35 415 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Incidentele suppletoire begroting inzake Noodpakket banen en economie)

Nr. 11 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2020

De huidige corona-crisis raakt ons allen, (financieel) kwetsbare personen in het bijzonder. De gewijzigde motie van het lid Nijboer c.s. verzoekt het kabinet in het licht van de coronacrisis om nadere voorstellen te doen om armoede te bestrijden en dakloosheid tegen te gaan.1 In deze brief geef ik, aan welke extra tijdelijke maatregelen er sinds de corona-uitbraak genomen worden om armoede tegen te gaan. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) ga ik ook in op wat het kabinet doet om dak- en thuisloosheid tegen te gaan en wat de overheid op dit moment doet om dak- en thuisloze mensen op een goede manier te helpen.

Het kabinet zet zich – samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties – ervoor in dat mensen die het financieel moeilijk hebben niet nog verder in de (financiële) problemen terechtkomen als gevolg van de corona-uitbraak. Er staat gelukkig een goede infrastructuur in Nederland om mensen in armoede en met schulden te ondersteunen en dak- en thuisloze mensen op een goede manier te helpen, met een belangrijke rol voor gemeenten en maatschappelijke organisaties.

De coronacrisis vraagt van ons om nog een stap harder te lopen, maar ook vóór de crisis is er een groot aantal maatregelen in gang gezet om armoede en schulden tegen te gaan. Zo is er ingezet op een verhoging van de koopkracht van gezinnen met kinderen met lage inkomens en het lonender maken van (meer uren) werk. Met de ambities kinderarmoede werken we er hard aan om kinderen in armoede beter te bereiken en het aantal huishoudens met kinderen dat onder de armoedegrens leeft te verlagen.2 Met de brede schuldenaanpak nemen we maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen en mensen met schulden beter te helpen.3 De inzet op de lopende trajecten wordt met kracht voortgezet. Daarnaast heeft het kabinet extra tijdelijke noodmaatregelen getroffen:

Maatregelen gericht op het behoud van werkgelegenheid

De huidige coronacrisis maakt dat de werkgelegenheid zwaar onder druk staat. Er wordt nu dan ook volop ingezet op behoud van werkgelegenheid, zodat mensen hun baan en inkomen behouden. De huidige noodmaatregelen zorgen ervoor dat bedrijven hun personeel kunnen doorbetalen, bieden zelfstandigen een overbrugging en maken via versoepelde belastingregelingen, compensatie en extra kredietmogelijkheden mogelijk dat geld in de bedrijven blijft.4

Maatregelen gericht op het voorkomen van schulden

In de brief aan de Armoedecoalitie van 26 maart jl.5 heb ik aangegeven hoe het kabinet in samenwerking met gemeenten en maatschappelijke partijen ervoor wil zorgen dat mensen die het financieel moeilijk hebben niet, als gevolg van de corona-uitbraak, nog verder in de (financiële) problemen terechtkomen. Ik heb alle betrokken partijen, waaronder (overheids)schuldeisers, gerechtsdeurwaarders en overige incassodienstverleners opgeroepen om ruimhartig om te gaan met het treffen van betalingsregelingen en terughoudend om te gaan met de inzet van dwangmaatregelen. Het kabinet heeft met verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen (Aedes, Vastgoed Belang, IVBN, Kences, VLBN, de Woonbond en LSVb) afgesproken gedurende de crisisperiode geen huisuitzettingen te doen, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten of extreme overlast. Voor huurders die door de coronacrisis de maandelijkse huur niet kunnen betalen, spannen verhuurders zich in om maatwerk te leveren. Het kabinet zal het daarnaast via spoedwetgeving mogelijk maken dat tijdelijke huurcontracten kunnen worden verlengd voor een tijdelijke periode tijdens deze crisis.

Er is vaak maatwerk mogelijk om tot betalingsoplossingen te komen als mensen hun vaste lasten, zoals de zorgverzekering en energiekosten niet kunnen betalen. Het is van belang dat mensen die te maken krijgen met betalingsproblemen zo snel mogelijk hulp zoeken. Met de speciale online editie van de geldkrant biedt het Nibud handvatten aan mensen die als gevolg van de corona-uitbraak met een (sterke) daling van hun inkomen te maken hebben.6

Het CJIB heeft recent bevestigd het incassobeleid coulant en ruimhartig te zullen toepassen. Het CJIB heeft de gerechtsdeurwaarders die het inschakelt, gevraagd zo veel mogelijk te zoeken naar minnelijke oplossingen. Beslag op banktegoeden, salaris, roerende zaken en woningen moet zo veel mogelijk worden voorkomen.

Ik vind dit de juiste opstelling. Hiermee wordt gehoor gegeven aan de oproep van het kabinet om coulant om te gaan met schulden tijdens de coronacrisis.

De NVVK en de grote overheidsorganisaties, Belastingdienst, CAK, CJIB, DUO, SVB en UWV, hebben een belangrijke stap gezet in het kader van een effectievere schuldhulpverlening. Zij hebben op 7 april jl. een convenant getekend. Hierin hebben zij afspraken gemaakt om sneller tot een schuldregeling te komen. Dit biedt mensen met problematische schulden sneller duidelijkheid en bevordert de snelheid van de schuldhulpverlening.

Maatregelen op het terrein van de bijstand

Gemeenten krijgen sinds de corona-uitbraak te maken met extra aanvragen voor bijstand. Jongeren van 18 tot 27 jaar die een beroep doen op bijstand hebben te maken met een zoektermijn van vier weken voordat een aanvraag ingediend mag worden. Gedurende die vier weken kan er nog geen bijstand worden toegekend en is het verstrekken van een voorschot ook niet mogelijk. Door het plotseling wegvallen van inkomen kan er financiële problematiek ontstaan, terwijl ander werk of scholing door de uitzonderlijke omstandigheden op dit moment lang niet overal voorhanden is. Gemeenten krijgen daarom de ruimte om in de periode van 1 maart tot 1 juni 2020 af te wijken van regels rond de verplichte zoektermijn van vier weken. Daardoor kunnen zij individueel maatwerk toepassen bij het hanteren van de vier weken zoektermijn en daarmee financiële problemen bij jongeren die plotseling zonder werk en inkomsten komen te zitten als gevolg van de coronacrisis voorkomen.7 Daarnaast heb ik samen met Divosa een Toolkit gemaakt, mede dankzij inbreng van verschillende gemeenten, de Branchevereniging voor Klantmanagers, UWV, VNG en het Inlichtingenbureau waarmee gemeenten het proces van bijstandsaanvragen sneller kunnen laten verlopen met inachtneming van rechtmatig toekennen enerzijds en snel besluiten op een minimale bewijslast anderzijds.

Noodsteun aan voedselbanken

Een aantal voedselbanken kampt door het coronavirus met problemen, variërend van een gebrek aan ervaren personeel, te weinig aanvoer van voedsel, maar ook locaties die volgens de RIVM coronarichtlijnen niet langer geschikt zijn voor de uitgifte van voedselpakketten. Voedselbanken proberen eerst lokaal een oplossing te zoeken met gemeenten, bedrijven en particuliere initiatieven. Gemeenten zijn opgeroepen hen hierbij te helpen. Samen met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de VNG en Voedselbanken Nederland heb ik een actieteam gevormd om snel de lokale problematiek in beeld te hebben en naar aanvullende oplossingen te kunnen zoeken. Is deze steun niet afdoende, dan kunnen voedselbanken als tijdelijke noodoplossing een beroep doen op het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland. Dit wordt gevuld met middelen van Voedselbanken Nederland zelf en uit donaties van derden. Het kabinet heeft eenmalig een subsidie van vier miljoen euro als vangnet voor het calamiteitenfonds beschikbaar gesteld mochten de middelen in het fonds niet toereikend zijn. Deze bijdrage is in het kader van de corona crisismaatregelen en mede ter invulling van de motie van de leden Klaver en Segers en de motie van het lid Hijink c.s.8

Naast financiële steun wordt door tal van organisaties, lokaal en landelijk, ook op andere wijze ondersteuning geboden aan de voedselbanken. Met inzet van vrijwilligers en aanbod van voedsel worden voedselbanken geholpen hun belangrijke functie te kunnen blijven vervullen. De duizenden vrijwilligers van de Voedselbanken die zich hier momenteel voor inzetten verdienen hiervoor een groot compliment. In aanvulling hierop biedt het Ministerie van Defensie ondersteuning aan de Voedselbanken. Sinds 7 april jl. ondersteunt Defensie met in totaal 40 medewerkers tijdelijk drie distributiecentra van de voedselbanken (Amsterdam, Tilburg en Haaglanden). Defensiepersoneel helpt daar de voedselstroom voor de voedselbanken weer op gang te brengen. Deze hulp is op mijn verzoek en is afgestemd met de partijen in het Actieteam.

Aandacht voor kinderen in een kwetsbare positie

Nu alle kinderen thuisonderwijs moeten volgen, is het ook van belang dat alle kinderen over de juiste faciliteiten beschikken om hieraan deel te kunnen nemen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft € 2,5 miljoen euro beschikbaar gesteld om laptops te verstrekken.9

Het is van belang dat we met elkaar bewaken dat kinderen die in een kwetsbare positie verkeren, zoals bijvoorbeeld kinderen uit gezinnen met een laag inkomen, ook voldoende toegang krijgen tot die voorzieningen. Op lokaal niveau zoeken scholen in samenwerking met gemeenten, bedrijven en (lokale) maatschappelijke organisaties (zoals de stichting Leergeld Nederland, het Nationaal Fonds Kinderhulp en het Jeugdeducatiefonds) naar mogelijkheden om kinderen die leven in armoede en om die reden niet beschikken over de benodigde voorzieningen zo snel mogelijk mee te kunnen laten doen aan het afstandsonderwijs. Zo heeft het Jeugdeducatiefonds ruim 3.500 laptops aan kinderen uit de gezinnen met lage inkomens kunnen verstrekken mede dankzij een donatie van de ABN AMRO van 3.000 laptops.

Er zijn inmiddels verschillende initiatieven in de samenleving om deze leerlingen te helpen. In het initiatief «Allemaal digitaal» slaan de overheid, maatschappelijke organisaties en de ICT-sector de handen ineen om gebruikte laptops in te zamelen, op te knappen en te verdelen over de scholen en mensen die ze het hardst nodig hebben.10 De Alliantie Digitaal Samenleven inventariseert in dit kader de behoeften van scholen en de kwetsbare groepen en benadert hiervoor onder meer Leergeld, Kinderhulp en het Jeugdeducatiefonds zodat het deze grote landelijke initiatieven zo goed mogelijk kan verbinden met het aanbod uit het bedrijfsleven. Op verzoek van OCW brengt SIVON (de inkooporganisatie van schoolbesturen voor ICT-producten en -diensten voor scholen) de aanvullende behoefte van scholen aan devices voor leerlingen in kaart en verbindt deze met het aanbod van «Allemaal digitaal».11 Ook de lokale stichtingen Leergeld en het Jeugdeducatiefonds kunnen een aanvraag doen bij SIVON zodat hun behoefte ook in samenhang verbonden kan worden met het aanbod van «Allemaal digitaal». Hierover hebben SIVON en deze fondsen afspraken gemaakt.

Caribisch Nederland

Ook inwoners en bedrijven in Caribisch Nederland ervaren de gevolgen van de maatregelen die moeten worden getroffen om het coronavirus het hoofd te bieden. Het kabinet heeft daarom net als voor Europees Nederland op 25 maart jl. een pakket aan maatregelen aangekondigd met als doel banen te behouden en de economische gevolgen te beperken. Dit om er onder andere voor te zorgen dat mensen hun inkomen behouden en in deze moeilijke periode worden ondersteund. Naast bovengenoemde maatregelen worden vanuit het totaal beschikbare budget voor de noodmaatregelen 1 miljoen euro aan de openbare lichamen beschikbaar gesteld om aanvullend vanuit het eilandelijk beleid een bijdrage te kunnen leveren, bijvoorbeeld op het gebied van armoedebeleid. De middelen worden conform de gebruikelijke verdeelsleutel verdeeld over Bonaire, Sint Eustatius en Saba en zo spoedig mogelijk toegevoegd aan de vrije uitkering.

Om goed in te kunnen spelen op ontwikkelingen geldt het noodpakket voor Caribisch Nederland voor de komende drie maanden. Het kabinet volgt de ontwikkelingen nauwlettend en is daarbij voortdurend in gesprek met de bestuurscolleges van de openbare lichamen, de waarnemend Rijksvertegenwoordiger en werkgevers- en werknemersorganisaties op de eilanden.

Het kabinet blijft de ontwikkelingen op het terrein van armoede nauwlettend volgen in overleg met betrokken partijen zoals VNG en Divosa. Uiteraard is het ook van belang om te kijken naar de gevolgen van deze crisis op armoede op de iets langere termijn. De scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB) over de financiële impact van het coronavirus in 2020 en 2021 en de periodieke armoedecijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zijn hierbij waardevol. Daarnaast verwacht het kabinet dat voor de zomer enkele relevante publicaties beschikbaar komen, zoals de verkenning van de Sociaal-Economische Raad (SER) naar werkende armen en het rapport Kansrijk armoedebeleid van het CPB.

Terugdringen van dak- en thuisloosheid

De inzet van het kabinet is tijdens deze crisis enerzijds gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van dak- en thuisloosheid, en anderzijds op het zo goed mogelijk helpen van de mensen die nu dak- en thuisloos zijn.

Het kabinet neemt tijdens de crisis extra maatregelen om dak- en thuisloosheid zoveel mogelijk te voorkomen:

  • De toenmalige Minister voor Milieu en Wonen, hypotheekverstrekkers en woonpartijen (Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond van Verzekeraars, Nationale Hypotheekgarantie en Vereniging Eigen Huis) hebben afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat huiseigenaren niet op straat komen te staan ten tijde van de coronacrisis. Hypotheekverstrekkers zoeken met huiseigenaren naar oplossingen zoals het uitstellen van betaling van de hypotheeklasten en gaan in ieder geval tot 1 juli niet over tot gedwongen verkopen van woningen.

  • De toenmalige Minister voor Milieu en Wonen heeft gemeenten opgeroepen te kijken naar nut en noodzaak van het nu handhaven op permanente bewoning van vakantieparken. Als er geen onveilige situatie bestaat en bewoners gebruik maken van een recreatieobject met eigen keuken en badkamer, ziet zij geen reden om deze mensen op straat te zetten.

Ook de bovengenoemde maatregelen om in de crisisperiode geen huisuitzettingen te doen (tenzij er evidente redenen zijn) en de mogelijkheid voor gemeenten om tijdelijk af te wijken van de regels rond de verplichte zoektermijn van vier weken voor het versneld verstrekken van een bijstandsuitkering aan jongeren van 18 tot 27 jaar die als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen raken, dragen bij aan het voorkomen van dak- en thuisloosheid.

Daarnaast worden maatregelen genomen om de mensen die op dit moment dak- en thuisloos zijn zo goed mogelijk te helpen. Op 27 maart jl. heeft de Staatssecretaris van VWS de richtlijn «opvang voor dak- en thuisloze mensen» vastgesteld.12 Organisaties voor dak- en thuislozen en andere stakeholders geven aan dat ze zich erg gesteund voelen door de richtlijn, in combinatie met de financiële afspraken die gemaakt zijn tussen Rijk en gemeenten. Gemeenten en aanbieders zijn gestart met de praktische uitwerking van deze richtlijn. Er zijn diverse goede voorbeelden in het land zichtbaar. Gemeenten, opvangorganisaties en andere betrokken partijen verdienen veel lof voor de creatieve oplossingen die worden gevonden om deze kwetsbare doelgroep te blijven ondersteunen. Het blijft echter een complexe opgave om dak- en thuisloze mensen zo goed mogelijk te blijven opvangen en tegelijkertijd de maatregelen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op te volgen.

Er vindt dagelijks overleg plaats tussen het Ministerie van VWS, de VNG en opvangkoepel Valente om op de hoogte te blijven van de situatie in de gemeenten. Waar nodig spreekt de Staatssecretaris van VWS met wethouders van gemeenten om mogelijke oplossingsrichtingen te bieden.

Naast de maatregelen in het kader van de coronacrisis werken de Ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) aan een plan van aanpak om het aantal dak- en thuisloze mensen fors terug te dringen. De Staatssecretaris van VWS zal u mede namens de Minister van BZK en mijzelf later dit voorjaar hierover informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 35 415, nr. 9.

X Noot
2

Zie o.a. Kamerstuk 34 298, nr. 27.

X Noot
3

Zie o.a. Kamerstuk 24 515, nr. 489.

X Noot
4

Kamerstuk 35 420, nr. 2.

X Noot
5

Kamerstukken 24 515 en 25 295, nr. 527 + bijlage.

X Noot
7

Kamerstuk 35 420, nr. 11.

X Noot
8

Kamerstuk 25 295, nrs. 156 en 159.

X Noot
9

Kamerstukken 31 293 en 25 295, nr. 514.

X Noot
12

In de Kamerbrief van 31 maart jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 200) stond dat de richtlijn 20 maart jl. is gepubliceerd. Dit moest zijn 27 maart jl.

Naar boven