8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Ouwehand (30196, nr. 215). 

Op verzoek van de heer Voordewind stel ik voor, zijn moties (31135, nrs. 41, 42 en 43) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, lid 2, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze moties opnieuw gaat lopen. 

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda: 

  • -het VAO Gewasbeschermingsmiddelen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 4 december, met als eerste spreker mevrouw Lodders van de VVD. 

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Yücel van de Partij van de Arbeid. 

Mevrouw Yücel (PvdA):

Voorzitter. Vrijdag kwam er een rapport uit van het Sociaal en Cultureel Planbureau waaruit blijkt dat het niet opschiet met de homoacceptatie binnen conservatief religieuze kringen. De Partij van de Arbeid vindt dat iedereen, ongeacht geslacht, afkomst of seksuele geaardheid, zichzelf moet kunnen zijn. Niemand mag voor een ander bepalen hoe hij of zij het leven moet leiden of moet liefhebben. Ik ga heel graag in debat met de minister van emancipatie. Ik vraag daar steun voor. Voorafgaand aan dat debat ontvang ik graag een uitgebreide reactie op het rapport met daarbij een reactie op ons voorstel om mensenrechtenambassadeurs in te zetten in deze kringen. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van OCW over de acceptatie van homoseksualiteit in conservatief religieuze kringen. 

Mevrouw Van Ark (VVD):

Stilstand is achteruitgang. Dit is dan ook een zorgelijk en aangelegen punt. Ik steun het verzoek om een brief. We hebben echter nog een AO Emancipatie op de lijst staan dat we volgende week in de procedurevergadering van 18 december snel na het kerstreces kunnen plannen. Ik denk dat dat een snellere route is om het te bespreken. Ik steun dan ook niet het verzoek om een debat, maar steun wel het verzoek om een brief. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

De laatste vraag van de mondelinge vragen echoot nog in mijn hoofd. Ik steun daarom het verzoek om een debat. 

De heer Beertema (PVV):

Ik hoor "mensenrechtenambassadeurs in kringen van orthodoxe, gereformeerde kerken". Het moet niet gekker worden. Voor zover ik weet, wordt in alle kerken gewoon gesproken met homoseksuele leden. Er zijn gespreksgroepen. Er is wat dat betreft niets aan de hand. Ik kan daarom niet dit verzoek om een debat steunen. Ik vind het echt te gek voor woorden. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Een brief is prima, maar als mevrouw Yücel dit echt snel wil bespreken, dan kan zij dat veel beter in commissieverband doen. Dan is zelfs volgende week al een algemeen overleg mogelijk. Dat heeft dan ook mijn voorkeur. 

De heer Bisschop (SGP):

Ik vermoed dat de achterban van mijn fractie zomaar tot die conservatieve religieuze groeperingen zou kunnen behoren. Aan mijn intonatie is te horen dat dit een volstrekt ongenuanceerde benadering is. De conclusie is het daarom ook. Ik zou het op prijs stellen als de minister zou ingaan op dit punt, maar dan wel met de nodige nuance en uitgaande van de werkelijke toestand. Dat is een beetje in de lijn die collega Beertema zojuist verwoordde. Dat zou verrijkend en verhelderend zijn. Ik geef geen steun aan het verzoek om een debat. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. 

De heer Krol (50PLUS):

Om precies dezelfde reden steun ik wel het verzoek om een debat. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik ben ook wat verbaasd over de door de PvdA gestuurde mensenrechtenambassadeurs in religieuze gemeenschappen. Ik steun niet het verzoek om een debat, maar ik bespreek het onderwerp wel graag in het AO Emancipatie. Ook heb ik behoefte aan een brief van de minister om dit voorstel af te wegen richting het recht op vrijheid van vereniging en het recht op vrijheid van godsdienst. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Daar sluit ik mij bij aan. Die vrijheid moet echt gegarandeerd zijn. Als het kabinet daarover een brief schrijft, dan kunnen we die mogelijk betrekken bij het AO over emancipatie. 

De voorzitter:

Mevrouw Yücel, u krijgt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is behoefte aan een reactie op het rapport, met nog wat aanvullingen die daarbij zijn gegeven. Ik begrijp dat het AO op heel korte termijn gepland is, maar er is gevraagd om een genuanceerde reactie en het is een uitgebreid rapport. Wilt u die reactie al voor het AO hebben of zegt u: ik kijk wel op het moment dat de reactie binnen is? 

Mevrouw Yücel (PvdA):

Ik ben blij met de steun voor de brief, zodat er een reactie komt op het rapport. Ik constateer dat er geen steun is voor een plenair debat. Dat is jammer, want mensen uit die gemeenschappen die ik tegenkom en heb gesproken, moeten kiezen tussen hun diepste zijn en hun familie. Daar is veel leed en veel eenzaamheid. Dat rechtvaardigt naar mijn mening een plenair debat. Maar er is ook wel iets voor te zeggen om het in commissieverband te doen, omdat we het dan sneller kunnen plannen. Daar zal ik ook zeker op inzetten. Ik wil ook graag dat in de berichtgeving naar het kabinet het verzoek aan de minister wordt meegenomen om in te gaan op ons voorstel om mensenrechtenambassadeurs in te zetten in deze kringen. 

De voorzitter:

Er zijn veel aanvullende vragen gesteld. Daarom stel ik voor dat ik het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleid naar het kabinet, dat ik de griffier van de commissie vraag om te inventariseren wat de nadere vragen zijn die in de brief aan de orde moeten komen en dat u dan verder met elkaar afspreekt in de procedurevergadering hoe daar verder mee omgegaan wordt. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kooiman van de SP. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. De minister van Veiligheid en Justitie beloofde indertijd de SP dat er geen politieposten gesloten zouden worden tot 2015. Het is december 2014. Ik hoor van medewerkers op de werkvloer dat er posten gesloten gaan worden. Ik las vorige week ook dat in Zeeland snel posten gesloten zullen worden. Ik heb nog geen informatie van de minister over welke posten dat zullen zijn. Daarom wil ik graag een stevig debat met de minister van Veiligheid en Justitie hierover. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over het sluiten van politieposten. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Geen steun voor een debat. Wel steun voor een brief van de minister over de huidige stand van zaken. Die kunnen we dan betrekken in een algemeen overleg. 

De heer Oskam (CDA):

Ik zit op dezelfde lijn. 

Mevrouw Tellegen (VVD):

Ook steun voor de brief, maar geen steun voor een debat. 

Mevrouw Helder (PVV):

Steun voor de brief. Ik zou die dan ook graag voor volgende week dinsdag 12.00 uur willen zien. Dan kan mevrouw Kooiman, nadat we die brief hebben gezien, eventueel opnieuw een debat aanvragen. 

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de brief, niet voor een debat. 

De heer Marcouch (PvdA):

Collega Kooiman heeft een punt. Er moet informatie komen, dus wat mij betreft graag een brief. Daarna kunnen we altijd bezien of een debat nodig is. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Er zijn nog wel wat meer punten te bespreken over de Nationale Politie, denk ik zo. Maar goed, voor dit onderwerp wel steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is wel grote behoefte aan meer informatie van het kabinet. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en dat is inclusief het verzoek om die brief volgende week dinsdag voor 12.00 uur hier te hebben. 

Mevrouw Kooiman (SP):

Ik heb begrepen dat er behoorlijk veel invloed is op de veiligheid in de wijk, op opkomsttijden … 

De voorzitter:

Als u nadere aanvullende vragen wilt stellen, stel ik voor … 

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter, er is een inrichtingsplan. Daarin zou de huisvesting aan de orde zijn. Ik zou heel graag willen dat het huisvestingsplan, dat inrichtingsplan naar de Kamer wordt gezonden, samen met de brief. Dank u wel. 

De voorzitter:

Pardon. Ik dacht dat u een nadere vraag voor in de brief wilde stellen. Ik zal ook verzoeken om het huisvestingsplan, het inrichtingsplan naar de Kamer te sturen. Dat staat dan ook in het stenogram. 

Dan geef ik het woord aan de heer Bontes. Hij heeft twee verzoeken. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Deze regering maakt een zeer zwakke indruk in de nasleep van de terroristische aanslag op de MH17. Het valt daarom volledig te begrijpen dat een deel van de nabestaanden wil dat Nederland het onderzoek overdraagt aan de Verenigde Naties. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, ik wil graag dat u uw verzoek doet. U mag wel een toelichting geven, maar u leest nu een inbreng voor. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ah voorzitter! Ik heb één zin voorgelezen en nu begint u al te zeuren over … 

De voorzitter:

U begint namelijk met een stelling. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ah kom eventjes, zeg! Mag ik even inleiden … 

De voorzitter:

U begint met een stelling. Ik wil graag dat u begint met een verzoek. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Zij zijn van mening dat Nederland niet alleen het feitenonderzoek, maar ook het strafrechtelijk onderzoek volledig heeft verpest. Dat is een heel ernstige zaak. Deze groep nabestaanden is zijn vertrouwen volledig kwijt. 

De voorzitter:

Uw verzoek. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Mijn fractie wil dat premier Rutte aangeeft wat hij met het schriftelijke verzoek van advocatenkantoor Van der Groen gaat doen. Daarom willen wij hierover een brief en een debat aanvragen. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister-president over de MH17 en voor het ontvangen van een brief. 

De heer Servaes (PvdA):

Sorry, ik dacht dat u nog iets ging zeggen, voorzitter. Ik hoorde een "en". 

De voorzitter:

Nee hoor. 

De heer Servaes (PvdA):

We moeten de zorgen die door nabestaanden geuit worden, uiterst serieus nemen, ook als het een kleinere groep is. Ik geef dus steun voor de brief. Wij hebben echter nog een aantal brieven die met de MH17 samenhangen van het kabinet tegoed. Ik stel voor dat we, zodra we een aantal van die brieven hebben ontvangen, een regulier AO over dit thema houden, zoals we vaker gedaan hebben. Op dit moment geef ik dus geen steun voor een debat dat alleen over dit aspect gaat. 

De heer Van der Steur (VVD):

Ik sluit me grotendeels aan bij de woorden van collega Servaes. Wat de VVD-fractie betreft is het belangrijk om van het kabinet een reactie te krijgen op mogelijke problemen bij nabestaanden. Die reactie kunnen we dan snel meenemen in het eerstvolgende overleg over de afwikkeling van de MH17. 

De heer Sjoerdsma (D66):

Ik geef steun voor de brief, maar het lijkt mij inderdaad verstandiger om die te koppelen aan de brieven met antwoorden op Kamervragen die nog gaan komen. Die kunnen we vervolgens behandelen in het eerstvolgende algemeen overleg over dit onderwerp. 

De heer Omtzigt (CDA):

Op 13 november is er een algemeen overleg geweest. Alle vragen die toen gesteld zijn, staan nog open. Voor 28 november zou er een brief van het kabinet liggen over de manier waarop vervolging mogelijk is. Er zou antwoord gegeven worden op de vraag van de heer Sjoerdsma en mij over het aantal vliegtuigen dat neergeschoten is. Ik wil van harte een brief steunen waarin al die punten beantwoord worden. Ik wil die brief graag voor komende donderdag hebben. Wat ons betreft mag er ook een keer een plenair debat over georganiseerd worden. Dat hoeft niet snel. Dat debat zou dan met de minister-president en de minister van Veiligheid en Justitie moeten plaatsvinden. 

De voorzitter:

U geeft dus steun voor het debat en steun voor de brief. Die brief moet er dan donderdag zijn. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek om een brief en ik steun het verzoek van mijn collega van het CDA om die volgende week donderdag te hebben. Als het sneller kan via een AO, dan heeft dat de voorkeur. 

De voorzitter:

U steunt dus niet het verzoek om een debat? 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Vooralsnog niet. 

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik ben het eens met de heer Voordewind. Een brief is goed, maar liever een AO. 

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt ook de brief. Aan de hand daarvan kunnen we bekijken of een AO of een debat het best op zijn plaats is. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Veel mensen spreken wel over een debat in commissieverband. De Kamer heeft, net als u, wel behoefte aan meer informatie via een brief. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat is teleurstellend. Het gaat toch om een groep nabestaanden, om mensen die direct geraakt zijn. Het is goed om dat te bespreken. Maar ik zal genoegen moeten nemen met een brief. Dat is duidelijk. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, wat is uw tweede verzoek? 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Opnieuw hebben zes oud-gevangenisdirecteuren de Tweede Kamer verzocht om bij de Hoge Raad aan te sturen op de vervolging van minister Opstelten. Volgens deze oud-gevangenisdirecteuren belemmert en vertraagt de minister van Veiligheid en Justitie een strafrechtelijk onderzoek naar voormalig secretaris-generaal Demmink, die in verband wordt gebracht met seksueel misbruik van minderjarigen. Mijn fractie is van mening dat de Kamer, als controleur van de regering, serieus aandacht moet schenken aan deze aangifte en aantijgingen. Het is immers nogal wat. Het lijkt mijn fractie verstandig een debat met de minister-president te houden over de aantijgingen en aangifte van de zes oud-directeuren van het ministerie van Veiligheid en Justitie tegen de minister van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

Ik zal uw verzoek voorleggen aan de Kamer: een verzoek om steun voor het houden van een debat met de minister-president. 

De heer Van Nispen (SP):

Dit is een ernstige kwestie, maar het is ook een lastig verzoek om met de minister-president in debat te gaan over een aangifte tegen een minister, waarbij de Kamer in die procedure mogelijk zelf ook een rol kan spelen. Ik kies er zelf voor om de minister alsook de minister-president politiek aan te spreken op bepaalde bemoeienis in het verleden met het lopende strafrechtelijk onderzoek. Ik steun daarom het debat niet. Ik zou de heer Bontes echter wel in overweging willen geven om de regering te vragen om een standpunt of een reactie op de aangifte die is gedaan, omdat ook de regering zelf een rol kan spelen in deze procedure en bij het behandelen van deze aangifte. 

De voorzitter:

Mijnheer Van der Steur, u hebt het woord. Ik zie dat mevrouw Berndsen eerst mag. 

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Dank aan de collega Van der Steur. Ik geef geen steun voor een debat, want het is raar om te gaan debatteren met de minister-president, terwijl er een verzoek bij de Kamer ligt om een aangifte mede mogelijk te maken. Dat punt zouden we dus moeten behandelen. Tegelijkertijd vindt er op dit moment een strafrechtelijk onderzoek plaats door het Openbaar Ministerie. Ik vind dat we dat politiek hier dus nu niet kunnen doen. 

De voorzitter:

U geeft dus geen steun aan het verzoek. Mijnheer Van der Steur alsnog. 

De heer Van der Steur (VVD):

Collega Berndsen heeft het juist samengevat. Er is een strafrechtelijk onderzoek aan de gang. Daar hangt de brief van die heren mee samen. Wat de VVD-fractie betreft, wachten we dat verzoek af. Daarna gaan we kijken wat we met de brief doen. Geen steun voor het debat. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat. 

De heer Recourt (PvdA):

Evenmin steun voor het debat. 

De heer Oskam (CDA):

Geen steun voor het debat, wel voor een brief. 

Mevrouw Helder (PVV):

Geen steun voor het debat. Ik heb wel twee vragen, maar die zouden we aan onszelf moeten stellen. Daarom wil ik dat in een procedurevergadering doen. Ik wil een brief. Daarin wil ik twee vragen stellen aan de minister. Dus geen steun voor een debat. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een debat. Sommige leden hebben behoefte aan een brief. Mevrouw Helder heeft aangegeven dat ze graag wil dat de inventarisatie plaatsheeft via de griffier van de commissie. Dat zal ik dan ook aan de griffier van de commissie vragen. Ik zal wel het stenogram van dit gedeelte van de vergadering alvast doorgeleiden naar het kabinet. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Wat een verrassing, voorzitter. Waar het hier om gaat, is niet dat er een strafrechtelijk onderzoek plaatsvindt. Dat vindt inderdaad plaats tegen de heer Demmink, maar daar gaat het niet over. Het gaat om de aangifte die is gedaan tegen de minister van Veiligheid en Justitie. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, volgens mij wist iedereen hier waar het over ging en heeft iedereen een afgewogen reactie gegeven. Ook is de suggestie gedaan om daar verder over te praten met de woordvoerders Justitie in de procedurevergadering. Ik denk dat dat een verstandig voorstel is. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Ja, voorzitter, maar … 

De voorzitter:

Dank u wel. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Er zijn … 

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Bontes. 

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Er zijn twee, drie partijen die zeggen: het is onder de rechter; het is een strafrechtelijk onderzoek. Dat is onzin. 

De voorzitter:

Mijnheer Bontes, iedereen heeft de kans gekregen hier wat van te zeggen en iedereen heeft een afgewogen oordeel gegeven. U kunt er verder over praten in de procedurevergadering. 

Dan geef ik het woord aan mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Drie weken geleden heeft deze Kamer een goed inhoudelijk debat gevoerd over de kwaliteit van de ouderenzorg. Mijn voorstel is om ook over de kwaliteit en de veiligheid van de gehandicaptenzorg een debat te voeren. Vandaag hebben wij een zwartboek in ontvangst genomen van bezorgde ouders die vele casussen aandragen waarin dingen fout gaan. We hebben gisteren ook bij Dit is de dag gezien dat bij een natuurlijk overlijden niet goed gehandeld wordt door de instelling. Ik verzoek om dat debat in februari te houden, zodat de regering met een goede reactie op het zwartboek kan komen en op wat er op dit moment plaatsvindt bij de instelling die bij Dit is de dag werd getoond. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten doet een verzoek om steun voor het houden van een debat over de kwaliteit van de gehandicaptenzorg. Dat debat zou dan gehouden moeten worden in februari. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Steun van D66. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Zoals de kwaliteit van verpleeghuizen het CDA aan het hart gaat, geldt dat ook voor de intramurale gehandicaptenzorg; dus wij steunen het verzoek. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik was ook aanwezig bij de presentatie van het zwartboek en de ChristenUnie steunt dit debat van harte. Ik denk dat het zeer nodig is om hierover uitvoerig met elkaar te spreken. Ik heb goede herinneringen aan het verpleeghuisdebat en ik wil graag ook over de gehandicaptenzorg zo'n debat. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

De fractie van de Partij van de Arbeid zou graag eerst een brief met een reactie van de staatssecretaris willen. Daarin zouden wij wel graag oplossingen zien voor wat er staat in het zwartboek dat wij overhandigd hebben gekregen. 

De voorzitter:

Geen steun voor het debat dus. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Ook wat de VVD betreft, ontvangen we eerst een reactie van het kabinet. Daarna gaan we eens kijken of we daar een apart debat over willen. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Steun voor het debat. 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is behoefte aan een reactie van het kabinet op het zwartboek. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat was mijn voorstel ook: een goede reactie. Uiteraard moeten daar oplossingen in staan. Maar ik wil wel een debat. Ik vind het erg jammer dat de VVD en de Partij van de Arbeid dat hier blokkeren. Ik stel echter vast dat er ruim 30 leden zijn die dat debat wel willen. Dan moeten we het helaas op die manier op de agenda zetten. Het is treurig dat we een jaar moeten wachten op een debat over kwaliteit. Dat herhaalt zich; dat was bij de ouderenzorg ook het geval. Laten we dat nu niet doen bij de gehandicaptenzorg. Maar goed, dit is de uitkomst. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Gaat u verder, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik had nog een verzoek. Er is veel onduidelijkheid over wie nu precies waar hoort met alle veranderingen in de zorg: bij de gemeente, bij de zorgverzekeraar of bij het Rijk. Daarover heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport begin november vragen gesteld. Mijn fractie heeft vragen gesteld. Ik weet dat de fractie van de ChristenUnie ook vragen heeft gesteld. Vorige week hebben wij opnieuw vragen gesteld. Die antwoorden zouden binnen moeten zijn voor deze regeling. Ze zijn er nog steeds niet. Ik wil graag dat ze er om 17.00 uur zijn, want wij moeten dat kunnen betrekken bij het grote debat hierover aanstaande donderdag. Als het later binnenkomt, kan ik mijn parlementaire werk niet meer doen, zoals met mensen overleggen over wat er misgaat en wat wij kunnen voorstellen. Dus ik wil die antwoorden echt om 17.00 uur binnen hebben. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Klever. 

Mevrouw Klever (PVV):

Voorzitter. Vier grote zorgverzekeraars vormen een machtsblok en dicteren de zorgmarkt met als gevolg dat patiënten straks hun zorg niet krijgen, huisartsen de noodklok luiden en ziekenhuizen failliet gaan. Hierover wilde ik voor de zomer al debatteren, maar daar was toen geen meerderheid voor. Gezien de berichtgeving in de media verwacht ik die steun nu wel, want dit raakt de fundamenten van ons zorgstelsel. Ik doe daarom het verzoek om mijn dertigledendebat over de regierol van de zorgverzekeraars om te zetten naar een meerderheidsdebat en dit spoedig te agenderen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Eerder heeft het CDA dit debat ook al gesteund, maar wat mij betreft gaat snel debatteren boven de vorm. Dus laten wij in de procedurevergadering bekijken hoe wij zo snel mogelijk een debat kunnen plannen over de Zorgverzekeringswet. 

De voorzitter:

Geen steun voor het omzetten naar een meerderheidsdebat dus. 

Mevrouw Leijten (SP):

We hebben gezien dat de Nederlandse Zorgautoriteit altijd de legitimatie was voor de zorgverzekeraars in dit zorgstelsel, maar als zelfs de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit zegt dat er een probleem is met de macht van de zorgverzekeraars, kunnen wij niet anders dan hierover debatteren. Ik steun het verzoek om dit debat snel te houden. 

De heer Rutte (VVD):

Wij hebben destijds het dertigledendebat niet gesteund en steunen dus ook dit verzoek niet. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik deel de zorgen over de zorgverzekeraars maar ik stel voor om een breder debat te voeren over het zorgstelsel, waarbij wij ook kijken naar de macht van de aanbieders. Dus ik geef geen steun voor dit voorstel. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie wil hier graag snel over debatteren en sluit zich wat dat betreft aan bij de woorden van de CDA-woordvoerder. Het kan wat ons betreft in een AO. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ook steun voor het voorstel van het CDA. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Hetzelfde geldt voor D66. 

De voorzitter:

Mevrouw Klever, u hebt niet de steun van de meerderheid om het debat om te zetten in een meerderheidsdebat. Ik proef wel dat er mogelijkheden zijn om het snel te agenderen als u het via de procedurevergadering regelt. Dan is aan dat deel van het verzoek in ieder geval wel voldaan. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik vind het jammer dat de VVD en de PvdA wel alle macht bij de zorgverzekeraars leggen, maar dat zij er niet plenair over willen debatteren nu die macht misbruikt wordt. 

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Voordewind. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. De ChristenUnie heeft in de afgelopen week geïnventariseerd welke gemeenten inmiddels zijn overgegaan tot het aanbieden van bed, bad en brood aan uitgeprocedeerde asielzoekers die op dit moment nog niet terug kunnen naar het land van herkomst. Deze inventarisatie leidde tot de uitkomst dat ongeveer 50 gemeenten overgaan tot bed, bad en brood of dat al hebben gedaan. Ze draaien echter wel voor de kosten op, terwijl het om uitgeprocedeerde asielzoekers gaat. Daarom verzoek ik om een debat voor volgende week donderdag, voorafgegaan door een brief met een reactie van de staatssecretaris op het pleidooi van deze gemeenten. 

De voorzitter:

De heer Voordewind doet een verzoek om steun voor het houden van een plenair debat, nog in te plannen voor het kerstreces, over bed, bad en brood. 

De heer Schouw (D66):

Als bijna 15% van de gemeenten in Nederland voorzieningen regelt rondom bed, bad en brood is er echt wat aan de hand. Van harte steun voor het debat, maar misschien ook steun voor een voorstel dat u misschien gaat doen. U zult wellicht zeggen dat de plenaire agenda hartstikke vol zit. In dat geval heeft mijn fractie er ook geen bezwaar tegen om het op een andere manier te doen, maar dan wel voor de kerst. 

De voorzitter:

Snel voor de kerst heeft dus voorrang, maar anders wel steun voor het debat. 

De heer Azmani (VVD):

We hebben hierover nog niet zo lang geleden met elkaar gesproken in het kader van de begroting van Veiligheid en Justitie. Wij hebben ook aangegeven dat wij de beslissing van het Comité van Ministers afwachten. U hebt ook twee dertigledendebatten over dit onderwerp op het schema staan. De VVD geeft dus geen steun voor dit debat. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Ik steun het voorstel van D66. Steun voor het debat. 

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Wij hebben hier inderdaad onlangs over gesproken. We hebben twee dertigledendebatten staan. Dus geen steun voor een debat. 

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Het zou zo mooi zijn als we dit voor kerst vanuit de kerstgedachte in de Tweede Kamer zouden kunnen bespreken. Daarom van harte steun voor het debat. Het zou ook heel mooi zijn om die twee dertigledendebatten daaraan vast te koppelen. 

De heer Fritsma (PVV):

Zoals bekend, is de PVV tegen illegalenopvang. Het gaat om mensen die hier niet eens meer mogen zijn en die ook niet meewerken aan vertrek uit Nederland. Wij steunen het verzoek om een debat wel, omdat we van de staatssecretaris willen weten hoe hij de gemeenten gaat aanpakken die tegen de afspraken in toch illegalen opvangen. 

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Zoals u weet, is mijn fractie van harte voor opvang van mensen die uitgeprocedeerd zijn en anders in de kou op straat moeten leven. Anders zouden we namelijk ook niet kunnen werken aan hun terugkeer als zij niet in de opvang willen. Dat is de reden waarom ik net als de PVV wel graag het debat met de staatssecretaris aanga. Ik begrijp van mevrouw Kuiken dat er twee dertigledendebatten zijn over ongeveer hetzelfde onderwerp. Als dat het geval is, lijkt dat mij temeer reden om het allemaal samen te pakken en er een goed debat voor het kerstreces van te maken. 

De heer Oskam (CDA):

Tweeënhalve week geleden hadden we een uitgebreid algemeen overleg over dit onderwerp en twee weken geleden hebben wij ook nog de begroting inzake asiel behandeld. Wij hebben er geen behoefte aan. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor zowel het verzoek als de beweegredenen van de fractie van de ChristenUnie. 

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat nog voor het kerstreces. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Maar wel voor een dertigledendebat, begrijp ik. Ik ben bereid om te kijken of het is samen te voegen met de bestaande dertigledendebatten, maar dan graag voor volgende week donderdag. 

De voorzitter:

U weet mijn antwoord al, denk ik. Het lijkt me goed als u met uw collega's praat over het samenvoegen van de dertigledendebatten. Daar ben ik in ieder geval wel een groot voorstander van. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, omdat u terecht opmerkte dat er steun was voor een brief. 

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Morgenochtend hebben we een algemeen overleg ter voorbereiding op de Landbouw- en Visserijraad die begin volgende week plaatsvindt. Ik weet nog niet of er moties uit zullen voortvloeien, maar als dat zo is, moeten die deze week nog ingediend en in stemming gebracht kunnen worden. Ik doe dus een vooraankondiging voor een VAO. 

De voorzitter:

Dat is bij dezen genoteerd. Ik hoor nog of het op de agenda moet worden geplaatst. 

Het woord is aan mevrouw Keijzer van het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Uit berichtgeving blijkt dat een kwart van de gemeenten stopt met de huishoudelijke verzorging. Gisteren was er een uitspraak van de rechtbank in Groningen: dit is niet toegestaan. Ik vraag graag om een debat hierover, voorafgegaan door een brief. Ik geef de collega's gelijk mee dat dit nu juist een onderwerp is dat níét aan de orde komt in het AO over de decentralisatie van de zorg, want het betreft de wet die geldt tot 1 januari aanstaande. 

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over een rechterlijke uitspraak over huishoudelijke hulp. 

Mevrouw Siderius (SP):

Donderdag hebben we een debat over de thuiszorg. Daarbij kan dit heel mooi worden betrokken. Wat mij betreft, kunnen we dit onderwerp dus daarin aan de kaak stellen. Als die brief komt, wil ik van de staatssecretaris wel weten hoe hij de Wmo 2015 zo gaat wijzigen dat deze wet gaat voldoen aan de uitspraak die gisteren door de rechter is gedaan. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Volgens mij ligt de uitspraak van de rechter in het verlengde van de wet. Ik heb absoluut behoefte aan een brief zoals mevrouw Keijzer die heeft gevraagd aan het kabinet. Ik stel voor om te vragen dat we die brief morgen hebben, zodat we die kunnen betrekken bij het debat van donderdag. Ik vrees dat we, als we dit plenair agenderen, pas in januari hierover met elkaar zullen spreken. Er moet zo snel mogelijk duidelijkheid komen voor gemeenten en voor bewoners. Mijn suggestie is dus: morgen die brief ontvangen en die dan toch betrekken bij het debat van donderdag. 

De heer Krol (50PLUS):

De uitspraak van de rechter heeft verregaande consequenties voor andere gemeenten. Die hebben recht op duidelijkheid. Ik wil dus zeker een brief, en het liefst ook een debat. 

De heer Van 't Wout (VVD):

Het is prima om een brief hierover te ontvangen. Het lijkt me ook een onderwerp dat zich bij uitstek leent om donderdag in het AO te bespreken. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik volg de VVD in dit opzicht: wel een brief, geen debat; donderdag praten we verder. 

De heer Van der Staaij (SGP):

Ook ik wil graag een brief om zo veel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de consequenties van de uitspraak. Het lijkt wel of iedereen er, tegelijk, blij mee is. Dat kan niet kloppen. Dus wat zegt die uitspraak precies? Verder lijkt het me heel goed om dat te betrekken bij het AO van donderdag. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ook wat D66 betreft, betrekken we het donderdag bij het AO. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Daar sluit ik me bij aan. 

De voorzitter:

Mevrouw Keijzer, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is grote behoefte om het te betrekken bij het algemeen overleg van komende donderdag. Er is ook brede steun voor de brief waar u om hebt gevraagd. Mijn voorstel is om te vragen om die brief morgen uiterlijk om 12.00 uur bij de Kamer te laten zijn. Dan kunt u die nog betrekken bij uw voorbereiding op het algemeen overleg. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dat is goed, maar het zou wel fijn zijn als in die brief wordt ingegaan op de wet zoals die geldt tot 1 januari a.s. Dit is echter nog maar het begin, want die eisen gelden ook voor na 1 januari … 

De voorzitter:

Dan stel ik voor … 

Mevrouw Keijzer (CDA):

… en ik zou het wel … 

De voorzitter:

Ik ga dit … 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Als u me nu even laat uitpraten, dan zijn we sneller klaar. 

De voorzitter:

Nee, nee, nee. Ik kijk naar de klok. Ik stel voor dat we aan de griffier van de commissie vragen om dit even te inventariseren. Zo hebben we het met elkaar afgesproken. Met een kort dingetje kan het, maar ik vind het moeilijk om dit samen te vatten. We doen het dus op deze manier. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Verder zal ik aan de griffier van de commissie vragen om even te inventariseren wat er precies in de brief moet komen te staan. Er is namelijk maar weinig tijd. Het is beter om ervoor te zorgen dat de puntjes goed worden aangegeven. Dan hebt u ook de goede antwoorden binnen voor het algemeen overleg. Dank u wel. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Dus een inventarisatieronde, zei u? 

De voorzitter:

Ja, die komt er. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Oké, dank u wel. 

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Donderdag ontvingen wij een brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken. Daarin staat dat zij woensdag wil instemmen met de nieuwe pensioenrichtlijn in Europa. Over de inhoud daarvan hadden wij graag eerder geïnformeerd willen worden. Omdat er niets anders rest, zou ik u willen vragen om vandaag nog een VAO Pensioenonderwerpen te plannen, met stemmingen, zodat wij ons kunnen uitspreken over de vraag of het wel of niet verstandig is om in te stemmen met de richtlijn. 

De voorzitter:

Ik moest even goed ingefluisterd worden, maar het zit zo. Omdat wij van tevoren wisten dat dit verzoek zou worden gedaan, hebben we de mogelijkheid om het VAO vandaag in te plannen al even onderzocht. Als de Kamer ermee instemt dat dit VAO moet plaatsvinden, lijkt het het meest praktisch om het dan ook zo snel mogelijk te laten plaatsvinden, namelijk voor de stemmingen vandaag. Dat is mogelijk, want de staatssecretaris is aanwezig. Dat geef ik de Kamer alvast mee. Dat neemt niet weg dat de Kamer nog altijd in meerderheid een besluit moet nemen over de vraag of zij dit VAO nu op de agenda wil of niet. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Als de Partij voor de Dieren een voorstel van het CDA steunt, hoeft de rest van de Kamer eigenlijk doorgaans niets meer te zeggen, want dan zijn we het gewoon eens. Ik steun het verzoek. 

De heer Madlener (PVV):

Europa moet met zijn bureaucratische poten, zou ik willen zeggen, van onze pensioengelden afblijven. Ik steun daarom het verzoek. 

De heer Ulenbelt (SP):

100% steun voor het verzoek. Het lijkt een beetje op een overval van de regering. We moeten over 79 artikelen echt nog goed kunnen nadenken. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Ik steun het verzoek. Ik dank u voor uw bereidheid om dit zo snel mogelijk in te plannen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Gezien de woorden van mevrouw Ouwehand en zeker ook de inhoud van het verzoek, steun ik het verzoek. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Steun voor het verzoek. 

De heer Krol (50PLUS):

Steun voor het verzoek. 

De voorzitter:

Mijnheer Klein, pardon, ik bedoel mijnheer Klaver. Er staan ook zo veel Kamerleden bij de microfoon. Eigenlijk is er al een meerderheid voor het verzoek. 

De heer Klaver (GroenLinks):

Het doet er niet meer toe, maar ik geef toch steun aan het voorstel. 

De voorzitter:

Nee, alles doet ertoe. 

De heer Klein (Klein):

Als alles ertoe doet, zeg ik het ook: ja, steun voor dit voorstel. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Van harte steun voor het voorstel. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik wil de heer Omtzigt niet de kans onthouden om zijn tevredenheid over het bereikte resultaat in moties uit te drukken, dus ik steun het verzoek. 

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun, voorzitter. 

De voorzitter:

Ik constateer dat u brede steun voor uw verzoek hebt, mijnheer Omtzigt. We gaan het VAO zo snel mogelijk inplannen; nu eigenlijk, want dit was het laatste verzoek in de regeling van werkzaamheden. Wij houden dus eerst het VAO over pensioenonderwerpen en aansluitend zullen de stemmingen plaatsvinden, die al eerder gepland waren. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven