32 793 Preventief gezondheidsbeleid

36 418 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2024)

H1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 september 2024

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 heeft naar aanleiding van het onlangs gevoerde nader schriftelijk overleg3 over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl en gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken gesproken over de uitvoering van drie door de Eerste Kamer aangenomen moties die oproepen onderscheid te maken tussen dranken met toegevoegde suikers en dranken met alleen natuurlijke suikers.

Naar aanleiding hiervan is op 9 juli 2024 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport. Aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst is een gelijkluidende brief verzonden.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport hebben op 29 augustus 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport

Den Haag, 9 juli 2024

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft naar aanleiding van het onlangs gevoerde nader schriftelijk overleg4 over de voortgang van de preventieaanpak leefstijl en gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken gesproken over de uitvoering van drie door de Eerste Kamer aangenomen moties die oproepen onderscheid te maken tussen dranken met toegevoegde suikers en dranken met alleen natuurlijke suikers.

Het betreft de moties Koffeman c.s. (36 410, F5) en Visseren-Hamakers c.s. (36 418, W6 en X7). Deze moties komen ook aan de orde in paragraaf 2.3 van de op 26 april 2024 gepresenteerde Contourenbrief8 gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte.

De vaste commissie voor VWS verzoekt u de Kamer ten aanzien van de uitvoering van deze moties te informeren over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling binnen het kabinet in nieuwe samenstelling als over de door het kabinet beoogde tijdpad voor de uitvoering van deze moties.

Een gelijkluidende brief is vandaag verzonden aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst.

De leden van de vaste commissie voor VWS zien uit naar uw gezamenlijke reactie en ontvangen deze graag uiterlijk 30 augustus 2024.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, G. Prins

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST EN DE STAATSSECRETARIS JEUGD, PREVENTIE EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 augustus 2024

In de brief van 9 juli 2024 met kenmerk 175380U verzoekt de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij ten aanzien van de uitvoering van de moties Koffeman c.s. (36 410, F9) en Visseren-Hamakers c.s. (36 418, W10 en X11) haar te informeren over zowel de onderlinge verantwoordelijkheidsverdeling binnen het kabinet in nieuwe samenstelling als over het door het kabinet beoogde tijdpad voor de uitvoering van deze moties. Met dit schrijven kom ik aan deze verzoeken tegemoet.

Wat betreft de verantwoordelijkheidsverdeling geldt dat de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst verantwoordelijk is voor de belastingwetgeving, waaronder de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Wat betreft de mogelijke omzetting van de huidige verbruiksbelasting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van het suikergehalte van de drank geldt dan ook dat de Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst verantwoordelijk is voor deze wetgeving en de bijbehorende fiscale aspecten. Zoals in de contourenbrief12 uiteengezet, dient de omzetting naar een gedifferentieerde verbruiksbelasting een gezondheidsdoel. De Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport is verantwoordelijk voor preventiebeleid, waaronder het beleid op het gebied van voeding. De Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport is dan ook mede verantwoordelijk voor de vormgeving van de wetgeving, vanwege de gezondheidseffecten. Omdat bij dit onderwerp zowel fiscale aspecten als gezondheidsaspecten spelen, werken het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierbij nauw met elkaar samen. Verder geldt dat de Douane de uitvoeringsorganisatie is van de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Ten aanzien van de uitvoering is de Staatssecretaris Toeslagen en Douane daarom verantwoordelijk.

Wat betreft de moties geldt het volgende. Via de motie Koffeman c.s. wordt de regering verzocht om de voorstellen zodanig aan te passen dat dranken zonder toegevoegde suikers niet langer onder de verhoogde heffing zullen vallen, en de Kamer daarover binnen drie maanden te berichten. De motie Visseren-Hamakers c.s. (W) verzoekt de regering de invoeringsdatum van de nieuwe verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken met een jaar uit te stellen tot 1 januari 2025 zodat ongewenste effecten kunnen worden voorkomen, en de motie Visseren-Hamakers c.s. (X) verzoekt de regering per 1 januari 2024 of zo spoedig mogelijk daarna een nultarief in deze verbruiksbelasting in te voeren voor dranken die geen toegevoegde suikers bevatten. Alle drie deze moties zijn reeds afgedaan. Voor de moties Koffeman c.s. en Visseren-Hamakers c.s. (X) geldt dat deze zijn afgedaan via de genoemde contourenbrief. Het gaat hierbij om de Kamerbrief over een gedifferentieerde verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte, die op 26 april 2024 aan beide Kamers is gezonden. In deze brief zijn verschillende opties uiteengezet voor een verbruiksbelasting die differentieert op basis van het suikergehalte van de drank. Op dit moment is geen sprake van een dergelijke differentiatie, omdat een vlak tarief geldt dat gelijk is voor alle dranken die onder de verbruiksbelasting vallen.13 In de brief is ingegaan op de optie waartoe de moties Koffeman c.s. en Visseren-Hamakers c.s. oproepen. Deze optie, waarin enkel dranken met toegevoegde suikers worden belast, kan worden geïnterpreteerd als een variant van scenario IVb waarbij – naast zuivel- en pure vruchten- en groentesappen – ook dranken die alleen zoetstoffen bevatten (zero-frisdranken), worden uitgezonderd.

Ten tijde van de verzending van de contourenbrief was het vorige kabinet demissionair. In de brief is daarom opgenomen dat de keuzes voor een nieuw stelsel zijn aan de Kamers of aan een nieuw kabinet. Het huidige kabinet beraadt zich momenteel over het vervolg dat zij aan de contourenbrief gaat geven.

Tot slot de motie Visseren-Hamakers c.s. (X) waarin het kabinet wordt verzocht per 1 januari 2024 of zo spoedig mogelijk daarna een nultarief in deze verbruiksbelasting in te voeren voor dranken die geen toegevoegde suikers bevatten. Deze motie is reeds afgedaan via de brief die direct na aanname van de motie aan uw Kamer is verzonden (op woensdag 20 december).14 Daarin is aangegeven dat het niet mogelijk is om door middel van een motie van een reeds door het parlement aangenomen wet af te wijken.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, F.L. Idsinga

De Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, V.P.G. Karremans


X Noot
1

De letter H heeft alleen betrekking op 32 793.

X Noot
2

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Van Knapen (BBB), Lievense (BBB) Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Kaljouw (VVD), Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) (voorzitter), Bakker-Klein (CDA), Moonen (D66), Van Meenen (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Talsma (CU), Van den Oetelaar (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
3

Verslag nader schriftelijk overleg, Kamerstukken I, 2023/24, 32 793, G

X Noot
4

Verslag nader schriftelijk overleg, Kamerstukken I, 2023/24, 32 793, G

X Noot
5

Aangenomen op 7 november 2023 (Kamerstukken I, 2023/24, 36 410, F)

X Noot
6

Aangenomen op 19 december 2023 (Kamerstukken I, 2023/24, 36 418, W)

X Noot
7

Aangenomen op 19 december 2023 (Kamerstukken I, 2023/24, 36 418, X)

X Noot
8

Kamerstukken I, 2023/24, 36 418, AO, p. 4

X Noot
9

Kamerstukken I 2023/24, 36 410, nr. F.

X Noot
10

Kamerstukken I 2023/24, 36 418, nr. W.

X Noot
11

Kamerstukken I 2023/24, 36 418, nr. X.

X Noot
12

Kamerstukken II 2023/24, 32 793, nr. 186.

X Noot
13

Onder de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken vallen alle alcoholvrije dranken (d.w.z. dranken die niet worden aangemerkt als bier, wijn, tussenproduct of overige alcoholhoudende producten in de zin van de Wet op de accijns) behalve mineraalwater en zuivel- en sojadranken. Zie artikelen 6, 7 en 9 van de Wet verbruiksbelasting alcoholvrije dranken (Wvad). Voor deze dranken geldt, zoals gezegd, één tarief van € 26,13 per hectoliter (zie artikel 10, eerste lid, Wvad).

X Noot
14

Kamerstukken I 2023/24, 36 418, nr. AG.

Naar boven