33 552 Slachtofferbeleid

Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2020

Al bijna drie jaar wordt gewerkt aan de uitvoering van de Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2018–2021.1 Het stemt mij positief dat een belangrijk speerpunt uit deze agenda, het Wetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten, inmiddels door uw Kamer is aangenomen en de behandeling in de Eerste Kamer tegemoet gaat. Een ander kernthema uit de Meerjarenagenda is het beter beschermen van de privacy van slachtoffers. Tijdens het wetgevingsoverleg Wet uitbreiding slachtofferrechten op 5 oktober jl. heeft uw Kamer nogmaals het belang hiervan onderstreept. Eerder dit jaar heb ik u geïnformeerd over de acties die ik op dit gebied heb ingezet en ik ga in deze brief dan ook graag in op de voortgang van een aantal van deze acties.2 Daarnaast informeer ik u in deze brief over de uitvoering van een aantal moties en toezeggingen op het terrein van het slachtofferbeleid.

Tot slot treft u bij deze brief de beantwoording aan van een aantal vragen die de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van uw Kamer mij op 24 september jl. schriftelijk heeft gesteld over de opzet van de beleidsdoorlichting slachtofferbeleid. Om recht te doen aan de gedetailleerde en technische aard van de vragen is gekozen voor een puntsgewijze beantwoording in een aparte bijlage (Kamerstuk 33 199, nr. 41).

Bescherming privacy slachtoffers van criminaliteit

Door hun versterkte rechtspositie zijn slachtoffers de afgelopen jaren steeds zichtbaarder geworden. Keerzijde van de grotere zichtbaarheid is dat deze kan leiden tot de buitengewoon wrange situatie dat slachtoffers bovenop de impact van het strafbare feit tijdens het strafproces ook te maken krijgen met een onnodige schending van hun privacy. Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang van een aantal van de acties die ik heb ingezet ter verbetering van de bescherming van de privacy van slachtoffers.

Inzet OM-slachtoffercoördinatoren bij beschermen privacy

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft mij laten weten dat in het werkproces van de slachtoffercoördinatoren nu expliciet is verankerd dat zij op de hoogte moeten zijn van de privacy-wensen van slachtoffers. Als er sprake is van eventuele wensen ten aanzien van de privacy tijdens de zitting informeren zij de gerechten hierover.

Schonen OM-correspondentie van adresgegevens slachtoffers

Het OM heeft aangegeven dat de operatie om de eigen correspondentie met het slachtoffer te schonen van adresgegevens in het voorjaar van 2021 gereed zal zijn.

Simulatie-sessie impact schonen proces-verbaal van aangifte

Om de impact van de maatregel van het schonen van het proces-verbaal (PV) van aangifte van adresgegevens van slachtoffers te bepalen zijn in de afgelopen periode simulatiesessies gehouden met de meest betrokken ketenpartners (OM, politie, Slachtofferhulp Nederland en rechtspraak). Op dit moment wordt de uitkomst van deze simulatiesessies nader geduid. Ik verwacht uw Kamer begin 2021 nader te kunnen berichten.

Versterking positie slachtoffers in voorlichting OM over strafzaken

In mijn brief van 24 april jl. informeerde ik uw Kamer over de aangepaste werkwijze van het OM waarmee wordt gewaarborgd dat bij voorlichtingsactiviteiten voor het publiek de belangen van slachtoffers worden beschermd.3 De door het OM aangescherpte Aanwijzing Voorlichting opsporing en vervolging is op 31 augustus jl. in werking getreden. In de Aanwijzing is onder andere opgenomen dat bij een mediaproductie slachtoffers en nabestaanden de gelegenheid krijgen om bezwaar te maken. Daarnaast zal vooraf toestemming worden gevraagd aan de betrokkenen als de verwachting bestaat dat (een onderdeel van) een mediaproductie een substantiële inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van slachtoffers of nabestaanden, tenzij zwaarder wegende belangen van opsporing of vervolging zich daartegen verzetten.

Acties van SHN inzake ervaringen Witboek privacy

Zoals ik u in mijn brief van 24 april jl. heb bericht, heb ik Slachtofferhulp Nederland (SHN) bereid gevonden om een rondgang te organiseren langs alle eenheden, parketten en rechtbanken om de lessen uit het witboek Privacy van het slachtoffer; feit of fictie? te delen met de praktijk. In verband met corona is de rondgang inmiddels omgezet naar een digitaal programma, dat naar verwachting eind dit jaar of begin 2021 zal worden gestart.

Daarnaast heeft SHN op zijn website inmiddels een aparte pagina ingericht waar slachtoffers informatie kunnen vinden over privacybescherming. Ook wordt de privacy van slachtoffers op de verschillende webpagina’s per onderdeel van het strafproces apart onder de aandacht gebracht. Het onderwerp privacybescherming is bovendien standaardonderdeel geworden van de basisopleiding voor nieuwe medewerkers van SHN en zal ook expliciet deel uitmaken van het in ontwikkeling zijnde Protocol Maatwerk 3.0, dat samenwerkingsafspraken tussen OM, politie en SHN vastlegt voor hulp aan slachtoffers van ernstige geweld- en zedenmisdrijven.

Bewustwording privacy slachtoffers in de media

Het Fonds Slachtofferhulp (hierna: het Fonds) heeft het project ten behoeve van de bescherming van privacy van slachtoffers in de media weer opgestart, nadat dit door corona stil was komen te liggen. Het Fonds is gestart met dialoogsessies met de journalistiek, de wetenschap en ervaringsdeskundigen. Ook staan er dit najaar twee mediacafés gepland waaraan gasten kunnen deelnemen (online en indien de coronamaatregelen dat toelaten mogelijk ook offline) om verder in te gaan op de thematiek. Tot slot heeft het Fonds de website privacyenpersvrijheid.nl gelanceerd waarop alle betrokkenen ervaringen kunnen delen. Ook het symposium staat nog op de planning voor volgend jaar. Het hangt echter af van de dan geldende coronamaatregelen wanneer en in welke vorm de organisatie hiervan plaats kan vinden.

Uitvoering moties en toezeggingen

Victims» Commissioner

Hierbij ga ik in op de motie van het lid Van Wijngaarden c.s. waarin de regering wordt gevraagd te onderzoeken hoe het lerend vermogen van het OM kan worden versterkt en het Engelse voorbeeld van een slachtoffercommissaris hierbij te betrekken.4 Het lid Van Wijngaarden heeft tijdens het wetgevingsoverleg inzake de Wet uitbreiding slachtofferrechten van 5 oktober jl. gevraagd naar de stand van zaken hiervan. Om aan de motie uitvoering te geven heb ik onderzoek gedaan naar de rol en positie van de Victims» Commissioner in Engeland. Op 24 maart jl. heb ik in dit kader gesproken met Dame Vera Baird. Zij is sinds mei 2019 aangesteld als Victims» Commissioner voor Engeland en Wales.

De taken van de Victims» Commissioner (VC) zien op: het bevorderen van de belangen van slachtoffers en getuigen, het stimuleren van good practices en het toezicht houden op een goede uitvoering en werkzaamheid van de Victims» Code.5 De VC doet ter uitvoering van deze taken gevraagd en ongevraagd voorstellen aan de Minister van Justitie over zaken die de Victims» Code betreffen en consulteert en adviseert betrokken partijen daarover. Daarnaast behartigt de VC slachtoffer-belangen richting beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties. De VC voert deze taken onafhankelijk uit, maar haar bevoegdheden zijn in de praktijk begrensd door de beperkte personele omvang van haar bureau en het ontbreken van formele bevoegdheden. Zo zijn partijen niet verplicht om medewerking te verlenen aan verzoeken van de VC en hebben aanbevelingen van de VC geen bindend karakter. Ook heeft de VC geen bevoegdheid om individuele klachten van slachtoffers te onderzoeken.

In Nederland vindt de behartiging van slachtofferbelangen plaats door verschillende organisaties op verschillende niveaus. SHN ondersteunt slachtoffers van misdrijven en vervult een belangrijke signaalfunctie richting mij als Minister en het parlement als het gaat om knelpunten en hiaten in (de uitvoering van) slachtofferrechten in de praktijk. Ook het Fonds Slachtofferhulp, een onafhankelijke maatschappelijke organisatie, komt op voor de belangen van slachtoffers. Daarnaast heeft de Nationale ombudsman (NO) bijzondere aandacht voor de naleving van slachtoffer-rechten bij het uitvoeren van zijn wettelijke taak om onderzoek te doen naar gedragingen van bestuursorganen.

Wanneer een slachtoffer het niet eens is met de afhandeling door het OM van een klacht over een besluit of gedraging van het OM, kan hij of zij daarover een klacht indienen bij de NO. Slachtoffers worden op deze mogelijkheid gewezen door de Hoofdofficier van Justitie van het parket die hun klacht heeft behandeld. Desgewenst kan SHN slachtoffers ondersteunen bij het formuleren en indienen van hun klacht bij de NO. Om de bekendheid van de mogelijkheid tot het indienen van een klacht bij de NO te vergroten, heeft de NO regelmatig contact met slachtofferhulporganisaties. Op basis van klachten van slachtoffers of nabestaanden kan de NO onderzoek instellen, zowel naar een specifieke klacht als naar een breder aspect van het handelen van het OM of andere justitieorganisatie.

Zo heeft de NO recent naar aanleiding van klachten onderzoek gedaan naar de bejegening door het OM van nabestaanden van slachtoffers.6 De NO heeft daarbij gekeken naar de vraag wat nabestaanden redelijkerwijs van het OM mogen verwachten als het gaat om behoorlijke omgang en hoe het OM kan waarborgen dat op een behoorlijke wijze met nabestaanden wordt omgegaan. De NO heeft op basis van gesprekken met het OM en andere organisaties geïnventariseerd wat goed gaat, maar ook wat de knelpunten zijn bij met name de informatieverstrekking aan en bejegening van nabestaanden.

Gelet op dit reeds bestaande stelsel van behartiging van slachtofferbelangen en de rol van de NO in ons land, ben ik van mening dat dat de instelling van een slachtoffercommissaris naar Engels voorbeeld geen toegevoegde waarde zou hebben.

Wat betreft het lerend vermogen van het OM verwijs ik naar de acties genoemd in de brief van 17 februari jl. aan uw Kamer.7 Daarin wordt onder andere verwezen naar de toezichthoudende taak die de procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft op het OM. Deze taak strekt ook tot het instellen van onderzoek naar aanleiding van incidenten. Daaraan kan worden toegevoegd dat wat betreft het slachtofferproces het OM inzet op versterking van de kwaliteitszorg en het lerend vermogen. Sinds 2016 hanteert het OM een structurele vorm van zelfreflectie op de eigen juridische kaders en toepassingspraktijk. Ik heb voor het slachtofferproces middelen verstrekt om deze structurele vorm van zelfreflectie te verrijken. Hiermee wordt de grote verantwoordelijkheid van het OM op het terrein van slachtofferrechten kritisch beschouwd, met als doel om het slachtofferproces te verbeteren en als organisatie te leren van het eigen optreden. Ik heb de verwachting dat deze zelfkritische rol zal bijdragen aan een voor slachtoffers positieve ontwikkeling van de werkwijze van het OM.

Verbetering informatievoorziening voor slachtoffers

Ik heb u eerder geïnformeerd over de pilot second opinion, die op 1 september 2019 bij het OM is gestart.8 Deze pilot is erop gericht om twijfel bij nabestaanden over de conclusie van het OM over de doodsoorzaak van een overledene zoveel mogelijk weg te nemen. De pilot zou oorspronkelijk lopen tot 1 september jl., maar wordt verlengd tot het einde van dit jaar om met voldoende zaken ervaring te kunnen opdoen. Na afloop zal ik u informeren over de uitkomsten van de pilot.

Daarnaast heb ik uw Kamer laten weten dat ik gesprekken heb gevoerd met het OM en de slachtofferadvocatuur over mogelijke verbeteringen rondom het recht op kennisneming van processtukken.9 Dit overleg heeft ertoe geleid dat het OM een intern handvat heeft opgesteld voor kennisname van processtukken door slachtoffers op grond van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering. Doel van dit handvat, waarop de slachtofferadvocatuur van tevoren zijn visie heeft kunnen geven, is het zorgen voor een uniforme landelijke werkwijze. Het handvat is deze zomer in werking getreden. Ik vertrouw erop dat hiermee een duidelijke, uniforme verstrekking van stukken aan slachtoffers en hun advocaten wordt bewerkstelligd.

Verbetering bejegening zedenslachtoffers

Pilot eigen risico bij bezoek Centrum Seksueel Geweld

Op 1 september jl. is een pilot gestart waarin gedurende een jaar het verplichte eigen risico van volwassen slachtoffers die binnen 7 dagen het Centrum Seksueel Geweld (CSG) bezoeken, wordt vergoed. Kamervragen van de leden Kuiken, Ploumen (beiden PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Bergkamp (D66) waren voor mij en de Ministers van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid Welzijn en Sport en Medische zorg aanleiding om deze pilot in te richten. Tijdens de pilot wordt onderzocht of het vergoeden van het eigen risico de financiële drempel verlaagt voor slachtoffers om zich te melden bij het CSG. Na beëindiging van de pilot en afronding van het onderzoek wordt uw Kamer over de uitkomsten geïnformeerd. Dit zal naar verwachting eind 2021 zijn.

Motie Van Nispen c.s. inzake onderzoek seksueel misbruik en geweld

De nader gewijzigde motie van het lid Van Nispen c.s. verzoekt om het laten verrichten van periodiek wetenschappelijk onderzoek naar seksueel misbruik en geweld en het in kaart brengen van de effecten van de aanbevelingen van de verschillende onderzoekscommissies in het kader van seksueel misbruik en geweld.10 Ter uitvoering van het eerste deel van deze nader gewijzigde motie is de tweejaarlijkse Prevalentiemonitor Huiselijk en Seksueel Geweld gestart. De resultaten van de eerste monitor worden naar verwachting dit najaar door het WODC aan mij aangeboden. Samen met de Minister van VWS zal ik de resultaten vervolgens met uw Kamer delen. Ter uitvoering van het tweede deel van de nader gewijzigde motie start de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in november een onderzoek dat medio 2021 zal worden afgerond. Ook de resultaten van dit onderzoek zullen met uw Kamer worden gedeeld.

Mediation en herstelrechtvoorzieningen

Tijdens het wetgevingsoverleg Wet uitbreiding slachtofferrechten op 5 oktober jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de voortgang van mediation en herstelrechtvoorzieningen. In januari van dit jaar heb ik uw kamer het «Beleidskader herstelrechtvoorzieningen gedurende het strafproces» aangeboden.11 Dit beleidskader geeft richtsnoeren voor de praktijk waarmee wordt beoogd om te komen tot een structurele, uniforme en duurzame werkwijze bij herstelrecht-voorzieningen. Dit draagt bij aan de bevordering van de inzet van herstelrecht in de verschillende fasen van het strafproces. In de brief heb ik ook aangegeven welke vervolgacties ik zal ondernemen om herstelrecht gedurende het strafproces te bevorderen. Dit gebeurt onder meer door het ontwikkelen van informatie-materiaal, een WODC-onderzoek en het opstellen van een AMvB.

Zoals ik u tijdens het notaoverleg strafrechtelijke onderwerpen van 21 september jl. heb laten weten ontvangt uw Kamer hierover voor het einde van het jaar een brief.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 33 552, nr. 43.

X Noot
2

Kamerstuk 33 552, nr. 64.

X Noot
3

Kamerstuk 33 552, nr. 64; zie ook Kamerstuk 33 552, nr. 53 en Kamerstuk 33 552, nr. 58.

X Noot
4

Kamerstuk 25 424, nr. 498.

X Noot
5

Victims» Code: the statutory code that sets out the minimum level of service that victims should receive from the criminal justice system, zie: http://www.legislation.gov.uk/ukpga/2004/28/contents (Victims» Commissioner en Victims» code are defined in section 49 and 32 of this Act).

X Noot
6

Kamerstuk 33 552, nr. 66.

X Noot
7

Kamerstuk 28 844, nr. 199.

X Noot
8

Kamerstuk 33 552, nrs. 55 en nr. 62.

X Noot
9

Kamerstuk 33 552, nr. 62.

X Noot
10

Kamerstuk 34 843, nr. 32.

X Noot
11

Kamerstuk 33 552, nr. 560.

Naar boven