33 576 Natuurbeleid

Nr. 18 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2014

Op 11 april 2014 heeft u de Rijksnatuurvisie «Natuurlijk Verder» ontvangen (Kamerstuk 33 576, nr. 14). Kern van deze visie is een omslag in denken en doen: van natuur beschermen tégen de samenleving naar natuur versterken mét de samenleving. Door scheiding en isolatie van natuur te vervangen door vervlechting en wederzijdse versterking wil het kabinet een effectievere invulling geven aan de publieke belangen die met natuur gemoeid zijn.

Centrale stelling in de Rijksnatuurvisie is dat natuur en economie meer van elkaar kunnen profiteren dan nu gebeurt. Door maatschappijbreed te investeren in natuurcombinaties en in een natuurinclusievere economie, kunnen zowel natuur als economie en andere maatschappelijke activiteiten vooruit gaan. Voorwaarde is dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid voor het beschermen van de natuur onverminderd neemt. De visie geeft daarom aan dát en hoe het kabinet zich inzet voor een sterk fundament en daarmee de intrinsieke waarde van natuur blijft borgen. Voorwaarde is ook dat alle betrokken partijen zich blijven inspannen – direct of indirect – voor een vitale natuur in Nederland en wereldwijd.

Hoe is de Rijksnatuurvisie ontvangen? Na het uitkomen ervan is tot 19 mei 2014 een maatschappelijke consultatie gehouden. Hiervoor is een Doe-Mee-pagina op Rijksoverheid.nl ingericht (zie bijlage)1, die via diverse media bekend is gemaakt. Dit heeft 85 reacties opgeleverd. In deze brief vindt u, mede als voorbereiding op het aanstaande AO Natuurbeleid, een beknopte en puntsgewijze weergave van de resultaten van de consultatie, evenals enkele conclusies over wat de reacties mijns inziens betekenen voor het vervolg van de Rijksnatuurvisie.

Reacties op hoofdlijnen

  • Veel partijen herkennen zich in de geschetste richting in de visie, en ondersteunen dit door voorbeelden uit hun eigen praktijk aan te dragen. De reacties zijn over het algemeen instemmend met de hoofdrichting. De optimistische toon van de Rijksnatuurvisie is niemand ontgaan. Veel mensen en organisaties vinden dat aansprekend en prikkelend, maar er zijn er ook bij die weinig reden zien voor optimisme omdat er in hun ogen nog zoveel te doen is en er veel verkeerd gaat.

  • Bij de instemmende reacties overheerst waardering voor het belang dat aan onderop-initiatieven wordt gegeven, en voor de ruimte die deze initiatieven zouden moeten krijgen. Ook het belang dat de visie hecht aan natuurcombinaties en natuurinclusiviteit kan rekenen op veel steun. Hier worden wel twee kanttekeningen bij geplaatst: gaan die natuurcombinaties en natuurinclusieve economie voldoende effect opleveren? En betekent dit dat de overheid zich terugtrekt en de bescherming geheel overlaat aan maatschappelijke krachten?

  • Bij de kritische tot negatieve reacties overheersen twee tegenover elkaar staande argumentaties: de visie zou te weinig gaan over «echte» natuur, en dan in het bijzonder de intrinsieke waarde daarvan. Daar staat de reactie tegenover dat de visie toch de natuur te veel voorop zou stellen en onvoldoende perspectief biedt op het doorbreken van de als hinderlijk ervaren werking van de (nieuwe) natuurwetgeving.

  • Veel partijen, vooral ondernemers, vragen om de wettelijke verankering van de koers die de Rijksnatuurvisie aangeeft. Zij ervaren de natuurwetgeving als inflexibel en belemmerend, ook voor initiatieven die naar hun mening een bijdrage leveren aan de natuur middenin de samenleving. Aan de andere kant zijn er ook respondenten die juist bang zijn dat de visie afbreuk doet aan de bescherming die de huidige natuurwetgeving biedt.

  • Een hartenkreet van veel respondenten is dat zij de mooie woorden graag omgezet willen zien in even mooie daden: maak werk van die natuurcombinaties en laat zien hoeveel winst dat oplevert – óók voor natuur. Een aantal respondenten wil de actie die er nu moet komen vooral reserveren voor de overheid, in het bijzonder het Rijk. Maar er zijn ook respondenten die juist het belang van het maatschappelijke karakter van een uitvoeringsprogramma benadrukken, en een ondersteunende rol van de overheid zouden waarderen.

Implicaties voor het vervolg

Uit een deel van de reacties spreekt een zorg dat de rijksoverheid onvoldoende oog heeft voor bescherming van de natuur. Het kabinet wil met de Rijksnatuurvisie evenwel juist méér doen dan beschermen: de natuur versterken door de samenwerking te zoeken met maatschappelijke voorlopers. Dat kan alleen als het Rijk zich onverminderd blijft inzetten voor de afspraken die het gemaakt heeft rondom de bescherming van de natuur. Rijk en provincies blijven gezamenlijk verantwoordelijk voor wat in de visie wordt genoemd een stevig fundament. Ik heb mede daarom ook een Nota van Wijziging op het wetsvoorstel Natuurbescherming naar de Kamer gestuurd, en zal blijven voort gaan met het aanwijzen van Natura 2000 gebieden. Het Natuurpact zorgt voor een stevig Natuurnetwerk Nederland. De reacties op de Rijksnatuurvisie onderstrepen het belang hiervan.

Daarnaast zal het kabinet zich inzetten voor het versnellen, versterken en ondersteunen voor wat in de visie wordt genoemd het bouwwerk. Ik denk daarbij aan natuurcombinaties met onder andere landbouw, bouwen, recreatie, gezondheid, klimaatadaptatie en energie. Hierbij staat de ruimte voor initiatieven van onderop centraal, wat door bijna alle respondenten wordt gewaardeerd. De betrokkenheid van Rijk en provincies bij het bouwwerk zal zich dan ook toespitsen op een netwerkorganisatie rondom het maatschappelijke uitvoeringsprogramma van de Rijksnatuurvisie, met een coördinerende rol van overheden. Dit is een overheidsrol die ik vind passen bij de ondersteunende en stimulerende functie die nodig is. In de coördinatie van het uitvoeringsprogramma werken Rijk en provincies nauw samen, en bij de invulling ervan bouwen we zoveel mogelijk voort op de vernieuwing die op veel plaatsen in de samenleving en economie al gaande dan wel op til is, zoals rond het agrarisch natuurbeheer, waterveiligheid, gastvrijheidseconomie, stedelijk groen, drinkwatervoorziening, en natuurinclusief bouwen.

We hebben op natuurgebied heel wat gepresteerd – niet alleen de overheid, maar samenlevingsbreed. En we kunnen en moeten het nóg beter doen. Veel partijen reageren dan ook enthousiast en trots door aan te geven dat hun activiteiten een levend voorbeeld zijn van de combinatie van natuur en economie, bijvoorbeeld vanuit de recreatiesector, het particulier grondbezit en de landbouw. Die energie is goud waard.

Aan alle respondenten van de maatschappelijke consultatie zend ik deze brief en de samenvatting van de reacties, zoals ook opgenomen in de bijlage van deze brief. De ideeën en suggesties die zijn opgenomen in de reacties zijn geïnventariseerd en vormen input voor het uitvoeringsprogramma dat Rijk en provincies de komende maanden samen met een breed scala aan belanghebbenden opstellen. Dit programma zal uw Kamer in het laatste kwartaal van dit jaar worden toegezonden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven