32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 46 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2017

Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister voor Wonen en Rijksdienst, het Grondstoffenakkoord dat op 24 januari door de betrokken partners is ondertekend1. Hiermee vult het kabinet het verzoek van uw Kamer in om te komen tot een Grondstoffenakkoord. Daarmee is de motie van de leden Van Veldhoven en Cegerek2 afgedaan.

Tevens gaan wij met deze brief in op een aantal toezeggingen uit de Begrotingsbehandeling van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op 3 november 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 18, items 4 en 7).

Grondstoffenakkoord

Met het Grondstoffenakkoord zetten we een belangrijke nieuwe stap in de transitie naar een Circulaire Economie. Het akkoord laat zien dat er volop commitment is van partijen om bij te dragen aan de versnelling van deze transitie.

Wij hebben het akkoord opgesteld in overleg met VNO-NCW, MKB-Nederland, FNV, VCP, IPO, UvW, VNG en de Stichting Natuur en Milieu en hebben daarnaast veel andere stakeholders gesproken. Het Grondstoffenakkoord is in lijn met het rijksbrede programma «Nederland circulair in 2050»3 zoals dat op 5 oktober met uw Kamer is besproken in het AO Circulaire Economie (Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 35). Veel partijen uit de geledingen van werkgevers, werknemers, milieu en natuurorganisaties, gemeenten, regio’s, provincies en waterschappen, financiers, kennis- en onderwijsinstellingen en andere maatschappelijke organisaties, samenwerkingsverbanden en platforms onderschrijven dit akkoord. Al deze partners zullen met ambitie en naar vermogen aan de uitvoering ervan bijdragen. In eerste instantie het komend half jaar, bij het opstellen van de vijf Transitieagenda´s voor de vijf prioritaire sectoren (maakindustrie, biomassa/voedsel, bouw, kunststoffen en consumptiegoederen).

Over de voortgang van het opstellen van deze Transitieagenda’s zal uw Kamer voor het zomerreces worden geïnformeerd.

Toezeggingen

Tijdens de Begrotingsbehandeling van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op 3 november 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 18, items 4 en 7) heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu u toegezegd om aan te geven welke termijn wij voor fosfaat denken nodig te hebben om stappen te zetten in het bepalen van een doelstelling om de circulariteit te bevorderen en deze schaarse en essentiële grondstof te beschermen en te behouden, mede op basis van de beschikbare technologie en de vooruitgang daarin.

Deze doelstelling willen wij graag vaststellen in overeenstemming met de belangrijkste stakeholders die een bijdrage kunnen leveren aan het sluiten van de fosfaatkringloop. Daarom zal deze doelstelling een plaats krijgen bij de ontwikkeling van de Transitieagenda Biomassa en Voedsel, waarvoor het Grondstoffenakkoord de opmaat vormt.

Ook heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu u toegezegd om aan te geven hoe is aangehaakt bij het beleid voor de topsectoren in Nederland, het energieakkoord (relatie met de beoogde CO2-afname) en de Sustainable Development Goals (SDG’s).

De topsectoren worden nadrukkelijk betrokken bij de uitwerking van de Transitieagenda’s. Veel circulaire innovaties raken immers één of meer topsectoren. Het ligt dan ook voor de hand om te kijken waar synergie geboekt kan worden, gebruik makend van de investeringen en netwerken die al in ontwikkeling zijn als gevolg van het Topsectorenbeleid. De voorzitters van de Topteams zullen worden betrokken bij de organisatie van het vervolgproces van de Transitieagenda’s.

De transitie naar de Circulaire Economie kent een nauwe relatie met de Energietransitie. Door zuiniger en slimmer om te gaan met grondstoffen, door recycling en de toepassing van biobased materialen, kan immers een sterke bijdrage worden geleverd aan de beoogde afname van CO2-emissies, mits dit niet leidt tot een verhoogd energiegebruik. Op dit moment wordt een verkennend onderzoek naar de relatie tussen klimaat, energie en circulaire economie uitgevoerd. U zult over de resultaten daarvan voor de zomer worden ingelicht.

Net zoals in het rijksbrede programma «Nederland Circulair in 2050» (Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 33) wordt ook in het Grondstoffenakkoord expliciet verwezen naar de bijdrage die de Circulaire Economie kan leveren aan de SDG’s, in Nederland, in Europa en in de rest van de wereld. De circulaire economie biedt wereldwijd kansen voor duurzame ontwikkeling. De transitie naar de Circulaire Economie draagt immers niet alleen bij aan SDG 12 (duurzame consumptie en productie), maar ook aan andere SDG’s zoals die betreffende de thema’s armoede, water, oceanen, industrie, klimaat, landgebruik en gezondheid. Innovatieve Nederlandse bedrijven kunnen vanuit hun kennis en kunde hieraan een bijdrage leveren.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 300 XII, nr. 37.

X Noot
3

Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 33.

Naar boven