Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2021
Het kabinet heeft uw Kamer in februari en oktober 2020 laten weten betrokken te zijn
bij de ontwikkeling van een programmatische aanpak voor Groningse boeren met aardbevingsgerelateerde
problematiek (Kamerstuk 33 529, nrs. 722 en 813). De aanleiding hiervoor is dat we ervoor willen zorgen dat investeringen in schadeherstel,
versterking en programma’s voor innovatie en verduurzaming in samenhang bij kunnen
dragen aan een toekomstbestendige agrarische sector in het aardbevingsgebied. In maart
2020 heeft het Rijk met de regionale overheden en de sector afgesproken hiervoor een
plan van aanpak te gaan ontwikkelen, onder regie van de provincie. In de bestuurlijke
afspraken die het Rijk afgelopen najaar met de provincie Groningen en de gemeenten
in het aardbevingsgebied heeft gesloten, is tevens € 50 miljoen beschikbaar gesteld
voor de verschillende doelgroepspecifieke programma’s, waaronder dit programma (Kamerstuk
33 529, nr. 830).
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de start van het Agroprogramma en hierbij
stuur ik u het Plan van Aanpak van dit programma toe1. Dit doe ik mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
In navolging van het advies van de Agrarische Tafel (Kamerstuk 33 529, nr. 610) is door de provincie Groningen met de aardbevingsgemeenten, de sector en het Rijk
een aanpak voor het Agroprogramma uitgewerkt. Deze aanpak is ontwikkeld vanuit praktijkervaringen
en wordt gedurende het programma op basis van de praktijk verder aangescherpt. Het
Agroprogramma start met het aanbieden van consulenten die boeren met complexe aardbevingsgerelateerde
problematiek gaan helpen om overzicht te krijgen over de schade- en versterkingsprocedures
en de investeringskansen. Door alle (financiële) puzzelstukken bijeen te brengen krijgt
de boer weer perspectief om toekomstgericht en duurzaam verder te kunnen met het bedrijf.
Hier ligt duidelijk een grote behoefte vanuit de sector. Het programma zal ook duidelijk
maken welke andere zaken nodig zijn om getroffen boeren weer perspectief te geven
voorbij de aardbevingsproblematiek. Als Rijk blijven we hierbij betrokken en steunen
we deze aanpak door waar mogelijk bij te dragen aan het bieden van perspectief. Mijn
ministerie werkt hierin nauw samen met de ministeries van EZK en BZK.
Zo werken we vanuit de gezamenlijke Toekomstagenda (Kamerstuk 33 529, nr. 843) aan nieuw perspectief voor de landbouw in het aardbevingsgebied.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten