34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland

Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2020

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg over handelsbevordering op 29 januari 2020 (Kamerstuk 34 952, nr. 107) en het notaoverleg over NL en de wereldwijde aanpak van COVID-19 op 15 juni jl. (Kamertukken 33 625 en 25 295, nr. 315), informeer ik u graag over de uitvoering van de op 19 juli 2019 aangenomen motie van het lid Amhaouch c.s. (Kamerstuk 34 952, nr. 69) die het kabinet verzoekt «het voortouw te nemen in het oprichten van een Taskforce voor Handelsbevordering en Economische ontwikkeling tussen Nederland en Afrika met bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, wetenschap en overheid».

Ook informeer ik u in deze brief hoe de inzet van deze taskforce bijdraagt aan de op 30 juni jl. aangenomen motie van het lid Kuik c.s. (Kamerstuk 33 625, nr. 309) die het kabinet verzoekt «om gehoor te geven aan deze oproep van meer dan dertig bedrijven om tot een publiek-private initiatief Afrika-coalitie te komen en de Kamer hiervoor voorstellen te doen voor Prinsjesdag 2020».

Doelen Taskforce Handelsbevordering Nederland-Afrika

Uit gesprekken met het bedrijfsleven is naar voren gekomen dat behoefte bestaat aan een taskforce die door een scherpe focus komt tot tastbaar resultaat en dat duplicatie met bestaande overlegstructuren tussen de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld wordt voorkomen. Op die basis is eind 2019 een «Taskforce Handelsbevordering Nederland-Afrika» verwezenlijkt door de bestaande «publiek-private Afrika-werkgroep» – die was opgericht door de toenmalige Dutch Trade and Investment Board en vertegenwoordigers telde van relevante overheidsorganisaties, kennisinstellingen en het bedrijfsleven – uit te breiden met ondernemers uit ondervertegenwoordigde sectoren en met enkele uitvoerders van het Buitenlandse Handels- en Ontwikkelingssamenwerkings- (BHOS)beleid die bedrijven kunnen ondersteunen bij hun ambities in Afrika vanuit hun huidige opdracht en financiering1.

Eind 2019 voorzag de door private partners, onder aanvoering van VNO-NCW MKB Nederland, geschreven Afrikastrategie de missie van de taskforce van extra momentum.

De taskforce streeft drie doelen na:

  • Een vruchtbaar publiek-privaat overleg over kansen en uitdagingen voor ondernemen in Afrika, waarbij de aandacht uit gaat naar de aanpak van handels- en investeringsbelemmeringen die binnen de invloedssfeer van de diverse leden van de taskforce liggen;

  • Het aanjagen van kansentrajecten om concrete verdienkansen voor Nederland en Afrika te verzilveren, gefundeerd op solide investeringscases. Op dit aspect zal hieronder in een aparte paragraaf nader worden ingegaan;

  • Het aanjagen van op een business case en beloftevolle impact (werkgelegenheid) gefundeerde publiek-private partnerschappen die kunnen uitgroeien tot flagship projects voor de economische relaties tussen Nederland en het Afrikaanse continent.

Deze doelen zijn op twee grote bijeenkomsten met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, de Tweede Kamer en het Afrikaanse corps diplomatique uitgedragen en ondersteund.

Veranderde context

De COVID-19-crisis heeft vervolgens een zware wissel getrokken op de wereldeconomie. Mondiale in- en uitvoerstromen zijn de afgelopen periode sterk verstoord en afgenomen. Ook veel Afrikaanse landen zijn hierdoor zwaar getroffen, evenals door bijv. kapitaalvlucht, stijgende kosten van internationaal kapitaal, dalende grondstoffenprijzen en internationale reisbeperkingen. Dit heeft geleid tot nationale tekorten aan essentiële goederen, een aanzienlijke terugval in de exportinkomsten van grondstofproducenten, stilgevallen productie van exportproducten, inkomensverlies en stijgende werkeloosheid.

Zoals bekend hebben Nederlandse en Afrikaanse ondernemingen ernstige hinder ondervonden als gevolg van (maatregelen tegen) deze pandemie. In ontwikkelingslanden is de impact op het bedrijfsleven van deze crisis potentieel zelfs nog groter dan in Nederland, vanwege de veelal kleinere kasvoorraden van het bedrijfsleven en ontoereikende middelen voor overheidssteun. Ik ben het dan ook eens met de positie van VNO-NCW en MKB-Nederland in hun Internationale Actieagenda COVID-19 dat ontwikkelingslanden economische noodmaatregelen nodig hebben om mensen door de crisis te helpen en een beleid dat de meest kwetsbaren extra beschermt, zowel binnen de landsgrenzen als internationaal, goed is voor Nederland. Via publiek-private initiatieven zoals de Taskforce Afrika geven we daar invulling aan.

Nu het economische verkeer geleidelijk weer op gang komt, zullen sommige Nederlandse ondernemingen stilgevallen handel met of (plannen voor) investeringen in Afrika weer voortzetten. Andere ondernemingen zullen vanwege de economische crisissituatie hun aandacht echter vooralsnog vestigen op het overeind houden van hun bedrijf en hun activiteiten in Nederland of nabije markten. De taskforce zal zich in deze veranderde omstandigheden blijven inzetten om op een verantwoorde manier handel en investeringen te bevorderen en tegelijkertijd rekening houden met de veranderde, uitdagende context.

Aanjagen kansentrajecten

In veel Afrikaanse markten is het Nederlands bedrijfsleven al actief. Dit geldt in het bijzonder voor onze land- en tuinbouw-, water – en offshore sector. Zoals hierboven geschetst richt de taskforce zich op het aanjagen van kansentrajecten. Deze kansentrajecten zijn gericht op die Afrikaanse markten waar publieke èn private partners gezamenlijk een sterk en actueel export- en investeringspotentieel zien. Hierbij vormen de zes in mijn Handelsagenda en vijftien2 in de genoemde Afrikastrategie geïdentificeerde prioritaire markten in Afrika een belangrijk referentiekader.

Sinds eind 2019 zijn mede dankzij de taskforce nieuwe kansentrajecten in Afrika opgestart met betrekking tot de volgende sectoren en thema’s: gezondheidszorg, agrofood, afval- en circulaire oplossingen, duurzame energie en logistiek. In het licht van de COVID-19 pandemie en de dreigende voedselcrisis op het Afrikaanse continent zal de taskforce in ieder geval extra aandacht geven aan het positioneren van Nederlandse oplossingen voor de gezondheidszorg en de land- en tuinbouw. De behoefte aan partnerschappen met Nederlandse kennis en kunde op die terreinen is door de COVID-19-crisis immers alleen maar toegenomen.

Kansentrajecten verlopen op dit moment zo veel mogelijk in digitale vorm. Aan de basis van een kansentraject ligt een marktstudie die de kansen voor het Nederlands bedrijfsleven in de desbetreffende markt in kaart brengt. Een marktstudie wordt vervolgens gepresenteerd aan ondernemers in een kansenseminar en bij voldoende interesse opgevolgd door diverse activiteiten zoals een gezamenlijk bezoek aan een handelsbeurs of de opzet van een handelsmissie naar potentiele klanten in de desbetreffende markt of vice versa. Leden van de taskforce spelen rondom kansentrajecten afhankelijk van de behoefte een wervende, faciliterende of coachende rol, waarbij scherp gelet wordt op het maximaliseren van de synergie tussen de inzet van betrokken publieke en private spelers.

In de uitwerking van die opvolgingsactiviteiten worden bedrijven in kansrijke Afrikaanse markten uiteraard ondersteund door het ambassadenetwerk en kunnen zij gebruik maken van de relevante financierings- en BHOS-instrumenten van de rijksoverheid, zoals bijv.: de zakenpartnerscan; Starters in Business (SIB) vouchers; demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsvoorbereidingsprojecten (DHI); leningen van het Dutch Good Growth Fund (DGGF); steun van de Sustainable Development Goals (SDG) -Partnerschapsfaciliteit; de facilitatie van zogeheten impact clusters of Partners in Business (PIB) clusters; bij Atradius Dutch State Business, de FMO en Invest International.

In juli 2019 ben ik met een handelsdelegatie van bedrijven, kennisinstellingen en startups afgereisd naar Nigeria. De missie richtte zich op de land- en tuinbouwsector en duurzame verstedelijking, met oplossingen voor de energietransitie en de circulaire economie. Deze missie was het startschot van een tweetal nieuwe kansentrajecten op circulaire oplossingen en pluimvee. Vervolgens leidde de directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen in november 2019 een handelsmissie naar Zuid-Afrika met een delegatie van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen gericht op de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de duurzame ontwikkeling van Zuid-Afrikaanse steden.

Sinds maart 2020 zijn als gevolg van de COVID-19-crisis diverse evenementen, missies en beurzen van publieke en private partners uitgesteld, afgelast of waar mogelijk omgezet in digitale varianten. Intussen worden door de RVO ook succesverhalen van Nederlandse ondernemers op het Afrikaanse continent gedeeld met geïnteresseerde partijen en zet de taskforce het overleg voort gericht op business cases, impact en het werken aan flagship projecten.

Inzet voor duurzame economische ontwikkeling

In de Taskforce Handelsbevordering Nederland – Afrika komt de publieke en private inzet voor het bevorderen van internationale handel en investeringen samen met de inzet op duurzame economische ontwikkeling in Afrika. Voor succesvolle activiteiten van ons bedrijfsleven in Afrika is bijvoorbeeld ook een sterk ontwikkelde MKB-sector in Afrika van belang evenals een gezonde, goed opgeleide beroepsbevolking en een goed ondernemingsklimaat. De inzet van ontwikkelingssamenwerking voor het behalen van de SDG’s in Afrika draagt derhalve bij aan de missie van deze taskforce. Het voor de taskforce meest relevante onderdeel van die inzet zijn de activiteiten voor de ontwikkeling van de private sector in Afrika. Deze is sterk gericht op de ontwikkeling van het lokale MKB, vooral ook met het oogmerk om banen voor jongeren, vrouwen en ontheemden te creëren.

Dat de inzet van de taskforce om kansen voor ons bedrijfsleven in Afrika te identificeren en te helpen ontwikkelen goed samengaat met genoemde inzet op duurzame economische ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor het lokale MBK, blijkt ook uit zowel het Green Recovery Statement van meer dan 250 bedrijven, dat ik op 19 juni jl. ontving, en de recente oproep aan het kabinet van onder andere de Dutch Sustainable Growth Coalition, Rabobank, IDH Trade, VNO-NCW MKB Nederland en een 30-tal andere Nederlandse bedrijven (in het Financieel Dagblad van 3 juni jl.). In dit opiniestuk staat het gezamenlijke belang voorop. Met inzet van het Nederlandse bedrijfsleven zijn de afgelopen jaren waardeketens ontwikkeld, waardoor duizenden mensen in Afrika een (beter) inkomen verkregen, de export van Afrikaanse producten naar Europa is toegenomen en geïnvesteerd is in de verduurzaming van productieketens. Zoals bekend staan diezelfde waardeketens nu onder druk als gevolg van de COVID-19-crisis en loopt de export van Afrikaanse producten naar Europa terug.

Het is een gemeenschappelijk belang dat deze waardeketens zo veel mogelijk worden behouden en ontwikkeld, ook met behulp van publiek-private samenwerking. De Taskforce Afrika kan en wil hiervoor het platform bieden. Met handel en investeringen kunnen waardeketens in Afrika worden ondersteund en kan lokale productie en inkoop worden bevorderd. Nederland loopt hierbij voorop met een sterke landbouwsector en nadruk op maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Juist daarom maken bijvoorbeeld ook IDH en MVO NL deel uit van de Taskforce Afrika.

Met eerdergenoemde instrumenten en de steun van de publiek-private werkplaats NL International Works kan ons bedrijfsleven goed worden ondersteund bij het aangaan van partnerschappen en investeren in het MKB en waardeketens in Afrika. Door slim gebruik te maken van de instrumenten van publieke en private partners wordt gezocht naar hoe publiek-private partnerschappen op Afrika kunnen worden ondersteund, waarbij de marktkracht en het investeringsvermogen van het Nederlandse bedrijfsleven optimaal kan worden ingezet ten behoeve van werk en inkomensverbetering in Afrika. Voor deze gezamenlijke doelstelling is samenwerking tussen de overheid en bedrijfsleven onontbeerlijk.

Met een aantal van de bedrijven die bovengenoemde oproep aan het kabinet hebben ondertekend, zijn afgelopen periode beloftevolle gesprekken gevoerd om juist de verduurzaming van waardeketens en mogelijkheden voor lokale productie in Afrika uit te breiden. Dat zal, gezien de aard van dit soort projecten en de huidige economische uitdagingen in Europa en Afrika, pas op de middellange termijn leiden tot de beoogde impact.

Het kabinet heeft de verwachting dat de inzet van deze taskforce, de bredere BHOS-inzet en ons ambassadenetwerk substantieel zullen bijdragen aan de verwezenlijking van de twee aan het begin van deze brief genoemde moties.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Zodoende telt de taskforce vertegenwoordigers van: de Rabobank, de FMO, VNO-NCW MKB Nederland, W.U.R., Rijkzwaan, Kuiper & Zonen, T.U. Delft, Delft Imaging, Philips, Netherlands Water Partnership, Megagroup, Damen Group, BAM International, Remco Ruimtebouw, Fugro, HMC Heerema, Initiatief Duurzame Handel (IDH Trade), MVO Nederland, de ministeries van BZ en LNV en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De Rabobank levert de voorzitter, BZ de vicevoorzitter en RVO de secretaris van de taskforce. Indien opportuun kan de samenstelling van de taskforce uiteraard worden aangepast.

X Noot
2

De in de private Afrikastrategie gedefinieerde vijftien prioritaire markten zijn: Zuid-Afrika, Nigeria en Egypte (als top drie); Ivoorkust, Kenia, Algerije, Ethiopië en Marokko (als volgende 5 meest kansrijke economieën); Ghana, Tunesië, Tanzania, Mozambique, Senegal, Rwanda en Oeganda (als markten met veel potentieel).

Naar boven