Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32201 nr. 37 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 32201 nr. 37 |
Vastgesteld 8 maart 2012
De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft op 15 februari 2012 overleg gevoerd met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over:
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 5 december 2011, Verzamelbrief visserij (32 201, nr. 33);
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 5 december 2011, Aanbiedingsbrief bij het Bruinvisbeschermingsrapport (29 675, nr. 138);
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 22 december 2011 houdende een reactie op de aangehouden motie-Jacobi/Houwers (21 501-32, nr. 553) inzake het toestaan van kleinschalig recreatief staand want (21 501-32, nr. 563);
– de brief van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 20 januari 2012, Fiche: verordening maatregelen niet duurzame visserij (22 112, nr. 1341);
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 24 januari 2012 inzake het ASC-certificaat voor de Afrikaanse meerval en de tarbot (32 201, nr. 35);
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 8 februari 2012 houdende een reactie op de motie-Dijkgraaf/Jacobi (29 675, nr. 125) over het instellen van een Commissie Toekomst Binnenvisserij (29 664, nr. 104);
– de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken Landbouw en Innovatie van 10 februari 2012 houdende een reactie op het verzoek van de commissie om te reageren op een artikel in Trouw over het leegvissen van de Zuidelijke Stille Oceaan (29 675, nr. 142).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Van der Ham
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Franke
Voorzitter: Van der Ham
Griffier: Schüssel
Aanwezig zijn negen leden der Kamer, te weten: Dijkgraaf, Gerbrands, Van Gerven, Van der Ham, Hazekamp, Houwers, Jacobi, Koppejan en Van Veldhoven,
en staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.
De voorzitter: Dames en heren. Welkom bij het algemeen overleg over de visserij. Ik leg u een keuzemenu voor: u mag of twee minuten spreken met twee interrupties, of drie minuten spreken zonder interrupties. U mag de staatssecretaris natuurlijk wel interrumperen, die mag u fileren, om maar even in het jargon te blijven. Ik stel vast dat we kiezen voor drie minuten.
Ik heet de staatssecretaris en zijn ambtenaren, en de mensen op de publieke tribune welkom. Wij hebben een uur voor dit overleg, dus we houden er lekker het tempo in. Ik geef als eerste het woord aan de heer Houwers van de VVD.
De heer Houwers (VVD): Voorzitter. De VVD is tevreden over de voortvarende aanpak van de staatssecretaris om onnodige regelgeving aan te scherpen en te schrappen. Namens mijn fractie roep ik de staatssecretaris dan ook op om nu door te pakken. Ik deel de mening dat certificering van vis- of visserijtechnieken een belangrijk instrument is voor de noodzakelijke omslag naar meer duurzame visserij. Naar mijn mening kunnen de concrete invulling en voortgang nu aan de marktpartijen worden overgelaten. Ik roep de sector op om die handschoen op te pakken.
Ik ben daarnaast blij dat een oplossing is gevonden voor het kleinschalig recreatief staand want.
De VVD fractie heeft kort geleden samen met de fractie van de PVV een motie ingediend om migratie van paling te bevorderen. De Stichting DUPAN (Stichting Duurzame Palingsector Nederland) heeft al laten weten dat zij bereid is om een deel van de uitvoering van de motie-Houwers/Gerbrands te financieren. Wat is de mening van de staatssecretaris hierover? Is hij bereid hieraan mee te doen, opdat een en ander kan worden uitgevoerd?
Ik vraag aandacht voor een tegemoetkoming aan de palingvissers. Dit is een soort repeterende plaat, maar wij hopen dat die plaat een keer tot een eind komt. Wat wordt de eindstand? Wanneer is die bekend?
Kunnen er al resultaten worden gemeld van het onderzoek naar de pulsvisserij?
De motie-Dijkgraaf/Jacobi heeft geleid tot het instellen van een commissie die zich buigt over de gehele binnenvisserij. De commissie zal een integrale toekomstvisie opstellen in samenspraak met de beroeps- en sportvisserij, de gemeenten, de waterschappen, de provincies en de kennisinstellingen. De vraag is alleen of daarin ook de recreatiesector voldoende is meegenomen. Is de samenstelling van de commissie wel een goede afspiegeling van alle belanghebbenden?
In een recente verordening van de Europese Commissie wordt een voorstel gedaan voor maatregelen om niet-duurzame visserij tegen te gaan. Dat voorstel biedt de basis voor de Europese Commissie om maatregelen te treffen tegen derde, niet-EU-landen die niet-duurzame visserijbestanden toestaan waarin de EU een belang heeft. Mijn fractie onderschrijft die intentie maar vraagt zich wel af of dit niet te ver gaat. Gaat de Commissie hiermee haar bevoegdheid te buiten?
Greenpeace en andere organisaties hebben kritische opmerkingen gemaakt over de pelagische sector. Ik ben blij dat de staatssecretaris hierover wat positiever is. Dat negatieve beeld van leegvissen en de gedachte dat er maar wordt gevist zonder dat men zich aan bestanden en afspraken houdt, herken ik niet. Ik zou graag zien dat ook anderen ingaan op de reactie die sector heeft gegeven. Ik heb veel vertrouwen in de sector.
De heer Dijkgraaf (SGP): Voorzitter. Dat sluit mooi aan, want ik had de pelagische sector als eerste onderwerp genoteerd. Ik steun de inzet van de staatssecretaris.
Ook voor de tegemoetkoming palingvissers sluit ik me kortheidshalve aan bij de heer Houwers.
Verder sluit ik mij aan bij de vraag van de heer Houwers over de plaats van de recreatiesector in de Commissie Toekomst Binnenvisserij. Wij hebben in een eerder overleg vanochtend gesproken over een andere commissie en toen bleek dat het vrij lang duurde voordat die commissie werd ingesteld. Deze motie is begin juli 2011 aangenomen. Ik ben blij dat de commissie gaat beginnen en ik ben ook blij met de brief van de staatssecretaris, maar niet met het tempo. Ik heb begrepen dat er wel iets gebeurt, maar is dat structureel? Ik zou hierover graag iets meer horen van de staatssecretaris
De staatssecretaris schuift de palingmigratie naar de Commissie. Dat is iets te gemakkelijk. Dit jaar wordt het Aalbeheerplan geëvalueerd en palingmigratie is daarvan een onderdeel. Dit geldt ook voor de gesloten visserijperiode. Als je steviger zou inzetten op palingmigratie, zou het andere misschien wat minder stevig kunnen. Omdat die evaluatie dit jaar wordt uitgevoerd, wil ik haast maken. De palingsector steekt een hand uit; via DUPAN wil hij een stevige financiële bijdrage levert. Ik zou graag zien dat die uitgestoken hand wordt aangenomen. Dit heeft ook te maken met de Kaderrichtlijn water, de doelen voor vismigratie en allerlei moties die in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Welke bijdrage kunnen de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van Infrastructuur en Milieu, en de waterschappen op korte en middellange termijn leveren? Welke mogelijkheden biedt het Europees Visserijfonds? Is in lijn met de motie-Houwers/Gerbrands al geïnventariseerd bij welke obstakels de inzet van beroepsvissers goedkoper is dan visgeleidingssystemen? Dit moet snel en breed worden opgepakt zodat nog dit jaar pilots kunnen starten en het Aalbeheerplan kan worden aangepast. Is de staatssecretaris daartoe bereid?
Het ministerie heeft toestemming gegeven voor spieringvisserij, maar de provincie Friesland blokkeert dat via de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. Beide wegen de beschikbare hoeveelheid spiering voor watervogels mee, maar zij komen tot een heel andere conclusie. Sportvisserij Nederland vecht de vergunning voor de gehele beroepsvisserij aan. Ik heb het gisteren ook al gevraagd: «waar gaat dat heen?» Is de staatssecretaris bereid een bemiddelaar aan te stellen om uit deze impasse te komen? Misschien is dit een optie, maar het mag natuurlijk geen zeven maanden duren voordat die bemiddelaar aan het werk gaat, want dan werkt dit niet.
Wil de staatssecretaris ingaan op de stand van zaken in het bilateraal overleg met de Europese Commissie over extra ontheffingen voor de pulsvisserij? Volgens mij is dit proces gaande. Verwacht de staatssecretaris dat dit tot positieve resultaten leidt?
Mevrouw Gerbrands (PVV): Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen die de woordvoerders voor mij hebben gemaakt over de overbevissing in de Stille Zuidzee. De problemen daar zijn in internationaal kader besproken. Inmiddels zijn er afspraken gemaakt. Ik heb geen reden te betwijfelen dat de Nederlandse vissers zich aan de quota houden. Ik meen dat wij van de staatssecretaris niet veel meer mogen verwachten dan wat hij nu al doet in het kader van de herziening van het in Europa.
Ik heb begrepen dat onlangs gespreken zijn gevoerd met de palingvissers. Ik ben blij dat die gesprekken constructief zijn verlopen. Wanneer zal de vissers een concreet voorstel worden voorgelegd?
Er is al veel gezegd over de motie-Houwers/Gerbrands. Ik juich het toe dat de Stichting DUPAN een gedeelte van het initiatief «aal over de dijk» wil financieren. Is het mogelijk om voor het overgebleven deel van de financiering een beroep te doen op het Europees Visserijfonds? De vissers moeten met hun kennis van de aal aan het werk kunnen gaan, de aalstand moet op peil worden gebracht en de terugloop moet worden tegengegaan. Met deze motie worden drie vliegen in één klap geslagen. Ik dring erop aan dat zij voortvarend wordt uitgevoerd.
Mevrouw Hazekamp (PvdD): Voorzitter. Er zijn te veel schepen en er is te weinig vis. Dat blijkt ook uit de situatie van de horsmakreel. De hoeveelheid horsmakreel is in twintig jaar tijd met 90% teruggelopen. De laatste jaren is de helft van de populatie weggevist. Dat zijn schokkende cijfers. Om in de termen van de staatssecretaris te spreken: wij signaleren een trend. Het is verbijsterend dat hij zegt dat het allemaal wel goed zal komen met de horsmakreel en dat er nog wel even kan worden doorgevist.
Jarenlang is er in internationaal verband vergaderd om de verwoestende trawlers in de Stille Oceaan een halt toe te roepen. Nog steeds komen wij echter niet tot sluitende afspraken. Landen als Peru, Ecuador en Chili lappen die afspraken keer op keer aan hun laars. Ook vorige week heeft het overleg niet geleid tot bindende visquota. Waarom beweert de staatssecretaris dat de EU doortastend is opgetreden aan de onderhandelingstafel in Chili? Wat is er doortastend aan als er geen afspraken zijn gemaakt en er ook dit jaar op zijn minst weer enkele tonnen horsmakreel boven de quota worden gevangen?
Het leegvissen van de Stille Oceaan is geen ver-van-ons-bed-show. Nederland is, met de PFA, hoofdrolspeler in dit drama. Er moet worden gestopt met het vangen van horsmakreel. Nu is het: redden wat er nog te redden valt. Is de staatssecretaris bereid om te bevorderen dat de Nederlandse schepen in de Stille Oceaan onder geen beding meer vissen op horsmakreel? Daarnaast zou ik graag zien dat Nederland zich in Europa ook hard maakt voor zo'n totale vangststop. Zal de staatssecretaris dit oppakken? Wat zal de concrete inzet van Nederland in de EU zijn?
Daarnaast pleit ik namens mijn partij voor een importverbod op horsmakreel uit de Stille Oceaan. Dit is niet alleen bedoeld om de visstand te herstellen, maar ook om het slechte gedrag van Peru, Chili en Ecuador te bestraffen. Is de staatssecretaris bereid om zich ook hiervoor in Europa hard te maken?
Het is overduidelijk dat onze kwetsbare natuur niet kan worden overgelaten aan een hebzuchtige markt. De politiek moet een vuist maken, maar voorlopig gebeurt er nog niets. Onze natuur en de oceanen worden geofferd op het altaar van de economie. Genoeg is genoeg! Om met de woorden van Daniel Pauly, een vermaard wetenschapper, te spreken: «this is the last of the buffaloes, this is the closing of the frontier». Ik wil graag weten wanneer de staatssecretaris nu echt actie zal ondernemen. Ik zal het ook nog in het Gronings zeggen: «kop d'erveur».
Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik begin met de commissie die is ingesteld naar aanleiding van de motie-Dijkgraaf/Jacobi over de toekomst van de binnenvisserij waarbij ook de visserij op de Waddenzee zal worden betrokken. Met alle respect, ik ben ook van mening dat het tempo omhoog moet. Het moet mij verder van het hart dat veel mensen op de commissielijst eerder betrokken waren bij de polarisatie tussen sport- en beroepsvisserij. Een ieder neemt zijn verleden mee, terwijl de commissie er nu juist voor was bedoeld om «out of the box» en vernieuwend te denken, en om oude patronen te doorbreken. Ik mis de mensen die dit kunnen doen. Ik mis bijvoorbeeld mensen uit de recreatiesector. Er zit wel een dijkgraaf in de commissie, maar ik ben van mening dat ook mensen uit een heel andere sector hierbij moeten worden betrokken. Ik hoop dat de staatssecretaris zich ervan bewust is dat dergelijke commissies niet zo vaak worden ingesteld. Zijn dit nu de mensen die deze opdracht kunnen uitvoeren?
Het is fijn dat er nu een Bruinvisbeschermingsplan is en dat is besloten om «pingers» op de netten te bevestigen. Daarvoor is al sinds 2003 gepleit. Bruinvis en staand want staan niet helemaal los van elkaar. Hoe staat het ervoor op Ameland? Door middel van moties en vragen is de afgelopen jaren steeds gepleit voor het recreatief kleinschalig staand want. Het is goed dat hiervoor nu eindelijk de handen op elkaar zijn gekomen. Nu zou moeten worden gestreefd naar één regime in Nederland. Ik ben van mening dat dit met vergunningen moet worden geregeld. Op die manier kunnen uitwassen worden voorkomen, want dan is duidelijk met wie je van doen hebt.
Tot slot vraag ik aandacht voor door sportvissers gevangen zeebaars. De staatssecretaris heeft beloofd met de sportvisserij het gesprek aan te gaan over de vraag hoe de stroperij kan worden aangepakt en of het kleinschalige beroeps staand want ook voor zeebaars mogelijk kan worden gemaakt. Hoe kunnen wij hiermee verder?
De heer Koppejan (CDA): Voorzitter. Het is goed dat met de sector wordt gekeken naar overbodige en onnodige regelgeving. Ik ben ook blij met het besluit dat sportvissers geen vispasboekje meer bij zich hoeven te hebben. Daarmee is een lang gekoesterde wens van het CDA in vervulling gegaan.
Hoe staat het met de ratificering van internationale verdragen voor zeevisserij, te weten de STCB-95 en de STCB-F? Eerder werd gemeld dat de normen lager waren dan in Nederland en dus niet goed zijn. Heeft de staatssecretaris dit aangekaart in Brussel? Wat is de stand van zaken?
Hoe is de stand van zaken met betrekking tot de handhaving van de inzet van een black box om het motorvermogen in de garnalenvisserij te beperken tot maximaal 300 pk? De staatssecretaris zou voor 1 maart meer duidelijkheid bieden. Kan hij dat nu al doen?
Ik ben blij met de successen die zijn geboekt met MSC-certificering en de overheidsregeling die daarvoor beschikbaar is gesteld. In een eerder algemeen overleg heb ik aandacht gevraagd voor de geassocieerde bestanden, tarbot, griet, tongschar, witje en bot. Voor een MSC-keurmerk voor deze vissoorten is meer wetenschappelijke kennis nodig. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij in de Europese Raad zou aandringen op meer Europees onderzoek op dit gebied. Wat is de stand van zaken?
Bij de ASC-certficering van kweekvis is de sector aan zet, net als bij de vissoorten. Conform het regeerakkoord zou de overheid ook een rol kunnen spelen bij de systemen, net als bij de integraal duurzame stallen. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.
De staatssecretaris schrijft in zijn brief dat de klachten uit de sector over de stroperij van zeevis terecht zijn. Welke aanpak stelt hij voor op korte termijn?
Ik steun het beleid van de staatssecretaris voor de pelagische sector. Deelt hij mijn mening dat betrokkenheid van de Europese Unie en een actieve steun en aanwezigheid van de Europese vloot de sleutel tot de oplossing kunnen zijn voor de problematiek van de Zuidelijke Pacific? Een op Europese leest geschoeid beheerssysteem van vangquota inclusief internationaal toezicht zal immers ook leiden tot een meer duurzame en verantwoorde bevissing van dit gebied.
Ik vraag verder aandacht voor Natura 2000. Wat zijn het wettelijke kader en de tijdslijn voor de gebiedsbescherming van onder andere de Doggersbank? Trekt de staatssecretaris in dit kader samen met de Duitsers op? Staan de klokken gelijk?
Kan de staatssecretaris toelichten waarom de termijnen van de Visserijwet en het Visplan – van 1 januari tot 1 januari – en van de Natuurbeschermingswet – van 1 juli tot 1 juli – niet samenvallen? Bij onder meer Markermeer, IJsselmeer en IJmeer levert dit voortdurend discussie op tussen de vissers en het bevoegd gezag.
Tot slot sluit ik mij aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt over de palingvissers. Ik steun het initiatief «aal over de dijk» en ik zou graag zien dat de staatssecretaris daaraan een bijdrage levert. Ik ben blij dat de gesprekken goed zijn verlopen en ik ben benieuwd wanneer een uitkomst mag worden verwacht.
De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. Walvis- en dolfijnactivist Erwin Vermeulen zit al bijna 60 dagen in Japan gevangen. Nog afgezien van het feit dat dit buitenproportioneel is als reactie op een duw, zijn de omstandigheden waaronder hij gevangen zit slecht. Dit is in strijd met een goede rechtsorde. Hij blijkt te zijn verhoord zonder de aanwezigheid van een tolk of advocaat. Hij verblijft in een onverwarmde cel en is inmiddels tien kilo afgevallen. Het wordt zijn ouders onmogelijk gemaakt om hem te bezoeken en hij krijgt geen onafhankelijk advocaat.
Wat doet de Nederlandse regering voor deze staatsburger? Is hij bezocht door mensen van de ambassade? Hoe vaak? Waarom is voor hem geen advocaat geregeld? Is de Japanse ambassadeur op het matje geroepen? Zijn er diplomatieke acties ondernomen om zijn vrijlating of althans een fatsoenlijke rechtsgang te garanderen?
De voorzitter: Ik wijs erop dat gisteren tijdens een procedurevergadering is afgesproken dat een algemeen overleg zal worden gevoerd met staatssecretaris Bleker en een van de bewindspersonen van Buitenlandse Zaken over de walvisvangst en ook over het onderwerp dat de heer Van Gerven nu aansnijdt. Het staat de heer Van Gerven natuurlijk vrij om vragen te stellen, maar omdat dit al is gepland voor een ander moment, kan het zijn dat de staatssecretaris nu slechts een beperkte reactie zal geven.
De heer Van Gerven (SP): Ik weet dat dit algemeen overleg gepland is, maar de situatie is urgent. De Partij van de Dieren heeft niet voor niets een bijzondere procedure voorgesteld. Dit duurt al veel te lang. Direct handelen van het kabinet is geboden. Ik krijg toch graag een reactie van de staatssecretaris.
De palingvissers hebben behoefte aan zicht op een nieuwe toekomst. Volgens DUPAN kan dit jaar in een pilot een begin worden gemaakt met «aal over de dijk». Dit is een sympathiek initiatief. Wil de staatssecretaris alles in het werk stellen om dit mogelijk te maken en hiervoor financiering te vinden?
Dan het gemeenschappelijk visserijbeleid en het grote manco dat de overbevissing niet wordt aangepakt. Zal de staatssecretaris in Europa pleiten voor een aanpak van de overcapaciteit? Hij stond eerder niet afwijzend tegenover het idee om innovatieve en duurzame vissers voorrang te geven bij de uitgifte van quota. Zal hij dit bepleiten? Is hij bereid een eerlijk deel van de quota te reserveren voor de kleinere spelers? Wat zal de staatssecretaris voorstellen om te voorkomen dat de overcapaciteit wordt geëxporteerd naar ontwikkelingslanden? Ik verwijs naar het artikel in Trouw over de Stille Zuidzee. Wij moeten proberen buitenlandse schepen te weren in gebieden waar het niet langer wenselijk is dat er wordt gevist. Ik refereer aan de motie over Guinee-Bissau die in de Kamer is aangenomen. Ik vraag eenzelfde inspanning voor andere arme landen.
Wil de staatssecretaris bevorderen dat eventuele klachten van kustgemeenschappen worden gehoord in het kader van de mensenrechtenclausule opdat zij worden geconsulteerd bij het afsluiten van akkoorden?
Ik heb begrepen dat er geen internationale beheerscommissie is voor de Stille Zuidzee. Zijn er toch mogelijkheden om dit uit Europa te bewerkstelligen?
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. De situatie op de Wadden is bijzonder. In zijn brief schrijft de staatssecretaris dat voor de Waddeneilanden een uitzondering zal worden gemaakt voor het gebruik van het recreatief staand want. Gemeenten mogen onder voorwaarden kleinschalig recreatief gebruik toestaan. Dat is prima, maar hoeveel vergunningen worden maximaal afgegeven, gerelateerd aan het doel waarvoor die uitzondering is gemaakt? De maatregel lijkt namelijk geen maximum te stellen aan het aantal personen dat van deze regeling gebruik kan maken. Die regel is echter met een specifieke reden ingesteld.
Er komt een integrale toekomstvisie voor de hele binnenvisserij. Dat klinkt heel goed, maar er is geen termijn gesteld. Wanneer komt het resultaat? Wanneer mogen wij deze integrale toekomstvisie verwachten?
Dan de internationale visserij. In het Greenpeace-rapport The Ocean Inquire wordt gesteld dat de Europese Unie de visrechten van visserijakkoorden met onder andere Marokko en Mauritanië tegen slechts 5% of 10% van hun eigenlijke waarde ter beschikking stelt aan de Nederlandse vloot of The Pelagic Freezer-trawler Association. Klopt dat? Hoe denkt de staatssecretaris daarover?
De Europese visbedrijven mogen private overeenkomsten afsluiten met dergelijke landen. Zij zijn verplicht om te werken binnen een Europees kader. Dit is naar de mening van mijn fractie een goede zaak, omdat dit de Europese Commissie alle mogelijkheden geeft om eerlijke voorwaarden te verbinden aan het exporteren van die «natural resources» van andere landen. Als internationale regelgeving voorschrijft dat visrechten alleen mogen worden verkocht aan andere landen als er sprake is van een surplus of overschot, ben ik het daarmee eens, maar de vraag is hoe dit wordt berekend. Hoe wordt vastgesteld dat er werkelijk sprake is van een surplus of overschot? Wil de staatssecretaris toezeggen dat hij zich op EU-niveau zal inzetten om te bereiken dat de Europese visserij ook eerlijke prijzen betaalt en zich houdt aan de internationale afspraken over het surplus, bijvoorbeeld door de toepassing van MSY (maximal sustainable yield) in dit soort contracten?
Welke inzet zal de staatssecretaris leveren voor de horsmakreel gelet op de zorgwekkende situatie van deze vissoort?
Nederland heeft zich in GOB-verband ingezet voor een integrale toets van de effecten van de voorstellen voor 2013–2020 op ontwikkelende landen. Wil de staatssecretaris eenzelfde inspanning leveren voor de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid?
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Ik begin met de binnenvisserij en ik eindig met de Zuidelijke Pacific.
Er zijn vragen gesteld over de commissie-Remkes. Wij hebben gekozen voor een compacte samenstelling. De heer Remkes is van plan ook geluiden van buiten een plek te geven tijdens de werkzaamheden van de commissie. Er komt een bijeenkomst waar vertegenwoordigers van de recreatiesector een inbreng kunnen leveren. Ik heb er alle vertrouwen in dat de commissie op een deugdelijke wijze tot resultaat komt.
Ik ben het ermee eens dat tempo moet worden gemaakt. Het streven is erop gericht dat het rapport deze zomer gereed is.
De voorzitter: Ik wijs erop dat ieder van de leden maximaal twee vragen mag stellen in deze termijn.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Een van de punten waarop kan worden gestuurd, is de opdracht. De opdracht is: «out of the box» en toekomstgericht. De Kamer zou daarover worden geïnformeerd, maar de staatssecretaris zegt nu echter niets.
Staatssecretaris Bleker: Volgens mij heeft de Kamer een brief ontvangen waarin de samenstelling van de commissie wordt gemeld en een korte formulering van de opdracht wordt gegeven. Ik zal de geluiden die ik hier opvang, doorgeven aan de voorzitter van de commissie.
De heer Koppejan heeft gevraagd om steun voor de kweekviscertificering. Zoals toegezegd ondersteun ik de opzet van een keurmerk voor kweekvis. Het ASC ontvangt gedurende drie jaar financiële ondersteuning voor de opzet van een dergelijk systeem. Het is aan de afzonderlijke viskwekers of zij een traject van certificering inzetten.
De vraag die de heer Koppejan hieraan toevoegde, is interessant. Als het tot investeringen en maatregelen in het productieproces moet komen, kan dan een parallel worden getrokken met duurzame stallen? Ik zal daar serieus naar kijken, want dit is een interessante gedachte. Ik weet niet of het nodig is, zo ver zijn wij nog niet, maar ik zal die optie nader bekijken als het traject iets verder is afgelegd.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik dank de staatssecretaris voor zijn toezegging voor het keurmerk voor kweekvis. Hij zegt dat gedurende drie jaar financiële steun wordt gegeven om dit keurmerk op te zetten. Is bekend of daarbij ook wordt gekeken naar de mogelijkheid van een keurmerk met een breder draagvlak dan alleen in Nederland? Op welke manier zal de staatssecretaris zich daarvoor inzetten?
Staatssecretaris Bleker: Ja. Ja.
Met betrekking tot het staand want geldt voor de Noordzeekustlijn hetzelfde regime als voor het kustwater. Er is een generieke vrijstelling en de voorwaarden zijn strenger dan voor de kustwateren. Gemeenten worden nu aangeschreven en daarna wordt een en ander vastgelegd in regelgeving. De vraag is gesteld of er een maximum wordt bepaald. Dit wordt door de gemeente bepaald op grond van de vraag wat het gebied aankan in het kader van de veiligheid van mens, dier, enzovoort. Dat is het criterium. De gemeente kan op een moment zeggen: genoeg. Op een vergunningaanvraag wordt dus niet altijd positief beschikt. Zeker niet.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De regeling voor het staand want is een uitzondering op de standaard regeling. De Kamer heeft gezegd dat er een specifieke regeling moet komen voor de Waddeneilanden. Gelet op de traditie met deze vorm van visserij, zou een uitzondering worden gemaakt. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die uitzondering dan ineens voor iedereen geldt. Ik hoor graag van de staatssecretaris hoe die regeling – die uiteindelijk wordt uitgevoerd door de gemeenten – door het Rijk duidelijk wordt afgebakend zodat niet ieder Amsterdammer of Hagenees die ook wel met staand want wil vissen, een vergunning kan aanvragen op de Wadden.
Staatssecretaris Bleker: Het uitgangspunt is de traditie, daarvoor moet ruimte zijn, maar de uitvoering moet wel passen bij de draagkracht van het gebied. Het mag geen excessieve ontwikkeling worden; dat is ook nooit de bedoeling van de Kamer geweest. Wij zullen de gemeenten laten weten dat het een beheersbaar geheel moet zijn, omdat dit is gericht op de instandhouding van dit type visserij. Het is niet de bedoeling om tot een soort exploitatie te komen. Wij zullen aan de gemeenten melden dat dit is bedoeld om redelijke mogelijkheden te bieden voor de instandhouding van dit type visserij. Ik ga ervan uit dat een lokale overheid met zorg voor het eigen gebied dit goed doet.
Over de paling zijn verschillende vragen gesteld, onder andere over de vergoeding. Het overleg dat hierover gaande is, wordt als constructief ervaren, ook van onze kant. Wij hopen over drie weken de Kamer te informeren over de definitieve uitkomst. De Europese Commissie heeft ons de ruimte geboden om voor deze uitzonderlijke situatie een ruimere tegemoetkomingsregeling te treffen dan regulier mogelijk is.
In het kader van het overzetten van aal en het initiatief «aal over de dijk» hebben private partijen zich bereid getoond daarin te participeren. Er zijn 30 migratieknelpunten voor aal. De stand van zaken en de geschatte kosten worden thans geïnventariseerd. Het overzetten van schieraal is geen oplossing voor alle trekvissen en biedt slechts een goede tussentijdse oplossing voor paling. Stakeholders werken nu aan een protocol. Betrokkenen zijn de Unie van Waterschappen, de beroepsvisserij, de sportvisserij en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het zwaartepunt ligt bij de Unie van Waterschappen, want er moeten voorzieningen worden getroffen, en de beroeps- en sportvisserij. Dit punt zal ook worden bekeken door de Commissie Toekomst Binnenvisserij. Daarna zal worden bezien welke voorwaarden de landelijke overheid moet stellen. Ik wil daarop nu niet vooruitlopen.
De heer Houwers (VVD): Ik begrijp dat de staatssecretaris daarop niet vooruit kan lopen, maar kan hij nu al wel zeggen of hij daarvoor geld over heeft?
Staatssecretaris Bleker: De fysieke maatregelen die moeten worden getroffen, zijn een zaak van de waterschappen, van de waterbeheerder, en niet van het ministerie. Het ondersteunen van de sector is een ander verhaal. Ik wacht eerst het rapport van de Commissie Toekomst Binnenvisserij af voordat ik een besluit neem over ondersteuning en over de vraag of dit ook in financiële zin iets zal betekenen voor het ministerie.
De heer Houwers (VVD): Ik hoor geen nee.
Staatssecretaris Bleker: Geen nee en geen ja.
De heer Dijkgraaf (SGP): Dus wij horen niets. Het Europees Visserijfonds is ook genoemd als mogelijke bron van financiering. Wil de staatssecretaris daar ook naar kijken?
Het zou erg jammer zijn als dit proces stopt of wordt vertraagd doordat de sector moet wachten op het rapport van de commissie. Kan de staatssecretaris alert zijn en bevorderen dat de pilots voortgang boeken evenals de aanpassing van het Aalbeheerplan?
Staatssecretaris Bleker: Het antwoord op die vraag is ja. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat er in de aanloop in de komende maanden geen hobbels op de weg komen. Als er hobbels moeten worden geslecht, zal ik dat – als ik dat kan – zeker doen, Dit is een positief te waarderen initiatief, maar de structurele kosten die ermee zijn gemoeid, zijn nog niet te overzien.
Ik ga verder met de «spieringoorlog» op het IJsselmeer. De verdeling van bevoegdheden zijn helder, maar dat neemt niet weg dat er complicaties zijn. Het ministerie verleent de visserijvergunning en de provincies verlenen de vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet. Ik ben bereid om het protocol op basis waarvan het ministerie thans de vergunningen verleent, aan te passen en te laten aansluiten bij de eisen van de Natuurbeschermingswet. Daarbij wil ik het nu laten. Ik roep de partijen – de beroeps- en de sportvisserij – op om meer tot elkaar te komen. Ik zie op dit moment niets in een bemiddelaar. Wij moeten duidelijke kaders stellen.
De verhouding tussen de sportvisserij en de beroepsvisserij in ons land levert voortdurend teleurstellingen op. Wij kunnen structuren en overleggen voorstellen en die ondersteunen, maar als vrijwel permanent de echte wil ontbreekt om te schikken en in te schikken, dan is er maar één oplossing, namelijk dat de overheid via de formele weg van vergunningen enzovoort de zaak beslecht. Zo sta ik hier nu in.
De heer Koppejan (CDA): De minister zegt toe dat hij de termijnen op elkaar wil afstemmen. Kan hij ook zeggen wanneer dit naar verwachting kan zijn geëffectueerd?
Staatssecretaris Bleker: Het is belangrijk dat de nieuwe wet natuur zo snel mogelijk wordt behandeld nadat de Raad van State zich daarover heeft uitgesproken en dat dan ook het omgevingsrecht wordt geëffectueerd. Dan kunnen wij dit soort vergunningen wat meer gelijkschakelen. In de loop van dit jaar zal die inhoudelijke gelijkschakeling zijn geregeld. Ik doel dan op het protocol.
Ik ga nu de Zuidelijke Pacific op. Het is goed dat er met name uit Nederland aandacht is voor de visserijpraktijk en de ontwikkeling van bestanden van met name de horsmakreel in de Zuidelijke Pacific. Het is eigenlijk ook heel verklaarbaar dat Nederland en Europa daaraan nu zo uitdrukkelijk aandacht schenken. Wij moeten ons niet bezondigen aan niet-noodzakelijke zelfkastijding, maar wij lopen dat risico wel. In de Zuidelijke Pacific is door toedoen van Nederland, met name in het verband van de Europese Commissie, al een aantal jaren geleden het initiatief genomen om de visserij te reguleren naar Europees model, namelijk met onderzoek en nog eens onderzoek, quota en al dat soort zaken. De Europese Unie heeft een belangrijke stimulerende rol vervuld om de regionale visserijorganisatie voor dit zeer grote gebied tot stand te brengen. De betrokken staten, er wordt door de vloten van tal van staten gevist, hebben uiteindelijk vrijwillige afspraken gemaakt. Voor de schepen van de Europese Unie waren die afspraken vanaf het begin bindend; ze zijn vertaald in Europese regulering.
Wij hoeven ons zelf niet op de borst te kloppen, maar wij moeten ons zelf ook niet in de put praten. De Europese Unie stond aan het begin van de regulering van de visserij aldaar. Toen er eenmaal vrijwillige afspraken tot stand waren gekomen, heeft de Europese Unie de eigen vloot aan die afspraken gebonden.
Eind januari zijn in Chili op basis van wetenschappelijk advies afspraken gemaakt tussen de betrokken lidstaten om de vangstquota verder aan de te scherpen. Voor 2012 zijn ze minimaal 60% lager vastgesteld dan in 2010. Belangrijk is nu dat het verdrag dat deze lidstaten met elkaar opstellen, ook wordt geratificeerd, met name door Peru en Chili. De verwachting is dat dit in de loop van 2012 kan gebeuren waarna het verdrag van kracht wordt. De vangstbeperkingen- en quota-afspraken zijn vanaf dat moment verplicht.
Mevrouw Hazekamp (PvdD): De staatssecretaris doet nu alsof het allemaal goed is geregeld, maar in Chili en Peru wordt structureel te veel gevist. De landen erkennen dat ook. Bovendien zijn in de visserij veel corruptie en fraude; er wordt veel meer aangeland dan op papier staat. Zijn al die aspecten meegenomen bij het bepalen van de quota? Het lijkt erop dat die overbevissing straks gewoon doorgaat.
Staatssecretaris Bleker: Daar gaat het natuurlijk om, dat de vloten van alle landen, ook van Chili en Peru, zich houden aan de tot nu toe vrijwillige quota-afspraken. Dat kunnen wij nu niet garanderen, want net als in Europa horen handhaving en toezicht daar ook bij, net als afspraken over bijvangst en aanlanding. Pas als het verdrag door alle landen is geratificeerd, zijn de vangstbeperkingen en voorschriften voor iedereen verplicht. Daarom begrijp ik ook niet dat mevrouw Hazekamp zegt dat wij ons moeten terugtrekken. Dat er nu regulering komt, met bindende afspraken als alle partners het verdrag ondertekenen, is de resultante van de aanwezigheid en van de poging om het Europese model zo goed en zo kwaad als het kan geëffectueerd te krijgen. Wetenschappers zijn gematigd positief over het herstel van het bestand. Die wetenschappers werken voor een organisatie waarvan de naam een lange afkorting oplevert: RMFPO. De situatie is nog niet goed, maar terugtrekken van Europa zou de slechtste stap zijn die wij nu kunnen zetten.
De voorzitter: Ik stel voor dat de staatssecretaris nu zijn antwoord afmaakt. Als er dan nog vragen zijn overgebleven, kunnen de leden dat melden aan het einde van de termijn van de staatssecretaris, want er is geen tijd meer voor een tweede termijn.
Staatssecretaris Bleker: De onderzoeksresultaten van de eerste fase van de toepassing van de pulsvisserij worden nu verwerkt. Daarna volgt overleg met de Europese Commissie. Hopelijk kan de Commissie meer duidelijkheid verschaffen over de eventuele uitbreiding van het aantal vergunningen.
De heer Dijkgraaf (SGP): Verloopt het proces goed?
Staatssecretaris Bleker: Het loopt, maar de Europese Commissie heeft kritische vragen over de precieze effecten van de toepassing. Wij zijn er positief over, maar wij moeten samen met andere landen op basis van wetenschappelijk onderzoek bewijzen dat het geen schadelijke neveneffecten heeft.
Sancties voor derde landen vallen onder de bevoegdheid van de Europese Commissie.
Ik hoop dat maatregelen in de toekomst een oplossing kunnen bieden voor de onderhandelingen over makreel tussen de EU, IJsland en de Faeröer-eilanden.
De heer Van Gerven heeft gevraagd naar de positie van de Nederlander die in Japan in gevangenschap verkeert. Dit is primair een zaak van minister Rosenthal. Ik zal daar nu niet op ingaan, maar als er een overleg is gepland waarbij ik aanwezig moet zijn, dan zal ik er zijn.
Het eerste overleg met de sportvisserij over de zeebaarsstroperij is gevoerd. Voor een vervolgoverleg is inmiddels een afspraak gemaakt. Wij hebben op dit moment niet voldoende informatie om maatregelen te nemen. ICES doet dit jaar onderzoek naar de zeebaarsbestanden. Wat betreft de stroperij wacht ik de gevraagde NVWA-analyse af. Dan volgt overleg met de partijen. Er moet een op risico gerichte handhavingsstrategie komen.
Er is nog gevraagd naar de ratificatie van enkele verdragen. Die processen lopen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is primair verantwoordelijk. Het overleg over de Nederlandse ratificatie is nog niet afgerond. Daarover vindt overleg plaats met een aantal belanghebbende visserijsectoren. De inzet is gericht op hogere opleidingseisen. Dat is de kern van de zaak. Vrijstelling vereist aanpassing van het verdrag.
Het is juist dat de Doggersbank internationaal overleg en een internationale aanpak vergt. Hierin is ook voorzien.
Ik ben het eens met de benadering van de geassocieerde belstanden. De leden van de Visserijraad hebben ook besloten dat behoedzaamheid is geboden omdat er onvoldoende informatie is. De Commissie is naar mijn mening wel erg behoedzaam. Ik ben dat iets minder, maar de kern van de zaak is dat er informatie, data en onderzoek beschikbaar moeten zijn om een verantwoord beleid te formuleren.
De voorzitter: Ik geef de leden gelegenheid om de vragen te herhalen die nog niet zijn beantwoord.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Is de staatssecretaris bereid om bij de herziening van het gemeenschappelijk visserijbeleid ook in te zetten op een integrale toets van de effecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid op de ontwikkelingslanden?
De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. De positie van de heer Vermeulen is onverkwikkelijk. Dit geldt ook voor de brieven die ons hebben bereikt. Ik verzoek de staatssecretaris om zich onverwijld met de minister van Buitenlandse Zaken te verstaan en de Kamer volgende week een brief te sturen waaruit blijkt hoe het kabinet zal handelen in deze kwestie. Ik wil niet nog weken moeten wachten op een algemeen overleg. Direct handelen is geboden.
De heer Koppejan (CDA): Voorzitter. Ik heb nog een vraag over de geassocieerde bestanden. Is in Europees verband afgesproken dat daarnaar wetenschappelijk onderzoek zal worden gedaan? Is dit in gang gezet?
Ik heb verder gesproken over de handhaving van het motorvermogen van 300 pk. Ik herinner eraan dat de staatssecretaris de Kamer voor 1 maart een reactie zou sturen en daarbij ook zou ingaan op de vraag hoe de inzet van de black box hierbij behulpzaam kan zijn.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ondanks alle heen-en-weertjes over het staand want en hoe dat zal worden georganiseerd, is er geen duidelijkheid ontstaan. Wordt er nu samen een vergunningenstelsel opgezet en eenduidigheid gecreëerd, of wacht de staatssecretaris tot het uit de hand loopt en grijpt hij dan in? Hij heeft dit niet scherp neergezet.
Mevrouw Hazekamp (PvdD): Voorzitter. De staatssecretaris heeft groot vertrouwen in de markt. Ondanks jarenlange gesprekken in de regio verwacht hij dat er afspraken worden gemaakt met bindende quota. Ik weet werkelijk niet waarop hij die verwachting baseert. Waarom noemt hij een achteruitgang van 90% van de populatie horsmakreel met een halvering in de laatste paar jaar, gematigd positief? Hij zegt dat de resultaten in de regio gematigd positief kunnen worden genoemd, ook al gaat het nog niet goed. Intussen laat hij de varende visfabrieken gewoon hun gang gaan. Let wel, die gebruiken netten waarin met gemak één of twee voetbalstadions passen. Hij kan toch niet zo'n groot vertrouwen hebben in een markt die heeft bewezen dat hij niet in staat is om dit te regelen?
De heer Houwers (VVD): Voorzitter. Het ik goed begrepen dat de staatssecretaris meer vertrouwen heeft in de gemeenten dan mevrouw Jacobi, gezien zijn opstelling in de discussie over het staand want?
Kan de staatssecretaris bevestigen dat hij zal nadenken over de suggestie van de heer Koppejan over investeringen voor kweekvis, analoog aan de investeringen voor duurzame stallen? Dat is een interessante ontwikkeling.
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening voor de staand want visserij. Die is niet gemaximeerd. Als er wildgroei ontstaat, zal er overleg volgen. De opdracht aan de gemeenten is dat zij rekening moeten houden met de draagkracht van het gebied en de schadelijke effecten op andere vissoorten. Deze uitzondering is op uitdrukkelijk verzoek van de gemeenten gemaakt en is niet bedoeld voor exploitatie. Een en ander moet op een passende manier worden toegepast en op de gemeentehuizen kent men waarschijnlijk iedereen die daarvoor eventueel in aanmerking komt. Ik ben niet van plan om hierover een brief te schrijven.
De Kamer krijgt voor 1 maart een rapportage over de handhaving en over de black box. Naar de geassocieerde bestanden zal wetenschappelijk onderzoek worden gedaan.
Verder zal een analyse worden opgesteld van de effecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid op ontwikkelingslanden.
Ik zal het verzoek van de heer Van Gerven doorgeven aan Buitenlandse Zaken.
Ik heb nul komma nul vertrouwen in de internationale commerciële visserij. Ik verwacht niet dat de visserij, ook op horsmakreel, zonder strikte overheidsregulering in een gebied als de Zuidelijke Pacific in alle vrijheid aan die sector kan worden overgelaten. Ik heb daarin totaal geen vertrouwen. Daarom hebben de Europese Unie en Nederland zich er zo voor ingezet dat in dat gebied zal worden gevist volgens het Europese model: onderzoek, onderzoek, onderzoek, en uitgaan van duurzame visbestanden, quota, handhaving en toezicht. Het is echter niet de Noordzee waar de Europese Unie het grotendeels zelf kan regelen, of de Oostzee of Middellandse Zee, nee het is een gebied waartoe ook Chili, Peru, China en allerlei andere gerespecteerde landen toegang hebben. Wij moeten ons maximaal inzetten om daar de visbestanden en de zee te beschermen, niet door het aan de markt over te laten, maar door de markt te reguleren op een manier die overeenkomt met het Europese visserijmodel.
Hiermee zijn wij een heel eind op weg, maar wij zijn er nog niet, want niet alle landen hebben zich hieraan gecommitteerd. Als alle landen zich hieraan hebben gecommitteerd, moeten wij met elkaar zorgen voor goede controle, want quota afspreken is één, maar controle is twee. Dit geld voor iedere sector van het bedrijfsleven en ook hier.
De suggestie dat ik een onbeperkt vertrouwen zou hebben in de internationale commerciële visserijsector en dat het zich wel zou regelen in die wereld, wijs ik van de hand. Ik ben dolblij met het Europees visserijbeleid, dat wij bij twijfel niet inhalen, dat wij behoedzame quota hanteren, dat wij de bijvangst terugbrengen en zo meer. Dit gebeurt niet omdat de markt dit wil, maar omdat dit is geboden uit publiek en ecologisch belang.
Hoever de Stille Zuidzee ook van Europa is, als daar grotendeels volgens Europees model wordt gewerkt en de Peruanen, Chilenen en Chinezen zich daarin hebben te voegen, is dat winst.
Ik heb gezegd dat de wetenschappers gematigd positief zijn over het begin van herstel van de bestanden daar. Ik heb dus niet gesproken over de vergelijking met de periode voor de grootschalige visserij en de teruggang.
De heer Houwers (VVD): Nog een opmerking om te voorkomen dat er een verkeerd beeld ontstaat. De staatssecretaris zegt dat hij nul komma nul vertrouwen heeft. Ik heb wel veel vertrouwen in de markt en in de partijen die daarin een belang hebben. Ik neem aan dat het vertrouwen van de staatssecretaris in de Nederlandse, de Europese en de andere vissers verschillen vertoont.
Staatssecretaris Bleker: De internationale grootschalige visserij-industrie vertrouw ik de Zuidelijke Pacific niet zonder overheidsregulering toe. Dat is mijn stelling. Als die overheidsregulering er eenmaal is, heb ik vaak veel vertrouwen.
Mevrouw Hazekamp (PvdD): Ik ben niet tevreden over het antwoord van de staatssecretaris. Ik zal daarom een motie indienen.
De voorzitter: Dan zal een VAO worden aangevraagd.
Er zijn twee toezeggingen gedaan.
– De staatssecretaris zal de Kamer over drie weken informeren over de definitieve uitkomsten van het overleg over de compensatie voor de palingvissers.
– De staatssecretaris stuurt de Kamer voor 1 maart een reactie op de handhaving van het maximaal motorvermogen van 300 pk in de garnalenvisserij en de inzet van de black box.
De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. Ik herinner aan de toezegging dat de staatssecretaris de minister van Buitenlandse Zaken zal overbrengen wat in dit overleg is gezegd over de positie van de heer Vermeulen.
Samenstelling:
Leden: Dijksma (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), voorzitter, Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Paulus Jansen (SP), ondervoorzitter, Jacobi (PvdA), Koppejan (CDA), Graus (PVV), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie), Van Tongeren (GroenLinks), Ziengs (VVD), Braakhuis (GroenLinks), Gerbrands (PVV), Lodders (VVD), Van Vliet (PVV), Dijkgraaf (SGP), Schaart (VVD), Verhoeven (D66), Van der Werf (CDA) en Hilkens (PvdA).
Plv. leden: Jadnanansing (PvdA), Elias (VVD), Blanksma-van den Heuvel (PvdA), Koolmees (D66), Dikkers (PvdA), Dekken (PvdA), Irrgang (SP), Groot (PvdA), Holtackers (CDA), Tony van Dijck (PVV), Ouwehand (PvdD), Van Gerven (SP), Hazekamp (PvdD), Schouten (ChristenUnie), Van Gent (GroenLinks), Leegte (VVD), Grashoff (GroenLinks), De Mos (PVV), Taverne (VVD), Van Bemmel (PVV), Van der Staaij (SGP), Houwers (VVD), Van Veldhoven (D66) en Ormel (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32201-37.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.