschuiven. Zo is het moment waarop de Raad van State gebruik gaat maken van het pand Lange Voorhout met enkele maanden verschoven. Hierdoor hebben ook de uitgaven voor de inrichting van dit pand niet in 2020 plaatsgevonden, maar zullen deze in 2021 plaatsvinden. Door een uitloop in de planning van de werkzaamheden omtrent het beheer en onderhoud van de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV), zijn de uitgaven die hier mee gemoeid zijn doorgeschoven naar 2021. Ook is er in verband met COVID-19 vertraging opgelopen in de toelevering van de koninklijke onderscheidingen. De bestelde productie vindt plaats in 2021.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft o.a. een overboeking vanuit de begroting van EZK voor de uitvoeringskosten van de klimaatwet bij de Raad van State. Ook zijn vanaf de begroting van BZK middelen overgeheveld naar de begroting van de Kiesraad voor de verbetering van het Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) systeem. Daarnaast betreft het de jaarlijkse indexatie van de Nationale Ombudsman op de tarieven die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen zijn ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale Ombudsman voor de medeoverheden. Tevens is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Dit betreft de ontvangsten realisatiecijfers van de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Technische mutaties

Diversen

Als gevolg van de vertraagde instroom van zaken had de Raad van State in 2020 minder ontvangsten in het kader van griffierechten. Hier stonden ook lagere uitgaven tegenover. Daarnaast betreft het de jaarlijkse indexatie van de Nationale Ombudsman op de tarieven die gesteld worden voor de medeoverheden. De middelen zijn ingezet voor de taakuitoefening van de Nationale Ombudsman voor de medeoverheden.

Algemene Zaken

III ALGEMENE ZAKEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

70,3

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,7

 

0,7

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Az-next

7,3

Diversen

‒ 5,1

 

2,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

2

 

2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

4,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

75,2

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

75,2

III ALGEMENE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

6,6

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,1

 

‒ 0,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,1

 

0,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

0,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

6,7

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

6,7

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties. De uitgaven worden grotendeels verklaard door hogere ICT-uitgaven, onder andere voor het project AZ-Next, aanschaf van hardware en inhuur van extern personeel.

Beleidsmatige mutaties

AZ-Next

Er is in 2020 extra budget uitgetrokken voor het automatiseringsproject AZ-Next ter vervanging van de totale ICT-infrastructuur voor Algemene Zaken (AZ). Het doel van dit automatiseringsproject is om de digitale dienstverlening te verbeteren, toekomstbestendig in te spelen op een veranderende omgeving en flexibiliteit te borgen door een modulaire opbouw van de IT-infrastructuur.

Diversen

Dit betreft een som van mutaties van de uitgekeerde eindejaarsmarge en de loon- en prijsbijstelling.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een som van mutaties van de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling en diverse overboekingen van en naar de begroting van AZ.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

De lagere ontvangsten hangen samen met de lagere materiële en personele uitgaven van het Kabinet van de Koning. De uitgaven worden gedaan in het kader van begroting I en worden daarom doorbelast naar de begroting van de Koning.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties van de doorbelasting van de loon- en prijsbijstelling naar de begroting van de Koning.

Koninkrijksrelaties

IV KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

83,3

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Realisatie

11,4

Voorlopige rekening

‒ 37

Diversen

1,2

 

‒ 24,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Eindejaarsmarge

35,8

Inzet eindejaarsmarge

‒ 35,8

Inzet ejm: wederopbouwmiddelen 2019

25,4

Inzet ejm: wisselkoersreserve 2019

8,9

Diversen

‒ 4,9

 

29,4

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Derde tranche wederopbouwmiddelen

76,6

Desaldering lening sxm

14

Voedselpakketten landen

41,2

Diversen

3,6

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Liquiditeitslening aruba

102,8

Liquiditeitslening aruba derde tranche

104,5

Liquiditeitslening curaçao

102

Liquiditeitslening curaçao

88,5

Liquiditeitslening curacao derde tranche

143

Liquiditeitslening sint maarten

61,6

Liquiditeitslening sint maarten derde tranche

30,6

Realisatie

‒ 11,9

Diversen

6,8

 

763,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

768,3

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

851,6

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

851,6

IV KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

38,5

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,4

 

‒ 0,4

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Desadering lening sxm

14

Diversen

3,5

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

7,8

 

25,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

25

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

63,5

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

63,5

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Voorlopige realisatie

Dit is een optelling van de voorlopige realisatiecijfers van de begroting van Koninkrijksrelaties. De grootste posten zijn de niet-bestede middelen voor de wederopbouw (circa 12,6 miljoen euro) en een voorlopige inschatting van de wisselkoersafrekeningen. Deze middelen worden buiten de reguliere eindejaarsmarge om toegevoegd aan de begroting van 2021.

Realisatie

Dit betreft een bijstelling van de voorlopige realisatiecijfers van de begroting van Koninkrijksrelaties. Bij het opstellen van de voorlopige realisatiecijfers waren onder andere de wisselkoersafrekeningen over 2020 nog niet volledig afgerond. Deze definitieve wisselkoersafrekeningen hebben geleid tot een bijstelling van de voorlopige realisatiecijfers. Het saldo van de wisselkoersreserve komt hiermee uit op circa 11,4 mln. euro.

Diversen

Dit betreft een overschrijding van circa 1,1 miljoen euro als gevolg van een subsidie met de resterende middelen van het Fondo Desaroyo Aruba (FDA). In 2017 is een subsidie verstrekt aan de Vertegenwoordiging op Aruba. Deze subsidie is niet geheel uitgeput in het jaar van verstrekking. De middelen die niet in 2017 zijn uitgegeven door de Vertegenwoordiging zijn in de jaren daarna ingezet en bleven beschikbaar voor projecten op Aruba. Deze middelen zijn o.a. besteed aan de versterking van de landsrecherche Aruba en aan de opvang voor mannelijke slachtoffers van mensenhandel. Vanuit het kasstelsel zijn deze uitgaven in 2020 geadministreerd als kosten.

Beleidsmatige mutaties

Eindejaarsmarge

Conform de begrotingsregels is de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting. Onderdeel hiervan zijn de wisselkoersreserve (8,9 miljoen euro) en de onderuitputting op de wederopbouwmiddelen (25,4 miljoen euro) waarvoor een 100 procent eindejaarsmarge geldt. Daarnaast is de eindejaarsmarge eenmalig met 0,7 miljoen euro verruimd.

Inzet eindejaarsmarge

Conform de begrotingsregels is de eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting. Dit is verdeeld over de juiste artikelen.

Inzet ejm: wederopbouwmiddelen 2019

De resterende wederopbouwmiddelen uit 2019 zijn met 100% eindejaarmarge toegevoegd aan de begroting in 2020.

Inzet ejm: wisselkoersreserve 2019

De resterende middelen uit de wisselkoersreserve uit 2019 zijn met 100% eindejaarmarge toegevoegd aan de begroting in 2020.

Diversen

De eindejaarsmarge is ingezet ter betaling van een aantal nagekomen facturen voor onder andere reiskosten en een betaling aan Aruba die in 2019 abusievelijk niet was verwerkt. Vanuit de wisselkoersreserve heeft een kasschuif plaatsgevonden van 2020 naar 2021 van 4 miljoen euro. Aanvullend zijn twee kasschuiven uitgevoerd van 2020 naar 2021 voor de subsidie voor voedselhulp aan het Rode Kruis en de vreemdelingenbewaring op Aruba en Curaçao. Tot slot zijn er middelen toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties voor de kosten die samenhangen met voorbereidende werkzaamheden van de tijdelijke werkorganisatie richting de opstart van het Caribisch orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) in 2021.

Technische mutaties

Derde tranche wederopbouwmiddelen

Dit betreft een overboeking van middelen voor de wederopbouw op Sint Maarten vanaf de Aanvullende Post bij het Ministerie van Financiën naar de begroting van Koninkrijksrelaties. De middelen zijn vervolgens overgeboekt naar het Trust Fund bij de Wereldbank.

Desaldering lening Sint Maarten

Sint Maarten heeft een eerder verleend overbruggingskrediet voor de luchthaven afgelost. Dit is toentertijd gefinancierd uit de wederopbouwmiddelen. Via een desaldering komen de middelen weer beschikbaar voor de wederopbouwinzet.

Voedselpakketten landen

Er zijn twee subsidies van respectievelijk maximaal 16,0 miljoen euro en 25,2 miljoen euro beschikbaar gesteld aan het Rode Kruis om de kwetsbare groepen op Aruba, Curaçao en Sint Maarten te kunnen voorzien van voedselpakketten en hygiëneproducten tot en met het einde van 2020.

Diversen

Deze post bevat veel verschillende relatief kleine mutaties. Zo is de tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling overgemaakt naar begroting van Koninkrijksrelaties. Daarnaast zijn de wisselkoerseffecten 2020 op het BES-fonds verrekend met de wisselkoersreserve. Ook zijn de bijdragen van departementen voor Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN) overgeboekt naar de begroting van Koninkrijksrelaties. De uitgaven van SSO-CN zijn gedesaldeerd, zodat de vrijgekomen middelen uit opbrengsten ingezet konden worden voor de bijbehorende kosten. De afrekening van de inzet van het Recherchesamenwerkingsteam zijn ingezet om na-ijlende uitzendkosten van het team te bekostigen.

Verder betreft dit meerdere interdepartementale overboekingen, waaronder een overboeking van de integrale middelen aan de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een bijdrage aan het ministerie van Justitie en Veiligheid in het kader van het Team Bestrijding Ondermijning (TBO) en meerdere departementale bijdragen aan de SSO-CN . Tot slot, in lijn met besluitvorming voor Europees Nederlandse gemeenten hebbende openbare lichamen compensatie ontvangen ten behoeve van inkomstenderving over 2020, waarbij ook de inkomsten uit luchtvaart zijn betrokken. Voor Bonaire komen deze inkomsten direct binnen bij Bonaire International Airport.

Liquiditeitslening Aruba

Aruba heeft een eerste en een tweede tranche liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van een lening voor de periode april t/m juni 2020 voor een pakket aan noodmaatregelen om de effecten van Covid-19 te mitigeren. De lening heeft een looptijd van ongeveer twee jaar en een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) bestaat de mogelijkheid om over twee jaar de lening te herfinancieren.

Liquiditeitslening Aruba derde tranche

In de Rijksminsterraad van 13 november 2020 is besloten om, na ondertekening van de overeenkomst Landspakket met Aruba, een derde tranche liquiditeitssteun voor de periode juli t/m december 2020 onder voorwaarden te verstrekken om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. De lening loopt af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De lening heeft een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft) bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de lening te herfinancieren.

Liquiditeitslening Curaçao

Curaçao heeft een eerste en een tweede tranche liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van een lening voor de periode april t/m juni 2020 voor een pakket aan noodmaatregelen om de effecten van Covid-19 te mitigeren. De lening heeft een looptijd van ongeveer twee jaar en een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om over twee jaar de lening te herfinancieren.

Liquiditeitslening Curaçao derde tranche

In de Rijksminsterraad van 30 oktober 2020 en 13 november 2020 is besloten om, na ondertekening van de overeenkomst Landspakket met Curaçao, een derde tranche liquiditeitssteun voor de periode juli t/m december 2020 onder voorwaarden te verstrekken om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. De lening loopt af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De lening heeft een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de lening te herfinancieren.

Liquiditeitslening Sint Maarten

Sint Maarten heeft een eerste en een tweede tranche liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van een lening voor de periode van april t/m juni 2020 voor een pakket aan noodmaatregelen om de effecten van Covid-19 te mitigeren. De lening heeft een looptijd van ongeveer twee jaar en een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om over twee jaar de lening te herfinancieren.

Liquiditeitslening Sint Maarten derde tranche

In de Rijksminsterraad van 18 december is besloten om, na ondertekening van de overeenkomst Landspakket met Sint Maarten, een derde tranche liquiditeitssteun voor de periode juli t/m december 2020 onder voorwaarden te verstrekken om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. De lening loopt af op hetzelfde moment als de overige liquiditeitsleningen. De lening heeft een rentepercentage van 0%. Conform het advies van het College financieel toezicht (Cft) bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de lening te herfinancieren.

Realisatie

Dit betreft de verrekening van wisselkoerseffecten over de 3e tranche liquiditeitssteun aan Aruba, Sint Maarten en Curaçao. Daarnaast is een deel van de begrote 2e tranche liquiditeitssteun aan Sint Maarten in de realisatie lager uitgevallen. De middelen vloeien terug naar het generale beeld.

Diversen

De wisselkoerseffecten over de 1e en 2e tranche liquiditeitssteun aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten zijn gecompenseerd uit generale middelen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een optelling van de realisatiecijfers van de ontvangsten op de begroting van Koninkrijksrelaties. De ontvangsten zijn per saldo iets lager uitgevallen dan geraamd als gevolg van lager dan verwachte ontvangsten bij SSO-CN. De verrekeningen met de afnemers van SSO CN vallen namelijk lager uit dan voor 2020 was geraamd.

Beleidsmatige mutaties

Desaldering lening Sint Maarten

Sint Maarten heeft een eerder verleend overbruggingskrediet voor de luchthaven afgelost. Dit is toentertijd gefinancierd uit de wederopbouwmiddelen. Via een desaldering komen de middelen weer beschikbaar voor de wederopbouwinzet.

Diversen

De opbrengsten van Shared Service Organisatie Caribisch Nederland zijn gedesaldeerd, zodat deze middelen konden worden ingezet ter dekking van de bijbehorende kosten. Daarnaast is de afrekening van de inzet van het Recherchesamenwerkingsteam ingezet om na-ijlende uitzendkosten van het team te bekostigen. Tot slot hebben verrekeningen met de wisselkoersreserve plaatsgevonden als gevolg van de wisselkoerseffecten in 2020.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een optelling van de realisatiecijfers van de ontvangsten op de begroting van Koninkrijksrelaties. De hogere ontvangsten zijn het resultaat van de ontvangen aflossingen van leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze middelen vloeien terug naar het generale beeld.

Buitenlandse Zaken

V BUITENLANDSE ZAKEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

8.820,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Realisatie 2020

‒ 106

 

‒ 106

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Bni-afdracht

171,1

Btw-afdracht

‒ 53,6

Dab 1: surplus eu-begroting 2018

88

Dab 8

387,6

Dab 9

27,9

Invoerrechten

‒ 371

Invoerrechten zonnepanelen

823,8

Surplus 2019

‒ 156,4

Vertragingsrente griesmeel (aruba curacao)

34,7

 

952,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

845,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

9.666,00

Totaal Internationale samenwerking

1.484,60

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

11.150,60

  
V BUITENLANDSE ZAKEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

693,6

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 14,4

 

‒ 14,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Invoerrechten

‒ 74,2

Nacalculatie

17,1

Perceptiekostenvergoeding zonnepanelen

164,8

 

107,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

93,3

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

786,9

Totaal Internationale samenwerking

75,8

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

862,7

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Realisatie 2020

Dit betreft realisaties op de BNI-afdracht, BTW-afdracht en de invoerrechten. Het grootste aandeel hiervan ligt bij de BNI-afdracht. Naar aanleiding van Corona werd aangenomen dat een aantal betalingen naar voren gehaald zou worden, echter zijn niet al die betalingen ook daadwerkelijk door de Commissie opgehaald.

Beleidsmatige mutaties

BNI-afdracht

Tegenvaller op de BNI afdracht als gevolg van de Spring forecast 2020.

Btw-afdracht

Meevaller op de BTW afdracht als gevolg van de Spring forecast 2020.

Dab (Draft Amending Budget) 1: surplus eu-begroting 2018

Voor de afdrachten aan de Europese Unie heeft een correctie in de afrekening van het surplus plaatsgevonden. Bij ontwerpbegroting 2020 was de verwachting dat het surplus voor de Europese begroting over 2018, 88 miljoen euro, in de Nederlandse afdrachten voor 2020 zou meelopen. Het surplus is echter reeds in 2019 ontvangen en bij Najaarsnota 2019 verwerkt. Voor 2020 heeft daarom een correctie plaatsgevonden.

Dab 8

Bijstelling van de BNI-afdracht als onderdeel van de EU-afdrachten als gevolg van Draft Amending Budget. Dit betreft DAB 8, voor de ontwikkeling en aanschaf van vaccins binnen het Emergency Support Instrument (ESI) en voor extra betalingen als gevolg van het Corona Response Investment Initiative Plus (CRII+).

Dab 9

Bijstelling van de BNI-afdracht als onderdeel van de EU-afdrachten als gevolg van Draft Amending Budget. Dit betreft DAB 9 voor extra middelen voor het Solidariteitsfonds.

Invoerrechten

De invoerrechten zijn lager uitgevallen als gevolg van de Spring forecast 2020.

Invoerrechten zonnepanelen

Dit betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden. Nederland draagt onder voorbehoud af om de oploop van de potentiële renterekening tegen te gaan en een constructieve dialoog met de Europese Commissie op te starten. Over deze afdracht is een perceptiekostenvergoeding van 20% ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10.

Surplus 2019

Uitbetaling van het surplus over 2019 heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van de raming van de Europese afdrachten van 2020.

Vertragingsrente griesmeel (Aruba en Curacao)

Dit betreft de vertragingsrente die hoort bij de hoofdsom die reeds in 2019 aan de Europese Commissie is betaald, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie als gevolg van onterecht afgegeven oorsprongscertificaten door de autoriteiten van Curaçao en Aruba voor de invoer van melkpoeder en rijst, gries en griesmeel.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Deze post betreft voornamelijk lagere perceptiekostenvergoeding inclusief de verrekening interdouanaire kosten (-10,4 miljoen euro) .

Beleidsmatige mutaties

Invoerrechten

Bij het innen van de invoerrechten maakt ieder lidstaat zogeheten ‘perceptiekosten’. Middels de perceptiekostenvergoeding ontvangen lidstaten deze gemaakte kosten weer terug. Voor 2020 gaat het om een correctie van de reeds ontvangen vergoeding, deze is namelijk bij de Spring Forecast 2020 naar beneden bijgesteld.

Nacalculatie

De Europese Commissie heeft in juni de nacalculatie 2019 van de BTW en BNI-afdrachten over de periode 2015-2018 in de afdrachten verwerkt. Voor Nederland heeft dit geleid tot een eenmalige toename van de ontvangsten van 17 miljoen euro in 2020.

Perceptiekostenvergoeding zonnepanelen

Dit betreft de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet antidumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden.

Justitie en Veiligheid

VI JUSTITIE EN VEILIGHEID: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

13.342,20

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Meevaller ind

‒ 38,1

Meevaller njn. rechtsbijstand

‒ 25

Middelen voor corona-effecten in 2020. dji

29,1

Slotwet: mee- en tegenvallers

‒ 30,1

Tegenvaller njn. raad voor de kinderbescherming

17,5

Diversen

7,3

 

‒ 39,3

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanpassing oda toerekening eerstejaarsasielopvang (naar bhos)

‒ 28,4

Asiel

142,9

Asiel: oda toerekening eerstejaars asielopvang

99,3

Dekking problematiek jenv

‒ 87,2

Dwangsommen ind

65,4

Eindejaarsmarge

177,9

Interne problematiek

22,7

Kasschuif ind taskforce wegwerken achterstanden

40

Kasschuif ondermijning en afpakken

‒ 23,9

Kasschuif tbv ondermijning

‒ 53,9

Kasschuiven

‒ 29,3

Middelen voor corona-effecten in 2020. verdeling

‒ 60

Ondermijning

‒ 22

Prognosemodel justitiële keten (pmj)

118,3

Specifieke dekking voor ondermijning

35,3

Taakstelling

47

Diversen

9,4

 

453,5

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

B6 digitalisering werkprocessen strafrechtketen

45,1

Corona-gerelateerde kosten

60

Loonbijstelling

357,3

Persoonlijke beschermingsmiddelen

69,3

Prijsbijstelling

49,6

Diversen

20,8

 

602,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

1.016,00

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

14.358,20

Totaal Internationale samenwerking

24

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

14.382,20

VI JUSTITIE EN VEILIGHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.546,40

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Meevaller boeten en transacties

44,7

Middelen voor corona-effecten in 2020. griffie ontvangsten

‒ 19

Tegenvaller afpakontvangsten

‒ 290,6

Diversen

14,1

 

‒ 250,8

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Dekking problematiek jenv

54,3

Tegenvaller b&t

‒ 147

Diversen

4,7

 

‒ 88

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

36,2

 

36,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 302,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.243,90

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.243,90

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Meevaller ind

Bij DG Migratie heeft zich bij Najaarsnota een meevaller voorgedaan bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van per saldo 38,1 miljoen euro onder andere als gevolg van lager dan verwachte uitgaven aan dwangsommen en lagere Brexit uitgaven.

Meevaller njn. Rechtsbijstand

Bij de rechtsbijstand werd bij Najaarsnota per saldo een meevaller van circa 25 miljoen euro verwacht. Dit bedrag is samengesteld uit drie meevallers en een tegenvaller: een meevaller als gevolg van een lager aantal afgegeven toevoegingen (circa 18,5 miljoen euro); een meevaller bij de uitvoering van het project intensiveringen ZSM (circa 8 miljoen euro); een meevaller bij het programma herziening stelsel Rechtsbijstand (circa 3 miljoen euro); en een tegenvaller vanwege de begrote extra kosten voor het noodpakket tegemoetkomingsregeling sociaal advocatuur (circa 4,5 miljoen euro). Conform de afspraak in TK-brief d.d. 9 november 2018 (Kamerstuk 31 753, nr. 155), blijft dit bedrag van 25 miljoen euro beschikbaar voor de Rechtsbijstand.

Middelen voor corona-effecten in 2020. Dji

Het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) heeft als gevolg van corona kosten gemaakt voor personele bescherming, om primaire processen coronaproof te maken en om achterstanden binnen de strafrechtketen weg te werken. Met deze mutatie is bij Najaarsnota 29,1 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) ter compensatie voor coronakosten voor het primaire proces.

Slotwet: mee- en tegenvallers

Deze post bevat de mee- en tegenvallers als gevolg van verschillen tussen raming en realisatie in 2020 die zijn verwerkt bij de Slotwet 2020. In de Slotwet 2020 van JenV wordt per artikel inzichtelijk gemaakt welke mee- en tegenvallers er zijn geweest. Zo heeft zich een meevaller van 4,6 miljoen euro voorgedaan bij de vervolging en berechtiging van MH17-verdachten. Als gevolg van corona zijn de declaraties van de Raad voor de rechtspraak en OM lager uitgevallen dan verwacht. Conform afspraak blijft het budget beschikbaar voor MH17. Daarnaast heeft zich bijvoorbeeld bij het eigen personeel van het Openbaar Ministerie een onderuitputting van 25,7 miljoen euro voorgedaan. Deze onderuitputting wordt onder andere veroorzaakt doordat het vervullen van vacatures langer duurt dan verwacht, mede door de coronacrisis. Daarnaast was er ook een tegenvaller bij het OM op de onderdelen ICT, extern en overig materieel van 20,6 miljoen euro. Die is ontstaan om het ICT-beheer op niveau te houden en om de benodigde vernieuwing te realiseren.

Tegenvaller njn. raad voor de kinderbescherming

Bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) werden bij Najaarsnota zowel mee- als tegenvallers verwacht. Het saldo van de mee- en tegenvallers bij de RvdK leidde in totaal tot een per saldo tegenvaller van 12,8 miljoen euro (17,5 miljoen euro tegenvaller en 4,7 miljoen euro meevallers). Ruim 3,2 miljoen euro hiervan werd veroorzaakt door corona-kosten. Overige tegenvallers worden voornamelijk veroorzaakt door hogere personele en ICT kosten dan geraamd. De meevallers bij de RvdK zijn onderdeel van de post diversen.

Diversen

De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers, waaronder ook verdeling van de middelen voor corona-effecten in 2020. De twee grootste mutaties zijn een meevaller bij Grenzen en Veiligheid van 13,2 miljoen euro als gevolg van lager dan verwachte implementatiekosten in 2020 en een toevoeging aan de Raad voor de Rechtspraak (RvdR) van 12,5 miljoen euro voor kosten als gevolg van corona.

Beleidsmatige mutaties

Aanpassing oda toerekening eerstejaarsasielopvang (naar bhos)

Als gevolg van een lager dan verwachte gemiddelde bezetting bij COA in 2020 is bij Najaarsnota de ODA toerekening verlaagd met 28,4 miljoen euro.

Asiel

Bij voorjaarsnota was de verwachting dat de asielinstroom en de verblijfsduur in de asielopvang zouden stijgen. Hier zijn extra middelen voor vrijgemaakt. De kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC landen worden toegerekend aan official development assistance (ODA). Ook voor de tegenvallers bij de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en de Raad voor de Rechtspraak (RvdR) in de jaren 2020-2022 zijn extra middelen vrijgemaakt.

Asiel: oda toerekening eerstejaars asielopvang

De hogere uitgaven voor de eerstejaars opvang van asielzoekers uit DAC landen zijn conform de bestaande afspraken toegerekend aan ODA en overgeheveld van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar de begroting van JenV.

Dekking specifieke problematiek

Dit betreft meerdere maatregelen, met name ter invulling van de taakstelling van 47 miljoen euro, waaronder ramingsbijstellingen en een gedeeltelijke inzet van de prijsbijstelling. Verder zijn hier diverse specifieke sleutels ter dekking van interne JenV-problematiek opgenomen.

Dwangsommen ind

Bij Voorjaarsnota was de verwachting dat de uitgaven aan dwangsommen bij de IND in 2020 zou oplopen tot 65,4 miljoen euro. JenV heeft deze tegenvaller onder andere gedekt uit meevallers in de afrekeningen over 2019 en uit een voorziening van de IND. De dekking is opgenomen in het overzicht bij ‘Dekking problematiek JenV’.

Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge van JenV is bij Voorjaarsnota eenmalig met 50,8 miljoen euro opgehoogd naar 177,9 miljoen euro. De overschrijding van de eindejaarsmarge werd vooral veroorzaakt doordat bij Najaarsnota 2019 middelen aan de begroting van JenV zijn toegevoegd, die niet tot betaling zijn gekomen in 2019. Dit betreft 110 miljoen euro voor ondermijning (Kamerstuk 29 911 nr. 256) en 45 miljoen euro voor rechtsbijstand. Bij de rechtsbijstand was bovendien 18,3 miljoen euro onderuitputting opgetreden. De onderuitputting van 18,3 miljoen euro en de extra 45 miljoen euro worden ingezet voor een tijdelijke toelage voor de sociaal advocatuur in 2020 en 2021 (Kamerstuk 31 753 nr. 182). Daarnaast is vanuit de eindejaarsmarge een deel toegevoegd aan het budget voor de vervolging en berechting van MH17-verdachten conform de afspraak dat de middelen beschikbaar blijven voor het MH17-budget in geval zich meevallers voordoen.

Interne problematiek

Dit betreft diverse onderdelen waaronder problematiek bij de bestuursdienst. JenV heeft de interne problematiek opgelost middels diverse specifieke verdeelsleutels. Deze dekking is opgenomen in het overzicht onder ‘Dekking problematiek JenV’.

Kasschuif ind taskforce wegwerken achterstanden

De Taskforce achterstanden IND zou in 2020 de opgelopen achterstanden bij de IND wegwerken, waardoor een deel van de eerder in 2021 verwachte productie is verschoven naar 2020. Om dit te bekostigen is de in 2021 voorziene bijdrage aan de IND voor 40 miljoen reeds in 2020 betaald.

Kasschuif ondermijning en afpakken

Dit betreft een kasschuif in het kader van ondermijning en afpakken. Deze kasschuif heeft vooral te maken met het niet meer kunnen realiseren van bepaalde projecten in 2020 op het terrein van ondermijning en vertraging van ICT-trajecten.

Kasschuif tbv ondermijning

Bij de Voorjaarsnota is bij de specifieke dekking voor ondermijning een compenserende kasschuif op de JenV-begroting ingeboekt om de kasuitgaven per jaar ongewijzigd te laten (zie toelichting specifieke dekking voor ondermijning). Deze ingeboekte compenserende kasschuif is met deze mutatie gecorrigeerd, omdat het kasritme is ingepast in het totaal van de rijksuitgaven.

Kasschuiven

Dit betreft onder andere een kasschuif vanwege een vroegpensioenregeling van de politie (Inkoop Max), een kasschuif bij de Dienst JustitiëIe Inrichtingen (DJI) ter dekking van frictiekosten en een kasschuif bij de rechtsbijstand. Naast deze grotere kasschuiven bevat deze categorie een drietal kleinere kasschuiven voor verkeershandhaving Openbaar Ministerie, de wet normalisering rechtspositie ambtenaren voor de RvdR en de Hoge Raad en de CAO rechterlijke macht.

Middelen voor corona-effecten in 2020. Verdeling

Dit betreft de afboeking van de bij Miljoenennota beschikbaar gestelde 60 miljoen euro van het nominaal en onvoorzien artikel. Dit is beschikbaar gesteld aan diverse organisaties die extra kosten hebben gemaakt als gevolg van corona.

Ondermijning

Het kabinet heeft 87 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de aanpak van ondermijning. Samen met specifieke dekking vanuit de begroting van JenV komt vanaf 2022 structureel 150 miljoen euro beschikbaar voor deze aanpak. Onderdeel van de specifieke dekking is onderuitputting op de gelden die bij Najaarsnota 2019 beschikbaar zijn gesteld voor de aanpak van ondermijning. Deze middelen zijn in 2019 niet tot betaling gekomen en worden via de eindejaarsmarge meegenomen naar 2020. Een gedeelte van deze middelen (22 miljoen euro) is verschoven naar latere jaren.

Prognosemodel justitiële keten (PMJ)

Het Prognosemodel Justitiële Keten (PMJ) van het WODC geeft de capaciteitsbehoefte aan van de justitiële keten. Binnen de justitiële keten worden de komende jaren fors oplopende uitgaven geraamd, vooral voor het gevangeniswezen, de forensische zorg, TBS en de justitiële jeugdinrichtingen. Hiervoor zijn middelen beschikbaar gesteld, waarbij de afspraak is gemaakt dat onderzoek gedaan zal worden naar de oorzaken van de stijging van de kosten en de mogelijkheden om deze kostenstijgingen te beheersen en te verminderen.

Specifieke dekking voor ondermijning

De specifieke dekking voor ondermijning bestaat uit het gedeeltelijk inzetten van de prijsbijstelling en een tweetal ramingsbijstellingen. Voorts zijn er in 2020 ondermijningsgelden (onder andere uit de eindejaarmarge) verschoven naar latere jaren waarmee structureel op een bedrag van 150 miljoen euro wordt uitgekomen. Om de kasuitgaven per jaar ongewijzigd te laten is een compenserende kasschuif verwerkt.

Taakstelling

De openstaande taakstelling voor de jaren 2020-2023 is door JenV ingevuld door onder andere gedeeltelijke inzet van de prijsbijstelling en enkele ramingsbijstellingen. De dekking hiervoor is opgenomen in het overzicht onder ‘Dekking problematiek JenV’.

Diversen

In de post diversen zitten verschillende onderdelen, waaronder de verwerking van twee moties. Naar aanleiding van de motie van de Tweede Kamerleden Segers en Asscher (Kamerstuk 35 300, nr. 25) is een oplopende investering voor de versterking van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM) van de politie verwerkt. Daarnaast heeft de aangenomen motie van de leden Klaver c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 11) ertoe geleid dat er in november 2019 een nota van wijziging is ingediend (Kamerstuk 35 300, nr. 15) om te investeren in extra capaciteit van de zedenpolitie, in forensisch onderzoek en in opleiding tot zedenrechercheurs. Dit leidt tot een oplopende investering van 5 miljoen euro in 2020 tot structureel 15 miljoen euro vanaf 2023.

Technische mutaties

B6 digitalisering werkprocessen strafrechtketen

De Regeerakkoordmiddelen voor de digitalisering van werkprocessen in de strafrechtketen zijn overgeheveld naar de JenV-begroting. De middelen worden besteed aan verscheidende projecten met als doel om papier uit de keten te krijgen, de dienstverlening te verbeteren en te investeren in de kernsystemen.

Corona-gerelateerde kosten

Als gevolg van de coronacrisis zijn er in 2020 extra uitgaven door JenV, onder andere voor personele bescherming, om primaire processen coronaproof te maken en om achterstanden binnen de strafrechtketen in te halen. Ook worden lagere ontvangsten voor de griffierechten en de administratiekostenvergoeding voor het CJIB verwacht. Voor het opvangen van deze tegenvallers is 60 miljoen euro toegevoegd aan de JenV-begroting.

Loonbijstelling

De tranche 2020 voor de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Dit betreft een overboeking van de Aanvullende Post naar de begroting van JenV. Het kabinet heeft besloten tot de aanleg van een noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor 45 dagen ten bedrage van 69,3 miljoen euro. Vitale sectoren en essentiële beroepen kunnen een beroep doen op deze noodvoorraad wanneer er (structurele) problemen op de markt zijn bij de levering van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het gaat om een eenmalige uitgave voor PBM inclusief de projectkosten om deze PBM eenmalig aan te schaffen.

Prijsbijstelling

De tranche 2020 voor de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Diversen

De post diversen bestaat voornamelijk uit overboekingen naar andere departementen en desalderingen. De twee grootste mutaties zijn een desaldering voor JJI Teylingereind en de overboeking ten behoeve van DG Covid-19 van de Aanvullende Post. Naar aanleiding van de meest recente PMJ-ramingen heeft de minister voor Rechtsbescherming besloten de oudbouw Teylingereind vooralsnog niet af te stoten maar voorlopig onderdeel te laten van de in stand te houden capaciteit. Voor het programma DG is 14,0 miljoen euro overgeboekt van de aanvullende post naar JenV.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Meevaller boeten en transacties

Ten opzichte van de verwachte tegenvaller van 147 miljoen euro, wegens minder wegverkeer door corona en de tegenvaller van 2,5 miljoen euro als gevolg van de maatregel verlopen rijbewijzen en APK’s die zijn verwerkt bij Miljoenennota, heeft zich bij boeten en transacties een meevaller van 44,7 miljoen euro voorgedaan. Dit werd voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal verkeersbewegingen zich sneller herstelde dan eerder werd verwacht.

Middelen voor corona-effecten in 2020. griffie ontvangsten

Deze mutatie maakt onderdeel uit van de verdeling van middelen voor corona-effecten in 2020. Met deze mutatie is 19,0 miljoen euro toegevoegd voor de tegenvallende ontvangsten bij de griffieontvangsten.

Tegenvaller afpakontvangsten

Er is in totaal 290,6 mln. minder afgepakt dan bij ontwerpbegroting was geraamd. De tegenvaller wordt voornamelijk veroorzaakt door het ontbreken van grote afpakzaken. Het aantal grote zaken is bepalend voor de opbrengsten per jaar aan afpakken. Hierdoor fluctueren de opbrengsten per jaar.

Diversen

De post diversen bestaat uit de overige mee- en tegenvallers. De drie grootste mutaties zijn een meevaller van 12,0 miljoen euro bij slotwet, welke bestaat uit meerdere mutaties, een meevaller van 10,7 miljoen euro bij Nidos als gevolg van een afrekening over 2019 en een toevoeging van 10,1 miljoen euro bij Najaarsnota voor de tegenvallende ontvangsten bij de administratiekosten CJIB als gevolg van corona.

Beleidsmatige mutaties

Dekking problematiek jenv

Dit betreft het afromen van exploitatieoverschotten bij uitvoeringsorganisaties, inzet van het surplus aan eigen vermogen van het COA, inzet van de asielreserve en meevallers uit de afrekeningen over 2019 bij COA en Nidos.

Tegenvaller b&t

Door de coronamaatregelen was er minder verkeer op de weg, waardoor er minder verkeersboetes zijn uitgedeeld. Bij Miljoenennota werd een tegenvaller van 147 miljoen euro in 2020 verwacht.

Diversen

De post diversen bestaat uit meerdere mutaties. De twee grootste mutaties zijn de meerjarige bijstelling van de griffierechten en de administratiekosten van CJIB welke volgden uit PMJ (per saldo een meevaller van 5,1 miljoen euro) en de meerjarige bijstelling van de raming van boeten en transacties (een meevaller van 2,8 miljoen euro) bij Voorjaarsnota.

Technische mutaties

Diversen

De post diversen bestaat voornamelijk uit een aantal desalderingen. De grootste twee mutaties zijn een desaldering voor JJI Teylingereind en de desaldering voor de ontvangsten van de JIT landen ten behoeve van het MH17-proces naar de uitgaven om de JIT gerelateerde uitgaven te kunnen dekken.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

6.015,30

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Realisatie

45,1

Diversen

‒ 10,4

 

34,7

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Batch 1588 en appingedam

‒ 17,7

Btw versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

28

Btw versterkingsoperatie q4 2020

31

Duurzaamheidssubsidie

‒ 27,2

Eindejaarsmarge

42,1

Huisvesting kwetsbare doelgroepen

50

Huurtoeslag

‒ 91,3

Inzet eindejaarsmarge

‒ 42,1

Kasschuif seeh (urgenda 1.0)

‒ 42

Nationaal programma groningen

‒ 59,8

Rijksbijdrage woningbouw

‒ 50

Step

‒ 38,6

Urgendamaatregelen gebouwde omgeving

20

Versnellen woningbouwimpuls

50

Versterkingsoperatie q4 2020

118

Diversen

0,4

 

‒ 29,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Achtervangvergoeding nationale hypotheekgarantie

33,9

Bijdrage aan npg

42,1

Desaldering specifieke opdrachten doc direkt

31,5

Doorbouwplan scholen

‒ 40

Herverkaveling groningen (ezk)

97,9

Investeringsimpuls maatschappelijk vastgoed

50

Overboeking wbi (eerste tranche) naar bcf 2020

‒ 35,2

Rijksbijdrage woningbouw

250

Versterkingsoperatie groningen

62,6

Versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

179

Warmtefonds en ontzorging klimaatakkoord

60

Diversen

223,5

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

7,5

 

962,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

968,3

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

6.983,60

Totaal Internationale samenwerking

0,5

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

6.984,10

VII BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

654,4

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Realisatie

‒ 93

Diversen

4,8

 

‒ 88,2

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Huurtoeslag

‒ 54,3

Diversen

4,6

 

‒ 49,7

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Achtervangvergoeding nationale hypotheekgarantie

33,9

Desaldering specifieke opdrachten doc direkt

31,5

Herverkaveling groningen (ezk)

75

Versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

179

Diversen

44,8

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Meeropbrengsten benzineveilingen 2020

44,3

Diversen

6,5

 

415

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

277

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

931,5

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

931,5

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Realisatie

Dit betreft het realisatiecijfer voor de huurtoeslag. Er is sprake van een overschrijding van het budget van 60,9 miljoen euro ten opzichte van de budgetstand bij 2e suppletoire begroting 2020. De overuitputting komt door hogere uitgaven en lagere ontvangsten. Er is 45,1 miljoen euro meer uitgegeven als gevolg van meer voorschotten en nabetalingen. Bij de ontvangsten is 15,8 moljoen euro minder binnengekomen als gevolg van lagere terugvorderingen en een milder incassoregime vanwege de coronacrisis.

Diversen

Dit is een optelling van de voorlopige realisatiecijfers van de BZK-begroting, exclusief de huurtoeslag. De onderuitputting wordt veroorzaakt door lagere uitgaven op diverse posten. Zo is er circa 3,2 miljoen euro minder uitgegeven aan de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH). Daarnaast zijn de bijdragen aan ICTU voor Regie op Gegevens, Single Digital Gateway en Agenda Digitale Overheid en de bijdragen aan Logius in het kader van eID, Machtigen en Herbouw Digipoort lager uitgevallen, respectievelijk circa 1,6 miljoen euro en circa 3,5 miljoen euro. Tevens is de specifiek af te dragen vennootschapsbelasting circa 1,1 miljoen euro lager uitgevallen dan begroot. Ook is er op meerdere artikelen minder uitgegeven doordat diverse opdrachten later worden uitgevoerd dan verwacht.

Beleidsmatige mutaties

Batch 1588 en Appingedam

Dit betreft de middelen voor de batch 1588 (10 mln.) en de projecten in Appingedam (7,7 mln.). In 2019 is er reeds 84 mln. overgemaakt naar betrokken partijen. Nieuwe aanvragen voor financiering worden niet langer in 2020, maar begin 2021 verwacht. In 2021 worden de middelen opnieuw beschikbaar gesteld.

BTW versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

Dit betreft de BTW-component van de uitgaven die t/m het derde kwartaal 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om de BTW-component van zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave in Groningen als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

Btw versterkingsoperatie q4 2020

Dit betreft de raming die bij 2e suppletoire begroting 2020 is opgenomen in de BZK-begroting voor de BTW-component van de uitgaven in het vierde kwartaal 2020 in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Deze raming bevat de BTW-component van zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

Duurzaamheidssubsidie

Middels de subsidieregeling ‘energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld’ kan per woning 7000 euro subsidie aangevraagd worden om een woning, die versterkt wordt, gelijktijdig te verduurzamen. De versterkingsoperatie heeft nog niet geleid tot grote aantallen versterkte woningen, waardoor er tot nu toe beperkt gebruik is gemaakt van de subsidieregeling. Bij 2e suppletoire begroting 2020 is daarom circa 27,2 miljoen euro afgeboekt. De verwachting is dat het beroep op de subsidie in 2021 zal toenemen.

Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge van 42,1 miljoen euro is conform de begrotingsregels toegevoegd aan de begroting van BZK. De eindejaarmarge bevat onder andere de resterende Urgendamiddelen uit 2019 (3,2 miljoen euro).

Huisvesting kwetsbare doelgroepen

Deze bijdrage van de middelen Rijksbijdrage Woningbouw op de aanvullende post zijn middels een incidentele suppletoire begroting naar de begroting van BZK overgeboekt voor de huisvesting van kwetsbaren doelgroepen in Nederland. Deze kwetsbare groepen zijn bijvoorbeeld dak- en thuislozen, arbeidsmigranten en overige spoedzoekers. Het gaat om mensen die snel een woning nodig hebben of door hun woonsituatie niet kunnen voldoen aan de contactbeperkende maatregelen en daardoor een grotere kans op besmetting met het coronavirus lopen.

Huurtoeslag (uitgaven en ontvangsten)

Op basis van de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst en de ramingen van het Centraal Planbureau (CEP) zijn de ramingen voor de uitgaven en ontvangsten bij de huurtoeslag bij 1e suppletoire begroting 2020 meerjarig bijgesteld. In de raming van het voorjaar 2020 was nog geen rekening gehouden met de verwachte gevolgen die de coronacrisis zal hebben op de huurtoeslag. Vanaf eind 2020 ontwikkelen de uitgaven zich ongunstig ten opzichte van de raming 2020.

Inzet eindejaarsmarge

Dit betreft de doorverdeling van de eindejaarsmarge naar de juiste artikelen binnen de begroting van BZK. De eindejaarsmarge is ingezet voor diverse posten. Het betreft onder andere middelen voor de Investeringspost, de woondeals, de transitie van SSC-ICT en de bestrijding van Jihadisme. 

Kasschuif SEEH (urgenda 1.0)

Een deel van de Urgenda middelen voor de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) zijn in 2020 niet tot betaling gekomen. Deze onderuitputting is bij 2e suppletoire begroting 2020 afgeboekt en bij 1e suppletoire begroting 2021 worden de middelen weer toegevoegd aan de begroting van BZK. De middelen zijn met deze kasschuif in lijn gebracht met de uitputtingsprognose.

Nationaal Programma Groningen

De uitvoering van het Nationaal Programma Groningen (NPG) heeft vertraging opgelopen. Het betreft de projecten ‘Toukomst’ (door en voor de Groningers zelf) en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. De projecten en programmaplannen zijn reeds ingediend. De toekenning zal begin 2021 plaatsvinden. Van het NPG-budget is 59,8 mln. bij 2e suppletoire begroting 2020 afgeboekt. In 2021 worden de middelen opnieuw beschikbaar gesteld. 

Rijksbijdrage woningbouw

Het kabinet heeft in 2019 besloten om 1 miljard euro aan extra uitgaven vrij te maken voor het sneller bouwen van betaalbare woningen (inclusief infrastructurele ontsluiting, stikstofmaatregelen en een kwalitatief goede leefomgeving). Deze middelen zijn op de aanvullende post bij Financiën geplaatst. Bij 1e suppletoire begroting 2020 is de eerste tranche van de Aanvullende Post naar de BZK-begroting overgeboekt (cumulatief 600 miljoen euro). Van deze middelen is 50 miljoen euro via een kasschuif van 2020 naar 2021 geschoven.

STEP

De Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) is een regeling voor het verduurzamen van woningen. De aanvragen konden tot eind 2018 worden ingediend. De subsidies worden twee jaar na verlening vastgesteld en uitbetaald. De regeling bleek eind 2018 overtekend, waardoor er een wachtlijst is met aanvragen. Zodra er een aanvraag uitvalt, wordt een aanvraag van de wachtlijst in behandeling genomen. Dit heeft effect op het kasritme, want de termijn van twee jaar gaat dan opnieuw in. Daarnaast speelt ook de Corona-uitbraak, waardoor aanvragers verzoeken tot uitstel hebben ingediend. Het tijdig opnemen van de energie index in woningen gaat moeizamer, waardoor het verwerken van de aanvragen meer tijd kost Daarom hebben aanvragers een half jaar uitstel gekregen. Middels een kasschuif is het kasbudget in het juiste ritme gezet. In 2019 is het budget voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) met circa 10 miljoen euro overschreden. Deze overschrijding is in mindering gebracht op het budget voor 2020.

Urgendamiddelen gebouwde omgeving

Om invulling te geven aan het Urgenda-vonnis is besloten via een kasschuif middelen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving (TK 32813, 348) naar voren te halen en in te zetten in 2020 en 2021. Daarmee kan versnelde reductie van CO2 uitstoot worden bereikt. Deze kasschuif is onderdeel van een drietal kasschuiven waarmee een verschuiving plaatsvindt van middelen voor de wijkaanpak en innovatie uit latere jaren naar 2020 en 2021. Met deze middelen wordt de financiering van de verduurzaming van VvE’s gefaciliteerd, en worden de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten financieel gestimuleerd.

Versnellen woningbouwimpuls

Om tijdens de coronacrisis en de bouw van woningen te blijven stimuleren is er 50 miljoen euro vanaf de aanvullende post overgeboekt naar de begroting van BZK middels een incidentele suppletoire begroting. De voorlopige inschatting is dat hier circa 10.000 woningen van kunnen worden gerealiseerd.

Versterkingsoperatie q4 2020

Dit betreft de raming die bij 2e suppletoire begroting 2020 is opgenomen in de BZK-begroting voor de kosten in het vierde kwartaal 2020 in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Deze raming bevat zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM na afloop van het vierde kwartaal. De ontvangst van de NAM zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 door BZK worden ontvangen.

Diversen

Deze post bevat veel verschillende mutaties die bij 1e en 2e suppletoire begrotingen 2020 hebben plaatsgevonden. Zo zijn er bij 1e suppletoire begroting 2020 middelen toegevoegd aan het budget voor de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en heeft er een kasschuif plaatsgevonden op dit budget. Dit ter dekking van kosten als gevolg van het uitstel van de renovatie van het Binnenhof en aanvullende beveiligingsmaatregelen voor de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer, Tweede Kamer, de Raad van State en AZ tijdens de renovatie van het Binnenhofcomplex. Ook zijn er middelen ingezet voor urgente onderhoudswerkzaamheden aan pachtboerderijen en voor investeringen in het digitaal hulpmiddel voor het berekenen van de verkiezingsuitslag en het betrouwbaar gebruik daarvan. Daarnaast betreft het een bijdrage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor de dienstverlening die afgenomen wordt bij FMHaaglanden. Ook zijn bij 2e suppletoire begroting 2020 middelen afgeboekt, omdat deze middelen pas in 2021 tot besteding zullen komen. Het betrof middelen op de posten ontzorging warmtefonds, renovatieversneller, Basisregistratie Personen, eID, Landelijke aanpak adreskwaliteit en bijdrage aan de huurcommissie, Tevens heeft er bij 2e suppletoire begroting een kasschuif plaatsgevonden van middelen voor de subsidie hybride opties (Urgenda 2.0). Het beschikbare budget op de subsidieregeling kwam in 2020 niet tot uitbetaling door vertraging in de aanvragen. De middelen zijn daarom doorgeschoven naar 2021.

Technische mutaties

Achtervangvergoeding Nationale Hypotheekgarantie (NHG)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2019 bedraagt afgerond 33,9 miljoen euro.

Bijdrage aan NPG (Nationaal Programma Groningen)

In verband met de overheveling van het dossier Groningen zijn de bijbehorende budgetten voor 2020 en verder middels een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2020 overgeheveld van de begroting van EZK naar BZK. De resterende middelen uit 2019 die betrekking hebben op het Nationaal Programma Groningen zijn bij 1e suppletoire begroting 2020 overgeheveld van de begroting van EZK naar de begroting van BZK.

Desaldering specifieke opdrachten doc direct

Dit betreft een desaldering voor de uitvoering van specifieke opdrachten door Doc Direkt. De omvang van de desaldering wordt jaarlijks bij 1e suppletoire begroting verwerkt.

Doorbouwplan scholen (SUVIS)

In 2020 zijn er middelen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van het binnenklimaat van schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Op 1 oktober 2020 kwam het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen met de eindrapportage waarin de ventilatiesituatie op scholen in beeld is gebracht. Het kabinet heeft naar aanleiding van dit rapport 60 miljoen euro extra beschikbaar gesteld in 2021 om deze problematiek aan te pakken. De reeds beschikbaar gestelde 40 miljoen euro is bij 2e suppletoire begroting 2020 ook doorgeschoven naar 2021. In totaal komt er via de regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS) van het Ministerie van BZK in 2021 100 miljoen euro beschikbaar voor de verbetering van het binnenklimaat in schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs.

Herverkaveling groningen (ezk)

In verband met de overheveling van het dossier Groningen zijn de bijbehorende budgetten voor 2020 en verder middels een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2020 overgeheveld van de begroting van EZK naar BZK.

Investeringsimpuls maatschappelijk vastgoed

Via een incidentele suppletoire begroting zijn middelen beschikbaar gesteld voor het onderhoud, de renovatie en de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed van scholen en sportgebouwen.

Overboeking Woningbouwimpuls (eerste tranche) naar bcf 2020

In 2020 is de eerste tranche van de woningbouwimpuls via specifieke uitkeringen aan gemeenten uitgekeerd. Bij deze uitkering hoort ook een afdracht aan het BTW-compensatiefonds (BCF). Vanwege een overschrijding van het budget in 2020 is er bij uitzondering voor gekozen om de afdracht naar het BCF te spreiden over 2020 en 2021. In 2020 is 35,3 miljoen euro naar het BCF overgeboekt en in 2021 zal de resterende 11 miljoen euro worden afgedragen aan het BCF.

Rijksbijdrage woningbouw

Het kabinet heeft in 2019 besloten om 1 miljard euro aan extra uitgaven vrij te maken voor het sneller bouwen van betaalbare woningen (inclusief infrastructurele ontsluiting, stikstofmaatregelen en een kwalitatief goede leefomgeving). Deze middelen zijn op de aanvullende post bij Financiën geplaatst. Bij eerste suppletoire begroting 2020 is de eerste tranche van de Aanvullende Post naar de BZK-begroting overgeboekt (cumulatief 600 miljoen euro). Voor deze middelen geldt een 100 procent eindejaarsmarge op de begroting van BZK.

Versterkingsoperatie Groningen

Voor de versterkingsoperatie Groningen zijn middelen overgeheveld van de aanvullende post naar de begroting van BZK. De middelen worden onder andere ingezet voor het scholenprogramma en de inpassingskosten voor gemeenten bij de versterkingswerkzaamheden,

Versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

Dit betreft de uitgaven die t/m het derde kwartaal 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM.

Warmtefonds en ontzorging klimaatakkoord

In het Klimaatakkoord is een breed Warmtefonds aangekondigd voor alle particuliere woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren, voor de financiering van het verduurzamen van eigen woningen. Het fonds is er mede op gericht om financieringsopties te geven aan mensen die nu op grond van de leennormen, moeilijk of geen financiering kunnen krijgen. Het fonds wordt gevuld met publieke en private middelen. Het kabinet stelt hiervoor middelen beschikbaar. Met een Nota van Wijziging is de eerste 75 miljoen euro aan publieke middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast komt 6 miljoen euro beschikbaar voor het opzetten van een digitaal platform en het ondersteunen van nieuwe concepten voor ontzorging.

Diversen

Deze post betreft veel diverse mutaties. Zo is de tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting van BZK. Daarnaast zijn de Urgenda-middelen die bij Najaarsnota 2019 zijn teruggeboekt naar de begrotingsreserve bij EZK weer toegevoegd aan de begroting van BZK. Ook zijn de resterende middelen uit 2019 die betrekking hebben op de versterkingsoperatie Groningen overgeheveld van de begroting van EZK naar de begroting van BZK. Vanuit de aanvullende post zijn er middelen overgeheveld naar de begroting van BZK voor de Regionale Energie Strategieën (RES). Tevens zijn er middelen toegevoegd aan de begroting van BZK voor het opzetten van flexpools van ambtenaren met (technische) kennis over planvorming en vergunningverlening om de lokale bouwfase te ondersteunen en versnellen. Vanuit diverse departementen zijn middelen overgeheveld naar de BZK-begroting voor hun bijdragen aan onder andere de dienstverlening van FMHaaglanden, het beheer van BSN, het beheer van Digitaal stelsel Omgevingswet landelijke voorziening, de budgetfinanciering van de BRP en Doc-direkt. Vanuit het Gemeentefonds zijn middelen overgeboekt naar de begroting van BZK voor DigiD, MijnOverheid en de GDI voorzieningen. In het kader van een investeringsimpuls voor de verduurzaming van bestaande sportaccommodaties zijn er middelen overgeheveld naar de begroting van VWS. Voor de bijdrage van BZK aan diverse innovatie-regelingen zijn er ook middelen overgeheveld naar de begroting van EZK. Daarnaast zijn vanaf de BZK-begroting middelen aan andere departementen overgeboekt voor onder andere het beheer van de landelijke voorziening BRO en het NWA-programma. Ook zijn middelen toegevoegd aan het BTW-compensatiefonds voor onder ander het programma aardgasvrije wijken, de Regeling Reductie Energiegebruik, het Nationaal Programma Groningen en de flexpools voor de ondersteuning van de woningbouw. Tevens hebben er desalderingen plaatsgevonden voor onder andere de bijdrage van de Shared Service Organisaties (SSO’s) voor P&O-werkzaamheden en het afromen van het surplus eigen vermogen van de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Tot slot zijn de budgetten van de versterkingsoperatie Groningen technisch gecorrigeerd van het kader «Niet-relevant voor het uitgavenplafond» naar het kader «Rijksbegroting».

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Diversen

Dit betreft een actualisatie van de in 2020 af te dragen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten voor de veiling van locaties voor benzinestations langs Rijkswegen en winning van bodemmaterialen

Niet belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Realisatie

De ontvangsten op de BZK-begroting zijn lager uitgevallen dan begroot. De lagere ontvangsten komen voornamelijk doordat de bijdrage van de NAM voor de versterkingsuitgaven in het derde kwartaal van 2020 niet in 2020 zijn ontvangen. Daarnaast zijn de ontvangsten van de huurtoeslag lager uitgevallen. Bij de huurtoeslag is er 15,8 miljoen euro minder binnengekomen als gevolg van lagere terugvorderingen en een milder incassoregime vanwege de coronacrisis.

Diversen

Dit is een optelling van de voorlopige realisatiecijfers van de BZK-begroting, exclusief de huurtoeslag en de bijdragen van de NAM. De meerontvangsten hebben voornamelijk betrekking op ontvangsten in het kader van veiligheidsonderzoeken.

Beleidsmatige mutaties

Huurtoeslag

Dit betreft de raming van de huurtoeslag die bij 1e suppletoire begroting 2020 verwerkt is in de begroting. In deze raming is sprake van minder en lagere terugvorderingen als gevolg minder aanvragen door huurders en door meer controle vooraf door de Belastingdienst. Dit leidt tot minder ontvangsten. In de raming is nog geen rekening gehouden met de verwachte gevolgen die de coronacrisis zal hebben op de huurtoeslag.

Diversen

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) had een positief resultaat over 2019 door gerealiseerde verkoopresultaten en incidentele meevallers. De toevoeging van het resultaat aan het eigen vermogen leidde tot een surplus. Conform de Regeling agentschappen is het surplus eigen vermogen 2019 afgeroomd door BZK.

Technische mutaties

Achtervangvergoeding Nationale Hypotheekgarantie (NHG)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2019 bedraagt afgerond 33,9 miljoen euro.

Desaldering specifieke opdrachten doc direkt

Dit betreft een desaldering voor de uitvoering van specifieke opdrachten door Doc Direkt. De omvang van de desaldering wordt jaarlijks bij 1e suppletoire begroting verwerkt.

Herverkaveling groningen (ezk)

In verband met de overheveling van het dossier Groningen zijn de bijbehorende budgetten voor 2020 en verder middels een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2020 overgeheveld van de begroting van EZK naar BZK.

Versterkingsoperatie q1 t/m q3 2020

Dit betreft de uitgaven die t/m het derde kwartaal 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM.

Diversen

Dit betreft diverse mutaties, waaronder de jaarlijkse desaldering voor de verwachte ontvangsten van de Shared Service Organisaties (SSO’s) en het afromen van het surplus eigen vermogen van de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Daarnaast betreft het de bijdrage van de SSO’s voor P&O-werkzaamheden, de bijdrage van het IPO voor het beheer van het digitaal stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) en het informatiepunt Omgevingswet, de bijdrage van de Waterschappen voor de Waterschapsverkiezingen en een bijdrage van de VNG voor het beheer van de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA). Tot slot heeft de Belastingdienst tijdelijk de invorderingsrente verlaagd. Hierdoor zijn de ontvangsten voor de huurtoeslag naar beneden bijgesteld.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Meeropbrengsten benzineveilingen 2020

In 2020 zijn een aantal locaties van benzinestations langs Rijkswegen geveild. Deze veilingen hebben meer opgebracht dan geraamd.

Diversen

Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2019 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten op de post benzineveilingen en bodemmaterialen die op de begroting van BZK worden ontvangen.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

42.656,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Meevaller artikel 11 uitgaven r

‒ 25

Meevaller studiefinancieringsraming ov (r)

‒ 54,9

Slotwetmutaties relevante uitgaven artikel 11

‒ 26,9

Tegenvaller nieuwkomersregeling

26,7

Diversen

‒ 32,8

 

‒ 112,9

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Dekking tegenvaller ejm

‒ 94,1

Dekking tegenvaller niet uitgekeerde lpo

‒ 29

Eindejaarsmarge 2019

117,8

Kasschuif ov

200

Slotwetmutatie bekostiging po

29,7

Diversen

‒ 41,8

 

182,6

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Covid-19 eerste steunpakket cultuur

300

Covid-19 onderwijs ondersteuningsmaatregelen

280,1

Loonbijstelling tranche 2020

994,7

Prijsbijstelling tranche 2020

167,9

Diversen

180,3

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Meevaller artikel 11 uitgaven nr

‒ 160

Prijsbijstelling (nr) tranche 2020

70,7

Studiefinancieringsraming rentelening nr

‒ 183,1

Diversen

22,1

 

1.672,70

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

1.742,30

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

44.398,30

Totaal Internationale samenwerking

63,2

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

44.461,50

VIII ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.364,30

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Renteontvangsten studiefinancieringsraming

‒ 30,3

Diversen

9,2

 

‒ 21,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 10,6

 

‒ 10,6

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

29,3

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Meevaller artikel 11 ontvangsten nr

75

Studiefinancieringsraming terugontvangen lening (nr)

53,4

Diversen

29,2

 

186,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

155,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.519,50

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.519,50

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Meevaller Artikel 11 (Studiefinanciering) uitgaven r

Er is vanwege diverse oorzaken een meevaller op het artikel studiefinanciering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Memorie van Toelichting bij Artikel 11 (Studiefinanciering) in de 2e suppletoire begroting.

Meevaller studiefinancieringsraming ov (r)

Op het OV als onderdeel van het studiefinancieringscontract is een meevaller. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere omzettingen van prestatiebeurs in gift en een lager bedrag aan prestatiebeurstoekenningen.

Slotwetmutaties relevante uitgaven Artikel 11 (Studiefinanciering)

Er is vanwege diverse oorzaken een meevaller op het artikel studiefinanciering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Memorie van Toelichting bij Artikel 11 (Studiefinanciering) in de Slotwet.

Tegenvaller nieuwkomersregeling

Deze tegenvaller op de nieuwkomersregeling in het po en vo wordt veroorzaakt door de nieuwe CBS-bevolkingsprognose. Omdat er meer nieuwkomers zijn, ook in de onderwijs-plichtige leeftijdscategorieën, vinden er tegenvallers plaats op de aanvullende bekostigingsregelingen voor nieuwkomers/vreemdelingen in het po en vo.

Diversen (Mee- en tegenvallers)

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Beleidsmatige mutaties

Dekking tegenvaller ejm

Een deel van de eindejaarsmarge wordt ingezet als generale dekking.

Dekking tegenvaller niet uitgekeerde LPO

Een deel van de LPO over onder andere subsidies en opdrachten wordt ingezet als generale dekking.

Eindejaarsmarge 2019

De eindejaarsmarge 2019 is toegevoegd aan de OCW-begroting.

Kasschuif ov

Ter optimalisatie van het kasritme van de staat wordt van de verplichting aan de vervoerbedrijven voor de OV-studentenkaart in 2021 via een kasschuif 200 miljoen euro vooruitbetaald in 2020.

Slotwetmutatie bekostiging po

Er is meer uitgegeven dan was begroot op de hoofdbekostiging. Dit heeft incidentele en technische oorzaken.

Diversen (Beleidsmatige mutaties)

Deze post bestaat uit beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen

Technische mutaties

Cultuurmaatregelen Covid-19

De liquiditeitsproblemen van instellingen in de culturele en creatieve sector vormen een probleem voor het voortbestaan van vitale onderdelen in de culturele en creatieve infrastructuur. Het kabinet voegt daarom 300 miljoen euro additionele middelen toe aan het bestaande instrumentarium om de vitale onderdelen in de culturele infrastructuur in stand te houden.

Onderwijs ondersteuningsmaatregelen Covid-19

Om leerachterstanden in het onderwijs in te halen zijn diverse inhaal- en ondersteuningsprogramma’s opgezet.

Loonbijstelling tranche 2020

De tranche 2020 van de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Prijsbijstelling tranche 2020

De tranche 2020 van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Diversen (Technische mutaties)

Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Meevaller Artikel 11 (Studiefinanciering) uitgaven nr

Er is vanwege diverse oorzaken een meevaller op het artikel studiefinanciering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Memorie van Toelichting bij Artikel 11 (Studiefinanciering) in de 2e suppletoire begroting.

Prijsbijstelling (nr) tranche 2020

De tranche 2020 (niet-relevant) van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Studiefinancieringsraming rentelening nr

Deze post bestaat uit niet-kaderrelevante uitgaven voor studiefinanciering. De meevaller wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat het aantal leners daalt.

Diversen (Niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Renteontvangsten studiefinancieringsraming

De niet-relevante ontvangsten van terugbetaalde leningen zijn naar boven bijgesteld op grond van de realisatie in 2018.

Diversen (Mee- en tegenvallers)

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen

Beleidsmatige mutaties

Diversen (Beleidsmatige mutaties)

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Diversen (Technische mutaties)

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Meevaller Artikel 11 (Studiefinanciering) ontvangsten nr

Er is vanwege diverse oorzaken een meevaller op het artikel studiefinanciering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de Memorie van Toelichting bij Artikel 11 (Studiefinanciering) in de 2e suppletoire begroting.

Studiefinancieringsraming terugontvangen lening (nr)

Deze post bestaat uit niet-kaderrelevante ontvangsten voor studiefinanciering. Deze ontvangsten zijn iets omhoog bijgesteld omdat de extra ontvangsten bovenop de termijnbedragen wat hoger zijn.

Diversen (Niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Deze post bestaat uit niet-relevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Nationale Schuld (Transactiebasis)

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

6.662,90

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Rente vaste schuld

‒ 81,3

Diversen

3,2

 

‒ 78,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 0,2

 

‒ 0,2

Technische mutaties

 

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Mutatie in rekening courant en deposito

56,3

Verstrekte leningen

358,8

Diversen

13,8

 

428,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

350,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

7.013,50

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

7.013,50

IXA NATIONALE SCHULD (TRANSACTIEBASIS): NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

9.146,30

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Rente vlottende schuld

‒ 67,4

Diversen

5,5

 

‒ 61,9

Technische mutaties

 

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Mutatie in rekening courant en deposito

1.255,70

Voortijdige beëindiging derivaten

3.523,60

Diversen

‒ 77,9

 

4.701,40

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

4.639,40

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

13.785,70

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

13.785,70

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Rente vaste schuld

De rentelasten op de vaste schuld zijn in 2020 81 miljoen euro lager uitgevallen. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. De daadwerkelijke rentepercentages waren lager dan de rentepercentages die zijn gebruikt tijdens het opstellen van de begroting. Daarnaast zijn de rentelasten lager uitgevallen als gevolg van de hogere schulduitgifte op de kapitaalmarkt ten opzichte van het financieringsplan tegen negatieve rentepercentages. Tenslotte zijn de rentelasten lager uitgevallen als gevolg van vervroegde aflossingen tussen begin september 2019 en eind december 2019 na het opstellen van de begroting over 2020.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Beleidsmatige mutatie

Diversen

Deze post bestaat uit diverse beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Mutatie in rekening courant en deposito (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De eindstand van de rekeningen-courant van agentschappen is 56 miljoen euro lager uitgevallen. Dit betekent een uitstroom van middelen voor het Rijk.

Verstrekte leningen (niet relevant voor het uitgavenplafond)

Er was een grotere vraag naar leningen dan bij de begroting werd geraamd. De agentschappen hebben voor 53 miljoen euro meer leningen afgesloten, de rechtspersonen met een wettelijke taak hebben voor 306 miljoen euro meer leningen afgesloten.

Diversen (niet-relevant voor het uitgavenplafond)

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Rente vlottende schuld

De rentebaten op de vlottende schuld vallen lager uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente die minder negatief is dan de rente waarmee in de begroting rekening is gehouden. De lagere rentebaten zijn het saldo van meerdere mutaties die uit deze wijzigingen volgen.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Mutatie in rekening courant en deposito (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De eindstanden van de rekeningen-courant van de RWT's, decentrale overheden en sociale fondsen zijn per saldo toegenomen met 1.255,7 miljoen euro. Een toename zorgt voor een instroom van middelen voor het Rijk.

Voortijdige beëindiging derivaten (niet relevant voor het uitgavenplafond)

Het Agentschap heeft in de laatste maanden van 2018, na het opstellen van de begroting van 2019, nog rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen. Als gevolg hiervan dalen de rentebaten op derivaten in latere jaren.

Diversen (niet relevant voor het uitgavenplafond)

Diversen bestaat met name uit rentebaten op derivaten en aflossing op leningen. De rentebaten op derivaten zijn 51 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van de gerealiseerde rentepercentages op de variabele delen van de renteswaps en als gevolg van de voortijdige beëindiging van rentederivaten. In 2020 is 27 miljoen euro minder aan leningen afgelost dan in de begroting werd geraamd. Dit komt enerzijds omdat minder leningen zijn verstrekt dan bij het opstellen van de begroting van 2020 was voorzien. Anderzijds zijn aan het eind van 2019 ook meer leningen vervroegd afgelost dan was geraamd, waardoor een deel van de aflossingen die voor 2020 waren begroot reeds in 2019 zijn afgelost.

Financiën

IXB FINANCIËN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

7.830,10

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Belasting- en invorderingsrente

29

Bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden

‒ 76,5

Bijdragen aan provincies

‒ 31,2

Eigen personeel

‒ 26,7

Overig materieel

‒ 24

Schadeuitkering ekv

‒ 50

Schade-uitkering ekv - afgesloten dossiers (r)

‒ 20,3

Storting begrotingsreserve

70,2

Diversen

44,3

 

‒ 85,2

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Bijdrage aan sso's

‒ 17,5

Bijstelling bcf

137

Borgen stabiliteit cruciale processen belastingdienst

110,5

Eigen personeel

‒ 24,6

Eindejaarsmarge

35,8

Herstellen toeslagen

69,9

Inhuur externen

‒ 59,3

Inzet aanvullende post beheerst vernieuwen

‒ 25,9

Inzet eindejaarsmarge

‒ 35,8

Kasschuif compensatie ouders

‒ 70

Kasschuif toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

‒ 132

Kasschuiven

‒ 45,9

Onvoorzien

‒ 19

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

235

Verbeteren dienstverlening belastingdienst

61,1

Diversen

18,4

 

237,7

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Eib pan-europees garantiefonds

260,3

Eib pan-europees garantiefonds (egf)

‒ 260,3

Herverzekering leverancierskredieten

900,6

Loonbijstelling

95

Overboeking bcf wbi (eerste tranche) 2020

35,2

Schade uitkering herverzekering leverancierskredieten

‒ 800

Diversen

134,1

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Afname munten in circulatie

31,6

Kapitaalinjectie invest-nl

‒ 330

Lening klm

‒ 722,9

Schade ekv

66,9

Schadeuitkering ekv

50

Schade-uitkering ekv - niet afgesloten dossiers (n)

‒ 86

Steunmaatregelen klm

1.000,00

Diversen

‒ 8,5

 

366

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

518,7

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

8.348,80

Totaal Internationale samenwerking

185,3

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

8.534,10

IXB FINANCIËN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

3.097,80

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Belasting- en invorderingsrente

192,8

Dividenden staatsdeelnemingen - deelnemingen

‒ 76,5

Doorbelasten kosten vervolging

22,9

Onttrekking begrotingsreserve

20,2

Ontvangsten boetes en schikkingen

38,9

Ontvangsten boetes en schikkingen

30

Winstafdracht dnb

310

Diversen

27,1

 

565,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Vrijval begrotingsreserve garantie tennet

48

Diversen

9,2

 

57,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Coronamaatregelen

‒ 165

Herverzekering leverancierskredieten

374,2

Recuperaties ekv

‒ 151,7

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

‒ 180

Verlenging coronamaatregelen

‒ 251

Diversen

19,8

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Dividenden staatsdeelnemingen - financiële deelnemingen

‒ 672,5

Verkoop sabb en rfs

31,3

Winstafdracht dnb

74,4

Diversen

19,1

 

‒ 901,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 278,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

2.819,20

Totaal Internationale samenwerking

4,1

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

2.823,30

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Belasting- en invorderingsrente

De uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente (BIR) zijn per saldo 4 miljoen euro hoger dan verwacht. Dit valt uiteen in twee aspecten. Enerzijds zijn de uitgaven ca. 29 miljoen euro hoger dan verwacht, met name het gevolg van hogere belastingteruggaven. Dit zie je terug in deze mutatie. Daarnaast heeft de als gevolg van de coronacrisis genomen maatregel om de belastingrente te verlagen naar 0,01 procent daarentegen juist een neerwaarts effect gehad op de uitgaven (begrote omvang: 25 miljoen euro). De geraamde effecten van de coronamaatregelen staan onder technische mutaties. In dit geval onderdeel van de post Diversen onder Technische mutaties Rijksbegroting.

Bijdragen aan gemeenten en kaderwetgebieden

De bijdrage aan gemeenten is ca. 77 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd, omdat gemeenten minder btw gedeclareerd hebben dan verwacht.

Bijdrage aan provincies

De bijdrage aan provincies is ca. 31 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd, omdat provincies minder btw gedeclareerd hebben dan verwacht.

Eigen personeel

Met de aanvullende middelen die beschikbaar zijn gesteld voor 'de Belastingdienst op orde', is de formatie van de Belastingdienst en Douane uitgebreid. De werving is, mede door de coronacrisis, vertraagd waardoor de bezetting nog niet geheel in lijn met de beoogde formatie is en de uitgaven lager zijn uitgevallen.

Overig materieel

Een deel van de uitgaven die begroot waren onder overig materieel zijn gerealiseerd en verantwoord onder Bijdrage SSO en Overige bijdrage ZBO's en RWT's. Daarnaast vallen de uitgaven voor Facilitaire Dienstverlening en Organisatie en Personeel lager uit als gevolg van de lagere bezetting. Dit heeft in 2020 geleid tot lagere uitgaven op Overig materieel.

Schade-uitkering ekv - afgesloten dossiers (r)

Na de revisie van de nationale rekeningen verwerkt het CBS de schadeuitkeringen van de exportkredietverzekering (ekv) als financiële transacties. Pas bij het sluiten van de polis wordt schade geboekt ten laste van het uitgavenplafond. De verhouding tussen de definitieve en voorlopige schades wordt bijgesteld; het totaal aan definitieve en voorlopige schades blijft gelijk.

Storting begrotingsreserve EKV

De begrote storting in de begrotingsreserve is gelijk aan de raming van de premies, conform de systematiek sinds de revisie van de nationale rekeningen door het CBS in 2019. De begrote onttrekking uit de begrotingsreserve is gelijk aan de raming van de uitvoeringskosten van Atradius, overige kosten en definitieve schades. Per saldo neemt naar verwachting de begrotingsreserve met ca. 70 miljoen euro structureel toe, met name doordat de verhouding tussen definitieve en voorlopige schades is bijgesteld ten gunste van de definitieve schades.

Diversen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers die onder de ondergrens vallen, waaronder een tegenvaller bij de Belastingdienst als gevolg van hoger uitgevallen ICT uitgaven.

Beleidsmatige mutaties

Bijdrage aan SSO's

De geraamde overheadkosten zoals huisvesting, facilitair, ICT en de werkplek vallen 17,5 miljoen euro lager uit, vanwege onderbezetting en vertraging in de werving. Dit komt onder andere door de coronacrisis, waardoor de extra middelen die zijn toegekend, niet geheel tot besteding komen.

Bijstelling BCF

De bijdrage aan gemeenten is in 2020 ca. 132 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd, omdat gemeenten meer BTW gedeclareerd hebben dan verwacht. De bijdrage aan provincies is in 2020 ca. 5 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd, omdat provincies meer btw gedeclareerd hebben dan verwacht.

Borgen stabiliteit cruciale processen Belastingdienst

De Belastingdienst wil nieuwe problemen voorkomen door de druk op cruciale processen te verlagen en door de uitvoeringscapaciteit op gelijk niveau te houden. Het betreft met name middelen voor de belastinginning en de ICT-dienstverlening.

Eigen personeel

Met name de reiskosten die onder eigen personeel begroot waren vallen lager uit als gevolg van de coronacrisis. Daarnaast vallen loonkosten lager uit aangezien de werving van nieuw personeel achter blijft bij de geraamde ontwikkeling.

Eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge is toegevoegd aan de begroting van het ministerie van Financiën.

Herstellen toeslagen

Er zijn structureel middelen toegekend om een verbetering in de uitvoering van Toeslagen mogelijk te maken. Daarnaast worden middelen beschikbaar gesteld voor de ontvlechting van de Belastingdienst.

Inhuur externen

Mede als gevolg van de coronacrisis vallen de uitgaven van de Belastingdienst aan externe inhuur lager uit (ca.59 miljoen euro). Ondanks de coronacrisis gaan dienstverlening en processen zoveel mogelijk door, maar is ook besloten om bepaalde activiteiten tijdelijk te stoppen of te verminderen. Dit om bedrijven te ontzien (bijvoorbeeld met de uitstelregeling betaling belastingschulden en het pauzeren van invorderingsprocessen), maar ook omdat voor bepaalde taken fysiek contact nodig is. Door contactbeperkende maatregelen kan de Belastingdienst bijvoorbeeld minder makkelijk op bezoek (zoals een bedrijfsbezoek en een boekenonderzoek) bij ondernemers. De extra toegekende budgetten aan de Belastingdienst worden daarom niet geheel benut.

Inzet aanvullende post beheerst vernieuwen

De resterende middelen op de aanvullende post voor Beheerst Vernieuwen zijn overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Financiën en ingezet ter dekking van problematiek bij de Belastingdienst.

Inzet eindejaarsmarge

De toegevoegde eindejaarsmarge is ingezet ter dekking van problematiek bij de Belastingdienst.

Kasschuif toeslagen (compensatie ouders)

Bij de herstelbetalingen van Toeslagen staat zorgvuldigheid voorop: ouders moeten zo veel mogelijk in een keer goed geholpen zijn. Ook is het essentieel om goede dienstverlening aan ouders te bieden, waarbij de verhalen van de ouders centraal staan. De grote complexiteit van de dossiers maakt het noodzakelijk om het ritme van de betalingen aan te passen, waardoor een deel van de middelen wordt doorgeschoven naar 2021 en 2022.

Kasschuiven

Middels enkele kasschuiven worden middelen in 2020 naar 2021 en verder geschoven. Er zijn een aantal kasschuiven ingediend om de resterende middelen op de Aanvullende Post voor Beheerst vernieuwen in het gewenste ritme te plaatsen na overheveling naar de Financiën-begroting. Deze kasschuiven zorgen voor een nieuwe en juiste verdeling van de middelen in de jaren 2020 en verder.

Onvoorzien

Deze middelen op artikel 10 zijn niet aangewend in 2020 en daarmee vrijgevallen.

Toeslagen (compensatie ouders en uitvoeringskosten)

Het kabinet heeft in het voorjaar van 2020, zoals aangegeven in de «Kabinetsreactie op het eindrapport van de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen, het rapport van de ADR en het Zwartboek» van 13 maart jl., middelen beschikbaar gesteld om de erfenis van een onredelijk hard toeslagenstelsel zo veel mogelijk te repareren.

Verbeteren dienstverlening Belastingdienst

Burgers en bedrijven moeten op de dienstverlening van de Belastingdienst kunnen vertrouwen. De middelen die hiervoor zijn vrijgemaakt geven onder andere een impuls voor de bereikbaarheid en klantgerichtheid van de Belastingtelefoon en tijdige afhandeling van bezwaren en aangiften voor Erf- en Schenkbelasting. Daarnaast wordt gestart met een cultuurtraject binnen de Belastingdienst.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties, waaronder een bijdrage aan gemeenten voor schuldhulptrajecten ten behoeve van de toeslagengedupeerden. 

Technische mutaties

Herverzekering leverancierskredieten

Dit betreft een coronamaatregel waarbij de Staat voorkomt dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvalt.

Loonbijstelling

De loonbijstelling tranche 2020 is toegevoegd aan de departementale begroting.

Overboeking bcf wbi (eerste tranche) 2020

Voor Woningbouw Impuls (WBI) is de eerste tranche van 290 miljoen euro aan specifieke uitkeringen uitgekeerd en daarnaast 35 miljoen afgedragen aan het BTW-compensatiefonds.

Diversen

Deze post betreft met name afdrachten aan het BTW-compensatiefonds. 

Afname munten in circulatie (niet relevant voor uitgavenplafond)

Het afgelopen jaar zijn er via De Nederlandsche Bank (DNB) minder munten in omloop gebracht, dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van ca. 32 miljoen euro aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten uit de schatkist onttrokken.

Kapitaalinjectie Invest-NL (niet relevant voor uitgavenplafond)

Eind 2019 is Invest-NL N.V. opgericht. Invest-NL ontvangt verspreid over enkele jaren een kapitaalinjectie (ter waarde van 1,7 miljard euro) waarvan 330 miljoen euro in 2020 beschikbaar was gesteld. Invest-NL heeft in 2020 nog geen aanvullend kapitaal nodig gehad bovenop de 50 miljoen euro die bij oprichting in 2019 beschikbaar was gesteld.

Lening KLM (niet relevant voor uitgavenplafond)

Middels een Kamerbrief (Kamerstukken II 2019/20, 29 232 nr. 41) en incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35 505 nr. 1) heeft het kabinet op 26 juni 2020 het parlement geïnformeerd over de steunmaatregelen KLM. Onderdeel van deze steunmaatregelen is een directe lening aan KLM door de Nederlandse staat met een omvang van maximaal 1 miljard euro. De lening is een achtergestelde lening. Dit betekent dat wanneer KLM haar crediteuren niet kan terugbetalen, deze lening (en daarmee de Nederlandse staat) pas als laatste wordt terugbetaald. Daarmee neemt de Nederlandse staat relatief veel risico op zich via deze lening, hetgeen weerspiegeld wordt door de eveneens relatief hoge rente die KLM op deze lening betaalt (zie begrote ontvangsten in de Ontwerpbegroting 2021). De omvang van de daadwerkelijke in 2020 door de Staat aan KLM verstrekte lening bedraagt 277,1 miljoen euro.

Diversen

Deze mutatie betreft onder andere de betaling van de vermogensbelasting van 7,8 miljoen euro als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank (SABB). De belastingplicht van de consortiumpartners (waarvan de Staat één van de partners is) loopt via de vennootschap NWM (het huidige consortiumvehikel). Bij deze vennootschap is reeds een voorziening getroffen voor deze vermogenswinstbelasting, die vrijvalt. Hierdoor heeft het betalen van deze belasting per saldo geen effect. Het aandeel van de Staat hierin betreft 7,8 miljoen euro en is als desaldering verwerkt bij zowel de uitgaven als ontvangsten.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Belasting- en invorderingsrente

Bij de belasting- en invorderingsrente (BIR) wordt een structurele ramingsbijstelling verwerkt van de ontvangsten. Dit wordt met name veroorzaakt door de stijging van het aantal (belastingplichtige) bedrijven en burgers in de afgelopen jaren. Dit heeft positieve gevolgen voor de belastingbasis en daarmee de grondslag voor de meerjarige BIR-raming. Ook is sprake van gewijzigde verdeelsleutels van de BIR, waardoor bij de renteontvangsten de verhouding tussen het belasting- en het premiedeel verschuift ten faveure van eerstgenoemde en daarmee de Financiënbegroting. Tevens zijn a.g.v. de Coronamaatregelen de ontvangsten naar beneden bijgesteld. Deze coronamutaties van de niet-belastingontvangsten: Belasting- en invorderingsrente, doorbelasten kosten vervolging en Ontvangsten boetes en schikkingen staan begroot in de tabel onder Technische toelichtingen Rijksbegroting onder Coronamaatregelen en Verlenging Coronamaatregelen en worden verderop en in de Bijlage Overzicht Coronasteunmaatregelen in het Jaarverslag Financiën 2020 nader toegelicht.

Dividenden staatsdeelnemingen - deelnemingen

De coronacrisis heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van het ontvangen dividend bij de reguliere staatsdeelnemingen.

Doorbelasten kosten vervolging

Aan belastingschuldigen worden de kosten doorberekend van invorderingsmaatregelen. Op basis van de realisatiecijfers zijn de ontvangsten voor kostenvervolging in 2020 opwaarts bijgesteld. Tevens zijn a.g.v. de coronamaatregelen de ontvangsten naar beneden bijgesteld. Deze coronamutaties van de niet-belastingontvangsten: Belasting- en invorderingsrente, doorbelasten kosten vervolging en Ontvangsten boetes en schikkingen staan begroot in de tabel onder Coronamaatregelen en Verlenging Coronamaatregelen en worden verderop en in de Bijlage Overzicht Coronasteunmaatregelen in het Jaarverslag Financiën 2020 nader toegelicht.

Onttrekking begrotingsreserve EKV

Vanaf de eerste suppletoire begroting 2020 en verder worden de toevoegingen aan de begrotingsreserve EKV als uitgaven weergegeven en de onttrekkingen uit de begrotingsreserve als ontvangsten. De geraamde onttrekking uit de begrotingsreserve is gelijk aan de geraamde uitvoeringskosten van Atradius, schades die definitief worden afgeschreven en overige kosten. Een onttrekking uit de begrotingsreserve is een ontvangst voor de Financiën-begroting.

Ontvangsten boetes en schikkingen

De raming voor boetes en schikkingen is opwaarts bijgesteld als gevolg van hogere realisatiecijfers. Tevens zijn a.g.v. de Coronamaatregelen de ontvangsten naar beneden bijgesteld. Deze coronamutaties van de niet-belastingontvangsten: Belasting- en invorderingsrente, doorbelasten kosten vervolging en Ontvangsten boetes en schikkingen staan begroot in de tabel onder Coronamaatregelen en Verlenging Coronamaatregelen en worden verderop en in de Bijlage Overzicht Coronasteunmaatregelen in het Jaarverslag Financiën 2020 nader toegelicht.

Winstafdracht DNB

De winstafdracht 2020 is naar boven bijgesteld vanwege het feit dat DNB in 2019 meer winst maakte dan verwacht en is het gevolg van wijzigingen in het monetaire beleid. Hieronder valt onder andere: 1) het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB), waarin extra staats- en bedrijfsobligaties beschikbaar zijn gekomen, en 2) de ontwikkeling in de rentecurve, waardoor DNB in 2019 een lagere voorziening voor het renterisico aan diende te houden en er in 2020 een deel van de voorziening is vrijgevallen. Doordat het de winstafdracht betrof over de gerealiseerde winst in 2019 had de coronacrisis dus nog geen invloed.

Diversen

Dit betreft een som van meerdere mutaties. Zo wordt zijn de ontvangsten voor de EKV-premies hoger dan verwacht. Door de coronacrisis is er een grotere behoefte aan het afdekken van betalingsrisico’s en vinden er meer EKV-transacties plaats met meer premieopbrengsten als gevolg.

Beleidsmatige mutaties

Vrijval begrotingsreserve garantie TenneT

In 2010 heeft de Staat een garantie van 300 miljoen euro voor 10 jaar afgegeven aan TenneT. Als vergoeding voor deze garantie heeft TenneT in totaal 48 miljoen euro aan premies betaald. De Staat heeft deze premies in een begrotingsreserve gestort ter dekking van eventuele schade. De garantie is in 2020 komen te vervallen zonder dat er een claim heeft plaatsgevonden. Het opgebouwde bedrag van 48 miljoen euro uit de reserve valt daarom nu vrij.

Diversen

Deze post bestaat uit beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Coronamaatregelen

Het kabinet heeft 17 maart (Kamerstuk 2019-2020, 35-420, nr. 14), besloten de liquiditeit van de ondernemers te ondersteunen door tijdelijk –gedurende drie maanden- zowel de belasting- als de invorderingsrente naar 0,01 procent te verlagen. Dit leidt tot lagere rente-ontvangsten. Daarnaast is het kabinet ondernemers tegemoetgekomen door het tijdelijk - gedurende drie maanden - achterwege laten of terugdraaien van betaalverzuimboetes. Deze maatregel heeft daarnaast een neerwaarts effect op de opbrengsten van de kosten van vervolging, wat tot lagere boete-ontvangsten leidt. De som van deze eerste set van maatregelen is begroot op 165 miljoen euro in 2020.

Herverzekering leverancierskredieten

De herverzekering leverancierskredieten betreft een coronamaatregel waarbij de Staat voorkomt dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvalt. De schaderestituties en premieontvangsten voor de herverzekering van de leverancierskredieten komen ten gunste van de Staat.

Recuperaties ekv

Argentinië heeft aangegeven de openstaande vordering van 140 miljoen euro niet te kunnen voldoen en heeft herstructurering aangevraagd bij de Club van Parijs. De uiterste betaaldatum voor deze vordering verstrijkt in 2021, waardoor vooralsnog de voor 2020 geraamde ontvangst wordt geraamd voor 2021. Daarnaast is bij invoering van de nieuwe begrotingssystematiek voor de EKV in 2019 per abuis de plafondaanduiding van de schaderestituties voor en na 1999 verwisseld. Restituties van polissen na 1999 hadden conform nieuwe systematiek buiten het uitgavenplafond moeten vallen en restituties van polissen van voor 1999 hadden binnen het uitgavenplafond moeten vallen. Deze mutatie van 151,7 miljoen euro corrigeert voor deze verwisseling van verwerking.

Verlenging coronamaatregelen

Het kabinet heeft 28 augustus 2020 aangegeven de maatregelen rondom de belasting- en invorderingsrente te verlengen tot en met 31 december 2021. Daarnaast is de belastingrente per 1 oktober 2020 weer verhoogd tot het niveau van 4 procent. Voor alle belastingsoorten met uitzondering van de vennootschapsbelasting komt deze 4 procent overeen met het percentage zoals dat oorspronkelijk, voorafgaand aan de Coronacrisis, gold. Het percentage voor de vennootschapsbelasting bedroeg oorspronkelijk 8 procent, maar zal vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 op het lagere niveau van 4 procent (gelijk aan de andere belastingsoorten) liggen. Tot slot, komt het kabinet ondernemers tegemoet door het tijdelijk achterwege laten of terugdraaien van betaalverzuimboetes. Deze verzuimboete brengt de Belastingdienst normaliter in rekening als een belastingplichtige niet (tijdig) betaalt. Deze verlenging leidt tot derving in de niet-belastingontvangsten; bij de Belasting- en invorderingsrente, doorbelasten kosten vervolging en Ontvangsten boetes en schikkingen.

Diversen

Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Dividenden staatsdeelnemingen - financiële deelnemingen (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De nieuwste winstramingen van de staatsdeelnemingen leiden tot een lagere dividendraming. De dividenduitkeringen van financiële instellingen zijn tot en met 31 december 2020, op aanbeveling van de ECB, uitgesteld.

Verkoop SABB en RFS (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De Staat heeft zijn resterende belang in de Saudi British Bank (SABB) en RFS Holdings afgewikkeld. De opbrengst van de verkoop betreft ca. 31 miljoen euro.

Winstafdracht DNB (niet relevant voor het uitgavenplafond)

De winstafdracht 2020 is naar boven bijgesteld vanwege het feit dat DNB in 2019 meer winst maakte dan verwacht en is het gevolg van wijzigingen in het monetaire beleid. Hieronder valt onder andere: 1) het opkoopprogramma van de ECB, waarin extra staats- en bedrijfsobligaties beschikbaar zijn gekomen, en 2) de ontwikkeling in de rentecurve, waardoor DNB in 2019 een lagere voorziening voor het renterisico aan diende te houden en er in 2020 een deel van de voorziening is vrijgevallen. Doordat het de winstafdracht betrof over de gerealiseerde winst in 2019 had de coronacrisis dus nog geen invloed.

Diversen (niet relevant voor het uitgaven plafond)

Dit betreft een som van meerdere mutaties met als belangrijkste de desaldering van de vermogensbelasting van 7,8 miljoen euro met betrekking tot de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank (SABB). 

Defensie

X DEFENSIE: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

10.825,10

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Bijstellen instandhouding vastgoed agv geleverde diensten

15,3

Bijstellen personele exploitatie door zorgdeclaraties en opleidingen

‒ 24,6

Correctie covid uitgaven

17,4

Materiele exploitatie

‒ 15,9

Uitgaven voorlopige rekening

‒ 264

Diversen

‒ 20

 

‒ 291,8

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Bijstellen inkomensoverdrachten voor veteranen

17

Bijstellen instandhouding van de landmacht o.b.v. eindrealisatie

27

Compensatie zeeland

‒ 40,9

Convenant brigade speciale beveiligingsopdrachten (bsb)

25,2

Eindejaarsmarge 2019

136,4

Kasschuif chroom 6

‒ 17

Diversen

26,6

 

174,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Covid middelen

60

Loonbijstelling tranche 2020

170,3

Prijsbijstelling tranche 2020

92,3

Diversen

9,3

 

331,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

214,4

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

11.039,50

Totaal Internationale samenwerking

151

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

X DEFENSIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

 
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

263,2

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0,1

 

0,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

5,4

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Aflossing en rente lening abp 2017

33,6

 

39

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

39

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

302,2

Totaal Internationale samenwerking

6,2

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Bijstellen instandhouding vastgoed agv geleverde diensten

Het budget voor vastgoed is met 15,3 miljoen hoger uitgevallen dan verwacht ten tijde van de tweede suppletoire begroting. Dit is het gevolg van het inhalen van achterstallig onderhoud aan vastgoed en infrastructuur, met name aan de legeringsgebouwen.

Bijstellen personele exploitatie door zorgdeclaraties en opleidingen

Dit betreft o.a. de uitgaven voor overige personele exploitatie die lager zijn uitgevallen als gevolg van de werkkostenregeling (WKR) (3,8 miljoen euro) wegens het uitvallen van o.a. personeelsreizen en recepties. Ook is er wegens COVID-19 minder uitgegeven aan opleidingen (3,5 miljoen euro) en dienstreizen (2,9 miljoen euro).

Correctie COVID uitgaven

De realisatie van de COVID middelen laat een onderrealisatie zien. Dit komt o.a. door lagere uitgaven aan persoonlijke beschermingsmiddelen en omdat een deel van de betalingen in 2021 plaatsvindt.

Materiele exploitatie

Deze mutatie wordt grotendeels verklaard door een herwaardering van 15,5 miljoen euro van de voorraad termijnvaluta.

Uitgaven voorlopige rekening

Dit is het saldo van diverse mutaties die leiden tot lagere uitgaven dan voorzien o.a. als gevolg van vertragingen op een aantal projecten (Midlife Update Chinook, Unmanned Aerial Vehicle, het project Defensie Beveiligings en Bewakingssytemen).

Diversen

Dit is het saldo van diverse mutaties waaronder lagere uitgaven dan begroot voor de uitkeringen voor chroom 6 vanwege een ander betalingsritme dan verwacht, en lagere dan verwachtte uitgaven aan pensioenen en uitkeringen.

Beleidsmatige mutaties

Bijstellen inkomensoverdrachten voor veteranen

In de laatste maanden van 2020 zijn de uitkeringen aan veteranen eerder toegekend dan geraamd waardoor sprake is van 17 miljoen hogere uitgaven op het budget Nationaal Fonds Ereschuld. 

Bijstellen instandhouding van de Landmacht o.b.v. eindrealisatie

Op het instandhoudingsbudget is 27 miljoen euro meer uitgegeven dan geraamd als gevolg van hogere kosten voor het onderhoud van de infanteriegevechtsvoertuig CV90. Wegens achterstallig onderhoud is een aantal onderdelen zoals de motoren en versnellingsbakken vervangen.

Compensatie Zeeland

Vanwege het niet doorgaan van de verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Zeeland heeft het kabinet een compensatiepakket voor Zeeland opgesteld. Dit is erop gericht de sociaaleconomische structuur van Zeeland te versterken en het vestigingsklimaat te bevorderen. Defensie heeft middelen vrijgemaakt om bij te dragen aan het compensatiepakket.

Convenant brigade speciale beveiligingsopdrachten (bsb)

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft 25,2 miljoen euro overgeheveld naar het ministerie van Defensie ten behoeve van de bescherming van diplomaten en ambassades door de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB).

Eindejaarmarge 2019

De eindejaarsmarge is toegevoegd aan de begroting van Defensie, waarvan 103,8 miljoen euro op het investeringsartikel en 32,6 miljoen euro op de overige artikelen.

Kasschuif chroom 6

De verwerking van de chroom 6 claims gaf aanleiding voor een aangepast kasritme. Hierdoor is er besloten tot een kasschuif van 17 miljoen euro naar de jaren 2022, 2023 en 2024.

Diversen

Dit betreft o.a. het naar boven bijstellen van de instandhoudingskosten IT bij Defensie Materieel Organisatie (10 miljoen) door het eerder dan gepland inkopen van een simulatiesysteem en softwarelicenties.

Technische mutaties

Covid middelen

Defensie heeft 60 miljoen t.b.v. Covid maatregelen ontvangen. Deze middelen zijn gebruikt voor o.a. de dekking van de Zr.Ms. Karel Doorman, het Nationaal Crisis Centrum, lagere ontvangsten van zorgkosten en het aanschaffen van beschermingsmiddelen.

Loonbijstelling tranche 2020

De tranche 2020 van de loonbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Prijsbijstelling tranche 2020

De tranche 2020 van de prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Diversen

Dit is het saldo van verschillende mutaties waaronder een bijdrage 9,1 miljoen van het ministerie van Justitie en Veiligheid t.b.v. het Breed offensief tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit (BOTOC), een bijdrage van 3,2 miljoen euro van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de ontwikkeling van het Maritiem Operations Centre (MOC).

Niet-belastingontvangsten

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Dit betreft de loon- en prijsbijstelling voor de doorbelasting van het Militaire Huis voor 2020 van het ministerie van Defensie naar het ministerie van Algemene Zaken.

Technische mutaties

Diversen

Dit is het saldo van verschillende mutaties waaronder het naar beneden bijstellen van de ontvangsten met 12,6 miljoen euro als gevolg van het niet nakomen van betalingsverplichtingen vanuit Jordanië voor geleverde goederen als rupsvoertuigen, terreinvoertuigen en de daarbij behorende reservedelen. Deze ontvangsten zullen in de komende jaren naar verwachting alsnog binnenkomen. Ook de ontvangsten voor zorgkosten zijn met 7 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Vanwege COVID-19 heeft de niet-spoedeisende dienstverlening aan het militaire personeel stilgelegen waardoor de betreffende behandelingen niet konden plaatsvinden en dus niet gedeclareerd konden worden bij de zorgverzekeraar. Verder betreft dit het naar beneden bijstellen van de ontvangsten bij DMO en de doorwerking hiervan bij de uitgaven als gevolg van lagere verkopen van brandstof aan bondgenootschappelijke krijgsmachten en van een lagere olieprijs. Het saldo van de ontvangsten wordt daarnaast verklaard door de vergoeding voor het medegebruik van o.a. kazernes door andere overheidsinstanties zoals gemeenten voor bijvoorbeeld het opvangen van asielzoekers.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Aflossing en rente ABP 2017

In de financieringsconstructie van de overgang naar het kapitaaldekkingsstelsel was voldoende saldo om de op één na laatste lening van het ABP aan de staat af te lossen. Het ABP had dit geld, via Defensie, geleend ter dekking van (tijdelijke) dubbele lasten die gemoeid waren met de overgang van het omslagstelsel voor militaire pensioenen naar het kapitaaldekkingsstelsel. De terugbetaling van het ABP wordt vervolgens via Defensie teruggegeven aan het Ministerie van Financiën. Hierna resteert er nog één lening die moet worden afgelost.

Infrastructuur en Waterstaat

XII INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

8.884,50

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Saldo 2020 ejm regeringsvliegtuig

‒ 16,2

Diversen

‒ 37,1

 

‒ 53,3

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Eindejaarsmarge middelen laadinfra

15

Eindejaarsmarge regeringsvliegtuig

16,2

Eindejaarsmarge 2019

17,3

Generale kasschuif deltafonds

‒ 94,9

Generale kasschuif infrastructuurfonds

‒ 166,4

Lagere uitgaven dei-regeling/urgenda

‒ 24

Diversen

‒ 23,5

 

‒ 260,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Beschikbaarheidsvergoeding ov

1.321,10

Dbfm contract a9 baho

‒ 143,1

Loonbijstelling 2020

57,3

Plafondcorrectie beschikbaarheidsvergoeding 2020

‒ 500

Prijsbijstelling 2020

128,9

Diversen

‒ 2,8

 

861,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

547,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

9.432,40

Totaal Internationale samenwerking

28,2

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

9.460,60

XII INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

15,5

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 4,5

 

‒ 4,5

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

15,3

 

15,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

10,7

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

26,3

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

26,3

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Saldo 2020 ejm Regeringsvliegtuig

Een deel van de kosten (16,2 miljoen euro) voor de aankoop van het regeringsvliegtuig is in 2019 niet tot betaling gekomen, en daarom via de Eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2020. In 2020 zijn de kosten ook niet tot betaling gekomen. Het gaat voornamelijk om inklaringskosten.

Diversen

Deze post bestaat uit verschillende kleinere posten, waarvan de voornaamste lagere kosten voor o.a. huisvesting, projecten en SSC ICT voor agentschappen (samen ‒ 24,2 miljoen euro) en lagere uitgaven in het kader van de Regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie DEI (-8,8 miljoen euro) zijn. Die laatste komt bovenop de onderuitputting op de DEI+ regeling die al bij Najaarsnota verwerkt is (zie hieronder).

Beleidsmatige mutaties

Eindejaarsmarge middelen Laadinfra

Middelen uit het Klimaatakkoord (15 miljoen euro) voor laadinfrastructuur, bedoeld om gemeenten te ondersteunen bij de plaatsing hiervan, zijn in 2019 niet tot besteding gekomen. Via een uitgebreide Eindejaarsmarge zijn deze middelen aan de begroting van 2020 toegevoegd.

Eindejaarsmarge regeringsvliegtuig

In 2016 is een reservering getroffen van 90 miljoen euro op de IenW-begroting voor de vervanging van het regeringsvliegtuig. In 2017 is het koopcontract voor de levering van het nieuwe regeringsvliegtuig getekend en is het oude regeringsvliegtuig verkocht. Het niet-bestede deel (28,3 miljoen euro) van de reservering voor het regeringsvliegtuig uit 2019 is toegevoegd aan de IenW-begroting 2020. Dit omdat één van de betalingen voor de vervanging van het Regeringsvliegtuig pas later plaatsvindt. Eind 2020 was het niet-bestede deel nog 16,2 miljoen euro, zie toelichting onder 'Saldo 2020 ejm Regeringsvliegtuig' hierboven.

Eindejaarsmarge 2019

De eindejaarsmarge 2019 is bij Voorjaarsnota 2020 toegevoegd aan de IenW-begroting.

Generale Kasschuif Infrastructuurfonds en Deltafonds

Nieuwe uitvoeringsinformatie op zowel het Infrastructuurfonds als het Deltafonds en behoefte tot extra overprogrammering op het Infrastructuurfonds enerzijds, en een versnelling op het programma instandhouding en de opbouw van capaciteit bij RWS anderzijds, hebben geleid tot een kasschuif over de gehele looptijd op beide fondsen. Per saldo is circa 0,5 miljard euro verschoven op het IF en het DF uit de meerjarenperiode naar latere jaren.

Lagere uitgaven DEI-regeling/Urgenda

De uitgaven door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan de uitvoering van de subsidieregeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) vallen lager uit in 2020, waardoor 24 miljoen euro doorschuift naar 2021. Deze middelen waren bestemd voor projecten die onder de DEI +-regeling vallen en tevens bijdragen aan een Circulaire Economie. De middelen zullen in 2021 voor hetzelfde doel worden ingezet.

Diversen

Deze post bestaat voornamelijk uit een aantal uitgaven die lager uit zijn gevallen dan geraamd. Dit komt o.a. doordat er minder klimaatmiddelen zijn uitgegeven dan voorzien (-9,5 miljoen euro), lagere uitgaven aan het programma Retrofit (-4 miljoen euro) en een overboeking naar het ministerie van LNV voor de financiering van het Noordzee Akkoord (-4,3 miljoen euro).

Technische mutaties

Beschikbaarheidsvergoeding OV

In 2020 heeft het kabinet besloten tot een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer onder concessie. De vergoeding past bij het verzoek van het kabinet aan vervoerders om een volwaardige dienstregeling aan te bieden, terwijl de reizigersaantallen en de inkomsten nog beperkt zijn door toedoen van Corona.

DBFM contract a9 Baho

De aanleg- en beheer en onderhoudbudgetten voor het DBFM-project A9 Badhoevedorp Holendrecht zijn omgezet in begrotingsreeksen voor betaling van de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding.

Loon- en prijsbijstelling 2020

De tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling is overgemaakt naar de departementale begroting.

Plafondcorrectie beschikbaarheidsvergoeding 2020

Omdat een deel van de beschikbaarheidsvergoeding achteraf wordt uitgekeerd, was de inschatting bij najaarsnota dat een bedrag van ca. 500 miljoen euro in 2020 niet tot betaling zou komen. Dit bedrag is bij Najaarsnota middels een plafondcorrectie afgeboekt. De middelen zullen in 2021, opnieuw via een plafondcorrectie, worden toegevoegd aan de begroting van IenW.

Diversen

De post bestaat uit verschillende positieve en negatieve bedragen die grotendeels tegen elkaar wegvallen. Het gaat onder andere om enkele afdrachten aan het BTW-compensatiefonds (BCF) (-12,1 miljoen euro), een overboeking naar BZK voor dienstverlening FM Haaglanden (-10 miljoen euro), de bijdrage aan maatregelen scheepvaartveiligheid van EZK (+5,8 miljoen euro), extra budget voor de Innovatieregeling Bouw Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) (+5 miljoen euro), een overboeking naar EZK voor brandstofopslag Bonaire (-5 miljoen euro) en enkele overboekingen van de AP t.b.v. het Klimaatakkoord (samen +33 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Deze post bestaat voornamelijk uit lagere realisaties dan voorzien, waarvan de grootste samenhangt met lagere ontvangsten op bestuurlijke boetes (-2,6 miljoen euro). Ook zijn de ontvangsten op het apparaatsartikel per saldo lager dan geraamd (-1,4 miljoen euro). Daartegenover staat een hogere ontvangst (2,5 miljoen euro) van de Nederlandse Emissie Autoriteit (NEA) als gevolg van een afrekening over eerdere jaren tot en met 2017.

Technische mutaties

Diversen

Onder deze post vallen onder andere de bijdrage van het ministerie van Buitenlandse zaken (2,9 miljoen in 2020) en Rijkswaterstaat (RWS) (2,2 miljoen in 2020) aan het beheer van het IT-systeem SAP, hogere ontvangsten t.b.v. sanering verkeerslawaai (1,9 miljoen euro) en de aanvulling van het onderzoeksbudget van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vanwege opdrachten van de Europese Commissie. (1,8 miljoen euro). Daarnaast nog een aantal mutaties <1 miljoen euro.

Economische Zaken en Klimaat

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

5.679,30

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Hogere uitvoeringskosten RVO

20,4

Lagere vergoeding waardedaling Groningen

‒ 118,3

Onderuitputting PVI/DEI+

‒ 19,8

Onderuitputting Urgendamiddelen

‒ 29,6

Onderuitputting verduurzaming industrie

‒ 19

Realisatiebijstelling BMKB-regulier

‒ 20

Realisatiebijstelling DVI

‒ 21,2

Realisatiebijstelling ISDE

‒ 18,6

Realisatiebijstelling SDE

‒ 107,5

Realisatiebijstelling SDE+

93,8

Realisatiebijstelling Seed Capital

‒ 46,4

Storting begrotingsreserve Duurzame Energie

31,8

Diversen

‒ 144,6

 

‒ 399

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanv. middelen t.b.v. liberalisering elektriciteitsproductiemarkt

16,5

Bijdrage aan NPG voor BZK

42,1

Bijstelling prognose schadevergoedingen door IMG

70

Budget verduurzaming voor BZK

16,8

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

138,8

Interne problematiek

27,9

Kasschuif middelen amendement Mulder

‒ 60

Kasschuif PPS-toeslag

‒ 50

Kasschuif TTT-regeling

‒ 41,9

Onttrekking begrotingsreserve Duurzame Energie bij voorjaarsnota

‒ 63

Onttrekkingen reserve CO2-maatregelen voor industrie 2020

26,1

Overheveling niet benutte urgenda-middelen 2019

‒ 26,1

Urgenda 1: doorschuiven urgendamiddelen

‒ 17

Verplichtingenschuif kapitaalstortingen ROM's

‒ 16

Diversen

‒ 47,7

 

16,5

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanpassing raming kosten immateriële schades

‒ 145

Aanpassing raming schadebetalingen

200

Aanpassing raming schades waardedaling

‒ 112

Aanpassing uitvoeringskosten schadebetalingen

45

Amendement Mulder ophoging ISDE MKB

100

BMKB

180

Correctie kader COL

‒ 300

Klein Krediet Corona

164

GO-corona

1.000,00

Horecasubsidie

40

Immateriële schade Groningen

150

Kasschuif GO-corona

‒ 900

Loonbijstelling

31,2

Noodloket (TOGS) 1e isb

475

Noodloket (TOGS) 2e isb

1.170,00

Nota van wijziging overgang taken Groningen naar BZK

‒ 85,4

Onttrekking begrotingsreserve Duurzame Energie bij voorjaarsnota

63

Onttrekking teruggehevelde urgenda-middelen 2019 aan reserve

66,2

Ophoging Garantie Ondernemersfinanciering

75

Overboeking niet benutte middelen 2019 NPG naar BZK

‒ 42,1

Qredits

31

Ramingsbijstelling TVL1.0

‒ 300

Realisatiebijstelling coronamaatregelen ROM's

‒ 90,4

Realisatiebijstelling coronamodule BMKB

‒ 203

Realisatiebijstelling coronamodule GO-regulier

‒ 75

Realisatiebijstelling GO-corona

‒ 100

Realisatiebijstelling KKC

‒ 164

Realisatiebijstelling TVL

‒ 150,3

ROM's

375

Storting reserve coronamodule BMKB

214,6

Storting reserve coronamodule GO-regulier en GO-corona

177

Storting reserve KKC

164,8

Tegemoetkoming Vaste Lasten

1.371,00

Tegemoetkoming Vaste Lasten bijstelling kostenraming

‒ 500

Tegemoetkoming Vaste Lasten in noodpakket 3.0

453,5

Verbreding TVL

140

Verlaging budget TOGS

‒ 775

Waardedaling Groningen

410

Diversen

125,4

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Bedrijfssteun

100

Correctie kader COL

300

Kasschuif SGR

‒ 100

Overbruggingsfaciliteit IHC

40

Diversen

‒ 2,9

 

3.616,60

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

3.233,90

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

8.913,20

Totaal Internationale samenwerking

24

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

8.937,20

XIII ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

4.879,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Lagere ontvangsten Groningen schadebetalingen

‒ 158,4

Lagere ontvangsten NAM voor de uitvoeringskosten

‒ 51,9

Lagere ontvangsten NAM waardedaling Groningen

‒ 97,8

Meevallers ontvangsten artikel 2

15,3

Tegenvallers op de ontvangsten artikel 2

‒ 26

Diversen

‒ 32,6

 

‒ 351,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanpassing volume aardgasbaten

‒ 20

Dekking interne problematiek

68,2

Lagere ontvangsten Groningen schadebetalingen

‒ 50

Lagere ontvangsten NAM waardedaling Groningen

‒ 200

NAM ontvangsten schadevergoedingen

58,9

Ramingsbijstelling boeteontvangsten ACM

75,3

Diversen

‒ 10,5

 

‒ 78,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanpassing raming kosten immateriële schades

‒ 145

Aanpassing raming schadebetalingen

200

Aanpassing raming schades waardedaling

‒ 112

Aanpassing uitvoeringskosten schadebetalingen

45

Amendement Mulder ophoging ISDE MKB

100

Immateriële schade Groningen

150

Nota van wijziging overgang taken Groningen naar BZK

‒ 75

Onttrekking begrotingsreserve Duurzame Energie bij voorjaarsnota

63

Onttrekking teruggehevelde urgenda-middelen 2019 aan reserve

66,2

Waardedaling groningen

410

Diversen

126,6

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Aanpassing raming prijs aardgasbaten

‒ 420

Bijstelling ETS-raming

‒ 70

Opbrengst 5G veiling

822,6

Ophoging ETS-ontvangsten 2020

60

Overig effecten aardgas (o.a.nieuwe ramingsmethode)

‒ 120,1

Prijseffect aardgasbaten

‒ 290,9

Realisatie bijstelling ontvangsten ODE

133,9

Verlaging raming inkomsten mijnbouwwet

‒ 130

Diversen

‒ 25,7

 

788,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

358,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

5.237,90

Totaal Internationale samenwerking

0,3

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

5.238,20

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Hogere uitvoeringskosten RVO

De begroting van het IMG voor 2020 is laat in het jaar aangepast. De aanpassing betrof onder andere hogere uitvoeringskosten. Het IMG wordt via RVO gefinancierd. Het voorschot voor de RVO is daarom met 20,4 miljoen euro verhoogd.

Lagere vergoeding waardedaling Groningen

Door een betalingsstop vanaf 22 december is door het IMG 118,3 miljoen euro minder aan waardedalingsvergoedingen uitgekeerd dan verwacht.

Onderuitputting PVI/DEI+

19,8 miljoen euro van het programma Verduurzaming industrie (PVI/DEI+) is in 2020 niet benut, omdat (uit)financiering van de aangegane verplichtingen wordt uitgesmeerd in een (vast) kasritme van 5 jaar. Dit betreft voornamelijk de klimaatenveloppe-middelen voor de pilots en demo’s ten behoeve van CO2 reductie industrie.

Onderuitputting Urgendamiddelen

Mede als gevolg van de coronacrisis zijn niet alle beschikbare middelen voor Urgendadoelen tot besteding gekomen. Bijvoorbeeld de onderuitputting op de VEKI-regeling (10 miljoen euro). Daarnaast was de nadeelcompensatie voor de sluiting van de Hemweg-centrale lager dan het gereserveerde bedrag (11,6 miljoen euro).

Onderuitputting verduurzaming industrie

Dit betreft de onderuitputting als gevolg van het niet doorgaan of het optreden van vertraging van/bij een aantal maatwerkbeschikkingen, zoals Sabic en Stoomcasus Botlek.

Realisatiebijstelling BMKB-regulier

De benutting van de reguliere BMKB lag 20,0 miljoen euro lager dan de oorspronkelijke raming, vanwege het lage aantal faillissementen. Hierdoor hebben weinig schadebetalingen plaatsgevonden. Het resterende kasbudget is gestort in de begrotingsreserve.

Realisatiebijstelling DVI

Voor het Dutch Venture Initiative (DVI) is 21,2 miljoen euro minder uitgegeven dan de raming. De omvang en het moment van de uitgaven in het kader van het Dutch Venture Initiative worden bepaald door de investeringen en terugontvangsten van de fondsen bij hun portfolio-bedrijven. Deze investeringen en ontvangsten fluctueren in aantal en omvang. Vooraf zijn deze fluctuaties niet precies te ramen, waardoor realisatie sterk kan afwijken van begroting.

Realisatiebijstelling ISDE

De uitgaven op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) zijn bijna 99 miljoen euro lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Deels was dit voorzien, zodat al bij Voorjaarsnota 2020 60 miljoen euro van de voor het MKB beschikbare 100 miljoen euro (amendement-Mulder) naar 2021 en 2022 is geschoven. De realisatie op de resterende middelen valt 18,6 miljoen euro lager uit dan bij NJN begroot. De gehele onderuitputting op de ISDE is in de Begrotingsreserve duurzame energie gestort.

Realisatiebijstelling SDE en SDE+

RVO geeft gecombineerde prognoses af voor de uitgaven op de SDE en de SDE+. Over het geheel van SDE en SDE+ is 13,7 miljoen euro minder aan kasuitgaven gerealiseerd dan bij NJN geraamd. Het saldo van niet-gebruikte middelen is in de begrotingsreserve Duurzame Energie gestort. Voor de SDE zijn de uitgaven 107,5 miljoen euro lager uitgevallen dan bij NJN geraamd. Dit is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een tragere realisatie van de subsidiabele productie dan was. Voor de SDE+ zijn de uitgaven 93,8 mijoen euro hoger uitgevallen dan bij NJN geraamd.

Realisatiebijstelling Seed Capital

Voor de Seed Capital regeling is 46,4 miljoen minder uitgegeven dan geraamd. De uitfinanciering van de verplichtingen van de Seed Capital regeling vindt plaats op basis van liquiditeitsbehoefte van de Seedfondsen. Dit kan van jaar op jaar fluctueren.

Storting begrotingsreserve Duurzame Energie

De onderuitputting van 31,8 miljoen euro op de subsidie Hernieuwbare Energietransitie (HER+), de SDE/SDE+ en de ISDE sinds NJN is in de begrotingsreserve Duurzame Energie gestort. Dit betreft de onderuitputting die ten opzichte van de raming bij NJN is gerealiseerd. Zie voor het totaal aan stortingen en onttrekkingen van de begrotingsreserve Duurzame Energie in 2020 het departementale jaarverslag van EZK.

Diversen

Deze post bestaat uit mee-en tegenvallers die onder de ondergrens van 15 miljoen euro vallen.

Beleidsmatige mutaties

Aanvullende middelen t.b.v. liberalisering van de elektriciteitsproductiema

Bij de liberalisering van de elektriciteitsproductiemarkt zijn enkele juridisch procedures tegen het ministerie van EZK aangespannen door energieleveranciers. Er is 16,2 miljoen euro gereserveerd voor afronding van deze procedures.

Bijdrage aan NPG voor BZK

De overgebleven middelen (42,1 miljoen euro) voor Nationaal Programma Groningen (NPG) uit 2019 zijn bij Voorjaarsnota opgevraagd. Voor het dossier Groningen boekt het ministerie van EZK de overgebleven budgetten uit 2019 vervolgens over naar het ministerie van BZK voor de budgetten die bij Nota van Wijziging op de begroting van 2020 naar BZK zijn overgekomen.

Bijstelling prognose schadevergoeding door IMG

Naar aanleiding van nieuwe ramingen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) zijn de uitgaven voor de schadebetalingen verhoogd met 70 miljoen euro. Deze kosten zijn conform gebruikelijke systematiek aan de NAM in 2021 gefactureerd.

Budget verduurzaming voor BZK

De overgebleven middelen voor verduurzaming uit 2019 (16,8 miljoen euro) zijn opgevraagd door BZK. Deze middelen voor verduurzaming zijn overgeboekt naar BZK.

Eindejaarsmarge Toekomstfonds

EZK heeft de onderuitputting van het Toekomstfonds over 2019 (138,8 miljoen euro) in 2020 toegevoegd aan de begroting. Dit conform de afspraak dat onbenutte kas-, verplichtingen- en ontvangstenruimte volledig worden meegenomen naar het volgende jaar.

Interne problematiek

De interne problematiek (27,9 miljoen euro) bestaat onder andere uit noodmaatregelen om de leveringszekerheid van energie op Bonaire zeker te stellen, overlopende (bestuurlijke) verplichtingen voor een windtunnel in de provincie Flevoland (hier zijn afspraken in 2019 over gemaakt in een Regiodeal, maar het budget is nog niet beschikbaar gesteld), verduurzaming van de industrie (hiervoor zijn in 2019 verplichtingen aangegaan, het kasbudget volgt met deze mutatie) en een aantal knelpunten op het apparaat.

Kasschuif middelen amendement Mulder

Bij amendement (Mulder c.s.) is 100 miljoen euro uit de begrotingsreserve duurzame energie toegevoegd aan het ISDE-budget in de begroting voor 2020 voor investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het mkb. Conform het amendement wordt deze 100 miljoen euro met deze kasschuif verdeeld over de jaren 2020-2022. 60 miljoen euro is naar 2021 en 2022 geschoven.

Kasschuif PPS-toeslag

Een uitgavenbedrag van 50 miljoen euro is dit jaar niet benut. Het is van belang dat het budget behouden blijft voor de regeling aangezien dit in latere jaren nodig is voor de uitfinanciering van de verplichtingen die in het kader van de PPS-toeslag worden aangegaan. Het bedrag is daarom doorgeschoven naar 2023 e.v., aangezien de uitgavenbudgetten voor 2021 en 2022 toereikend zijn.

Kasschuif TTT-regeling

Omdat de uitgaven voor zowel het subsidie als het leningen gedeelte van deze regeling plaatsvinden op basis van de liquiditeitsbehoefte, is de raming van de middelen aangepast naar het jaar waarin ze nodig zijn. Het budget dat aanvankelijk in 2020 was geraamd is verschoven naar latere jaren.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie bij voorjaarsnota

Met deze onttrekking zijn de middelen beschikbaar gekomen voor de Urgendamaatregelen waarvan financiering bij Voorjaarsnota is verwerkt. In verband met de technische verwerking komt deze mutatie terug bij zowel de ontvangsten als de uitgaven. De onttrokken middelen zijn via de Aanvullende Post beschikbaar gesteld aan de verschillende departementen.

Onttrekking reserve CO2-maatregelen voor industrie 2020

Bij Najaarsnota 2019 is 26,1 miljoen euro van de Urgenda-middelen die niet tot uitputting kwamen overgeboekt naar de begrotingsreserve CO2-maatregelen (Urgenda-reserve). Dit bedrag is bij Voorjaarnota 2020 weer teruggeboekt.

Overheveling niet benutte Urgenda-middelen 2019

Dit betreft de overheveling van de niet-benutte middelen voor CO2-maatregelen industrie naar het juiste artikel.

Urgenda 1: doorschuiven Urgendamiddelen

Mede als gevolg van de coronacrisis zijn niet alle beschikbare middelen voor Urgendadoelen tot besteding gekomen. Wanneer met deze middelen, middels dezelfde regeling als waar het budget voor was bedoeld in 2020, de beoogde CO2-reductie kan worden bewerkstelligd in 2021, worden zij doorgeschoven. Dit betreft in totaal 17 miljoen euro. Ook op andere begrotingen worden urgendamiddelen doorgeschoven.

Verplichtingenschuif kapitaalstortingen ROM’s

Betreft een verplichting- en kasschuif van 2020 (16 miljoen euro) naar 2022 (12 miljoen euro) en 2023 (4 miljoen euro). Dit in verband met de tweede kapitaalstortingen in de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht en Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland in 2022 en 2023.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post bestaat uit beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens van 15 miljoen euro vallen.

Technische mutaties

Aanpassing raming kosten immateriële schades

Dit betreft een ramingsbijstelling van de uitgaven door IMG voor de vergoeding van immateriële schade in Groningen en de ontvangsten van de NAM voor de financiering van deze vergoedingen.

Aanpassing raming schadebetalingen

Naar aanleiding van nieuwe prognoses van TCMG/IMG is de raming van schadebetalingen aangepast.

Aanpassing raming schades waardedaling

Dit betreft een ramingsbijstelling voor de uitgaven door IMG voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen en de ontvangsten van de NAM voor deze vergoeding.

Aanpassing uitvoeringskosten schadebetalingen

Op basis van de offerte van RVO voor 2020 is de raming van de uitvoeringskosten voor schadebetalingen Groningen naar boven bijgesteld. Deze toename wordt veroorzaakt door de stijging van de schadebetalingen die door TCMG/IMG verwacht wordt.

Amendement mulder ophoging ISDE MKB

Bij amendement (Mulder c.s.) is 100 miljoen euro uit de reserve duurzame energie toegevoegd aan het ISDE-budget ten behoeve van investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het MKB.

Bijstelling raming schadebetalingen Groningen 

Dit betreft een bijstelling van de raming voor schadebetalingen in Groningen door het IMG en de ontvangsten daarvan van NAM.

BMKB

Samenhangend met de verhoging van het garantiebudget van de BMKB naar 1,5 miljard euro en inclusief de gevolgen van de premieverlaging is aanvullend in totaal 180 miljoen euro ter beschikking gesteld voor het opvangen van de verwachte verliesdeclaraties als gevolg van de coronacrisis.

Correctie kader COL

Een budget van 300 miljoen euro is ten behoeve van de Corona-Overbruggingslening (COL) beschikbaar gesteld aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Startups, scale-ups en innovatieve MKB’ers kunnen met de COL via de ROM’s Coronaoverbruggingskredieten tussen de 50.000 euro en 2 miljoen euro aanvragen. Per abuis is dit budget foutief geboekt. Dit betreft een technische correctie op de boekingswijze.

Garantieregeling Klein Krediet Corona (KKC)

De KKC is een garantieregeling specifiek bedoeld voor kleine ondernemers met kredietaanvragen van 10.000 euro tot 50.000 euro. Voor de KKC is een kasbuffer van 164 miljoen euro beschikbaar gesteld om eventuele verliezen op te vangen.

GO-corona

Als gevolg van de verruiming van het garantiebudget van de Garantie Ondernemingsfinanciering naar 10 miljard euro ten behoeve van de Coronamodule en de aanname van een jaarlijks schadepercentage van 4% is een minimale kasbuffer van 1 miljard euro noodzakelijk en beschikbaar gesteld voor het opvangen van verliesdeclaraties.

Horeca subsidie

Als onderdeel van de steunmaatregelen corona is het budget van TVL2.0 met 40 miljoen euro verhoogd voor een eenmalige toeslag voor ondernemingen met een eet- of drinkgelegenheid

Immateriële schade Groningen

Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van immateriële schade in Groningen en de verwachte ontvangsten van de NAM voor de financiering van deze vergoedingen.

Kasschuif GO-c

Op basis van een jaarlijks schadepercentage van 4% is een minimale kasbuffer van 1 miljard euro noodzakelijk en beschikbaar gesteld voor het opvangen van verliesdeclaraties op de GO-c. Middels deze kasschuif worden de beschikbare middelen over de jaren verdeeld waarin verliesdeclaraties geclaimd kunnen worden.

Loonbijstelling

De tranche 2020 van de loonbijstelling is toegevoegd aan de departementale begroting.

Noodloket (TOGS) 1e ISB

Dit betreft een tegemoetkoming in de vorm van een gift voor de eerste nood bij ondernemers die direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen.

Noodloket (TOGS) 2e ISB

De uitbreiding van de lijst van sectoren waarin ondernemingen voor tegemoetkoming in aanmerking komen zorgt voor een toename van het benodigde budget met circa 1 miljard euro ten opzichte van de oorspronkelijke beleidsregel (d.d. 27 maart 2020); de toevoeging van non-food retail (d.d. 28 maart 2020) zorgt daarnaast voor een toename van 170 miljoen euro.

Nota van wijziging overgang taken Groningen naar BZK

Omdat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de versterkingsoperatie en het Nationaal Programma Groningen vanaf 16 oktober 2019 bij de minister van BZK ligt, zijn bij Nota van Wijziging de bijbehorende budgetten van EZK per 1 januari 2020 overgeheveld naar BZK.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie bij voorjaarsnota

Met deze onttrekking zijn de middelen beschikbaar gekomen voor de Urgendamaatregelen waarvan financiering bij Voorjaarsnota is verwerkt. In verband met de technische verwerking van deze onttrekking komt deze mutatie terug bij zowel de ontvangsten als de uitgaven.

Onttrekking teruggehevelde urgenda-middelen 2019 aan reserve

Bij Najaarsnota 2019 zijn de Urgenda-middelen die niet tot uitputting kwamen overgeboekt naar de begrotingsreserve CO2-maatregelen (Urgenda-reserve). Dit bedrag is bij Voorjaarnota 2020 deels overgeboekt naar BZK en LNV.

Ophoging garantie ondernemersfinanciering

Dit betreft een financiële buffer ter dekking van de verruimingen van de Garantie Ondernemingsfinanciering in het kader van de Coronacrisis. Het garantieplafond is verhoogd met 1,1 miljard euro naar 1,5 miljard euro en de maximale GO-faciliteit per onderneming is substantieel verhoogd van 50 miljoen euro naar 150 miljoen euro.

Overboeking niet benutte middelen 2019 NPG naar BZK

De overgebleven middelen voor NPG uit 2019 zijn bij Voorjaarsnota opgevraagd. Voor het dossier Groningen heeft EZK de overgebleven budgetten uit 2019 vervolgens overgeboekt naar BZK voor de budgetten die bij Nota van Wijziging op de begroting van 2020 naar BZK zijn overgekomen.

Qredits

In de Kamerbrief over het noodpakket voor banen en de economie van 17 maart jl. heeft het kabinet aangekondigd Qredits financieel te ondersteunen, zodat Qredits uitstel van aflossing kan verstrekken met rentekorting aan kleine ondernemers die door de coronacrisis zijn geraakt. Qredits wil haar doelgroep ook voorzien van een overbruggingskrediet tegen een lagere rente. Hiervoor is aan Qredits een aanvullende bijdrage van 25 miljoen euro beschikbaar gesteld.

Ramingsbijstelling TVL 1.0

Een neerwaartse bijstelling van het budget voor de TVL met 300 miljoen euro, omdat naar verwachting een lager beroep op de regeling is gedaan dan het aanvankelijk geraamde budget. De resterende ruimte binnen het TVL-budget is gebruikt om de verruiming van de TVL als onderdeel van het Steun- en herstelpakket te dekken.

Realisatiebijstelling coronamaatregelen ROM's

De fondsversterkingsmaatregel is in 2020 niet meer tot uitvoering gekomen, waardoor 75 miljoen euro onderuitputting wordt gemeld. Aanvullend is 15,4 miljoen euro van het kasbudget van de COL niet tot besteding gekomen.

Realisatiebijstelling coronamodule BMKB

De Coronamodule van de BMKB is minder benut dan verwacht, omdat bedrijven ook gebruik kunnen maken van andere steunmaatregelen. Daarnaast zijn er geen verliesdeclaraties ingediend voor het coronaluik in de BMKB. De kasbedragen BMKB-C wordt afgestort naar de begrotingsreserve.

Realisatiebijstelling coronamodule GO-regulier

De Coronamodule van de GO-regulier is minder benut dan verwacht, omdat beperkt verliesdeclaraties zijn ingediend. Ook hier geldt dat bedrijven eerst de andere steunmaatregelen benutten voordat krediet wordt aangevraagd. Het resterende kasbudget wordt gestort in de reserve.

Realisatiebijstelling GO-corona

De GO-Corona is minder benut dan verwacht, omdat beperkt verliesdeclaraties zijn ingediend. Ook hier geldt dat bedrijven eerst de andere steunmaatregelen benutten voordat krediet wordt aangevraagd. Het resterende kasbudget wordt gestort in de begrotingsreserve.

Realisatiebijstelling KKC

De benutting van KKC is fors lager dan de aanvankelijke raming, omdat bedrijven o.a. ook gebruik kunnen maken van andere steunmaatregelen. Het resterende kasbudget wordt afgestort in de reserve.

Realisatiebijstelling TVL

De kasuitgaven zijn 150,3 miljoen euro lager dan geraamd, doordat het omzetverlies in het najaar van 2020 lager is geweest dan geraamd. Minder bedrijven kwamen hierdoor boven de omzetdervingsdrempel van 30% en bedrijven die hebben aangevraagd kregen een lager voorschotbedrag.

ROM's

Het kabinet heeft overbruggingskredieten toegankelijk gemaakt voor nonbancair gefinancierde bedrijven die door de coronacrisis zijn getroffen. De Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) zullen op verzoek van het kabinet deze kredieten verstrekken. Het kabinet heeft hiervoor als eerste tranche 100 miljoen euro ter beschikking gesteld.

Storting reserve coronamodule BMKB

Het saldo van de ontvangsten en uitgaven van de coronamodule BMKB, inclusief de beschikbaar gestelde kasbuffer, is toegevoegd aan reserve BMKB.

Storting reserve GO en GO-corona

Het saldo van de ontvangsten en uitgaven van GO-regulier en GO-corona, inclusief de beschikbaar gestelde kasbuffer, is toegevoegd aan de reserve GO.

Storting reserve KKC

Het saldo van de ontvangsten en uitgaven van de KKC, inclusief de beschikbaar gestelde kasbuffer, is toegevoegd aan reserve KKC.

Tegemoetkoming vaste lasten

Betreft het beschikbaar gestelde budget voor de eerste openstelling van de TVL naar aanleiding van de Kamerbrief van 26 mei 2020.

Tegemoetkoming vaste lasten bijstelling kostenraming

Het budget voor de TVL 1.0 in het Noodpakket banen en economie 2.0 is met 500 miljoen euro verlaagd, om aan te sluiten op de actuele kostenraming.

Tegemoetkoming vaste lasten in noodpakket 3.0

Het budget van de TVL 2.0 is met 453,5 miljoen euro verhoogd voor de periode 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020.

Verbreding TVL

Als onderdeel van de steunmaatregelen corona is het budget van TVL2.0 met 140 miljoen euro verhoogd voor de verbreding van de TVL-regeling.

Verlaging budget TOGS

Het budget van de TOGS is verlaagd. Deze verlaging vloeit terug naar het generale beeld. Na de laatste uitbetalingen wordt de eindbalans opgemaakt, waarna een tekort generaal wordt aangevuld en een overschot terugvloeit naar het generale beeld.

Waardedaling Groningen

Op basis van de ramingen van TCMG zijn de uitgaven voor de vergoedingen van waardedaling voor 2020 met 90 miljoen euro verlaagd.

Waardedaling Groningen

Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen en de verwachte ontvangsten van de NAM voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen

Diversen – technische mutaties

Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens van 30 miljoen euro vallen.

Technische mutaties – Niet relevant voor het uitgavenplafond

Bedrijfssteun en Kasschuif SGR

Vanwege de coronacrisis hebben reisorganisaties vanaf half maart 2020 op grote schaal pakketreizen geannuleerd. Consumenten hebben voor geannuleerde reizen in veel gevallen reisvouchers gekregen. SGR ondersteunt de uitgifte van de vouchers door deze onder te brengen in een garantieregeling. Om te borgen dat vouchers gedekt blijven heeft het kabinet SGR een lening verstrekt van 150 miljoen euro, waarvan 100 miljoen euro in 2020 en 50 miljoen euro in 2021. Door deze lening kan SGR consumenten schadeloos blijven stellen bij faillissement van aangesloten reisorganisaties.

Correctie kader COL

Een budget van 300 miljoen euro is ten behoeve van de Corona-Overbruggingslening (COL) beschikbaar gesteld aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s). Startups, scale-ups en innovatieve MKB’ers kunnen met de COL via de ROM’s Coronaoverbruggingskredieten tussen de 50.000 euro en 2 miljoen euro aanvragen. Per abuis is dit budget foutief geboekt. Dit betreft een technische correctie op de boekingswijze.

Overbruggingsfaciliteit IHC

Het kabinet heeft bijgedragen aan de interventie ten behoeve van de continuïteit van Royal IHC (Kamerbrief van 30 april jl.). Als onderdeel van deze interventie heeft het Ministerie van EZK een overbruggingskrediet aan IHC verstrekt van 40 miljoen euro. Het overbruggingskrediet loopt af zodra IHC het schip waarop de Staat via de exportkredietverzekering additionele garanties heeft afgegeven volledig heeft opgeleverd, waarna de nieuwe financiers de positie van de Staat zullen overnemen.

Diversen – technische mutaties

Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens van 30 miljoen euro vallen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Lagere ontvangsten Groningen schadebetalingen

Een gedeelte van de schadevergoedingen die zijn uitgekeerd viel in het vierde kwartaal en de ontvangsten hiervoor komen daarom pas in 2021 binnen. Daarnaast is ook het derde kwartaal pas in 2021 binnen gekomen.

Lagere ontvangsten nam voor de uitvoeringskosten

Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van NAM die samenhangen met de uitgaven voor de schadeafhandeling en uitvoeringskosten, omdat deze pas in 2021 worden verwacht.

Lagere ontvangsten NAM waardedaling Groningen

Alle waardedalingsvergoedingen werden in het vierde kwartaal van 2020 uitbetaald en de ontvangsten hiervoor komen pas in 2021 binnen.

Meevallers ontvangsten artikel 2 

Dit betreft meevallers op de diverse ontvangsten binnen artikel 2. De grootste meevallers vinden plaats bij de octrooiontvangsten (8,3 miljoen euro) en teruggave in het kader van de RVO-opdracht 2019 (5,6 miljoen euro).

Tegenvallers op de ontvangsten artikel 2

Deze post betreft een saldo van diverse tegenvallers op de ontvangsten van artikel 2. In het bijzonder een tegenvaller op de ontvangsten luchtvaartkrediet (4,3 miljoen euro) door o.a. niet succesvol beëindigde projecten, afdracht F-35 door lagere realisatie van de omzet dan verwacht (3,7 miljoen euro), niet aflossen lening Industriepark Swentibold (18,8 miljoen euro) en lager dan geraamde ontvangsten vanuit de EU voor Eurostars (4,0 miljoen euro).

Diversen– mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit mee-en tegenvallers die onder de ondergrens van 15 miljoen euro vallen.

Beleidsmatige mutaties

Aanpassing volume aardgasbaten

Het kabinet heeft op 21 februari besloten tot de versnelde afbouw van de gaswinning. Dit volume effect is conform Regeerakkoord in de aardgasbaten verwerkt.

Dekking interne problematiek

Door de inzet van een meevaller (verlate NAM-betaling van het vierde kwartaal van 2019) en enkele meevallers op het gebied van bedrijfsvoering, wordt de interne problematiek binnen de begroting van EZK gedekt.

Lagere ontvangsten Groningen schadebetalingen

Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van NAM, die samenhangt met de uitgaven voor de schadeafhandeling en uitvoeringskosten. Deze kosten worden conform gebruikelijke systematiek aan de NAM in 2021 gefactureerd.

Lagere ontvangsten nam waardedaling Groningen

Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten van NAM, die samenhangen met de uitgaven voor de schadeafhandeling en uitvoeringskosten. Deze kosten worden conform gebruikelijke systematiek aan de NAM in 2021 gefactureerd.

NAM ontvangsten schadevergoedingen

De raming van de ontvangsten van NAM voor de schadevergoedingen is naar boven bijgesteld, omdat de TCMG heeft aangegeven in 2020 meer schades af te handelen. Dat betekent dat er in 2020 ook meer uitvoeringskosten worden gemaakt. Daarom zijn de ramingen voor de schadebetalingen en de bijbehorende uitvoeringskosten van de RVO naar boven bijgesteld. Deze worden per kwartaal achteraf aan NAM gedeclareerd.

Ramingsbijstelling boeteontvangsten ACM

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft in 2020 een boete opgelegd aan sigarettenfabrikanten. Hierdoor zijn de boeteontvangsten naar boven bijgesteld.

Diversen – beleidsmatige mutaties

Deze post bestaat uit beleidsmatige mutaties die onder de ondergrens van 15 miljoen euro vallen.

Technische mutaties

Aanpassing raming kosten immateriële schades

Dit betreft een ramingsbijstelling van de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van immateriële schade in Groningen en de verwachte ontvangsten van de NAM voor de financiering van deze vergoedingen.

Aanpassing raming schadebetalingen

Naar aanleiding van nieuwe prognoses van TCMG/IMG is de raming van schadebetalingen aangepast.

Aanpassing raming schades waardedaling

Dit betreft een ramingsbijstelling voor de uitgaven door IMG voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen en de ontvangsten van de NAM voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen.

Aanpassing uitvoeringskosten schadebetalingen

Op basis van de offerte van RVO voor 2020 is de raming van de uitvoeringskosten voor schadebetalingen Groningen naar boven bijgesteld. Deze toename wordt veroorzaakt door de stijging van de schadebetalingen die door TCMG/IMG verwacht wordt.

Amendement mulder ophoging ISDE MKB

Bij amendement (Mulder c.s.) is 100 miljoen euro uit de reserve duurzame energie toegevoegd aan het ISDE-budget ten behoeve van investeringssubsidies op het gebied van duurzame energie voor het MKB.

Bijstelling raming schadebetalingen Groningen

Dit betreft een bijstelling van de raming voor schadebetalingen in Groningen door het IMG en de ontvangsten daarvan van NAM.

Immateriële schade Groningen

Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van immateriële schade in Groningen en de verwachte ontvangsten van de NAM voor de financiering van deze vergoedingen.

Nota van wijziging overgang taken Groningen naar BZK

Omdat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de versterkingsoperatie en het Nationaal Programma Groningen vanaf 16 oktober 2019 bij de minister van BZK ligt, zijn bij Nota van Wijziging de bijbehorende budgetten van EZK per 1 januari 2020 overgeheveld naar BZK.

Onttrekking begrotingsreserve duurzame energie bij voorjaarsnota

Met deze onttrekking komen de middelen beschikbaar voor de Urgendamaatregelen waarvan financiering bij Voorjaarsnota is verwerkt. In verband met de technische verwerking van deze onttrekking komt deze mutatie terug bij zowel de ontvangsten als de uitgaven.

Onttrekking teruggehevelde Urgenda-middelen 2019 aan reserve

Bij Najaarsnota 2019 zijn de Urgenda-middelen die niet tot uitputting kwamen overgeboekt naar de begrotingsreserve CO2-maatregelen (Urgenda-reserve). Dit bedrag is bij Voorjaarnota 2020 deels overgeboekt naar BZK en LNV.

Waardedaling Groningen

Op basis van de ramingen van TCMG/IMG zijn de uitgaven voor de vergoedingen van waardedaling voor 2020 met 90 miljoen euro verlaagd.

Waardedaling Groningen

Dit betreffen de verwachte uitgaven door IMG voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen en de verwachte ontvangsten van de NAM voor de vergoeding van waardedaling van woningen in Groningen.

Diversen - technische mutaties

Deze post bestaat uit technische mutaties die onder de ondergrens van 30 miljoen euro vallen.

Technische mutaties – Niet relevant voor het uitgavenplafond

Aanpassing raming prijs aardgasbaten

De raming van de aardgasbaten is naar beneden bijgesteld als gevolg van de neerwaarts bijgestelde raming van de gasprijs in de komende jaren.

Bijstelling ETS-raming

Op basis van nieuwe ETS-ramingen zijn de ramingen meerjarig in de begroting aangepast. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van 70 miljoen euro.

Opbrengst 5G veiling

De veilingen van de zogenoemde frequentiebanden voor 700, 1400 en 2100 Megahertz zijn in juli 2020 afgerond. De opbrengst van deze veiling bedraagt 1,23 miljard euro. De opbrengst van de veiling wordt overeenkomstig de afspraken in 2020 en 2021 betaald.

Ophoging ETS-ontvangsten 2020

Op basis van bijgestelde ramingen van de ETS-ontvangsten zijn de inkomsten bij NJN met 60 miljoen euro naar boven bijgesteld. Deze opwaartse bijstelling is met name het gevolg van een sneller en sterker herstel van de ETS-prijs dan verwacht bij de vorige ramingen, nadat de ETS-prijs in maart een sterke daling kende.

Overig effecten aardgas (o.a. nieuwe ramingsmethode)

De gasbaten zijn naar beneden bijgesteld. Het cumulatieve verschil tussen de oude raming en nieuwe raming is circa 1016 miljoen euro. Behalve de gasprijs, die circa 779 miljoen euro van de derving van de aardgasbaten veroorzaakt, zijn er overige en niet van elkaar te isoleren elementen onderdeel van deze bijstelling. Deze overige oorzaken bestaan bijvoorbeeld uit mogelijke verschillen tussen oude en nieuwe wijze van ramen en lagere inkomsten uit EBN vanwege hogere voorzieningen voor aardbevingsschade. Opgeteld komen deze oorzaken in de nieuwe raming tot een derving van de aardgasbaten van circa 237 miljoen euro.

Prijseffect aardgasbaten

De gasbaten zijn naar beneden bijgesteld. Het cumulatieve verschil tussen de oude raming en nieuwe raming is circa 1016 miljoen euro. Onderdeel hiervan is een lagere raming voor de gasprijs die cumulatief circa 779 miljoen euro. van de derving van de aardgasbaten veroorzaakt.

Realisatie bijstelling ontvangsten ODE

De inkomsten uit de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) zijn 133,9 miljoen euro (5,6%) hoger dan geraamd, hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de heffingskorting volledig ten laste van de energiebelasting is gebracht en niet gedeeltelijk ten laste van de ODE-heffing.

Verlaging raming inkomsten i.h.k.v. de mijnbouwwet

Vanwege een terugbetaling van de Belastingdienst over het in 2018 te veel betaald winstaandeel door NAM en andere vergunninghouders, is de ontvangstenraming in het kader van de Mijnbouwwet voor 2020 met een bedrag van 130 miljoen euro naar beneden bijgesteld.

Diversen – niet relevant voor het uitgavenplafond

Deze post bestaat uit niet-plafondrelevante mutaties die onder de ondergrens van 30 miljoen euro vallen.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

XIV LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.374,50

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Onderuitputting regeling sanering varkenhouderij

‒ 17,9

Storting begrotingsreserve borgstelling

58,1

Storting borgstellingsfonds jonge boerenfonds

‒ 25

Diversen

‒ 72,1

 

‒ 56,9

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

‒ 80

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

80

Generale kasschuif srv

‒ 57

Kasschuif nvwa iv en ict actieplan bvm

‒ 22,4

Kasschuif subsidiebudget srv

‒ 118,2

Kasschuif subsidiemodules brongerichte verduurzaming (sbv) bvm2020

‒ 19,8

Onderuitputting verliesdeclaraties borgstellingfaciliteit,storting bcf

‒ 31,1

Storting begrotingsreserve stikstof

109,8

Storting begrotingsreserve stikstof gerichte opkoop

‒ 99,5

Diversen

‒ 36,8

 

‒ 275

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

80

Geraamde njn onderuitputting op covid noodsteun pa

‒ 35

Interbestuurlijk programma, naar een vitaal platt

40

Onderuitputting steunmaatregel corona: tuinbouw

‒ 83,5

Onttrekking reserve stikstof tbv natuurmaatregelen

60

Ruimingskosten nertsen

75

Steunmaatregel corona (fritesaardappelsector)

49,6

Steunmaatregel corona: tuinbouwsector

‒ 350

Steunmaatregel corona (tuinbouwsector)

595,5

Stikstof - warme sanering varkenshouderijen van ap

75

Veenweide impuls

50

3e termijn regio deal brainport eindhoven

‒ 30,2

3e tranche regio deal

89,8

Diversen

88,3

 

704,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

372,7

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.747,20

Totaal Internationale samenwerking

28,8

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.776,00

XIV LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

90,1

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

2,6

 

2,6

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 4,1

 

‒ 4,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

80

Onttrekking reserve stikstof tbv natuurmaatregelen

60

Diversen

63,7

 

203,7

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

202,2

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

292,3

Totaal Internationale samenwerking

0

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

292,4

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Onderuitputting regeling sanering varkenshouderij

Het grote aantal aanvragen voor de regeling en ook de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen heeft ervoor gezorgd dat er in de uitvoering door RVO vertraging is ontstaan.

Storting begrotingsreserve borgstelling

Dit betreft een storting in de begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit. In deze begrotingsreserve worden onder andere de volgende bedragen gestort: 25 miljoen euro voor het jonge boerenfonds en 31,1 miljoen euro voor de verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit MKB-corona.

Storting borgstellingsfonds jonge boerenfonds

De bijdrage aan het borgstellingfonds vermogensversterkende kredieten (VVK) ten behoeve van jonge boeren is via de Borgstellingreserve MKB Landbouw gelopen. De geplande realisatie heeft derhalve niet in het borgstellingfonds vermogensversterkende kredieten plaatsgevonden en daarom is het budget met 25 miljoen euro verlaagd.

Diversen

Dit betreft het saldo van verschillende autonome ramingsbijstellingen op de LNV-begroting. Zo is de bijdrage aan RVO.nl (4,5 miljoen euro) lager uitgevallen en zijn enkele subsidieregelingen niet volledig tot uitputting gekomen. Daarnaast valt onder deze post de technische verwerking van stortingen in de begrotingsreserves.

Beleidsmatige mutaties

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

De desaldering betreft middelen uit de begrotingsreserve Stikstof die gereserveerd zijn voor de Gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden.

Generale kasschuif SRV

Het grote aantal aanvragen voor de subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) en ook de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen heeft ervoor gezorgd dat er in de uitvoering door RVO vertraging is ontstaan. Deze middelen worden via een kasschuif meegenomen naar 2021. Het betreft een schatting dat dit jaar circa 57 miljoen euro niet tot uitbetaling komt. Deze middelen blijven behouden voor de aanpak stikstof om stikstofemissiereductie te bereiken; alternatieve aanwending moet dus bijdragen aan het behalen van de programmadoelen.

Kasschuif NVWA IV en ICT actieplan

Op aanwijzing van de Algemene Rekenkamer mogen bedrijfsvoeringskosten niet meer op de balans van de NVWA staan. Met deze kasschuif worden de gereserveerde middelen voor het IV/ICT actieplan van de NVWA geschoven naar de jaren waarin deze uitgegeven worden

Kasschuif subsidiebudget srv

Begin 2020 is de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) gesloten. Het grote aantal aanvragen voor de regeling en ook de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen heeft geleid tot vertraging in de uitvoering van de regeling. Hierdoor zullen de betalingen van de subsidievoorschotten grotendeels in 2021 plaatsvinden. Met deze kasschuif wordt een deel van het subsidiebudget doorgeschoven naar 2021.

Kasschuif subsidiemodules brongerichte verduurzaming (sbv)

In het Regeerakkoord en in het Klimaatakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stallen en managementafspraken (Sbv). Door de systematiek van bevoorschotten, vindt de uitfinanciering van de subsidies plaats in 2025. Deze kasschuif zorgt ervoor dat het kasritme en het verwachte uitfinancieringsritme gelijk lopen.

Onderuitputting verliesdeclaraties borgstellingfaciliteit

Dit betreft onderuitputting op de verliesdeclaraties van de borgstellingfaciliteit. Dit bedrag wordt gestort in de begrotingsreserve.

Storting begrotingsreserve stikstof

Dit betreft de storting van verschillende posten in de begrotingsreserve stikstof. Het gaat o.a. om 99,5 miljoen euro voor de gerichte opkoop, 0,2 miljoen euro voor uitvoeringskosten natuurbank en 10 miljoen euro voor het omschakelprogramma.

Storting begrotingsreserve stikstof gerichte opkoop

De middelen voor de regeling gerichte opkoop (99,5 miljoen euro) zijn in 2020 niet tot uitputting gekomen. Dit bedrag wordt gestort in de begrotingsreserve stikstof.

Diversen

Onder de diversenpost valt onder andere het invullen van een taakstelling op artikel 51 voor uitvoeringskosten van de stoppersregeling nertsenhouderijen (10 miljoen euro). Daarnaast bevat deze post enkele kasschuiven en de mutaties voor onderbesteding op verschillende kennisbudgetten (6,7 miljoen euro.

Technische mutaties

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

De desaldering betreft middelen uit de begrotingsreserve Stikstof die gereserveerd zijn voor de Gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden.

Geraamde NJN onderuitputting op COVID-19 noodsteun

Dit betreft een afboeking uitgevoerd op de regeling tegemoetkoming land-en tuinbouwondernemers COVID-19 naar aanleiding van een ramingsbijstelling. De middelen die niet tot besteding komen vloeien terug naar het generale beeld.

Interbestuurlijk programma, naar een vitaal platteland

Dit betreft een overboeking van middelen van de Aanvullende Post uit de Natuur & Waterkwaliteit enveloppe in het kader van het Interbestuurlijk Programma Naar een vitaal platteland (IBP). Het programma beoogt om de samenwerking tussen de vier overheden te verbeteren op vraagstukken als stikstof aanpak en klimaatreductie-opgaven.

Onderuitputting steunmaatregel corona: tuinbouw

Dit betreft onderuitputting op de regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19. De middelen die niet tot besteding komen vloeien terug naar het generale beeld.

Onttrekking reserve stikstof tbv natuurmaatregelen

Dit betreft een onttrekking van middelen voor natuurherstelmaatregelen van de begrotingsreserve stikstof naar de begroting van LNV. Deze natuurherstelmaatregelen dienen als impuls voor het versnellen van natuurherstel. De maatregelen sluiten aan op het natuurpakket van 3 miljard euro uit de structurele aanpak stikstof.

Ruimingskosten nertsen

Er is 37 miljoen euro toegevoegd aan de begroting van LNV voor de kosten die samenhangen met de ruiming van de met COVID-19 besmette nertsenfokkerijen. Het gaat om 35,6 miljoen euro voor de ruiming van besmette nertsenfokkerijen en 1,4 miljoen euro voor aanvullend onderzoek.

Steunmaatregel corona (fritesaardappelsector)

Deze overboeking betreft middelen voor de compensatieregeling omtrent de fritesaardappelsector naar aanleiding van de coronacrisis. De regeling kent een kasplafond van 50 miljoen euro inclusief uitvoeringskosten. Alle gerechtigde aanmeldingen zullen onder dit kasplafond gebracht worden. Indien het totaalbedrag van het beroep op de regeling het kasplafond overstijgt zal er evenredig gekort worden op de subsidievergoeding per aanvrager.

Steunmaatregel corona (tuinbouwsector)

Deze overboeking betreft middelen voor de compensatieregeling omtrent de sierteeltsector en delen van de voedingstuinbouw naar aanleiding van de coronacrisis. De regeling heeft een kasplafond van 600 miljoen euro.

Steunmaatregel corona: (tuinbouwsector)

Dit betreft een afboeking uitgevoerd op de Regeling tegemoetkoming landen tuinbouwondernemers COVID-19 naar aanleiding van een ramingsbijstelling. Naar verwachting is het budgettaire beslag op de Corona compensatieregeling lager, waardoor het budget naar beneden is bijgesteld ten behoeve van het generale beeld.

Veenweide impuls

In het klimaatakkoord is 276 miljoen euro beschikbaar gesteld voor emissie reductie in veenweidegebieden. Het doel is om een transitie in de veenweiden te realiseren die leidt tot een CO2-reductie van 1 megaton in 2030. Deze mutatie betreft de middelen voor de impuls. De middelen worden besteed aan de opkoop van bedrijven en gronden, inzet van het landinrichtingsinstrument kavelruil, het vergoeden van af te waarderen gronden, inzet van opgekochte gronden voor extensivering van de landbouw en natuur, en uitvoering met een mix van peilverhogende maatregelen.

Stikstof - warme sanering varkenshouderijen van AP

Dit betreft een overboeking van extra middelen voor de subsidieregeling sanering varkenshouderijen (srv) van de Aanvullende Post (AP) naar de begroting van LNV ten behoeve van de structurele aanpak stikstof. Met de extra middelen kunnen alle subsidieaanvragen worden gehonoreerd, mits aan de gestelde vereisten wordt voldaan. Daarnaast worden hiermee de bijkomende uitvoeringskosten gedekt.

3e termijn regio deal brainport eindhoven

Het Regeerakkoord stelt een budget van 130 miljoen euro beschikbaar voor het versterken van de internationale concurrentiepositie van Brainport Eindhoven. Met deze overboeking wordt de 3e termijn van de middelen van de regio-enveloppe via de begroting van LNV doorgezet naar het Gemeentefonds.

3e tranche regio deal

Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post naar de LNV-begroting ten behoeve van de 3e tranche Regio Deals (89,9 miljoen euro).

Diversen

Onder de diversenpost vallen onder andere mutaties voor de structurele aanpak stikstof en middelen ten behoeve van de klimaatenveloppe. Daarnaast zijn middelen overgeboekt voor de vervolgtermijnen van de 1e (39,1 miljoen euro) en 2e tranche regio deals (63,9 miljoen euro). Verder vallen de toekenning van de loon- en prijsbijstelling en de corona-gerelateerde uitgaven, zoals extra kosten door een verhoging in het aantal verliesdeclaraties op garantieregelingen, onder deze verzamelpost.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Dit betreft een verzamelpost van ontvangsten mee- en tegenvallers. Deze post bestaat onder andere uit diverse ramingsbijstellingen op de ontvangsten.

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Deze post bestaat voornamelijk uit desalderingen van ontvangstenmeevallers die ingezet zijn ter dekking van interne problematiek.

Technische mutaties

Desaldering begrotingsreserve gerichte opkoop

De desaldering betreft middelen uit de begrotingsreserve Stikstof die gereserveerd zijn voor de Gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden.

Onttrekking reserve stikstof tbv natuurmaatregelen

Dit betreft een onttrekking van middelen voor natuurherstelmaatregelen van de begrotingsreserve stikstof naar de begroting van LNV. Deze natuurherstelmaatregelen dienen als impuls voor het versnellen van natuurherstel. De maatregelen sluiten aan op het natuurpakket van 3 miljard euro uit de structurele aanpak stikstof.

Diversen

Deze diversenpost bestaat onder andere uit verhoogde ontvangsten door een overschrijding van het CO2-emmissieplafond voor de glastuinbouw (4,5 miljoen). Ook de afronding van het fosfaatreductieplan levert hogere ontvangsten op (2,3 miljoen).

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

39.696,60

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Slotwet

‒ 38,5

Tweede voortgangsrapportage kerndepartement szw

‒ 40,4

Diversen

‒ 0,3

Sociale zekerheid

 

Ioaw

‒ 19,2

Kot

96,2

Remigratiewet en leenstelsel duo

‒ 23

Toeslagenwet

26

Wkb

‒ 219,4

Wtl

‒ 69,2

Diversen

‒ 33,6

 

‒ 321,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Kasschuif slimbudget

‒ 47

Voi

16

Diversen

19,3

Sociale zekerheid

 

Amendement 16/17-jarigen akw

32,4

Doorwerking wkb amendement 16/17-jarigen akw

25

Invullen taakstelling

19

Kasschuif breed offensief

‒ 23,7

Kot verdelen nominaal

66

Participatiewet verdelen nominaal

118,6

Taakstellende onderuitputting

‒ 19

Uitvoeringskosten uwv (corona)

‒ 105

Voi

‒ 63,2

Wajong verdelen nominaal

82,8

Wkb verdelen nominaal

60

Wkb-herstelactie

133,2

Diversen

‒ 34,3

 

280,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Dienstverlening bijstandsgerechtigde (3e noodpakket)

40

Naar gemeentefonds: du perspectief op werk 2020 2e tranche

‒ 35

Overboekingen gemeentefonds

‒ 76,9

Diversen

109,3

Sociale zekerheid

 

Compensatie eigen bijdrage kinderopvang (corona)

313,3

Naar gemeentefonds: uitvoeringskosten voi

‒ 34,4

Now 1 (corona)

8.337,60

Now 2 (corona)

4.433,30

Now 3 (corona)

976,2

Participatiewet

139,6

Tozo 1 (corona)

1.815,10

Tozo 2 (corona)

650,4

Tozo 3 (corona)

395,6

Tozo-1 bk: s naar n (s)

‒ 125,1

Tozo-2 bk: s naar n (s)

‒ 40,4

Uitvoeringskosten now 1 en 2: afboeken restant

‒ 260

Uitvoeringskosten uwv now meerjarig verdelen

‒ 130

Diversen

‒ 43,1

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Rijksbijdrage vermogenstekort ouderdomsfonds

3.263,80

Tozo 1 (corona)

236,5

Tozo 2 (corona)

74

Tozo-1 bk: s naar n (n)

125,1

Tozo-2 bk: s naar n (n)

40,4

Diversen

41,4

 

20.246,70

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

20.205,30

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

59.901,90

Totaal Internationale samenwerking

0,5

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

59.902,40

  

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

 
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.923,40

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 4,2

Sociale zekerheid

 

Kot

‒ 53,9

Wkb

‒ 26,4

Diversen

‒ 6,3

 

‒ 90,8

Beleidsmatige mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Afrekening uwv 2019

22,3

Kot pauzering dwanginvorderingen

‒ 16,8

Diversen

6,6

 

12,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

5,7

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 5

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Kot

‒ 43

Diversen

0,4

 

‒ 41,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 120,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.802,80

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.802,80

XV SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.923,40

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 4,2

Sociale zekerheid

 

Kot

‒ 53,9

Wkb

‒ 26,4

Diversen

‒ 6,3

 

‒ 90,8

Beleidsmatige mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Afrekening uwv 2019

22,3

Kot pauzering dwanginvorderingen

‒ 16,8

Diversen

6,6

 

12,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

5,7

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 5

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Kot

‒ 43

Diversen

0,4

 

‒ 41,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 120,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.802,80

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.802,80

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Rijksbegroting

Slotwet

Bij de voorlopige rekening doet zich een onderuitputting voor op de apparaatsbudgetten en de beleidsondersteunende budgetten (subsidies en opdrachten). De oorzaak bij de apparaatsbudgetten is vooral coronagerelateerd. Bij de beleidsondersteunende budgetten is er een vertraging in de uitvoering van subsidies.

Tweede Voortgangsrapportage kerndepartement SZW

In de tweede voortgangsrapportage van het kerndepartement SZW is een onderuitputting gemeld op de apparaatsbudgetten en de beleidsondersteunende budgetten (subsidies en opdrachten). De oorzaak van deze onderuitputting is voor een belangrijk deel coronagerelateerd. Deze onderuitputting wordt deels ingezet voor invulling van de taakstelling op de SZW-begroting. Het restant leidt tot een meevaller op de rijksbegroting.

Diversen

Dit betreft een beperkte meevaller op maatschappelijke begeleiding en een kleine tegenvaller op de uitvoeringskosten van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) binnen SZW.

Sociale zekerheid

Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

De uitgaven voor de IOAW vielen in 2020 19 miljoen lager uit dan verwacht. Dat is het saldo van de verwerking van lagere realisaties 2019 en een groter dan verwachte doorstroom vanuit de Werkloosheidswet (WW) naar de IOAW.

Kinderopvangtoeslag (KOT)

De uitgaven aan kinderopvangtoeslag (KOT) in 2020 kwamen hoger uit dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2020 was geraamd. Ondanks de verslechterde conjunctuur in 2020 is het gebruik van kinderopvang sterker gestegen dan verwacht. Met name het gemiddelde aantal uren dat kinderen naar de opvang gaan kwam hoger uit. Daarnaast was er in 2020 een beter dan verwachte aansluiting van de voorschotbetalingen bij de vastgestelde hoogte van de KOT. Dit heeft een neerwaarts effect op de kasuitgaven. Per saldo zijn de uitgaven hoger uitgekomen.

Remigratiewet en Leenstelsel DUO

Deze uitgaven vallen lager uit op basis van realisatiegegevens van DUO en SVB. De lagere uitgaven zijn volume gerelateerd.

Toeslagenwet (TW)

De uitgaven voor de Toeslagenwet (TW) komen hoger uit als gevolg van de coronacrisis. Door de coronacrisis zijn er meer WW-uitkeringen verstrekt waardoor ook het aantal TW-aanvullingen hierop is toegenomen. Daarentegen is de gemiddelde uitkeringshoogte in de TW iets lager uit gevallen dan geraamd.

Wet Kindgebonden Budget (WKB)

De uitkeringslasten voor de WKB zijn lager uitgekomen dan verwacht bij de Begroting 2020. De inkomenspositie van huishoudens is, ondanks de coronacrisis, positiever dan destijds verwacht.

Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl)

De definitieve realisatiecijfers van de Wtl over 2019 (uitbetaling in 2020) laten zien dat de uitgaven op de loonkostenvoordelen (LKV) lager zijn dan verwacht, op het lage-inkomensvoordeel (LIV) hoger zijn dan verwacht en op het jeugd-LIV lager zijn dan verwacht. Op basis van deze realisaties zijn de verwachte uitgaven aan de LKV meerjarig verlaagd.

Diversen

Deze post bevat diverse kleinere mee- en tegenvallers onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Er zijn lager dan verwachte uitgaven op de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO), Bijstand voor Zelfstandigen (BBZ) en Wajong en hoger dan verwachte uitgaven op de Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) en CSE-regeling (deze regeling voorziet in een eenmalige schadevergoeding voor werknemers die door het verrichten van arbeid lijden aan de schildersziekte). Daarnaast bevat deze post ook de nabetaling aan het UWV over begrotingsgefinancierde regelingen UWV over 2019.

Beleidsmatige mutaties

Rijksbegroting

Kasschuif slimbudget

Om beter bij het verwachte kasritme van de subsidieregeling Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen In MKB-ondernemingen aan te sluiten, is een kasschuif gedaan van 2020 naar de jaren 2021 tot en met 2025.

Veranderopgave Inburgering (VOI)

Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking van de middelen binnen artikel 13 voor het nieuwe inburgeringsstelsel. Daarnaast zijn bij Voorjaarsnota binnen de SZW-begroting aanvullende middelen vrijgemaakt om tegemoet te komen aan hogere uitvoeringskosten bij gemeenten.

Diversen

Betreft diverse beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting, waaronder meerdere eindejaarsmargeclaims (in totaal 20 miljoen), eenmalige kosten die gepaard gaan met de verhuizing van het forensisch deel van de ICT-omgeving van de Inspectie SZW naar de Belastingdienst en de verwerking van meerdere amendementen in de begroting van SZW. Daarnaast bevat het diverse kleine kasschuiven op onder andere subsidies en campagnes en mutaties die samenhangen met het pakket aan flankerend sociaal beleid, zoals mutaties voor van werk naar werk begeleiding (VWNW).

Sociale zekerheid

Amendement 16/17-jarigen kinderbijslag (AKW)

De uitzonderingspositie bij de AKW voor ouders met kinderen die in het hoger onderwijs studeren en recht op studiefinanciering hebben, is opgeheven. De uitzondering betrof verlies van het recht wanneer het kind ging studeren aan het hoger onderwijs. Ook voor ouders met kinderen van 16 en 17 jaar die een salaris of stagevergoeding boven de bijverdiengrens ontvangen vervalt de uitzonderingspositie in de AKW. Vanaf 1 januari 2020 hebben de inkomsten van 16- en 17-jarigen geen invloed meer op de kinderbijslag. Hierdoor hebben meer ouders recht op AKW, wat leidt meerjarig tot hogere verwachte uitgaven van 32,4 miljoen euro.

Doorwerking kindgebonden budget (WKB) amendement 16/17-jarigen kinderbijslag (AKW)

Het recht op AKW is een voorwaarde voor het recht op kindgebonden budget (WKB). Door het afschaffen van de uitzonderingen voor 16- en 17- jarigen in de AKW hebben hierdoor ook meer ouders recht op WKB. Dit leidt meerjarig tot hogere verwachte uitgaven van de WKB met 25 miljoen euro.

Invullen taakstelling

De taakstelling op de SZW-begroting die bij Miljoenennota 2020 is ingeboekt, wordt ingevuld met de gemelde meevaller op de apparaats- en beleidsondersteunende budgetten (zie ook Tweede Voortgangsrapportage kerndepartement SZW).

Kasschuif breed offensief

Het wetsvoorstel Breed Offensief is vertraagd en zal daarmee later in werking treden. Hierdoor schuift ook de implementatie van de maatregelen door. Middels deze kasschuif wordt het resterende budget dat hiervoor in 2020 gereserveerd stond, doorgeschoven naar 2021. Aanvullend zijn de maatregelen «uniformering loonwaardebepaling» en «instrumentengidsen» verder uitgewerkt. Een deel van deze middelen is benodigd in 2022. Met deze kasschuif zijn de middelen in het juiste kasritme geplaatst.

Kinderopvangtoeslag (KOT) verdelen nominaal

Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de KOT op het prijspeil van 2020 gebracht.

Participatiewet verdelen nominaal

Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de Participatiewet op het prijspeil van 2020 gebracht.

Taakstellende onderuitputting

Als gevolg van de coronacrisis en de daardoor oplopende werkloosheid laat de SZW-begroting cumulatief een tegenvaller zien na het verwerken van zowel uitvoeringsinformatie van UWV en Belastingdienst als de ramingen van het CPB. Om de tegenvaller te verkleinen is onder andere een taakstelling geboekt op de SZW-begroting.

Uitvoeringskosten UWV (als gevolg van corona)

De grote stijging van de WW heeft geleid tot veel extra werkzaamheden bij het UWV waarvoor UWV volgens de reguliere systematiek geen compensatie ontvangt. Om UWV tegemoet te komen in de gemaakte kosten in 2020 voor extra werkzaamheden en frictiekosten als gevolg van corona wordt budget beschikbaar gesteld. Dit wordt aan de premiezijde beschikbaar gesteld.

Veranderopgave Inburgering (VOI)

Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking van de middelen binnen artikel 13 voor het nieuwe inburgeringsstelsel, waarbij een deel van het budget schuift van plafond Sociale zekerheid naar plafond Rijksbegroting.

Wajong verdelen nominaal

Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de Wajong op het prijspeil van 2020 gebracht.

Wet Kindgebonden budget (WKB) verdelen nominaal

Dit betreft de mutaties als gevolg van de toegekende loon- en prijsindexatie. Hiermee wordt de WKB op het prijspeil van 2020 gebracht.

Wkb-herstelactie

2020 was het tweede jaar van de WKB-herstelactie. De uitgaven in 2020 zijn hoger uitgevallen dan eerder geraamd. Door vertraging in 2019 zijn er meer uitgaven gedaan in 2020. Daarnaast is een extra groep in aanmerking gekomen voor herstel.

Diversen

Betreft diverse beleidsmatige mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid, waaronder een aantal kasschuiven en de verwerking van twee Wajong-amendementen (Stoffer/Baudet en Renkema), de budgettaire gevolgen van de vertraging van het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong en de gevolgen van kortetermijnmaatregelen in de KOT en de WKB n.a.v. de kabinetsreactie op het rapport Donner en IBO-toeslagen. Daarnaast zijn bij de behandeling van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong in de Eerste Kamer een aantal toezeggingen gedaan. Omwille van motie Ester gaat de maatregel dat studeren geen uitsluitingsgrond meer is in de Wajong2015 al per september 2020 in. Dekking van motie Ester komt uit het re-integratiebudget Wajong. Daarnaast bevat deze post mutaties die samenhangen met het verdelen van het flankerend beleid uit het steun- en herstelpakket, zoals mobiliteitsteams en crisisdienstverlening. Daarnaast is er een neerwaartse bijstelling van 13 miljoen euro op de Wet op het Kindgebonden Budget (WKB).

Technische mutaties

Rijksbegroting

Dienstverlening bijstandsgerechtigden (3e noodpakket)

Het re-integratiebudget van gemeenten wordt tijdelijk verhoogd in lijn met de verwachte verhoogde instroom in de bijstand. Gemeenten gebruiken dit budget om bijstandsgerechtigden te helpen bij het vinden van een nieuwe baan. De middelen zijn, na afdracht aan het Btw-compensatiefonds, toegevoegd aan het Gemeentefonds.

Naar gemeentefonds: decentralisatie-uitkering (DU) perspectief op werk 2020 2e tranche

In 2019 en 2020 is er in het kader van Perspectief op Werk (PoW) voor elk van de 35 arbeidsmarktregio’s een impulsfinanciering van 1 miljoen beschikbaar. In 2020 hebben alle 35 centrumgemeenten via de meicirculaire het tweede (en laatste) miljoen van deze impulsfinanciering ontvangen.

Overboekingen gemeentefonds

Deze mutatie bevat de overboekingen naar het gemeentefonds. Dit betreft onder andere middelen voor onderdelen van het steun- en herstelpakket, waaronder bijzondere bijstand (5 miljoen euro), gemeentelijke schuldhulpverlening (15 miljoen euro), crisisdienstverlening, ondersteuning zelfstandigen en aanpak jeugdwerkloosheid (16 miljoen euro) en de re-integratiedienstverlening van gemeenten (39 miljoen euro).

Diversen

Deze post bevat diverse technische mutaties onder uitgavenplafond Rijksbegroting. Het betreft voornamelijk overboekingen met andere departementen en naar het Gemeentefonds, zoals een bijdrage voor maatschappelijke begeleiding (ca. 17 miljoen). Daarnaast bevat deze post middelen voor gemeentelijk schuldenbeleid (15 miljoen), het bestrijden van jeugdwerkloosheid (8,5 miljoen) en ondersteuning van scholing via de subsidieregeling NL leert door (30 miljoen) als onderdeel van het steun- en herstelpakket. Verder bevat deze categorie enkele overboekingen over de ijklijn tussen uitgavenplafond Sociale Zekerheid en uitgavenplafond Rijksbegroting, bijvoorbeeld het overboeken van de loonkostensubsidie Caribisch Nederland van het uitgavenplafond Sociale Zekerheid naar het uitgavenplafond Rijksbegroting (25 miljoen). Ook de prijsbijstelling van het uitgavenplafond Rijksbegroting (in enge zin) valt onder deze post. Tot slot bevat het ook een deel van de meerjarige verdeling van de uitvoeringskosten NOW op het juiste begrotingsartikel.

Sociale zekerheid

Compensatie eigen bijdrage kinderopvang (corona)

De tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO (coronamaatregel) biedt ouders een vergoeding voor de doorbetaalde eigen bijdrage kinderopvang tijdens de sluiting van de kinderopvang in de periode 16 maart tot en met 7 juni 2020. De tegemoetkoming voor de 2e sluitingsperiode (waarvan een gedeelte (16 t/m 31 december) betrekking heeft op 2020) wordt uitgekeerd in 2021. Dit is omdat de sluiting over de jaargrens gaat, het tijd kost om de regeling vorm te geven en om de regeling uit te keren.

Naar gemeentefonds: uitvoeringskosten Veranderopgave Inburgering (VOI)

Dit betreft de uitkering aan het Gemeentefonds ten behoeve van de implementatiekosten van het nieuwe inburgeringsstelsel (VOI) bij gemeenten. Voor deze uitkering is ook een bijdrage gedaan aan het BTW-compensatiefonds.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid 1 (NOW) (corona)

Voor de eerste tranche van de NOW (maart tot en met mei) worden de totale subsidie-uitgaven ingeschat op 8,8 miljard euro. Dit is exclusief de uitvoeringskosten en uitgaven aan de tijdelijke subsidie compensatie loonkosten en inkomensvoorziening ten behoeve van Caribisch Nederland. Ten opzichte van de eerdere ramingen in de incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket Banen en Economie (Kamerstuk 2019-2020, 35 415, nr. 1) zijn de uitgaven met 0,7 miljard euro verlaagd. Dat komt omdat bedrijven meer subsidie hebben aangevraagd dan waar zij voor in aanmerking komen, op basis van de daadwerkelijke omzetdaling en loonsomdaling.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid 2 (NOW) (corona)

De totale subsidie-uitgaven voor de tweede tranche van de NOW (juni tot en met september) worden geschat op 5,4 miljard euro. Ten opzichte van de Derde incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie 2.0 (Kamerstuk 2019-2020, 35473, nr. 6) zijn de verwachte uitgaven met 7,2 miljard euro verlaagd. Dat komt omdat het gebruik een stuk lager ligt dan waarmee rekening werd gehouden, omdat het achteraf economisch relatief veel beter ging in het derde kwartaal dan van tevoren werd verwacht.

Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid 3 (NOW) (corona)

De totale subsidie-uitgaven voor de derde tranche van de NOW (oktober-december) worden geschat op 3,4 miljard euro, waarvan 1 miljard euro in 2020 als voorschot is verstrekt aan werkgevers en het restant in 2021 tot uitbetaling komt. Ten opzichte van de Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket (Kamerstukken 2019-2020, 35542, nr. 2) zijn de verwachte uitgaven met 0,6 miljard euro verhoogd. Door de tweede golf en de daarbij genomen contact beperkende maatregelen is het gebruik hoger uitgekomen dan van tevoren werd verwacht. Vanwege de strengere lockdown heeft het kabinet besloten het loket voor aanvragen van de derde tranche NOW langer open te stellen van 15 t/m 27 december 2020.

Participatiewet

De uitgaven voor de bijstand zijn hoger uitgevallen dan verwacht als gevolg van de verwerking van de werkloosheidscijfers van het CPB in het macrobudget en de door Corona veroorzaakte bovengemiddelde instroom van werklozen in de bijstand (304 miljoen in 2020). Daarnaast heeft de verwerking van realisatiegegevens over 2019 geleid tot lagere uitgaven (-165 miljoen in 2020).

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers 1 (Tozo) (corona)

Als onderdeel van het Noodpakket banen en economie is de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) ingericht. Dit betreft de verwachte uitgaven voor de eerste drie maanden van de regeling. Op basis van een inschatting van het aantal aanvragen is de initiële raming ter hoogte van 3,8 miljard verlaagd naar 2,1 miljard. Hiervan is 237 miljoen niet relevant voor het uitgavenplafond. Deze middelen staan daarom niet geboekt op het uitgavenplafond Sociale Zekerheid.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers 2 (Tozo) (corona)

Dit betreft de verwachte uitgaven door de verlenging van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De regeling is verlengd tot en met 30 september 2020. Anders dan bij de Tozo-1, bevat de Tozo-2 een partnertoets. Op basis van een inschatting van het aantal aanvragen is de initiële raming ter hoogte van 1,5 miljard verlaagd naar 724 miljoen. Hiervan is 74 miljoen niet relevant voor het uitgavenplafond. Deze middelen staan daarom niet geboekt op het uitgavenplafond Sociale Zekerheid.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers 3 (corona)

Dit betreft de verwachte uitgaven door de verlenging van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). De regeling is verlengd tot en met 30 juni 2021. Op basis van een inschatting van het aantal aanvragen is de initiële raming ter hoogte van 370 miljoen verlaagd naar 424 miljoen. Van deze middelen is 28 miljoen niet relevant voor het uitgavenplafond. Deze middelen staan daarom niet geboekt op het uitgavenplafond Sociale Zekerheid.

Uitvoeringskosten Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) 1 en 2: afboeken restant

Een deel van de reservering voor de uitvoering van NOW 1 en NOW 2 voor UWV en SZW komt niet tot besteding en wordt daarom afgeboekt.

Uitvoeringskosten UWV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) meerjarig verdelen

De reservering van de uitvoeringskosten voor het UWV ten behoeve van NOW 1 en NOW 2 wordt via een kasschuif in het juiste kasritme gezet.

Diversen

Deze post bevat diverse technische mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid, waaronder overboekingen over de ijklijn tussen uitgavenplafond Sociale Zekerheid en uitgavenplafond Rijksbegroting, het deel van de loonbijstelling dat onder plafond Sociale Zekerheid valt. Ook het overboeken van de loonkostensubsidie Caribisch Nederland van het uitgavenplafond Sociale Zekerheid naar het uitgavenplafond Rijksbegroting (zie ook diversen technische mutaties plafond Rijksbegroting), de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) met uitvoeringskosten en de Tijdelijke Tegemoetkoming Kinderopvang (TTKO) vallen hieronder.

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De rijksbijdrage is bedoeld om het geraamde vermogenstekort van het Ouderdomsfonds aan te vullen. De rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds is hoger uitgevallen dan in de begroting werd geraamd. Dat komt voornamelijk doordat de premie-inkomsten lager uitgevallen zijn. Daarnaast wordt de rijksbijdrage gedurende het jaar aangepast aan het gerealiseerde tekort of overschot in het Ouderdomsfonds in het voorgaande jaar. Dit jaar zorgde dat voor een hogere rijksbijdrage.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers 1 (Tozo) (corona)

Leningen voor bedrijfskapitaal die zijn verstrekt in het kader van de Tozo worden gedeeltelijk terugverwacht. Het deel van de lening dat wordt terugverwacht, is niet-relevant voor het EMU-saldo. Derhalve zijn de bedragen die gemoeid gaan met deze leningen gedeeltelijk afgeboekt van het uitgavenplafond SZA en gelabeld als niet-relevant voor het uitgavenplafond (kader N).

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers 2 (Tozo) (corona)

Leningen voor bedrijfskapitaal die zijn verstrekt in het kader van de Tozo worden gedeeltelijk terugverwacht. Het deel van de lening dat wordt terugverwacht, is niet-relevant voor het EMU-saldo. Derhalve zijn de bedragen die gemoeid gaan met deze leningen gedeeltelijk afgeboekt van het uitgavenplafond SZA en gelabeld als niet-relevant voor het uitgavenplafond (kader N).

Diversen

Bevat kleine bijstellingen die niet relevant zijn voor het uitgavenplafond, zijnde bijstellingen op de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO) en op de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Ook de leningen voor bedrijfskapitaal die zijn verstrekt in het kader van Tozo 3 vallen hieronder.

Ontvangsten

Mee- en tegenvallers

Rijksbegroting

Diversen

Deze post bevat diverse kleine mee- en tegenvallers onder het plafond Rijksbegroting, die samenhangen met de tweede voortgangsrapportage van het kerndepartement SZW.

Sociale Zekerheid

Kinderopvangtoeslag (KOT)

De terugontvangsten Kinderopvangtoeslag vallen lager uit dan verwacht. Dit is vooral het gevolg van lagere ontvangsten uit de toeslagjaren 2018 en 2019. De Belastingdienst slaagt er steeds beter in om de kinderopvangtoeslag die ouders ontvangen aan te laten sluiten bij hun rechten. Dit effect blijkt sterker te zijn dan verwacht. Hierdoor hoeft er minder teruggevorderd te worden en daardoor nemen de ontvangsten af.

Wet Kindgebonden Budget (WKB)

De voorschotten WKB sluiten beter aan bij de beschikkingen (het recht) dan eerder geraamd. Dit heeft tot gevolg dat er minder wordt teruggevorderd, met lagere terugontvangsten als gevolg. Daarnaast gaan de ontvangsten omlaag als gevolg van de lagere raming van de beschikkingen.

Diversen

Deze post bevat kleine mee- en tegenvallers onder het plafond Sociale Zekerheid. Het betreft het saldo van lagere boeteontvangsten van de Inspectie SZW (ca. 15 miljoen), lagere ontvangsten op de Bijstand voor Zelfstandigen (BBZ) en de afrekening van de SVB over de uitgaven Kinderbijslag (deze vielen over 2019 lager uit dan SZW aan de SVB had bevoorschot, het verschil komt in 2020 terug).

Beleidsmatige mutaties

Sociale Zekerheid

Afrekening UWV 2019

Op basis van het jaarverslag 2019 van het UWV, heeft UWV de te veel ontvangen middelen voor de begrotingsgefinancierde regelingen (waaronder Wajong) over 2019 in 2020 teruggeboekt naar SZW.

Kinderopvangtoeslag (KOT) pauzering dwanginvorderingen

Als gevolg van de tijdelijke opschorting van de dwanginvorderingen (corona-maatregel) zijn er lagere ontvangsten op de kinderopvangtoeslag in 2020.

Diversen

Hieronder valt onder andere de afrekening 2019 van de Toeslagenwet (TW) en het tijdelijk opschorten van de dwanginvordering WKB. Als gevolg van de tijdelijke opschorting van de dwanginvorderingen (coronamaatregel) vallen de WKB-ontvangsten in 2020 lager uit dan verwacht.

Technische mutaties

Rijksbegroting

Diversen

Dit betreft de nieuwe begroting van de Rijksschoonmaakorganisatie die is aangepast aan de dienstverlening, de prijsindexatie en het aansluitschema van de departementen. Daarnaast bevat deze post een desaldering van het inkoopvoordeel.

Sociale zekerheid

Diversen

Deze post bevat de verlaging van de invorderingsrente door de Belastingdienst (als onderdeel van de coronamaatregelen). Dit heeft geleid tot minder ontvangsten op de Wet op het Kindgebonden Budget (WKB) en op de Kinderopvangtoeslag (KOT).

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Ramingsbijstelling werkgeversbijdrage Kinderopgvangtoeslag (KOT)

De kinderopvangtoeslag kent ook een werkgeversbijdrage, dit betreft een vast percentage van de totale loonsom. Deze ontvangsten zijn lager uitgekomen doordat de loonsom in 2020 lager is uitgekomen dan was voorzien.

Diversen

Dit betreft een bijstelling van de werkgeversbijdrage Kinderopvangtoeslag (KOT) en van de Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten (AO).

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

18.893,80

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Jeugd in coronatijd

‒ 16

Realisatie bijdr. aan agentschappen

17,3

Realisatie bijdr. aan zbo/rwt

‒ 16,7

Realisatie opdrachten

‒ 28,7

Realisatie subsidies

‒ 179,6

Diversen

‒ 31,2

Zorg

 

Diversen

6,2

 

‒ 248,7

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Abonnementstarief wmo corona

18

Hogere deelname griep- en pneumokokkenvaccinatie

24,6

Inzet eindejaarsmarge

24,4

Jeugd in coronatijd

21

Jeugdautoriteit vangnet cruciale jeugdhulp

20

Kasschuif middelen continuïteit cruciale jeugdzorg

‒ 20

Kasschuif programma thuis in het verpleeghuis

‒ 18,1

Kasschuif programma's zonmw

‒ 76

Kasschuif set

19

Kasschuif vipp msz

‒ 18,3

Korting op beleidsartikelen

‒ 133,4

Middelen transitieautoriteit jeugd

33,5

Onderzoeksprogramma's zorginstituut

‒ 15

Personeel en materieel vws

30,6

Stimuleringsmaatregel e-health thuis (set)

25

Stimuleringsregeling e-health thuis covid-19

‒ 38

Tegenvaller subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzeker

31

Diversen

66

Zorg

 

Kasschuif sectorplanplus

‒ 62,2

Diversen

‒ 6,2

 

‒ 74,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen (covid-19)

1.763,60

Aanschaf en distributie sneltests (covid-19)

225

Aanschaf remdesivir (covid-19)

33,8

Bijdrage vaccinonderzoek (cepi) covid-19

50

Bonus zorgpersoneel (covid-19)

2.114,00

Buurtsportcoaches

‒ 62,3

Ggd ghor

101,7

Ggd's

350

Ic-bedden en klinische bedden

108,4

Kasschuif t.b.v. uitvoering dus-i zorgbonus

‒ 112,6

Loonbijstelling

90,5

Ondersteuning sport-sector (covid-19)

73,2

Realisatie covid-budget

‒ 664,6

Stimuleringsmaatregel e-health thuis (set)

60

Testcapaciteit (covid-19)

250,4

Uitbreiding testcapaciteit (covid-19)

424,5

Vaccin ontwikkeling (covid-19)

68,2

Zorgkosten corona caribisch nederland

77,9

Diversen

279,1

Zorg

 

Diversen

‒ 17,5

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Rijksbijdrage wlz

2.850,00

Salderen zorgtoeslag

460

Zorgtoeslag

153,5

Diversen

‒ 10,6

 

8.666,20

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

8.343,30

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

27.237,10

Totaal Internationale samenwerking

11,8

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

27.248,90

XVI VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

133,6

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

7,7

 

7,7

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Tegenvaller ontvangsten transitieautoriteit

‒ 22

Diversen

50,2

 

28,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

29,6

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Realisatie ontvangsten

91,3

Salderen zorgtoeslag

460

 

580,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

616,7

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

750,4

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

750,4

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Jeugd in coronatijd

Het kabinet geeft een extra impuls van 58,5 miljoen euro aan gemeenten om samen met jongeren, lokale organisaties en evenementensector kleinschalige activiteiten te programmeren op het gebied van cultuur, sport en andere zinvolle vrijetijdsbesteding. Er wordt 40 miljoen euro toegevoegd aan de algemene uitkering in het Gemeentefonds. Daarnaast is 3,5 miljoen euro beschikbaar binnen de VWS-begroting voor landelijke acties. VWS en SZW leveren hiervoor dekking aan.

Realisatie bijdr. aan agentschappen

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op het instrument bijdrage aan agentschappen. Per saldo is een overschrijding van 17,3 miljoen euro. Dit wordt o.a. veroorzaakt door hogere uigaven t.b.v. opdrachtverlening RIVM (4,3 miljoen euro) en hogere uitgaven t.b.v. CJIB onverzekerden en wanbetalers (3,1 miljoen euro).

Realisatie bijdr. aan ZBO/RWT

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op het instrument bijdrage aan ZBO/RWT. Per saldo valt 16,7 miljoen euro vrij. Waaronder 5,5 miljoen euro minder uitgaven t.b.v. inrichtingzorgstelsel ZiNL, 3,9 miljoen minder uitgaven aan Sociale Verzekeringsbank: Onverzekerden en 2,7 miljoen euro minder uitgaven aan ZonMw programma's.

Realisatie opdrachten

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op het instrument opdrachten, waaronder vrijval 4,2 miljoen euro bij opdrachten voor informatiebeleid en 3,8 miljoen euro vrijval bij opdrachten positie van de cliënt en transparantie van zorg.

Realisatie subsidies

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers op het instrument subsidies, waaronder vrijval 110,1 miljoen euro op subsidies voor opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt. Deze vrijval is grotendeels ontstaan door het Stagefonds. De uitvoerder DUS-I heeft in 2020 zich bezig gehouden met de uitbetaling van de zorgbonus, waardoor de uitvoering van het Stagefonds door DUS-I doorgeschoven is naar 2021. Dit bedrag voor de uitvoeringskosten van de zorgbonus is abusievelijk gesaldeerd met de kasschuif van het budget voor het Stagefonds (112 miljoen euro is doorgeschoven naar 2021).

Diversen - Rijksbegroting

Dit betreft het saldo van diverse in omvang relatief geringe mee- en tegenvallers op alle instrumenten behalve bijdr. aan agentschappen, bijdrage aan ZBO/RWT, opdrachten en subsidies. Per saldo doet de grootste meevaller zich voor bij het instrument apparaat (14 miljoen euro) en een meevaller bij realisatie COVID voor de compensatie AHOY/MECC (14,1 miljoen euro).

Diversen - Zorg

Dit betreft het saldo van diverse in omvang relatief geringe mee- en tegenvallers bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven. De grootste post betreft een overschrijding op de realisatie subsidies medisch specialistische zorg (6,6 miljoen euro). Bij najaarsnota is deze subsidieregeling met 6,2 miljoen naar beneden bijgesteld, maar bij de Slotwet is op deze subsidieregeling toch 6,6 miljoen euro gerealiseerd. Hierdoor ontstaat bij de beleidsmatige mutaties een onderschrijding van 6,2 miljoen euro en bij de mee- en tegenvallers een overschrijding van 6,6 miljoen euro.

Beleidsmatige mutaties

Abonnementstarief wmo corona

Gezien de coronacrisis kan het voorkomen dat zorg en ondersteuning niet (volledig) kan worden geleverd. Indien de beoogde Wmo-ondersteuning feitelijk in enige maand niet wordt geboden, geldt de lijn dat de eigen bijdrage die maand niet wordt gefactureerd. De toepassing van deze beleidslijn tijdens de huidige crisis zou echter betekenen dat gemeenten zouden moeten bezien in welke individuele situaties de eigen bijdrage gestopt zou moeten worden. Dit zou betrokken partijen in deze fase een onevenredig grote uitvoeringslast bezorgen. Gelet op het voorgaande is besloten om alle Wmo-cliënten, exclusief cliënten met de voorzieningen beschermd wonen en opvang voor twee maanden (april en mei) vrij te stellen van een eigen bijdrage.

Hogere deelname griep- en pneumokokkenvaccinatie

De deelname aan de griep- en pneumokokkenvaccinatie is dit najaar hoger dan geraamd (24,6 miljoen euro). Dit hangt samen met de symptomen van zowel de griep en pneumokokken in relatie tot het coronavirus. Met deze extra middelen worden voor beide vaccinaties extra vaccins aangeschaft en kan de inenting van deelnemers plaatsvinden.

Inzet eindejaarsmarge

De eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen op de VWS-begroting, onder meer om Regeerakkoordmiddelen beschikbaar te houden voor Onbedoelde zwangerschappen (8 miljoen euro) en acties voor het Nationaal preventieakkoord (2 miljoen euro).

Jeugd in coronatijd

Het kabinet geeft een extra impuls van 58,5 miljoen euro aan gemeenten om samen met jongeren, lokale organisaties en evenementensector kleinschalige activiteiten te programmeren op het gebied van cultuur, sport en andere zinvolle vrijetijdsbesteding. Er wordt 40 miljoen euro toegevoegd aan de algemene uitkering in het Gemeentefonds. Daarnaast wordt een deel via de subsidieronden van de maatschappelijke diensttijd (15 miljoen euro) in de eerste helft van 2021 besteed aan projecten waarbij gemeenten betrokken zijn. Tenslotte is 3,5 miljoen euro beschikbaar binnen de VWS-begroting voor landelijke acties. VWS en SZW leveren hiervoor dekking aan en daarnaast is er een generale bijdrage van 20 miljoen euro in 2021.

Jeugdautoriteit vangnet cruciale jeugdhulp

In de Voorjaarsnota 2019 is voor de periode 2019‒2021 20 miljoen euro gepositioneerd bij de Jeugdautoriteit om tijdelijke liquiditeitssteun toe te kunnen kennen als de zorgcontinuïteit in gevaar komt. In 2019 heeft de Jeugdautoriteit dit budget nog niet hoeven inzetten en daarom wordt deze 20 miljoen euro geheel doorgeschoven naar 2020.

Kasschuif middelen continuïteit cruciale jeugdzorg

In het voorjaar van 2019 is afgesproken om 20 miljoen euro bij de Jeugdautoriteit te positioneren voor de periode 2019-2021 om, als de zorgcontinuïteit in gevaar komt, de mogelijkheid te hebben om tijdelijke liquiditeitssteun aan jeugdzorgaanbieders toe te kennen. Deze afspraak was onderdeel van de totaaldeal die in het voorjaar van 2019 is gemaakt met de VNG. In 2019 en 2020 bleken deze middelen niet benodigd. Middels een kasschuif blijven deze middelen ook voor 2021 beschikbaar zoals is afgesproken.

Kasschuif programma thuis in het verpleeghuis

Voor het programma Thuis in het Verpleeghuis worden middelen naarlatere jaren geschoven om deze aan te laten sluiten bij de liquiditeitsbehoeften. Verpleeghuizen worden binnen dit programma gesteund in het verbeteren van de kwaliteit van zorg .

Kasschuif programma's ZonMw

Door de coronacrises treedt vertraging op in programma's die door ZonMw worden uitgevoerd. Dit wordt veroorzaakt doordat calls langer open staan of later opengaan. Ook komen eindafrekeningen later binnen en lopen projecten uit of worden ze later opgestart. De kaseffecten schuiven hierdoor door naar latere jaren.

Kasschuif SET

Naast de Stimuleringsregeling E-Health (SET) is er vanwege Covid-19 een tijdelijke SET opengesteld, waardoor technologieën die het gedurende de Covid-19 crisis mogelijk maken om zorg op afstand te verlenen kunnen worden gesubsidieerd. Om hiervoor middelen beschikbaar te stellen is het budget in 2020 verhoogd met 19 miljoen euro.

Kasschuif VIPP MSZ

Dit is de kasschuif op het versnellingsprogramma voor informatie-uitwisseling tussen patiënt en professional (VIPP) in de medisch specialistische zorg (MSZ). De deadline en de inschrijfperiode is gewijzigd omdat de de ziekenhuizen vanwege de coronacrisis, geen prioriteit konden geven aan de subsidieaanvragen. Hierdoor wordt dit jaar minder aanspraak gemaakt op de regeling en verschuift het budget naar latere jaren.

Korting op beleidsartikelen

Ter dekking van problematiek op de VWS-begroting wordt, vooruitlopend op de jaarlijkse onderuitputting, reeds een korting verwerkt op diverse beleidsartikelen. Daarmee wordt beoogd om gedurende het jaar minder onderuitputting op te laten treden.

Middelen transitieautoriteit jeugd

De regeling van de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) voorzag van 2014 tot en met 2018 in een tegemoetkoming in frictiekosten door transformatie van het zorglandschap en in eventuele tijdelijke liquiditeitssteun bij het in gevaar komen van de zorgcontinuïteit. In de Voorjaarsnota zijn extra middelen (43,6 miljoen euro) beschikbaar gesteld om de instellingen die op grond van voorwaarden van de TAJ-regeling in aanmerking kwamen voor een subsidie te kunnen financieren (aangezien het meerjarig subsidieplafond nog niet was bereikt). Van de regeling wordt 33,5 miljoen euro in 2019 niet beschikt. Middels een kasschuif worden deze middelen meegenomen naar 2020.

Onderzoeksprogramma's zorginstituut

Naar verwachting wordt een deel van de nog niet-bestemde onderzoeksprogramma’s van het Zorginstituut niet in 2020 uitgegeven.

Personeel en materieel vws

Binnen verschillende directies van het kerndepartement is personele en materiële uitbreiding nodig om doelstellingen van het ministerie van VWS te realiseren. Het betreft hier onder meer VWS-brede kosten, maar ook kosten voor IV-governance, juridische en communicatie taken. Daarnaast is voor de uitvoering van de banenafspraak en voor het programma privacy budget toegevoegd.

Stimuleringsmaatregel e-health thuis (SET)

Het subsidieplafond is verhoogd om te voldoen aan de behoefte voor e-health toepassingen, onder meer bij zorg en begeleiding van cliënten thuis zoals bij de wijkverpleging. Voor de Set-COVID subisidieregeling zijn in korte tijd veel meer aanvragen ontvangen dan beschikbaar is voor de regeling.

Stimuleringsregeling e-health thuis COVID-19

Op basis van het huidige aantal aanvragen is de verwachting dat een aanzienlijk deel (38 miljoen euro) van de beschikbare middelen voor de Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET) COVID-19 niet tot besteding zal komen. De subsidieregeling was bedoeld om bij te dragen aan de noodzakelijke omslag naar digitalisering en zorg op afstand in tijden van corona.

Tegenvaller subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerde personen

Het doel van de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden is het bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het vergoeden van de door zorgaanbieders geleverde zorg aan onverzekerde personen. Uit gegevens van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) blijkt dat meer zorgaanbieders een beroep doen op de subsidieregeling.

Diversen - Rijksbegroting

Dit betreft het saldo van diverse in omgevang relatief geringe mee- en tegenvallers bij het onderdeel rijksbegroting. Dit is o.a. opgebouwd uit de overschrijding zorgkosten onverzekerbare vreemdelingen ovv (9,8 miljoen euro) en een overschrijding op CAK (9,3 miljoen euro). Ook is hier de versnelde afbouw van het laboratorium biosafety level 3 (bsl iii-lab) opgenomen (13,5 miljoen euro).

Kasschuif SectorplanPlus

VWS ondersteunt door middel van subsidies initiatieven gericht op nieuwe personeelsinstroom in de zorg middels SectorplanPlus. Met deze kasschuif wordt het budget aangepast aan het juiste kasritme.

Diversen - Zorg

Dit betreft het saldo van diverse in omvang relatief geringe mee- en tegenvallers bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven. Ditmaal bestaat de post uit de onderschrijding op de transitieregeling medisch specialisten (6,2 miljoen euro). Bij najaarsnota is deze subsidieregeling met 6,2 miljoen naar beneden bijgesteld, maar bij de Slotwet is op deze subsidieregeling toch 6,6 miljoen euro gerealiseerd. Hierdoor ontstaat bij de beleidsmatige mutaties een onderschrijding van 6,2 miljoen euro en bij de mee-en tegenvallers een overschrijding van 6,6 miljoen euro.

Technische mutaties

Aanschaf en distributie medische hulpmiddelen (COVID-19)

Voor de inkoop van medische hulpmiddelen door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) is een additioneel budget benodigd voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (175 miljoen euro in 2020). Dit budget wordt deels meteen ingezet voor de inkoop van onderzoekshandschoenen en deels gereserveerd om snel op dreigende tekorten te kunnen reageren.

Aanschaf en distributie sneltests (COVID-19)

Voor de inkoop van testmaterialen is een additioneel budget benodigd van 225 miljoen euro in 2020. Dit budget wordt vooral ingezet voor de inkoop van antigeen-sneltesten en lamp-sneltesten.

Aanschaf remdesivir (COVID-19)

Voor de aanschaf van het IC-geneesmiddel Remdesivir is 34 miljoen euro in 2020 beschikbaar gesteld. Het middel remt de aanmaak van nieuwe virusdeeltjes in het lichaam. Het is het eerste medicijn dat is goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelen Agentschap als behandeling van COVID-19. Het RIVM schaft het middel aan en ziekenhuizen kunnen het afnemen.

Bijdrage vaccinonderzoek (CEPI) Covid-19

Voor een bijdrage aan internationaal onderzoek naar een vaccin voor Covid-19 wordt 50 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI).

Bonus zorgpersoneel (Covid-19)

Naar aanleiding van de motie Van Kooten-Arissen heeft het kabinet een bonusregeling voor zorgprofessionals uitgewerkt, van 1.000 euro (netto) per betrokken zorgprofessional. De verwachte uitgaven voor de bonus bedragen 1.440 miljoen euro, waardoor ca. 800.000 zorgprofessionals een bonus kunnen ontvangen en het bedrag wordt aangevuld met de eindheffing loonbelasting.

Buurtsportcoaches

Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de buurtsportcoaches. Hiermee wordt invulling gegeven aan de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties. Door gebruik te maken van de Brede Regeling Combinatiefuncties geven gemeenten uitvoering aan lokaal sporten beweegbeleid.

Ggd ghor

Dit betreft meerkosten voor de GGD Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). Deze maakt kosten voor onder andere het opzetten van een app, een nieuw digitaal registratiesysteem voor de testen, het klantencontactcentrum en bron- en contactonderzoek.

Ggd's

Dit betreft meerkosten voor de GGD's. Deze maken kosten voor bron- en contactonderzoek en bemonstering en uitgestelde dienstverlening.

Ic-bedden en klinische bedden

Op basis van het Opschalingplan Covid-19 van het Landelijk Netwerk Acute Zorg worden voor de opschaling naar 1.350 IC-bedden en de flexibele verdere opschaling naar 1.700 IC-bedden en de daarmee corresponderende uitbreiding van het aantal klinische bedden middelen gereserveerd voor het beschikbaar maken en houden van deze extra capaciteit in 2020 en 2021.

Kasschuif t.b.v. uitvoering dus-i zorgbonus

Om de noodzakelijke inzet van mensen voor de uitvoering van de zorgbonus, die normaal voor de uitvoering van het stagefonds worden ingezet, mogelijk te maken moet het laatste deel uit het proces van de jaarlijkse uitvoering van het stagefonds naar begin 2021 worden verplaatst. De uitgaven voor het stagefonds vinden daarom pas plaats in 2021.

Loonbijstelling

Dit betreft tranche 2020 van de loonbijstelling.

Ondersteuning sport-sector (Covid-19)

Voor de sportsector (sportbonden, sportverenigingen en sportaanbieders) wordt 135 miljoen euro beschikbaar gesteld als aanvullende compensatie voor het waarborgen van de continuïteit van de sportinfrastructuur. Hiermee kunnen de voornaamste problemen als gevolg van COVID-19 maatregelen voor ruim 800 zwembaden, ruim 50 sportbedrijven en ruim 24.000 sportverenigingen worden weggenomen.

Realisatie COVID ‒ 19 budget

De middelen voor COVID-19 laten een onderschrijding zien. Dit komt met name door het aangaan van verplichtingen voor medische beschermingsmiddelen waarvoor geen uitgaven zijn gedaan voor 304 miljoen euro. Ook de extra kosten voor de veiligheidsregio’s vallen lager uit dan geraamd met 87 miljoen euro. Daarnaast vallen de meerkosten voor de GHOR / GGD en het programma voor dataverzameling 333 miljoen euro lager uit. Aan de andere kant zijn er hogere uitgaven aan het RIVM voor 63 miljoen euro en de zorgbonus voor 58 miljoen euro. In de Najaarsnota is melding gemaakt van een verhoging van het benodigde budget voor de uitvoering van de zorgbonus met 800 miljoen euro. Het totaal beschikbare budget kwam daarmee op een bedrag van 2.113 miljoen euro. Ten onrechte is een budget van 2.001 miljoen euro voor de zorgbonus opgenomen. Dit bedrag was abusievelijk gesaldeerd met de kasschuif van het budget voor het Stagefonds (112 miljoen euro werd doorgeschoven naar 2021). Ten opzichte van het beschikbare budget van 2.113 miljoen euro is aan uitgaven zorgbonus een bedrag van 2.054 miljoen euro gerealiseerd.

Stimuleringsmaatregel e-health thuis (SET)

Dit betreft de overheveling van 60 miljoen euro in 2020 uit de hoofdlijnenakkoordsector wijkverpleging naar de VWS-begroting voor de Stimuleringsregeling E-Health Thuis. De overheveling maakt onderdeel uit van de afspraken die het afgelopen voorjaar met veldpartijen zijn gemaakt.

Testcapaciteit (COVID-19)

Voor 2020 (250,4 miljoen euro) en de eerste maanden van 2021 (405,2 miljoen euro) worden aanvullende middelen beschikbaar gesteld om de laboratoriumcapaciteit voor PCR-testen te vergroten op basis van de verwachte testen in deze periode. Met deze aanvullende middelen kan het testen, traceren en analyseren verder vorm krijgen.

Uitbreiding testcapaciteit (COVID-19)

Dit betreft de uitbreiding van de testcapaciteit (150 miljoen euro extra in 2020). Met deze middelen wordt de stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk in staat gesteld om sneltesten aan te schaffen via het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) en mensen snel te testen. Daarnaast valt 25,8 miljoen euro vrij in 2020 bij middelen die eerder beschikbaar zijn gesteld, gebaseerd op de meest recente raming van het RIVM.

Vaccinontwikkeling (COVID-19)

Het kasritme van het gereserveerde bedrag voor de ontwikkeling en inkoop van vaccins (400 miljoen in 2020 en 300 miljoen in 2021) wordt bijgesteld door 335 miljoen naar 2021 te schuiven.

Zorgkosten corona Caribisch Nederland

Om de zorgcapaciteit vanwege Covid-19 op Aruba, Sint-Maarten en Curaçao op te bouwen wordt 32 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het betreft onder meer tijdelijke uitbreiding van de ic-capaciteit en bemensing van ic-units.

Diversen - Rijksbegroting

Deze post is o.a. opgebouwd uit Zonmw onderzoek (COVID-19) van 6,6 miljoen euro, testen voor 21,1 mijoen euro (gereedmaken labs, testapparatuur en materialen), Sanquin onderzoeken covascelent voor 12,7 miljoen euro en programma realisatie digitale ondersteuning COVID-19 voor 10 miljoen euro.

Diversen - Zorg

Dit betreft o.a. een correctieboeking in verband met gebruik verkeerd kader (18,3 miljoen euro).

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Rijksbijdrage Wlz

Dit is de bijstelling van de Rijksbijdrage Wlz naar aanleiding van raming van het Centraal Planbureau. Rijksbijdrage 18- Dit is de bijstelling van de Rijksbijdrage 18- naar aanleiding van de raming van het Centraal Planbureau.

Salderen zorgtoeslag

De zorgtoeslag is gesaldeerd voor 460 miljoen euro aan de uitgaven- en ontvangstenkant. In de VWS-begroting worden de netto uitgaven aan zorgtoeslag weergegeven (dat wil zeggen de uitgaven aan zorgtoeslag verminderd met de terugvorderingen van zorgtoeslag). Bij Slotwet worden de uitgaven en ontvangsten zorgtoeslag bruto gepresenteerd.

Zorgtoeslag

Dit is de bijstelling van de uitgavenraming zorgtoeslag naar aanleiding van de raming van het Centraal Planbureau.

Diversen - Niet relevant voor het uitgavenplafond

Dit betreft een verhoging van het budget voor de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ). Uit actuele realisatiecijfers van de Belastingdienst blijkt dat het aantal ontvangers is gestegen.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen - Rijksbegroting

Betreft de realisatie op de ontvangen. Er zijn hogere ontvangsten dan geraamd en dit komt met name door het afrekenen van subsidies waarna er middelen worden teruggevorderd. Dit speelt bij de SPUK en BOSA-regeling voor 19 miljoen euro, maar ook bij de transitie autoriteit jeugd voor 3,6 miljoen euro. Bij de zorgverzekering vallen de ontvangsten vanuit onverzekerden 8 miljoen euro hoger uit.

Beleidsmatige mutaties

Tegenvaller ontvangsten transitieautoriteit

Dit betreft een correctie op het ontvangstenbudget van de Transitieautoriteit jeugd (22 miljoen euro). Deze ontvangsten worden niet gerealiseerd, omdat de middelen niet volledig zijn beschikt.

Diversen - Rijksbegroting

Dit betreft onder andere meerontvangsten artikel 1 (7, 4 miljoen euro), meerkosten artikel 4 (3 miljoen euro), teruggave overschot bestemmingsreserves screeningorganisaties en meerontvangsten ZonMW (11, 9 miljoen euro)

Technische mutaties

Diversen - Rijksbegroting

Dit zijn verschillende desalderingen, waaronder bijdrage RIVM en CIBG inzake SSC-ICT (6,2 miljoen euro) en bijdrage EMA RBV (5, 2 miljoen euro). Ook is het afromen eigen vermogen CIBG van 6,4 miljoen euro opgenomen.

Niet relevant voor het uitgaven plafond

Realisatie ontvangsten

Dit betreft de realisatie op de regeling tegemoetkoming specifieke posten.

Salderen zorgtoeslag

De zorgtoeslag is gesaldeerd voor 460 miljoen euro aan de uitgaven- en ontvangstenkant. In de VWS-begroting worden de netto uitgaven aan zorgtoeslag weergegeven (dat wil zeggen de uitgaven aan zorgtoeslag verminderd met de terugvorderingen van zorgtoeslag). Bij Slotwet worden de uitgaven en ontvangsten zorgtoeslag bruto gepresenteerd.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: UITGAVEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

3.186,40

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

3.186,40

XVII BUITENLANDSE HANDEL & ONTWIKKELINGSSAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

13,1

Technische mutaties

 

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

‒ 13,1

 

‒ 13,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 13,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

108,8

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

108,8

De begroting voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking bestond bij de Miljoenennota uit HGIS-uitgaven en ontvangsten, en niet HGIS-ontvangsten. Deze niet-HGIS-ontvangsten betroffen ontvangsten uit terugbetalingen van oude leningen van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden. Deze zijn bij Voorjaarsnota onder de HGIS gebracht.

Sociale Verzekeringen

SOCIALE VERZEKERINGEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

61.600,40

Mee- en tegenvallers

 

Sociale zekerheid

 

Aow

‒ 103

Aow lpo 2020

‒ 29,6

Iva

‒ 33

Transitievergoeding

276,4

Ziektewet

201

Diversen

‒ 91,3

 

220,5

Beleidsmatige mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Impact wab transitievergoeding

‒ 34

Uitvoeringskosten uwv (corona)

105

Diversen

9,3

 

80,3

Technische mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Nominale ontwikkeling

121,1

Ww

476,1

Diversen

‒ 19,4

 

577,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

878,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

62.478,90

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

62.478,90

SOCIALE VERZEKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

260,1

Beleidsmatige mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Diversen

0

 

0

Technische mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 25,1

 

‒ 25,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 25,1

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

235

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

235

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Sociale Zekerheid

Algemene Ouderdomswet (AOW)

De uitkeringslasten voor de AOW zijn lager uitgekomen dan verwacht, voornamelijk vanwege hogere sterfte als gevolg van corona.

Algemene Ouderdomswet (AOW) loon- en prijsontwikkeling (LPO) 2020

Als gevolg van de overzetting naar prijzen 2020 ontstaat er een meevaller op de AOW. De raming van de nominale ontwikkeling in 2020 bleek te hoog te zijn ingeschat.

Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA)

De uitkeringslasten voor de IVA zijn in 2020 lager uitgevallen dan verwacht. Dit komt door een lager dan verwacht aantal uitkeringen.

Compensatie Transitievergoeding bij Langdurige Arbeidsongeschiktheid (CTVLAO)

Sinds 1-7-2015 moeten werkgevers een transitievergoeding bij ontslag betalen. Deze regeling compenseert werkgevers voor betaalde transitievergoeding bij ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De regeling is per april 2020 in werking getreden. Het grootste deel van deze tegenvaller (201 miljoen euro) heeft betrekking op het terugwerkende krachtgedeelte van de regeling (periode juli 2015 – april 2020). Inhoudelijk worden deze hoger dan verwachte uitgaven verklaard doordat het gemiddelde dienstverband bij ontslag en daarmee de gemiddelde hoogte van de gecompenseerde transitievergoedingen aanzienlijk hoger was dan geraamd; het gemiddelde salaris was juist wat lager dan verwacht. Ten tijde van het opstellen van de Begroting 2020 waren aannames gedaan over het gemiddelde dienstverband, omdat er nog geen realisatiecijfers beschikbaar waren.

Ziektewet (ZW)

De uitkeringslasten ZW komen 260 miljoen euro hoger uit dan begroot. Een belangrijke verklaring voor de hogere ZW-uitgaven zijn de gevolgen van het coronavirus, waardoor het beroep op de ZW hoger uitvalt dan van tevoren werd verwacht. Vanwege het urgente belang van de volksgezondheid is met UWV afgesproken dat zogeheten vangnetters die vanwege quarantaine niet kunnen werken, aanspraak kunnen maken op een ZW-uitkering. Het gaat om werknemers die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten en eindedienstverbanders. Door de ombuiging van de conjunctuur zijn er bovendien meer werklozen die bij ziekte een beroep doen op de ZW. Daarnaast is het aantal ZW-uitkeringen bij zwangerschappen hoger dan verwacht.

Diversen

Deze post bevat diverse mee- en tegenvallers onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Ten opzichte van Begroting 2020 zijn er lager dan verwachte uitkeringslasten op de Algemene nabestaandenwet (Anw), op de arbeidsongeschiktheidsregelingen, op de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) en op de uitvoeringskosten van het UWV. Verder wordt elk jaar het bekostigingsmodel van het UWV (het Lightmodel) herijkt. Deze herijking heeft geleid tot een budgetneutrale schuif tussen premie- en begrotingsgefinancierde uitvoeringskosten.

Beleidsmatige mutaties

Sociale Zekerheid

Impact Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) transitievergoeding

Per 1 januari 2020 is de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) ingegaan. Als gevolg hiervan daalt de gemiddelde hoogte van de transitievergoeding en daarmee het te compenseren bedrag aan transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid. De impact van de WAB is groter dan eerder voorzien. Dit leidt tot een besparing van 34 miljoen in 2020.

Uitvoeringskosten UWV als gevolg van corona

De grote stijging van de WW heeft geleid tot veel extra werkzaamheden bij het UWV waarvoor UWV volgens de reguliere systematiek geen compensatie ontvangt. Om UWV tegemoet te komen in de gemaakte kosten in 2020 voor extra werkzaamheden en frictiekosten als gevolg van corona wordt budget beschikbaar gesteld. Dit wordt aan de premiezijde beschikbaar gesteld.

Diversen

Deze post betreft voornamelijk kasschuiven voor plafond Sociale Zekerheid voor de uitvoeringskosten UWV, onder andere voor de implementatie van de wet Vereenvoudiging beslagvrije voet en handhavingscapaciteit. Daarnaast zijn bij de wetsbehandeling vereenvoudiging Wajong in de Eerste Kamer een aantal toezeggingen gedaan met budgettaire gevolgen en wordt op verzoek van motie Oomen-Ruijten een regeling getroffen voor de groep die werkt en vanwege inwerkingtreding van het wetsvoorstel niet de mogelijkheid heeft om in de voortgezette werkregeling te stromen. De regeling Oomen wordt gedekt door middel van een verlaging van de AO-tegemoetkoming.

Technische mutaties

Sociale Zekerheid

Nominale ontwikkeling

Deze mutatie betreft een aanpassing in de geraamde nominale ontwikkeling (de geraamde aanpassing toekomstige uitkeringshoogten aan verwachte loon- en prijsontwikkeling) onder het uitgavenplafond Sociale Zekerheid als gevolg van de ramingen van het CPB van loon- en prijsontwikkeling en als gevolg van mutaties in uitgavenramingen binnen de Sociale Zekerheid.

Werkloosheidswet (WW)

De WW-uitgaven komen honderden miljoenen euro’s hoger uit als gevolg van de coronacrisis. Door de contact-beperkende maatregelen is een deel van de economie hard geraakt. Hierdoor is het WW-bestand opgelopen in 2020. Daarentegen valt de gemiddelde uitkeringshoogte over 2020 voorlopig lager uit dan verwacht. Dat komt doordat de instroom wat jonger was dan normaal. Jongeren verdienen gemiddeld genomen minder, en dus is hun WW-uitkering ook lager.

Diversen

Bevat diverse technische mutaties onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Hieronder vallen een overboeking naar Financiën voor de vergoeding van de uitvoeringskosten van de Belastingdienst voor premiedifferentiatie, een overboeking naar BZK en een interne overboeking van budget voor de implementatie van de Wet Vereenvoudiging Beslagvrije Voet (VBVV). Overboekingen naar andere departementen zijn een technische mutatie waarvoor het uitgavenplafond Sociale zekerheid wordt gecorrigeerd. Daarnaast is er een plafondmutatie voor de ziektewet (ZW) doordat minder werkgevers eigenrisicodrager zijn voor de ziektewet en dus premies gaan betalen. Hierdoor komen meer uitzendkrachten in aanmerking voor een ZW-uitkering. Omwille hiervan is het uitgavenplafond verhoogd, gelijktijdig met een verhoging van het inkomstenkader.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Sociale Zekerheid

Diversen

De overheid is eigenrisicodrager voor de WW. Het UWV verstrekt WW-uitkeringen aan voormalige overheidswerknemers en verhaalt deze uitkeringen vervolgens op de betrokken overheidswerkgever. In 2020 heeft er minder verhaal plaatsgevonden dan verwacht.

Zorg

ZORG: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020

78.564,50

Mee- en tegenvallers

 

Zorg

 

Actualisatie overige zvw-sectoren o.b.v. realisatie 2019

56,1

Actualisatie q3 zvw

‒ 100,5

Actualisatie q4 zvw

194,1

Actualisatie wijkverpleging o.b.v. realisatie 2019

‒ 341,1

Actualisatie zvw o.b.v. q2 2020

‒ 79,2

Ramingsbijstelling wlz binnen contracteerruimte

‒ 26

Tegenvaller wlz-kader

480

Diversen

‒ 20,5

 

162,9

Beleidsmatige mutaties

 

Zorg

 

Besparingsverlies vertraging wgp

87,5

Dak- en thuislozen

75

Kasschuif sectorplanplus

‒ 62,2

Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen

‒ 167,5

Vrouwenopvang

59,1

Diversen

0,2

 

‒ 7,9

Technische mutaties

 

Zorg

 

Dak- en thuislozen

‒ 75

Meerkosten corona wlz - persoonsgebonden budget

52

Meerkosten corona wlz - zorg in natura

400

Subsidie wijkverpleging en stimuleringsmaatregel e-health thuis (set)

‒ 60

Diversen

‒ 92,9

 

224,1

  

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

379,2

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

78.943,70

ZORG: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020

5.121,10

Mee- en tegenvallers

 

Zorg

 

Actualisatie wlz-uitgaven

‒ 56

 

‒ 56

  

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 56

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

5.065,10

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Actualisatie overige zvw-sectoren o.b.v. realisatie 2019

Op basis van de realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven van de overige Zvw-sectoren (niet zijnde hoofdlijnenakkoordsectoren) geactualiseerd bij de Voorjaarsnota 2020. Vanaf 2020 wordt een deel van deze lagere uitgaven structureel verwerkt in de begroting. Het gaat onder meer om aanpassingen van 58 miljoen euro bij apotheekzorg en hulpmiddelen, 53 miljoen euro bij tweedelijnszorg en 30 miljoen euro bij ziekenvervoer. Bij de Miljoenennota 2020 is voor 2020 al 200 miljoen euro actualisatie verwerkt op nominaal en onverdeeld Zvw, per saldo resteert nu een overschrijding van 56 miljoen euro in 2020 (-144 miljoen euro + 200 miljoen euro).

Actualisatie q3 zvw

Op basis van de meest recente inschatting van zorgverzekeraars van de verwachte uitgaven inclusief de effecten van COVID-19 zijn de Zvw-uitgaven 2020 geactualiseerd. De ontvangen cijfers zijn gebaseerd op de daadwerkelijke declaraties van de eerste drie kwartalen van 2020, aangevuld met een raming voor de nog te verwachten lasten van 2020. Door COVID-19 gaan de ramingen van de zorgverzekeraars met meer onzekerheden gepaard dan normaal. De effecten van de tweede golf zijn niet verwerkt in deze cijfers, omdat deze cijfers gebaseerd zijn op de ontwikkelingen tot en met september.

Actualisatie q4 zvw

De actualisering van de Zvw leidt tot een overschrijding van 194 miljoen euro. Daarin worden zowel de reguliere zorg als netto continuïteitsbijdragen en meerkosten gerelateerd aan corona meegerekend. De grootste bijstelling doet zich voor bij de medisch-specialistische zorg. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de ontwikkeling van de coronapandemie in de laatste maanden van 2020, waarmee verzekeraars in eerdere ramingen nog geen rekening konden houden. De cijfers zijn als gevolg van corona met meer onzekerheden omvat dan normaal, maar geven wel het meest actuele beeld van de Zvw-uitgaven.

Actualisatie wijkverpleging o.b.v. realisatie 2019

Op basis van de realisatiecijfers over 2019 van het Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven van de wijkverpleging geactualiseerd bij de Voorjaarsnota 2020. De uitgaven aan wijkverpleging zijn in 2019 441 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd. Vanaf 2020 wordt een neerwaartse bijstelling van 341 miljoen euro structureel verwerkt in de begroting. De budgettaire afspraken uit het hoofdlijnenakkoord worden in stand gehouden.

Actualisatie zvw o.b.v. q2 2020

Op basis van de meest recente inschatting van zorgverzekeraars van de verwachte uitgaven inclusief de effecten van COVID-19 zijn de Zvw-uitgaven geactualiseerd. De ramingen van zorgverzekeraars zijn voor een deel gebaseerd op daadwerkelijke declaraties van de eerste twee kwartalen, maar voor een groter deel op bijschattingen op basis van trends en contracten tussen verzekeraars en aanbieders.

Ramingsbijstelling wlz binnen contracteerruimte

Dit betreft een ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Tegenvaller wlz-kader

De NZa heeft in de Maartbrief een tekort van 550 miljoen euro geraamd voor de Wlz als gevolg van extra volumegroei en de groei van wachtlijsten. Na inzet van de resterende herverdeelmiddelen in het Wlz-kader resteert een knelpunt van 480 miljoen euro.

Diversen

Deze post betreft de structurele doorwerking op de Zvw-uitgaven van de Jaarstaat 2019 (14 miljoen). Daarnaast zijn op basis van de actualisatiecijfers de ramingen van tandheelkundige zorg, hulpmiddelen en subsidieregeling extramurale behandeling bijgesteld voor in totaal 24,5 miljoen euro. Tenslotte betreft het vrijval op nominaal en onverdeeld van de Zvw voor 13,7 miljoen euro.

Beleidsmatige mutaties

Besparingsverlies vertraging wgp

Door uitstel van de aanpassing van de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) ontstaat een besparingsverlies. De kosten van het uitstel bedragen 88 miljoen euro in 2020. Een deel van de kosten (48 miljoen euro) kunnen binnen het bestaande financiële kader voor extramurale hulpmiddelen worden opgevangen. Het overige deel wordt gedekt uit de apotheekzorg (zie ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen).

Dak- en thuislozen

Om gemeenten in staat te stellen voldoende woonplekken met begeleiding aan dak- en thuislozen te bieden, worden incidentele middelen beschikbaar gesteld (75 miljoen euro in 2020 en 125 miljoen euro in 2021). Deze mutatie betreft de overboeking van deze middelen naar de VWS-begroting (plafond Rijksbegroting).

Kasschuif sectorplanplus

SectorplanPlus is een meerjarige subsidie voor werkgevers in zorg en welzijn om een extra impuls te geven aan opleidingsprojecten die zijn gericht op nieuwe instroom, met ontslag bedreigde werknemers of omscholing binnen de organisatie via kwalificerende scholing. Op basis van de aanvragen voor het volgende tijdvak van SectorplanPlus worden de middelen in het juiste kasritme gezet.

Ramingsbijstelling apotheekzorg en hulpmiddelen

Op basis van een raming van Zorginstituut Nederland zijn de uitgaven aan apotheekzorg in 2020 en verder naar verwachting lager dan eerder geraamd. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van de uitgaven aan apotheekzorg van 88 miljoen euro in 2020 oplopend tot 100 miljoen euro in 2021 en verder. Daarnaast ontstaat in 2020 door uitstel van de aanpassing van Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) een besparingsverlies. De kosten worden opgevangen binnen de raming voor apotheekzorg en hulpmiddelen (zie ook besparingsverlies vertraging Wgp).

Vrouwenopvang

Dit betreft extra middelen voor vrouwenopvang. Het gaat om structureel 38,6 miljoen euro voor Veilig Thuis, structureel 14 miljoen euro voor het creëren van benodigde extra opvangplekken voor acute crisissituaties in de vrouwenopvang en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek. Daarnaast gaat het om structureel 1,5 miljoen euro voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers dat contact legt met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s) en tot slot in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks 5 miljoen euro voor de uitvoering van de actieagenda Schadelijke praktijken.

Diversen

Dit betreft onder meer de inzet van 10 miljoen euro op de regeling voor voorwaardelijke toelating Zvw op de VWS-begroting t.b.v. plasmageneesmiddelen, en 6,2 miljoen euro onderuitputting op de subsidieregeling waarmee medisch specialisten worden gefaciliteerd bij de overstap naar loondienst. Daarnaast worden middelen toegevoegd voor de bekostiging van ggz-opleidingen en voor de herijking van de tarieven voor de kraamzorg. Verder wordt het budget voor zorginfrastructuur gekort ter dekking van andere knelpunten.

Technische mutaties

Dak- en thuislozen

Om gemeenten in staat te stellen voldoende woonplekken met begeleiding aan dak- en thuislozen te bieden, worden incidentele middelen beschikbaar gesteld (75 miljoen euro in 2020 en 125 miljoen euro in 2021). Het aantal daklozen is sinds 2016 met 10.000 gestegen. Deze mutatie betreft de overboeking van deze middelen naar de VWS-begroting (plafond Rijksbegroting).

Meerkosten corona wlz - pgb

Dit betreft de meerkosten in verband met het COVID-19 virus voor persoonsgebonden budgetten (52 miljoen euro) voor 2020.

Meerkosten corona wlz - zorg in natura

Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met het COVID-19 virus. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is geregeld dat deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Er zijn realisatiecijfers beschikbaar t/m augustus 2020. Deze brengen een financieel effect van 300 miljoen euro in beeld. Voor heel 2020 wordt het financiële effect geraamd op 400 miljoen euro.

Subsidie wijkverpleging en stimuleringsmaatregel e-health thuis (set)

Dit betreft de overheveling van 60 miljoen euro uit de hoofdlijnenakkoordsector wijkverpleging naar de VWS-begroting voor doeleinden binnen de wijkverpleging (onder meer voor de Stimuleringsregeling E-Health Thuis, ICT en deskundigheidsbevordering) gedurende de looptijd van de HLA’s (tot en met 2022).

Diversen

Dit betreft onder andere een overboeking van 16,9 miljoen euro van het Gemeentefonds naar de Wlz voor mobiliteitshulpmiddelen, en 5,6 miljoen euro voor de meerkosten van COVID-19 voor beschermd wonen (Wmo). Daarnaast bevat deze post 40 miljoen euro voor pgb-budgethouders als gevolg van extra kosten voor aanvullende zorg of vervangende zorg door COVID-19. Als laatste worden middelen voor vrouwenopvang, 53 miljoen euro structureel, overgeheveld naar het Gemeentefonds.

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Actualisatie wlz-uitgaven

Uit de voorlopige realisatiecijfers van de eigen bijdragen Wlz van het Zorginstituut Nederland blijkt dat deze eigen bijdragen 56 miljoen euro lager zijn uitgekomen dan geraamd in de begroting 2020. Een deel daarvan is toe te schrijven aan de coronacrisis, waardoor de in- en uitstroom in de intramurale zorg anders was ten opzichte van andere jaren.

Gemeentefonds

GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

31.826,40

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Wijziging betalingsverloop au 2020

‒ 136

Diversen

‒ 10,1

Sociale zekerheid

 

Diversen

0

 

‒ 146,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2019

34,5

Wijziging betalingsverloop decen.-uitkeringen 2019

51,9

Diversen

0,7

 

87,1

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Aanvullend pakket re-integratie covid 19

39,3

Bcf afrekening 2019

31,6

Brede aanpak dak-en thuisloosheid

73

Buurtsportcoaches 2020-2022 vws

62,3

Continuïteit van zorg au (covid-19)

46

Continuïteit van zorg du (covid-19)

98

Incidenteel schrappen opschalingskorting covid-19

70

Lokale culturele voorzieningen (covid-19)

60

Lokale cultuur (covid-19)

60

Perspectief op werk

35

Regionale opgaven: brainport eindhoven

30,2

Sociale werkbedrijven (covid-19)

140

Toeristen-en parkeerbelasting (covid-19)

225

Toezicht en handhaving (covid-19)

50

Uitvoeringskosten inburgering (voi)

34,4

Veilig thuis (duvo)

38,6

Voorlopige afrekening bcf 2020

96,5

Diversen

351

Sociale zekerheid

 

Loonbijstelling 2020 participatie

63,3

Diversen

0,1

Zorg

 

Overheveling loon- en prijsontwikkeling wmo bw

59

Diversen

5,6

 

1.668,90

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

1.610,00

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

33.436,40

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

33.436,40

GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Wijziging betalingsverloop AU en DU 2019

Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene uitkering en decentralisatie uitkeringen 2019. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2019 niet meer tot betaling komen. Omdat gemeenten recht hebben op deze bedragen wordt het kasbudget 2020 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het mogelijk om de uitkeringen in 2020 alsnog tot betaling te laten komen.

Diversen – mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Beleidsmatige mutaties

Wijziging betalingsverloop AU en DU 2019

Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene uitkering en decentralisatie uitkeringen 2019. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2019 niet meer tot betaling komen. Omdat gemeenten recht hebben op deze bedragen wordt het kasbudget 2020 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het mogelijk om de uitkeringen in 2020 alsnog tot betaling te laten komen.

Diversen – beleidsmatig

Deze post bestaat uit diverse mutaties die onder de ondergrens vallen.

Technische mutaties

Aanvullend Pakket Re-integratie covid 19 

Het Kabinet heeft vanwege de coronacrisis extra middelen beschikbaar gesteld voor re-integratie in 2020. Hiervoor zijn eerst middelen toegevoegd aan de SZW begroting. Daarna zijn deze middelen overgeboekt naar het gemeentefonds.

Afrekening bcf 2019

Gemeenten kunnen uitgaven aan btw terugvragen via het BTW-compensatiefonds (BCF). Wanneer er geld overblijft in het BCF, dan wordt dit aan het gemeentefonds toegevoegd. Bij Miljoenennota 2020 heeft hiervoor een voorlopige afrekening plaatsgevonden. Uiteindelijk bleek het overgebleven bedrag bij de realisatie hoger te zijn dan verwacht, waardoor er nu een verrekening over 2019 plaatsvindt van 31,6 miljoen euro.

Brede aanpak dak- en thuisloosheid

Voor de aanpak van dak- en thuisloosheid stelt VWS een financiële impuls beschikbaar voor de jaren 2020 en 2021.

Buurtsportcoaches 2020-2022 VWS

Voor de Brede Regeling Combinatiefuncties maakt VWS voor 2020 tot 2022 62,3 miljoen euro per jaar beschikbaar.

Continuïteit van Zorg - AU en DU (Covid-19)

Door toedoen van de coronacrisis hebben gemeenten te maken met inhaalzorg en meerkosten in de zorg. Voor inhaalzorg voegt VWS 34,3 miljoen euro toe aan het cluster Jeugd (Jeugdhulp) en 11,7 miljoen voor het cluster Maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015 begeleiding). De overige 98 miljoen betreft een voorschot voor meerkosten, waarvan 91 miljoen voor maatschappelijke opvang en 7 miljoen voor vrouwenopvang (DUVO).

Incidenteel schrappen opschalingskorting covid 19

In verband met de coronacrisis heeft het kabinet besloten om de opschalingskorting incidenteel te schrappen voor de jaren 2020 en 2021.

Lokale cultuur (Covid-19)

Voor de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur in de coronacrisis stelt BZK 60 miljoen euro ter beschikking.

Lokale culturele voorzieningen (Covid-19)

Betreft de maatregel voor de lokale culturele voorzieningen uit het tweede pakket met coronamaatregelen voor mede overheden.

Perspectief op Werk

In 2019 hebben 35 centrumgemeenten in de arbeidsmarktregio’s een impulsfinanciering van 1 miljoen euro ontvangen voor hun actieplan voor Perspectief op Werk. In 2020 ontvangen alle 35 centrumgemeenten het tweede (en laatste) miljoen van de impulsfinanciering voor de uitvoering van de actieplannen.

Regionale opgaven: Brainport Eindhoven

De gemeente Eindhoven ontvangt de derde tranche voor de regiodeal Brainport Eindhoven.

Sociale werkbedrijven (Covid-19)

Als gevolg van het coronavirus zijn de sociale werkbedrijven geheel of gedeeltelijke gesloten. Daardoor vallen bedrijfsopbrengsten weg waarmee (deels) de loonkosten van medewerkers worden gefinancierd. SZW stelt 90 miljoen euro ter beschikking ter compensatie van een deel van de loonkosten.

Toeristen- en parkeerbelasting (Covid-19)

Het Rijk compenseert gemeenten voor gederfde inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting in de periode 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 door toedoen van de coronacrisis.

Toezicht en handhaving (Covid-19)

Betreft de maatregel toezicht en handhaving uit het tweede pakket met coronamaatregelen ter compensatie van mede overheden.

Uitvoeringskosten inburgering (VOI)

Gemeenten ontvangen middelen voor de uitvoeringskosten voor de veranderopgave inburgering (VOI). Op termijn wordt dit toegevoegd aan de algemene uitkering.

Veilig Thuis (DUVO)

VWS stelt structureel 38,6 miljoen euro beschikbaar voor het project Veilig Thuis, als onderdeel van de decentralisatie uitkering Vrouwenopvang (DUVO).

Voorlopige afrekening BCF 2020

Betreft de toedeling van de voorlopige ruimte onder het plafond van het BTW compensatiefonds (BCF) in 2020 voor gemeenten.

Diversen (Rijksbegroting)

Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het gemeentefonds voor uiteenlopende onderwerpen, met name decentralisatie uitkeringen. Daarnaast is het accres afgerekend voor 2019 en bijgesteld ten opzichte van de raming ten tijde van de Miljoenennota 2020. Deze bedragen vallen onder de ondergrens.

Loonbijstelling 2020 - participatie

De loonbijstelling van de integratie uitkering sociaal domein - participatiebudget wordt toegevoegd.

Diversen (Sociale zekerheid)

Dit betreft de prijsbijstelling van de integratie uitkering sociaal domein – participatiebudget. Deze valt onder de ondergrens.

Loon- en prijsbijstelling 2020 – WMO

De loon- en prijsontwikkeling van de integratie uitkering beschermd wonen wordt toegevoegd.

Diversen (Zorg)

Dit betreft de prijsbijstelling van de integratie uitkering sociaal domein – participatiebudget. Deze valt onder de ondergrens.

Provinciefonds

PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

2.480,40

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0

 

0

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2019

26,3

Wijziging betalingsverloop decen.-uitkeringen 2019

5,7

 

32

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Regiodeal drenthe

10,7

Regiodeal friesland

11

Regiodeal twente

15

Regionale opgaven - parkstad limburg

13,1

Voorlopige afrekening bcf 2020

12,8

Diversen

27,9

 

90,5

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

122,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

2.603,00

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

2.603,00

  
PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Wijziging betalingsverloop AU en DU 2019

Dit betreft de wijziging van het betalingsverloop voor de algemene uitkering en decentralisatie uitkeringen 2019. Een beperkt deel van de uitkeringen kon in 2019 niet meer tot betaling komen. Omdat provincies recht hebben op deze bedragen wordt het kasbudget 2020 met dit bedrag opgehoogd. Dat maakt het mogelijk om de uitkeringen in 2020 alsnog tot betaling te laten komen.

Technische mutaties

Regiodeals en regionale opgaven

De provincies Drenthe, Friesland en regio Twente ontvangen de tweede tranche van de regiodeals. De provincie Limburg ontvangt daarnaast ook de derde tranche voor de regiodeal parkstad Limburg. De overige overboekingen voor regiodeals vallen onder de ondergrens, en vallen daarmee onder de post 'Diversen'.

Voorlopige afrekening bcf 2020

Betreft de toedeling van de voorlopige ruimte onder het plafond van het BTW compensatiefonds (BCF) in 2020 voor provincies.

Diversen

Er zijn diverse bedragen overgeboekt naar het provinciefonds voor uiteenlopende onderwerpen, met name voor de regionale opgaven Groene Hart, Zeeland, Groningen en Flevoland. Daarnaast is het accres afgerekend voor 2019 en bijgesteld ten opzichte van de raming ten tijde van de Miljoenennota 2020. Deze bedragen vallen onder de ondergrens.

Infrastructuurfonds

INFRASTRUCTUURFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

6.546,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Saldo 2020 hoofdwegennet geïntegreerde contractvormen

‒ 28,1

Saldo 2020 spoor aanleg

‒ 27

Diversen

‒ 59

 

‒ 114,1

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Actualisatie programma infrastructuurfonds

‒ 288,1

Saldo 2019

253

Saldo 2020 art 17 megaprojecten

34,5

Saldo 2020 hoofdwegennet

103

Strategisch plan verkeersveiligheid

50

Diversen

0

 

152,4

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Afrekening t3 2019 prorail

43,1

Beschikbaarheidsvergoeding ov

‒ 166,9

Generale kasschuif infrastructuurfonds

‒ 166,4

Inpassing dbfm contract a9 badhoevedorp holendrecht

‒ 143,1

Loon- en prijsbijstelling 2020

129,1

Maaslijn

32,4

Overboeking afgeroomd eigen vermogen rws

‒ 39,4

Saldo 2020 hoofdwegennet

110,9

Saldo 2020 spoorwegen

152,6

Saldo 2020 verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

‒ 97,8

Diversen

‒ 67,3

 

‒ 212,8

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 174,5

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

6.371,40

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

6.371,40

INFRASTRUCTUURFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

6.546,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Saldo 2020 hoofdwegennet ontvangsten

‒ 18,3

Diversen

‒ 0,6

 

‒ 18,9

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Actualisatie programma infrastructuurfonds

‒ 238,1

Saldo 2019

204,4

 

‒ 33,7

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Afrekening t3 2019 prorail

43,1

Beschikbaarheidsvergoeding ov

‒ 166,9

Generale kasschuif infrastructuurfonds

‒ 166,4

Inpassing dbfm contract a9 badhoevedorp holendrecht

‒ 143,1

Loon- en prijsbijstelling 2020

129,1

Maaslijn

32,4

Overboeking afgeroomd eigen vermogen rws

‒ 39,4

Saldo 2020 hoofdvaarwegennet ontvangsten

‒ 44,4

Diversen

‒ 95,1

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Voordelig saldo 2019 ontvangsten

48,6

 

‒ 402,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 454,7

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

6.091,30

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

6.091,30

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Saldo 2020 hoofdwegennet geïntegreerde contractvormen

De lagere uitgaven op het hoofdwegennet geïntegreerde contractvormen komen o.a. door vertraging in de werkzaamheden bij de trajecten A12/A15 Ressen-Oudbroeken (-10,5 miljoen euro), SAA A9 Gaasperdammer (-4 miljoen euro), SAA A6 Almere (-4 miljoen euro), A1-A6 (-2,4 miljoen euro) en A27/1 Utrecht-Eemnes-Bunschoten (-1,9 miljoen euro).

Saldo 2020 spoor aanleg

De lagere uitgaven op het aanlegbudget spoor wordt met name verklaard door het doorschuiven van het budget voor het project Railterminal Gelderland Valburg (-12,4 miljoen euro) en lagere uitgaven op de trajecten van het grensoverschrijdend spoorvervoer Heerlen-Landgraaf, Venlo Kaldenkirchen en exploitatie Wunderline (samen ‒ 8.5 miljoen euro).

Diversen

Onder deze post vallen alle overige realisaties op het infrastructuurfonds. Het gaat o.a. om lagere realisaties op het hoofdwegennet door verschillende vertragingen (-14,4 miljoen euro), vertraging op het artikel geïntegreerde contractvormen spoor doordat de afwikkeling van het bezwaar tegen btw op rentebijstellingen is doorgeschoven naar 2021 (-10,9 miljoen euro) en lagere uitgaven op megaprojecten, o.a. Zuidasdok (-6,9 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Actualisatie programma infrastructuurfonds - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Op basis van de meest recente uitvoeringsinformatie zijn bij Miljoenennota actualisaties van alle projectbudgetten op het Infrastructuurfonds doorgevoerd.

Saldo 2019 - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Het totale saldo op het Infrastructuurfonds bedroeg in 2019 253 miljoen euro aan de uitgavenkant en 204,4 miljoen euro aan de ontvangstenkant. Daarmee komt het voordelig saldo (uitgaven minus ontvangsten) op het Infrastructuurfonds over 2019 uit op 48,6 miljoen euro. Het voordelig saldo en de totale saldi aan de uitgavenkant en ontvangstenkant zijn bij Voorjaarsnota 2020 toegevoegd aan de begroting van het Infrastructuurfonds.

Saldo 2020 art 17 megaprojecten

Dit betreft een specifieke uitkering ten behoeve van Arriva die aan de provincie Limburg is overgeboekt.

Saldo 2020 hoofdwegennet

Op het hoofdwegennet heeft een overschrijding plaatsgevonden van 103 miljoen euro op het beheer en onderhoud als het gevolg van tegenvallers op BenO hoofdwegen. Via een negatieve eindejaarsmarge wordt dit meegenomen naar 2021.

Strategisch plan verkeersveiligheid

In 2020 is meer aanspraak gemaakt op de regeling strategisch plan verkeersveiligheid dan vooraf aangenomen werd. Dat heeft geleid tot een overschrijding van het beschikbare budget met 50 miljoen euro. Deze middelen zijn via een kasschuif bij Najaarsnota uit 2021 naar voren gehaald.

Technische mutaties

Afrekening t3 2019 prorail - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Per tertaal verstrekt IenW een voorschot aan subsidie aan ProRail op basis van de door ProRail ingeschatte uit te voeren werkzaamheden in dat tertaal. Vervolgens is op basis van de werkelijke uitgaven het voorschot van het tertaal ervoor afgerekend. In het derde tertaal was het voorschot hoger dan de afrekening. Dit verschil is als ontvangst geboekt.

Beschikbaarheidsvergoeding OV - uitgaven en niet-belastingontvangsten

In 2020 heeft het kabinet besloten tot een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer onder concessie. De vergoeding past bij het verzoek van het kabinet aan vervoerders om een volwaardige dienstregeling aan te bieden, terwijl de reizigersaantallen en de inkomsten nog beperkt zijn door toedoen van Corona. Deze mutatie betreft de bijdrage van IenW aan de beschikbaarheidsvergoeding in 2020.

Generale kasschuif infrastructuurfonds - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Nieuwe uitvoeringsinformatie op het Infrastructuurfonds evenals behoefte tot extra overprogrammering leiden tot een kasschuif van middelen naar latere jaren. Daartegenover staat een versnelling op het programma instandhouding en de opbouw van capaciteit bij RWS. Per saldo verschuift circa 1,1 miljard euro op het IF uit de meerjarenperiode naar latere jaren.

Inpassing DBFM contract Badhoevedorp Holendrecht - uitgaven en niet-belastingontvangsten

De aanleg- en beheer en onderhoudsbudgetten voor het DBFM-project A9 Badhoevedorp Holendrecht zijn omgezet in begrotingsreeksen voor betaling van de jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding.

Loon- en Prijsbijstelling 2020- uitgaven en niet-belastingontvangsten

Onder deze post valt de verwerking van de loon- en prijsbijstelling voor 2020 om het IF op het actuele prijspeil te brengen.

Maaslijn - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Dit betreft een terugbetaling van de subsidie Electrificatie Maaslijn uit het Provinciefonds omdat IenW zelf opdrachtgever wordt van dit onderdeel van het project Maaslijn (26,4 miljoen euro).

Overboeking afgeroomd eigen vermogen RWS - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Het eigen vermogen van RW overschreed in 2020 het maximum van 5% en is daarom afgeroomd.

Saldo 2020 Hoofdwegennet

De realisatiecijfers bij Najaarsnota op het Infrastructuurfonds lieten een overschrijding zien van ca. 111 miljoen euro op het hoofdwegennet. Dit hing voor een groot deel samen met de overprogrammering die op het IF wordt gehanteerd op aanlegbudgetten. Over de gehele looptijd van het fonds leidt dit niet tot overschrijding, aangezien de programmering in latere jaren (2021 en 2023) hierop wordt aangepast.

Saldo 2020 Spoorwegen

De realisatiecijfers bij Najaarsnota op het Infrastructuurfonds lieten een overschrijding zien van ca. 153 miljoen euro op het spoorartikel. Dit hing voor een groot deel samen met de overprogrammering die op het IF wordt gehanteerd op aanlegbudgetten. Over de gehele looptijd van het fonds leidt dit niet tot overschrijding, aangezien de programmering in latere jaren (2021 en 2023) hierop wordt aangepast.

Saldo 2020 verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Op het artikel verkenningen, reserveringen en investeringsruimte was per saldo sprake van onderuitputting. De grootste componenten hiervan zijn ca. 56 miljoen euro aan reserveringen voor o.a. slimme/duurzame mobiliteit (24 miljoen euro) en enkele projecten zoals de A2 Deil-Vught (12 miljoen euro) en het programma SBaB (10 miljoen euro) die in 2020 niet meer tot uitgaven leiden.

Diversen - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Deze post bestaat uit verschillende mutaties < 30 miljoen euro, waarvan de voornaamste zijn:

  • De afroming van het surplus eigen vermogen rws (+25,9 miljoen euro);

  • Drie overboekingen naar HXII voor een specifieke uitkering Energiehaven Ijmond (-27,6 miljoen euro), een SPUK Smartwayz (-24,5 miljoen euro) en snelfietsroutes (-15,5 miljoen euro);

  • Een overboeking naar HXII voor Beheer en onderhoud Caribisch Nederland (-18 miljoen euro);

  • Een afdracht aan het BTW compensatie fonds t.b.v. de regeling impuls verkeersveiligheid (-17,5 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Saldo 2020 hoofdwegennet ontvangsten

De ontvangsten op het hoofdwegennet zijn lager uitgevallen, o.a. als gevolg van lagere ontvangsten op de trajecten A12/15 Ressen (-4.9 miljoen euro) en N33 Assen Zuidbroek (-2.9 miljoen euro) alsmede op het programma Aansluitingen i.v.m. een garantstemming van de gemeente Dordrecht die niet is ontvangen (-3.3 miljoen euro).

Diversen

Het gaat hier om een aantal kleinere saldomutaties die min of meer tegen elkaar wegvallen.

Technische mutaties

Saldo 2020 hoofdvaarwegennet ontvangsten

De per saldo lagere ontvangsten op het Hoofdvaarwegennet van ruim 44 miljoen euro werd met name veroorzaakt door de lagere ontvangsten voor het project Zeetoegang Ijmond (42,2 miljoen euro). De verwachting is dat de ontvangsten in 2022 binnen zullen komen.

Niet relevant voor het uitgavenplafond - Voordelig saldo 2019 ontvangsten

Dit is het saldo 2019 dat in 2020 is toegevoegd aan de begroting van het Infrastructuurfonds.

Diergezondheidsfonds

DIERGEZONDHEIDSFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

36,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0

 

0

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 1,8

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Desaldering hogere uitgaven en ontvangsten ivm ruiming van nertsen

35,6

Ramingsbijstelling uitgaven bestrijding t.b.v. de najaarsnota

38

Slotwetmutatie 2020 bestrijding van dierziekten

‒ 16,5

Diversen

2

 

57,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

57,3

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

93,7

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

93,7

DIERGEZONDHEIDSFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

36,4

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 1,8

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Desaldering hogere uitgaven e ontvangsten ivm ruimingen van nertsen

35,6

Ramingsbijstelling ontvangsten lnv t.b.v. de najaarsnota

38

Toevoeging eindsaldo dgf 2019 aan 2020

32,8

Diversen

2

 

106,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

106,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

142,9

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

142,9

Uitgaven

Technische mutaties

Desaldering hogere uitgaven en ontvangsten ivm ruiming van nertsen

Dit betreft een verhoging van de uitgaven in verband met de ruimingskosten van met COVID-19 besmette nertsenbedrijven.

Ramingsbijstelling uitgaven bestrijding t.b.v. de najaarsnota

Dit betreft een verhoging van de uitgaven tijdens de NJN in verband met de ruimingskosten van met COVID-19 besmette nertsenbedrijven.

Slotwetmutatie 2020 bestrijding van dierziekten

Dit betreft een verlaging van de uitgaven voor bestrijding van dierziekten. Deze verlaging heeft met name betrekking op de gereserveerde middelen voor de ruiming van nertsen, waarvan een deel in 2021 tot betaling zal komen.

Niet-belastingontvangsten

Technische mutaties

Desaldering hogere uitgaven en ontvangsten ivm ruimingen van nertsen

Tegenover de hogere uitgaven in verband met de ruimingskosten van met COVID-19 besmette nertsenbedrijven staan hogere ontvangsten vanuit de begroting van LNV.

Ramingsbijstelling ontvangsten LNV t.b.v. de najaarsnota

Tegenover de hogere uitgaven in verband met de ruimingskosten van met COVID-19 besmette nertsenbedrijven tijdens de NJN staan hogere ontvangsten vanuit de begroting van LNV.

Toevoeging eindsaldo dgf 2019 aan 2020

De mutatie van 32,8 miljoen betreft de toevoeging van het eindsaldo van 2019 aan het beginsaldo van 2020. Dit is volgens de reguliere systematiek van het diergezondheidsfonds.

Accres Gemeentefonds

ACCRES GEMEENTEFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

216,4

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Accres tranche 2019

32,1

Accres tranche 2020

‒ 44

Bijstelling bcf

‒ 41,3

 

‒ 53,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Afrekening bcf

‒ 128,2

Diversen

‒ 35,1

 

‒ 163,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 216,4

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

  

ACCRES GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN

 
 

2020

ACCRES GEMEENTEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  
  

Uitgaven

Accres tranche 2018 & accres tranche 2019

De indexatie van het gemeentefonds ademt mee met de Rijksbegroting. Op basis van de gerealiseerde begroting van het Rijk voor 2018 en de geactualiseerde begroting voor 2019 wijzigde de accrestranche 2018 respectievelijk 2019 voor het gemeentefonds.

Accres gemeentefonds

Het bijgestelde accres wordt bij Voorjaarsnota en Miljoenennota overgeboekt aan het gemeentefonds.

Bijstelling BCF

Het plafond van het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF.

Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en provinciefonds. Bij een realisatie later dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar.

In 2019 is het aandeel van de gemeenten 112,4 miljoen euro in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2019 bestemd voor het Gemeentefonds. De definitieve berekening van het plafond en de bijbehorende afrekening van het BCF voor 2019 vindt plaats bij Voorjaarsnota 2020.

Accres Provinciefonds

ACCRES PROVINCIEFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

28,2

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Bijstelling bcf

‒ 60,7

Diversen

0,3

 

‒ 60,4

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Bijstelling bcf

52

Diversen

‒ 19,8

 

32,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 28,2

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

ACCRES PROVINCIEFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  

Uitgaven

Accres tranche 2018 & accres tranche 2019

De indexatie van het provinciefonds ademt mee met de Rijksbegroting. Op basis van de gerealiseerde begroting van het Rijk voor 2018 en de geactualiseerde begroting voor 2019 wijzigde de accrestranche 2018 respectievelijk 2019 voor het provinciefonds. De wijziging in de tranche 2019 valt onder de post diversen.

Accres provinciefonds

Het bijgestelde accres wordt bij Voorjaarsnota en Miljoenennota overgeboekt aan het gemeentefonds. Deze overboeking valt onder de post diversen.

Bijstelling BCF

Het plafond van het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het provinciefonds en provinciefonds. Het plafond wordt aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF.

Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het gemeentefonds en provinciefonds. Bij een realisatie later dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het gemeentefonds en provinciefonds. De toevoeging of uitname wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van de gezamenlijke gemeenten en provincies in het BCF in het gerealiseerde jaar.

In 2019 is het aandeel van de provincies 17,7 miljoen euro in de geraamde ruimte onder het plafond voor 2019 bestemd voor het Provinciefonds. De definitieve berekening van het plafond en de bijbehorende afrekening van het BCF voor 2019 vindt plaats bij Voorjaarsnota 2020.

BES-fonds

BES-FONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

41,9

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0

 

0

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

0

 

0

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

9,4

 

9,4

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

9,4

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

51,3

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

51,3

BES-FONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  
  
  

Uitgaven

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft verschillende mutaties. Zo is de tranche 2020 van de loon- en prijsbijstelling overgemaakt naar het BES-fonds. Verder zijn de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2020 verrekend met de wisselkoersreserve op de begroting van Koninkrijksrelaties. Ook zijn in het kader van de Coronacrisis door het Kabinet extra middelen beschikbaar gesteld aan de Openbare Lichamen voor eilandelijk beleid. Het gaat om vrij besteedbare middelen, daarom zijn deze middelen toegevoegd aan het BES-fonds. Tot slot, in lijn met besluitvorming voor Europees Nederlandse gemeenten hebben de openbare lichamen compensatie ontvangen voor de inkomstenderving en extra kosten over 2020 en voor de extra kosten bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 en de eilandraadsverkiezingen op Sint Eustatius in 2020

Deltafonds

DELTAFONDS: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.105,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 41

 

‒ 41

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Saldo 2019

38,6

Diversen

0,7

 

39,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Generale kasschuif deltafonds

‒ 94,9

Saldo 2020 experimenteren cf art iii deltawet

52,1

Diversen

18,9

 

‒ 23,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 25,6

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.079,40

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.079,40

DELTAFONDS: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.105,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Diversen

7,2

 

7,2

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 4,7

 

‒ 4,7

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Generale kasschuif deltafonds

‒ 94,9

Diversen

17,6

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Voordelig saldo 2019

44

 

‒ 33,3

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 30,8

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

1.074,20

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

1.074,20

Uitgaven

Mee-en tegenvallers

Diversen

Op het Deltafonds is bij Slotwet ruim 40 miljoen euro aan lagere realisaties gemeld. De belangrijkste oorzaken zijn kasmatige vertragingen die optreden bij aanlegprojecten waterveiligheid (-19 miljoen euro), investeringen en studiekosten zoetwater (-9,9 miljoen euro) projecten waterkwaliteit (-10 miljoen euro) en vervanging en renovatie door RWS (-1,5 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Saldo 2019

Het voordelig saldo over 2019 is bij Voorjaarsnota 2020 toegevoegd aan de begroting van het Deltafonds. Het saldo 2019 bedraagt 38,6 miljoen euro op de uitgaven en ‒ 5,4 miljoen euro op de ontvangsten, waardoor het netto saldo (uitgaven minus ontvangsten) uitkomt op 44 miljoen euro.

Diversen

Op basis van de meest recente uitvoeringsinformatie zijn de actualisaties van alle projectbudgetten op het Deltafonds doorgevoerd. Vanwege de relatief geringe omvang van deze mutaties (<15 miljoen euro) vallen deze onder diversen.

Technische mutaties

Generale Kasschuif Deltafonds - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Dit betreft een actualisatie van de middelen om aan te sluiten op het programma van het Deltafonds over de jaren heen. Per saldo is er binnen de meerjarenperiode 0,6 miljard euro uit latere jaren naar voren geschoven.

Saldo 2020 experimenteren cf art iii deltawet

Op het artikel experimenteren cf art III Deltawet vond een tegenvaller plaats op het project Afsluitdijk, als gevolg van een probleem rond de Hydraulische Randvoorwaarden. Volgens de reguliere fondssystematiek loopt deze overschrijding mee in het saldo van het Deltafonds.

Diversen - uitgaven en niet-belastingontvangsten

Deze post betreft het saldo van verschillende technische mutaties, waaronder met name desalderingen vallen. De grootste drie zijn de loon- en prijsbijstelling 2020 (13,2 miljoen euro), de terugbetaling voor compenserende maatregelen bij het project Haringvliet de Kier waarvoor Rijkswaterstaat risicodragend was (6,9 miljoen euro in 2020) en het saldo investeren in waterveiligheid (25,1 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Diversen

Deze post bestaat vrijwel volledig uit hogere gerealiseerde ontvangsten op waterveiligheid-projecten (7,5 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Diversen

Onder deze post gaat het saldo over 2019 aan de ontvangstenkant schuil (zie de toelichting onder 'saldo 2019').

Niet relevant voor het uitgavenplafond

Dit is het saldo 2019 dat in 2020 is toegevoegd aan de begroting van het Deltafonds.

Prijsbijstelling

PRIJSBIJSTELLING. : UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

587,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Prijsontwikkeling

64,8

Uitkeren prijsbijstelling

‒ 544,9

Diversen

3,2

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 5,5

Zorg

 

Diversen

‒ 2

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Prijsontwikkeling

‒ 30,8

Uitkeren prijsbijstelling

‒ 71,6

Diversen

‒ 0,4

 

‒ 587,2

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 587,2

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

PRIJSBIJSTELLING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  
  

Uitgaven

Prijsontwikkeling

De prijsbijstelling wordt berekend door de grondslag (de prijsgevoelige gedeelten van de departementale begrotingen) te vermenigvuldigen met de betreffende prijsontwikkeling. De prijsontwikkeling wordt geactualiseerd op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau. Het uitgavenplafond wordt aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen. Prijsontwikkelingen staan daarom onder de (post diversen van) technische mutaties.

Uitkeren prijsbijstelling

De prijsbijstelling tranche 2019 is uitgekeerd aan de departementen.

Diversen

De post diversen bevat de ontwikkeling van de prijsbijstelling voor de verschillende uitgavenplafonds. Daarnaast bevat de post diversen de uitkering van de prijsbijstelling tranche 2019 op de deelplafonds Sociale zekerheid en Zorg. Vanwege de kleine omvang van de betreffende mutaties vallen deze onder de post diversen.

Arbeidsvoorwaarden

ARBEIDSVOORWAARDEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.728,50

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Grondslagmutatie

35,4

Loon- en prijsontwikkeling

214,6

Loonbijstelling tranche 2020

‒ 1.901,40

Sociale zekerheid

 

Loonbijstelling tranche 2020

‒ 77

Diversen

12,2

Zorg

 

Diversen

‒ 12,3

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

0

 

‒ 1.728,50

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 1.728,50

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

ARBEIDSVOORWAARDEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

  
  
  
  

Totaal Internationale samenwerking

 
  

Uitgaven

Technische mutaties

Loon - en prijsontwikkeling

De uitgaven voor de loonbijstelling zijn lager uitgevallen dan begroot als gevolg van inzichten op basis van de CEP 2019 van het Centraal Planbureau in de ontwikkeling van de lonen en sociale werkgeverslasten.

Loonbijstelling tranche 2019

De loonbijstelling tranche 2019 is overgemaakt naar de departementale begrotingen.

Koppeling Uitkeringen

KOPPELING UITKERINGEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

366

Beleidsmatige mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Kot nom uitdelen nom

‒ 66

Niet-indexeren akw 2020

‒ 52,8

Pwet uitdelen nom

‒ 118,6

Wajong nom uitdelen nom

‒ 82,8

Wkb uitdelen nom

‒ 60

Diversen

‒ 23,8

 

‒ 404

Technische mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Nominale ontwikkeling

37,9

 

37,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 366

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

KOPPELING UITKERINGEN: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

39

Technische mutaties

 

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 10,4

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

‒ 28,5

 

‒ 38,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 39

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

Uitgaven

Beleidsmatige mutaties

Sociale zekerheid

Niet-indexeren algemene kinderbijslagwet (AKW) 2020

De eisen die in de kinderbijslag (AKW) werden gesteld aan 16- en 17-jarigen zijn per 1 januari 2020 vervallen. Het gaat om verlies van het recht boven de bijverdiengrens en verlies van het recht wanneer het kind gaat studeren aan het hoger onderwijs. De verruiming van de AKW werkt ook door in het kindgebonden budget (WKB) aangezien het recht op AKW een voorwaarde is voor het recht op WKB. Dekking voor de extra kosten in beide regelingen is het niet-indexeren van de AKW in 2020.

Uitdelen nominale ontwikkeling (o.a. Kinderopvangtoeslag (KOT), Participatiewet, Wajong, Wet kindgebonden budget (WKB))

Dit betreft de mutaties waarmee de toegekende nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexaties) van de begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid worden overgeheveld naar de betreffende artikelen op hoofdstuk 15 (SZW begrotingsgefinancierd). Hiermee zijn deze uitkeringsregelingen op prijspeil van 2020 gebracht.

Diversen

Betreft onder andere dekking van het amendement Renkema, dat is aangenomen bij de Tweede Kamerbehandeling van het wetsvoorstel Vereenvoudiging Wajong. Dit amendement zorgt ervoor dat Wajongers die meer dan vier dagen werken met loondispensatie een totaalinkomen ontvangen gelijk aan het functieloon. De kosten hiervan worden gedekt door het deels niet-indexeren van het re-integratiebudget van het UWV in 2020.

Technische mutaties

Sociale zekerheid

Nominale ontwikkeling

Hieronder vallen de aanpassingen in de geraamde nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexaties) van de begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen onder uitgavenplafond Sociale Zekerheid. Deze ramingen worden gedurende het jaar bijgesteld op basis van CPB-cijfers. Daarnaast leiden mutaties in de ramingen van de onderliggende regelingen tot mutaties in de nominale ontwikkeling van die regelingen (grondslagmutaties).

Ontvangsten

Technische mutaties

Sociale zekerheid

Diversen: Wet op kindgebonden budget (WKB) ontvangsten nominale ontwikkeling

Dit betreft een correctieboeking met betrekking tot de geraamde nominale ontwikkeling (loon- en prijsindexatie) van het kindgebondenbudget (WKB). De terugontvangsten WKB hebben voor het overgrote deel betrekking op terugvordering van voorschotten over toeslagjaren uit het verleden. Het prijspeil van deze voorschotten staat daarmee reeds vast en hoeft niet te worden geïndexeerd. Om deze reden is het nominaal artikel voor 2020 leeg geboekt.

 

Algemeen

ALGEMEEN: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

1.415,00

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Onderuitputting l105 regionale knelpunten

‒ 20

Onderuitputting l108 gasfonds groningen

‒ 55,6

Onderuitputting reservering compensatie zeeland

‒ 70,9

Onderuitputting reservering digitale veiligheid

‒ 201

Onderuitputting reservering groningen

‒ 19

Onderuitputting reservering wederopbouw sint maarten

‒ 101,1

Onderuitputting resterende lpo aanvullende post

‒ 65,3

Onderuitputting urgenda middelen

‒ 30

Diversen

‒ 2

 

‒ 564,9

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

reservering investeringspakket julibrief

150

Invullen in=uit rijksbegroting

1.149,10

Invullen in=uittaakstelling rijksbegroting

200

Invullen onderuitputting rijksbegroting

500

Kasschuif g39 maatschappelijke diensttijd

‒ 35,4

Kasschuif lpo tranche 2019

25,2

Kasschuif l105 reservering regionale knelpunten

‒ 61,3

Loon- en prijsbijstelling tranche 2018 (plafond r)

‒ 21,5

Loon- en prijsbijstelling tranche 2019 (plafond r)

‒ 32,2

Maatregelen urgenda voorjaarsnota

63

Opboeken in=uittaakstelling rijksbegroting

‒ 1.336,00

Opboeking taakstellende onderuitputting rijksbegroting

‒ 500

Reservering compensatie zeeland

75,9

Reservering maatregelenpakket stikstofproblematiek

124,7

Reservering onderwijs (aanpak lerarentekort)

28,5

Reservering wederopbouw sint maarten

177,7

Tegenboeken reservering investeringspakket julibrief

‒ 150

Diversen

‒ 26,4

Sociale zekerheid

 

Invullen in=uit sociale zekerheid

47,3

Opboeken in=uittaakstelling sociale zekerheid

‒ 47,3

 

331,3

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Onderuitputting reservering inkomstenderving gemeenten

‒ 130

Onderuitputting reservering solvabilitietsfonfds

‒ 50

Onderuitputting reservering tegemoetkoming dierentuinen

‒ 39

Overboeking aanvullende middelen klimaatakkoord tbv mobiliteit

‒ 33

Overboeking b6 digitalisering werkprocessen strafrechtketen

‒ 45,1

Overboeking e25 natuur en waterkwaliteit

‒ 40

Overboeking noodvoorraad beschermingsmiddelen

‒ 69,3

Overboeking reservering investeringspakket julibrief defensie

‒ 60

Overboeking reservering investeringspakket julibrief jenv

‒ 60

Overboeking reservering wederopbouw sint maarten derde tranche

‒ 76,6

Overheveling aanvullende middelen klimaatakkoord - veenweide

‒ 50

Overheveling aanvullende middelen klimaatakkoord - warmtefonds

‒ 60

Overheveling belastingdienst

‒ 30,4

Overheveling l105 reservering regionale knelpunten

‒ 92,8

Overheveling maatregelen urgenda voorjaarsnota

‒ 33

Overheveling maatregelenpakket aanpak stikstofproblematiek

‒ 109,2

Overheveling reservering groningen

‒ 82,1

Overheveling reservering rijksbijdrage woningbouw

‒ 250

Reservering aanvullend inkomstenderving gemeenten

30

Reservering inkomstenderving agv corona na 1 juni

100

Reservering noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen

70

Reservering regeling tegemoetkoming dierentuinen

39

Reservering solvabiliteitsfonds

50

Tegenboeken overboeking reservering investeringspakket julibrief defen

60

Tegenboeken overboeking reservering investeringspakket julibrief jenv

60

Diversen

‒ 106,9

Sociale zekerheid

 

Diversen

‒ 3

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Kasschuif j101 eigen vermogen invest-nl

‒ 170

 

‒ 1.181,40

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

‒ 1.415,00

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

0

Totaal Internationale samenwerking

0

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

0

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Onderuitputting L105 Regionale knelpunten

De middelen die bij het Regeerakkoord waren gereserveerd voor de regionale knelpunten in 2020, zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting L108 Gasfonds Groningen

De middelen die bij het Regeerakkoord waren gereserveerd voor het gasfonds Groningen in 2020, zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting reservering compensatie Zeeland

De middelen die waren gereserveerd voor de compensatie van Zeeland in 2020 zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting reservering digitale veiligheid

De middelen die waren gereserveerd voor Digitale Veiligheid in 2020 zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting reservering Groningen

De middelen die waren gereserveerd voor Groningen in 2020 zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting reservering wederopbouw Sint Maarten

De middelen die waren gereserveerd voor de wederopbouw van Sint Maarten in 2020 zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Onderuitputting reservering lpo aanvullende post

Op de Aanvullende Post wordt lpo gereserveerd voor de lpo-gevoelige reeksen. Een deel van deze middelen is in 2020 niet tot besteding gekomen en wordt nu geboekt als onderuitputting. Deze onderuitputting is deels ingezet om de overschrijding bij Najaarsnota te kunnen dekken.

Onderuitputting Urgenda middelen

De middelen die waren gereserveerd voor Urgenda in 2020 zijn voor een deel niet uitgegeven en worden nu geboekt als onderuitputting. Deze zijn middels de extra eindejaarsmarge op de Aanvullende Post meegenomen naar 2021.

Diversen

Dit betreft o.a. onderuitputting op de gereserveerde middelen voor stikstof, die ook via de extra eindejaarsmarge mee zijn genomen naar 2021.

Beleidsmatige mutaties

Reservering investeringspakket julibrief

Het kabinet heeft ingestemd met een additioneel uitgavenpakket voor corona gerelateerde kosten op het terrein van JenV en Defensie, compensatie voor sportclubs met een gebouw in eigen beheer en extra middelen voor de uitvoering van de TOGS-regeling. Deze uitgavenvoorstellen zijn toegevoegd aan de Aanvullende Post (AP) en verwerkt in het budgettaire beeld

Invullen in=uit rijksbegroting

Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uittaakstelling geboekt op de aanvullende post. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat er aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2020 sprake zal zijn van onderbesteding op de begrotingen. Door hiervoor alvast een taakstelling in te boeken zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge 2020 niet voor een belasting van het uitgavenplafond.

Invullen onderuitputting rijskbegroting

De in=uit taakstelling is met 200 miljoen euro ingevuld.

Kasschuif q39 maatschappelijke diensttijd

Aanpassing van het subsidieproces voor de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) leidt vanaf 2021 naar verwachting tot versnelde uitbetaling aan MDT-aanbieders. De middelen die in 2020 stonden gereserveerd op de aanvullende post ‘Algemeen’ zijn verplaatst naar 2021, 2022 en 2023 om aan te sluiten bij het nieuwe kasritme.

Kasschuif lpo tranche 2019 en loon- en prijsbijstelling 2018 en 2019 (plafond R)

Bij de Algemene Politieke Beschouwingen zijn drie moties ten behoeve van middelen voor zedenpolitie, mensenhandel en democratie aangenomen die leiden tot extra uitgaven. De moties zijn gedekt uit de loon- en prijsbijstelling op de aanvullende postmiddelen tranches 2018 en 2019. Om deze middelen in het juiste ritme te zetten is een kasschuif ingezet.

Kasschuif L105 reservering regionale knelpunten

Dit betreft een kasschuif voor de 3e tranche Regio Deals en de Regio Deal Caribisch Nederland om de middelen in het juiste ritme te zetten.

Maatregelen Urgenda Voorjaarsnota

Dit betreft het deel van de Urgenda-maatregelen waarvan financiering in de voorjaarsnota is verwerkt. Hiervoor gelden specifieke afspraken met betrekking tot eindejaarsmarge en kasschuiven.

Opboeken in=uit taakstelling rijksbegroting

De in=uittaakstelling voor 2020 op de aanvullende post is opgehoogd met hetzelfde bedrag dat aan de departementale begrotingen is uitgekeerd aan eindejaarsmarges. De in=uittaakstelling is de boekhoudkundige tegenhanger van de eindejaarsmarge.

Opboeking taakstellende onderuitputting rijksbegroting

Bovenop de jaarlijkse in=uittaakstelling is in 2020 een taakstellende onderuitputting verwerkt van 500 miljoen euro en in 2021 van 950 miljoen euro. Hiervan is het bedrag in 2020 volledig ingevuld, voor 2021 resteert de taakstelling nog. In de afgelopen 3 jaar was dat sprake van forse onderuitputting op de departementale begrotingen. Om te voorkomen dat ruimte onder het uitgavenplafond die gedurende de resterende kabinetsperiode ontstaat niet meer (doelmatig) kan worden ingezet, heeft het kabinet besloten hierop te anticiperen door een taakstellende onderuitputting te verwerken. Het kabinet creëert zo eenmalig maximale ruimte voor extra uitgaven in 2020 en 2021.

Reservering compensatie Zeeland

De MR heeft ingestemd met een mandaat waarmee de staatssecretaris van BZK Zeeland een compensatiepakket heeft aangeboden omdat de verhuizing van de Marinierskazerne niet doorgaat. De dekking voor dit mandaat bestaat voor een deel uit generale dekking. Deze dekking is gereserveerd op de aanvullende post ‘algemeen’.

Reservering maatregelenpakket stikstofproblematiek

Het kabinet komt met een aanvullend maatregelenpakket dat de stikstofneerslag verder beperkt en de natuur herstelt. Hiervoor zijn middelen gereserveerd op de aanvullende post. Verder zijn de middelen voor de landelijke beëindigingmaatregel met een kasschuif in het juiste ritme gezet. De middelen komen zo in meer tranches vrij zodat met de maatregel zoveel mogelijk stikstofemissiereductie wordt behaald en/of de middelen op termijn effectiever kunnen worden ingezet voor andere maatregelen uit het stikstofpakket.

Reservering onderwijs (aanpak lerarentekort)

Voor de aanpak van het lerarentekort wordt structureel 32 miljoen euro beschikbaar gesteld op de aanvullende post in afwachting van een nadere uitwerking van de maatregel door OCW.

Reservering wederopbouw Sint Maarten

In 2017 is 550 miljoen euro gereserveerd op de aanvullende post voor de wederopbouw van Sint-Maarten. Van de gereserveerde middelen is 178 miljoen euro nog niet tot besteding gekomen. Deze middelen zijn bij Financieel Jaarverslag Rijk 2019 afgeboekt en zijn nu weer toegevoegd aan de begroting van de aanvullende post voor 2020.

Tegenboeken reservering investeringspakket julibrief

Bij de Julibrief is voor 150 miljoen euro aan corona-uitgaven ingepast onder het uitgavenplafond, o.a. op de begroting van JenV, Defensie en VWS. Dit zijn corona-uitgaven. Daarom is besloten om voor deze uitgaven alsnog het plafond te corrigeren. De RvS heeft namelijk aangegeven dat de budgettaire gevolgen van de coronacrisis moeilijk te volgen zijn in de Miljoennota. Het behandelen van de corona-uitgaven van de Julibrief op dezelfde wijze (plafondcorrectie) als andere corona-maatregelen draagt bij aan een beter inzicht van de corona-uitgaven.

Diversen

Onder de post diversen vallen overhevelingen van de aanvullende post naar verschillende begrotingen. Het gaat hier bijvoorbeeld om de overheveling van middelen voor de warme sanering varkenshouderij en visserij, middelen voor Groningen en middelen voor de Ballonvaart.

Sociale Zekerheid

Invullen in=uit Sociale Zekerheid

Als tegenhanger van de eindejaarsmarge wordt een in=uittaakstelling geboekt op de aanvullende post, ook voor de Sociale Zekerheid. De gedachte achter de in=uittaakstelling is dat er aan het einde van dit jaar weer in dezelfde mate als in 2020 sprake zal zijn van onderbesteding op de begrotingen. Door hiervoor alvast een taakstelling in te boeken zorgt het uitkeren van de eindejaarsmarge 2020 niet voor een belasting van het uitgavenplafond.

Opboeken in=uittaakstelling Sociale Zekerheid

De in=uittaakstelling voor 2020 op de aanvullende post wordt opgehoogd met hetzelfde bedrag dat aan de departementale begrotingen wordt uitgekeerd aan eindejaarsmarges. De in=uittaakstelling is de boekhoudkundige tegenhanger van de eindejaarsmarge.

Technische mutaties

Rijksbegroting

Onderuitputting reservering inkomstenderving gemeenten

De middelen die waren gereserveerd voor de inkomstenderving voor gemeenten in 2020 in het kader van de coronacrisis, zijn nog niet overgeheveld. De middelen worden nu afgeboekt als onderuitputting in 2020, maar zijn voor 2021 weer toegevoegd aan de Aanvullende post.

Onderuitputting reservering solvabiliteitsfonds

De middelen die waren gereserveerd voor het solvabiliteitsfonds in 2020 in het kader van de coronacrisis, zijn nog niet overgeheveld in afwachting van nadere uitwerking van de regeling. De middelen zijn nu afgeboekt als onderuitputting in 2020, en worden weer worden toegevoegd aan de Aanvullende post voor 2021.

Onderuitputting reservering tegemoetkoming dierentuinen

De middelen die waren gereserveerd voor de tegemoetkoming dierentuinen in 2020 in het kader van de coronacrisis, zijn nog niet overgeheveld in afwachting van nadere uitwerking van de regeling. De middelen zijn nu afgeboekt als onderuitputting in 2020, maar worden weer worden toegevoegd aan de Aanvullende post voor 2021.

Overboeking aanvullende middelen klimaatakkoord tbv mobiliteit

In het kader van het klimaatakkoord zijn middelen overgeheveld van de aanvullende post naar de begroting van IenW. Dit wordt als volgt ingezet: 1) Ten behoeve van een stimuleringsprogramma voor zero-emissie (ZE) bestel- en vrachtauto’s; 2) Ter stimulering van het elektrificeren van het wagenpark via een subsidie voor nieuwe en tweedehands elektronische vervoersmiddelen (EV’s) uit het middensegment; 3) Voor de realisatie van 1,8 miljoen laadpunten voor elektrisch vervoer; en 4) Voor de uitbreiding van fietsparkeermogelijkheden bij stations.

Overboeking B6 digitalisering werkprocessen strafrechtketen

De Regeerakkoordmiddelen voor de digitalisering van werkprocessen in de strafrechtketen zijn overgeheveld naar de JenV-begroting. De middelen worden besteed aan verscheidende projecten met als doel om papier uit de keten te krijgen, de dienstverlening te verbeteren en te investeren in de kernsystemen.

Overboeking e25 natuur en waterkwaliteit

Dit betreft de overheveling van middelen uit de envelop Natuur & Waterkwaliteit naar de begroting van LNV ten behoeve van het Interbestuurlijk Programma Naar een vitaal platteland.

Overboeking noodvoorraad beschermingsmiddelen

Dit betreft een overboeking van de Aanvullende Post naar de begroting van JenV. Het kabinet heeft besloten tot de aanleg van een noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) voor 45 dagen ten bedrage van 69,3 miljoen euro. Vitale sectoren en essentiële beroepen kunnen een beroep doen op deze noodvoorraad wanneer er (structurele) problemen op de markt zijn bij de levering van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het gaat om een eenmalige uitgave voor PBM inclusief de projectkosten om deze PBM eenmalig aan te schaffen.

Overboeking reservering investeringspakket julibrief Defensie

Dit betreft de overboeking van de Aanvullende Post naar de Defensie begroting van de middelen voor een additioneel uitgavenpakket voor corona gerelateerde kosten op het terrein van o.a. Defensie.

Overboeking reservering investeringspakket julibrief JenV

Dit betreft de overboeking van de Aanvullende Post naar de JenV begroting van de middelen voor een additioneel uitgavenpakket voor corona gerelateerde kosten op het terrein van o.a. JenV.

Overboeking reservering wederopbouw Sint Maarten derde tranche

Dit betreft een overboeking van de Aanvullende Post naar de begroting van KR voor de derde tranche steun voor de wederopbouw van Sint Maarten.

Overheveling aanvullende middelen klimaatakkoord - Veenweide

Dit betreft de overheveling van de middelen op de Aanvullende Post naar de LNV begroting voor de Veenweide. De middelen voor de Veenweidengebieden worden op basis van maatwerk ingezet in kansrijke gebieden waarbij het kan gaan om het ondersteunen van agrariërs bij minder intensief landgebruik, het vrijwillig verplaatsen of stoppen van het bedrijf maar ook om technische aanpassingen zoals waterinfiltratie technieken.

Overheveling aanvullende middelen klimaatakkoord - Warmtefonds

De eerste en tweede tranche van middelen uit de Warmtefondsreeks op de aanvullende post zijn naar de begroting van BZK overgeheveld.

Overheveling Belastingdienst

De resterende middelen op de aanvullende post voor Beheerst Vernieuwen worden overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Financiën en ingezet ter dekking van problematiek bij de Belastingdienst.

Overheveling L105 reservering regionale knelpunten

Dit betreft de overheveling van middelen vanuit de regio envelop voor de preferente opgaven Eindhoven en Zeeland. Ook zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de BES-eilanden. Deze middelen worden vanaf de LNV-begroting doorgezet naar het provinciefonds en het gemeentefonds.

Overheveling maatregelen Urgenda Voorjaarsnota

Dit betreft het deel van de Urgenda-maatregelen waarvan financiering in de voorjaarsnota is verwerkt en betreft de overheveling van de aanvullende post naar de begrotingen van de verschillende departementen die uitvoering geven aan het tweede Urgenda-maatregelenpakket. Voor deze middelen gelden specifieke afspraken met betrekking tot eindejaarsmarge en kasschuiven.

Overheveling maatregelenpakket aanpak stikstofproblematiek

Deze middelen zijn overgeheveld van de AP naar de begroting van LNV ten behoeve van de structurele aanpak stikstof. Onderdeel hiervan zijn de financiering van de warme sanering varkenshouderijen en programma DG stikstof. Enkele overboekingen van het maatregelenpakket zoals het Natuurpakket en Waterbassins worden apart toegelicht.

Overheveling reservering Groningen

Op basis van door EZK en BZK ingediende bestedingsplannen, ontvangen EZK en BZK deze middelen van de Reservering Groningen op de aanvullende post. Deze middelen zijn onder andere bedoeld voor onvoorziene en ongedekte kosten die te maken hebben met de totale operatie voor schade, versterken, en perspectief in Groningen.

Overheveling reservering rijksbijdrage woningbouw

Het kabinet heeft in 2019 besloten om 1 miljard euro vrij te maken voor het sneller bouwen van betaalbare woningen (inclusief infrastructurele ontsluiting, stikstofmaatregelen en een kwalitatief goede leefomgeving). Deze middelen zijn op de aanvullende post bij Financiën geplaatst. Bij de Voorjaarsnota is een eerste tranche van de aanvullende post naar de BZK-begroting overgeheveld van cumulatief 600 miljoen euro.

Reservering aanvullend inkomstenderving gemeenten

Naar aanleiding van verscherpte maatregelen i.v.m. het coronavirus heeft het kabinet aandacht voor de extra kosten bij gemeenten. De verwachting is dat de inkomstenderving van gemeenten verder op zal lopen dan de hiervoor eerder gereserveerde 100 miljoen euro. De reservering wordt nu verhoogd met 150 miljoen euro, tot in totaal 250 miljoen euro. Zodra meer bekend is over de financiële impact van de inkomstenderving op gemeentelijk niveau, zal de uitkering verder worden uitgewerkt. Mocht dit bedrag alsnog niet nodig blijken dan vloeien de middelen weer terug naar de schatkist.

Reservering inkomstenderving agv corona na 1 juni

Voor gemeenten en provincies zijn afspraken gemaakt over bevoorschotting van de inkomstenderving als gevolg van de coronacrisis.

Reservering noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen

Als onderdeel van de bescherming tegen het coronavirus is besloten om 70 miljoen euro te reserveren op de aanvullende post voor het aanleggen van een noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen voor medewerkers in de publieke sector of werkzaam in vitale processen en cruciale beroepen (m.u.v. de zorg). De noodvoorraad wordt aangelegd om gedurende 45 dagen essentiële processen te kunnen voortzetten.

Reservering tegemoetkoming regeling dierentuinen

Dierentuinen zijn zwaar geraakt door de coronacrisis en leiden als gevolg daarvan grote verliezen. Naar verwachting loopt het omzetverlies in 2020 op tot 132 miljoen euro, terwijl de vaste hoge kosten voor specialistische zorg, huisvesting en noodzakelijk onderhoud voor de dieren doorlopen. Faillissement dreigt daardoor voor veel dierentuinen. Het kabinet stelt in totaal maximaal 39 miljoen euro beschikbaar om faillissement voor dierentuinen af te wenden. In afwachting van een nadere uitwerking worden de middelen op de aanvullende post bij het ministerie van Financiën gereserveerd.

Reservering solvabiliteitsfonds

Vanwege de coronacrisis bestaat de kans dat (middel)grote Nederlandse bedrijven in toenemende mate met solvabiliteitsproblemen worden geconfronteerd. Bedrijven kunnen dan behoefte hebben aan een herkapitalisatie. De Staat zal zich hier opstellen als een stille investeerder op gelijke voet met de andere private investeerders, zodat geen sprake zal zijn van staatssteun. Het kabinet vindt het positief dat private partijen met dit initiatief zijn gekomen. Omwille van de budgettaire systematiek reserveert het kabinet nu alvast 300 miljoen euro voor een overheidsbijdrage in het fondskapitaal. Het kabinet wacht op de uitgewerkte plannen voordat een besluit over deelname wordt genomen.

Tegenboeken overboeking reservering investeringspakket julibrief Defensie

Dit betreft het terugdraaien van de investeringen bij julibrief onder het plafond, deze worden nu als corona uitgave gelabeld en als plafondcorrectie verwerkt. Hiervoor moest de oorspronkelijke overboeking van de Aanvullende Post naar Defensie worden tegen geboekt.

Tegenboeken overboeking reservering investeringspakket julibrief JenV

Dit betreft het terugdraaien van de investeringen bij julibrief onder het plafond, deze worden nu als corona uitgave gelabeld en als plafondcorrectie verwerkt. Hiervoor moest de oorspronkelijke boeking van de Aanvullende Post naar JenV worden tegen geboekt.

Diversen

Dit betreft diverse overhevelingen van middelen op de Aanvullende Post naar de departementale begrotingen. Het gaat onder andere om middelen voor naar LNV voor stikstof, middelen naar BZK voor de compensatie van Zeeland en middelen naar JenV voor het programma DG Covid-19.

Consolidatie

CONSOLIDATIE: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

‒ 6.979,20

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Consolidatie

546,9

 

546,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

546,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

‒ 6.432,40

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

‒ 6.432,40

CONSOLIDATIE: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020 (excl. IS)

‒ 6.979,20

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Consolidatie

546,9

 

546,9

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

546,9

  

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020 (subtotaal)

‒ 6.432,40

Totaal Internationale samenwerking

 

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

‒ 6.432,40

De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd. De hoogte van de post wordt in belangrijke mate bepaald door de bijdragen van de begroting van Infrastructuur & Waterstaat aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Homogene Groep Internationale Samenwerking

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: UITGAVEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020

5.090,80

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Bijstellen crisisbeheersingsoperaties en vrijgave voorziening cbo

‒ 41,3

Dutch trade and investment fund

20,2

Global partnership for education

28,7

Klimaat algemeen

24,9

Materieel

‒ 34,2

Onderwijs

‒ 46,5

Versterking maatschappelijk middenveld

29,5

Diversen

‒ 85,6

 

‒ 104,3

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Asiel

28,4

Beveiliging hoog risico posten (uit 6.1)

20

Bsb beveiliging hoog-risico pst (naar def)

‒ 15,3

Compensatie zeeland

‒ 25

Covid-19

90

Covid-19: dekking

‒ 90

Doorverdelen eindejaarsmarge biv 2019

35

Dutch fund for climate and development

‒ 20

Eindejaarsmarge buitenlandse zaken

‒ 27,4

Eindejaarsmarge defensie biv

‒ 35

Eindejaarsmarge hgis

102,5

Eindejaarsmarge hgis non-oda

‒ 50,4

Eindejaarsmarge hgis oda

‒ 28,4

Functionerende rechtsorde

‒ 21,4

Hgis-bijstelling a.g.v. bni-volume t/m 2021

‒ 373,9

Hoog-risico posten bijdragen ejm (naar artikel 7.1)

‒ 20

Jeugdwerkgelegenheid

‒ 23,9

Kasschuif wereldbank

115,5

Loon- en prijsbijstelling non-oda bz (naar artikel 7.1)

‒ 18,6

Middelenafspraak bz

25,8

Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen bni en/of toerekeningen

‒ 107,1

Reservering kasschuif oda

40

Reservering oda intensivering o.b.v. aiv-advies

150

Reservering oda-intensivering mitigeren krimp

350

Technische verwerking overprogrammering

75,6

Voedselzekerheid

‒ 22,8

Diversen

21,2

 

174,8

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

27,1

 

27,1

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

97,6

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

5.188,40

HOMOGENE GROEP INTERNATIONALE SAMENWERKING: NIET-BELASTINGONTVANGSTEN
 

2020

Stand Miljoenennota 2020

164,2

Mee- en tegenvallers

 

Rijksbegroting

 

Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

22,4

Koersverschillen os

25,5

Diversen

‒ 9,2

 

38,7

Beleidsmatige mutaties

 

Rijksbegroting

 

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

‒ 15

Diversen

‒ 0,2

 

‒ 15,2

Technische mutaties

 

Rijksbegroting

 

Diversen

‒ 26,2

Niet relevant voor het uitgavenplafond

 

Diversen

33,8

 

7,6

Totaal mutaties sinds Miljoenennota 2020

31,1

Stand Financieel Jaarverslag van het Rijk 2020

195,3

Uitgaven

Mee en tegenvallers

Bijstellen crisisbeheersingsoperaties en vrijgave voorziening cbo

De gereserveerde budgetten op de begroting van Defensie voor het verlengen van bestaande of het aangaan van nieuwe crisisbeheersingsoperaties (cbo's) is in 2020 niet volledig benut (-28 miljoen euro). Daarnaast is het budget naar beneden bijgesteld doordat enkele facturen na kassluiting betalingsgereed waren.

Dutch trade and investment fund

De realisatie van DTIF is hoger uitgekomen dan verwacht. Dit komt enerzijds voort uit de opbouw van opdrachten en de portefeuille sinds de start van het instrument en anderzijds door een verminderd aanbod vanuit de banken, mede ingegeven door de COVID-19 pandemie.

Global partnership for education

Op verzoek van het Global Partnership for Education (GPE) heeft Nederland in 2020 40 miljoen euro uitgegeven, omdat het fonds meer geld nodig had dan voorzien in verband met steun aan partnerlanden bij hun respons op de COVID19-pandemie.

Klimaat algemeen

Deze hogere uitgaven hangen samen met diverse betalingen aan programma's als het Climate Investment Fund en het Access to Energy fund ter compensatie van de vertragingen in de opstartfase van het Klimaatfonds.

Materieel

Door toedoen van de Coronacrisis zijn de materiële uitgaven op de begroting van Buitenlandse zaken lager uitgevallen dan geraamd. Het gaat onder andere om lagere uitgaven op hoogrisicoposten.

Onderwijs

De lagere uitgaven op onderwijs zijn met name het gevolg van het niet doorgaan van de International finance facility for education in 2020.

Versterking maatschappelijk middenveld

Door het niet doorgaan van de International finance facility for education is er budget vrijgevallen dat is ingezet voor het naar voren halen van betalingen binnen de tender versterking maatschappelijk middenveld van 2021 naar 2020.

Diversen

Dit betreft een aantal kleinere posten binnen de HGIS die per saldo leiden tot lagere uitgaven. De voornaamste zijn lagere uitgaven aan het Dutch good growth fund (-13,3 miljoen euro), lagere uitgaven op de begroting van BHOS aan hoger onderwijs (-11,4 miljoen euro) . Daarnaast is het restbudget «nog te verdelen bni» op de begroting van BHOS toebedeeld aan de verschillende artikelen (-11,5 miljoen euro).

Beleidsmatige mutaties

Asiel

De kosten voor de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit ontwikkelingslanden worden volgens de afspraken binnen de OESO toegerekend aan ODA (Official Development Assistance). Als gevolg van de lagere bezetting bij het COA in 2020 is deze toerekening verlaagd en dus de ruimte op het ODA-budget verhoogd.

Beveiliging hoog risico posten

Om het postennet in zijn huidige vorm te kunnen behouden is het door verhoogde veiligheidsrisico's noodzakelijk gebleken om op korte termijn de beveiliging van de ambassades Bagdad, Kabul, Sanaa en Juba te versterken. Het betreft incidentele uitgaven voor maatregelen die noodzakelijk waren om de veiligheid van het personeel op deze posten te waarborgen.

Bsb beveiliging hoog-risico post

Defensie voert in opdracht van Buitenlandse Zaken de beveiliging van diplomaten en hoogrisico ambassades uit. Vanuit Budget Internationale Veiligheid (BIV) zijn de middelen voor de financiering van de beveiliging van hoogrisico posten in het buitenland door de Brigade Speciale Beveiliging (BSB) overgeheveld naar de begroting van Defensie.

Compensatie zeeland

Vanwege het niet doorgaan van de verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Zeeland heeft het kabinet gewerkt aan een compensatiepakket voor Zeeland. Vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) is hier 25 miljoen euro aan bijgedragen.

Covid-19

Op de BHOS-begroting is 100 miljoen euro vrijgemaakt ten behoeve van het bestrijden van de Covid-19 pandemie in ontwikkelingslanden en het mitigeren van de sociaaleconomische effecten. De bijdragen uit dit steunpakket zijn bedoeld voor preventie in de armste landen, het lenigen van humanitaire noden en de versterking van sociaaleconomische weerbaarheid en macro-economische stabiliteit van lage-inkomenslanden. Deze steun is zo veel mogelijk verleend via reeds bestaande financieringskanalen en coördinatiestructuren.

Covid-19 dekking

Dit betreft de dekking van het pakket van 100 miljoen euro ter bestrijding van de Covid-19 pandemie in ontwikkelingslanden en het mitigeren van de sociaaleconomische effecten. Deze dekking is gevonden binnen alle artikelen van de begroting van BHOS.

Doorverdelen eindejaarsmarge biv 2019

Vanuit de HGIS is de eindejaarsmarge aan Defensie doorverdeeld ten behoeve van het budget voor missies. Daarnaast is een deel van de eindejaarsmarge ingezet voor de financiering van de uitgaven van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) voor de beveiliging van hoogrisico posten.

Dutch fund for climate and development

De opstartfase van het klimaatfonds heeft vertraging opgelopen, waardoor er voor 2020 een lagere liquiditeitsbehoefte bestond.

Eindejaarsmarge buitenlandse zaken

De BZ eindejaarsmarge over 2019 is aan de HGIS toegevoegd en is doorverdeeld naar de betreffende HGIS departementen. De eindejaarsmarge BZ is onder meer ingezet ten behoeve van de VN-crisisbeheersingsoperaties, gastlandbeleid, loket buitenland en contraterrorisme. Daarnaast is de opbrengst van de verkopen van onroerend goed uit 2019 aan de begroting 2020 toegevoegd.

Eindejaarsmarge defensie biv

Vanuit de HGIS is de eindejaarsmarge aan Defensie doorverdeeld ten behoeve van het budget voor missies. Daarnaast is een deel van de eindejaarsmarge ingezet voor de financiering van de uitgaven van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) voor de beveiliging van hoogrisico posten.

Eindejaarsmarge HGIS

De HGIS eindejaarsmarge is in de jaren 2020, 2021 en 2022 toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse zaken en conform HGIS besluitvorming doorverdeeld naar de betreffende departementen.

Eindejaarsmarge HGIS non-ODA

Binnen het non-ODA deel van de HGIS is een aantal budgetten meegenomen naar volgend jaar via de eindejaarsmarge. Dit betreft onder meer het onderhoud van vastgoed in het buitenland. Vanwege COVID-19 is dit vertraagd. Verder vinden uitgaven ten behoeve van veiligheid van hoog-risico posten ook voornamelijk plaats in 2021 en verder, terwijl het grootste gedeelte van het budget in 2020 beschikbaar was. Ook wordt er 10 miljoen euro aan VN contributie voor crisisbeheersingsoperaties meegenomen naar de komende jaren, vanwege het fluctuerende karakter van dit budget.

Eindejaarsmarge HGIS ODA

De lagere toerekening van asiel is via de eindejaarsmarge meegenomen naar volgend jaar.

Functionerende rechtsorde

Deze mutatie betreft in hoofdzaak een verschuiving van 12 miljoen euro binnen het artikelonderdeel Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling en onderuitputting van 8,2 miljoen euro door de posten. Deze onderuitputting bestaat voornamelijk uit een vertraging in een uitbetaling aan het UNDP door de post Tunis en uit vertragingen in de uitvoering op de posten Kigali (Rwanda), Addis Abeba (Ethiopië) en Bamako (Mali). Deze vertragingen zijn deels het gevolg van COVID-19.

HGIS-bijstelling a.g.v. bni-volume t/m 2021

Naar aanleiding van de ramingen van het Centraal Planbureau is het budget van de HGIS bijgesteld.

Hoog-risico posten bijdragen ejm

Door verhoogde veiligheidsrisico's is het noodzakelijk gebleken om in 2020 de beveiliging van een aantal ambassade's te versterken. Het merendeel van de 98 miljoen euro aan incidentele uitgaven die hiervoor zijn uitgetrokken, heeft BZ binnen de eigen begroting gedekt via de Eindejaarmarge.

Jeugdwerkgelegenheid

De vervolgbetaling aan het Challenge Fund for Youth Employment wordt zoveel mogelijk doorgeschoven naar volgende jaren om beter aan te sluiten bij de liquiditeitsbehoefte van het fonds.

Kasschuif wereldbank

Een deel van de in 2021 geraamde bijdrage aan de Wereldbank ter hoogte van ca. 115 miljoen euro is in 2020 betaald om beter aan te sluiten op het kasritme van de Staat. Deze bijstelling was budgetneutraal.

Loon- en prijsbijstelling non-ODA BZ

Het gaat hier om de loon- en prijsbijstelling uitkering voor het non-ODA gedeelte van BZ. Dit bedrag is toegevoegd aan artikel 7 (apparaat), vanuit artikel 6 (nog onverdeeld).

Middelenafspraak BZ

Voor BZ geldt tot en met 2025 een zogenaamde middelenafspraak. Deze afspraak houdt in dat BZ ontvangsten uit de verkoop van vastgoed mag behouden. Bovendien mag BZ deze middelen via de Rijksbegroting en buiten de reguliere eindejaarsmarge over meerdere jaren spreiden, mits dit inpasbaar is in het generale beeld. In het kader van deze afspraak is 25,8 miljoen euro van in 2019 gerealiseerde ontvangsten doorgeschoven naar 2020.

Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen bni en/of toerekeningen

Het gaat hier om middelen die op het verdeelartikel van BHOS stonden, waarmee aanpassingen van het ODA-plafond zijn ingepast. Zo is de ontwikkeling van het ODA-budget gekoppeld aan de ontwikkeling van het BNI en zijn deze hiermee bijgesteld. Daarnaast zijn er toerekeningen, zoals die van asiel, die ook gedurende het jaar kunnen leiden tot aanpassingen van het ODA-budget. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct doorvertaald in ODA-activiteiten.

Reservering kasschuif ODA

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) een advies opgesteld over «Nederland en de wereldwijde aanpak van Covid-19». De adviesraad heeft geadviseerd om het huidige budget voor ontwikkelingssamenwerking op peil te houden. Hiertoe is tijdelijk een kasschuif op de Aanvullende Post gereserveerd. Deze middelen zijn inmiddels overgemaakt op de begroting van BZ. 

Reservering ODA intensivering o.b.v. aiv-advies

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) een advies opgesteld over <<Nederland en de wereldwijde aanpak van Covid-19>>. De AIV heeft geadviseerd om extra middelen ter beschikking te stellen voor het lenigen van de acute noden in de armste landen en voor de armste groepen om het huidige budget voor ontwikkelingssamenwerking op peil te houden. Hiertoe is tijdelijk een bedrag van 150 miljoen euro gereserveerd op de Aanvullende Post. Deze middelen zijn inmiddels overgemaakt op de begroting van BZ. 

Reservering ODA-intensivering mitigeren krimp

Naar aanleiding van het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken heeft er - naast de hierboven vermelde 150 miljoen euro - ook een eenmalige compensatie plaatsgevonden van 350 miljoen euro uit de generale middelen.

Technische verwerking overprogrammering

Teneinde het budget voor ODA aan het eind van het jaar zo veel als mogelijk uit te putten werkt BHOS in de regel met zgn. overprogrammering. Dit betekent dat de minstand bij eerste suppletoire begroting in de begroting van BHOS (op verdeelartikel 5.4) gedurende het jaar wordt ingelopen met onderuitputting op het ODA-budget (vnl. op de begrotingen van BZ en BHOS). De ervaring leert namelijk dat bij ODA altijd minder uitgegeven kan worden dan geraamd door onvoorspelbare factoren in ontwikkelingslanden (zoals politieke instabiliteit). Deze mutatie betrof de technische opboeking hiervan.

Voedselzekerheid

Door posten is 17,8 miljoen euro teruggegeven op voedselzekerheid omdat vertragingen in de uitvoering zijn opgelopen vanwege COVID-19. Een deel hiervan is ingezet op COVID-19-gerelateerde activiteiten, waaronder in Mozambique waar Nederland een belangrijke partner is in het Social Protection Multidonor Trustfund van de Wereldbank

Diversen

Deze post betreft een groot aantal kleinere plussen en minnen binnen de HGIS, waaronder 14 miljoen euro aan niet uitgegeven middelen voor huisvesting, die conform de geldende middelenafspraak mee worden genomen naar 2021.

Technische mutaties

Diversen

Dit betreft een som van mutaties binnen de HGIS, waarvan de voornaamste de HGIS-bijstelling als gevolg van de ontwikkeling van de prijs (18,6 miljoen euro).

Niet-belastingontvangsten

Mee- en tegenvallers

Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Deze post is primair het gevolg van de extra onttrekking uit de FOM-reserve voor de dekking van de fors hogere uitgaven van het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF).

Koersverschillen OS

Aan het eind van het jaar vinden de realisaties als gevolg van wisselkoersen plaats. Over 2020 heeft dit geleid tot per saldo hogere ontvangsten van 2,5 miljoen euro.

Diversen

Deze post bestaat uit verschillende kleinere mutaties binnen de HGIS, waarvan de voornaamste de lagere ontvangst uit consulaire dienstverlening aan vreemdelingen d.t.v. Corona (-11,9 miljoen euro). Dit komt bovenop de al eerder gemelde lagere ontvangsten (zie hieronder).

Beleidsmatige mutaties

Consulaire Dienstverlening aan vreemdelingen

Ontvangsten afkomstig uit het verlenen van consulaire diensten aan vreemdelingen. Er wordt bijgedragen aan gereguleerd personenverkeer door onder andere visumverlening voor een kort verblijf. Door toedoen van Corona zijn de ontvangsten die hieruit voortkomen naar beneden bijgesteld.

Technische mutaties

Diversen

Niet relevant voor het uitgavenplafond

De raming voor ontvangsten uit hoofde van terugbetalingen van door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO) verstrekte bilaterale leningen. Deze raming bevond zich abusievelijk binnen het uitgavenplafond, dit is gecorrigeerd.

12 CORONAGERELATEERDE UITGAVENMAATREGELEN

Het kabinet heeft in 2020 besloten tot noodmaatregelen om de economische gevolgen van het coronavirus het hoofd te bieden. Gegeven deze uitzonderlijke situatie is daarbij besloten dat het reguliere uitgavenplafond niet gold voor de uitgaven uit de noodpakketten. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste zijn gegaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgden voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld.

Onderstaande tabel 12.1 toont de realisaties van de coronagerelateerde uitgavenmaatregelen per begrotingshoofdstuk die relevant zijn voor het EMU-saldo. In totaal blijkt dat in 2020 de uitgaven als gevolg van coronagerelateerde maatregelen zijn gestegen met 27,8 miljard euro. Dit is circa 1,5 miljard euro minder dan geraamd in de Najaarsnota 2020, mede door een iets lager dan geraamd gebruik van de noodregelingen in 2020.

De coronagerelateerde uitgaven worden nader toegelicht in de departementale jaarverslagen. Een uitgebreid overzicht van de overheidsfinanciën in coronatijd is ook terug te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/overheidsfinancien-coronatijd.

Tabel 12.1 Coronagerelateerde uitgaven 2020 relevant voor EMU-saldo (in miljoenen euro)

Begroting

2020

Koninkrijksrelaties en BES fonds

50

Buitenlandse Zaken

7

Justitie en Veiligheid

137

Binnenlandse Zaken

46

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

715

Financiën en Nationale Schuld

298

Defensie

43

Infrastructuur en Waterstaat

803

w.v. Beschikbaarheidsvergoeding OV

800

w.v. Diversen

3

Economische Zaken en Klimaat

2.507

w.v. TVL/TOGS

1.957

w.v. Diversen

550

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

245

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

16.541

w.v. NOW

13.219

w.v. TOZO

2.724

w.v. Diversen

598

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

5.557

w.v. Zorgbonus

2.001

w.v. Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

1.810

w.v. Diversen

1.745

Gemeentefonds

848

Totaal

27.795

Onderstaande tabel 12.2 toont de realisaties van coronagerelateerde uitgaven die niet relevant zijn voor het EMU-saldo. Dit betreft uitgaven aan leningen die naar verwachting in latere jaren worden terugontvangen, om deze reden zijn deze uitgaven aangemerkt als niet relevant voor het EMU-saldo. In totaal betrof dit in 2020 ruim 1,6 miljard euro.

Tabel 12.2 Coronagerelateerde uitgaven 2020 niet relevant voor EMU-saldo (in miljoenen euro)

Begroting

2020

Koninkrijksrelaties en BES fonds

628

w.v. Liquiditeitssteun Aruba, Curaçao, Sint Maarten

628

Financiën en Nationale Schuld

277

w.v. Lening KLM

277

Economische Zaken en Klimaat

267

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

476

w.v. Leningen TOZO

476

Totaal

1.648

13 OVERZICHT INCIDENTELE BEGROTINGEN EN BEROEP OP CW 2.27

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de incidentele suppletoire begrotingen (ISB) waarin op het moment van indienen een beroep is gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016

Tabel 13.1 Overzicht incidentele suppletoire begrotingen 2020

Nr

ISB

Onderwerp

Beroep op CW 2.27

Uitgaven voor autorisatie

Ingediend

Aangenomen door EK

1

1e ISB EZK

Noodpakket

Ja

Ja

18-3-2020

7-4-2020

2

1e  ISB FIN

Noodpakket

Ja

Nee

18-3-2020

7-4-2020

3

1e  ISB LNV

Noodpakket

Ja

Nee

18-3-2020

7-4-2020

4

1e  ISB SZW

Noodpakket

Ja

Ja

18-3-2020

7-4-2020

5

ISB BZ

Consulaire dienstverlening

Nee

Nee

23-3-2020

7-4-2020

6

2e  ISB SZW

Noodpakket

Nee

Nee

2-4-2020

21-4-2020

7

2e  ISB FIN

Herverzekering leverancierskredieten

Nee

Nee

7-4-2020

21-4-2020

8

2e  ISB EZK

Noodpakket

Ja

Ja

15-4-2020

6-7-2020

9

1e ISB OCW

Ondersteuning culturele en creatieve sector

Nee

Nee

20-4-2020

23-6-2020

10

2e ISB LNV

Noodpakket

Ja

Nee

20-4-2020

30-6-2020

11

1e ISB KR

Liquiditeitssteun AUA, CUR en SXM

Nee

Ja

21-4-2020

9-6-2020

12

3e ISB EZK

Noodpakket en overbruggingsfaciliteit IHC

Ja

Ja

7-5-2020

6-7-2020

13

3e ISB LNV

Noodpakket en stikstof

Ja

Nee

8-5-2020

7-7-2020

14

1e ISB IenW

Caribisch Nederland

Ja

Nee

14-5-2020

7-7-2020

15

2e ISB KR

Liquiditeitssteun AUA & SXM

Ja

Ja

14-5-2020

9-6-2020

16

2e ISB OCW

Compensatie studenten en ondersteuningsmaatregelen onderwijs

Ja

Ja

19-5-2020

7-7-2020

17

3e ISB FIN

Noodpakket 2.0 en SURE

Ja

Nee

20-5-2020

7-7-2020

18

NvW 3e ISB FIN

Noodpakket 2.0

Nee

   

19

3e ISB SZW

Noodpakket 2.0

Ja

Ja

26-5-2020

7-7-2020

20

NvW 3e ISB SZW

Noodpakket 2.0

Nee

Nee

  

21

4e ISB EZK

Noodpakket 2.0

Ja

Ja

26-5-2020

27-10-2020

22

NvW 4e ISB EZK

Noodpakket 2.0

Nee

   

23

3e ISB KR

Liquiditeitssteun AUA, CUR en SXM

Ja

Ja

26-5-2020

23-6-2020

24

1e ISB BZK

Doorbouwen en rouwvervoer

Ja

Ja

28-5-2020

17-9-2020

25

3e ISB OCW

Lokale informatievoorziening

Ja

Ja

29-5-2020

7-7-2020

26

ISB GF

Gemeenten

Ja

Ja

29-5-2020

6-10-2020

27

4e ISB FIN

Gemeenten

Ja

Nee

5-6-2020

7-7-2020

28

ISB Infrafonds

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Ja

Nee

12-6-2020

7-7-2020

29

2e ISB IenW

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Ja

Nee

12-6-2020

7-7-2020

30

5e ISB FIN

COVID-19 crisismaatregelen ophoging IMF-middelen PRGT en EIB– pan-Europees garantiefonds, bijstelling IMF-middelen)

Ja

Nee

12-6-2020

7-7-2020

31

1e ISB VWS

Extra uitgaven door coronavirus

Ja

Ja

15-6-2020

7-7-2020

32

4e ISB OCW

Intensivering aanpak tekorten in onderwijs en lerarenopleidingen

Ja

Nee

19-6-2020

7-7-2020

33

6e ISB FIN

KLM steunmaatregelen

Nee

Nee

26-6-2020

7-7-2020

34

2e ISB BZK

Urgendamiddelen

Nee

Nee

8-7-2020

2-3-2021

35

NvW 1e ISB VWS

Extra uitgaven door coronavirus i.v.m. beloning

Nee

   

36

5e ISB OCW

Financiering meerkosten programmering landelijke publieke omroep en begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid in verband met COVID-19

Ja

Ja

31-8-2020

15-12-2020

37

4e ISB SZW

Steun- en herstelpakket

Ja

Ja

31-8-2020

10-11-2020

38

2e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Ja

15-8-2020

15-12-2020

39

NvW 2e ISB VWS

Coronamaatregelen

Nee

   

40

4e ISB KR

Voedselhulp en inkomstenderving Caribisch NL

Ja

Ja

31-8-2020

6-10-2020

41

2e ISB GF

Coronamaatregelen

Ja

Ja

31-8-2020

15-12-2020

42

3e ISB BZK

Coronamaatregelen

Ja

Ja

31-8-2020

15-12-2020

43

7e ISB FIN

Steun- en herstelpakket

Ja

Nee

28-8-2020

13-10-2020

44

5e ISB EZK

Steun- en herstelpakket

Ja

Nee

28-8-2020

1-12-2020

45

4e ISB LNV en DGF

Coronamaatregelen

Ja

Ja

28-8-2020

9-2-2021

46

3e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Ja

28-9-2020

15-12-2020

47

6e ISB OCW

financiering meerkosten voor de inhaal- en ondersteuningsprogramma's in verband met COVID-19

Ja

Ja

9-10-2020

26-1-2021

48

7e ISB OCW

extra middelen vrije theaterproducenten in verband met COVID-19

Ja

Ja

6-11-2020

19-1-2021

49

4e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Ja

16-11-2020

2-3-2021

50

5e ISB KR

Derde tranche liquiditeitssteun i.c.m. de investeringspakketten voor CUR en AUA voor 2020

Ja

Ja

19-11-2020

19-1-2021

51

5e ISB VWS

Coronamaatregelen

Ja

Nee

21-12-2020

2-3-2021


X Noot
1

De saldi van het Deltafonds en het Infrastructuurfonds zijn opgenomen onder post 12 Ontvangsten ten gunste van de begroting.

Naar boven