33 798 Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium

32 271 Nieuwe regels met betrekking tot de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingswet 2014)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2014

Op dinsdag 11 maart vinden de stemmingen plaats over de ingediende amendementen op het wetsvoorstel wijziging Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (33 798) en Huisvestingswet 2014 (32 271).

Gezien het feit dat uw Kamer nog enkele nieuwe amendementen heeft ingediend stuur ik u hierbij mijn reactie. Voor de volledigheid zijn hierbij ook mijn eerdere reacties toegevoegd.

Wijziging Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (33 798)

Het amendement van het lid Jansen, Kamerstuk 33 798, nr. 8 dat het mogelijk maakt om in ernstige gevallen direct een bestuurlijke boete op te kunnen leggen.

Ik ontraad u dit amendement, omdat ik het een te zware maatregel acht om direct een boete op te kunnen leggen zonder waarschuwing vooraf. De Woningwet is er op gericht om de mogelijkheid op herstel te bieden.

Het amendement van het lid Bisschop, Kamerstuk 33 798, nr. 9 vraagt de regering om het wetsvoorstel versterking handhavingsinstrumentarium Woningwet aan te passen. In artikel 13 b, eerste lid van de Opiumwet worden de volgende woorden ingevoegd: geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd.

Na overleg met de Minister van Veiligheid en Justitie laat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer, zoals ik u ook bij brief van 6 maart 2014 heb gemeld (Kamerstuk 33 798, nr. 11).

Het amendement van het lid Monasch, Kamerstuk 33 798, nr. 10 over het realiseren van een strenge handhaving op huisjesmelkerij.

Ik zie dit amendement als een ondersteuning van mijn beleid.

Huisvestingswet 2014 (32 271)

Het amendement van het voormalige lid Ortega-Martijn, Kamerstuk 32 271, nr. 10, strekt ertoe dat ook ontvangers van mantelzorg voorrang kunnen krijgen bij woningtoewijzing.

Ik zie dit amendement als een ondersteuning van mijn beleid.

Het amendement van het lid Schouten, Kamerstuk 32 271, nr. 14, strekt ertoe leefbaarheid ook als grondslag voor woonruimteverdeling in de Huisvestingswet op te nemen.

Ik ontraad u dit amendement. In het wetgevingsoverleg van 3 maart 2014 is uitvoerig aan de orde geweest dat de Huisvestingswet woonruimteverdeling en woningvoorraadbeheer mogelijk maakt in geval van schaarste. Indien er leefbaarheidsproblemen zijn, dient het instrumentarium van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek te worden gebruikt. Ik zal dat instrumentarium nog uitbreiden. Met behulp van deze wet kan nu reeds voorrang verleend worden aan woningzoekenden op grond van sociaal-economische kenmerken.

Het amendement van de leden Van der Linde en Monasch, Kamerstuk 32 271, nr. 15, strekt ertoe alleen op de Waddeneilanden het mogelijk te maken koopwoningen onder de woonruimteverdeling te brengen.

Ik laat het oordeel erover aan de Tweede Kamer.

Het amendement van het lid Fritsma, Kamerstuk 32 271, nr. 16, strekt ertoe vergunninghouders uit het artikel te halen dat de groepen aanwijst die bij een urgentieregeling daar zeker onder vallen.

Ik ontraad u dit amendement, zoals ook aangegeven in het wetgevingsoverleg van 3 maart 2014. Het is van groot belang dat vergunninghouders zo spoedig mogelijk kunnen integreren.

Het amendement van het lid Bisschop, Kamerstuk 32 271, nr. 17, strekt ertoe het artikel waarin gemeenten verboden wordt minimuminkomenseisen te stellen te laten vervallen.

Ik ontraad u dit amendement, zoals ook aan de orde is geweest in het wetgevingsoverleg. Bij woningtoewijzing kan wel degelijk nog een huur-inkomentabel gehanteerd worden. Het betreffende artikel 9, tweede lid, regelt dat wie minimuminkomenseisen wil stellen, gebruik moet maken van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek.

Het amendement van het lid Jansen, Kamerstuk 32 271, nr. 22, regelt dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot de door een verhuurder te verstrekken informatie over een door hem aangeboden woonruimte, waarvan de huurprijs niet boven de liberalisatiegrens uitkomt.

Ik ontraad u dit amendement. Ik vind het instrument wetgeving te zwaar voor dit onderwerp en het past niet in het beleid gericht op het terugbrengen van onnodige regelgeving. Wel herhaal ik mijn toezegging, gedaan in het wetgevingsoverleg van 3 maart 2014, om met Aedes over dit onderwerp van gedachten te wisselen.

Het amendement van het lid Jansen, Kamerstuk 32 271, nr. 23, strekt ertoe dat de opgebouwde inschrijfduur als woningzoekende van de ene corporatie naar de andere kan worden meegenomen.

Ik ontraad u dit amendement. De aanname hiervan leidt tot een registratie die geen enkel beeld geeft van wie er nu echt een woning zoekt. Immers, voor iedereen is dan inschrijving relevant, mocht men ooit een sociale huurwoning willen.

Het amendement van het lid Jansen, Kamerstuk 32 271, nr. 24, strekt ertoe de bemiddelingskosten die een toegelaten instelling mag vragen bij Algemene Maatregel van Bestuur te regelen.

Ik ontraad u dit amendement. Ik heb geen reden om aan te nemen dat corporaties onredelijk omgaan met dit onderwerp.

Het amendement van het lid Jansen, Kamerstuk 32 271, nr. 25, strekt ertoe dat een landelijk aanbodsysteem voor alle door corporaties aan te bieden woningen wordt opgetuigd en in stand gehouden door het rijk.

Ik ontraad u dit amendement. Ik zie geen reden voor een dergelijk amendement, noch voor een rol van het rijk op dit punt. Ik herhaal mijn toezegging in het wetgevingsoverleg van 3 maart jongstleden dat ik bereid ben met Aedes te overleggen of Aedes bereid is een dergelijk systeem op regionaal niveau te bevorderen.

Het amendement van het lid Van der Linde, Kamerstuk 32 271, nr. 26, beoogt eigenaar-bewoners voor twee vergunningen onder de Huisvestingswet uit te zonderen: zowel voor samenvoeging en onttrekking indien sprake is van en bedoeld is voor eigen gebruik.

Ik laat het oordeel aan uw Kamer.

Het amendement van het lid Monasch, Kamerstuk 32 271, nr. 27, beoogt te regelen dat maximaal de helft van alle huurwoningen toewijsbaar zijn aan regionaal gebondenen waarvan maximaal de helft toewijsbaar is aan lokaal gebondenen.

Ik laat het oordeel hierover aan uw Kamer.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven