32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

33 043 Groene economische groei in Nederland (Green Deal)

Nr. 53 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 januari 2018

In het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is afgesproken dat het Kabinet de afspraken uit het Rijksbrede Programma circulaire economie en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord als onderdeel van de klimaatopgave zal uitvoeren om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Met deze brief bieden wij u graag de vijf transitieagenda’s aan1, die zijn afgesproken in het Grondstoffenakkoord2. Deze agenda's zijn eerder toegezegd aan uw Kamer in de brieven van 6 juli en 24 oktober 20173. We sturen u deze brief mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De transitie richting een circulaire economie is een uitdaging, die grote kansen biedt voor nieuwe bedrijvigheid, nieuwe banen, innovatie en het exportpotentieel van onze koplopende bedrijven en kennisinstellingen. Verantwoord en efficiënt grondstoffengebruik draagt in belangrijke mate bij aan het voorkomen van milieuschade, het behalen van onze klimaatdoelstelling en in bredere zin de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, hier en elders in de wereld.

Het Grondstoffenakkoord is opgesteld in samenwerking met VNO-NCW, MKB-Nederland, FNV, VCP, IPO, UvW, VNG en Stichting Natuur & Milieu en op 24 januari 2017 ondertekend door 188 partijen. Het aantal ondertekenaars is inmiddels opgelopen tot meer dan 350 partijen vanuit de markt, overheden, financiers en kennisinstituten. Er is breed commitment om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Een belangrijke afspraak in het Grondstoffenakkoord is het gezamenlijk opstellen van transitieagenda’s voor de transitie naar een circulaire economie in vijf prioritaire sectoren en ketens: biomassa en voedsel, kunststoffen, bouw, maakindustrie en consumptiegoederen.

Het afgelopen half jaar is door vijf transitieteams hard aan deze transitieagenda´s gewerkt. Het resultaat van hun werk sturen wij uw Kamer nu toe4. Wij zijn de onafhankelijke voorzitters en deelnemers aan de transitieteams bijzonder erkentelijk voor hun inspanningen en bijdragen aan deze belangrijke stap. De transitieteams zijn breed samengesteld vanuit maatschappelijke partijen, overheden en de markt.

Doel van de agenda’s is om inzichtelijk te maken wat nodig is om de transitie naar de circulaire economie te versnellen. Hierbij wordt naar alle niveaus gekeken, van lokale en regionale circulaire initiatieven tot en met internationale gremia, organisaties en netwerken. Elke agenda bevat ontwikkelrichtingen voor de komende jaren, een actieagenda, een kennisagenda, een sociale agenda en een investeringsagenda. Onder leiding van de voorzitter van de SER heeft een reflectiegroep, zoals afgesproken in het Grondstoffenakkoord, ondersteuning geboden bij het bepalen van focus, impact- en doelbereik van voorgestelde activiteiten, de keuze van de indicatoren en de relatie met ander transitietrajecten en de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN (SDG´s).

Nu de transitieagenda´s zijn opgeleverd is de volgende stap dat alle betrokken partijen hun inzet bij de uitvoering bepalen. Ook de uitvoering van het Grondstoffenakkoord is immers een zaak van samenwerking met alle partijen.

De eerste maanden van 2018 worden door de opstellende partners gebruikt om acties verder te concretiseren en de investeringsagenda, kennisagenda en sociale agenda alsook de internationale samenwerking daarbinnen verder uit te werken. Bij de concretisering wordt gebruik gemaakt van een doorrekening van de macro-economische en milieueffecten door TNO. De resultaten van het SER-advies over het financiële instrumentarium, dat naar verwachting in maart komend jaar wordt afgerond, wordt ook daarbij betrokken. Het PBL-onderzoek dat uw Kamer 8 december 2017 ontvangen heeft is onderdeel van dit advies5. De Commissie milieu effect rapportage (mer) en het PBL zullen worden betrokken om de impact van de circulaire economie op mondiale duurzame ontwikkeling in kaart te brengen.

Het kabinet heeft in het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) al uitgesproken werk te willen maken van de transitieagenda's. Daarbij heeft het kabinet aangekondigd om een extra accent te leggen op de ontwikkeling en verspreiding van kennis en best practices. Ook wil het kabinet inventariseren welke knelpunten in regelgeving, toezicht en handhaving duurzame innovaties in de weg staan en hoe die opgelost kunnen worden. We verwachten de officiële kabinetsreactie op de transitieagenda’s in de eerste helft van 2018 aan te kunnen bieden aan uw Kamer met daarin de kabinetsinzet voor de komende jaren.

Naast de agenda's sturen wij u ook de aanbevelingen die de voorzitters van de transitieteams in een gezamenlijke notitie hebben opgenomen6. Hierin geven de transitieteams suggesties voor acties aan de opstellende partners van het Grondstoffenakkoord, waarmee zij direct kunnen beginnen, terwijl de agenda´s waar nodig verder worden geconcretiseerd. Ook hierop wordt nader ingegaan in de kabinetsreactie.

Monitoring

Om de voortgang van de transitie te kunnen volgen, is een monitoringssysteem ontwikkeld door PBL, CBS, RIVM en de Universiteit Utrecht. Bijgevoegd vindt u een beschrijving van het tot nu toe ontwikkelde monitoringraamwerk7. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie Van Veldhoven c.s. over het ontwikkelen van indicatoren en het doen van een nulmeting8. Het ontwikkelde monitoringraamwerk brengt systematisch in kaart wat we willen weten, wat we al kunnen meten (nulmeting), en op welke onderdelen het monitoringraamwerk nog verder moet worden ontwikkeld en uitgewerkt (groeimodel). De nulmeting is gebaseerd op data die al beschikbaar zijn of relatief gemakkelijk beschikbaar te maken zijn. Wat we willen maar nog niet kunnen meten, levert een agenda op voor de verdere uitwerking van het monitoringraamwerk. De monitoring vormt input voor de voortgangsrapportages over de voortgang van de transitie. De eerste rapportage ontvangt uw Kamer eveneens in de eerste helft van 2018.

De circulaire economie staat aan het begin van de transitie. Dit kabinet zet in op versnelling en opschaling van de circulaire economie. Daarvoor vormen de transitieagenda´s een belangrijke stap.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 32 852, nr. 46

X Noot
3

Kamerstukken 32 852 en 33 043, nrs. 48 en nr. 49

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Kamerstuk 32 852, nr. 51

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
8

Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 36.

Naar boven