35 300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020

Nr. 155 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2020

In deze brief wordt ingegaan op de door uw Kamer aangenomen moties en amendementen van de begrotingsbehandeling van de OCW-begroting van 2020 en van de wetgevingsoverleggen van Media, Cultuur en Emancipatie.

Moties begrotingsbehandeling OCW

35 300-VIII-32

Motie van de leden Kops en Beertema over parttimers in het primair en voortgezet onderwijs bewegen om meer uren les te geven

Reactie:

Zoals wij in de brief (Kamerstuk 27 923, nr. 387) over de aanpak van de tekorten d.d. 16 december 2019 schreven worden schoolbesturen aangesproken om actiever aan te moedigen dat leraren met kleine deeltijdaanstellingen meer gaan werken. Door bijvoorbeeld drie dagen per week te werken in plaats van twee, kan het lerarentekort sterk verminderd worden. Ook worden schoolbesturen aangemoedigd om in het kader van hun strategisch personeelsbeleid met hun personeelsleden in gesprek te gaan over uitbreiding van hun aanstelling. Waar ruimte voor gedifferentieerd belonen kan worden genomen, draagt dat bij aan behoud van goed personeel.

35 300-VIII-33

Motie van de leden Kops en Beertema over een voltijdbonus van 5% per kwartaal

Reactie:

In de brief «Extra actie tegen het lerarentekort» d.d. 24 augustus 2018 (Kamerstuk 27 923, nr. 318) en de brief over de aanpak van de tekorten d.d. 16 december 2019 (Kamerstuk 27 923, nr. 387) hebben wij laten weten dat het volgens experts op het gebied van gelijke behandeling en gelijke beloning niet mogelijk is om een hoger salaris te betalen over de vijfde (of ook de vierde) weekdag, omdat dan een verboden onderscheid naar arbeidsduur wordt gemaakt. Een extra dag werken verandert de functie niet; een leraar doet op de vijfde werkdag (grotendeels) hetzelfde werk als op de andere dagen en kan dit daarom niet tot een relatief hogere beloning leiden. Echter, zoals aangegeven tijdens de Begrotingsbehandeling, verkent VWS of er onder tijdelijke omstandigheden wel ruimte te vinden is. Dit proces loopt nog, u wordt dit voorjaar hierover geïnformeerd.

35 300-VIII-37

Motie van de leden Rudmer Heerema en Rog over financieel aantrekkelijk maken van meer uren werken

Reactie:

Zowel over de mogelijke financiële drempels bij meer werken als over de positie van gepensioneerden die langer willen doorwerken is de Kamer geïnformeerd met een brief op 12 juli 2019 (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 476) en de brief over de aanpak van de tekorten d.d. 16 december 2019. Bij pensionering binnen 5 jaar vóór de AOW-leeftijd kan de leraar zonder gevolgen voor het pensioen weer gaan werken. Als de leraar meer dan 5 jaar voor de AOW-leeftijd het pensioen heeft laten ingaan, moet daarbij de intentie zijn geweest om definitief te stoppen met werken. Bij het weer gaan werken, kan dat fiscale gevolgen hebben voor (dat deel van) het pensioen. Verder zijn er geen financiële belemmeringen voor mensen om weer aan de slag te gaan, ook al zijn ze gepensioneerd.

35 300-VIII-38

Motie van de leden Rudmer Heerema en Van Meenen over een pilot met flexibele omgang met instroom en doorstroom

Reactie:

Op dit moment wordt de pilot 10–14 onderwijs uitgevoerd waarbij een aantal scholen is begonnen met het aanbieden van onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar in één programma, met een doorlopende leerlijn van basis- naar voortgezet onderwijs. Oberon monitort de resultaten van de pilot en levert komend najaar de eindconclusie op. Op basis van deze eindconclusie wordt bezien hoe opvolging wordt gegeven aan deze pilot. In het najaar wordt uw Kamer hierover geïnformeerd, in deze reactie zal uw Kamer ook worden geïnformeerd over de uitvoering van de motie van de leden Rudmer Heerema en van Meenen. Aangezien er bij de overgangen binnen het onderwijs een risico bestaat op ongelijke kansen tussen kinderen zal de insteek van de uitvoering van de motie gericht zijn op het bevorderen van kansengelijkheid.

35 300-VIII-40

Motie van het lid Rudmer Heerema over een financiële voorziening voor geïndiceerde topsporttalenten

Reactie:

In overleg met de Minister van VWS en NOC*NSF wordt bezien hoe de reeds bestaande voorziening uitbreid kan worden conform de motie. Hierbij laat OCW dit proces zoveel mogelijk in lijn lopen met de andere afspraken rondom topsport en talentontwikkeling vanuit het deelakkoord Topsport. De toegezegde middelen zullen medio 2020 beschikbaar worden gesteld aan NOC*NSF.

35 300-VIII-41

Motie van het lid Rudmer Heerema over sancties voor scholen en samenwerkingsverbanden die een eigen bijdrage vragen voor het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen

Reactie:

U bent bij brief van 20 december jl. (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 498) geïnformeerd over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan voorgenoemde motie. De PO-Raad en de VO-raad hebben met de schoolbesturen afspraken gemaakt over de vrijwillige ouderbijdrage waaronder voor extra ondersteuning. Daarnaast houdt de Inspectie van het Onderwijs toezicht op de ouderbijdrage.

35 300-VIII-42

Motie van het lid Wiersma over ruimte voor een praktijkroute en een afstandsroute

Reactie:

In de strategische agenda hoger onderwijs «Houdbaar voor de toekomst» (Kamerstukken 31 288 en 31 511, nr. 797) is invulling aan deze motie gegeven door het opnemen van bijlage 2 praktijkleren en afstandsonderwijs. In die bijlage is zowel de stand van zaken als het OCW-beleid voor beide onderwerpen beschreven.

35 300-VIII-43

Motie van de leden Wiersma en Bruins over studenten die met intellectueel eigendom een bedrijf willen starten

Reactie:

De VSNU is bezig om meer duidelijkheid te geven rond studenten en intellectueel eigendom (onder andere octrooien op uitvindingen), over de vraag van wie wanneer het intellectueel eigendom is. De VSNU bereidt een richtsnoer voor. Daarnaast is aan NWO verzocht om aan te geven hoe consortia die het afgelopen jaar een subsidie hebben ontvangen in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA), een deel van die middelen inzetten voor kennisbenutting. Op beide onderdelen wordt uw Kamer later dit jaar geïnformeerd.

35 300-VIII-44

Motie van de leden Wiersma en Van den Hul over meer instellingen toe laten treden tot de pilot voor flexstuderen

Reactie:

Op 12 december 2019 is uw Kamer per brief geïnformeerd over hoe deze motie uitgevoerd zal worden (Kamerstuk 31 288, nr. 802). Dat meer instellingen en opleidingen gebruik gaan maken van flexstuderen wordt gezien als een positieve ontwikkeling. Voordat besloten wordt tot een extra instroommoment, zijn eerst alle bekostigde hoger onderwijsinstellingen geconsulteerd of ze gebruik zullen maken van een eventueel extra instroommoment. Twaalf bekostigde hoger onderwijsinstellingen maken gebruik van een extra instroommoment. Aan ISO en LSVb is gevraagd om de behoeften van studenten te peilen en te onderbouwen.

35 300-VIII-45

Motie van het lid Wiersma c.s. over een nadere aanpak voor het profileringsfonds

Reactie:

Er hebben gesprekken plaatsgevonden met studentenorganisaties over de inventarisatie van de knelpunten m.b.t. het profileringsfonds. Deze inventarisatie zal met instellingen worden besproken om vervolgens gezamenlijk met studenten en instellingen tot een nadere aanpak te komen. Daarnaast sluit OCW aan bij het programma «Mens Centraal» van het Ministerie van AZ, waarin breed wordt gekeken naar verbetering van de informatievoorziening aan (aankomende) studenten en daarbij de bekendheid van het profileringsfonds meenemen. Ook zal het thema informatievoorziening onderwerp zijn bij de aankomende conferentie studentenwelzijn in het voorjaar. De conferentie is bedoeld voor medewerkers en bestuurders van instellingen en gericht op kennisdeling. Het profileringsfonds zal daar in worden meegenomen. Voor de zomer ontvangt uw Kamer over het bovenstaande een brief; eind dit jaar wordt de monitor profileringsfonds naar uw Kamer gezonden.

35 300-VIII-50

Motie van het lid Westerveld over het activeren van de stille reserve

Reactie:

In bijlage bij de lerarenbrief van 16 december (Kamerstuk 27 923, nr. 387) is het volgende aan uw Kamer gemeld over behandeling van deze motie:

Er is overleg geweest met BZK. Vanuit het Rijk is een terugkeergarantie in verband met het (weer) gaan werken in het onderwijs onwenselijk vanwege de arbeidsmarktproblematiek die ook daar speelt. Op basis van eerste overleg bij de werkgevers in de marktsectoren is de verwachting dat ook hier een terugkeergarantie onwenselijk is, omdat werkgevers de achtergelaten plekken in verband met de continuïteit van hun bedrijfsvoering zo snel mogelijk zullen opvullen en terugkeer niet kunnen garanderen.

35 300-VIII-51

Motie van het lid Rog c.s. over versoberen van de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen en werkloze leraren weer voor de klas krijgen

Reactie:

De cao-tafels po en vo hebben d.d. 26 november brieven ontvangen waarin de wens in deze motie is overgebracht aan de sociale partners. Uw Kamer is hierover geïnformeerd bij de reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij een brief op 3 december jl. (Kamerstuk 27 923, nr. 386). Dit is tevens gemeld in bijlage bij de lerarenbrief van 16 december.

35 300-VIII-52

Motie van de leden Rog en Van Meenen over onderzoek naar onderwijstijd van leerlingen en leraren in het funderend onderwijs

Reactie:

De Onderwijsraad streeft ernaar eind dit jaar hierover advies uit te brengen, met een enigszins bredere focus. Uw Kamer wordt hier nog over geïnformeerd.

35 300-VIII-53

Motie van de leden Rog en Bruins over vergroten van de instroom op de pabo

Reactie:

Zoals aangegeven in de brief Intensivering aanpak tekorten in het onderwijs (Kamerstuk 27 923, nr. 387) wordt deze motie uitgevoerd in de bredere aanpak van de knelpunten rond de toelatingseisen en -toetsen voor de pabo. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan het versterken van het keuzedeel voor de pabo in het mbo, zodat alle mbo-instellingen het aanbieden en dat het voor alle studenten beschikbaar is. Verder wordt er onderzocht of succesvolle afsluiting van het keuzedeel op termijn kan leiden tot (gedeeltelijke) vrijstelling van de toetsen.

Daarnaast worden zomerscholen georganiseerd voor mbo’ers en havisten ter voorbereiding op de toetsen en wordt nagegaan of de geldigheidsduur van de toetscertificaten kan worden opgeheven.

Ook het studiemateriaal (zowel in boekvorm als digitaal) ter voorbereiding op de toetsen wordt uitgebreid en toetsitems worden bestudeerd en waar nodig aangepast op taligheid en westerse bias.

Uitgangspunt is dat dit ondersteuningsprogramma voor mbo’ers en havisten vanaf het nieuwe studiejaar van start gaat. Dus de instroom 2020/21 kan er van profiteren.

35 300-VIII-55

Motie van de leden Rog en Rudmer Heerema over differentiatie op de pabo

Reactie:

Zoals aangegeven in brief Intensivering aanpak tekorten in het onderwijs wordt deze motie meegenomen in het bredere traject naar een nieuw bevoegdhedenstelsel en het advies van de commissie Onderwijsbevoegdheden po-vo-mbo daarover. In het plenaire debat lerarenbeleid van 19 februari jl. is een motie van het lid Rudmer Heerema c.s. aangenomen over het creëren van een gespecialiseerde pabo gericht op het jongere en oudere kind (Kamerstuk 27 923, nr. 401). Over de uitwerking van deze motie heb ik u geïnformeerd met mijn brief van maart 2020.

35 300-VIII-56

Motie van de leden Kuik en Smals over overleg met werkgevers over een startkwalificatie van voortijdig schoolverlaters

Reactie:

Op dit moment ben in ik overleg met MKB Nederland en VNO-NCW, MBO-raad, SBB, JOB en Ingrado om met een intentieverklaring te komen over hoe jongeren die voortijdig het onderwijs hebben verlaten alsnog een arbeidsmarkt kwalificerend diploma kunnen halen. De ondertekenende partijen zullen eraan bijdragen om jongeren niet voortijdig van school te halen, maar ze van een bbl-plek te voorzien om langs die weg werk en onderwijs te combineren. Over de uitkomsten van het overleg met de verschillende partijen zal ik uw Kamer voor 1 april 2020 informeren.

35 300-VIII-57

Motie van de leden Kuik en Bruins over meesteropleidingen introduceren in het bekostigde onderwijsstelsel

Reactie:

Uw Kamer heeft aangegeven voor de zomer van 2020 geïnformeerd te willen worden. Inmiddels is de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) gevraagd om advies. Op basis van de reactie van de SBB zal uw Kamer conform het verzoek in de motie geïnformeerd worden.

35 300-VIII-62

Motie van het lid Van Meenen c.s. over de facilitering van studentenraden.

Reactie:

Dit voorjaar worden er gesprekken gehouden met het JOB en de MBO-raad, waarbij de facilitering van de studentenraden ook aan bod zal komen. Ook zal de CKMBO, samen met het JOB, verkennen op welke wijze studenten de komende jaren actief partner in de kwaliteitsverbeteringen kunnen zijn.

35 300-VIII-66

Motie van de leden Paternotte en Bisschop over overleg met NWO over tweejaarlijkse aanvraagrondes voor consortia

Reactie:

Aan de NWO is gevraagd of het tweejaarlijks uitzetten van de aanvraagronde voor onderzoek door consortia in de NWA bijdraagt aan de verbetering van de honoreringspercentages. Uw Kamer zal in 2020 hierover geïnformeerd worden.

35 300-VIII-70

Motie van het lid Bruins c.s. over studenten weer meenemen in de jaarlijkse koopkrachtberekeningen van het Nibud

Reactie:

In de kabinetsreactie op de SER Verkenning «Hoge Verwachtingen», die dit voorjaar wordt verstuurd, wordt ingegaan op deze motie.

Het kabinet is het eens met het doel:meer inzicht krijgen in de financiële positie van jongeren. De financiële positie van studenten wordt momenteel in beeld gebracht in de beleidsdoorlichting van artikel 11: Studiefinanciering (zie ook de reactie op aanbeveling 2). Daarnaast geeft de Studentenmonitor jaarlijks een overzicht van inkomsten en uitgaven van studenten en doet ook uitspraken over de financiële positie. Ook heeft de regering het NIBUD-studentenonderzoek gefinancierd. De eerdergenoemde motie roept ook op om het tweejaarlijkse Studentenonderzoek structureel te laten uitvoeren. Ook dit onderzoek bevat veel informatie over de financiële positie van studenten. Het kabinet neemt de aanbeveling van de SER en de oproep van de Tweede Kamer ter harte en zal zorgen dat dit onderzoek weer elke twee jaar wordt uitgevoerd.

35 300-VIII-71

Motie van het lid Van Raan over een toezichthoudende rol voor de onderwijsinspectie bij onderwijselementen georganiseerd door bedrijven

Reactie:

Besturen, scholen en leraren zijn verantwoordelijk voor de beoordeling van de kwaliteit van lesmaterialen, gastlessen en excursies, ook als die worden georganiseerd of gefaciliteerd door bedrijven. Er zijn verschillende controlemechanismen om ervoor te zorgen dat dit gebeurt op een manier die bij de school past en uiteraard ook binnen de grenzen van de wet. Hierbij spelen met name ook het interne toezicht en de medezeggenschap een rol. Daarnaast speelt ook de inspectie een rol bij eventuele overtreding van de wet. De inspectie houdt toezicht op het onderwijs, inclusief door bedrijven georganiseerde of gefaciliteerde elementen van onderwijs die binnen de wettelijke onderwijstijd onder de verantwoordelijkheid van de school plaatsvinden. Als de inspectie signalen krijgt dat er zaken gebeuren die mogelijk strijdig zijn met de wet- en regelgeving, dan kan de inspectie het schoolbestuur daarop aanspreken. Hierdoor is een verdere verkenning naar een mogelijke toezichthoudende rol van de inspectie niet noodzakelijk.

35 300-VIII-74

Motie van het lid Van Raan over aansluiting van het agrarisch onderwijs bij de omslag naar kringlooplandbouw

Reactie:

De Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) is verzocht om de onderwerpen uit de motie mee te nemen in de voortgangsrapportage circulaire economie. Deze rapportage wordt naar verwachting in het voorjaar van 2020 opgeleverd.

35 300-VIII-75

Motie van de leden Bisschop en Rog over meer maatwerk bieden ten aanzien van bevoegdheden voor het werken met het jonge kind

Reactie:

Zoals aangegeven in de brief Intensivering aanpak tekorten in het onderwijs (Kamerstuk 27 923, nr. 387) wordt deze motie meegenomen in het bredere traject naar een nieuw bevoegdhedenstelsel en het advies van de commissie Onderwijsbevoegdheden po-vo-mbo daarover.

35 300-VIII-82

Gewijzigde motie van het lid Rudmer Heerema over bij de beleidsregel LOOT behorende faciliteiten openstellen voor reguliere scholen (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 39)

Reactie:

Samen met VWS, Stichting LOOT en NOC*NSF wordt gekeken naar de nadere invulling. De financiële middelen kunnen halverwege 2020 beschikbaar worden gesteld aan Stichting LOOT.

35 300-VIII-85

Gewijzigde motie van de leden Westerveld en Paternotte over meenemen van de alfa-, gamma- en medische wetenschappen in het investeringsfonds (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 48)

Reactie:

Dit voorjaar wordt een brief over het investeringsfonds naar de Tweede Kamer gestuurd.

35 300-VIII-86

Gewijzigde motie van het lid Kwint over het wegnemen van belemmeringen bij het oprichten van scholen voor speciaal onderwijs (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 58)

Reactie:

Het al dan niet wegnemen van belemmeringen en inperkingen die het oprichten van nieuwe scholen voor speciaal onderwijs in de weg zouden staan vraagt zorgvuldige doordenking en afweging van de verschillende belangen. Dit vraagt om een wetswijziging en dat kost tijd. Een oplossing op korte termijn, anders dan het inrichten van een nevenvestiging, is er niet. Uw Kamer ontvangt nog voor het zomerreces een voorstel over het inrichten van nieuwe scholen voor speciaal onderwijs.

Zoals gemeld bij de begrotingsbehandeling zijn er voor het inrichten van een nevenvestiging voor het (voortgezet) speciaal onderwijs geen wettelijke beperkingen. Sinds de invoering van passend onderwijs op 1-8-2014 is de procedure versneld en vereenvoudigd. Als een aanvraag voor 1 februari wordt ingediend kan met ingang van 1 augustus al worden gestart. Deze aanvraag moet worden vergezeld van toestemming van het samenwerkingsverband waar de nevenvestiging wordt geplaatst en in het kader van huisvestingtoestemming van de gemeente waar de nevenvestiging komt. Daarnaast is met de invoering van passend onderwijs ook de verbrede toelating geregeld. Dat betekent dat een school voor zeer moeilijk lerende kinderen ook kinderen met een andere beperking kan en mag toelaten. Ook dat is een verruiming.

35 300-VIII-87

Gewijzigde motie van de leden Paternotte en Wiersma over de wegingsfactor van studieleningen bij hypotheken (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 64)

Reactie:

Samen met de ministers van BZK en Financiën is aan het Nibud gevraagd om met een plan van aanpak te komen over het onderzoek naar de wegingsfactor van studieleningen bij hypotheken. Hierbij is gevraagd of Nibud het advies kan uitbrengen in mei of juni 2020.

35 300-VIII-88

Gewijzigde motie van het lid Bisschop c.s. over betere informatievoorziening over de positie van ouders en kinderen bij de vrijstelling wegens gewetensbezwaren (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 76)

Reactie:

Op dit moment worden de onduidelijkheden rondom de vrijstelling in kaart gebracht. Op basis daarvan zal de informatievoorziening, in samenspraak met Ingrado en de VNG, verbeterd worden.

35 300-VIII-89

Gewijzigde motie van het lid Kuzu over een evenwichtige man-vrouwverhouding bij leerkrachten (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 79)

Uw Kamer zal in het voorjaar van 2020 in de voortgangsrapportage Emancipatie geïnformeerd worden over hoe er gewerkt wordt aan een evenwichtige man-vrouw verhouding in het basisonderwijs.

Moties Begrotingsbehandeling Cultuur

35 300-VIII-93

Motie van het lid Ellemeet c.s. over de gevolgen van de verschuiving van het budget van het Fonds Podiumkunsten naar de BIS

Reactie:

Uw Kamer wordt later in 2020 geïnformeerd over de uitvoering van deze motie, omdat de deadline voor het aanvragen van meerjarige subsidie bij het Fonds Podiumkunsten 2 maart 2020 is.

35 300-VIII-94

Motie van de leden Ellemeet en Asscher over de toegankelijkheid van cultuurinstellingen

Reactie:

Dit onderzoek wordt aanbesteed volgens de gangbare aanbestedingsprocedure. Uw Kamer zal voor de zomer geïnformeerd worden over de tussenstand.

35 300-VIII-95

Motie van de leden Ellemeet en Belhaj over een verkenning van de staat van de publieke collecties

Reactie:

De komende tijd wordt uitvoering gegeven aan de verkenning. In het najaar zal uw Kamer geïnformeerd worden over de resultaten van deze verkenning.

35 300-VIII-96

Motie van het lid Geluk-Poortvliet c.s. over een structurele ondersteuning van amateurkunstverenigingen

Reactie:

Er hebben gesprekken plaatsgevonden met de vertegenwoordigers van de amateurkoren en er heeft een vervolggesprek plaatsgevonden met de verenigingen en het Landelijk Kenniscentrum Amateurkunst over wensen en mogelijkheden voor versterking van de organisatiekracht van de verenigingen. Het LKCA heeft het aanbod gedaan de verenigingen hierin de komende periode te ondersteunen. In de nieuwe subsidieperiode 2021–2024 krijgt de ondersteuning van de amateursector een plaats in de beleidsplannen van zowel het LKCA als het Fonds voor Cultuurparticipatie.

35 300-VIII-98

Motie van de leden Kwint en Belhaj over verlichten van de verantwoordingsdruk voor makers en instellingen

Reactie:

De verantwoordingsdruk voor makers is verlicht door de aanvraag voor 2021–2024 te vereenvoudigen. Zo zijn het bestemmingsfonds OCW en de eigeninkomsteneis afgeschaft. Over het afschaffen hiervan is contact geweest met de andere overheden en het concept van de aanvraag is gedeeld met gemeenten en provincies. Zij zijn zo gestimuleerd om hun aanvraagprocedure te vereenvoudigen waar mogelijk.

35 300-VIII-100

Motie van het lid Belhaj c.s. over onder de aandacht brengen van de Leidraad tariefafspraken zzp'ers

Reactie:

De leidraad tariefafspraken zzp’ers van de ACM zal in 2020 onder de aandacht worden gebracht via de activiteiten van de Platform AACT, met steun van het Ministerie van OCW.

35 300-VIII-101

Motie van het lid Asscher c.s. over één dag per maand gratis openstellen van rijksmusea

Reactie:

De komende periode wordt uitvoering gegeven aan de gevraagde verkenning uit deze motie. In het najaar zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.

35 300-VIII-104

Motie van het lid Bisschop over leerlingen kennis laten maken met de Joodse gemeenschap en haar geschiedenis

Reactie:

Het bestrijden van antisemitisme in het onderwijs is van groot belang, evenals de bestrijding van andere vormen van discriminatie. OCW blijft in gesprek met betrokken partijen over de wijze waarop dit het best vormgegeven kan worden en blijft hierbij op zoek naar manieren om het huidige antidiscriminatiebeleid te verbeteren. Daarnaast heeft uw Kamer recent een wetsvoorstel ontvangen voor een hernieuwde burgerschapsopdracht. Met dit wetsvoorstel wordt er beoogd om de burgerschapsopdracht te verduidelijken zodat elke school doelmatig en samenhangend werkt aan het bevorderen van de Nederlandse basiswaarden. Hiermee wordt verwacht het wederzijdse begrip voor en de kennis van elkaars culturen en godsdiensten onder leerlingen te vergroten en hiermee intolerantie te bestrijden. Tevens worden scholen en leraren, middels de Stichting School en Veiligheid (SSV), ondersteund om gevoelige thema’s als antisemitisme bespreekbaar te maken in de klas.

Begrotingsbehandeling Media

35 300-VIII-111

Motie van de leden Van der Molen en Westerveld over het toegankelijker maken van Nederlandstalige tv-programma's voor mensen met een audiovisuele beperking

Reactie:

Op korte termijn zal het stappenplan van de NPO naar uw Kamer worden gestuurd. Vervolgens zal in overleg met de regionale en commerciële omroepen in kaart worden gebracht op welke wijze commerciële en regionale omroepen stappen zullen zetten om hun media-aanbod toegankelijk te maken voor mensen met een auditieve of visuele beperking. Ook zal een gesprek worden gevoerd met het Commissariaat voor de Media over het toezicht op de bestaande regels voor ondertiteling. Uw Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de uitkomst van deze gesprekken.

35 300-VIII-112

Motie van het lid Van der Molen c.s. over onlinereclame op sociale media altijd als zodanig kenbaar maken

Reactie:

Er zal onderzocht worden op welke wijze bij onlinereclame op sociale media kan worden bevorderd dat vermeld zal worden dat het om een advertentie gaat. Daarnaast zal onderzocht worden wat de effecten zouden zijn indien proactieve opsporing mogelijk zou worden om de Nederlandse Reclame Code te kunnen handhaven. Uw Kamer wordt voor de zomer hierover geïnformeerd.

35 300-VIII-121

Gewijzigde motie van het lid Asscher c.s. over nieuwe stimuleringsmaatregelen voor versterking van het Nederlandse culturele audiovisuele aanbod (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 102)

Reactie:

Uw Kamer is bij brief van 19 december jl. geïnformeerd over hoe uitvoering wordt gegeven aan deze motie (Kamerstuk 32 820, nr. 330).

35 300-VIII-133

Gewijzigde motie van het lid Kwint c.s. over minimumtarieven in de journalistieke sector (t.v.v. Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 116)

Reactie:

De uitwerking van de motie zal worden meegenomen in de brief over de voortgang van de ontwikkelingen op de media-arbeidsmarkt, de Fair Practice Code en de casus rond de cao van cameramensen die tijdens het Wetgevingsoverleg Media van 25 november jl. aan uw Kamer is toegezegd (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 142).

Begrotingsbehandeling Emancipatie

35 300-VIII-126

Motie van het lid Özütok c.s. over toepassing van de kwaliteitseis «gender» in het integraal afwegingskader

Reactie:

Interdepartementaal zal worden geïnventariseerd wat de stand van zaken is, hoe die kwaliteitseis werkt en wat dat voor gevolgen heeft.

Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd bij de Voortgangsrapportage emancipatiebeleid in het voorjaar.

35 300-VIII-127

Motie van de leden Jasper van Dijk en Becker over onderzoeken wat nodig is om het aantal meldingen van verdenkingen van genitale verminking te verhogen

Reactie:

Uw Kamer zal met de Actieagenda Schadelijke Praktijken worden geïnformeerd over hoe uitvoering wordt gegeven aan de motie van de leden Van Dijk (SP) en Becker (VVD). De ministers van VWS en JenV werken momenteel aan de Kamerbrief. De actieagenda is op 18 februari gestuurd naar uw Kamer.

35 300-VIII-130

Motie van het lid Van den Hul c.s. over genderspecifiek onderzoek naar het verband tussen financiële afhankelijkheid, partnergeweld en eergerelateerd geweld

Reactie:

Er komt een verkenning naar hoe een dergelijk onderzoek eruit zou kunnen zien. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd bij de Voortgangsrapportage emancipatiebeleid in het voorjaar.

35 300-VIII-131

Motie van de leden Bergkamp en Van den Hul over onderzoek naar niet medisch noodzakelijke ingrepen bij jonge interseksekinderen

Reactie:

Op dit moment wordt met het Ministerie van VWS bekeken hoe een dergelijk onderzoek er uit zou kunnen zien. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd bij de Voortgangsrapportage emancipatiebeleid in het voorjaar.

35 300-VIII-132

Motie van de leden Bergkamp en Diertens over mogelijkheden om bij de aanpak van racisme ook homofobie en antisemitisme te bestrijden

Reactie:

De uitvoering van de motie van de leden Bergkamp en Diertens over mogelijkheden om bij de aanpak van racisme ook homofobie en antisemitisme te bestrijden zal worden betrokken bij het door de Minister van Sport aangekondigde Aktieplan en is ook onderdeel van het door OCW en VWS gesteunde activiteitenplan van de Sportalliantie Gelijk Spelen van de John Blankenstein Foundation, KNVB, KNHB, RVFC en NOS*NSF.

Amendementen

35 300-VIII-8

Amendement van het lid Rog over 9 miljoen voor de regeling lente- en zomerscholen

Reactie:

Met dit amendement wordt de regering verzocht de voor het voorkómen van zittenblijven structureel beschikbare middelen (€ 9 mln. per jaar) in 2020 nog niet toe te voegen aan de prestatiebox VO, maar de middelen opnieuw via een subsidieregeling beschikbaar te stellen aan scholen die op grond daarvan een aanvraag indienen. Aan dit amendement is uitvoering gegeven door publicatie van de subsidieregeling lente- en zomerscholen VO 2020 op 6 januari 2020.

35 300-VIII-23

Amendement van het lid Rudmer Heerema over middelen voor stichting LOOT

Reactie:

Zie antwoord op motie 35 300-VIII-82

35 300-VIII-24

Amendement van het lid Van der Molen over middelen voor Het Nationaal Platform voor de Talen

Reactie:

Over de uitvoering van dit amendement zal u geïnformeerd worden in de beleidsreactie op het KNAW beleidsadvies Neerlandistiek en het plan van aanpak voor de universitaire talenstudies van het Nationaal Platform voor de Talen. De dekking van de in het amendement genoemde honderdduizend euro voor 2020 en 2021 wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte middelen bij subsidies in artikel 7. Deze beleidsreactie kunt u in het eerste kwartaal van 2020 tegemoet zien.

35 300-VIII-26

Amendement van het lid Rog c.s. over extra middelen voor de regeling onderwijsassistenten.

Reactie:

Bij de wijziging van de begroting (1e Suppletoire Begrotingswet 2020) wordt het budget vanuit de Lerarenbeurs jaarlijks met 2,5 miljoen euro verlaagd in 2020, 2021, 2022 en 2023. Het budget voor de regeling onderwijsassistenten wordt conform het amendement verhoogd. De gewijzigde regeling wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd.

35 300-VIII-27

Amendement van het lid Rudmer Heerema c.s. over 18 miljoen voor de regeling zij-instroom

Reactie:

Bij de wijziging van de begroting (1e Suppletoire Begrotingswet 2020) wordt het budget vanuit de Lerarenbeurs structureel verlaagd. Het budget voor de regeling zij-instroom wordt structureel verhoogd met € 18 miljoen vanaf 2020. De nieuwe regeling wordt zo spoedig mogelijk gepubliceerd.

35 300-VIII-28

Amendement van het lid Bruins c.s. over extra middelen voor de regioaanpak lerarentekort

Reactie:

In 2020 en 2021 wordt € 30 miljoen geïnvesteerd in de regionale aanpak om de tekorten tegen te gaan. Dit is ook opgenomen in de regeling die 16 december jl. in de Staatscourant is gepubliceerd. Aanvullend hierop ontvangen de G4 elk nog € 1 miljoen per jaar.

35 300-VIII-31

Amendement van de leden Van Meenen en Rog 35 300-VIII nr. 31 over meer middelen voor het LOF

Reactie:

In 2020 wordt in totaal 1 miljoen euro uit de lumpsum van po, vo en mbo beschikbaar gesteld voor het LOF en voor Onderwijspioniers (€ 333.000 per sector).

De subsidieregeling LOF en het programma Onderwijspioniers worden door OCW respectievelijk CAOP aangepast en verlengd tot en met 31-12-2021. Leraren uit het po, vo en so kunnen op grond van de gewijzigde LOF-regeling een aanvraag indienen en leraren uit het mbo kunnen op grond van het aangepaste programma Onderwijspioniers een aanvraag indienen. Een beperkt deel van de middelen wordt ingezet voor de uitvoering van de regeling.

35 300-VIII-124

Amendement van het lid Rudmer Heerema t.v.v. nr. 22 over middelen voor topsportende scholieren in gezinnen met armoede

Reactie:

In overleg met VWS en NOC*NSF wordt bezien hoe de reeds bestaande voorziening uitgebreid kan worden conform de motie en het amendement. Hierbij zal dit proces zoveel mogelijk in lijn lopen met de andere afspraken rondom topsport en talentontwikkeling vanuit het deelakkoord Topsport. De toegezegde middelen zullen medio 2020 beschikbaar worden gesteld aan NOC*NSF.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voorgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven