29 628 Politie

Nr. 784 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2018

Bij zijn aantreden heeft dit kabinet kenbaar gemaakt te willen investeren in, onderwijs, zorg en veiligheid met extra geld en menskracht. Dit kabinet investeert € 291 mln. structureel in de politie onder andere voor agenten in de wijk, innovatie, recherche en werkgeverschap. In deze brief ga ik in op de investeringen in meer en betere politie, voor de ICT, innovatie en toe- en uitrusting van de politie en de stand van zaken van de maatregelen die deel uitmaken van de flexibiliseringsagenda. In het lopende overleg over een arbeidsvoorwaardenakkoord wordt het werkgeversdeel van de flexibiliseringsagenda besproken.

De ontwikkelingen in onze steeds veranderende maatschappij stellen hoge eisen aan de rechtsstaat. Een weerbare rechtsstaat vergt een moderne en effectieve politie. Daartoe investeert dit kabinet niet alleen in extra capaciteit maar ook in middelen voor de politie, terwijl daarnaast maatregelen worden genomen voor een slagvaardigere en flexibelere politieorganisatie. De politie zal in deze kabinetsperiode een nieuwe fase ingaan: een fase van versterking, vernieuwing en modernisering. Mijn inzet is meer en betere politie die sneller en effectiever inzetbaar is, geworteld in de haarvaten van onze maatschappij, zichtbaar op straat en die voor alle burgers makkelijk benaderbaar is.

Door de komende investeringen zal de politie structureel verbeterd en uitgebreid worden. En hoewel uit internationale vergelijking blijkt dat we in Nederland beschikken over een uitstekende politieorganisatie met goed gekwalificeerde politievrouwen en -mannen, zijn de maatregelen die nu genomen worden, niet alleen gewenst maar ook nodig. In de afgelopen tijd zijn er verschillende rapporten verschenen die indringend wezen op het belang om extra te investeren in de politieorganisatie.1 Ook vanuit de kant van de gezagen en gezamenlijke politievakorganisaties is dit benadrukt. De rode draad in deze rapporten is ook de rode draad geworden in de investeringen en verbetermaatregelen die de komende vier jaren uitgevoerd zullen gaan worden.

Meer en betere politie

De politie wordt structureel uitgebreid met 1.111 fte volledig opgeleide operationele medewerkers (hierna: agenten).2 In de verdeling die ik met de vertegenwoordigers van de gezagen ben overeengekomen gaat iedere eenheid er in volledig opgeleide agenten op vooruit ten opzichte van de huidige formatie.

De ontwikkelingen in onze samenleving stellen andere eisen aan de politieorganisatie. Daarom zal vooral ook in kwaliteit geïnvesteerd worden. Bij de uitbreiding in menskracht is vooral mogelijk gemaakt dat medewerkers aangetrokken kunnen worden met andersoortige kwaliteiten, kennis en vaardigheden. Dit past in het streven om de politieorganisatie een betere afspiegeling van onze samenleving te laten zijn.

Een stevig accent is gelegd op een toekomstgerichte versterking van de opsporing. Er wordt substantieel geïnvesteerd in het tegengaan van cybercrime en internationale samenwerking door het hiertoe aanstellen van 111 fte bij de landelijke eenheid en 60 fte agenten met specifieke digitale expertise ten behoeve van de regionale eenheden.3 Criminelen maken immers, misschien nog wel meer dan gewone burgers, volop gebruik van de nieuwe mogelijkheden van internet en onze globaliserende wereld. Naast deze 171 fte heeft het kabinet ook besloten om structureel extra politiecapaciteit beschikbaar te stellen ten behoeve van de opsporing en de bestrijding van (zware) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit, die internationaal is vertakt, maar die veelvuldig lokaal wortelt en opereert. Hiervoor worden nog eens 171 fte agenten toegevoegd aan de regionale eenheden en de landelijke eenheid. Deze capaciteit kan door de gezagen als één blok ingezet worden als het criminaliteitsbeeld daartoe aanleiding geeft.

Tenslotte komen er nog 769 fte extra agenten bij voor de wijk. Cruciaal voor de politie is om vinger aan de pols te houden in onze buurten en wijken. Het gezag zal op voorstel van de politiechef in elke eenheid invulling geven aan de vraag waar deze extra capaciteit en expertise het beste kan worden ingezet. Daarmee kan optimaal ingespeeld worden op de lokale veiligheidsproblematiek en worden de nieuwe agenten daar ingezet waar de gezagen en de politie dat nodig achten.

Bij het op peil houden van de kwaliteit, heeft het (toekomstbestendig) opleiden en het bijhouden van kennis en vaardigheden van agenten de volle aandacht. Het aantal benodigde (specialistische) vaardigheden neemt toe en met het oog op de zich snel opvolgende maatschappelijke ontwikkelingen, worden de zogenoemde slimme, snelle leerroutes verder uitgebreid. De opleidingen, zowel voor de specifieke instroom als voor de reguliere instroom, worden gedifferentieerd en waar mogelijk verkort om de instroom voor zowel de gebiedsgebonden politie als de recherche sneller en gerichter te kunnen laten plaatsvinden.

De hiervoor genoemde investeringen leiden in meerjarig perspectief tot een structurele uitbreiding van de politieorganisatie. Zoals gemeld in mijn brief van 20 december 20174 en in het algemeen overleg politie van 15 maart jl. (Kamerstuk 29 628, nr. 774) kan desondanks niet voorkomen worden dat er op kortere termijn extra druk ontstaat op de inzetbaarheid van de politie. De kwetsbaarheid hiervan is ook door uw Kamer meermaals benoemd. Het bovenstaande is met name het gevolg van de in het verleden lagere instroom bij de Politieacademie, de hogere uitstroom ten gevolge van pensionering en de in de meeste eenheden nog bestaande situatie van overbezetting. Op de iets langere termijn leidt dit tot een fors verjongd en diverser personeelsbestand en een betere inzetbaarheid.

Om deze druk op de inzetbaarheid zo goed als mogelijk op te vangen zet de korpschef in op de instroom van nieuwe agenten, gebaseerd op de reguliere vervangingsvraag, met hier bovenop een extra uitbreiding. Dit betekent dat de komende jaren naast de beoogde groei extra veel aspiranten in opleiding zullen zijn. Om de opleiding van deze extra aspiranten te kunnen faciliteren heeft de Politieacademie extra capaciteit nodig, waarvoor € 16 mln. van de middelen uit het regeerakkoord wordt ingezet.

Daarnaast zal het kabinet aanvullend bij miljoenennota nog incidenteel € 58 mln. beschikbaar stellen. Daarmee worden maatregelen getroffen om de tijdelijke effecten op de inzetbaarheid te verminderen die ontstaan doordat de verwachte uitstroom van ervaren medewerkers nog niet direct opgevangen kan worden door de instroom van nieuwe collega’s.

Om de politieorganisatie beter te kunnen laten inspelen op de vervangingsvraag, wordt de toebedeling van de aspiranten aan de eenheden flexibeler. Als eerste stap wordt een deel van de aspirantenplekken (ruim 900) uit de eenheidsformaties gehaald en administratief en organisatorisch ondergebracht in een centrale pool binnen het Politiedienstencentrum. Hierdoor kan de korpschef jaarlijks de nieuwe aspiranten aan de eenheden toebedelen op basis van de daadwerkelijke vervangingsvraag, waardoor natuurlijke schommelingen in de bezetting van de eenheden beter op te vangen zijn.

Omdat politiecapaciteit per definitie schaars en kostbaar is, hecht het kabinet waarde aan het verder flexibiliseren van de organisatie, opdat de beschikbare mensen en middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. Ruimte voor flexibiliteit en lokaal maatwerk is daarbij essentieel zoals ook wordt opgemerkt door de Commissie Evaluatie Politiewet 2012.5

Eerder is onder andere in het interdepartementale beleidsonderzoek effectiviteit politie geconstateerd dat de huidige dominante sturing op middelen met een dubbel slot (een vast staande sterkte en een vaststaand budget) de kwaliteit en de flexibiliteit van de politieorganisatie beperkt.6 Om die reden en om in de bedrijfsvoering meer ruimte te creëren voor lokaal maatwerk wordt een bandbreedte op de operationele sterkte geïntroduceerd. Daarmee kunnen de politiechefs7 binnen hun eenheid – in overeenstemming met het gezag en binnen de financiële kaders – maximaal 2% van de formatieruimte voor operationele sterkte (exclusief aspiranten) inzetten om de daarmee vrijvallende middelen anders en daardoor effectiever te gebruiken.8 Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan (tijdelijke) investeringen in bepaalde (operationele) functies, of een betere toerusting of om extra operationele uren te kunnen draaien. Evident vergt ook dit een goede afstemming met het gezag. Daarin is dan ook voorzien. Ik zal de korpschef verzoeken over het gebruik van de bandbreedte verslag te doen in de jaarverantwoording van de politie.

Verder komt er meer ruimte om binnen het personele budget van de eenheid meer structurele aanpassingen door te voeren in de verdeling van de sterkte binnen de eenheid. Vanzelfsprekend blijft de Minister verantwoordelijk voor de verdeling van de sterkte over de eenheden.

Voor een flexibelere, slagvaardigere politie is het verder van belang een betere verbinding te kunnen leggen tussen de operationele keuzes en de consequenties in middelen of voor de bedrijfsvoeringorganisatie. Het mandaat op beheergebied (personeel en financieel) van de chefs op lokaal niveau zal worden uitgebreid, zodat zij de ruimte hebben om voor hun team en/of onderdeel de benodigde uitgaven te doen om invulling te geven aan lokaal maatwerk.

Daarnaast zal de verbinding tussen de eenheden en het Politiedienstencentrum worden verstevigd en wordt meer ruimte gegeven aan de leiding van de eenheden om beslissingen te nemen. De doorontwikkeling van de bedrijfsvoering ziet er vooral op het bestaande bouwwerk te verstevigen en te versterken en dit optimaal dienend te laten zijn aan de behoeftes vanuit de operatie. De doorontwikkeling wordt zo vormgegeven dat deze niet ten koste gaat van de schaalvoordelen die gerealiseerd zijn de afgelopen jaren.

Met bovenstaande maatregelen is een deel van de flexibiliseringsagenda ingevuld, een ander deel van de flexibiliseringsagenda vormt onderdeel van de onderhandelingen over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord. De politie is een 24-uurs organisatie en dit heeft onontkoombare gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers, bijvoorbeeld waar het arbeidstijden betreft. Bij de onderhandelingen over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord, overleggen de korpschef en ik in het kader van flexibilisering van de organisatie met de politievakorganisaties over de vraag hoe de beschikbare politiecapaciteit effectiever kan worden ingezet, om tevens langs deze weg de rooster- en werkdruk aan te pakken. Dit in de context van de inzetbrief waarin ik heb aangegeven te willen komen tot een arbeidsvoorwaardenakkoord dat zowel de medewerker als de organisatie ten goede komt.

Tot slot is in het regeerakkoord opgenomen dat de verdeling van de inzet van de politie over de regio’s wordt geactualiseerd. Uit eerste onderzoek hebben de korpschef en ik met de vertegenwoordigers van de gezagen geconstateerd dat in de toen gehanteerde maatstaven voor de verdeling van sterkte over de eenheden ook naar huidig inzicht geen reden is gelegen om tot een (substantiële) aanpassing van de verdeling van sterkte over de eenheden te komen. Wel is geconstateerd dat nader onderzoek nodig is naar de gevolgen voor politiewerk in navolging op de toegenomen mobiliteit en de veranderende aard van de criminaliteit. Ik zal daarom het WODC vragen om hier nader onderzoek naar te doen.

Een moderne, zichtbare en benaderbare politie

Er wordt een bedrag van € 64 mln. geïnvesteerd in ICT, innovatie en de toe- en uitrusting van de politie. Innovatie is onder andere noodzakelijk om sneller informatie te kunnen analyseren, ten behoeve van forensische technologie, het verbeteren van de opsporing, de aanpak van terreur en de internationale informatie-uitwisseling. Om te zorgen dat agenten beschikken over passende middelen om digitale aspecten van criminaliteit te adresseren zullen in deze kabinetsperiode de ICT-voorzieningen bij de politie worden doorontwikkeld, zowel in het kader van cybersecurity als cybercrime. Voor agenten in de wijk zullen mobiele voorzieningen (verder) worden uitgerold. Dit draagt bij aan een goede bereikbaarheid van de politie, waarbij de nabijheid en zichtbaarheid op moderne wijze vorm krijgt.

Eind november 2017 is bij nota van wijziging reeds € 100 mln. een eerste tranche van de intensivering uit het regeerakkoord beschikbaar gekomen voor de politie.9 Conform het regeerakkoord zal ook het overige deel van de intensiveringsmiddelen voor politie jaarlijks tranchegewijs worden uitgekeerd aan de begroting van JenV. Dit alles onder de voorwaarde uit het regeerakkoord dat in het nog te sluiten arbeidsvoorwaardenakkoord, onder meer overeenstemming wordt bereikt over het wegnemen van kaders die een effectieve inzet van politiecapaciteit in de weg staan en waarmee de bredere flexibiliseringsagenda kan worden doorgezet. Bij de stukken voor de begroting 2019 e.v. zal in meer detail worden ingegaan op besteding van de volgende tranche van de € 291 mln.

Ondanks al deze investeringen zijn ook in de komende jaren ongemakkelijke keuzes in zowel de veiligheids- als verbeterambities onvermijdelijk. De vraag naar de inzet van de politie zal de mogelijkheden van de politie altijd overtreffen. Het is dus blijvend noodzakelijk dat in de driehoeken het gesprek wordt gevoerd over prioritering in de inzet van de politie. Het is aan de politie om het gezag van betere informatie te voorzien om hen in staat te stellen deze keuzes te maken.

Bijzondere aandacht zal hierbij zijn voor meer inzicht in de effectiviteit van politieoptreden.

Met dit pakket aan maatregelen, en in het bijzonder de niet aflatende inzet van alle politiemedewerkers, kan Nederland ook in de toekomst blijven vertrouwen op een uitstekende politie, moderner en slagvaardiger dan voorheen, waakzaam en dienstbaar als vanouds.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 717, en Kamerstuk 29 628, nr. 676,

X Noot
2

Dit is inclusief de investering van de eerste 100 mln. waar ik uw Kamer al eerder over berichtte middels (Kamerstuk 29 628, nr. 774) nota van wijziging. Kamerstuk 34 775 VI, nr. 20

X Noot
3

Kamerstuk 34 775 VI, nr. 20

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 754

X Noot
5

Kamerstuk 29 628, nr. 734

X Noot
6

Kamerstuk 29 628, nr. 699

X Noot
7

Formeel wordt dit de korpschef die de politiechefs zal machtigen.

X Noot
8

Om het vorenstaande te realiseren, zal het Besluit verdeling sterkte en middelen politie worden aangepast. De voordracht voor het wijzigingsbesluit wordt op grond van artikel 36, derde lid, van de Politiewet 2012 voorgehangen bij beide kamers der Staten-Generaal.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2017/18, 34 775-VI, 20

Naar boven