Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 32733 nr. 151 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 32733 nr. 151 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 april 2016
Hierbij bied ik u het jaarlijkse overzicht periodieke rapportages en verslagen Defensie aan. Dit overzicht vervangt de versie van 2 april 2015 (Kamerstuk 33 763, nr. 72) en bevat naast nieuwe periodieke rapportages de nieuwe doorlopende toezeggingen die ik sindsdien heb gedaan.
Daarnaast zijn de volgende wijzigingen in het overzicht aangebracht:
• Tegelijk met de evaluatie van de inzet van militairen op verantwoordingsdag wordt ook de inzet van civiel en diplomatiek personeel geëvalueerd.
• Vanaf de begroting 2016 zal de aparte brief over inzetbaarheidsdoelstellingen ook ingaan op de knelpunten in de operationele gereedheid.
• Vanaf Prinsjesdag 2016 wordt de personeelsrapportage gelijktijdig met de begrotingsstukken aan de Kamer aangeboden.
• Het materieelprojectenoverzicht bevat voortaan een overzicht van de verschillende deelprojecten van het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen met daarin de voortgang per deelproject.
• De Kamer ontvangt voorts jaarlijks een integrale voortgangs-rapportage helikopterprojecten.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Algemeen
Als uitgangspunt geldt dat Defensie rapportages en verslagen zoveel mogelijk verstuurt op twee momenten, namelijk: Prinsjesdag in september en Verantwoordingsdag in mei. Verder informeert Defensie de Kamer op de afgesproken rapportagemomenten, tenzij er ontwikkelingen zijn die aanleiding geven om de Kamer tussentijds te informeren. Informatie wordt openbaar verstrekt, tenzij er belangrijke redenen zijn om dit niet te doen, onder meer als de operationele veiligheid of commerciële belangen in het geding zijn. De redenen worden telkens expliciet genoemd.
Begroting
In de begroting gaat Defensie in op de volgende specifieke onderwerpen:
• de nationale inzet;
• de Defensie Industrie Strategie;1
• het verloop van de investeringsquote (met behulp van een grafiek);
• het voorgenomen personeelsbeleid en de hierbij in te zetten middelen;2
• de verwachte personele sterkte;3
• de ontwikkeling van de personeelsformatie van de baten-lastenagentschappen van Defensie;4
• inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door Minister van Financiën.5
Jaarverslag
In het jaarverslag gaat Defensie in op de volgende onderwerpen:
• de bij de begroting genoemde onderwerpen;
• de mate waarin Defensie heeft voldaan aan de inzetbaarheidsdoelstellingen;
• het beheer;
• de gerealiseerde personele sterkte;6
• de onderuitputting voor personeel, indien deze aan de orde is;
• de voortgang van de maatregelen uit de beleidsbrief 2011, de nota In het belang van Nederland, inclusief de invulling van de taakstelling Rijksdienst van € 48 miljoen;
• integriteit;
• de afhandeling van ontvangen burgerbrieven.
Verslagen en nota’s bij Verantwoordingsdag
In mei ontvangt de Kamer naast het jaarverslag Defensie diverse verslagen en nota’s:
• het jaarverslag van de Inspecteur-generaal der Krijgsmacht, waarbij in de begeleidende brief ook wordt ingegaan op de adviezen die niet worden overgenomen;7
• het jaarverslag van de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg;
• het jaarverslag van de Kustwacht Caribisch gebied;
• de tussentijdse evaluatie van kleine missies, waarin vanaf 2013 ook gerapporteerd wordt over de inzet van Vessel Protection Detachments (VPD’s);
• de Veteranennota over het veteranenbeleid, waarin onder andere aandacht wordt gegeven aan de zorg voor, tijdens en na uitzending, de bijzondere zorg voor veteranen en de rapporten van de Raad voor Zorg en Onderzoek.8 Vanaf 2016 wordt in de Veteranennota een apart hoofdstuk over de ISAF-veteranen opgenomen.9
Jaarverslag MIVD
Het jaarverslag van de MIVD moet wettelijk uiterlijk 1 mei aan de Kamer zijn aangeboden. Het bevat ook een beoordeling van de samenwerking met de AIVD in het afgelopen jaar.10
Rapportage voortgang maatregelen beleidsbrieven
Ieder half jaar wordt gerapporteerd over de voortgang van de maatregelen uit de beleidsbrief 2011 en de nota In het belang van Nederland, inclusief de invulling van de taakstelling Rijksdienst van € 48 miljoen: in het voorjaar als onderdeel van het jaarverslag en in het najaar in een separate brief bij de begroting.11 De voortgang van de hiermee samenhangende reorganisaties komt aan bod in de personeelsrapportages.
Personeel
In het voorjaar en op Prinsjesdag ontvangt de Kamer de Personeelsrapportage met de concrete personeelscijfers.12 In deze rapportage wordt opgenomen hoeveel mensen bij de verschillende defensieonderdelen werken. Ook wordt ingegaan op werving en behoud, in- en uitstroom, vulling, numerus fixus, topfunctionarissen, de voortgang van reorganisaties en het reservistenbeleid.13 Voorts wordt in de rapportage ingegaan op ergernissen van het personeel en de maatregelen die daartegen worden genomen.14
Inzetbaarheidsdoelstellingen
Ieder half jaar wordt gerapporteerd over de mate waarin Defensie kan voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen; in het voorjaar als onderdeel van het jaarverslag en in het najaar in een afzonderlijke brief bij de begroting.15 Vanaf de begroting 2016 worden in deze afzonderlijke brief ook de knelpunten in de operationele gereedheid meegenomen.16
Defensie Materieel Proces
Over materieelprojecten boven de € 25 miljoen wordt de Kamer geïnformeerd middels het Defensie Materieel Proces (DMP). Op 31 maart 2016 is de Kamer akkoord gegaan met de verbetervoorstellen uit de evaluatie van het DMP.17 Het nieuwe DMP bestaat voortaan uit drie in plaats van vier fasen: de behoeftestelling (A-fase), het onderzoek (B-fase) en de verwervingsvoorbereiding (D-fase). Het vervolgonderzoek (C-fase) is uitsluitend nog aan de orde als er sprake is van een ontwikkeltraject. In het nieuwe DMP kent elke fase een beslismoment voor de Kamer. Tenslotte wordt elke fase afgesloten met een DMP-brief waarin een voorstel aan de Kamer wordt gedaan voor het verdere verloop van het proces.
Voor DMP-projecten met een financiële omvang van € 250 miljoen of meer volgt een evaluatiebrief (E-fase). Als er belangrijke tussentijdse ontwikkelingen zijn, zoals wijzigingen van de behoeftestelling, grote tegenvallers18 of overschrijdingen, informeert Defensie de Kamer hierover tussentijds (dus buiten de reguliere DMP-brieven om). DMP-projecten met een omvang tot € 100 miljoen en eenvoudige, weinig risicovolle en niet-politiek gevoelige investeringsprojecten van meer dan € 100 miljoen kunnen na de A-fase gemandateerd worden uitgevoerd.
In het nieuwe DMP wordt de Kamer over vastgoedprojecten en wapensysteemgebonden informatietechnologie op dezelfde wijze geïnformeerd als over strategische materieelprojecten.
Materieelprojecten
Over materieelprojecten die door de Kamer als grote projecten zijn aangemerkt, wordt periodiek apart gerapporteerd:
• Jaarlijks ontvangt de Kamer omstreeks 1 april een rapportage over de CV-90 en de Boxer;
• Twee maal per jaar (op de eerste werkdag na 15 maart en op Prinsjesdag) ontvangt de Kamer een rapportage over het project Verwerving F-35 in overeenstemming met de uitgangspuntennotitie van de vaste commissie voor Defensie van 4 april 2014 en de brief van 9 mei 2014 over de informatievoorziening over project vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488, nr. 346).
• De Kamer wordt bij toekomstige aanschaf van meer F-35 toestellen opnieuw vooraf geïnformeerd, echter niet meer met een DMP-D brief.19
• De Kamer krijgt jaarlijks het rapport van de Amerikaanse Rekenkamer (GAO) toegezonden, inclusief een appreciatie van het kabinet.20
• De jaarlijkse voortgangsrapportage NH-90 wordt vanaf 2016 vervangen door een voortgangsrapportage helikopterprojecten, te versturen in het najaar.21
Materieelprojectenoverzicht
Als bijlage bij de begroting wordt het Materieel Projecten Overzicht (MPO) naar de Kamer gestuurd. Hierin worden strategische en politiek gevoelige materieel-projecten boven de € 25 miljoen beschreven. Het MPO bevat ook informatie over wapensysteemgebonden informatietechnologie en de afstoting van overtollige wapens en wapensystemen.
• In het materieelprojectenoverzicht staat vanaf 2016 een nadere toelichting op de keuzes die voor bepaalde materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten.22
• In het materieelprojectenoverzicht staat vanaf 2016 een overzicht van de verschillende deelprojecten van het project Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen met daarin vermeld de voortgang per deelproject.23
Naast het overzicht afgestoten en verkocht materieel in het materieelprojectenoverzicht wordt de Kamer tijdig op de hoogte gesteld van de voorgenomen verkoop van materieel.24
IV/ICT/ERP M&F
Defensie informeert vanaf september 2015 de Kamer twee keer per jaar met een integrale rapportage (IV, ICT en ERP) over de uitvoering van het ICT-plan, uitgedrukt in produkt, tijd en geld.25 Hierin wordt ook het verdere verloop van de basisimplementatie ERP M&F gerapporteerd met informatie over het product, het tijdsbestek en de kosten volgens het model van grote IT-projecten.26 Na voltooiing van de basisimplementatie ERP ontvangt de Kamer een evaluatie van de eindresultaten, waarin onder meer duidelijkheid wordt verschaft over de geraamde en gerealiseerde bezuiniging op vte’n.27 Daarnaast rapporteert het Ministerie van Binnenlandse Zaken door tussenkomst van Bureau ICT Toetsing (BIT) aan de Kamer over projecten met een niet-wapensysteemgebonden informatietechnologie-component groter dan € 5 miljoen via het rijksbrede ICT-dashboard. Defensie levert hiervoor gegevens aan. De adviezen van het BIT die betrekking hebben op de vernieuwing van de IT en ERP worden door Defensie in de voortgangsrapportage hierover meegenomen.
Vastgoed28
Over de voortgang van de vastgoedmaatregelen uit de beleidsbrief 2011 en de nota In het belang van Nederland, inclusief de besparingen die daarmee zijn behaald, wordt halfjaarlijks in mei en november per brief gerapporteerd. Deze vastgoedrapportage heeft als bijlage de stand van zaken per maatregel.29 De Kamer wordt daarnaast in de begroting en het departementaal jaarverslag geïnformeerd over relevante vervolgontwikkelingen en, zoals gebruikelijk, tussentijds geïnformeerd over grotere wijzigingen in vastgoedprojecten e.d.
Sourcing
In oktober wordt de jaarlijkse voortgangsrapportage over sourcing verzonden.30
Inzet
• In «artikel 100» en «stand van zaken»-brieven gaat Defensie, wanneer van toepassing, in op de civiele dienstverlening bij de missie.31
• Bij nieuwe missies en operaties wordt de Kamer geïnformeerd over de mogelijke gevolgen voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de krijgsmacht.32
• Bij nieuwe missies en operaties wordt de Kamer geïnformeerd over de materiële gereedheid alsmede de gevolgen daarvan voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan.33
• Per missie wordt op voorhand een schatting van de kosten voor de zorg gegeven.34 De kosten voor nazorg worden ook meegenomen in de evaluatie van missies.
• Na beëindiging van de Nederlandse inzet bij «artikel 100»-missies wordt conform het Toetsingskader binnen een half jaar een eindevaluatie naar de Kamer gestuurd. Daarin wordt ook ingegaan op de kosten voor nazorg en, daar waar relevant, ook de ervaringen met het gebruikte materieel35 en het gender-aspect36. Vanaf 2016 wordt voortaan tegelijk met de evaluatie van de inzet van militairen, ook de inzet van civiel en diplomatiek personeel geëvalueerd.37 In bepaalde gevallen wordt bij de eindevaluatie afgesproken de Nederlandse bijdrage na vijf jaar nogmaals te beoordelen (post-missie beoordeling).38
Ministeriële bijeenkomsten
Voor zowel de Navo als de EU zijn er jaarlijks vier ministeriële bijeenkomsten (twee informele en twee formele). Een week voorafgaand aan het overleg met de Kamer wordt de geannoteerde agenda gestuurd, waarbij waar mogelijk wordt ingegaan op de standpunten van de (groepen van) lidstaten39. Na de ministeriële bijeenkomst ontvangt de Kamer een verslag. De inzet is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van Navo-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt40.
Internationale defensiesamenwerking
De Kamer ontvangt in het najaar voorafgaand aan de begrotingsbehandeling een overzicht van de voortgang van de defensiesamenwerking met partnerlanden.41
Toezegging Staatssecretaris De Vries in algemeen overleg materieel van 1 oktober 2008 (Kamerstuk 25 928, nr. 32).
Toezegging Minister van Middelkoop in wetgevingsoverleg jaarverslag van 16 juni 2009 (Kamerstuk 31 924 X, nr. 16.
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg jaarverslag van 24 juni 2014 (Kamerstuk 33 930 X, nr. 6).
Toezegging Minister Hillen in notaoverleg beleidsnota Defensie van 6 juni 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 31).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg materieel van 2 november 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 68).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg jaarverslag van 24 juni 2014 (Kamerstuk 33 930 X, nr. 6).
Toezegging Minister van Middelkoop in algemeen overleg jaarverslag IGK van 14 oktober 2009 (Kamerstuk 32 123 X, nr. 27).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg personeel van 16 april 2013 (Kamerstuk 33 400 X, nr. 150).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in Nota overleg van 26 juni 2015 (Kamerstuk 30 139, nr. 150).
Toezegging Minister Hillen in algemeen overleg MIVD van 2 november 2011 (Kamerstuk 29 924, nr. 73).
Toezegging Minister Hillen in notaoverleg beleidsnota Defensie van 6 juni 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 31).
Toezegging Staatssecretaris Van der Knaap in wetgevingsdebat Militaire Ambtenarenwet van 14 juni 2007 (Handelingen II 2006/07, nr. 81, item 4307); Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg personeel van 2 november 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 67).
Toezegging Minister Hillen in wetgevingsoverleg materieel van 7 november 2011 (Kamerstuk 33 000 X, nr. 30) en kamerstuk 32 733, nr. 116 van 14 februari 2013.
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg jaarverslag van 17 juni 2015 (Kamerstuk 34 200 X, nr. 16).
Algemeen Overleg Evaluatie DMP van 31 Maart 2016; Kamerstuk 27 830, nr. 166 van 15 december 2015.
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg materieel van 5 juni 2014 (Kamerstuk 27 830, nr. 133).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg Vervanging F-16 van 16 februari 2015 (Kamerstuk 26 488, nr. 384).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg Vervanging F-16 van 16 februari 2015 (Kamerstuk 26 488, nr. 384).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg materieel van 2 november 2015 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 68).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg materieel van 26 maart 2015 (Kamerstuk 27 830, nr. 152).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg IV/ICT van 23 juni 2015 (Kamerstuk 31 125, nr. 60).
Toezeggingen Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg jaarverslag van 19 juni 2013 (Kamerstuk 33 605 X, nr. 10) en algemeen overleg over SPEER van 10 april 2014 (Kamerstuk 31 460, nr. 48).
Toezeggingen Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg jaarverslag van 19 juni 2013 (Kamerstuk 33 605 X, nr. 10) en algemeen overleg over SPEER van 10 april 2014 (Kamerstuk 31 460, nr. 48).
Toezeggingen Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleggen vastgoed van 6 februari 2013 (Kamerstuk 32 733, nr. 119), 12 december 2013 (Kamerstuk 33 763, nr. 35) en 22 april 2014 (Kamerstuk 33 763, nr. 47).
Toezeggingen Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg vastgoed van 24 februari 2015 (Kamerstuk 33 763, nr. 76).
Toezeggingen Minister Hillen in algemeen overleg sourcing van 21 juni 2012 (Kamerstuk 31 125, nr. 13) en Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg sourcing van 26 maart 2014 (Kamerstuk 31 125, nr. 27).
Toezegging Minister van Middelkoop in algemeen overleg civiele dienstverlening van 23 oktober 2008 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 58).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg over personeel van 27 mei 2014 (Kamerstuk 33 750 X, nr. 69).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in wetgevingsoverleg over jaarverslagenslotwet 2014 van 17 juni 2015. (Kamerstuk 34 200 X, nr. 16).
Toezegging Staatssecretaris De Vries in algemeen overleg personeel van 25 maart 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 109).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg over tussentijdse evaluatie kleine operaties van 26 november 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 282).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg tussentijdse evaluatie overige operaties 26 november 2014 (Kamerstuk 29 521, nr. 282).
Toezegging Minister Hillen in algemeen overleg ISAF uitzendingen van 16 februari 2012 (Kamerstuk 27 925, nr. 454).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg Navo defensieministeriële van 30 mei 2013 (Kamerstuk 28 676, nr. 184).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg Navo defensieministeriële van 18 februari 2014 (Kamerstuk 28 676, nr. 200).
Toezegging Minister Hennis-Plasschaert in algemeen overleg Europese defensiesamenwerking van 3 juli 2013 (Kamerstuk 33 279, nr. 8) en in begrotingsoverleg van 14 november 2013 (Handelingen II 2013/14, nr. 24, item 518).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32733-151.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.