29 628 Politie

Nr. 886 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2019

In mijn brief van 12 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over de investering van € 91 mln. in het vergroten van de inzetbaarheid van de politie.1

Ik gaf toen aan dat er voor de jaren 2019 e.v. een structurele reeks beschikbaar is van € 28,9 mln. waarover nog overleg gevoerd werd met de korpschef en de gezagen. Ook is er nog € 15,6 mln. incidenteel beschikbaar. Deze bedragen vormen het laatste deel van de € 291 mln. die het kabinet in het kader van het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) heeft vrijgemaakt voor meer en betere politie waarvoor nog geen concrete invulling was afgesproken.

Daarnaast speelt de JenV-brede problematiek zoals in de Voorjaarsnota (Kamerstuk 35 210, nr. 1) en in de eerste suppletoire begroting van mijn ministerie (Kamerstuk 35 210 VI) is aangegeven. In deze brief informeer ik u over de concrete invulling van de resterende Regeerakkoordmiddelen. Tevens informeer ik u over de gevolgen van de Voorjaarsbesluitvorming voor de politiebegroting.

Met de investeringen in de politie uit het Regeerakkoord heeft dit kabinet ervoor gezorgd dat de politie een nieuwe fase in kan gaan. Een fase waarin de politie wordt versterkt, vernieuwd en gemoderniseerd. Dit moet leiden tot een slagvaardigere en flexibelere politieorganisatie, die in staat is te voldoen aan de eisen die de huidige maatschappij aan de rechtsstaat stelt. Zoals ik u reeds meldde is mijn inzet gericht op meer en betere politie die sneller en effectiever inzetbaar is, geworteld in de haarvaten van onze maatschappij, zichtbaar op straat en die voor alle burgers eenvoudig benaderbaar is.2

Meer en betere politie wordt met de besteding van de voorliggende middelen langs verschillende lijnen gerealiseerd:

  • Uitbreiding van de formatie;

  • Versterking van de opsporing;

  • Extra aandacht voor medewerkers in het kader van innovatie, werklastvermindering en re-integratie na ziekte.

Hieronder volgt een toelichting welke concrete investeringen hiertoe worden gedaan. De verantwoording over de Regeerakkoordmiddelen aan uw Kamer geschiedt via het halfjaarbericht en het jaarverslag politie.

€ 28,9 mln. structureel voor meer en betere politie

In de ontwikkelagenda opsporing heeft de korpschef als beleidsdoelstelling opgenomen dat er een vrijgestelde hulpofficier van justitie in de basisteams komt. Met deze vrijgestelde hulpofficier wordt een kwaliteitsimpuls aan het opsporingsproces gegeven. Door de kwaliteitsimpuls draagt deze investering niet alleen bij aan meer, maar ook aan betere politie. Over de voortgang op de ontwikkelagenda opsporing wordt u geïnformeerd in het halfjaarbericht politie.

Van de structurele reeks van € 28,9 mln. is vanaf 2025 structureel € 16,3 mln. beschikbaar voor formatie-uitbreiding van de operationele sterkte door heel Nederland. In het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) is afgesproken dat deze formatie-uitbreiding in principe gebruikt wordt voor de basisteams ter (gedeeltelijke) compensatie voor het vrijstellen van een hulpofficier van justitie in die basisteams. Tenzij door de lokale driehoek wordt vastgesteld dat deze functie binnen een bepaald basisteam niet nodig is en besluit de formatie-uitbreiding voor andere doeleinden in te zetten. Hierover wordt gerapporteerd in het LOVP.

Een hogere inzetbaarheid van de politie wordt ook beoogd met de samenwerking van DJI en politie op het gebied van arrestantenzorg in Amsterdam, waarover ik u in mijn brief van 14 maart jl. heb geïnformeerd.3 Hierin wordt structureel € 7,1 mln. geïnvesteerd, waarmee ca. 172 fte vrijgemaakt kan worden voor operationele taken. Van deze capaciteitswinst zal vanaf 2022 ca. 54 fte verdeeld worden over de overige regionale eenheden van de politie. Over de voortgang van dit traject wordt gerapporteerd in het komende halfjaarbericht.

Tot 2022 wordt € 3 mln. aangewend voor een uitbreiding van de afdeling Korpscheftaken. Een fasegewijze, verdere verhoging van de leges zal deze capaciteitsuitbreiding van ca. 50 fte vanaf 2022 zoveel als mogelijk gaan dekken. Door de versterking van deze afdeling kan de handhaving van de bijzondere wetten zoals de Wet wapens en munitie verder worden versterkt. Uit onderzoek van de Inspectie JenV blijkt dat deze twee taken onvoldoende worden uitgevoerd. Door het in dienst nemen van meer niet-operationeel personeel voor Korpscheftaken kunnen de operationele medewerkers meer ingezet worden voor operationele taken, zoals het handhaven. Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de conclusies van de Inspectie JenV.

Er worden ook middelen besteed aan aandacht en zorg voor medewerkers. Dit gebeurt onder meer door het uitbreiden van de huidige capaciteit bedrijfsartsen en casemanagers voor PTSS en Geweld Tegen Politieambtenaren (GTPA), het trainen van leidinggevenden, de inrichting van een fast lane voor verzuimvragen en de inzet van re-integratiecoaches. Het doel is om het verzuimpercentage medio 2023 te hebben teruggedrongen tot 5,9% en verdere reductie in de periode daarna. Over de ontwikkelingen op het gebied van verzuim wordt u in het volgende halfjaarbericht politie nader geïnformeerd.

Voorjaarsbesluitvorming

In de jaren 2019 tot en met 2024 wordt de prijsbijstelling 2019 ingezet voor problematiek op de JenV-begroting en niet uitgekeerd aan de verschillende onderdelen. De onderdelen van JenV passen dit in binnen hun begrotingen. Voor de politie betekent het inhouden van de prijsbijstelling dat ca € 18,5 mln. per jaar voor de jaren 2019 tot en met 2025 niet aan de politiebegroting wordt toegevoegd. De politie vangt dit waar mogelijk op binnen bestaande budgetten. Voor het overige wordt dit opgevangen door de inzet van RA-middelen door de sterkte-uitbreiding die kan worden gebruikt voor de vrijgestelde hulpofficier van justitie pas te realiseren vanaf 2025 (zie #5 van onderstaande reeks).

Na de voorjaarsnotabesluitvorming resteerde op de JenV-begroting nog interne problematiek. Een deel hiervan dek ik door over drie jaren in totaal € 33 mln. aan bijzondere bijdragen te desalderen. Dit niet uitgegeven geld zou in beginsel ook niet meer tot besteding komen binnen het doel waarvoor het is toegekend.

€ 15,6 mln. incidenteel

Van de incidentele middelen wordt € 6,2 mln. aangewend ter bevordering van de internationale samenwerking en informatie-uitwisseling, onder andere op het gebied van opsporing. Deze investering wordt gebruikt voor een optimalisering en automatisering van de werkprocessen, onder andere bij het landelijk internationaal rechtshulpcentrum (LIRC) van de politie. Dit leidt tot efficiëntere werkprocessen, waardoor optimaler kan worden voldaan aan de toegenomen vraag naar internationale rechtshulp.

Ten behoeve van innovatie in de forensische opsporing wordt incidenteel € 7,4 mln. aangewend voor de ketenbrede implementatie van een dataplatform dat momenteel door het NFI wordt gebruikt. Op deze manier kan de strafrechtketen inspelen op het groeiende belang van digitale data en daarvan afgeleide sporen, die een steeds grotere rol spelen in de opsporing. Tevens wordt er ten behoeve van innovatie in de forensische opsporing incidenteel € 2,0 mln. aangewend voor de realisatie van de visie forensisch onderzoek.

Financiële reeks

Het bovenstaande leidt tot de volgende reeks.

(in mln €)

’19

’20

’21

’22

’23

’24

’25

str.

1. Aanpak arbeidsverzuim

11,5

11,5

11,5

11,5

11,5

8,6

5,5

5,5

2. Uitbreiding sterkte

           

16,3

16,3

3. Korpschef-taken

3,0

3,0

3,0

         

4. Business case arrestantenzorg

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

7,1

5. Dekking niet uitgekeerde prijsbijstelling

0

7,3

7,3

10,3

10,3

13,2

0,0

0,0

Totaal structureel

21,6

28,9

28,9

28,9

28,9

28,9

28,9

28,9

                 

6. Incidentele middelen

15,6

             

Totaal incidenteel

15,6

             

Aanvullende post B5 politie

Tenslotte had ik toegezegd in te gaan op de aanvullende post. De volgende tranche van B5 Politie (bestedingsplan 2018) is overgeheveld naar de JenV-begroting. Deze betreft € 32 mln. structureel. Samen met de bovenstaand beschreven € 28,9 mln. die eveneens van B5 politie is overgeheveld leidt dat tot een structurele budgetophoging op art. 31 van € 60,9 mln. euro. Dit bedrag is terug te vinden in de Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2019 (Kamerstuk 35 210, nr. 1, pagina 25). Op de aanvullende post staan ten behoeve van de politie (B5) dan nog 2 tranches, te weten de tranche bij begroting 2021 van € 23 mln. structureel en de tranche bij begroting 2022 van € 24 mln. structureel.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 820.

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr. 784.

X Noot
3

Kamerstukken 29 628 en 24 587, nr. 867.

Naar boven