14 Visserij

Aan de orde is de behandeling van:

• het verslag van een algemeen overleg over visserij (32201, nr. 37).

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

Voorzitter. Het gaat dramatisch met onze zeeën. Het resultaat van 25 jaar gemeenschappelijk visserijbeleid is dat 88% van de Europese visbestanden wordt overbevist. Nog even en er is geen vis meer over in Europa. Maar niet getreurd, we trekken er gewoon op uit om de rest van de wereldzeeën ook leeg te vissen. Onze allesverslindende vistrawlers slaan nu hun slag voor de kust van West-Afrika. Daarvoor waren ze jarenlang in de Stille Oceaan actief. Daar, in de Stille Oceaan, is het twee voor twaalf. 90% van de horsmakreel is verdwenen. Er moet actie komen, niet met slappe visquota's, maar met een vangst- en importverbod op deze horsmakreel. Daarom kom ik met de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de hoeveelheid horsmakreel in de Zuidelijke Stille Oceaan in twintig jaar tijd met 90% is teruggelopen;

constaterende dat er al jarenlang in internationaal verband vergaderd wordt om de overbevissing daar een halt toe te roepen, zonder dat er bindende afspraken zijn gemaakt;

verzoekt de regering, over te gaan tot een vangst- en importverbod van horsmakreel uit de Zuidelijke Stille Oceaan;

verzoekt de regering tevens, zich hard te maken voor een Europees vangst- en importverbod van horsmakreel uit de Zuidelijke Stille Oceaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hazekamp. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 38 (32201).

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. Ik vervang in dit VAO mijn collega Karen Gerbrands, die ziek thuis zit. Zij heeft mij verzocht om een motie in te dienen. Dat doe ik dus bij dezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er meerdere organisaties bereid zijn, een deel van de kosten voor het initiatief Aal over de dijk voor hun rekening te nemen;

overwegende dat het initiatief Aal over de dijk een migratieknelpunt voor de aal wegneemt;

overwegende dat dit initiatief bijdraagt aan het verbeteren van de aalstand;

verzoekt de regering, EVF-gelden in te zetten om het over de dijk zetten van glasaal te cofinancieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Mos en Houwers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 39 (32201).

De heer De Mos (PVV):

Voorzitter. De agenda is erg druk. De moties gaan naar een medewerker. Dan ga ik nu een lekker visje halen en daarna naar de Haagse Raad.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie heeft één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat gemeenten kleinschalig, historisch, recreatief gebruik van staand want mogen toestaan binnen de gemeentegrenzen en dat toezicht en handhaving bij de gemeentelijke overheid liggen;

van mening dat door verschil in wat gemeenten zullen toestaan, de eenduidigheid van het verbod ondergraven wordt, hierdoor alsnog voor de kust een kluwen aan netten kan komen te staan en hierbij de veiligheid, de recreatie en de ecologie in gevaar kunnen worden gebracht;

verzoekt de regering, over één jaar de Kamer te informeren over de wijze van uitvoering van het verbod op staand want door de gemeenten, en de ervaring hiermee te delen met de Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dikkers, Jacobi en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 40 (32201).

De heer Koppejan (CDA):

Voorzitter. Wetten dienen te worden gehandhaafd. Voor de garnalenvisserij geldt dat er in veertien dagen tijd, negen dagen lang gevist mag worden. Op dit moment zijn er vissers die al drie tot vier weken achter elkaar aan het vissen zijn. Ik wil de staatssecretaris dan ook vragen om de AID hier streng op te laten controleren, de wet te handhaven en overtreders te bestraffen. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Een andere handhavingskwestie, die inmiddels al jaren speelt, betreft het motorvermogen. We hebben vandaag daarover een brief ontvangen. Dank daarvoor aan de staatssecretaris. We willen echter graag dat de staatssecretaris nog voor het zomerreces een aantal concrete stappen zet. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de handhaving van maximaal motorvermogen van 300 pk in de garnalenvisserij een complexe materie betreft;

overwegende dat verschillende instrumenten en methodieken zijn beproefd om te komen tot een effectieve handhaving van het motorvermogen, maar dat tot nu toe dit noch in Nederland, noch in andere lidstaten heeft geleid tot een afdoende bruikbare en betrouwbare controlesystematiek;

constaterende dat de voor 1 maart te ontvangen kabinetsreactie waaronder de uitkomsten van het onderzoek van de werkgroep motorvermogen zoals toegezegd tijdens het overleg van 15 februari 2012 tot op heden nog niet door de Kamer ontvangen is;

van mening dat het gewenst is dat de werkgroep motorvermogen nader onderzoek doet naar alle mogelijke systematieken tot handhaving van het motorvermogen, waaronder de black box;

roept de regering op, de werkgroep motorvermogen ook de bestaande ontwikkelingen, zoals black box, te laten evalueren en daarbij de mogelijkheden te onderzoeken tot een spoedige, brede invoering daarvan binnen een wettelijk kader dan wel een privaat arrangement;

verzoekt de regering, daarbij ook nadrukkelijk te kijken naar handhaving met Natuurbeschermingswet 1998-vergunningen;

verzoekt de regering voorts, voor het zomerreces de Kamer te informeren over het eindrapport van de werkgroep motorvermogen en in de bijbehorende kabinetsreactie te komen met concrete voorstellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Koppejan en Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 41 (32201).

De heer Houwers (VVD):

Voorzitter. Ik wil mijn spreektijd gebruiken voor twee zaken. Ten eerste wil ik een omissie van mijzelf rechtzetten. In het algemeen overleg heb ik de staatssecretaris gevraagd naar de onwenselijkheid in het gemeenschappelijke marktordeningsgebeuren, namelijk dat er sprake zou moeten zijn van een verplichting om vis gratis ter beschikking te stellen aan liefdadigheid. Ik heb daar geen reactie op gehad. Ik vraag de staatssecretaris alsnog om die reactie te geven.

Ten tweede heb ik een toelichting op mijn steun voor de motie die ik samen met de heer De Mos heb ingediend. Wij zien het inzetten van de EVF-gelden als een soort laatste redmiddel. Aal over de dijk is toch een beetje innovatief. Wij zouden het nog prettiger vinden als de staatssecretaris ook zelf andere middelen zou hebben om daar iets in te doen, want we willen graag dat er actie komt. Vandaar dat we deze motie steunen. Het zou nog beter zijn als er andere middelen zouden zijn. Als de staatssecretaris daar nog wat positiefs over te melden heeft, dan horen we dat graag.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De SP wil één motie indienen over de bijvangsten van vis en de ervaringen die daarmee in Noorwegen zijn opgedaan. Daar is bijvangst al heel lang verboden. In de eerste jaren werden daar bij verplichte aanlanding heel veel kleine visjes gevangen. Daar werden ze niet blij van, want die leverden weinig op. Dus de inkomsten daalden. De vissers gingen selectiever vissen. Je zag de vissen weer groter worden. Een tijdje later werden alleen nog grotere vissen gevangen. Die brachten meer op. Dat leverde én innovatie op én een betere visstand. Tegen de achtergrond van deze ervaring die wij al vanaf de jaren tachtig kennen, dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het dood teruggooien van bijgevangen vis in zee moreel onwenselijk is;

overwegende dat Noorwegen met een discardverbod de hoeveelheid bijgevangen vis spectaculair heeft teruggebracht;

van mening dat maatregelen die het probleem bij de bron aanpakken door bijvoorbeeld selectiever te vissen zeer wenselijk zijn;

van mening dat hiernaast ook een discardverbod als kroon of sluitstuk op de maatregelen noodzakelijk is om selectief vissen op zo kort mogelijke termijn af te dwingen en innovatie te bevorderen;

verzoekt de regering, zich in Europa maximaal in te zetten om op de kortst mogelijke termijn een eind te maken aan de discards, dat wil zeggen, het dood teruggooien in zee van bijgevangen vis, en daarbij het voorbeeld van Noorwegen voor ogen te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 42 (32201).

De heer Van Gerven (SP):

De VVD-fractie moet nog eens nadenken over haar stemgedrag. Zij heeft enkele jaren geleden een motie van mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren gesteund –een meerderheid van de Kamer heeft die gesteund – om actief de discards, de bijvangsten tegen te gaan. De laatste tijd heeft de VVD-fractie een andere koers gekozen. Ik verzoek haar om terug te keren naar het heel goede plan om ons maximaal in te zetten om bijvangsten te voorkomen.

De voorzitter:

Ik kijk even of alle moties bij de staatssecretaris binnen zijn. Dat is niet het geval. Ik schors de vergadering twee minuten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Staatssecretaris Bleker:

Mevrouw de voorzitter. De heer Koppejan vroeg toe te zien op de handhaving in de garnalenvisserij. Ik zal daar actie op ondernemen.

De heer Houwers had een vraag over het gratis beschikbaar stellen van vis. Daar zal ik met de producentenorganisaties over spreken. Ik kom daar schriftelijk op terug.

De motie-Hazekamp op stuk nr. 38 moet ik ontraden. Het gaat er uiteindelijk om tot duurzame visserij te komen en een ecologisch evenwicht te bereiken. Daar zijn quota voor nodig. De motie is ook in strijd met de WTO-regels. Zij is dus ongewenst en kan niet uitgevoerd worden. Ik ontraad haar.

Als ik de motie-De Mos/Houwers op stuk nr. 39 zo mag lezen dat ik de mogelijkheid moet bezien of het geld uit het Europees Visserijfonds hier beschikbaar voor is, dan zie ik haar als ondersteuning van beleid. Ik wil die kwestie ook aan de orde stellen in de Commissie Toekomst Binnenvisserij en daarbij de zaak wat breder bezien, zoals de heer Houwers aangeeft. Zo bezien, beschouw ik de motie als ondersteuning van beleid.

De heer Houwers (VVD):

Aangezien de eerste ondertekenaar, de heer De Mos, er nu niet is, zal ik met hem overleggen of het mogelijk is om de motie aan te houden. Dat zou misschien ook kunnen.

Staatssecretaris Bleker:

Dat wacht de regering dan af.

De motie-Dikkers c.s. op stuk nr. 40 zie ik als ondersteuning van beleid.

Wat in de motie-Koppejan/Jacobi op stuk nr. 41 wordt gevraagd, zal ik doen. Die zie ik ook als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik hoor de staatssecretaris zeggen dat hij de motie als ondersteuning van beleid beschouwt.

De voorzitter:

Over welke motie hebt u het nu?

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Over de motie-Dikkers c.s. op stuk nr. 40, die ik indiende namens mijn collega Jacobi. Begrijp ik goed dat wij binnen een jaar geïnformeerd worden over hoe al die gemeenten dit oplossen? Dat staat namelijk in de motie. Als het staand beleid is, dan hadden wij die motie niet hoeven in te dienen.

Staatssecretaris Bleker:

De regering wordt gevraagd over een jaar de Kamer te informeren en dat doen we.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Heel fijn.

Staatssecretaris Bleker:

Ik kom op de motie-Van Gerven op stuk nr. 42. Aanvankelijk dacht ik daarvan: ontraden. Maar nu lees ik de tekst van de motie goed: "verzoekt de regering zich maximaal in te zetten op de kortst mogelijke termijn". Er staat dus: zo kort mogelijk, zo kort als mogelijk is, ook rekening houdende met de mogelijkheden van de sector zelf. "Het voorbeeld van Noorwegen voor ogen te houden" vind ik ook mooi uitgedrukt. Daarom kan ik de motie zien als ondersteuning van beleid.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik hoor de toezegging van de staatssecretaris dat wij over een jaar geïnformeerd worden over de situatie in de gemeenten. Daarmee zouden wij onze motie willen intrekken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Dikkers c.s. (32201, nr. 40) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van de beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn wij hiermee aan het eind gekomen van dit VAO. Over de ingediende moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd.

De vergadering wordt van 17.18 uur tot 18.00 uur geschorst.