28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 126 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2014

Met deze brief informeer ik u over de toezegging aan het lid Van Tongeren over private borging van het statiegeldsysteem, de motie van het lid Van Veldhoven over het terugplaatsen van de statiegeldartikelen in het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen (Kamerstuk 28 694, nr. 121) en over de beëindiging van het AVI-convenant.

Afhandeling toezegging private borging statiegeldsysteem

Tijdens het VSO op 3 juli 2014 (Handelingen II 2013/14, nr. 102, item 29) in het kader van het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen 2014 is door mevrouw Van Tongeren om informatie gevraagd over de private borging van het huidige statiegeldsysteem.

In mijn brief van 20 juni jl. over de procedure voor de inwerkingtreding van het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen (Kamerstuk 28 694, nr. 118) heb ik reeds uiteen gezet hoe het huidige statiegeldsysteem geborgd is.

Het huidige statiegeldsysteem op drankverpakkingen ligt vast in verordeningen van Productschappen. Binnen de huidige statiegeldverordening van het Productschap Dranken heeft het Productschap Dranken de bevoegdheid om wel of niet statiegeld te verplichten. In een brief van 2007 heeft het Productschap Dranken aan het Rijk en aan uw Kamer toegezegd statiegeld pas na instemming van het Rijk af te schaffen. In 2012 is de Raamovereenkomst afgesloten en zijn daarin nieuwe afspraken gemaakt met het verpakkende bedrijfsleven.

Stichting Afvalfonds Verpakkingen (StAV) voert sinds 2013 als verantwoordelijk collectief de verplichtingen inzake inzameling en recycling van de producenten en importeurs voor verpakkingen uit, zoals opgenomen in de Raamovereenkomst inclusief de afspraken over statiegeld. Het feit dat het Productschap Dranken straks niet meer bestaat, betekent niet dat de afspraak uit 2007 over statiegeld verdwijnt. Met de Raamovereenkomst heeft de StAV de afspraak van het Productschap Dranken over statiegeld uit 2007 overgenomen en daar zijn in de Raamovereenkomst nieuwe afspraken over gemaakt. Hieruit blijkt dat StAV verantwoordelijk is voor het in stand houden van een statiegeldsysteem totdat besloten wordt het vrij te geven.

StAV zal hier invulling aan geven door vanaf de datum wanneer de Productschappen opgeheven worden, 1 januari 2015, een tarief aan haar leden op te leggen van € 0,25 per grote frisdrankfles waar geen statiegeld op zit. Bedrijven die zich aan statiegeld willen onttrekken worden dus belast met € 0,25/fles en StAV borgt hiermee het systeem.

Uitvoering motie van het lid Van Veldhoven over het terugplaatsen statiegeldartikelen in het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen

Tijdens het VSO van 3 juli jl. heeft het lid Van Veldhoven een motie ingediend (Kamerstuk 28 694, nr. 121) om de geschrapte statiegeldartikelen die niet in werking zijn, terug te plaatsen in het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen (Ontwerpbesluit) en de procedure voor de inwerkingtreding van het Ontwerpbesluit voort te zetten. Deze motie is aangenomen en ik heb inmiddels uitvoering gegeven aan de motie.

Het Ontwerpbesluit is aangepast zodat de niet in werking zijnde statiegeldartikelen weer in het Ontwerpbesluit zitten. Het Ontwerpbesluit is vervolgens ter advisering aangeboden aan de Raad van State. Ik verwacht dat het Ontwerpbesluit per 1 januari 2015 in werking kan treden en daarmee zal de ILT handhavend kunnen optreden op basis van het nieuwe Besluit.

Beëindiging AVI-Convenant

Op 2 december 2009 is door de Vereniging Afvalbedrijven (VA) en voormalig Minister Cramer het Convenant Capaciteitsregulering Afvalverbranding (AVI-Convenant) ondertekend. In het convenant was vastgelegd dat de sector tot 2020 afziet van verdere uitbreiding van de AVI-capaciteit. De looptijd van het convenant eindigt op 1 januari 2020 of op een met instemming van partijen schriftelijk overeen te komen eerdere datum. Dit laatste is nu aan de orde.

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft het convenant onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat het in strijd is met de mededingingsregels. De redenering van ACM is dat het convenant potentieel een beletsel vormt voor het ontstaan van meer concurrentie en daarmee van lagere tarieven op de afvalverbrandingsmarkt. Volgens de ACM mag de mogelijkheid van lagere tarieven niet worden tegengehouden. Zij heeft daarom aangegeven dat het convenant uiterlijk per 1 oktober 2014 dient te worden ingetrokken.

Op 10 september jl. heb ik, op aangeven van de ACM een brief gestuurd aan de Vereniging van Afvalbedrijven (VA) waarmee ik de afspraak, dat beide partijen het Convenant per 1 oktober 2014 zullen beëindigen, heb bevestigd. De VA heeft inmiddels de beëindiging van het convenant bevestigd.

De verwachting is niet dat de beëindiging zal leiden tot meer capaciteit. Er is in Nederland immers reeds sprake van overcapaciteit en het beleid ten aanzien van de Circulaire Economie is gericht op steeds meer recycling en minder verbranding.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven