Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 33529 nr. 865 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 33529 nr. 865 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2021
Middels deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) over diverse onderwerpen met betrekking tot het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) en ga ik in op openstaande moties en toezeggingen. Ik schets de voortgang rondom de afhandeling van de nieuwe schadevormen, de schadeafhandeling voor agrariërs, mkb’ers en monumenteigenaren en de activiteiten van het IMG ten aanzien van het verbeteren van de werkwijze voor fysieke schade.
Ik ga in deze brief ook in op andere actualiteiten zoals de samenwerking tussen het IMG en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), de stand van zaken van het onderzoek waardedalingsregeling van NAM en de Raad van de Arbiters Bodembeweging (de Arbiter). Ook bied ik hierbij de jaarrapportage van de Commissie Bijzondere Situaties (CBS) aan uw Kamer aan1.
Schadeafhandeling door het IMG
De schadeafhandeling in Groningen is sinds 1 juli 2020 in handen van het zelfstandig bestuursorgaan IMG. Het IMG vergoedt alle soorten schade die een gevolg zijn van gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag Norg. Op 16 maart jl. heeft het IMG zijn jaarverslag gepubliceerd, dat als bijlage bij deze brief gevoegd is2. In 2020 heeft het IMG ruim 37.000 schademeldingen afgehandeld en ruim 497 miljoen euro schadevergoeding toegekend. Ik zal mij inspannen deze kosten volledig op NAM te verhalen. Over de motie van het lid Nijboer (Kamerstuk 35 603, nr. 64) die oproept tot het onderzoeken van een heffing op de oliebedrijven hiertoe, zal ik binnenkort uw Kamer informeren.
Ondanks de coronamaatregelen is het IMG erin geslaagd gemiddeld circa 1000 schadeopnames per week uit te voeren en eind 2020 voor bijna driekwart van de aanvragen een doorlooptijd van minder dan een half jaar te realiseren. Het IMG is van 400 tot 500 afgehandelde schademeldingen per week eind 2019 naar gemiddeld 900 tot 1000 afgehandelde schademeldingen per week gegaan sinds november 2020. De verwerkingscapaciteit van het IMG is dus verdubbeld in een jaar. Gemiddeld ontvingen meer dan de helft van de bewoners in 2020 binnen een half jaar een besluit op hun aanvraag voor een schadevergoeding. Daarnaast geven bewoners het IMG gemiddeld een 7,9. Mede gezien de huidige omstandigheden is dat een goede prestatie. In deze brief ga ik op een aantal specifieke onderwerpen nader in.
Schade door waardedaling, immateriële schade en fiscale gevolgschade
Sinds 1 juli jl. is het IMG bevoegd om naast fysieke schade ook andere schadevormen te vergoeden. Voor schade door waardedaling van woningen geldt dat de afhandeling voortvarend van start is gegaan. Er zijn tot nu toe circa 90.000 aanvragen ingediend, circa 80.000 aanvragen afgehandeld en ruim 350 miljoen euro aan schadevergoeding toegekend. Bewoners waarderen de waardedalingsregeling gemiddeld met een 8,1.
Het IMG heeft op 10 maart jl. aangegeven dat de vormgeving van de werkwijze voor de vergoeding van immateriële schade meer tijd vergt. Er is geen regeling of werkwijze bekend die als voorbeeld kan dienen. Zowel de inhoud van de regeling, de ICT-systemen als de uitvoering moeten dus nieuw worden ontwikkeld. De huidige planning van het IMG is om in het tweede kwartaal van 2021 gefaseerd van start te gaan in plaats van in het eerste kwartaal, zoals eerder aan uw Kamer toegezegd. Ik begrijp de wens van uw Kamer om zo spoedig mogelijk te starten met de afhandeling van deze complexe vorm van schade. De vergoedingssystematiek dient echter zo veel mogelijk rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de individuele bewoner én moet tegelijkertijd niet te belastend zijn. Daarnaast dienen aanvragen ook met toepassing van het civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht afgewikkeld te worden. Gezien de complexiteit, is de vertraging begrijpelijk. Het IMG betreurt dat de voorbereiding van de werkwijze meer tijd heeft gevergd dan aanvankelijk gedacht, maar achtte eerdere concepten van een werkwijze onvoldoende evenwichtig en genuanceerd.
Fiscaal nadeel door schadevergoedingen die door het IMG zijn uitgekeerd, geldt als gevolgschade. Voor gevolgschade geldt dat bewoners een aanvraag kunnen indienen in het kader van bijkomende kosten, die door het IMG worden beoordeeld. De beoordeling leidt tot een afzonderlijk besluit. De vergoeding is in beginsel eenmalig. Eerder vroeg het lid De Vries tijdens het AO op 10 september 2020 (Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 804) aandacht voor de communicatie rondom fiscale gevolgschade. Het IMG heeft deze oproep ter harte genomen en naar aanleiding daarvan meer informatie ter beschikking gesteld op de website van het IMG.
Lopende onderzoeken naar schadeafhandeling
Het IMG houdt zijn werkwijze voor de afhandeling van schade continu tegen het licht om de schadeafhandeling waar nodig te verbeteren, om zo zijn wettelijke taak goed en zorgvuldig uit te kunnen voeren. In dit verband heeft het IMG ook aandacht voor de toename van het aantal afwijzingen in specifieke delen van Groningen en Drenthe, die gebaseerd zijn op adviesrapporten van onafhankelijke deskundigen. De laatste maanden is voor het IMG duidelijk geworden dat in deze specifieke delen bij circa 10 tot 15 procent een sterk afwijkende beoordeling door de onafhankelijke schadeopnemers wordt gegeven, vergeleken met eerdere advisering over gebouwen in de directie omgeving. Om meer duidelijkheid te krijgen over de achterliggende reden van deze afwijkende beoordelingen heeft het IMG onderzoek uitgevraagd naar zettingsschade en naar diepe bodemdaling en -stijging. Deze onderzoeken zijn inmiddels gereed. Het IMG hecht aan een zorgvuldig proces en wil de uitkomsten met de belanghebbenden bespreken. Het IMG is daarom via openbare webinars in gesprek gegaan met verschillende partijen waaronder maatschappelijke organisaties, gemeenten en de provincie over deze adviezen en zal naar verwachting eind april communiceren over mogelijke aanpassingen in de werkwijze. In afwachting hiervan ligt de schadeafhandeling bij 1.500 meldingen in de specifieke gebieden stil. Bewoners worden per brief door het IMG geïnformeerd over de vertraging in de behandeling van hun aanvraag tot vergoeding van schade.
Schadeafhandeling bij agrariërs
Het IMG buigt zich over een goede aanpak voor agrarische ondernemers. Er zijn circa 1.700 meldingen met schade aan agrarische gebouwen waarvan 837 afgehandeld zijn. Waar dat kan, worden de meldingen afgehandeld binnen de reguliere procedures en indien nodig past het IMG maatwerk toe. Ook heeft het IMG extra advies ingewonnen ten aanzien van een geschikte werkwijze voor schade aan mestkelders: Eind september 2020 is het advies van het panel van deskundigen naar de sector gestuurd. Het IMG is met de sector in gesprek over het advies en de toekomstige werkwijze en zal deze werkwijze naar verwachting op korte termijn presenteren.
Ook wordt er gewerkt aan samenhangende oplossingen voor agrarische ondernemers in het aardbevingsgebied, waarbij agrariërs ondersteund worden om overzicht te krijgen over de schade- en versterkingsprocedures en de investeringskansen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft op 16 februari jl. uw Kamer geïnformeerd over de start van het Agroprogramma (Kamerstuk 33 529, nr. 846). Het Agroprogramma investeert in het herstel of verbeteren van het handelingsperspectief voor agrariërs die door de aardbevingsproblematiek investeringen hebben moeten uitstellen. Belangrijk daarbij is de inzet van consulenten die agrariërs ondersteunen en ontzorgen.3 Bij de verdeling van de 50 miljoen euro van de bestuurlijke afspraken voor integrale programma’s (Kamerstuk 33 529, nr. 830) is 19 miljoen euro vrijgemaakt voor dit programma. Onder regie van de provincie is inmiddels een start gemaakt met de uitvoering. Hiermee wordt invulling gegeven aan de motie van lid Mulder c.s. over een oplossing voor de problemen van agrarische ondernemers (Kamerstuk 33 529, nr. 817).
Schadeafhandeling bij mkb’ers
Het IMG geeft aan dat van de ruim 5.700 meldingen met een mkb-kenmerk, 3.440 inmiddels zijn afgehandeld. Het gaat om de afhandeling van fysieke schade en inkomstenderving. Daarnaast kunnen mkb’ers vanaf 1 juli bij het IMG een aanvraag indienen voor schade door waardedaling bij bedrijfspanden, te beginnen met reeds verkochte panden in Loppersum en Appingedam. Het IMG zal deze aanvragen in behandeling nemen. Tegelijkertijd start het IMG een onderzoek of een modelmatige benadering (zoals die er nu voor woningen is) ook mogelijk is voor bedrijfspanden. Hiervoor heeft hiervoor het IMG begin april een adviescommissie ingesteld.4 Het IMG geeft aan dat het de verwachting is dat het onderzoek en de eventuele ontwikkeling ervan anderhalf jaar in beslag zal gaan nemen. Voor woningen kostte het ontwikkelen van de methodiek meerdere jaren.
Tot slot werken provincie, Rijk en maatschappelijke organisaties aan een aanpak voor ondernemers in het aardbevingsgebied gericht op het bieden van toekomstperspectief5. Naast regelingen die vanuit het IMG en NCG beschikbaar komen voor mkb’ers, wordt ook vanuit het NPG gewerkt aan extra ondersteuning van het mkb. Bij de verdeling van de middelen van het bestuurlijk akkoord is afgesproken dat er van de 50 miljoen euro voor integrale programma’s 11 miljoen euro naar het mkb gaat. Het plan van aanpak, dat naar verwachting deze zomer wordt gepresenteerd, biedt inzicht in de verschillende regelingen die momenteel voor mkb’ers beschikbaar zijn en ziet toe op een integrale ondersteuning. Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan het in kaart brengen van de belemmeringen die ondernemers in het aardbevingsgebied momenteel ervaren, zodat ook hiervoor passende oplossingen in het plan kunnen worden opgenomen.
Schadeafhandeling bij monumenteigenaren
Het IMG geeft aan dat inmiddels 2891 van de 4554 meldingen met een erfgoedkenmerk zijn afgehandeld. Om het proces rondom schadeherstel en versterking voor monumenteigenaren te verbeteren, is op initiatief van de Vereniging van Groningse Monument Eigenaren (VGME) een pilot gestart. Belangrijk aandachtspunt van de pilot is de samenwerking tussen de betrokken instanties, zodat de eigenaar meer grip krijgt op het proces naar een toekomstbestendig monumentaal pand.
Samenloop IMG en NCG
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Versterken is er veel aandacht geweest voor de samenwerking tussen het IMG en de NCG. Op basis van een aangenomen amendement van het lid De Vries c.s. (Kamerstuk 35 603, nr. 27) werk ik samen met de Minister van BZK, en in afstemming met het IMG en de NCG, aan een algemene maatregel van bestuur (AMvB) met voorhang waarin de plicht voor het IMG en de NCG tot samenwerking wordt uitgeschreven. De aangenomen motie van leden de Vries (VVD) en Sienot (D66) over «een oplossingsgerichte aanpak en cultuur bij het IMG en de NCG»» (Kamerstuk 35 603, nr. 52) en de gewijzigde motie van het lid Agnes Mulder (CDA) over «de uitvoeringsconsequenties van het wetsvoorstel en van het voorstel van het Groninger Gasberaad over een alternatieve werkwijze»» (Kamerstuk 35 603, nr. 74) worden hierbij betrokken. Daarnaast hebben de Minister van BZK en ik aan het IMG en de NCG gevraagd ons te informeren over de huidige uitvoering van de samenwerking. De NCG en het IMG hebben in 2020 gekeken bij hoeveel van de ruim 26.000 adressen uit de versterkingsoperatie sprake is van een schademelding bij het IMG. Daaruit volgde dat op circa 71 procent van de 26.000 adressen geen schademelding is gedaan. Bij de 29 procent die dat wel deed was de schade vaak al afgehandeld. Het IMG en de NCG geven aan dat gezamenlijk wordt opgetrokken bij de dossiers waar een verzoek ligt deze samen te behandelen. Dit is een relatief beperkt aantal: een grove inschatting is dat om circa 5 tot 10 dossiers per week gaat, waarbij vanuit bewoners dan wel medewerkers een verzoek tot samenwerking komt. Om de samenwerking tussen het IMG en de NCG op combinatiedossiers te verbeteren, is door beide organisaties een combinatieteam ingesteld. Bewoners- en zaakbegeleiders van het IMG en de NCG zijn aan elkaar gekoppeld en borgen dat een integraal dossierbeeld ontstaat. Dit draagt bij aan de gesprekken met bewoners aan tafel. Het doel is het aantal contactmomenten te verlagen en de bewoner op deze manier te ontzorgen. Het IMG en de NCG blijven samen kijken naar mogelijkheden tot verdere samenwerking. De bijgevoegde notitie van het IMG en de NCG gaat hier mede op in6. Ten slotte evalueren het IMG en de NCG momenteel de samenwerking. Deze evaluatie wordt in juni a.s. afgerond. In deze evaluatie gaan IMG en de NCG ook in op de wijze waarop zij de oplossingsgerichte aanpak en cultuur van beide organisaties verbeteren (Kamerstuk 35 603, nr. 52). De Minister van BZK en ik houden uw Kamer op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
Onderzoek waardedaling
Net als uw Kamer hecht ik aan het onderzoek naar de Waarderegeling van NAM. Ik heb het onderzoeksbureau Finance Ideas gevraagd om, in lijn met de toezegging van mijn ambtsvoorganger (Kamerstuk 33 529, nr. 832), zo spoedig mogelijk te onderzoeken of bewoners die van NAM een vergoeding voor schade door waardedaling ontvingen, gekregen hebben waar zij volgens de wet recht op hadden. Het bureau heeft aangegeven dit te kunnen doen en de volgende vragen te beantwoorden:
• vormt de wijze waarop schade op grond van de Waarderegeling van NAM werd begroot een correcte toepassing van het civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht zoals dat op dat moment gold?; en
• heeft de toepassing van de Waarderegeling van NAM in de gevallen die deel uitmaken van de steekproef geleid tot het toekennen van vergoedingen die – uitgaande van de kennis waarover men op dat moment behoorde te beschikken – als te laag worden aangemerkt?
• Een vergelijking met de regeling van het IMG maakt geen deel uit van het onderzoek. Finance Ideas zal een steekproef uitvoeren onder alle bewoners die een vergoeding van de NAM hebben gekregen voor schade door waardedaling.
• Het onderzoek bestaat uit dossieronderzoek, gesprekken met bewoners die zich gemeld hebben, met andere betrokken partijen, waaronder NAM en taxateurs, en een juridische analyse van de schadeafhandeling. Het dossieronderzoek vergt tijd omdat de juiste gegevens van het taxatieproces dienen te worden verzameld en vervolgens grondig geanalyseerd. Voorts bekijkt Finance Ideas in samenwerking met een externe partij of de vergoedingen voor waardedaling destijds in lijn met de wet- en regelgeving zijn afgehandeld. Naast het feit dat deze grondige aanpak tijd vergt, bevat dit proces ook de nodige doorlooptijd gezien het aantal betrokken partijen en het opvragen van de gegevens voor het dossieronderzoek. Naar verwachting wordt het onderzoek in juli 2021 opgeleverd door Finance Ideas. Het onderzoeksbureau heeft aangegeven eind mei een tussenrapportage te kunnen opstellen. Ondanks dat ik net als uw Kamer hecht aan snelle duidelijkheid, is het van belang dat het onderzoek zorgvuldig wordt uitgevoerd en dat op basis van de onderzoeksresultaten eventuele vervolgstappen worden genomen.
Ik zal hiermee later, naar verwachting in juli 2021, voldoen aan de motie van het lid Sienot over het uiterlijk 15 april aanbieden van het onderzoek met appreciatie (Kamerstuk 35 462, nr. 11).
Arbiter Bodembeweging en subsidieregeling Arbiterprocedure afgerond
De Arbiter heeft een belangrijke rol gespeeld in de verbetering van de schadeafhandeling in Groningen. De Arbiter heeft vanaf 2 mei 2016 tot 1 juli 2020 geschillen behandeld in de zogenaamde «oude schadezaken». Wanneer bewoners het niet eens waren met het aanbod van NAM, konden zij de Arbiter vragen hier naar te kijken. De voormalig voorzitter van de Raad van de Arbiters Bodembeweging heeft op 28 mei 2020 laten weten dat de Arbiter in alle zaken een eindadvies had gegeven. Vervolgens is afgesproken dat het nog mogelijk zou moeten zijn voor bewoners om een half jaar lang vragen te kunnen stellen over reeds gegeven adviezen van de Arbiter. Derhalve liep de benoemingsperiode van twee arbiters door tot 1 januari jl. om vragen over reeds gegeven adviezen te beantwoorden. Met de beëindiging van de benoeming van de resterende twee arbiters is conform het Instellingsbesluit Raad van de Arbiters Bodembeweging tevens de Arbiter per 1 januari jl. opgeheven.
Woningeigenaren met aardbevingsschade die er met de NAM niet uitkwamen en een Arbiterprocedure hebben doorlopen, konden tot 1 april jl. een subsidieaanvraag indienen voor ondersteuning bij de provincie Groningen. Het gaat bijvoorbeeld om kosten voor juridische of bouwkundige ondersteuning, tijdens het proces bij de Arbiter of de opvolging ervan door de NAM. De provincie heeft 119 aanvragen afgehandeld en het totaal uitgekeerde bedrag tot nu toe is 178.000 euro van de beschikbare 200.000 euro. Hiermee heb ik invulling gegeven aan de motie van het lid Van der Lee c.s. over een juristenteam voor de ondersteuning van gedupeerden (Kamerstuk 33 529, nr. 651).7 De resterende middelen zullen ter beschikking worden gesteld aan Stut en Steun met het oog op ondersteuning van bewoners bij de procedures van schadeafhandeling, versterking en overige regelingen.
Jaarverslag van de CBS
Middels deze brief bied ik uw Kamer, mede namens de Minister van BZK, het jaarverslag van de Commissie Bijzondere Situaties (CBS) over 2020 aan (zie bijlage). In 2020 zijn er 14 aanmeldingen gedaan bij de CBS. Ten opzichte van 2019 is het aantal aanmeldingen substantieel afgenomen: in dat jaar waren het er in totaal 41. De vorm van de geboden hulp betrof 9 keer een verhuiskostenvergoeding, 25 keer (waarvan 11 nieuw) een financiële coach/ zaakwaarnemer/ ontzorger, drie keer het opkopen van een woning door de NAM in opdracht van de CBS, 3 keer financiële hulp/ garantiebedrag om verkoop te bevorderen, 1 keer het zelf verkopen van een woning en 3 keer een vergoeding voor tijdelijke huur.
De CBS doet in haar jaarverslag ook een aantal constateringen en aanbevelingen:
• De CBS geeft aan dat in de versterkingsopgave sneller en beter moet worden doorgepakt. Hierop wordt volop ingezet. Het wetsvoorstel Versterken draagt bij aan versnelling door te voorzien in heldere processen en één integraal versterkingsbesluit. Daarnaast is de bouwkundige kennis van de gevolgen van aardbevingen op woningen toegenomen en is er een typologieaanpak ontwikkeld waarmee woningen sneller kunnen worden beoordeeld.
• Onderlinge samenwerking tussen de instanties heeft volgens de CBS een grote meerwaarde. De laatste tijd is er veel aandacht geweest voor de samenwerking tussen het IMG en de NCG, onder andere in een amendement (Kamerstuk 35 603, nr. 27) dat is aangenomen bij de behandeling van het wetsvoorstel Versterken. Zoals eerder aangegeven in deze brief, hebben het IMG en de NCG aangegeven in de komende periode hun samenwerking te intensiveren. In de AMvB zal deze samenwerking worden vastgelegd. Deze AMvB wordt bij uw Kamer voorhangen.
• De CBS concludeert dat de psychische nood in het aardbevingsgebied nog altijd hoog is. Bij de verdeling van de 50 miljoen van de bestuurlijke afspraken (Kamerstuk 33 529, nr. 830) voor integrale programma’s wordt 10 miljoen euro voor sociaal-emotionele ondersteuning vrijgemaakt. Daarnaast is er, aanvullend op de inzet en middelen voor CBS, in de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 50 miljoen euro vrijgemaakt voor het kunnen oplossen van schrijnende situaties.
• Ook gaat het jaarverslag in op de positie van huurders in het aardbevingsgebied. De CBS noemt huurders een vergeten groep in de aanpak van aardbevingsproblematiek. Huurders kunnen terecht bij het IMG voor de vergoeding van schade. Daarnaast kunnen woningcorporaties zelf de schade-opname uitvoeren. De Minister van BZK hecht veel waarde aan de gelijke behandeling van huurders en eigenaren in de versterkingsopgave. Hiertoe zijn afgelopen jaar stappen gezet met het sluiten van een akkoord voor het gelijktrekken van vergoedingen en de tegemoetkomingsbeleidsregel. De Minister van BZK zal de corporaties tijdens het eerstvolgende corporatie tafeloverleg wijzen op het door de CBS geschetste aandachtspunt dat de bij corporaties onder de aandacht gebrachte problematiek van huurders niet altijd goed wordt opgevolgd door corporaties.
Nieuwe inregeling van de CBS
In een eerdere brief aan uw Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 832) heb ik aangegeven dat de financiering van de CBS, op basis van werkafspraken met de provincie, via de provincie zou gaan. Bij de uitwerking van deze afspraken zijn de provincie en ik tot de conclusie gekomen dat het eenvoudiger is als de financiering direct vanuit het Rijk komt, zonder tussenkomst van de provincie. Daartoe werk ik nu aan een duurzame inpassing van de CBS in het publieke bestel. Bij deze inpassing staat voorop dat de CBS onafhankelijk kan blijven adviseren. Ik heb nu geen invloed op de adviezen die de CBS geeft en zal dat in de toekomst ook niet krijgen.
Als er meer bekend is over de inpassing van de CBS dan zal ik uw Kamer daarvan op de hoogte brengen. Het werk van de CBS kan ondertussen doorgang vinden; de CBS heeft daartoe voldoende middelen tot haar beschikking.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van ’t Wout
Hiermee is er invulling gegeven aan de toezegging van de leden Mulder en de Vries ingediend tijdens het algemeen overleg Mijnbouw Groningen van 24 juni jl. Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 796.
Hiermee is er invulling gegeven aan de toezegging van het lid de Vries ingediend tijdens het algemeen overleg Mijnbouw Groningen van 10 september 2020 Kamerstukken 33 529 en 32 849, nr. 804
Hiermee is er invulling gegeven aan de toezegging dat de middelen uit het amendement Van Tongeren-Ouwehand (Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 20) op de begroting blijven staan en dat de middelen in de geest van het amendement besteed worden ingediend tijdens de begrotingsbehandeling van Economische Zaken en Klimaat van 14 december 2017 (Handelingen II 2017/18, nr. 35, item 7).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33529-865.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.