Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 30872 nr. 168 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 30872 nr. 168 |
Vastgesteld 4 december 2014
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 16 oktober 2014 vervolgoverleg gevoerd met Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu over grondstoffen en afval.
(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Van Dekken
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Sneep
Voorzitter: Van Dekken
Griffier: Van Dijk
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Cegerek, Van Dekken, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Van Gerven, Ouwehand en Van Tongeren,
en Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.
Aanvang 15.00 uur.
De voorzitter: Ik heet iedereen van harte welkom. Dit is de tweede termijn van het algemeen overleg over grondstoffen en afval. We gaan dit debat onmiddellijk weer schorsen, want de Staatssecretaris is op dit moment in de plenaire zaal moties aan het bespreken. Zodra ze daarmee klaar is, hervatten we dit debat.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Nu we toch even downtime hebben, wil ik meedelen dat ik straks weer een debat heb in de plenaire zaal. Ik meen mevrouw Van Tongeren ook. Ik zal dit algemeen overleg dus voortijdig moeten verlaten. Dan weet u dat alvast, voorzitter.
De voorzitter: Afhankelijk van de tijd dat we hervatten – dat zal rond half vier zijn, begreep ik – geldt dat ook voor mevrouw Van Tongeren van GroenLinks. We gaan het allemaal beleven zo meteen. Voor nu schors ik de vergadering.
De vergadering wordt van 15.03 uur tot 15.23 geschorst.
De voorzitter: We hervatten het overleg, dat was geschorst in verband met een VAO in de plenaire zaal waarbij de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aanwezig moest zijn. Soms kan ze toveren, want binnen een minuut nadat dat was afgelopen, was ze al hier. Ik heet haar van harte welkom, en natuurlijk ook de ambtelijke staf. Ook welkom aan de woordvoerders, van wie ook een deel aanwezig was bij het VAO en van wie een aantal straks weer weg moet in verband met de behandeling van de begroting Economische Zaken die start om half vier.
We starten nu met de tweede termijn van het overleg over het grondstoffen- en afvalbeleid. De spreektijd in tweede termijn bedraagt drie minuten. Dat klink heel kort, maar ik verblijd de woordvoerders met twee interrupties. Ik geef de woordvoerders die zo meteen naar het debat over de begroting van Economische Zaken moeten, als vanzelfsprekend als eerste het woord.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Zoals bekend, is GroenLinks groot voorstander van het statiegeld. Dat is een fantastische manier om de circulaire economie te bevorderen. GroenLinks zou het liever willen uitbreiden en vindt het onwaarschijnlijk spijtig dat we bezig zijn om het af te schaffen. Het is wel erg dapper van de Staatssecretaris dat ze in elk geval de beslissing een jaar vooruit heeft geschoven, omdat er niet werd voldaan aan voorwaarden uit het convenant. Dat biedt nieuwe kansen om in elk geval te proberen om het statiegeld voor Nederland te behouden. We zien immers landen om ons heen het systeem invoeren.
GroenLinks heeft nog steeds – dat had ze al toen de heer Atsma nog Staatssecretaris was – zorgen over de private borging. Wij vinden het merkwaardig dat we een systeem hebben waarin boetes eigenlijk aan jezelf worden betaald. De bedrijven doen het samen. Als een bedrijf in overtreding is, betaalt het de boete aan de eigen pot. Alsof de verkeersboetes in een pot gaan bij de ANWB en de ANWB daar dan weer iets mee kan doen voor de automobilisten. Waarom vallen producenten die minder dan 50.000 kilo aan verpakkingsmateriaal gebruiken niet onder het Afvalfonds Verpakkingen? Iemand heeft voor mij uitgerekend dat dat rond de miljoen flessen zijn. Een miljoen flessen mogen dus zo het milieu in. GroenLinks vindt het een vreemde uitwerking van de circulaire economie dat je dat blijkbaar voor € 0,25 per fles kunt afkopen. Op al deze zaken willen we graag een reactie van de Staatssecretaris. Ik hol zelf over ongeveer zes minuten naar de plenaire zaal, maar er luistert een medewerker mee.
GroenLinks heeft een aangehouden motie over het verpakkingenbeleid, die ik net even heb laten zien aan een aantal van de ambtenaren. Daarin staat een gedetailleerde vraag over de manier waarop die private borging wordt vormgegeven. In onze optiek gaat er straks een enorme discussie ontstaan over hoeveel afval er in totaal nu wel of niet gerecycled is. We hebben in de afgelopen jaren gezien dat we niet tot een eenduidige meting kunnen komen waarin iedereen zich kan vinden. Het gesteggel over de vraag of de normen zijn gehaald of niet zal dan de doorslag geven. Dat geeft geen impuls om snel te komen tot een meer circulaire economie.
GroenLinks is er enorm voor dat grondstoffen zo hoogwaardig mogelijk worden hergebruikt. Door de inzet van Plastic Heroes gebeurt dat niet. Als het dan per se in deze vorm moet dan pleiten wij ervoor om er in elk geval voor te zorgen dat hoogwaardig gebruik verplicht is, dus dat in nieuw gemaakte flessen hergebruikte grondstoffen moeten zitten.
Helaas moet ik hier mijn betoog beëindigen. Dank u wel voor de coulance, voorzitter. Het is fijn dat de woordvoerders EZ als eerste het woord mochten voeren.
De voorzitter: Alle waardering voor uw discipline en inzet, mevrouw Van Tongeren. De heer Dijkstra van de VVD-fractie heeft nog wel een vraag aan u, die u ongetwijfeld kunt beantwoorden.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Mevrouw Van Tongeren van GroenLinks zegt dat Plastic Heroes niet hoogwaardig genoeg is. Heeft ze dan liever dat op dit moment dit soort kunststoffen en plastics in de grijze restcontainer vallen en daarmee verbrand worden? Of is Plastic Heroes dan toch beter?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Wat GroenLinks het liefste heeft, is dat er veel minder verpakkingsmateriaal gebruikt wordt. Als dat niet vrijwillig gaat, moeten daar desnoods verplichtingen op komen. Ik heb eerder al voorgesteld om prijzen uit te reiken voor heel simpel en makkelijk verpakkingsmateriaal. In de praktijk krijg je een flesje in een cellofaantje in een doosje met een dingetje eromheen. De hoeveelheid verpakkingsmateriaal neemt alleen maar toe.
Aan statiegeld op plastic flessen doet een onwaarschijnlijk hoog aantal burgers mee. Het zit nog niet op 100%, maar er wel tegenaan. Het is het succesvolste systeem dat we kennen, dat nu wereldwijd gekopieerd gaat worden. Dat geeft een heel hoogwaardige grondstoffenstroom waaruit je weer heel goed flessen kunt maken. Daar zouden wij trots op moeten zijn als Nederland. We zouden ook die statiegeldsystemen wereldwijd kunnen verkopen en inzetten. Dat doen we niet. We zakken door de knieën voor de Coca Cola's van deze wereld en zeggen: joh, de gemeenten halen het straks wel weer uit het bos, dat hoeft niet van tevoren. Neem bijvoorbeeld het Tweede Kamergebouw. Wij scheiden hier ons plastic niet. De mensen van de fracties van de Partij voor de Dieren en GroenLinks proberen het in die ene Plastic Heroesbak die we in de Kamer hebben te krijgen. Ik daag de heer Dijkstra uit om aan te geven waar in het Kamergebouw de Plastic Heroesbak staat.
De voorzitter: Ik zou u kunnen souffleren, mijnheer Dijkstra, maar dat ga ik niet doen.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Dat is bij onze koffieautomaat. Ik let daarop. Ik heb echter geen antwoord gekregen op mijn vraag, of eigenlijk impliciet wel. Het is beter dat je het in de Plastic Heroesbak of -zak stopt dan dat je het bij het restafval gooit, waarmee het verbrand wordt. Ik deel die mening met GroenLinks.
De voorzitter: Ik dank mevrouw Van Tongeren, die nu naar de plenaire zaal gaat voor de behandeling van de begroting van EZ. Mevrouw Ouwehand moet daarmee nog even wachten, omdat zij nu het woord krijgt in dit debat.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. De Tweede Kamer heeft verschillende petities mogen ontvangen van mensen die in Nederland een groot deel van hun vrijetijd steken in het oprapen van zwerfafval. Via Twitter bereiken ons ook veel van die initiatieven, zoals «Raad de #zwerfie» en «#zwerfie bingo». Stichting De Noordzee heeft een beach cleanup uitgevoerd. Dat zijn hartverwarmende initiatieven, maar mijn stellige indruk is dat die mensen niet op zoek waren naar een zwerfafvalopruimhobby.
Het is aan ons om ervoor te zorgen dat er niet zo veel afval in het milieu terechtkomt. Vorige keer heb ik dingen laten zien uit het milieu, zoals de doppen die Stichting De Noordzee op het strand had gevonden. Vandaag laat ik zien wat ook kan. Het statiegeld moet sowieso blijven. Sterker nog, het moet uitgebreid worden naar kleine flesjes. Ik vond een klein flesje – ik laat het even zien – waar in Finland statiegeld op zit. Dat staat achterop. Als ik rijk zou willen worden, zou ik naar Finland kunnen gaan met flesjes waar in Nederland geen statiegeld op zit. Dat ga ik niet doen. Ik wil het ter inspiratie aan de Staatssecretaris laten zien. Dat werkt dus. Dat scheelt enorm veel troep in het milieu.
Ik dank de Staatssecretaris ervoor dat ze de suggestie van de Partij voor de Dieren heeft overgenomen om naast de vier algemene r'en die we kennen in het milieubeleid, zoals «reduce» en «reuse», ook aan de slag te gaan met «refuse» en «resist» – welbekend uit de metalwereld – en «repair». Ze gaat die opnemen in de brancheverduurzamingsplannen en meenemen in de visieontwikkeling over circulaire economie. Dat is heel fijn. We blijven graag op de hoogte. In dat kader zou ik haar nogmaals willen vragen wat ze gaat doen aan horecaverpakkingen op de stations, zoals ik in eerste termijn al heb ingebracht. Ze heeft geantwoord dat ze in overleg met de branchevereniging het gebruik van plastic tasjes gaat bespreken. Ik heb het echter ook nadrukkelijk over de verpakkingen van al het voedsel dat je op stations kunt kopen. Ook daar heb ik een duurzaam voorbeeld van: herbruikbare bekers. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat ze dat opneemt in het overleg met de branche?
In het algemeen overleg over groene groei hebben we met de Minister van Economische Zaken gesproken over het verbranden van bruikbare afvalstromen. Grondstoffen die nog gebruikt kunnen worden, worden verbrand. Het resultaat wordt gesubsidieerd en wordt nog «groene stroom» genoemd ook. We willen graag weten wat de Staatssecretaris daaraan gaat doen. Mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie heeft daar vragen over gesteld, maar de antwoorden daarop stelden ons niet gerust. Ik ga ervan uit dat mevrouw Dik-Faber daar zo nog iets over gaat zeggen. Ik sluit me blind aan bij de vragen die ze erover gaat stellen. Dat vertrouwen heb ik wel. Dat zou ik bij de heer Dijkstra dan weer niet doen.
Tot slot de ballonnen. De Partij voor de Dieren vindt het een gekke gewaarwording dat je in theorie bekeurd kan worden als je afval op straat gooit, maar dat het oplaten van een ballon – die verdwijnt uiteindelijk ook in het milieu en richt daar grote schade aan – nog wordt toegejuicht ook. Ik vraag de Staatssecretaris in de eerste plaats of ze erkent dat ballonnen oplaten ook milieuvervuiling is. In de tweede plaats vraag ik haar wat ze gaat doen om ervoor te zorgen dat we dat zo snel mogelijk achter ons laten in dit land.
De voorzitter: Ik dank u hartelijk en wens u succes bij de bespreking van de begroting Economische Zaken. U sprak over een metalafdeling. Dat wil ik toelichten. De metalafdeling heeft niets met metaal of fabrieken te maken, maar alles met de muzieksoort metal. Dat is voor de mensen die dat niet begrijpen.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Vorige keer hebben we uitgebreid over de raamovereenkomsten gesproken. Op drie punten die ik heb aangestipt, heb ik toen geen reactie gekregen. Die wil ik nu weer even aanstippen. Ik heb daarover ook een aantal vragen.
Het eerste punt betreft de drankenkartons. Daarvan verbruiken we er in Nederland 2,5 miljard per jaar, voor appelsap, melk en dat soort dingen. De meeste daarvan verdwijnen toch gewoon in de verbrandingsoven, hoewel ik wel een trend zie en zelfs een trendbreuk. Dat verbranden is zonde, want daar zitten plastics in, laminaat, karton en vezels. Wat ik graag wil, is dat we voor drankenkartons analoog aan de wijze waarop het in de raamovereenkomst is geregeld – het doel staat centraal, maar het middel wordt aan de partijen gelaten waarmee we samenwerken – een doel stellen. Volgens mij zijn er investeerders die in de verwerkingscapaciteit willen investeren.
Het tweede punt is de certificering. Ik had de eer een WEEELABEX-label te mogen uitreiken (Waste Electric and Electronic Equipment Label of Excellence). Dat is een label voor een bedrijf dat heel veel heeft geïnvesteerd in goede verwerking van e-waste, electronic waste. Het had dat met name gedaan voor televisies. Er was echter ook iemand die koelkasten voor 98% kan recyclen, met alle schadelijke stoffen als cfk's. Bij televisies gaat het vooral om kwik. Die partijen kunnen dat verwerken. Ze hebben daar veel in geïnvesteerd en dat moet ze ook een voordeel opleveren. Dat komt er niet zomaar. Dat komt er alleen maar als we gaan handhaven bij degenen die dat niet hebben, als we het certificeringstraject dat we in gang hebben gezet doorzetten zodat de partijen die het wel hebben daar voordeel bij hebben. Maakt de Staatssecretaris daar werk van? Is er voldoende capaciteit voor de handhaving op die freeriders, de partijen die nog niet aan die certificering willen meewerken? Zijn de eisen die we stellen aan dat soort partijen bekend bij de omgevingsdiensten? Hoe zit het met vergunningen in dat geval? Ik vind het belangrijk om die freeriders aan te pakken, om de goede bedrijven te stimuleren.
Mijn derde punt betreft de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA), inzake het brengen van afvalstoffen over de grens. Dat is inmiddels ons stokpaardje. Ik vind het toch heel erg vreemd dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die natuurlijk moet toezien op de handhaving, daar ook een ander belang heeft: de stof zo lang mogelijk aanmerken als afvalstof, omdat ze er dan tenminste zicht op kan houden. De ILT heeft er geen baat bij dat iets geen afvalstof meer is, maar een restproduct of een grondstof voor een nieuw proces. Ik denk dat we daar vanaf moeten. We moeten proberen om zoveel mogelijk grondstoffen en reststoffen niet meer als afval te bestempelen, maar als grondstof in een nieuw productieproces. Ik heb het voorbeeld van ruwe glycerine destijds genoemd en zo zijn er veel meer. Gisteren hebben we er ook nog een aantal besproken met elkaar.
De voorzitter: Mevrouw Van Veldhoven heeft een vraag voor u, mijnheer Dijkstra. Ik wijs u ook even op de tijd. U hebt nog ongeveer een halve minuut.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik heb een puur informatieve vraag: wat is dan precies het belang van de ILT om grondstoffen langer als afval aangemerkt te houden? Zit die verlegen om werkverschaffing? Wat is precies het belang van de ILT?
De heer Remco Dijkstra (VVD): De ILT moet de keten van een afvalstroom bewaken. Als iets geen afval meer is, maar een grondstof voor een nieuwe producent dan raakt ze het zicht erop kwijt. De ILT is best huiverig om het zicht erop kwijt te raken, want dat betekent dat ze ook niets meer kan controleren en dan kunnen er misschien fouten ontstaan. Het is inderdaad misschien een stukje werkverschaffing – daar ben ik bang voor – en dat wil ik niet. Ik vind dat we daar moeten handhaven waar de risico's zitten. Als het niet om gevaarlijke stoffen gaat, moet je je echt afvragen of je je daar enorm op moet gaan richten: ga ik me richten op de papierhandel, of ga ik veel meer kijken naar wat de impact is van de producten zelf? Soms moet de ILT durven loslaten. Ik pleit voor een aanpassing van de werkwijze. Er moet veel meer worden gekeken naar de risico's en naar de kansen, dus ook naar de end-of-wastecriteria.
Ik ga nu weer verder met mijn betoog.
De voorzitter: Dat hangt er een beetje vanaf of mevrouw Van Veldhoven nog een vraag heeft.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik ben niet zo bang voor werkverschaffing, maar we delen dat het belangrijk is om de focus te leggen daar waar echt risico's zijn. Om iets als werkverschaffing in de lucht te laten hangen, vind ik niet zo heel netjes.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik ga verder met mijn betoog. Het is een angst die we beiden hebben. Dat moet niet gebeuren.
Ik kom op de end-of-wastecriteria, dus het bepalen of iets een afvalstof is of niet. Ik denk dat we er in Europa voor moeten zorgen dat afval in feite niet meer bestaat. We moeten zeggen: dat is geen afval meer, maar een grondstof. Je ziet toch ook de lobby in Brussel, zeker van partijen die nieuwe producten maken als nieuw papier. Die hebben daar geen baat bij. Ik wil daar graag een reactie op.
Wat betreft de drankenkartons overweeg ik een motie.
De grens die we hanteren waar het gaat om plastics, die 2%-grens voor andersoortig materiaal dat erin mag zitten, is best strak. Waarom zouden we die niet naar 10% brengen? Dat kan een enorme boost geven aan die markt en is conform de wijze waarop we het bij de metalen doen. Dat is de laatste vraag die ik hier wil neerleggen.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Voorzitter. In onze eerste termijn hebben we gezegd dat we geen noodzaak zien om op dit moment het statiegeld af te schaffen. Afgelopen tijd hebben we het een en ander in het nieuws gelezen over de situatie bij Aldi en Lidl. Er verschenen artikelen over een bedrag dat het Afvalfonds aan Aldi en Lidl zou hebben aangeboden als compensatie na afschaffing van het statiegeld. We hebben hier al schriftelijke vragen over gesteld. De vraag die ik nog heb, is of men hoe dan ook van het statiegeld af wil. Koste wat het kost. Daarvoor is het Afvalfonds toch niet bedoeld? Ik wil hier graag duidelijkheid over. Het moet toch uiteindelijk gaan om het bestrijden van zwerfafval en het ondersteunen van de gemeenten daarbij. Ik zag ook dat het Afvalfonds nog op de begroting staat. Hoe heeft de financiële afwikkeling van het vorige Afvalfonds ten opzichte van het huidige plaatsgevonden? Hoe vindt de verantwoording plaats? Ik wil graag meer duidelijkheid over waar het geld uiteindelijk aan wordt besteed en met welk doel.
De heer Van Gerven (SP): Dit is een belangrijk punt. Er is een schimmige deal, zo kunnen we lezen, tussen het Afvalfonds, dat sterk wordt gedomineerd door Coca Cola, en Aldi en Lidl. De deal is kennelijk dat als het statiegeld wordt afgeschaft Aldi en Lidl gecompenseerd worden uit het Afvalfonds, linksom of rechtsom. Mij gaat het om de principiële kant hiervan. Het Afvalfonds is in het verleden collectief gevoed. Hoe het nu wordt gevoed, moeten we horen van de Staatssecretaris. Is het principieel eigenlijk niet onaanvaardbaar dat dit gebeurt?
Mevrouw Cegerek (PvdA): Het Afvalfonds moet doen waar het voor in het leven is geroepen. We willen graag opheldering over de financiële verantwoording. Als ik weet hoe dat zit, moeten we daar verder naar kijken.
De heer Van Gerven (SP): De feiten zijn, voor zover we nu weten, duidelijk: er is afgesproken dat Aldi en Lidl compensatie kunnen aanvragen als het statiegeld verdwijnt. Dan is dus de vraag aan de orde of bedrijven gecompenseerd moeten worden omdat het statiegeld verdwijnt. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn van het Afvalfonds? Het statiegeld is immers een van de beste manieren om afval te voorkomen.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Om het nog duidelijker te maken voor de heer Van Gerven: ik vind dat we er geen dubbele agenda op na moeten houden, om koste wat het kost het statiegeld af te schaffen. Daarom heb ik aan de Staatssecretaris gevraagd of men hoe dan ook van het statiegeld af wil. Dat is mijn antwoord.
De voorzitter: Dank u wel. Vervolgt u uw betoog, met vragen aan de Staatssecretaris die onder meer gaat over het statiegeld. Ik kan me voorstellen dat het ingewikkeld wordt.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Ik ben recent op werkbezoek geweest bij Van Gansewinkel, samen met mijn buurman. Ik heb daar een berg gezien van Plastic Heroestassen. Mij werd daar verteld dat ongeveer de helft van het gescheiden ingezamelde plastic in de verbrandingsoven verdwijnt. Dat vond ik een beetje vreemd. Hoe garandeert de Staatssecretaris dat gescheiden ingezameld afval wordt hergebruikt? We kunnen ons immers natuurlijk niet veroorloven dat daar onduidelijkheid over bestaat, want dat zou desastreus zijn voor het draagvlak voor het systeem van gescheiden inzameling van plastic afval en ook voor het systeem van Plastic Heroes. Wat gescheiden wordt ingezameld, moet ook gescheiden worden verwerkt. Anders draai je mensen immers een rad voor ogen.
Ik hoor dat er verwarring is over Plastic Heroes. Ik wil sowieso meer informatie van de Staatssecretaris over de manier waarop dat systeem op dit moment werkt, hoeveel geld eraan wordt uitgegeven en hoeveel gemeenten daar op welke wijze een invulling aan geven.
In eerste termijn en ook daarvoor in een procedurevergadering heb ik gevraagd om een onderzoek naar de milieueffecten van het vorige statiegeldsysteem ten opzichte van het huidige, samen met andere fracties. We willen graag een onafhankelijk onderzoek, waarvoor draagvlak bestaat bij de maatschappelijke organisaties. Er zou een klankbord komen, heeft de Staatssecretaris toegezegd. Het is mij nog niet helemaal duidelijk op welke wijze ze dat doet en of dit onderzoek daadwerkelijk door een onafhankelijke partij uitgevoerd zal worden.
De heer Van Gerven (SP): De SP hecht ook zeer aan een onafhankelijk onderzoek naar het statiegeldsysteem. De Staatssecretaris heeft de Kamer laten weten dat dit wordt belegd bij het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken. Dat moet dat gaan begeleiden. We weten echter dat het kennisinstituut niet onafhankelijk is, want het wordt voor 100% betaald door de industrie. Is dat een gewenste opzet?
Mevrouw Cegerek (PvdA): Het kennisinstituut kan opdrachtgever zijn. In hoeverre dit onderzoek bij het kennisinstituut ligt, weet ik dus niet. Wat ons betreft moet het door een onafhankelijke partij worden uitgevoerd. Welke rol het kennisinstituut daarbij speelt, hoor ik dan graag van de Staatssecretaris.
De heer Van Gerven (SP): Ik heb uit de brief van de Staatssecretaris begrepen dat het kennisinstituut dat onderzoek moet gaan uitvoeren. Dat besteedt dat uiteraard uit en begeleidt het. Mijn punt is dat ik het kennisinstituut niet onafhankelijk vind, gezien de wijze waarop het wordt gefinancierd. De vraag is toch, heel concreet, of dat onderzoek eigenlijk niet gewoon door het ministerie zelf moet worden uitgevoerd. Wat mij betreft moet het ministerie het opzetten en dat niet via het kennisinstituut laten lopen.
De voorzitter: Dit is een vraag aan mevrouw Cegerek. Dat kan verwarrend zijn, maar dat is echt zo.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Wat ons betreft moet het zo onafhankelijk mogelijk gebeuren en niet met tussenkomst van het kennisinstituut. Daarom wil ik graag duidelijkheid van de Staatssecretaris over de manier waarop ze deze opdracht heeft uitgezet.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Het punt dat net wordt aangestipt, is onafhankelijkheid. Dat is een heel mooi streven. Er wordt dan gezegd dat een partij niet onafhankelijk is omdat die ervoor betaald wordt uit een bepaalde hoek of daarvoor werkt. Zo zitten er ook aan de andere kant partijen die betaald worden uit een andere hoek. Dat is natuurlijk vreselijk lastig. Wie zet je daar aan tafel? Mevrouw Cegerek bepleitte eerder om ngo's als Greenpeace en Natuur & Milieu aan tafel te zetten. Die kan ik ook niet onafhankelijk noemen. Waar begin je en waar eindig je dan? Ik denk dat het duidelijk is dat de Staatssecretaris daar een antwoord op moet geven. Ik vind het een vreselijk ingewikkelde discussie. Je moet daarbij ook nadenken over wat de uitkomst moet zijn. Heeft mevrouw Cegerek nagedacht over de vraag wie dat dan kan doen? CE Delft klinkt bijvoorbeeld onafhankelijk, maar wordt weer betaald door de grootste fabrikant van emballagemachines. Wageningen UR (WUR) werkt weer in opdracht van een grote frisdrankfabrikant. Ik vraag mevrouw Cegerek hoe ze dat gaat doen.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Het is aan ons om aan te geven wat we willen. Hoe en door wie dat gebeurt, daar wil ik duidelijkheid over. Ik heb net al gezegd dat het zo onafhankelijk mogelijk moet gebeuren.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Dat streven onderstreep ik. Ik hecht dan meer waarde aan de woorden van de Staatssecretaris op dat gebied. Laten wij niet zelf partijen gaan zoeken die dat onderzoek dan voor ons zouden kunnen uitvoeren. Volgens mij is niemand helemaal onafhankelijk. Zeker in het statiegelddossier – dat is inmiddels een emotionele discussie geworden – is het zeer belangrijk om de feiten boven tafel te hebben. De enige die wij kunnen controleren en aansturen, is volgens mij de rijksoverheid. Daar moeten we het bij laten.
De voorzitter: Dat is een constatering en geen vraag. Daarom geef ik het woord aan de volgende woordvoerder, mevrouw Dik-Faber van de fractie van de ChristenUnie.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben de afgelopen zomer samen met mijn dochtertje het strand wezen schoonmaken. We hebben daar heel erg veel afval gevonden. Iedereen heeft waarschijnlijk de berichten in de media gelezen. Ik mag vandaag de leden van de commissie, de voorzitter en de Staatssecretaris armbandjes overhandigen die zijn gemaakt van het afval dat we op het strand hebben gevonden.
Laat het duidelijk zijn: er is veel te veel zwerfafval in onze leefomgeving, in het milieu. Het vervuilt de zeeën en het vervuilt ons milieu. De ChristenUnie wil daarom niet alleen het statiegeld behouden, maar het zelfs uitbreiden. Het statiegelddossier zoals we dat hier bespreken, geeft mij een steeds onaangenamer gevoel. De Staatssecretaris laat onafhankelijk onderzoek doen door het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken. Ik stel in elk geval vast dat, wat je er verder ook van vindt, de onafhankelijkheid van het instituut ter discussie staat. Nu worden ineens Aldi en Lidl gecompenseerd uit het Afvalfonds als zij ook het statiegeld afschaffen en daarvoor kosten maken. Daar is het Afvalfonds niet voor bedoeld. Wanneer trekt de Staatssecretaris een streep en zegt ze dat het statiegeld wordt behouden? Er is veel draagvlak voor onder de bevolking. Het schrappen van het statiegeld leidt tot meer zwerfafval. De Staatssecretaris gaat dat onderzoeken. Ik ben blij met die toezegging.
We kunnen echter om ons heen zien dat statiegeld behouden tot minder zwerfafval leidt. Ik vraag de Staatssecretaris of ze in Etten-Leur is geweest. Delegaties uit Japan en Australië komen daar kijken hoe men omgaat met recycling, wat ook positieve gevolgen heeft voor de leefomgeving. Er is geen zwerfafval meer op straat. Kent ze dat voorbeeld? Dat is het toekomstbeeld dat de ChristenUnie voor ogen staat.
Ik heb een vraag over de green deal over vermindering van plastic tasjes in de detailhandel. Ik heb begrepen dat de green deal niet werkt. Is de Staatssecretaris dat ook van mening en, zo ja, wat gaat ze daaraan doen?
De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er een heffing komt op de export van brandbaar restafval, om te voorkomen dat de verbrandingsbelasting ertoe leidt dat afval de grens over gaat.
Ik constateer als laatste dat schoon afvalhout, zogenaamd A-hout, massaal wordt verbrand in bio-energiecentrales in plaats van dat het wordt gebruikt als spaanplaat. Wil de Staatssecretaris de minimumstandaard voor A-hout verhogen naar zogenaamd hergebruik?
De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. Ik wil allereerst nog stilstaan bij het onafhankelijke onderzoek. We vinden dat het moet worden weggehaald bij het kennisinstituut. Er is maar één onbesproken onafhankelijke instantie die het algemeen belang dient en dat is de overheid. Ik vind dat het ministerie zelf dat onderzoek moet uitzetten. Wij gaan niet over de vraag of CE Delft dat moet doen of een andere partij. Ik vind dat de Staatssecretaris zelf verantwoordelijk is voor dat onderzoek en het ook zelf moet oppakken. Daarbij moet ook naar de financiën worden gekeken. Er moet niet alleen worden bekeken welk systeem effectief is en welk niet, maar ook hoe duur ze zijn. Ook die vraag moet beantwoord worden.
Ik kom nu op de legal opinion. Er is een juridisch onderzoek gedaan naar de afrekenbare doelen. Daar is summier op geantwoord. Volgens mij had Hörchner Advocaten, dat dit onderzoek heeft gedaan, zeer steekhoudende argumenten. Ik vraag de Staatssecretaris om die toch serieus te becommentariëren, niet op de wijze waarop ze dat nu heeft gedaan.
Hoe zit het nu precies met de Stichting Afvalfonds Verpakkingen? Die kreeg op een gegeven moment 575 miljoen, over vijf jaar verdeeld. Waar zijn de jaarrekeningen? Die zouden we graag ontvangen. Het is nu overgegaan. Hoe zit dat precies? Kunnen we al die jaarstukken krijgen? Waar is de eindafrekening, die gemaakt is voordat het fonds overging naar de Stichting Afvalfonds Verpakkingen? Dat moet echt helder worden, zeker gezien de discussie over het eventueel afkopen van Aldi en Lidl.
Heeft de Staatssecretaris enig idee om welk bedrag het gaat of zou kunnen gaan bij die afkoop van Aldi en Lidl? Er moet over gesproken zijn. Men kan immers niet zomaar toezeggen om te compenseren zonder dat er een beeld is van de bedragen waar het om gaat. De Staatssecretaris heeft gezegd dat ze daar niet over gaat, maar ze gaat daar wel over. Het gaat immers om maatschappelijk geld. Ik vind niet dat ze kan zeggen dat het aan private partijen is. Het is ook een zeer belangrijk principieel punt of je partijen moet compenseren, terwijl het statiegeldsysteem wordt gedragen door 80% tot 90% van de samenleving. Het is bewezen veel effectiever dan Plastic Heroes of wat dan ook. Gewoon het gescheiden apart inzamelen gericht op hergebruik is het efficiëntst en effectiefst en heeft het meeste draagvlak. Als dat wordt afgeschaft en je gaat ook nog degenen compenseren die het in stand willen houden, zijn we helemaal van god los. Wil ze daar echt een streep door zetten? Geen afkoop van Aldi en Lidl.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. Volgens mij is het helder: voor D66 is statiegeld een middel, geen doel op zich. Dat middel moet je natuurlijk alleen maar laten vervallen als het alternatief aantoonbaar beter is voor het milieu. Daarom heeft mijn fractie zo aangedrongen op dat onderzoek naar de milieueffecten. Ik heb gevraagd om de doorrekening van de Raamovereenkomst verpakkingen. Ik ben blij dat er een analyse wordt gemaakt. Ik vraag de Staatssecretaris wel om ons meer informatie te geven over de opzet van de analyse, de milieueffecten die worden meegenomen en de termijn waarop we die analyse mogen verwachten. Wat is de planning? Het moet immers natuurlijk wel allemaal klaar zijn voor de volgende toetsing van de raamovereenkomst.
Is het kennisinstituut nu de partij die dit onderzoek moet uitvoeren? Ik snap de zorgen van de collega's daarover wel. Het kennisinstituut is natuurlijk onderdeel van het Verpakkingenakkoord. Dan is het moeilijk om dat instituut in de positie te plaatsen dat het mede een oordeel moet geven over zijn eigen toekomst. Wie moet het dan doen? Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen degene die het onderzoek uitzet en begeleidt en degene die het uitvoert. Ik denk dat de ILT prima in staat zou zijn om zo'n onderzoek uit te zetten en te begeleiden. Daarna moet het natuurlijk door de wetenschappers worden uitgevoerd die daarvoor de kennis hebben. De ILT lijkt mij een prima plaats om dat onderzoek in alle onafhankelijkheid te beleggen.
Ik kom nu op het verscherpen van de prestatiegaranties. De branche krijgt nu een jaar extra om aan de eisen te voldoen. Meer tijd vraagt ook om betere prestaties. De Staatssecretaris wil de suggesties die ik heb gedaan voor een hogere ambitie met de partijen bespreken, zo las ik in haar beantwoording. Veel dank daarvoor. De vraag is of ze dat inmiddels heeft gedaan en, zo ja, wat eruit kwam. Wat vindt ze zelf eigenlijk faire extra afspraken?
Ik zie dat de Staatssecretaris in haar antwoord, overigens terecht, accepteert dat het niet alleen gaat over de prestatiegaranties uit die motie, maar dat de hele raamovereenkomst van belang is. Daarin staat nog een aantal andere dingen, zoals de provincieplannen, de afrekenbare doelen, de hoogst haalbare doelen, hoogwaardige recycling – niet alleen «aangeboden voor recycling», maar daadwerkelijke gerecycled – en de borging van de duurzaamheidsagenda en certificering. Hoe staat het daar allemaal mee?
Ik kom nu op een stok achter de deur. Het wantrouwen dat ik bij een aantal collega's ten opzichte van deze mogelijke beweging proef, heeft ook alles te maken met het feit dat de sector keer op keer naar de mening van partijen – ik weet dat daar discussie over te voeren is – zijn afspraken niet nakomt. Dat gevoel heeft men althans. Hoe zorgen we ervoor dat we een goede stok achter de deur hebben als het drukmiddel van het statiegeld straks wegvalt? Je ziet nu al dat het toch niet gelukt is in één jaar. Bij de gehele raamovereenkomst kunnen allerlei kritische opmerkingen worden geplaatst. Ik noemde net al dat «aangeboden voor recycling» in plaats van daadwerkelijk gerecycled. Dat soort dingen helpt niet. Hoe zorgen we ervoor dat we een drukmiddel houden, ook als het statiegeld wegvalt? We willen immers een stijgende lijn zien. Ik weet dat de Staatssecretaris dat ook wil.
Over de afkoopkwestie moeten we natuurlijk duidelijkheid krijgen. Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken zou het stappenplan van de branche voor de plastic tasjes getoetst moeten hebben. Wat is daar de uitkomst van? Misschien kan het grondstoffenlabel nog worden gekoppeld aan de «circulaire economie versneller».
De voorzitter: Ik dank de woordvoerders voor hun bijdrage in tweede termijn. De Staatssecretaris heeft mij verzocht om maximaal een kwartier te schorsen. Daarna gaan we voort met dit debat.
De vergadering wordt van 15.56 uur tot 16.13 geschorst.
De voorzitter: Wij gaan door met de tweede termijn van de Staatssecretaris. Ik sta de woordvoerders één interruptie toe.
Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Zonder dat ik de heer Dijkstra tekort wil doen, begin ik met het statiegeld. Maar ik zal mijn belofte nakomen dat ik de vragen allemaal zal beantwoorden.
Ik begin met de vraag van mevrouw Cegerek of ik van het statiegeld af wil. Ik heb altijd betoogd dat statiegeld een middel is tot een doel en dat ik mijn milieudoelen wil halen. Dat is de drijfveer voor mijn handelen. Daartoe hebben wij afspraken gemaakt met de VNG en de sector. Bij het halen van de prestatiegaranties kan ik het statiegeld vrijgeven. Daarmee schaf ik niets af. Ik herhaal dit, omdat wij in alle turbulentie rondom dit onderwerp duidelijkheid moeten houden over het uitgangspunt. Ik sta voor de doelen. Ik zeg nadrukkelijk dat ik heel streng ben ten aanzien van de afspraken. Ik lees ook kranten en ik zie allerlei suggesties en artikelen. Ik wil dat wij koersvast zijn en afspraken nakomen en ik zal daar streng over zijn. In het voorjaar komt er een milieueffectonderzoek en ook een zwerfafvalonderzoek. Medio volgend jaar zal ik de prestatieafspraken opnieuw toetsen. Ik zeg dit ook in antwoord op de vraag of dit wel goed gaat komen. Op die manier heeft de Kamer ruim de tijd om naar de onderzoeken te kijken voordat wij weer naar de prestatieafspraken kijken.
Ik heb toegezegd om in de milieueffectanalyse over statiegeld ook de vervoersbewegingen mee te nemen. Ook heb ik toegezegd een klankbordgroep voor de milieueffectanalyse in het leven te roepen en de ngo's hierbij te betrekken. De opdracht voor de milieueffectanalyse wordt door mij bepaald. Ik doe dat na consultatie van andere raamovereenkomstpartijen. Wij gaan iets onderzoeken en ik vind het belangrijk dat er een brede klankbordgroep is die zelfkritisch vermogen heeft en waar allerhande partijen in zitten, ook de ngo's. U weet dat de ngo's heel kritisch zijn. In de analyse wordt het milieueffect van het totaalpakket van afspraken van de raamovereenkomst, inclusief het mogelijk afschaffen van statiegeld, vergeleken met de situatie voor deze raamovereenkomst, namelijk de situatie in 2012 inclusief het statiegeldsysteem. Het kennisinstituut wordt opdracht verleend om deze milieueffectanalyse te begeleiden. Het onderzoek wordt vervolgens uitgevoerd door een of meerdere onafhankelijke onderzoeksbureaus. Het kennisinstituut begeleidt de onafhankelijke bureaus en betrekt hierbij een brede klankbordgroep met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen, waaronder ngo's. Hiermee is draagvlak gewaarborgd. Tevens zorgt het kennisinstituut ervoor dat er een reviewteam wordt geformeerd dat de resultaten toetst. De samenstelling van de klankbordgroep en de deelname van de ngo's zijn nog niet rond. Ik verwacht dat op korte termijn.
De heer Van Gerven heeft weer vragen gesteld over de onafhankelijkheid van het kennisinstituut. Wij hebben inmiddels al drie keer daarover een debat gevoerd; dit zou de vierde keer zijn. Ik hoop dat wat ik zojuist heb gezegd de twijfel over de onafhankelijkheid wegneemt. In ieder geval spreekt het voor mij voor zich.
De heer Van Gerven (SP): Dat spreekt niet voor zich. De Staatssecretaris vertelt wat zij ons al heeft laten weten. De SP vindt dat het onderzoek niet moet worden begeleid door een instituut dat 100% wordt gefinancierd door het bedrijfsleven en dat geen onafhankelijke positie heeft. Die positie heeft het ministerie wel. Is de Staatssecretaris bereid om die begeleiding zelf ter hand te nemen en niet uit te besteden aan het kennisinstituut? Is de Staatssecretaris ook bereid om ons de onderzoeksopdracht te doen toekomen en daarbij mijn vraag te betrekken welk systeem goedkoper is?
Staatssecretaris Mansveld: Twee dingen. Ik zit in het bestuur van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, dus dat mag toch wel enige onafhankelijkheid met zich meebrengen. Ik hoor de heer Van Gerven net zeggen dat de overheid in feite het enige onafhankelijke instituut is. Daarmee is dat geborgd. Het onderzoek wordt grotendeels betaald door mijn ministerie. Als de heer Van Gerven al de suggestie wil wekken dat wie betaalt bepaalt, dan is dat op deze wijze geborgd.
De heer Van Gerven (SP): Ik heb twee vragen gesteld, dus ik krijg ook graag antwoord op de tweede vraag. Er is maar één echt onafhankelijke instelling die het algemeen belang dient en dat is uiteindelijk de overheid. Waarom neemt in dit mijnenveld, wat het natuurlijk is, de Staatssecretaris niet gewoon zelf de handschoen krachtig op om dit door het ministerie, desnoods de ILT, te laten uitvoeren? Ik weet wel hoe het kennisinstituut is samengesteld en dat de overheid er nog wel een stem in heeft, maar ik constateer dat het niet onafhankelijk is.
Staatssecretaris Mansveld: Ik heb de onderzoeksopdracht net voorgelezen. Het woord «mijnenveld» is niet van mij. Ik vind niet dat iedereen even chic met elkaar communiceert. Ik zal mensen nadrukkelijk houden aan hun taken. Als blijkt dat zij die taken niet naar behoren uitvoeren, hebben zij een probleem met mij. De ILT voert de onderzoeksopdracht niet uit, omdat zij geen onderzoeksinstituut is.
Er is gesproken over de private borging. De fractie van GroenLinks heeft tijdens het VSO van 3 juli jl. een motie ingediend over de private borging van het statiegeldsysteem, maar heeft deze motie aangehouden omdat ik toen heb toegezegd daarover een brief te sturen. Deze brief volgt binnenkort. Zoals ik al in mijn brief van 20 juni jl. heb aangegeven, zijn in het kader van de raamovereenkomst ook nieuwe afspraken gemaakt over het statiegeld. Met de raamovereenkomst heeft de Stichting Afvalfonds Verpakkingen de afspraak van het Productschap Dranken over statiegeld uit 2007 overgenomen. Daarmee is privaatrechtelijk geborgd dat het statiegeld blijft bestaan totdat volledig aan de prestatiegaranties is voldaan en ik het besluit neem over het wel of niet vrijgeven van het huidige statiegeldsysteem. De Kamer kent de stappen die ik daarin zet en weet dat ik eerder bij het niet nakomen van de afspraken een besluit heb genomen. Dat heeft bij een aantal fracties tot tevredenheid geleid. Ik ben daar transparant en duidelijk over. Het Afvalfonds geeft hieraan invulling door een tarief aan zijn leden op te leggen van € 0,25 per grote frisdrankfles waar geen statiegeld op zit. Bedrijven die zich aan het statiegeld willen onttrekken, worden dus belast met € 0,25 per fles en het Afvalfonds borgt dit systeem. Daarmee is het dan ook geborgd.
Mevrouw Van Tongeren heeft een vraag gesteld over de producenten die de petfles zonder statiegeld op de markt brengen en de € 0,25. Het Afvalfonds moet ervoor zorgen dat het statiegeld op de grote petfles blijft bestaan. In mijn antwoord heb ik aangegeven hoe het Afvalfonds dat doet. Dat is die private borging. Het is aan het Afvalfonds om er verder voor te zorgen dat deze uitwerking werkt. Mocht een producent zich onttrekken aan het statiegeld, dan volgt die heffing. Het bestuur van het Afvalfonds zal de bestemming van deze baten bepalen. De Afvalbeheersbijdrageovereenkomst is de basis van de beslissingen die het bestuur van het Afvalfonds neemt. Deze overeenkomst heb ik algemeen verbindend verklaard en kan niet door het bestuur worden aangepast. In deze overeenkomst staat dat extra inkomsten alleen in de vorm van een tariefsverlaging voor die specifieke materiaalstroom kunnen terugvloeien naar de bedrijven. Die verlaging komt in dit geval ten gunste van alle bedrijven die in kunststof verpakte producten op de markt brengen. De overeenkomst maakt het onmogelijk om geld uit het Afvalfonds aan de individuele bedrijven terug te geven. Overigens kan ik mij voorstellen dat een frisdrankverkoper er niet om staat te springen om € 0,25 meer te vragen aan de klant of die € 0,25 voor eigen rekening te nemen.
Ik probeer het proces zo transparant en duidelijk mogelijk te maken. Mevrouw Van Veldhoven zegt dat de suggestie wordt gewekt dat het niet allemaal goed geregeld is. Dat neem ik zeer ter harte, want ik vind dat partijen die hiervoor staan op zijn minst transparant moeten zijn en duidelijk moeten kunnen maken waar ze voor staan, hoe ze dat doen, wat de doelen zijn en hoe ze die bereiken. Ik deel dat dan ook. Als ik daar op enig moment al zorgen over heb, zal ik niet schromen om dat te melden. Ik zal ook niet schromen om waar nodig stappen te zetten, want ik vind dit belangrijk. Het gaat om veel geld, het gaat om burgers en het gaat om een hoger doel. Het is voor mij een ontzettend belangrijk milieudoel. Kijk naar het programma Van Afval Naar Grondstof. Daar gaat het om. Wij willen geen afval meer. Het liefst zou ik in het Nederlandse vocabulaire een nieuw woord willen hebben waarin wij afval en grondstof tot één maken. Uiteindelijk zou ik een circulaire economie willen hebben, waarover de heer Dijkstra een aantal vragen heeft gesteld. Naarmate er meer onduidelijkheid kan ontstaan of partijen minder transparant zijn, zal ik strenger worden en niet schromen om stappen te zetten, maar ik dien de milieudoelen.
Mevrouw Van Tongeren heeft gevraagd hoe kleine bedrijven door het Afvalfonds aangesproken kunnen worden op de € 0,25. Het verkopen van frisdranken gebeurt door producenten en importeurs. Vrijwel alles gaat altijd in grote volumes. Je zit snel aan 50.000 kg. In de praktijk komt eigenlijk vrijwel niet voor dat producenten daaronder zitten. Overigens vallen ook kleinere bedrijven onder de raamovereenkomst. Zij zijn slechts vrijgesteld van contributie en registratie.
Mevrouw Van Veldhoven heeft een vraag gesteld over een stok achter de deur voor de raamovereenkomst. De nieuwe AMvB bevat alle relevante doelen. Hierop kan en zal de ILT handhaven. Dat is een stevige stok. Jaarlijks stel ik de Kamer op de hoogte van de voortgang van de raamovereenkomst. Nogmaals, ik ben hier streng in.
Hoe is de financiële verantwoording van het Afvalfonds geregeld? Het bestuur van het Afvalfonds stelt de begroting vast en controleert de eindafrekening. De jaarrekening wordt voorzien van een controleverklaring, die is afgegeven door een accountant, en wordt ook aan de ILT gestuurd ter controle. Daarna is het volgens mij een openbaar stuk. Als ik de Kamer van dienst kan zijn door zaken op te sturen, vind ik dat geen enkel probleem. Ik zal dat vragen aan mijn medewerkers.
Mevrouw Cegerek heeft gevraagd hoe het is gelopen met de financiële afwikkeling van het vorige Afvalfonds naar het huidige Afvalfonds. De financiële afwikkeling van het vorige Afvalfonds vindt plaats aan het einde van dit jaar. Er wordt verantwoording aan I en M afgelegd. Dit fonds werd namelijk ook gevuld door I en M, of eigenlijk het oude Ministerie van VROM. Voor alle mensen die inmiddels gewend zijn aan I en M: het is namelijk een fusiedepartement.
Mevrouw Cegerek heeft ook gevraagd hoe gemeenten invulling geven aan Plastic Heroes. Plastic Heroes is het inzamelsysteem voor kunststof verpakkingsafval. Het Afvalfonds sluit met gemeenten deelnemersovereenkomsten. Op basis daarvan zamelen gemeenten kunststof verpakkingsafval in en krijgen zij daarvoor een vergoeding.
Mevrouw Van Tongeren heeft haar zorg uitgesproken dat ook Plastic Heroes hoogwaardig gerecycled wordt. Het begrip «hoogwaardig» is niet eenduidig gedefinieerd. Ik heb daar eerder met de Kamer over gesproken. Mevrouw Van Veldhoven knikt; volgens mij was daar ook discussie met haar over. Binnen de prioriteiten van Van Afval Naar Grondstof wordt daaraan gewerkt. Echter, in dit verband is het wel gedefinieerd. Hoogwaardige recycling is gekoppeld aan de hoeveelheid uitgesorteerde kunststofstromen. Al 45% van de hoeveelheid bestaat uit deze zogenaamde monostromen. Dan is recycling hoogwaardig. Dit is opgenomen in het basisdocument dat de raamovereenkomstpartijen hebben afgesproken. Beide documenten zijn na het vaststellen ook aan de Kamer aangeboden.
Dan het statiegeld en Aldi en Lidl. Ik weet niet of ik al die bedrijfsnamen mag noemen, maar er zijn ook schriftelijke vragen over gesteld. Ik heb de vragen inmiddels beantwoord en aangegeven dat er gesprekken zijn geweest tussen Stichting Afvalfonds Verpakkingen en Aldi en Lidl. Het Afvalfonds heeft aangegeven dat in deze gesprekken ook over statiegeld is gesproken. Aldi en Lidl hebben aangeven financiële schade te zullen ondervinden als het landelijk statiegeldsysteem wordt afgeschaft en zij daardoor met hun eigen systeem moeten stoppen. Hier is vooralsnog geen sprake van. Mocht daar ooit sprake van zijn, dan laat de algemeenverbindendverklaring daarvoor ruimte zoals ik in mijn vervolgbrief heb aangegeven.
De heer Van Gerven heeft gevraagd of ik kan ingaan op de legal opinion. De legal opinion die in opdracht van belanghebbenden is opgesteld, is bekeken en meegenomen in mijn afwegingen en besluitvorming over statiegeld. De heer Van Gerven heeft er een motie over ingediend, maar die heeft het niet gehaald. Ik ben er nu meerdere malen op ingegaan; wij hebben er meerdere malen over gesproken. Ik heb niets toe te voegen aan hetgeen ik heb gezegd.
Etten-Leur is genoemd als een mooi voorbeeld van een mooi systeem van belonen. Dat systeem is bekend. Het is inderdaad een mooi voorbeeld van een beloningssysteem. In het project schoon belonen faciliteren en stimuleren wij dit soort systemen samen met de gemeentebedrijven en Natuur en Milieu. In 2015 worden de eerste resultaten verwerkt. Ik weet niet meer in welk overleg ik dat de afgelopen dagen heb gezegd, maar je ziet dat gemeenten steeds meer best practices uitwisselen samen met bedrijven en met kennisinstellingen. Daar zie je de effecten van de olievlek: andere gemeenten gaan initiatieven overnemen van gemeenten.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik hoorde de Staatssecretaris net zeggen dat wij een aantal andere stukken rond de zomer krijgen. Kunnen wij bij de discussie die we volgend jaar weer gaan voeren tegelijkertijd ook de evaluatie van dit soort projecten hebben, zodat wij bij het nadenken over beloningssystemen, waarbij je kunt denken aan statiegeld of alternatieve beloningssystemen, ook de best practices uit dit soort situaties kunnen meenemen?
Staatssecretaris Mansveld: Wij gaan niet over die projecten, maar die geven je voeding om tot nieuwe ideeën te komen. De Kamer gaat ook op allerlei werkbezoeken. Wij hebben goede contacten en er is al een goed ontwikkelprogramma in de afvalbranche. Ik zeg toe dat wij bekijken wat goede beloningssystemen zijn en dat die informatie wordt meegestuurd als voorbeeld. Wij zamelen het in, maar wij gaan er niet over.
Mevrouw Van Veldhoven vraagt welke aanvullende afspraken ik ga maken nu de prestatiegaranties niet zijn gehaald. In de raamovereenkomst en het addendum zijn afspraken gemaakt over de verduurzaming van de verpakkingenketen. De raamovereenkomstpartijen hebben gezegd hieraan een hoge prioriteit toe te kennen en dat zichtbaar en meetbaar te willen maken. Tijdens het algemeen overleg in juni heeft ook mevrouw Cegerek gevraagd of het mogelijk is om in het kader van de raamovereenkomst aanvullende afspraken te maken over verduurzaming. Ik heb aangegeven dit met de raamovereenkomstpartijen te bespreken, het verpakkend bedrijfsleven en de VNG. De VNG geeft aan afspraken voor verdere verduurzaming te kunnen steunen, want voor gemeenten is de bijdrage van de raamovereenkomst aan verduurzaming van de keten heel belangrijk. Het verpakkend bedrijfsleven heeft aangegeven bereid te zijn om op een aantal onderdelen inderdaad meer ambitie te tonen en om te laten zien dat er voortgang is. Ik vind dat een dappere uitspraak, maar men moet ook altijd de daad bij het woord voegen. Ik verwacht nog voor het einde van dit jaar de uitwerking hiervan aan de Kamer te kunnen toesturen.
Hoe staat het met de brancheverduurzamingsplannen, die een belangrijk onderdeel vormen van die verduurzaming? Het verpakkend bedrijfsleven staat hiervoor aan de lat. Het kennisinstituut trekt dit proces en heeft voor het toetsen van de plannen een toetsingscommissie ingesteld. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van vier universiteiten. Het kennisinstituut heeft laten weten dat er al zeven branches zijn die met de ambitie aan de slag zijn gegaan. Hun plannen gaan binnenkort naar de toetsingscommissie. Hopelijk lukt het nog dit jaar hoogst haalbare doelstellingen uit deze plannen vast te stellen. Daarnaast heeft het verpakkend bedrijfsleven een consultant ingehuurd om de overige branches te ondersteunen bij het maken van de plannen. Er is één branche die geen actie onderneemt. Daarmee ga ik in gesprek. Samengevat, er wordt veel energie in de plannen gestoken. Aan het einde van het jaar bekijk ik de stand en ik zal er in mijn jaarlijkse rapportage verder op ingaan. Eigenlijk zou dit in de artikelen en in de krant moeten staan, zodat duidelijk is dat de ambitie handen en voeten krijgt.
Ik kom bij de vragen over de diverse grondstofstromen. Mevrouw Dik-Faber heeft gevraagd welke actie ik onderneem om de recycling van afvalverpakkingenhout te stimuleren. In het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen wordt momenteel samen met het verpakkend bedrijfsleven onderzocht welke afspraken gemaakt kunnen worden om de problematiek van dalend hergebruik versus niet toelaatbaar inzetten van hergebruikt afvalverpakkingenhout in energiecentrales en andere verbrandingsinstallaties aan te pakken en te regelen. Volgens mij hebben wij het gisteren ook hierover gehad in het AO Milieuraad, maar ik herhaal het want er zitten andere mensen bij. Inzichten die in dit traject worden opgedaan, zullen ook worden gebruikt om recycling van A-hout te verbeteren. Wij kijken ook naar de mogelijkheden om innovatie rond recycling van afvalhout te stimuleren. Dat doen wij dan ook samen met de houtsector. In het eerste kwartaal zal ik de voortgang van dit traject melden. Dan kom ik ook terug op de suggestie van mevrouw Dik-Faber om de normen voor A-hout eventueel aan te passen. Ik combineer dat dan op die manier.
Gaan wij ballonnen uitbannen? De Hello Kitty-ballon heeft wel wat teweeggebracht her en der. Ik zal onderzoeken hoe ik hiermee in het kader van Van Afval naar Grondstof kan omgaan. Ik heb wel een heel persoonlijke noot. Ik kom vaak in een grote winkel voor mijn kattenbakstrooisel. Die mensen hebben de gewoonte om ballonnen uit te delen aan kinderen. Ik zie dan hoe blij kinderen zijn omdat zij een ballon krijgen. Ik zal ernaar kijken en ik ga met partijen in gesprek in het kader van Van Afval Naar Grondstof, maar ik zie hier ook enig kinderleed ontstaan. Dan zie je dat als je milieudoelen wilt halen of zaken wilt uitvoeren, zulke dingen soms bij elkaar komen.
Hoe staat het met de plannen om het gebruik van plastic tassen te reduceren? U moest eens weten hoe vaak ik hieraan denk. Dat is bijna iedere zaterdag, want de green deal werkt niet. Wij zijn actiegericht bezig. Je ziet ook echt dat er beweging is. De ecotas van een van de warenhuizen is een mooi voorbeeld. De supermarkten zijn al begin dit jaar gestopt met het gratis weggeven van plastic tasjes bij de kassa. Ik vind zelfregulering belangrijk en prima, maar er loopt nu toch een verkenning naar regelgeving, mede op verzoek van de branches waarmee ik in gesprek ben. Het blijkt ook voor de branchevereniging moeilijk om alle toonbanken te laten meedoen. Ook op Europees niveau worden stappen gezet en daar sluit ik mij ook bij aan. Stap één is het ontmoedigen: moet er bij een verbod op gratis plastic tasjes een duurzaam alternatief zijn? Ik wacht de resultaten van de studie af en verwacht na het kerstreces met een plan te komen, maar ik kijk ook nadrukkelijk simpelweg naar wetgeving. Ik heb al gezegd dat ik de plastic tasjes ongewenst vind. Het is een beetje zoeken naar de juiste route om dat zo snel en effectief mogelijk te doen.
Ik kom bij de heer Dijkstra ...
De voorzitter. Ik begrijp dat de Staatssecretaris bij een nieuw onderwerp is aangekomen. Mevrouw Cegerek wilde al een tijdje een vraag stellen over het voorgaande punt.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Ik had meerdere vragen willen stellen, maar het is een beetje een raar debat: een AO in tweede termijn met maar één interruptie. Wij hebben in onze eerste termijn ook aandacht gevraagd voor de plastic tasjes. Ik snap de goede bedoelingen van de Staatssecretaris, maar wat ons betreft gaat het niet snel genoeg. Wij willen dan ook een VAO en een motie indienen over een verbod op de plastic tasjes.
De voorzitter: Ik hoor geen vraag, maar eerder een mededeling. De Staatssecretaris kan doorgaan met de beantwoording, in dit geval van vragen van de heer Dijkstra.
Staatssecretaris Mansveld: De heer Dijkstra heeft vragen gesteld over drankenkartons. Ik heb in de brief van 4 juni jl. aangegeven dat ik positief sta tegenover het inzamelen van drankenkartons. Drankenkartons zijn een heel goed voorbeeld van een keten die wij willen sluiten, zowel financieel als materieel. Nu verdwijnen ze in de oven en drukken de kosten op de burger via de afvalstoffenheffing. Ik ben in overleg gegaan met gemeenten en het verpakkend bedrijfsleven om te bepalen hoe gescheiden inzameling van drankenkartons uitgevoerd kan worden. Er is nu een vergoeding voor gemeenten die past bij het advies van het kennisinstituut en waarvan wij verwachten dat die voldoende impuls geeft. Hiermee kunnen de gemeenten vanaf 1 januari a.s. starten met de inzameling en recycling van drankenkartons. Dat is een goede eerste stap om dit traject in te gaan. Aan deze afspraken is een gemeenschappelijke ambitie gekoppeld voor recycling: 40% in 2015 tot 70% in 2017. Halverwege 2016 bekijken wij met de raamovereenkomstpartijen of er voldoende is ingezameld en of aanpassing van de aanpak nodig is. Gemeenten vinden principieel dat alle kosten rondom drankenkartons vergoed moeten worden, niet alleen de gescheiden inzameling en de recycling. Het gaat om de kosten die samenhangen met de drankenkartons die nog in het restafval terechtkomen. Ik ben blij dat wij nu deze stap kunnen zetten. Met gemeenten en andere ketenpartijen gaan wij als onderdeel van de aanpak huishoudelijk afval bekijken hoe wij komen tot een compleet sluiten van de drankenkartonketen.
De heer Dijkstra heeft gevraagd naar de EVOA. Gisteren in een ander AO kwam de EVOA ook voorbij. De ILT handhaaft op basis van risicoanalyse en wettelijke eisen. Verder richt ik mij op het wegnemen van belemmeringen als onderdelen van het programma Van Afval Naar Grondstof. Dat doen wij in het programma Ruimte in regels voor groene groei. Verder zet ik mij in voor meer einde-afvalcriteria op EU-niveau, zoals ik ook gisteren heb aangegeven. Ik vind het belangrijk dat we in het kader van Van Afval Naar Grondstof ook Europees schakelen. We zien dat er best een niveauverschil is tussen de inspecties. Ik heb het daar vorig jaar met de inspectie over gehad. Ik heb gezegd dat het belangrijk is dat er veel werkbezoeken zijn van de inspecties onderling in Europa. Nederland is zeer goed georganiseerd. We passen relatief gemakkelijk regelgeving toe, we hebben instanties om die uit te voeren en we hebben dat goed verankerd in onze cultuur en natuur. Dat is echter niet in alle landen het geval. Uiteindelijk is het van belang dat we ons op Europees niveau allemaal hetzelfde gaan gedragen. Op het gebied van afval lopen wij voorop. De ILT doet die werkbezoeken en onze kennis wordt meegenomen. Op het moment dat het bij inspecties in andere landen zo landt, kunnen de inspecties veel gemakkelijker met elkaar communiceren. Wij lopen eerder tegen problemen of vragen aan dan andere landen, simpelweg omdat wij zo ver zijn. Ik vind dat dit ons niet moet tegenhouden, maar dat wij onze kennis heel goed moeten gebruiken om andere landen sneller te laten lopen wat hun inspecties betreft.
De heer Dijkstra heeft gevraagd of de ILT werk maakt van de handhaving van de certificering voor de recycling van e-waste. De ILT maakt werk van de handhaving van de WEEELABEX-certificering. Deze wordt medio 2015 van kracht. De branche wordt nu daarover geïnformeerd.
De heer Dijkstra heeft in verband met de zuiverheid van ingezameld materiaal gevraagd naar de ophoging van de 2%-grens naar 10%. Wij hebben daar geen antwoord op. Ik zal dit uitzoeken en zeg toe dat ik hier schriftelijk op terugkom.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik dank de Staatssecretaris voor deze toezegging. Het gaat om kunststoffen, maar zij mag het ook breder trekken. Als die grenzen verruimd kunnen worden, als het geen kwaad kan qua veiligheid en als het een stimulans kan zijn voor de circulaire economie, dan steunen wij haar. Wel hebben wij een vraag over de handhaving van de WEEELABEX-certificering. De bedrijven die gecertificeerd zijn wil je juist niet aanpakken, maar het gaat om de bedrijven die nog wat achterlopen. Heeft de Staatssecretaris daar voldoende capaciteit voor? Daar maak ik mij zorgen over.
Staatssecretaris Mansveld: Ja, er is voorzien in de capaciteit voor die handhaving.
Mevrouw Cegerek heeft Van Gansewinkel bezocht. Dat zijn zeer intrigerende bedrijven om te bezoeken. Ik heb er inmiddels een aantal bezocht. Er wordt al wat ingezameld plastic gerecycled. Plastic wordt gerapporteerd als het geschikt is voor recycling en ook wordt aangeboden aan een recycler. Deze werkt dit plastic op tot recyclaat. Daarbij komt een reststroom vrij. Zolang die stroom niet significant is, valt dat binnen de afspraken. De ILT ziet hierop toe.
Mevrouw Van Veldhoven heeft gevraagd of het grondstoffenlabel een goed instrument is om de circulaire economie te bevorderen. Uit onderzoek blijkt dat er behoefte is aan betere informatieuitwisseling binnen de keten door het delen van kennis over producten, productonderdelen, productieprocessen en grondstoffen. Dat kan de samenwerking in de keten waar nodig bevorderen om te komen tot een circulaire economie. Een vrijwillige basis is hiervoor van belang. Ik vind dat belangrijk, want je kunt alleen maar van afval naar grondstof als je in ketens denkt. Het bedrijfsleven is nog niet zo heel enthousiast over het idee van een grondstoffenpaspoort of -label, als dat door de overheid wordt opgelegd. Het bedrijfsleven verwacht dan een grote administratieve last. Het initiatief ligt nu bij De Groene Zaak, die dit met de koplopende bedrijven verder gaat uitwerken op vrijwillige basis. Het kan niet anders: wil je daar komen, dan moet je in ketens denken. Waar je sommige ketens volledig ziet sluiten en bedrijven dat heel normaal vinden, zijn andere toch nog op verre afstand.
Mevrouw Dik-Faber pleit voor een exportheffing. Het heffen van belasting in Nederland heeft mogelijk tot gevolg dat het voor bepaalde partijen goedkoper is om de stromen naar het buitenland te brengen. Met name stakeholders maken zich hierover zorgen. Het kabinet heeft aangegeven dat deze stroom gemonitord zal worden. Als deze export substantieel is, zal het kabinet zich beraden op een eventuele belastingaanpassing. Daarmee stap ik meteen in een heel ander domein, want dan kom ik opeens de heer Wiebes tegen. Het komt aan de orde bij de behandeling van het Belastingplan 2015.
Mevrouw Ouwehand heeft gesproken over horecaverpakkingen op stations. Ik zag dat zij een herbruikbare beker heeft. Ik heb een tijdje in Canada gewoond. Daar zit iedereen met zo'n beker in de bus en in vergaderingen. Dat is daar totaal geïntegreerd in de samenleving. Je ziet mensen niet publiekelijk eten, maar ze hebben wel altijd zo'n herbruikbare beker bij zich. Ik denk dat het er ook van afhangt hoe een samenleving zoiets adopteert. Ik vind het een heel terecht punt. Ik ben met NS en ProRail in gesprek. Zij willen heel graag en wij bereiden hier een green deal voor.
Voorzitter. Dit was mijn tweede termijn.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik wil nog even terugkomen op het punt van de plastic tasjes. Ik heb dat even laten bezinken, want de Staatssecretaris was eigenlijk veel voortvarender dan ik had verwacht. Zij gaf aan: de green deal werkt niet, ik onderzoek regelgeving en ik ben bereid met wetgeving te komen, ook als stok achter de deur. Nu hoor ik ter rechterzijde iemand zeggen dat dat niet snel genoeg gaat. Kan de Staatssecretaris toelichten wat haar precies voor ogen staat, over welke termijnen we het hebben en hoe de gesprekken met de branche verlopen? Ik proef bij de branche ook de moeite om het gebruik van plastic tasjes terug te dringen, maar het woord «regelgeving» heb ik nog niet zo gehoord.
Staatssecretaris Mansveld: De sector vraagt zelf ook om duidelijkheid. Het gaat daar niet snel genoeg. Ik vind dat ik ook moet bekijken hoe wij dingen in Brussel kunnen regelen. Het zou onhandig zijn als wij hier van alles nationaal organiseren terwijl Brussel parallel loopt. Ik heb dan een lichte voorkeur voor het Europese traject. Als dat er echter niet toe leidt dat tegemoet wordt gekomen aan onze wensen, ben ik bereid om naar wetgeving te kijken.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik ben toch benieuwd over welke termijnen we het nu hebben, ook al zal het moeilijk zijn om dat in te schatten. Een heel specifieke, maar volgens mij niet onbelangrijke branche die ook erbij zou moeten worden betrokken, is de wekelijkse markt. Bij de marktkramen worden heel veel plastic tasjes uitgedeeld. Daar zou ook een kanteling in het denken moeten komen.
Staatssecretaris Mansveld: Als ik op de markt kom, dan kom ik toch weer met een plastic tasje thuis. We hebben nu te maken met een wisseling van Commissarissen en ook het werkprogramma van de EU. Ik wil heel graag weten waar de EU dat op de agenda zet. Als het niet hoog genoeg op de agenda komt, dan vind ik dat wij het nationaal hoog op de agenda moeten zetten. Dat betekent dan nationale wetgeving.
De voorzitter: Ik kom bij de lijst van toezeggingen. Wij hebben een licht vermoeden dat de lijst niet helemaal compleet is, maar sta mij toe eerst de toezeggingen voor te lezen en dan eventueel aan te vullen.
– De Staatssecretaris zal met informatie over de voortgang van de raamovereenkomst de Kamer informeren over gemeentelijke afvalprojecten en best practices die daaruit voortvloeien. De termijn daarvoor zou zijn de zomer van 2015.
– De Staatssecretaris zal in de voortgangsrapportages inzake de raamovereenkomst eveneens ingaan op hoogst haalbare doelen binnen de branches.
– De Staatssecretaris zal in het eerste kwartaal van 2015 de Kamer informeren over de afspraken inzake dalend hergebruik van A-hout.
– De Staatssecretaris zal de Kamer na het kerstreces informeren over de verkenning naar regelgeving inzake de green deal over plastic tasjes.
– De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de percentages inzake zuiverheid van verpakkingsmaterialen.
De heer Remco Dijkstra (VVD): En de Staatssecretaris gaat onderzoeken of de grens van 2% opgerekt kan worden voor meerdere productgroepen en -soorten om daarmee de circulaire economie te bevorderen. Ik ben heel benieuwd hoe dat uitpakt.
De voorzitter: Waarvan akte. Het staat genoteerd op de lijst van toezeggingen.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik heb de eerste toezegging slechts half gehoord, dus ik weet niet zeker of die goed genoteerd is, namelijk dat de Staatssecretaris volgend jaar komt met een inventarisatie van alternatieve beloningssystemen, zodat wij die kunnen betrekken bij onze discussie naar aanleiding van de raamovereenkomst. Ik wist even niet of ik die toezegging gemist had dan wel of die nog niet op de lijst stond.
De voorzitter: Die stond er nog niet op. De Staatssecretaris zegt dat het voor de zomer zal zijn, waarvan akte.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Het mag rond de zomer. Het gaat mij erom dat wij het allemaal kunnen bespreken. Voor die inventarisatie gebruik ik het zomerreces nog.
Staatssecretaris Mansveld: Het is vóór de besluitvorming.
De voorzitter: Waarvan akte. Ook die toezegging wordt genoteerd. Ik dank u allen voor de gedisciplineerde bijdragen in dit debat. Er is een VAO aangekondigd door het lid Cegerek, na het herfstreces.
Sluiting 16.50 uur.
Volledige agenda
1. Schriftelijke beantwoording resterende vragen AO Afval en Grondstoffen, 18 juni 2014
Kamerstuk 30 872, nr. 164 – Brief regering d.d. 24-06-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
2. Besluitvorming vrijgeven statiegeld
Kamerstuk 28 694, nr. 117 – Brief regering d.d. 11-06-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
3. Reactie op verzoek van het lid Van Gerven over statiegeld
Kamerstuk 28 694, nr. 113 – Brief regering d.d. 10-04-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
4. Rapportage over voortgang van Raamovereenkomst Verpakkingen 2013–2022 en rapportage over de cijfers van 2012
Kamerstuk 28 694, nr. 112 – Brief regering d.d. 30-12-2013
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
5. Aanpak om het gebruik van gratis plastic tassen terug te dringen
Kamerstuk 33 041, nr. 7 – Brief regering d.d. 18-12-2013
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
6. Voortgang aanpak om het gebruik van gratis plastic tassen terug te dringen
Kamerstuk 33 041, nr. 9 – Brief regering d.d. 10-04-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
7. Gescheiden inzameling drankenkartons, uitvoering motie Dik-Faber producentenverantwoordelijkheid, evaluatie LAP 1 en LAP 2 en de visie op het publiek kader huishoudelijk afval 2025
Kamerstuk 30 872, nr. 163 – Brief regering d.d. 04-06-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
8. Bepaling voedselverliezen in huishoudelijk afval in Nederland
Kamerstuk 31 532, nr. 121 – Brief regering d.d. 13-01-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
9. Tweede wijziging Landelijk afvalbeheerplan (LAP)
Kamerstuk 30 872, nr. 160 – Brief regering d.d. 03-03-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
10. Invulling programma Van Afval Naar Grondstof
Kamerstuk 33 043, nr. 28 – Brief regering d.d. 28-01-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
11. Afhandeling van toezeggingen en motie over afvalverbrandingsinstallaties en aanbieding van recyclingscijfers verpakkingsafval 2012
Kamerstuk 30 872, nr. 161 – Brief regering d.d. 04-03-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
12. Fiche: Voorstel wijziging richtlijn verpakkingen en verpakkingsafval
Kamerstuk 22 112, nr. 1753 – Brief regering d.d. 13-12-2013
Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
13. Reactie van Nederland op de Europese Consultatie over duurzaam gebruik fosfor
Kamerstuk 22 112, nr. 1803 – Brief regering d.d. 03-03-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
14. Antwoord van het kabinet op de consultatie van de Commissie inzake de Europese procedure inzake certificering afvalverwerkingsinrichtingen
Kamerstuk 22 112, nr. 1822 – Brief regering d.d. 07-04-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
15. Consultatie van de Commissie inzake de Europese procedure om voor zwerfvuil op zee te komen tot een kwantitatieve doelstelling op hoofdlijnen
Kamerstuk 22 112, nr. 1752 – Brief regering d.d. 13-12-2013
Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
16. Onderzoek «Materialen in de Nederlandse economie» en reactie op de motie van het lid Van Veldhoven over de Circulaire Economie Versneller
Kamerstuk 33 043, nr. 32 – Brief regering d.d. 16-06-2014
Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
17. Toezenden rapport Haalbaarheid Grondstoffenlabel en uitvoering van de Motie Dijkstra over de bijdrage van secundaire grondstoffen in de circulaire economie
Kamerstuk 30 872, nr. 165 – Brief regering d.d. 15-07-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
18. Afhandeling toezegging aan het lid Van Tongeren over private borging van het statiegeldsysteem, de motie van het lid Van Veldhoven over het terugplaatsen van de statiegeldartikelen in het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen en over de beëindiging van het AVI-convenant
Kamerstuk 28 694, nr. 126 – Brief regering d.d. 13-10-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30872-168.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.