33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2012

Hierbij doe ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ter informatie toekomen het zevende openbaar bericht van de Commissie Samson. Deze Commissie verricht onderzoek naar Seksueel misbruik van minderjarigen die sedert 1945 onder verantwoordelijkheid van de overheid in instellingen zijn geplaatst.

Met de toezending van deze informatie geef ik gevolg aan de toezegging die hierover door de toenmalige bewindspersonen aan uw Kamer is gedaan tijdens een algemeen overleg van 1 april 2010. 1

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Zevende openbaar bericht van de commissie-Samson

De commissie-Samson doet in haar zevende openbaar bericht beknopt verslag van haar werkzaamheden. In dit openbaar bericht gaat de commissie in op de voortgang van het onderzoek naar seksueel misbruik van minderjarigen die op gezag van de overheid in instellingen en/of pleeggezinnen zijn geplaatst en voortzetting van een Meldpunt na het einde van de commissie.

Onderzoekswerkzaamheden

De verschillende deelonderzoeken, die in opdracht van de commissie worden uitgevoerd, verkeren in de afrondende fase of zijn al afgerond.

Afgerond zijn:

  • het historisch onderzoek;

  • het governance onderzoek;

  • het onderzoek naar signalen van seksueel misbruik en de reactie daarop gedurende de periode 1945 t/m 2007;

  • het onderzoek naar de reactie van de politie;

  • het onderzoek naar de reactie van het Openbaar Ministerie;

  • het onderzoek naar de achtergronden van daders.

De beschrijving van het juridische kader was in juni 2011 al beschikbaar gekomen.

Naar aanleiding van berichten rond seksueel misbruik in het internaat Harreveld en de castratie van een voormalige pupil heeft de commissie besloten een aanvullend historisch onderzoek te laten uitvoeren naar Harreveld en het toezicht op Harreveld. Daarnaast wordt er een algemeen en verdiepend onderzoek naar het toezicht uitgevoerd over de jaren ’60 tot en met ’80. De Rijksuniversiteit Groningen voert deze onderzoeken uit.

De commissie heeft besloten alle deelonderzoeken gelijktijdig met haar eindrapport te presenteren, zodat ze in onderling verband en samenhang kunnen worden gelezen en de commissie de conclusies van de verschillende deelrapporten kan verbinden en betekenis kan geven.

Voortgang onderzoek naar aard en omvang.

De commissie was onaangenaam verrast over het artikel in de Volkskrant van 1 mei 2012 over de resultaten van de onderzoeken, die de Rijksuniversiteit Leiden in opdracht van de commissie uitvoert naar de aard en omvang van seksueel misbruik in de residentiële jeugdzorg, de pleegzorg en de voorzieningen waarin jeugdigen met een verstandelijke beperking zijn geplaatst. Op 1 mei lagen er nog «slechts» conceptrapporten voor, waarin het commentaar van de betreffende begeleidingscommissies nog verwerkt moest worden. Wat de uitkomst daarvan zal zijn, is nog niet duidelijk. Wel staat vast dat uithuis geplaatste kinderen in de jeugdzorg vaker seksueel misbruikt worden dan minderjarigen die thuis bij hun ouders wonen en dat een belangrijk deel van dit misbruik plaats vindt tussen jongeren onderling. Daarnaast blijkt dat in veel gevallen slachtoffers niet (durven) aangeven wie de dader is.

Naar aanleiding van de bovengenoemde berichten in de media heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op 4 mei 2012 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarin geeft de staatssecretaris aan dat zij de commissie verzocht heeft signalen van actueel seksueel misbruik per instelling door te geven aan de Inspectie Jeugdzorg. De commissie heeft eerder op een dergelijk verzoek geantwoord dat zij melders attendeert op het doen van aangifte bij de politie en het melden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. De commissie kan actuele meldingen van seksueel misbruik die via het meldpunt onder haar aandacht worden gebracht, ook rechtstreeks overdragen aan het openbaar ministerie. Daarover zijn afspraken met het openbaar ministerie gemaakt. De onderzoekscijfers van de Rijks Universiteit Leiden bevatten geen informatie per instelling en zijn anoniem verkregen van jongeren. Het is dus niet mogelijk om die per instelling aan de inspectie door te geven.

Ronde tafelgesprekken

De commissie organiseert de komende maanden een aantal ronde tafelgesprekken om het beeld dat de bevindingen van de deelonderzoeken oplevert, verder aan te scherpen. Een eerste gesprek met pleegouders bleek zeer informatief. De commissie gaat nog gesprekken voeren met ouders van uit huis geplaatste kinderen, met kinderen die uit huis geplaatst zijn en met slachtoffers. Ook zijn ronde tafelgesprekken voorzien met functionarissen in het veld over de samenwerking binnen de keten, professionalisering en het toezicht. Deze gesprekken zijn vooral gericht op (aanbevelingen voor) de toekomst.

Meldingen en meldpunt van de commissie

Hulpverlening

De commissie heeft bij herhaling aandacht gevraagd bij de bewindslieden van VWS en Veiligheid en Justitie (VenJ) voor de problemen, die voormalige slachtoffers hebben met het betalen van de eigen bijdrage aan psychische hulpverlening. De staatssecretaris van VWS heeft met Rieke Samson een jaar geleden gesproken dat dit probleem opgelost moet worden, omdat door de aandacht voor seksueel misbruik en het doen van een melding bij de commissie het leed wordt opgerakeld. Het ligt daarom niet aan de slachtoffers dat zij nu therapie moeten zoeken. Inmiddels heeft Jeugdzorg Nederland zich bereid verklaard de eigen bijdrage voor deze specifieke groep te dragen. Dat is goed nieuws. De commissie doet een beroep op de betrokkenen om met een praktische oplossing te komen hoe de betaling zal gaan verlopen. Want: Er zijn in deze speciale casus verwachtingen gewekt die in de ogen van de commissie nu toch echt snel ingelost moeten worden.

Voortzetting Meldpunt na einde commissie

De commissie herhaalt haar eerder geuite opvatting dat de functie van het Meldpunt van de commissie na het einde van de commissie in stand gehouden moet worden. Het is de bedoeling dat Slachtofferhulp Nederland dit overneemt. De bewindspersonen van VWS en Veiligheid en Justitie ondersteunen de wens van de commissie. De commissie heeft de indruk dat het proces niet daadkrachtig genoeg wordt aangepakt en er door administratieve belemmeringen geen concrete stappen worden gezet om een dergelijk Meldpunt te realiseren.

Daarnaast is de commissie van mening dat het huidige Meldpunt van de commissie bij een voortzetting door Slachtofferhulp Nederland te beperkt zal zijn. Ook zal het niet voldoende zijn om bestaande meldpunten meer informatie met elkaar te laten uitwisselen. Het Meldpunt dat de commissie voor ogen heeft is niet alleen gericht op meldingen van actuele gevallen van misbruik. Het gaat de commissie met name om het inrichten van een Meldpunt waarbij ook slachtoffers terecht kunnen die in het verleden in de jeugdzorg seksueel misbruikt zijn, dan wel slachtoffer van geweld geweest zijn.

Het doet de commissie deugt dat de staatssecretaris van VWS mede namens de bewindspersonen van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer heeft toegezegd de oprichting van een breder Meldpunt te ondersteunen. Nu is het volgens de commissie tijd om het Meldpunt daadwerkelijk tot stand te brengen.

Aantallen

De commissie ontvangt veel meldingen van seksueel misbruik of geweld die buiten de strikte onderzoeksopdracht van de commissie vallen. Omdat het aantal meldingen dat buiten het onderzoeksbereik valt fors is – ongeveer één op de drie meldingen – en er kennelijk ook in andere sectoren misstanden zijn die melders onder de aandacht willen brengen, analyseert de commissie ook deze zaken. In haar eindrapport zal de commissie hierover meer gedetailleerde informatie geven.

Uitbrengen rapport

De commissie verwacht op 8 oktober 2012 haar eindrapport te kunnen presenteren.


X Noot
1

Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 VI, nr. 100. Eerdere tussenberichten van de Commissie Samson (nrs. 1, 2 en 3, 4, 5) zijn op respectievelijk 6 oktober 2010, 26 januari 2011, 13 mei 2011 en 22 juni 2011, 1 december 2011, 3 april (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500-VI, nrs. 5, 80, 101, 110 en Kamerstukken II, 2011–2012, 33 000-VI, nr. 62, 93) aan de Tweede Kamer aangeboden.

Naar boven