33 529 Gaswinning

Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2016

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) geeft samen met gemeenten, provincie en het Rijk uitvoering aan het meerjarenprogramma (MJP) «Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen» (bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 212). Het MJP bevat maatregelen gericht op het verbeteren van de schadeafhandeling, het versnellen van de preventieve versterking van gebouwen en het inrichten van een breed instrumentarium op deze en aanpalende thema’s, zoals het vergroten van de leefbaarheid en verbetering van de woningmarkt. Het MJP is in december jl. door alle betrokken partijen geaccordeerd en vervolgens direct in praktijk gebracht. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de financiering van het MJP. Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging uit het AO Energie van 22 april jl. om uw Kamer te informeren over besluitvorming in het kader van de voorjaarsnota die betrekking heeft op de maatregelen in Groningen.

Middelen (aanvullend) bestuursakkoord: begroot en realisatie t/m 2015

Het kabinet heeft bij de vaststelling van het MJP geconstateerd (Kamerstuk 33 529, nr. 212) dat er aanvullende middelen nodig kunnen zijn om, daar waar de bestaande budgetten voor versterking, leefbaarheid en kansrijk Groningen binnen de eerder vastgestelde middelen uit het bestuursakkoord en de betreffende begrotingen van overheden en instellingen tekort schieten, toch toekomstbestendig te investeren. Het kabinet heeft daarom de NCG gevraagd inzichtelijk te maken wat de omvang is van deze eventueel benodigde middelen voor onder meer onderwijs, zorg, cultureel erfgoed en openbare ruimte en aangegeven op basis daarvan, waar nodig, dekking te zullen zoeken. Daarbij heeft het kabinet vastgesteld dat de aansprakelijkheid van NAM het uitgangspunt is, dat de bestaande (financiële) verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld op het terrein van onderwijs en zorg, onveranderd blijven en dat de NCG binnen dat kader een regierol vervult.

De NCG heeft de uitputting van middelen die zijn gecommitteerd met het bestuursakkoord (januari 2014, bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 28) en het aanvullend bestuursakkoord (februari 2015, bijlage bij Kamerstuk 33 529, nr. 96) inzichtelijk gemaakt. Ook heeft de NCG de benodigde middelen voor personeelskosten en werkbudget van de NCG, verduurzaming (inclusief uitvoering van de motie Bosman c.s., Kamerstuk 33 529, nr. 242) en versterking van schoolgebouwen geïnventariseerd. Prioriteit is gegeven aan schoolgebouwen omdat het daar gaat om een relatief kwetsbare groep die voor langere periodes aaneengesloten binnen gebouwen met specifieke kenmerken (zoals grote raampartijen) verblijft. Op het gebied van zorg, erfgoed en openbare ruimte (waaronder infrastructuur) lopen de inventarisaties nog. Deze inzichten en inventarisaties licht ik hieronder achtereenvolgend toe.

De uitputting van de middelen uit de bestuursakkoorden is in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 1: Uitgaven NAM binnen de kaders van de bestuursakkoorden (t/m 31-12-2015)

Spoor (bedragen in mln. euro)

Geraamd/begroot

Uitgaven

1. Bouwkundig versterken (raming)

600

175

2. Schadeclaims (raming)

250

429

3. Overig instrumentarium NAM (budget)

285

124

Totaal

1.135

728

Ad 1: onder bouwkundig versterken vallen onder andere inspecties, versterkingskosten voor woningen en infrastructuur.

Ad 2: onder schadeclaims vallen naast de kosten van schadeherstel zelf ook de kosten van taxaties en het CVW.

Ad 3: onder overig instrumentarium vallen de waardevermeerderingsregeling, waardevermindering, nieuwbouw, leefbaarheid en economisch perspectief (Economic Board).

Hierbij valt op dat met name bij de post schadeclaims er aanzienlijk meer is uitgekeerd dan oorspronkelijk geraamd. Bij de post bouwkundige versterking is dat nog niet het geval, maar daarbij kan aangetekend worden dat de activiteiten op dit gebied momenteel aanzienlijk toenemen. Aangezien NAM de verplichting heeft om de uitgaven voor schade en bouwkundige versterking te vergoeden heeft een overschrijding van de ramingen geen gevolgen voor de activiteiten die uitgevoerd worden. De overige budgetten (onder 3) zijn wel gemaximeerd. Hoewel de inzet op verbetering van de leefbaarheid en het economisch perspectief (Economic Board) op hoofdlijnen is vastgelegd, wordt de exacte invulling nader uitgewerkt en is hier het plafond van de uitgaven nog niet bereikt. Op specifieke onderdelen, zoals de waardevermeerderingsregeling, is de verwachting dat het maximale budget ruim zal worden overschreden, hoewel ook hier nog niet alle claims daadwerkelijk zijn uitgekeerd. De verwachting is dan ook dat het totale begrote budget binnen de looptijd van de bestuursakkoorden (t/m 2018) zal zijn uitgeput. De NCG zet daarbij in op maximale synergie tussen deze bestedingen en de activiteiten uit het MJP, bijvoorbeeld door de financiële middelen die beschikbaar zijn voor leefbaarheid aan te laten sluiten op de gebiedsgerichte aanpak of de versterkingsopgave voor scholen.

Werk- en programmabudget voor het meerjarenprogramma van de NCG

Om een voortvarende uitvoering van het MJP te borgen heeft het kabinet besloten om hiervoor een substantieel bedrag beschikbaar te stellen. In dit kader heb ik in het voorjaar van 2015 reeds € 96 mln. (meerjarig voor periode 2016–2024) beschikbaar gemaakt voor de organisatorische kosten van de NCG. Daarnaast stelt het kabinet nu, op basis van eerder genoemde inventarisatie, bij voorjaarsnota 2016 een programmabudget van cumulatief tot en met 2024 € 284 mln. voor de NCG beschikbaar. Ook zijn aanvullende afspraken gemaakt met de bewindspersonen van OCW over de versterking en nieuwbouw van schoolgebouwen (zie hieronder). Groningen kan bovendien gebruik maken van generieke subsidies van de Minister voor Wonen en Rijksdienst ter verduurzaming van de woningvoorraad (zie hierna).

De beschikbare budgetten zijn als volgt opgebouwd.

Tabel 2a: Apparaatsbudget NCG (onderdeel van artikel 40, jaren 2016–2024)

Bedragen in mln. euro

 

Organisatie NCG

96

Deze middelen zijn binnen de EZ- begroting beschikbaar gemaakt en verwerkt in de eerste suppletoire EZ-begroting 2015.

Tabel 2b: Programmabudget NCG (artikel 14 en 15, jaren 2016–2024)

Bedragen in mln. euro

 

Verduurzaming

165

Werkbudget NCG

55

Compensatie provincies/gemeenten

20

Instrumenten Woningmarkt

14

Onderzoek

30

Totaal

284

Binnen het budget van € 284 mln. is € 165 mln. beschikbaar gekomen voor de combinatie van verduurzaming bij versterking en bij herstel van schade. Daar bovenop werkt de Minister voor Wonen en Rijksdienst aan een nieuwe landelijke regeling om investeringen in energiebesparende maatregelen van eigenaar-bewoners en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) te stimuleren. Hiervoor komt landelijk € 70 mln. beschikbaar. Over de invulling en voorwaarden van deze regeling is uw Kamer recentelijk door de Minister voor Wonen en Rijksdienst geïnformeerd (Kamerstuk 30 196, nr. 457). De NCG en de Minister voor Wonen en Rijksdienst gaan eigenaar-bewoners en Verenigingen van Eigenaren in het aardbevingsgebied ondersteunen bij de gebruikmaking van deze subsidie. In laatstgenoemde Kamerbrief gaat de Minister voor Wonen en Rijksdienst ook in op de wijzigingen per 1 juli 2016, bedoeld om de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) voor verhuurders aantrekkelijker te maken. De belangrijkste aanpassingen zijn een generieke verhoging van de subsidiebedragen en het onderscheiden van meerdere categorieën zeer energiezuinige renovaties. Deze wijzigingen komen ook de activiteiten gericht op het versterken en verduurzamen van 1.650 corporatiewoningen naar nul-op-de-meter ten goede.

Met de motie Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 242) heeft uw Kamer verzocht om bij de behandeling van de komende voorjaarsnota met een voorstel te komen voor behoud van de waardevermeerderingsregeling in de oude vorm of een vergelijkbare regeling. Verder heeft uw Kamer met de motie Bosman en Jan Vos (Kamerstuk 32 849, nr. 64) verzocht om de zorgen die zijn ontstaan over mogelijke overtekening van de aangepaste waardevermeerderingsregeling die tot 31 januari 2016 geopend was mee te nemen bij de uitvoering van de voornoemde motie Bosman c.s. Nu de financiële kaders helder zijn, heb ik de NCG gevraagd om samen met de regio de specifieke wijze waarop het budget kan worden ingezet uit te werken. Mijn inschatting is dat de beschikbaar gestelde middelen voldoende ruimte bieden om invulling te geven aan de wens van uw Kamer om tot een combinatie te komen van verduurzaming en versterking van gebouwen alsmede het bieden van compensatie voor de overlast van schade, in lijn met de motie Bosman c.s. Ik zal uw Kamer over de meer precieze invulling informeren na de besprekingen tussen de regio en de NCG.

Het overige budget van ca. € 120 mln. zal meerjarig als volgt worden ingezet:

  • Werkbudget NCG inclusief aanvullend apparaatsbudget voor onder andere de gebiedsgerichte aanpak voor preventieve versterking van gebouwen en bekostiging van de onlangs ingestelde arbiters voor schadeafhandeling: € 55 mln.;

  • Compensatie extra kosten gemeenten en provincie: € 20 mln.;

  • Inzet specifiek instrumentarium voor de woningmarkt, waaronder een regeling voor achterstallig onderhoud en de opzet van een woonbedrijf: € 14 mln.;

  • Onderzoeksbudget, onder meer voor het verwerken van de nieuwste inzichten in de Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR) en voor onderzoek naar veiligheidsmaatregelen in de industrie: € 30 mln.

NAM zal de komende jaren een bijdrage leveren aan specifieke programma’s van de NCG, waarbij voor 2016 afgesproken is dat NAM hier € 7 mln. voor reserveert.

Dekking en verwerking van de aanvullende middelen van € 284 mln.

Met ingang van de eerste suppletoire EZ-begroting 2016 wordt een nieuw beleidsartikel ingesteld voor het Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen (beleidsartikel 15). Dit nieuwe beleidsartikel wordt in de periode 2016–2024 met in totaal € 244,2 mln. vanuit de aardgasbaten gevoed. Het nieuwe begrotingsartikel voor het Meerjarenprogramma NCG kent een 100% eindejaarsmarge. Dit houdt in dat budget dat in een bepaald jaar niet wordt benut, kan worden meegenomen naar volgende jaren en derhalve beschikbaar blijft voor de uitvoering van het MJP. Op deze wijze houdt het kabinet rekening met de complexe en deels onvoorspelbare opgave waar de NCG voor staat en wordt de nodige flexibiliteit geboden zodat het budget optimaal kan worden aangewend.

Aanvullend op het nieuwe beleidsartikel ter grootte van € 244,2 mln. wordt op beleidsartikel 14 (Duurzame Energie) € 40 mln. geoormerkt voor inzet op duurzaamheid door de NCG. Deze aanvullende middelen pas ik in binnen het geheel van de EZ-begroting.

Versterking en nieuwbouw van scholen

Mede namens de Minister en staatsecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap informeer ik uw Kamer hierbij ook over de stand van zaken van versterking en nieuwbouw van scholen. Zoals aan het begin van deze brief aangegeven, voert de NCG inventarisaties uit van de benodigde maatregelen op verschillende specifieke beleidsterreinen, waarbij de versterking van schoolgebouwen prioriteit heeft gekregen en als eerste is opgepakt. De regio heeft niet alleen te maken met de gevolgen van gaswinning maar kampt ook met de gevolgen van krimp en ontgroening. Binnen die context is samen met gemeenten, schoolbesturen en NAM een scholenprogramma opgesteld, dat erop is gericht om het momentum van de versterkingsopgave te benutten om het gebied van toekomstbestendige scholen te voorzien. Hiermee wordt voorkomen dat ondoelmatige investeringen worden gedaan en scholen te maken krijgen met meerdere verbouwingen.

Uit de inventarisatie komt naar voren dat 101 scholen bouwkundig versterkt moeten worden. In samenspraak met gemeenten en schoolbesturen wordt ingezet op het versterken van 41 scholen. Daarnaast worden 60 schoolgebouwen aan de onderwijsfunctie onttrokken. Hiervoor in de plaats komen 29 nieuwe schoolgebouwen, waarin sommige scholen onder één dak samengaan. Aangezien het scholenprogramma primair is ingegeven door de aardbevingsproblematiek is voor de financiering in eerste instantie gekeken naar NAM. NAM heeft uitgebreid meegedacht met de te combineren doelstellingen van het programma en zich bereid getoond om € 172,5 mln. in het scholenprogramma te investeren. De negen betrokken gemeenten dragen gezamenlijk € 44,5 mln. bij en staan onder meer garant voor eventuele extra kosten met betrekking tot oude gebouwen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt € 50 mln. beschikbaar voor het programma door middel van een structurele overboeking naar de begroting van EZ van € 3 mln. vanaf 2017. Tot slot zal ten behoeve van de verduurzaming van de schoolgebouwen € 23,5 mln. gefinancierd worden vanuit de € 165 mln. die bij voorjaarsnota beschikbaar is gesteld voor de combinatie van verduurzaming bij versterking en bij herstel van schade.

Met het scholenprogramma wordt een integrale aanpak waarbij wordt geïnvesteerd in veiligheid en toekomstbestendigheid geborgd. Hiermee geeft het kabinet invulling aan de motie Dik Faber c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 224), waarmee de regering is verzocht de versterking van scholen zo snel mogelijk te laten plaatsvinden, en de motie Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 218), waarmee de regering is verzocht de NCG in staat te stellen om samen met scholen en gemeenten tot een oplossing te komen. Ten aanzien van de motie van de leden Van Veldhoven en Jan Vos (Kamerstuk 33 529, nr. 219), waarmee de regering is verzocht met de NCG ervoor te zorgen dat onkosten als onderdeel van het schadeherstel en de versterking worden vergoed door NAM, spreekt de NCG met NAM over vergoeding van de extra kosten die de schoolbesturen moeten maken. Hiermee laat het kabinet zien dat het oog heeft voor de zorgen en overlast van de bevolking en meedenkt met oplossingen die de regio zelf vorm kan geven.

Tot slot

Met het opnieuw beschikbaar stellen van middelen voor een voortvarende uitvoering van het meerjarenprogramma onderstreept het kabinet het belang van het aanpakken van de aardbevingsproblematiek en herstel van vertrouwen onder de inwoners van Groningen. Met de nu geboden financiële armslag wordt de NCG in staat gesteld om samen met de diverse overheden en andere betrokken de ambities van het Rijk maar vooral ook van de regio zelf tot uitvoering te brengen. Uw Kamer zal per kwartaal op de hoogte worden gehouden van de voortgang en de resultaten.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven