34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2020

Het afgelopen jaar was in vele opzichten een uitdagend en uniek jaar, ook op het terrein van internationaal ondernemen en internationale handel. In deze brief informeer ik uw Kamer over de beleidsontwikkelingen, de ondernomen acties en de resultaten op het terrein van de Handelsagenda1.

Bij deze ontvangt u de tweede voortgangsrapportage die zich richt op de acties en resultaten op de vier actielijnen van de Handelsagenda in de afgelopen twaalf maanden. Het is evident dat in het tweede deel van deze periode Nederland en de wereld in de ban zijn geraakt van de COVID-19-pandemie. De pandemie en de daarmee samenhangende lockdowns hebben de wereldeconomie en -handel en de open Nederlandse economie stevig geraakt. De wereldhandel is in 2020 sterk gekrompen en lijkt momenteel weer iets op te veren. Het is niet goed te voorspellen hoe de COVID-19 pandemie zich in het najaar verder zal ontwikkelen en wat de effecten daarvan zullen zijn op de handel. Positief is om te zien hoe veerkrachtig en robuust de Nederlandse economie en handel deze storm tot nu toe hebben doorstaan. Het bevorderen van internationaal ondernemen en een toekomstbestendig handelssysteem is essentieel om juist ook in roerige tijden internationale handel en de Nederlandse bijdrage daaraan te steunen.

Door een gezamenlijke inspanning van alle bij de internationale handel betrokken Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden is de neergang minder groot geworden dan gedacht en heeft men problemen het hoofd kunnen bieden. In het bijzonder waardeer ik de inzet van de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om knelpunten in de toelevering en beschikbaarheid van bijvoorbeeld medische producten of in het grensoverschrijdende goederenvervoer te helpen oplossen. Nederland ging met een sterke uitgangspositie de crisis in en op deze basis zal ook het herstel worden gebouwd. De buitenlandse handelsportefeuille zet in op het behoud en versterking van het internationale verdienvermogen om zo bij te dragen aan het duurzame herstel na COVID-19.

Met deze brief informeer ik u daarnaast graag over de voortgang van de motie van het lid Wörsdörfer2, met verzoek om de handels- en exportondersteunende activiteiten te stroomlijnen en inzichtelijker, simpeler en toegankelijker te maken. Ook vindt u in deze brief de stand van zaken van de uitvoering van het amendement van Amhaouch en Weverling3 over extra middelen voor Trade and Innovate NL en over regionale grensoverschrijdende innovatiesamenwerking naar aanleiding van het amendement Weverling4. Voorts informeer ik u over de stand van zaken van de Publiek-Private Samenwerking (PPS) zoals ik u had toegezegd op 28 juni 20185.

Voortgang Handelsagenda

De Handelsagenda volgt vier actielijnen:

  • 1. Markttoegang en Brexit;

  • 2. Een excellente dienstverlening voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en startups;

  • 3. Maatwerk in de economische diplomatie;

  • 4. Herinrichten van het publieke en private handels-, innovatie- en investeringsbevorderende netwerk.

Uit bovenstaande cijfers blijkt ook de versterkte inzet op meetbaarheid. Voor de handelsagenda is resultaatgerichtheid en meetbaarheid van groot belang. Daar werken in het bijzonder het CBS en RVO aan, onder meer door de recente CBS-publicatie van Nederland Handelsland6, de CBS-kwartaalpublicaties Internationaliseringsmonitor en RVO die alle contacten met en dienstverlening aan het bedrijfsleven registreert, zodat we daar van kunnen leren en ons beleid op kunnen bouwen. De cijfers van het CBS hebben betrekking op de jaren tot en met 2019 en zijn dus pre-COVID-19. Evenals vorig jaar zal ik eind dit jaar uitgebreid kwantitatieve cijfers samenhangende met de Handelsagenda en alle relevante dienstverlening op de RVO-website publiceren.

Naast deze cijfers wil ik u ook een indruk geven van de dienstverlening aan ondernemers in de eerste maanden van de COVID-19 pandemie. Hoewel beperkt in omvang en thematiek geven deze cijfers enig beeld van de problematiek die de pandemie en de lockdowns wereldwijd voor internationaal actieve ondernemers betekenden.

COVID-19 en internationaal ondernemen

Honderden COVID-19-gerelateerde vragen zijn de afgelopen maanden beantwoord en meer dan één miljoen unieke bezoekers bezochten de webpagina’s van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) over internationaal ondernemen. Om vragen over internationaal ondernemen op te vangen zijn bij aanvang van de uitbraak van COVID-19 bij de RVO en de Kamer van Koophandel noodloketten ingericht.

De kern van het kabinetsbeleid in de Handelsagenda is door COVID-19 niet veranderd. De impact van de pandemie dwong de overheid wel om snel in actie te komen om het internationaal actieve bedrijfsleven in de crisis zo goed mogelijk te ondersteunen en handel te faciliteren. De inperking van het reizen is van grote invloed geweest, aangezien veel «klassieke» handelsbevorderende activiteiten, zoals missies, beurzen en evenementen, niet langer in de gebruikelijke, fysieke vorm konden plaatsvinden.

Deze «Business as unusual», sluit aan op de «Internationale Actieagenda COVID-19» die VNO-NCW en MKB-Nederland in april jl. presenteerden en die ik met hen besprak tijdens een tweetal rondetafelgesprekken met ondernemers. Deze aanpak heeft vorm gekregen op drie manieren:

  • (1) Het handelsinstrumentarium is versterkt en aangepast, zodat Nederlandse ondernemers kunnen werken aan opbouw of herstel van hun internationale activiteiten. De nadruk ligt daarbij op capaciteitsopbouw, marktanalyses en netwerken (zie verder actielijn 2).

  • (2) Handelsbevorderende activiteiten (missies, beurzen en evenementen) zijn bij het uitbreken van de pandemie grotendeels stopgezet, maar worden inmiddels weer opgestart via een gefocuste, voornamelijk digitale, programmering in nauw overleg met RVO en publieke en private partners (zie verder actielijn 3).

  • (3) Versnelde inzet op de strategische, meerjarige publiek-private samenwerking binnen het kader van het Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL) gericht op de meest kansrijke maatschappelijke thema’s in grote strategische markten (zie verder actielijn 4).

Op basis van de «Internationale Actieagenda COVID-19» van VNO-NCW en MKB Nederland, hebben het ministerie en RVO een Impuls Programma ontwikkeld, gericht op zakendoen in tijden van COVID-19. Het programma is vooral gericht op al exporterende ondernemers en bestaat uit vijf onderdelen, die doorlopen tot en met 2021: 1) kennis en informatie; 2) (digitale) evenementen; 3) (digitale) beurzen en missies; 4) meerjarige en thematische marktbewerking op strategische markten en 5) maximaal aansluiten op andere beleidsterreinen, met aandacht voor financieringsregelingen, NL Branding, digitalisering en communicatie.

Per actielijn worden hieronder de inzet van het Kabinet en de behaalde resultaten beschreven. Aan het begin van iedere actielijn staat puntsgewijs eveneens datgene wat specifiek is ondernomen in het kader van COVID-19.

1. Actielijn: markttoegang en Brexit

Onder deze actielijn is de inzet van het kabinet erop gericht om bij te dragen aan een toekomstbestendig multilateraal handels- en investeringssysteem en aan internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.

COVID-19 leidde specifiek tot de volgende maatregelen en activiteiten:

  • Waarborgen van het functioneren van de EU Interne Markt in het licht van belemmeringen en ingestelde beperkingen van het goederenvervoer en reizigersverkeer;

  • Bijdragen aan EU import/export-regelgeving voor medische hulpmiddelen;

  • Aandacht voor strategische weerbaarheid en inrichting van waardenketens.

Het multilaterale handels- en investeringssysteem

De tweede helft van 2019 en de eerste helft van 2020 waren turbulente tijden voor de internationale handel en handelspolitiek. De crisis in de WTO en de handelsfricties tussen de VS en China duurden voort. Daar overheen kwam de COVID-crisis die leidde tot een explosieve vraag naar medische hulpmiddelen, achterblijven van het aanbod, tijdelijk sluiten van grenzen, en tot een toenemend bewustzijn over eenzijdige afhankelijkheden van bepaalde landen en producenten. Strategische weerbaarheid en open strategische autonomie werden nieuwe aandachtsgebieden. Nederland gaf hier in de RBZ/Handel van 16 april jl. een eerste visie op, inclusief een voorstel voor een Essential Health Goods Agreement7 . De Europese Commissie nam het idee van Nederland over en kwam in juni met een eigen voorstel8.

De WTO-onderhandelingen kwamen door COVID tijdelijk stil te liggen en de ministeriële conferentie (MC 12), die in juni plaats zou vinden in Nur-Sultan, moest een jaar worden uitgesteld. Het handelsconflict tussen de VS en China intensiveerde, mede dankzij de economische gevolgen van COVID, met het opleggen van handelsrestricties ten aanzien van Chinese technologiebedrijven door de Amerikaanse overheid en de daaraan verbonden consequenties. Het leidde tot verdere ontkoppeling van de Amerikaanse en Chinese economieën. Het handelsconflict raakte ook de EU. De EU-vrijwaringsmaatregelen werden noodgedwongen verlengd en de Europese Commissie kwam met een voorstel om de EU Handhavingsverordening uit te breiden. Er waren ook lichtpuntjes. Het Fase 1-akkoord tussen de VS en China hield stand en de EU en VS spraken augustus j.l. af om unilateraal tarieven op een aantal producten te verlagen, waarmee een stapje werd gezet in het verminderen van de spanningen in de bilaterale handelsrelatie. De onderhandelingen tussen de EU en China over een investeringsakkoord werden geïntensiveerd. Het standpunt van Nederland hierbij is dat kwaliteit gaat boven snelheid. Nadat het WTO Appellate Body vanaf december 2019 geen uitspraken meer kon doen omdat de VS weigeren in te stemmen met de benoeming van nieuwe leden, riep de EU samen met 22 andere landen een tijdelijk arbitragemechanisme in het leven.

De aandacht voor economische veiligheid nam verder toe door de kwetsbaarheid van Europese bedrijven als gevolg van de COVID-gerelateerde economische recessie. De FDI screeningsverordening, die tot doel heeft het instellen van een raamwerk voor toetsing door EU-lidstaten van buitenlandse investeringen op nationale veiligheid en openbare orde, werd op 11 oktober jl. van kracht en leidde al daarvoor in Brussel tot discussies over de uitbreiding van de scope. De Europese Commissie kwam tevens met een witboek over het ontwikkelen van nieuwe instrumenten om een ongelijk speelveld op de interne markt als gevolg van buitenlandse subsidies aan te pakken. Het kabinet is positief over dit initiatief9.

Voor Nederland bleven de duurzaamheidsafspraken in EU-handelsakkoorden onverminderd van belang. De economische gevolgen van COVID tornen aan de bestaanszekerheid van mensen, niet alleen in Europa maar ook in landen waarmee de EU een handelsakkoord heeft afgesloten of hierover onderhandelt. Handelsakkoorden kunnen bijdragen aan duurzame, inclusieve economische wederopbouw en ontwikkeling, hier en in partnerlanden. Samen met Frankrijk presenteerde Nederland een non-paper10 met bouwstenen voor een discussie over duurzaamheid in handelspolitiek. Zo verwelkomt Nederland de aankondiging van de Europese Commissie dat een Chief Trade Enforcement Officer de naleving van onder meer duurzaamheidsafspraken zal monitoren. Ons voorstel om de eerbiediging van de Overeenkomst van Parijs tot een essentieel onderdeel te maken van alle toekomstige brede handelsovereenkomsten, werd overgenomen door de Europese Commissie.

De onderhandelingen van de EU met landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Indonesië over bilaterale handelsakkoorden verliepen trager door COVID. Een positieve ontwikkeling was de inwerkingtreding van het handelsakkoord tussen de EU en Vietnam op 1 augustus 2020. Ook bereikte de EU en Mexico op 28 april 2020 een politiek akkoord over de modernisering van een bestaand gemengd akkoord, de EU-Mexico Global Agreement. Eind dit jaar kan het vernieuwd akkoord ter besluitvorming worden voorgelegd aan de Raad. Wanneer het handelsdeel in werking treedt worden bijna alle import- en exporttarieven in zeven jaar tijd volledig afgebouwd. De onderhandelingen over de modernisering van Nederlandse investeringsakkoorden, op basis van de nieuwe modeltekst, kwamen door COVID stil te liggen. Er wordt in overleg met Verdragspartners bezien wanneer onderhandelingen weer opgestart kunnen worden.

Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)

Het kabinetsbeleid ter bevordering van IMVO werd verder geconcretiseerd. Naar aanleiding van de motie van de leden Diks en Van den Hul11 werden de IMVO-richtlijnen voor het postennet in 2019 uitgebreid en geactualiseerd. Als proef wordt nu een aantal posten intensiever begeleid bij hun implementatie van de richtlijnen. Vanuit RVO is er gewerkt aan de verdere verankering van IMVO in de internationale regelingen (Internationaal Ondernemen en International Development). Het in 2020 aangescherpte handelsmissie kader, mede n.a.v. de gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van den Hul12, wordt toegepast13.

Eind 2019 werd de eerste tussenmeting uitgevoerd over het naleven van de OESO-richtlijnen door grote bedrijven in Nederland: 35% van deze bedrijven onderschreef de OESO-richtlijnen voor zijn internationale activiteiten14. Het kabinet streeft naar 90% in 2023. Daarom is september j.l. een stimuleringscampagne gestart15 om bedrijven te activeren en hen te ondersteunen bij het aan de slag gaan met de OESO-richtlijnen.

In de tweede helft van 2019 waren er tien IMVO-convenanten in uitvoering. COVID zorgde bij sommige convenanten tijdelijk voor vertraging of leidde tot aanvullende aandachtspunten/activiteiten om de gevolgen te adresseren. Diverse convenanten publiceerden jaarrapportages en in oktober 2019 is de mid-term evaluatie van het Convenant Duurzame Kleding en Textiel gepubliceerd16. Eind 2019 liep het IMVO-convenant van de bancaire sector af en op 20 augustus jl. is het finale monitoringsrapport gepubliceerd17. De bancaire sector onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor de opvolging van het convenant. De onderhandelingen over het IMVO-convenant voor de windenergiesector zijn nog gaande. Er wordt door de betrokken partijen naar gestreefd om het convenant uiterlijk juli 2021 te ondertekenen.

In juli 2020 werd de evaluatie van de IMVO-convenanten opgeleverd door het KIT18. Met de secretariaten en convenantpartijen wordt bekeken welke conclusies en aanbevelingen relevant zijn voor de lopende IMVO-convenanten. De uitkomsten van de evaluatie zijn ook meegenomen in het project «IMVO-maatregelen in perspectief». In dit project is, in lijn met het regeerakkoord, de effectiviteit van het IMVO-beleid geëvalueerd en advies ingewonnen voor herziening van het beleid. Op basis hiervan zijn de hoofdlijnen van nieuw IMVO-beleid uitgewerkt en per brief met de Kamer gedeeld op 16 oktober 2020.

Het kabinet heeft zich het afgelopen jaar actief ingezet voor een gecoördineerde Europese aanpak op IMVO. Met steun van verschillende EU-lidstaten heeft Nederland de Europese Commissie verzocht om gecoördineerde actie op het gebied van IMVO middels een EU IMVO Actieplan. Dit draagt bij aan een gelijk speelveld en vergroot de gezamenlijke impact in productielanden. Het kabinet verwelkomt het voornemen van de Commissie om in 2021 met een (mogelijk wetgevend) initiatief te komen op het gebied van duurzaam ondernemingsbestuur, waar IMVO onderdeel van is. Komend jaar blijft Nederland zich samen met gelijkgezinde lidstaten inzetten voor coherent en effectief Europees IMVO-beleid.

Export van strategische goederen

De herziening van de EU dual use verordening (controle op de uitvoer, tussenhandel en doorvoer van producten voor zowel militair als civiel gebruik) is nog steeds gaande. In juni 2019 kwam de Raad een mandaat overeen. Ondanks druk van Nederlandse zijde, was in de Raad geen meerderheid voor opname van cybersurveillancetechnologie in de dual use verordening. Het Europese Parlement blijkt hier echter wel voorstander van te zijn en de triloog biedt dan ook nieuwe kansen. Nederland blijft zich inzetten voor opname van cybersurveillance in relatie tot voorkomen van mensenrechtenschendingen in de tekst van de verordening. Parallel aan de Brusselse discussie werd eind 2019 in het Wassenaar Arrangement (WA) een belangrijke stap gezet. In aanvulling op reeds gecontroleerde cybersurveillancegoederen werd besloten om programmatuur voor cybersurveillance onder exportcontrole te brengen.

Brexit

Het Verenigd Koninkrijk is per 1 februari 2020 uit de Europese Unie getreden. Momenteel is de in het terugtrekkingsakkoord overeengekomen overgangsperiode van kracht, die duurt tot en met 31 december 2020. Gedurende de overgangsperiode onderhandelen de EU en het VK over hun toekomstig partnerschap, waarvan afspraken over handel een belangrijk onderdeel vormen, naast afspraken op andere, uiteenlopende terreinen. Het kabinet blijft inzetten op een zo breed en ambitieus mogelijk toekomstig partnerschap met het VK. Desalniettemin moet rekening worden gehouden met het risico dat er aan het einde van dit jaar een beperkter akkoord ligt dan het kabinet zou wensen, of zelfs geen akkoord.

Na het aflopen van de overgangsperiode gelden de EU-regels niet meer voor het VK, en is het geen onderdeel van de interne markt en de douane-unie, wat gevolgen heeft voor markttoegang en handel van zowel goederen als diensten. Vanaf dat moment zal de handel met het VK geschieden zoals met andere landen van buiten de EU en zal er dus sprake zijn van bijvoorbeeld douaneformaliteiten. Hoe de voorwaarden en procedures er precies uit gaan zien, hangt af van de inhoud van een toekomstig partnerschap met het VK. Zonder nieuwe afspraken met het VK wordt voor import en export tussen de EU en het VK teruggevallen op bestaande internationale (WTO-) afspraken en regelgeving. Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen, zal de (handels)relatie tussen de EU en het VK in diepte en intensiteit afnemen.

De voorbereidingen op de nieuwe relatie met het VK per 1 januari 2021 blijven een belangrijk punt van aandacht voor het kabinet. Ook het bedrijfsleven moet goed voorbereid zijn op veranderingen, aangezien zowel met als zonder verdere afspraken zakendoen met het VK verandert. Bedrijven kunnen voor informatie over de veranderingen na het aflopen van de overgangsperiode en hoe zich daarop voor te bereiden terecht bij het Brexitloket. Hier kunnen zij ook de Brexit Impact Scan vinden, die bedrijven helpt na te gaan waar en hoe zij in de eigen bedrijfsvoering of in de keten door de Brexit geraakt kunnen worden en welke voorbereidingen nodig zijn. Het kabinet werkt bovendien intensief samen met het georganiseerd bedrijfsleven om hen optimaal voor te lichten over wat er gaat veranderen, onder meer door de organisatie van instructiewebinars. Onderzoekscijfers laten zien dat de COVID-19-crisis de aandacht van bedrijven afleidt van de Brexit. Vorig jaar gaf 76% van de bedrijven aan enigszins tot goed op de Brexit te zijn voorbereid, afgelopen zomer was dat 60%. Het kabinet zet de communicatie richting het bedrijfsleven voort en zal die waar nodig intensiveren.

Actielijn 2: Een excellente dienstverlening voor het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) en startups

Onder de actielijn «Excellente dienstverlening voor het MKB en startups» blijft de inzet van het kabinet gericht op ondersteuning van de internationale ambities van het MKB en startups, met specifieke aandacht voor kansen op het terrein van vrouwelijk ondernemerschap. In het afgelopen jaar is extra geïnvesteerd om het MKB en startups te helpen internationaliseren, zo is de dienstverlening toegankelijker geworden en zijn de financieringsmogelijkheden uitgebreid.

COVID-19 leidde specifiek tot de volgende maatregelen en activiteiten:

  • Eerste fase troubleshooting en dienstverlening toen alle beperkingen in maart 2020 van kracht werden, vaak via posten van het diplomatieke netwerk;

  • Coulance regeling bij afgelasting van beurzen, evenementen en handelsmissies;

  • Corona- informatieloketten en telefoonlijnen bij RVO en KvK

  • Extra marktstudies en sectorrapporten gericht op nieuwe kansen en duurzaam herstel;

  • Ontwikkeling van het Impuls pakket, aanpassing van handelsinstrumenten om aan te sluiten bij de actuele behoefte van het bedrijfselven gericht op herstel en opbouw van internationale activiteiten.

  • De inzet onder deze actielijn komt onder meer tot uiting in de voortdurende stroomlijning en verbetering van de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van de dienstverlening, zoals verzocht in de motie van het lid Wörsdörfer19. Er is een verbeterde RVO Exportwijzer20 opgezet, waarmee (toekomstige) internationale ondernemers snel en eenvoudig de weg kunnen vinden in het beschikbare aanbod aan informatie, financiering en andere vormen van ondersteuning. Om ondernemers te helpen de juiste actuele informatie vinden, langs welk kanaal men er ook naar zoekt, is er nu de mogelijkheid ontwikkeld om via een automatische koppeling algemene en economische gegevens en do’s-and-dont’s bij het zakendoen in verschillende landen te ontsluiten op verschillende platforms (Kamer van Koophandel, het digitale ondernemersplein, PPS-website internationaal ondernemen). Dit najaar zal een aanvullend onderzoek worden gestart naar mogelijkheden voor verdere stroomlijning van de dienstverlening aan exporterende bedrijven en de (digitale) één-loket gedachte.

Tegelijkertijd zijn de financieringsmogelijkheden en toegankelijkheid van het handelsinstrumentarium verruimd voor het MKB en startups. Voor starters met internationale ambities zijn de voorwaarden en mogelijkheden voor financiering onder het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) vergroot. Daarnaast is met het verschaffen van werkkapitaal een nieuwe financieringsvorm toegevoegd aan het aanbod binnen het DTIF. De subsidieregeling «Demonstratieprojecten, Haalbaarheids- en Investeringsvoorbereidingsprojecten» (DHI) is op een aantal punten aangepast om het MKB nog beter te kunnen bedienen. De aanpassingen zijn o.m. gericht op verdere verruiming en vereenvoudiging van demonstratieprojecten, verbetering van de aansluiting met innovatietrajecten en ondersteuning van scale-ups.

Met het ingaan van de wereldwijde lockdowns als gevolg van de pandemie, is de dienstverlening aan internationaal opererende ondernemers drastisch bijgesteld. Beurzen en missies zijn afgelast en coulance is betracht bij vergoeding van reeds door bedrijven gemaakte kosten voor deelname aan programma’s en activiteiten. Tegelijkertijd is de inzet volop gericht op actuele informatievoorziening over corona-maatregelen in andere landen en regels en voorschriften voor het grensoverschrijdende verkeer, onder meer via de op de RVO-website ingerichte corona-landenpagina’s, die dagelijks werden aangepast. Extra markt- en sectorrapporten zijn opgesteld om een actueel beeld te verkrijgen van de (mogelijk gewijzigde) marktkansen in verschillende landen voor thema’s waarin Nederlandse sectoren sterk zijn.

De Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland zijn een belangrijke factor geweest in het organiseren van ondersteunende netwerken ter plaatse om Nederlandse ondernemers bij te staan. De posten hebben zich ingezet voor ondernemers met informatievoorziening over onder andere de gewijzigde omstandigheden voor vervoer van goederen en personen. Daarnaast is in praktische zin ondersteuning geboden, zoals bij het aflossen van bemanningen van schepen of offshore projecten.

Hoewel de bedrijvigheid van het grootste deel van de ondernemers is geraakt door COVID-19, blijkt uit een recent onderzoek onder bijna 1000 internationaal actieve ondernemers dat 1 op de 3 concrete kansen ziet met name rond digitalisering en verduurzaming. Men heeft een sterke behoefte aan specifieke informatie over kansen en markten en meer dan de helft van de ondernemers overweegt deel te nemen aan digitale missies en evenementen. Hier is de afgelopen maanden op geanticipeerd door de genoemde COVID-19-landenpagina’s, de markt- en sectorrapporten en het publiek-privaat programmeren van digitale missies en evenementen in het najaar en begin volgend jaar.

Vrouwelijk ondernemerschap

Internationaal vrouwelijk ondernemerschap is een dwarsdoorsnijdend thema in de Handelsagenda. Het doel is het aantal Nederlandse vrouwelijke ondernemers dat internationaal zaken doet te verhogen en om de vrouwelijke ondernemers die al internationaal zakendoen, beter te helpen succesvol te opereren op een buitenlandse markt. Beide doelen dragen bij aan het internationale verdienvermogen van Nederland omdat internationaal vrouwelijk ondernemershap een groot onbenut potentieel vertegenwoordigt. Begin 2020 is een gerichte, online en offline campagne gestart, genaamd Groei over Grenzen21, uitgevoerd door RVO. In deze campagne vertellen (vrouwelijke) ondernemersnetwerken en rolmodellen in video-interviews, vlogs, vakpersartikelen, meet-ups, talkshows en roadshows over hun ervaringen met de dienstverlening van RVO en het postennet bij het internationaal zakendoen.

De RVO heeft begin 2020 het onderzoek naar buitenlandse best practices ter bevordering van internationalisering van vrouwelijke ondernemers in Nederland gepubliceerd. Dit onderzoek zet best practices vanuit beleid en uitvoering in Denemarken, het VK en Canada uiteen. De uitkomst is een reeks aanbevelingen, die worden toegepast binnen het Nederlandse beleid en de uitvoering daarvan. Voorbeelden van aanbevelingen die reeds zijn overgenomen in het Nederlandse beleid zijn het verzamelen en analyseren van op geslacht gesplitste data over ondernemerschap, het samenwerken met bestaande (inter)nationale (vrouwelijke) ondernemersnetwerken, het organiseren van «story telling» door rolmodellen en het opzetten van een netwerk van «ambassadeurs» voor internationaal vrouwelijk ondernemerschap.

Vrouwelijke deelname aan handelsmissies

In de afgelopen twaalf maanden was gemiddeld 21% van de deelnemers aan handelsmissies o.l.v. een bewindspersoon of hoge ambtenaar vrouw. Dat percentage is vergelijkbaar met voorgaande jaren (20% in 2019, 21% in 2018). Van de zakelijk missieleiders was in het afgelopen jaar 30% vrouw.

Om het doel van 25% vrouwelijke deelnemers aan missies te halen passen we handelsmissies aan op inhoud, vorm en werving. De «Groei over Grenzen» campagne brengt vrouwelijke ondernemers in beeld die vertellen over hun ervaringen met handelsmissies en inspireren anderen om ook mee te gaan. Dit doen deze vrouwelijke ondernemers in vlogs, in (video-)interviews, in talkshows en in vakpersartikelen. Vrouwelijke ondernemersnetwerken brengen handelsmissies actief onder de aandacht bij hun leden. Ook wordt gelet op een goede vertegenwoordiging van vrouwelijke sprekers en panelleden in (virtuele) handelsmissies. Daarnaast worden voor missies naar strategische markten op maat gemaakte programmaonderdelen aangeboden gericht op vrouwelijke deelnemers, zoals een netwerksessie met lokale vrouwelijke ondernemers en kennismaking met lokale overheidsporgramma’s of investeringsfondsen ter ondersteuning van vrouwelijk ondernemerschap.

Internationalisering startups en scale-ups

Een van de speerpunten van het kabinet is een betere begeleiding van startups, zowel richting het buitenland als andersom zodat daarmee de positie van Nederland als startup-hub wordt versterkt. Het kabinet is dan ook verheugd dat Nederland in 2020 volgens de Startup Genome Ranking van de vijfde naar de derde plek is gestegen van beste startup ecosystemen in Europa22. De startup liaison officers (SLO’s) hebben hier een belangrijke rol bij gespeeld. Vanuit de Handelsagenda is de internationale inzet t.b.v. startups en scale-ups geconcretiseerd door het aanstellen van deze SLO’s op zes prioriteitsposten.23 Onderscheidend aan het werk van SLO’s t.o.v. reguliere MKB-ondersteuning is de intensieve 1-op-1-begeleiding die startups wordt geboden. De SLO’s ondersteunen startups bij het opdoen van (internationale) contacten en bij het verkrijgen van toegang tot informatie, talent, markten en kapitaal. Ook spelen de SLO’s een rol bij het aantrekken van talent en ondersteunen zij buitenlandse startups en scale-ups die actief willen worden in Nederland.

Om Nederlandse startups actief te krijgen over de grens is er in 2019 deelgenomen aan toonaangevende startup-beurzen. Eind 2019 zijn de eerste startup-hub-missies georganiseerd naar Berlijn en Singapore. Na deelname van 50 Nederlandse startups aan de technologiebeurs CES Las Vegas, hebben er in 2020 i.v.m. COVID-19 geen fysieke startupmissies meer plaatsgevonden. De SLO’s zijn overgeschakeld op digitale alternatieven. Prioritaire startup-hub Berlijn organiseerde bijvoorbeeld digitale evenementen om het Nederlandse en Duitse ecosysteem voor start- en scale-ups gericht op blockchain en fintech te verbinden. In september vond de Scale-up Global Tour van Techleap plaats. Via een livestream gingen de SLO’s en ondernemers in gesprek met scale-ups met internationaliseringsambitie over kansen en uitdagingen in de startuphubs. Een goed voorbeeld van samenwerking binnen het startup-ecosysteem.

In het najaar wordt met startups deelgenomen aan virtuele edities van belangrijke startupbeurzen als Slush (Helsinki) en Innovex (Taipei). Deze beurzen worden gespreid over meerdere maanden op een digitaal platform georganiseerd. In november zal het Nederlandse «paviljoen» op zowel Slush als Innovex in de digitale spotlights worden gezet. Vanaf eind oktober vindt een virtuele cleantech-missie plaats naar Boston met een selectie veelbelovende Nederlandse scale-ups. Er wordt een digitaal Tech Paviljoen voorzien voor CES Las Vegas, inclusief een intensief voorbereidingstraject voor deelnemende Nederlandse bedrijven.

Actielijn 3: Maatwerk in de economische diplomatie

De inzet van het kabinet onder deze actielijn is een gedifferentieerde benadering van markten waar kansen liggen voor ondernemers. Zo is er een onderscheid aangebracht in top-25 markten, OS-focusmarkten en overige markten. Voorafgaand aan de COVID-19-uitbraak in Europa is een aantal missies georganiseerd in de bekende fysieke vorm. Sinds de start van de pandemie is dit omgezet in digitale activiteiten.

COVID-19 leidde specifiek tot de volgende maatregelen en activiteiten:

  • Aanpassing en verruiming van onderdelen van de exportkredietverzekering;

  • Aanpassing en verruiming van een aantal financieringsregeling (DTIF en DHI);

  • Ontwikkeling van nieuwe digitale vormen van handelsbevordering gericht op duurzaam herstel op internationale markten;

  • Eerste digitale handelsmissies, onder andere naar Afrika;

  • Versoepeling van inreisbeperkingen voor reizen van groot economisch belang;

  • Uitstel Expo Dubai, handhaving van water-voedsel-energie programmering.

Financiering

In het afgelopen half jaar was financiering een speerpunt binnen de economische diplomatie, omdat er minder financieringsmogelijkheden voor het bedrijfsleven waren in de crisistijd. De Staat heeft dat voor een deel kunnen opvangen.

Om de handelsstromen gedurende de COVID-19-uitbraak zoveel mogelijk in stand te houden heb ik met de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst – eind maart een aantal maatregelen genomen op het gebied van de exportkredietverzekering (EKV). Daarnaast zijn aanpassingen doorgevoerd in het DTIF en DHI. Kaders op het gebied van IMVO en anti-corruptie blijven onverminderd gelden bij de crisismaatregelen.

Sinds het begin van de COVID-19 crisis zijn er beduidend meer aanvragen binnengekomen bij Atradius Dutch State Business dan in dezelfde periode in de afgelopen jaren. Dit is in lijn met de verwachting dat de Staat in crisistijd een deel van de transacties van de private banken en verzekeraars overneemt vanwege verhoogde risico’s. In de Kamerbrief «Maatregelen op gebied van EKV om handelsstromen op gang te houden» staat een uitgebreidere omschrijving van de getroffen maatregelen op het gebied van de EKV. Het kabinet heeft in het kader van de vergroening van het handelsinstrumentarium stappen gezet om het beleid ten aanzien van de EKV zo aan te passen dat er meer ruimte ontstaat voor transacties die bijdragen aan het Klimaatakkoord van Parijs.

Het is positief dat Nederlandse bedrijven ook op het terrein van duurzame(re) energievormen een sterke marktpositie ontwikkelen en dit vertaalt zich in een geleidelijke toename van het aantal EKV-transacties voor deze sector. Onder het verruimde EKV-beleid is bijvoorbeeld een polis afgegeven voor een offshore wind-op-zee-project in Taiwan. Daarnaast is het afgelopen jaar vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van een methode om de EKV-portefeuille beter te meten op duurzaamheid. Nederland loopt voorop in het ontwikkelen van meetmethodes voor het duurzaamheidsgehalte van de EKV-portefeuille. Deze methodes zullen komende jaar actief gedeeld worden met omringende landen om transparantie van de EKV-portefeuilles te vergroten. Hiermee kan Nederland de basis leggen voor internationale beleidsvorming over de toekomst van de EKV in relatie tot de klimaatdoelen van het Akkoord van Parijs. Over deze vergroening van de EKV is de Kamer geïnformeerd via de EKV-monitor 201924.

Invest International

De afgelopen maanden is hard gewerkt aan de oprichting van Invest International. Na afronding van de wetgevende procedures hiervoor zal deze instelling naar verwachting vanaf begin 2021 het Nederlandse bedrijfsleven gaan helpen om projecten buiten de eigen landsgrenzen te ontwikkelen en te financieren. Invest International zal additioneel aan de markt opereren. De doelstelling van de nieuwe instelling is een tweeledige: goed voor de Nederlandse economie, gunstig voor het bereiken van maatschappelijke doelen als de SDG’s en het klimaat. Een aantal ongebonden OS-regelingen waar Nederlandse bedrijven veel gebruik van maken, wordt opgenomen. Atradius Dutch State Business, de uitvoerder van de exportkredietverzekering, zal nauw aansluiten bij de nieuwe organisatie. Dit alles vanuit de één loket-gedachte van Invest International voor het internationaal opererende Nederlandse bedrijfsleven.

Handelsmissies

Over missies en effectmeting heb ik de Kamer geïnformeerd via mijn halfjaarlijkse Kamerbrief rapportage handelsmissies d.d. 16 juli 202025. Vermeldenswaardig in deze brief is dat de missies, als onderdeel van het beleid gericht op het bijdragen aan en verdienen met de SDGs, sterk gericht zijn op het MKB, vrouwelijk ondernemerschap en startups/scale-ups. De missies worden intensief voorbereid met bedrijfsleven en kennisinstellingen. De economische missie naar Indonesië in maart 2020, en marge van het staatsbezoek, was de laatste fysieke missie dit jaar voordat alle economische activiteiten stil kwamen te liggen door COVID-19. In overleg met het bedrijfsleven worden in de komende periode handelsmissies nadrukkelijker gericht op een beperkt aantal nabije en ontwikkelde markten.

Om het Nederlands bedrijfsleven te ondersteunen en duurzaam herstel uit de crisis mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van digitale vormen van handelsbevordering. Met behulp van webinars, online evenementen en digitale handelsmissies worden Nederlandse ondernemers geïnformeerd en in contact gebracht met internationale (zaken)partners. De eerste virtuele handelsmissies hebben al plaatsgevonden: een Smart Mobility-missie naar San Francisco (VS) in juni en een Offshore Wind-missie naar Frankrijk in juli 2020. Het geldende IMVO-kader blijft uiteraard een voorwaarde voor deelname aan deze digitale economische missies en handelsondersteuning.

Gelet op het economische belang dat het Nederlandse bedrijfsleven heeft bij het behouden van hun concurrentiepositie en verdienvermogen in deze veranderlijke tijden, heeft het kabinet op 11 september jl. besloten om de inreisbeperking naar Nederland van reizigers uit derde landen die niet op de veilige landenlijst van de EU staan en die met hun reis aantoonbaar een bijdrage leveren aan het belang van de Nederlandse economie en samenleving per 21 september 2020 te versoepelen. Het gaat hierbij zowel om het bevorderen van buitenlandse investeringen in Nederland als om exportbevordering. Uw Kamer is hierover geïnformeerd26.

Dubai Expo

De COVID-19-crisis heeft geleid tot uitstel van de Wereldtentoonstelling Expo 2020 Dubai met één jaar naar oktober 2021 tot en met maart 2022. Samen met het Nederlands bedrijfsleven, kennisinstellingen en andere belanghebbenden is een programma vormgegeven gericht op impact op de thema’s water, energie, voedsel, circulaire economie en cultuur. Het ambitieuze programma richt zich op het presenteren van innovatieve en duurzame oplossingen in relatie tot de Sustainable Development Goals. Ondanks uitstel is de belangstelling voor deelname aan dit mondiale evenement in Dubai vanuit het bedrijfsleven en kennisinstellingen onverminderd groot.

NL Branding

COVID-19 heeft aangetoond hoe belangrijk onze positioneringsstrategie is. De nieuwe strategie die eind 2019 is gelanceerd onder het motto «Solving global challenges together», zorgt voor een eenduidige internationale positionering van Nederland. We laten de wereld zien wat wij te bieden hebben: Nederland als partner in pionierende oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaatverandering en voedselzekerheid. De afgelopen maanden is er door de grote steden, de topsectoren en uitvoeringsorganisaties op het gebied van onderwijs, toerisme en sport gewerkt aan de uitvoering van deze strategie.

Taskforce Handelsbevordering NL-Afrika

Zoals uiteengezet in mijn brief27over de uitvoering van de moties van de leden Amhaouch c.s. en Kuik c.s.28 over een Taskforce Handelsbevordering NL-Afrika en een Afrika-coalitie heeft het kabinet een Taskforce opgericht waar de private inzet op het bevorderen van internationale handel en investeringen samenkomt met de publieke inzet op handelsbevordering en duurzame economische ontwikkeling in Afrika.

De Taskforce heeft het afgelopen jaar een nieuwe impuls gegeven aan het overleg waarin deelnemers van de taskforce uit het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en kennisinstellingen de kansen en (vaak grote) uitdagingen voor ondernemen in Afrika met elkaar bespreken. Er zijn nieuwe projectvoorstellen voor het Nederlands MKB ontwikkeld met betrekking tot de volgende sectoren en thema’s: gezondheidszorg, agrofood, afval- en circulaire oplossingen, duurzame energie en logistiek. Er vinden gesprekken plaats met het Nederlands bedrijfsleven over de verduurzaming van waardeketens en om de mogelijkheden voor lokale productie in Afrika uit te breiden.

Vanwege de COVID-19-crisis zijn activiteiten in digitale vormen omgezet. De eerste digitale missie naar Zuid-Afrika vindt in oktober plaats. Een digitale missie naar Marokko is gepland begin 2021.

Actielijn 4: Herinrichten van het publieke en private handels-, innovatie- en investeringsbevorderende netwerk

Onder deze actielijn is het kabinetsbeleid gericht op het versterken van onze concurrentiepositie door de samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid, Publiek Private Samenwerking (PPS) te intensiveren en de samenwerking en coördinatie te verbeteren. De actielijn vloeit voort uit het adviesrapport uit 2017 van de DTIB genaamd «Team Nederland: Samen sterker in de wereld»29 en heeft als doel de internationalisering van het MKB en het internationale verdienvermogen van Nederland door een publiek-private krachtenbundeling te optimaliseren. Het netwerk – bestaande uit NLinBusiness (NLIB), Trade and Innovate NL (TINL) en NL Works («de Werkplaats») – opereert binnen de context van het Internationaal Strategisch Overleg (ISO). In lijn met de toezegging30 aan de Kamer wordt gerapporteerd over de stand van zaken op basis van de resultaten van een extern uitgevoerd onderzoek.

COVID-19 leidde specifiek tot de volgende maatregelen en activiteiten:

  • Uitvoering van het actieprogramma COVID-19 van VNO-NCW en MKB Nederland als onderdeel van het Corona Impuls pakket;

  • Versnelling van de meerjarige marktbewerking door additionele ondersteuning voor zeven markt-thema projecten in de belangrijkste buitenlandse markten;

  • PPS-partners investeren in Corona- gerelateerde activiteiten en dienstverlening aanvullend aan het ondersteuningspakket van de overheid.

COVID-19 heeft uiteraard een flinke impact gehad op de activiteiten en resultaten van het ISO-netwerk. Beurzen en missies werden geannuleerd, reizen werd (vrijwel) onmogelijk. Plannen moesten worden herzien vanwege de gewijzigde behoeften van ondernemers. De publiek-private samenwerking is opgeschaald om dit zo goed mogelijk te coördineren en samen te brengen tot een integrale aanpak op handel, innovatie en investeringen. Ieder vanuit de eigen rol, maar gezamenlijk voor de BV Nederland. Op de websites van NLiB, TINL en NL Works is aanvullende informatie te vinden over de resultaten en inzet van het netwerk.31

Rapportage stand van zaken ISO, NLinBusiness, NLWorks, Trade and Innovate NL

Op basis van gesprekken en documentonderzoek heeft een extern adviesbureau de voortgang en resultaten van het PPS-ecosysteem over de eerste twee jaar onderzocht. Het rapport «Midterm-review voortgang en resultaten ecosysteem32» is recent openbaar gemaakt. In algemene zin wordt geconcludeerd dat de diverse ISO-onderdelen sinds de start van het netwerk twee jaar geleden succesvol zijn opgericht en steeds beter op hun taken zijn toegerust. De eigen rol en bijdrage aan het ecosysteem is scherper geworden en de eerste resultaten daarvan worden steeds breder zichtbaar. Wat aandacht behoeft is het versterken van de onderlinge samenwerking tussen de verschillende onderdelen, zodat het ecosysteem ook als één geheel in samenhang opereert.

Voor NLiB is de midterm-review het begin van een nieuwe fase waarin gestart wordt met het opbouwen van een verdienmodel. Dit past binnen de opgave van NLiB om vanaf 2023 zelfstandig inkomsten te verwerven. Ter onderbouwing van de haalbaarheid zal NLiB de bouwstenen van het verdienmodel toetsen. Hiervoor wordt parallel aan de gesubsidieerde activiteiten (en strikt gescheiden daarvan) gestart met economische activiteiten.

Trade Relations Programma

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen en grote steden verenigd in Trade and Innovate NL voeren het amendement33van Amhaouch en Weverling uit. Het georganiseerd afleggen van bedrijfsbezoeken loopt op schema. Ondernemers blijken juist in deze tijd open te staan voor gesprek en advies. De opgehaalde informatie geeft inzicht in kansen, belemmeringen en gewenste ondersteuning via de ROM’s ten behoeve van sturing op handels- en innovatie bevordering zoals met het amendement werd beoogd.

Meerjarige internationaliseringsstrategieën

Als onderdeel van de systeemverandering in de publiek-private samenwerking zijn in het afgelopen jaar flinke stappen gezet in het ontwikkelen van meerjarige internationaliseringsstrategieën. Het economisch postennetwerk van het ministerie en RVO ontwikkelen op basis van deze strategieën hun initiatieven gericht op de Top 25-markten en voeren deze samen met private partijen uit.

Het ISO heeft besloten hieraan een extra impuls te geven. Op de voor Nederland belangrijkste buitenlandse markten zijn vijftien markt-thema-combinaties vastgesteld om meerjarige programma’s te ontwikkelen met de PPS partners (zie overzicht hieronder voor thema’s, landen en fase van voorbereiding). Dit wordt ondersteund met inzet van de bestaande reguliere instrumenten. De precieze invulling is maatwerk.

Als onderdeel van het Corona Impuls herstelpakket wordt voor aantal markt-thema-combinaties met aanvullende ondersteuning een nieuwe bredere en intensievere PPS-aanpak gekozen, genaamd Strategische Meerjarige Marktbewerking (SMM). Dit jaar zijn er twee pilots met deze nieuwe aanpak gestart en inzet is dit op te schalen met vijf projectplannen in 2020–2021.

In het kader van deze meerjarige samenwerking wordt ook het amendement Weverling34 uitgevoerd dat tot doel heeft bilaterale innovatiesamenwerking (BIS) te ondersteunen. Daarmee worden bedrijfsleven en kennisinstellingen ondersteund bij het opzetten van langdurige, bilaterale samenwerking met buitenlandse partners op verschillende markt/sector combinaties voor een periode van vier jaar. BIS geeft de mogelijkheid om te investeren in concrete demonstratieprojecten die de doorontwikkeling van innovaties naar de markt mogelijk maakt. Het gaat hier om complexe projecten die een lange aanlooptijd hebben. In 2020 start de eerste pilot met BIS en de inzet is om volgend jaar de tweede pilot te starten.

Internationaal Strategisch Overleg (ISO NL)

Het ISO NL en de daarin vertegenwoordigde portefeuillehouders adviseren op domeinen die bepalend zijn voor het internationale verdienvermogen van Nederland. Het ISO NL brengt kennis en expertise op de verschillende domeinen bijeen waarbij nadrukkelijk ook dwarsverbanden tussen portefeuilles worden gelegd. Eind 2019 is een nieuwe portefeuille voor start- en scale-ups aan ISO NL toegevoegd waarmee aandacht voor deze specifieke groep vorm heeft gekregen.

Voortgang ISO portefeuilles

Kennis en talent

Vanuit Kennis en Talent is een succesvolle triple helix aanpak ontwikkeld dat Nederland neerzet als mondiale speler met uitmuntende vestigingscondities en onmisbare kennis. Deze aanpak wordt in 2021 verder doorgezet zowel bij fysieke missies als bij de digitale varianten. Daarnaast worden kerngegevens en indicatoren over het kennis- en innovatieklimaat van Nederland in een monitor vastgelegd. Om aantrekkelijk te zijn voor talent, als vestigingslocatie of als handelspartner, is een kennispositie bij de internationale top het uitgangspunt.

Vestigingsklimaat

Dit jaar is een nieuwe Invest in Holland strategie opgesteld, waarin de focus ligt op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan versterking van innovatie-ecosystemen en de verduurzaming en digitalisering van onze economie. Deze focus in acquisitie kan alleen succesvol zijn met een bijbehorend vestigingsklimaat dat deze specifieke acquisitiedoelen ondersteunt. Daarom wordt onderzocht welke specifieke elementen in ons vestigingsklimaat nodig zijn om meer buitenlandse bedrijven aan te trekken, die bijdragen aan bovengenoemde prioriteiten in het acquisitiebeleid.

Financiering

In de zomer van 2020 is een analyse van de belangrijkste knelpunten aan publieke en private zijde afgerond. Momenteel wordt door overheid (waaronder ook Invest International), bedrijfsleven en Nederlandse banken, gewerkt aan een Actieplan dat als doel heeft de toegang tot financiering voor internationaal actief Nederlands MKB te verbeteren (wordt begin 2021 gepresenteerd). Met de oprichting van Invest International begin 2021 en de daaraan verbonden extra kapitaalinjectie van EUR 833 miljoen in de komende jaren wordt aan publieke zijde een belangrijke stap gezet in het verbeteren en toegankelijker maken van het aanbod van (publieke) financiering voor de internationale activiteiten van het Nederlands bedrijfsleven.

Positionering en branding

Eind vorig jaar is het nieuwe beeldmerk voor NL Branding wereldkundig gemaakt. Overheden, de topsectoren, universiteiten, provincies en gemeenten zijn in de gelegenheid gesteld de positionering, het merk en het materiaal te gebruiken, zodat het samen een eenduidig, helder en krachtig verhaal vertelt in het buitenland. Het is nu zaak dit verhaal verdergaand online, digitaal en virtueel te laten zien en ons voor te bereiden op de agenda na de corona-periode. Een eenduidige positionering is nu belangrijker dan ooit.

MKB Internationaal

In 2020 is verder gewerkt aan de Ondernemerschapsagenda en een gerichter missieaanbod. Echter door COVID-19 is er veel veranderd. Markten gingen op slot en MKB-ondernemers zoeken het dichterbij. Op de korte termijn wordt er ingezet op een aangepast «herstart» aanbod voor ondernemers, waarin digitale missies en beurzen leidend zijn. Extra aandacht zal er zijn voor nabije markten, waar ondernemers nu makkelijker zakendoen. Ook ondernemers die nog niet internationaal actief zijn, krijgen hierbij aandacht.

Topsectoren Internationaal

Inzet is gericht op het ondersteunen van publiek privaat afgestemde internationaliseringsstrategieën waarin de inzet op handel, innovatie en investeringen naadloos op elkaar aansluiten en elkaar versterken. Diverse Topsectoren werken al zo, andere treffen voorbereidingen of staan op het punt een strategie te lanceren. Ook een aantal economische clusters timmert aan de weg en werkt aan plannen om Nederland strategisch te positioneren.

Internationalisering Regio

Binnen de portefeuille Internationalisering Regio is gewerkt aan consistente en proactieve marktbewerking waarbij Rijk en regio de krachten bundelen. Geïnvesteerd wordt in het opbouwen van business intelligence – onder andere via specifieke CBS-data per regio – om via een versterkte informatiepositie over de regionale economische thema’s en focusgebieden te komen tot gerichtere publiek private internationalisering strategieën. Hierdoor komt de regionale diversiteit beter uit de verf en is spreiding van inkomende missies mogelijk waardoor missies «beter landen». Het China Contactpunt dat vanuit deze visie door RVO in samenwerking met regionale partners is ingericht geeft daaraan concreet vorm en inhoud en voorziet in een grote behoefte aan praktische informatie.

Start en scale-ups

De portefeuillehouder startups en scale-ups is begin 2020 toegetreden tot het ISO. De activiteiten voor deze portefeuille zullen zich richten op internationale opschaling van startups en scale-ups en het aan aantrekken van (internationaal) talent en kapitaal en bedrijven. Waar de behoeften van deze doelgroep afwijken van het MKB wordt samen met de ISO-partners actief gezocht naar passende aansluiting bij andere ISO-initiatieven. In 2020 is gewerkt aan digitale concepten ter vervanging van fysieke missies en evenementen en zijn ervaringen gedeeld. Om de beschikbaarheid van kapitaal te vergroten, voeren Techleap.nl en de NFIA een pilot uit om buitenlandse investeerders aan te trekken voor het Nederlandse tech-ecosysteem. Netherlands Point of Entry, de NL Talent Coalition (met verschillende regio’s, expat centra, Nuffic en VSNU) en Techleap.nl werken samen bij het aantrekken van het door scale-ups gevraagde talent.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 30 821, nr. 72 (d.d. 5 oktober 2018)

X Noot
2

Kamerstuk 35 115, nr. 4 (d.d. 17 juni 2019)

X Noot
3

Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 19 (d.d. 26 november 2019)

X Noot
4

Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 25 (d.d. 26 november 2019)

X Noot
5

Toegezegd tijdens Notaoverleg Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 juni 2018, Kamerstuk 34 952, nr. 28

X Noot
7

Kamerstuk 21 501–02, nr. 2160

X Noot
9

Kamerstuk 22 112, nr. 2902 (d.d. 21 augustus 2020)

X Noot
10

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1541 (d.d. 14 mei 2020)

X Noot
11

Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 34 (d.d. 30 november 2018)

X Noot
12

Kamerstuk 26 485, nr. 302 (d.d. 4 januari 2019)

X Noot
13

Kamerstuk 26 485, nr. 307 (d.d. 27 mei 2019)

X Noot
14

Kamerstuk 26 485, nr. 326 (d.d. 3 april 2020)

X Noot
15

Onder andere met de website www.startmetoesorichtlijnen.nl

X Noot
18

Kamerstuk 26 485, nr. 333 (d.d. 10 juli 2020)

X Noot
19

Kamerstuk 35 115, nr. 4 (d.d. 17 juni 2019)

X Noot
23

Het kabinet heeft in 2019 zes prioritaire grootstedelijke gebieden als startup-hub aangewezen in Berlijn, Londen, Parijs, San Francisco/Los Angeles, New York/Boston en Singapore.

X Noot
24

Kamerstuk 26 485, nr. 335 (d.d. 2 oktober 2020).

X Noot
25

Kamerstuk 34 952, nr. 114 (d.d. 16 juli 2020)

X Noot
26

Kamerstuk 24 804, nr. 144 (d.d. 11 september 2020)

X Noot
27

Kamerstuk 34 952, nr. 113 (d.d. 3 juli 2020)

X Noot
28

Kamerstuk 34 952, nr. 69 (d.d. 4 juli 2019) en Kamerstuk 33 625, nr. 309 (d.d. 15 juni 2020)

X Noot
30

Toegezegd tijdens Notaoverleg Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 28 juni 2018, Kamerstuk 34 952, nr. 28

X Noot
33

Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 19 (d.d. 26 november 2019)

X Noot
34

Kamerstuk 35 300 XVII, nr. 19 (d.d. 26 november 2019)

Naar boven