33 576 Natuurbeleid

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2015

Natuur die midden in de samenleving staat. Een sterke natuur, gedragen door mensen. Een rijke natuur die bijdraagt aan onze welvaart en ons welzijn. Dat toekomstbeeld is geschetst als uitdagend doel voor het natuurbeleid (Kamerstuk 33 576, nr.1). Met deze brief wil ik u, conform de toezegging tijdens het AO Natuurbeleid van 2 oktober 2014, informeren over de volgende stap op weg naar dat doel, te weten de maatschappelijke uitvoeringsagenda natuurvisie(s) die Rijk en provincies samen opstellen. Ook geef ik met deze brief invulling aan de motie van Van Gent, Jacobi en Van Veldhoven uit het VAO Decentralisatie Natuurbeleid van 8 december 2011 (Kamerstuk 30 825, nr. 133).

Omslag in denken en doen

Onder het motto «van natuur beschermen tegen de samenleving naar natuur versterken mét de samenleving» is een kanteling ingezet in denken en doen rond natuur. De basis daarvoor is gelegd in de publicatie «Vooruit met natuur», die centraal stond op de Natuurtop van 22 mei 2013. Daarin werd een beleidsvernieuwing geschetst die stapsgewijs wordt vormgegeven, in samenspraak met betrokkenen bij natuur. Tijdens de Natuurtop was breed draagvlak voor natuur zichtbaar en werd met een reeks groene tafels de basis gelegd voor nieuwe allianties tussen bedrijven, burgers en overheden. De «24 uur van Natuur», die tegelijk in heel Nederland werd gehouden, toonde de passie van mensen voor natuur met een veelheid aan activiteiten (Kamerstuk 33 576, nr. 5). Na een kamerbrief met de tussenbalans van het proces (Kamerstuk 33 576, nr. 9) is in april 2014 de rijksnatuurvisie «Natuurlijk verder» verschenen (Kamerstuk 33 576, nr. 14). Deze visie was onderwerp van een publieke consultatie waarover ik uw Kamer heb geïnformeerd op 30 juni 2014 (Kamerstuk 33 576, nr. 18).

Kern van de rijksnatuurvisie is een omslag in denken en doen. Het kabinet wil een effectieve invulling geven aan de natuurdoelen die Nederland internationaal heeft afgesproken en tegelijk de maatschappelijke betekenis van natuur vergroten. Natuur en economie kunnen meer van elkaar profiteren en publieke belangen rond natuur worden beter gediend als we daar meer oog voor hebben.

Om richting te geven aan de inspanningen die nodig zijn voor een veelzijdige natuur met een solide basis, zijn in de natuurvisie acht doelen geformuleerd. Vier daarvan hebben betrekking op het «fundament» voor natuur, waarvoor de rijksoverheid en de provincies vanuit hun verantwoordelijkheden zorg dragen. De overige vier hebben betrekking op de initiatieven van partijen uit de samenleving. Op beide onderdelen zal ik ingaan.

Een stevig fundament voor natuur

Om een stevig «fundament» voor natuur te realiseren, werkt de rijksoverheid onder meer aan de nieuwe natuurwetgeving, de afspraken in het Natuurpact, Natura 2000, de Fitness Check van de Vogel- en Habitatrichtlijnen, het nieuwe stelsel van agrarisch natuurbeheer, de positionering van Staatsbosbeheer en de Natuurambitie Grote Wateren.

Op 18 juni 2014 heb ik de nota van wijziging van het wetsvoorstel natuurbescherming bij uw Kamer ingediend (Kamerstuk 33 348, nr. 5). De vaste commissie voor Economische Zaken heeft op 13 oktober 2014 haar verslag uitgebracht. Mijn reactie – de nota naar aanleiding van het verslag – is op 11 december 2014 naar uw Kamer verzonden.

Met het Natuurpact hebben de provincies de verantwoordelijkheid en de middelen gekregen voor de invulling en realisatie van een groot deel van het natuurbeleid, waaronder het Natuurnetwerk Nederland en de Natura 2000-opgaven. De procedure voor de aanwijzing van nog vier Natura 2000-gebieden is inmiddels in werking gezet.

De Europese Commissie zal een onderzoek laten uitvoeren naar de ervaringen met de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen (Fitness Check). Hiervoor worden de lidstaten bevraagd. Een belangrijk onderwerp voor Nederland, waarvoor ik mij de komende maanden zal inzetten, samen met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Interprovinciaal Overleg. Ook partijen vanuit het bedrijfsleven en natuurorganisaties worden hierbij betrokken.

Voor het nieuwe stelsel van agrarisch natuur- en landschapsbeheer wordt op alle fronten (Europees, nationaal, provinciaal, regionaal) hard gewerkt om vanaf 1 januari 2016 te kunnen starten. De kern van het nieuwe stelsel is dat agrarische collectieven afspraken maken met agrariërs en andere landgebruikers om natuur- en landschapsbeheer toe te passen waar dit het meest kansrijk is voor een goed natuurrendement. Daarom werk ik aan het samenbrengen van boeren in nieuwe collectieven. Begin 2015 zullen deze formeel zijn opgericht, en worden provinciale natuurplannen ter visie gelegd om medio 2015 definitief te kunnen laten goedkeuren.

In januari 2014 heb ik u geïnformeerd over de toekomstige positie van Staatsbosbeheer (Kamerstuk 29 659, nr. 122). In april 2014 heb ik u in dit kader het concept-convenant tussen mijn ministerie en Staatsbosbeheer toegestuurd (Kamerstuk 29 659, nr. 123). Na het afronden van de discussie in uw Kamer over de positie van Staatsbosbeheer heb ik op 4 december 2014 samen met de directeur van Staatsbosbeheer het convenant ondertekend. Hiermee is invulling gegeven aan de afspraak uit het regeerakkoord om de positie van Staatsbosbeheer te bezien. In de nieuwe positie van Staatsbosbeheer, binnen het publieke domein, krijgen het verder versterken van de maatschappelijke betrokkenheid en het vergroten van het aandeel private financiering extra aandacht, conform het gedachtengoed van de rijksnatuurvisie.

Over de Natuurambitie Grote Wateren, die ook vorm geeft aan de omslag om economie en ecologie te verbinden, wordt uw Kamer binnenkort geïnformeerd.

Samenwerken aan de maatschappelijke uitvoeringsagenda

Niet alleen de rijksoverheid, maar ook verschillende provincies hebben nieuwe natuurvisies vastgesteld, of zijn bezig met de voorbereiding daarvan. In de rijks- en provinciale natuurvisies is een gemeenschappelijke lijn zichtbaar: betere verankering van de maatschappelijke betekenis van natuur, meer aandacht voor participatie van burgers en andere actoren, verbinden aan de andere kerntaken van het Rijk en de provincies en het zoeken naar nieuwe verdienmodellen. Omdat alle partijen het natuurbeleid als een gezamenlijke verantwoordelijkheid zien, hebben Rijk en provincies afgesproken samen op te trekken bij de uitvoering van de maatschappelijke uitvoeringsagenda.

De agenda bestaat uit een dynamisch palet aan activiteiten van bedrijven, burgers en organisaties die een bijdrage leveren aan de ambities uit de natuurvisies, en kan het best worden vergeleken met een open podium waarop deze initiatieven een kans krijgen om zich te laten zien. Ondersteuning vanuit de overheid kan verschillende vormen aannemen, zoals het beschikbaar stellen van kennis en ervaring, het wegnemen van belemmeringen, het ontsluiten van netwerken en het mogelijk maken van pilots. Voorbeelden van dergelijke initiatieven zijn:

  • Het initiatief voor 200.000 hectare subsidievrije natuur door het stimuleren van maatschappelijke en economische initiatieven, zoals tijdelijke natuur en het combineren van waterveiligheid, natuurbeheer en recreatief ondernemen in de uiterwaarden.

  • Green Deals op het gebied van natuur, zoals «Duurzaam toerisme» gericht op het verduurzamen van toeristische bestemmingen, «Beterinhetgroen.nl» gericht op het benutten van natuur voor gezondheid, «Transparantie van natuurlijk en sociaal kapitaal» gericht op het inzichtelijk maken van externe effecten van bedrijfsprocessen en «Levende duurzame buitenruimte» gericht op het verhogen van de biodiversiteit van particuliere tuinen en gemeentelijk groen.

  • Natuur en waterwinning; een groene tafel waaraan drinkwaterbedrijven, natuurorganisaties en lokale bestuurders werken aan veilig en voldoende drinkwater in combinatie met natuurbeheer.

  • Plannen om de biodiversiteit van de melkveehouderij te vergroten, in aanvulling op de inspanningen in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en de vergroeningsmaatregelen van het GLB.

  • Sector-overstijgende projecten die samen met andere departementen en het maatschappelijk veld worden opgepakt, zoals «Building with Nature» en «Natuur en gezondheid».

De eerste presentatie van de agenda is voorzien op de Natuurtop die de provincies organiseren op 5 februari 2015.

Verdere proces

Er zal worden getoetst of het ingezette beleid effectief is en of de gewenste veranderingen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Daarbij zal worden gekeken of alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen en of de resultaten leiden tot een sterkere natuur. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd aan de hand van de voortgang op de acht doelen van de rijksnatuurvisie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven