21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2160 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 april 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken Handel inzake COVID-19 van 16 april 2020.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

VERSLAG VAN DE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 16 APRIL 2020

Introductie

Op 16 april 2020 vond onder Kroatisch Voorzitterschap een extra ingelaste, informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken Handel plaats. De videoconferentie stond volledig in het teken van de coronacrisis, waarbij de inbreng zich concentreerde rond twee onderwerpen: EU-handelsmaatregelen op de korte termijn in reactie op de COVID-19 crisis en lessen van COVID-19 voor de handelsbetrekkingen en de wijze waarop de houdbaarheid van wereldwijd geïntegreerde waardeketens kan worden versterkt.

De gevolgen van COVID-19 voor de handelsbetrekkingen

De Raad sprak over de sociaaleconomische impact van COVID-19 en handelsmaatregelen die de EU in reactie hierop heeft genomen. Duidelijk is dat de coronacrisis zowel op de korte als lange termijn grote gevolgen heeft voor de Europese economie en Europese en mondiale handelsstromen. Er bestond onder lidstaten brede overeenstemming dat handelsbeperkende maatregelen proportioneel moeten zijn en tot een noodzakelijk minimum beperkt moeten blijven, dat mondiale waardeketens niet verstoord moeten worden en dat de principes van de interne markt dienen te worden nageleefd. Een duurzaam, op regels gebaseerd handelssysteem is een belangrijke component om wereldwijd de coronacrisis te adresseren.

Commissaris Hogan lichtte een voorstel van de Commissie toe om de vergunningplicht voor uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen per 26 april 2020 te verlengen met een periode van 30 dagen en de reikwijdte ervan te verfijnen. Ook worden landen van de Westelijke Balkan uitgezonderd van de vergunningplicht. De nieuwe uitvoeringsverordening, waarmee de vergunningplicht wordt verlengd, is inmiddels aangenomen en in werking getreden.1 Daarnaast verwees Commissaris Hogan naar de mededeling van de Commissie met richtlijnen over investeringsscreening.2 De mededeling onderstreept het economisch belang van directe buitenlandse investeringen (FDI), maar geeft aan dat de lage aandelenkoersen als gevolg van COVID-19 leiden tot een verhoogd risico op pogingen om via directe buitenlandse investeringen gezondheidszorgcapaciteiten of onevenredige invloed in andere strategische industrieën te verwerven. De Commissie riep lidstaten op om nationale investeringstoetsen spoedig te implementeren waar deze nog niet bestaan. De Commissie is graag bereid een informeel samenwerkingsmechanisme te starten, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de EU Verordening inzake investeringstoetsing in oktober 2020, waarin een formeel samenwerkingsmechanisme is voorzien.

Verschillende lidstaten gaven aan het voorstel voor verlenging van de uitvoervergunning voor persoonlijke beschermingsmiddelen in beginsel te steunen. Enkele lidstaten uitten echter twijfels over de beperking van de productreikwijdte gezien de blijvende tekorten aan diverse persoonlijke beschermingsmiddelen in de EU. Er was daarnaast brede steun voor de richtlijnen voor investeringsscreening en het voorstel om gezamenlijk deze kwetsbaarheden te adresseren.

Nederland sprak steun uit voor de uitgangspunten van de vergunningplicht voor uitvoer van persoonlijke beschermingsmiddelen. De maatregel moet tijdsgebonden zijn en specifiek gelden voor de persoonlijke beschermingsmiddelen waarvoor binnen de EU de grootste schaarste geldt. Nederland heeft in aanloop naar de aanname van de verlenging van de vergunningsplicht intensief contact gehad met de Commissie over de aanhoudende schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen in de EU. Nederland heeft hierbij het belang onderstreept dat de handel binnen de EU in medische producten niet wordt belemmerd. Ook heeft Nederland de Commissie opgeroepen om de beschikbaarheid en bevoorrading van persoonlijke beschermingsmiddelen op de Europese markt nauwgezet te blijven monitoren.

Verder uitte Nederland zorgen over praktische belemmeringen die marktdeelnemers ervaren bij het aanvragen van vergunningen, wat leidt tot aanvullende administratieve lasten. Nederland zou graag zien dat het mogelijk wordt om een generieke vergunning te verlenen voor organisaties die zendingen uitvoeren voor niet-commercieel eindgebruik. Wat betreft de richtlijnen voor investeringsscreening riep Nederland op tot het vinden van een balans tussen waakzaamheid en openheid. Directe buitenlandse investeringen dragen immers ook bij aan innovatie (juist in de gezondheidssector), werkgelegenheid en economische groei.

Versterken houdbaarheid van wereldwijd geïntegreerde waardeketens

De Raad sprak ook over de vraag hoe op lange termijn de strategische weerbaarheid van mondiale waardeketens te versterken. Commissaris Hogan stelde hierbij dat de EU moet streven naar strategische soevereiniteit. Dit betekent niet dat de EU zelfvoorzienend moet worden. Dat is niet alleen onwenselijk vanwege de economische inefficiëntie waartoe dit zou leiden, maar bovendien onhaalbaar, onder andere vanwege de geografische spreiding van grondstoffen. De EU moet er daarom naar streven mondiale waardeketens weerbaarder te maken. Daarnaast gaf de Commissie aan bereid te zijn om in mondiaal verband te pleiten voor collectieve tariefverlaging op medische goederen.

Er was onder lidstaten brede overeenstemming dat verdere reflectie op het vergroten van de weerbaarheid van mondiale waardeketens, onder meer door diversificatie hiervan, noodzakelijk is.

Nederland gaf aan dat het noodzakelijk is om mondiale waardeketens weerbaarder te maken en riep op om over te gaan van crisismanagement naar risicobeheersing in reactie op de coronacrisis. Protectionisme is niet het antwoord. Wel moet de EU zijn kennis van kwetsbaarheden in waardeketens vergroten. EU-handelsbeleid moet bijdragen aan het mitigeren van deze kwetsbaarheden in mondiale waardeketens en het versterken van duurzame ontwikkeling. Nederland stelde voor om de mogelijkheden voor een Essential Health Goods Agreement te verkennen, waarmee de handel in schaarse en essentiële goederen in crisistijd beter gereguleerd zou kunnen worden. Nederland ziet graag dat dit idee binnen de EU nader wordt uitgewerkt. Verschillende lidstaten spraken in hun interventie steun uit voor dit voorstel.

Mede in reactie op de inbreng van de lidstaten gaf de Commissie aan bereid te zijn een plurilateraal proces te starten dat erop gericht is zeker te stellen dat mondiale waardeketens in medische goederen functioneel blijven en handelsbeperkingen worden voorkomen.

Herzieningsonderzoek Europese vrijwaringsmaatregelen op staal

Tijdens de bijeenkomst riepen enkele lidstaten op tot aanscherping van de EU-vrijwaringsmaatregelen op staal. Momenteel is de Commissie bezig met het tweede herzieningsonderzoek van deze vrijwaringsmaatregelen.

Nederland gaf aan begrip te hebben voor de oproep, maar riep hierbij op tot de noodzaak van het vinden van een goede balans; Er is immers ook een grote gebruikersindustrie in de EU die negatieve gevolgen ondervindt van deze maatregelen. Onnodige verstoringen in waardeketens dienen ook hier vermeden te worden.

Commissaris Hogan gaf hierop aan dat de Commissie niet vooruit wil lopen op de uitkomsten van de lopende herziening.

Naar boven