9 Pensioenonderwerpen

Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 05/11). 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De Kamer heeft in 2010 via een aangenomen motie duidelijk nee gezegd tegen nieuwe pensioenrichtlijnen uit Europa. Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen van dit jaar herhaalde de Kamer dat "nee" en deelde zij een gele kaart uit. Na de verkiezingen kwam er een behandelvoorbehoud. De Kamer legde vast dat de regering de Kamer van tevoren moest informeren over de opties die op tafel lagen. En toen kwam er donderdag een brief met de volgende mededeling: er is een nieuwe conceptrichtlijn; hier hebt u 79 pagina's nieuwe regelgeving vanuit Europa over pensioenen; aan een paar bezwaren is de EU tegemoetgekomen, dus de regering wil woensdag instemmen. Behoefte aan een debat? Nee, natuurlijk niet. Met deze richtlijn streeft de EU naar een interne markt voor pensioenfondsen — dat staat er letterlijk in — op Europese schaal, zeg maar een soort pensioenunie. De EU bepaalt zaken over het pensioenoverzicht, het bestuur van fondsen en het toezicht op de toezichthouder en maakt procedures die het bijvoorbeeld voor een Nederlandse werkgever makkelijker maken om een fonds in Cyprus op te zetten. 

Zowel de idiote procedure als het voorstel dat we alleen op hoofdlijnen hebben kunnen bestuderen, is belachelijk. Dit weekend bleek ons dat er nog drie andere voorstellen zijn gedaan in de afgelopen twee weken, waarover we van tevoren nooit geïnformeerd zijn. Ik voeg ze toe aan de Handelingen. 

De voorzitter:

In plaats van ze toe te voegen aan de Handelingen, zal ik ze ter inzage bij het CIP laten leggen. Dat lijkt me verstandig. Dan kan iedereen er kennis van nemen. 

Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat deze stukken ter inzage worden gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer. 

(Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.) 

De heer Omtzigt (CDA):

De regering had ons hierover gewoon moeten informeren. 

Ik dien daarom twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat 79 pagina's Europese wetgeving over pensioenen, die het Nederlandse stelsel van meer dan 1.200 miljard euro raakt, goed bestudeerd moet worden en dat er dan een debat in de Tweede Kamer over moet plaatsvinden; 

constaterende dat daarover harde afspraken gemaakt waren in Kamerstuk 33931, nr. 5; 

verzoekt de Nederlandse regering, ervoor te zorgen dat het IORP 2-voorstel niet voor 1 februari 2015 geagendeerd wordt bij het Coreper of de Europese Raden, zodat de Kamer experts kan horen en hier een goed geïnformeerd standpunt over kan innemen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Krol, Van Vliet, Madlener, Ulenbelt, Dijkgraaf, Schouten, Van Klaveren en Ouwehand. 

Zij krijgt nr. 235 (32043). 

De heer Omtzigt (CDA):

Indien die motie het niet haalt, ben ik genoodzaakt de volgende in te dienen. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterend dat de IORP 2-richtlijn het Nederlandse stelsel raakt; 

constaterende dat de Tweede Kamer met motie 21501-20, nr. 862 zich tegen deze EU-wetgeving heeft uitgesproken; 

verzoekt de regering, niet in stemmen met deze pensioenrichtlijn, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Omtzigt, Krol, Van Vliet, Madlener, Ulenbelt, Dijkgraaf, Schouten, Van Klaveren en Ouwehand. 

Zij krijgt nr. 236 (32043). 

Ik denk dat de staatssecretaris heel even wil wachten tot zij de tekst van de moties tot haar beschikking heeft. Ik ga niet schorsen, maar we wachten heel even. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Voorzitter, dank u. Ik dank ook de heer Omtzigt. Afgelopen juni hebben wij uitgebreid met elkaar gesproken over de herziening van de IORP-richtlijn. Daarbij heb ik de zorgen die bij de Kamer leefden heel goed in mijn oren geknoopt. Zo waren er zorgen over de informatievoorziening, de gedelegeerde bevoegdheden, de gedetailleerdheid van de governance en de gevolgen die dit alles zou hebben voor pensioenfondsen, werkgevers en deelnemers. Deze zorgen hebben wij ingebracht in de onderhandelingen in Europa. Zoals ik de Kamer in oktober per brief meldde, zijn er vervolgens stappen in de goede richting gezet. Toch waren er nog belangrijke knelpunten voor Nederland. Voor het einde van november leek het er dan ook niet naar uit te zien dat er voor het einde van dit jaar consensus tussen de lidstaten kon worden bereikt. 

Op het laatst zijn er echter belangrijke concessies gedaan aan onder andere ons land. Daarmee ligt er nu een akkoord waarin de zorgen van Kamer zijn weggenomen. Die zorgen van de Kamer zijn natuurlijk ook in moties vervat. Dat is ook conclusie van de Nederlandse Pensioenfederatie. Het nu voorliggende voorstel sluit aan bij het Nederlandse stelsel, terwijl het voorstel voor lidstaten met minder ver ontwikkelde tweedepijlerpensioenstelsels een bijdrage kan leveren voor een meer toekomstbestendige inrichting van de oudedagsvoorzieningen, hetgeen de financiële stabiliteit in Europa als geheel ten goede komt. 

Ik besef terdege dat de tijd om hiernaar te kijken voor de Kamer kort is. Het is wat het kabinet betreft echter niet verstandig om pas later te besluiten binnen de Raad. Wanneer het onder het Italiaanse voorzitterschap niet lukt om consensus tussen de lidstaten te bereiken, zal er onder het Letse voorzitterschap een nieuwe fase aanbreken, waarin de onderhandelingen zich weer in een voor Nederland ongewenste richting kunnen begeven. Bovendien bevat dit voorstel een bepaling dat pas zes jaar na inwerkingtreding de richtlijn opnieuw zal worden geëvalueerd. Dat betekent dat er voorlopig geen nieuwe, meer ingrijpende, voorstellen uit Brussel zullen komen voor Nederlandse pensioenfondsen. 

Er is nu voldaan aan alle aandachtspunten die de Tweede Kamer aan het begin van het onderhandelingsproces heeft geformuleerd. Ik kan al die aandachtspunten opnoemen, maar kortheidshalve … Ik zal ze toch even opnoemen. Dat vind ik netjes voor de Handelingen. Het gaat dan over de gedetailleerde en uniforme bepalingen over pensioencommunicatie. Die zijn in het huidige voorstel aanzienlijk gestroomlijnd en in detailniveau teruggebracht. Ze bieden meer flexibiliteit aan lidstaten. Daarmee zijn er geen gevolgen meer voor het wetsvoorstel pensioencommunicatie dat bij de Kamer ligt. De ruime en gedetailleerde gedelegeerde bevoegdheden zijn in lijn met de motie van het lid Omtzigt. Het compromisvoorstel bevat geen gedelegeerde bevoegdheden meer; helemaal niet meer. Voor Nederland was dit in het bijzonder van belang op het gebied van risico-evaluatie om een opening naar prudentiële eisen te voorkomen. Ook op het terrein van de bevoegdheden van de Europese toezichthouder is een dikke stap voorwaarts gedaan, want het voorstel bevat geen nieuwe bevoegdheden of uitnodigingen aan EIOPA om nadere regels op te stellen ten aanzien van pensioenfondsen. 

Dan de bepalingen inzake governance. De bepalingen in dit voorstel zijn in belangrijke mate in lijn met de bestaande Nederlandse governancevereisten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de geschiktheid van het bestuur, de regels voor uitbesteding en functies zoals interne controle, die ook keurig in lijn zijn met wat wij in Nederland beogen. 

Op het gebied van grensoverschrijdende activiteiten zijn belangrijke waarborgen geïntroduceerd voor deelnemers, onder andere door het instemmingsvereiste van beide toezichthouders voorafgaand aan een grensoverschrijdende waardeoverdracht. 

Volgend op de consensus in de Raad zullen nog de onderhandelingen met het Europees Parlement worden gevoerd. Dan zetten we weer een volgende stap. Kortheidshalve vraag ik uw Kamer om instemming te verlenen aan het doorstappen nu, zodat de Coreper hiermee uit de voeten kan. Zoals gezegd hebben wij namelijk heel goed geluisterd naar de Tweede Kamer op alle verschillende onderdelen. 

De voorzitter:

Ik denk dat het verstandig is als de staatssecretaris nu gelijk op de twee ingediende moties reageert. Daarna kunnen we bekijken of er nog vragen zijn. 

Staatssecretaris Klijnsma:

Mijn betoog komt er dan op uit dat ik beide moties moet ontraden, omdat ik volgaarne de volgende stap wil zetten in de Coreper. 

De voorzitter:

Een korte vraag, mijnheer Omtzigt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Klopt het dat er gewoon in het voorstel staat dat EIOPA richtlijnen kan opleggen aan de Nederlandsche Bank en zelfs de formuleren kan voorschrijven, zodat datgene wat de staatssecretaris net zei, niet klopt? 

Voorzitter. Bij uitzondering stel ik u een vraag. Klopt het dat er een behandelvoorbehoud ligt met een brief van de voorzitter van de commissie Europese Zaken, de heer Knops, waarin staat dat de minister belangrijke beslispunten vooraf zou voorleggen aan de Tweede Kamer? Constateren wij met zijn allen dat dit in zijn geheel niet is gebeurd, dat ik hier met één aanvullende vraag zou moeten instemmen met vergaande Europese regelgeving die gaat over 12 miljard aan pensioenvermogen en dat dit de Tweede Kamer onwaardig is? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Zoals ik zei, als het gaat om de Europese toezichthouder bevat dit voorstel geen nieuwe bevoegdheden voor EIOPA om nadere regels op te stellen ten aanzien van pensioenfondsen. 

De voorzitter:

Er is mij een vraag gesteld. Het behandelvoorbehoud is er geweest, maar is er niet meer. De commissie heeft besloten om het op te heffen, zo is mijn informatie. Daarover zijn afspraken gemaakt in commissieverband. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja, en die afspraken zijn in stemming gebracht door u als voorzitter. Daarin stond dat de regering van tevoren zou informeren. Ik heb u net drie conceptvoorstellen gegeven waarover de regering vergaand heeft onderhandeld zonder op enig moment de Kamer te informeren. Is dat de gang van zaken die wij als Tweede Kamer van de regering zouden moeten accepteren en waardoor wij nu worden geconfronteerd met vergaande regelgeving waarmee we binnen tien seconden, met maar één partij zo zeg ik erbij, moeten instemmen? Overigens had de staatssecretaris dit voorstel op 28 november. Had zij het gewoon begin vorige week naar de Kamer gestuurd, dan hadden wij ook nog een AO kunnen houden. Is dit de manier waarop wij hier zaken doen? Wat doe ik hier dan nog? 

Mevrouw Lodders (VVD):

Ik heb een vraag aan de staatssecretaris. Kan zij nogmaals bevestigen dat datgene wat we in het voorjaar en daarvoor in de Kamer hebben gewisseld, uit de richtlijn is geschrapt? Dus: geen buffereisen, geen gedelegeerde bevoegdheden, geen detailvoorschriften. Als uit de onderhandelingen en de trialoog blijkt dat de uitkomst afwijkt van datgene wat nu voorligt, is de staatssecretaris dan bereid om de Kamer daarover te informeren? 

Staatssecretaris Klijnsma:

Te beginnen bij dat laatste: daartoe ben ik zeker bereid. De trialoog kan namelijk weer van alles opleveren en dan kom ik uiteraard terug bij uw Kamer; dat moge zo helder zijn als glas. Op het eerste deel van de vraag van mevrouw Lodders kan ik volmondig ja antwoorden. Het is namelijk precies in lijn met wat de Kamer mij heeft meegegeven in de onderhandelingen, in moties en anderszins. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Daarmee is er een einde gekomen aan dit VAO. Wij zullen over een aantal minuten stemmen over de ingediende moties. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven