26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 422 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2016

Over de uitvoering van de kabinetsreactie op het Eindrapport van de Tijdelijke commissie ICT-projecten heb ik u eerder geïnformeerd met mijn voortgangsrapportages d.d. 10 juli 2015 (Kamerstuk 26 643, nr. 365) en 12 februari 2016 (Kamerstuk 26 643, nr. 389). Met deze voortgangsrapportage informeer ik u voor de derde keer over de uitvoering van de kabinetsreactie.

Ik constateer dat de meeste maatregelen uit de kabinetsreactie inmiddels zijn uitgevoerd en geïmplementeerd. Een beperkt aantal maatregelen waarvan de uitvoering tot meerjarige trajecten leidt, is in uitvoering. We liggen dus op koers.

Evenals in de vorige rapportages hanteer ik in deze brief de hoofdstukindeling van de kabinetsreactie. De maatregelen waarvan de uitvoering ten tijde van de vorige rapportage reeds was afgerond komen in deze rapportage niet opnieuw aan de orde.

1. Projecten beheerst naar resultaat

Bureau ICT-toetsing (BIT)

Het BIT heeft inmiddels elf adviezen uitgebracht, waarvan drie in de pilotperiode. Deze adviezen zijn door de betrokken Ministers aan uw Kamer aangeboden. De adviezen zijn ook te vinden via het Rijks ICT-dashboard.

De Toezichtsraad is – conform het Instellingsbesluit BIT – gestart met de voorbereiding van de eerste evaluatie van het BIT. Ik verwacht u deze met mijn volgende rapportage te kunnen aanbieden.

Meer aandacht voor ICT-consequenties in het Integraal Afwegingskader (IAK)

Het IAK is inmiddels aangepast, zodat daarin duidelijker aandacht wordt gevraagd voor de ICT-consequenties van voorgesteld beleid of regelgeving. Het IAK werkt met de beantwoording van een aantal vragen. Bij de beantwoording van de IAK-vraag naar de gevolgen van voorgesteld beleid en/of regelgeving wordt nu expliciet gevraagd naar de gevolgen voor de ICT-dienstverlening aan burgers, voor de ICT-voorzieningen die bedrijven gebruiken en voor de ICT van het Rijk (en andere overheden) zelf. Daarmee wordt bevorderd dat de ministeries ICT-aspecten al in een vroeg stadium van besluitvorming meewegen.

2. Heldere verdeling van verantwoordelijkheden

Profiel functie-eisen departementale CIO-offices

In mijn vorige rapportage heb ik aangekondigd dat één profielschets zou worden opgesteld voor de invulling van de taken van de departementale CIO-office als geheel. Deze profielschets zal binnenkort worden vastgesteld. Ik zal u daarover in de volgende rapportage informeren.

3. Volwassen portfoliomanagement

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat, in navolging van de Staatssecretaris van Financiën, ook de andere bewindspersonen uw Kamer zullen informeren over hun beleidsprioriteiten die kaderstellend zijn voor hun projectenportfolio. Inmiddels hebben de Ministers van Infrastructuur en Milieu (Kamerstuk 34 300 XII, nr. 72), van Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 26 643, nr. 413) en van Binnenlandse Zaken (Kamerstuk 26 643, nr. 417) uw Kamer geïnformeerd. De Minister van Defensie heeft op vergelijkbare wijze al eerder uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 31 125, nrs. 41, 45, 52 en 57). De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben (Kamerstuk 26 448, nrs. 571 en 575) uw Kamer geïnformeerd over de prioriteiten voor de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De brieven van de Ministers van Economische Zaken, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, van Welzijn en Sport en van Veiligheid en Justitie volgen binnenkort.

4. Transparante besluitvorming en verantwoording

ICT-kosten

Samen met het Ministerie van Financiën heb ik een traject gestart om de uitgaven van het Rijk aan ICT beter in beeld te brengen. Zoals in de kabinetsreactie gesteld, is dit een meerjarig traject omdat hiervoor de departementale administraties moeten worden aangepast.

In de Jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk 2015, die ik uw Kamer in mei 2016 heb aangeboden (Kamerstuk 31 490, nr. 205), is een eerste overzicht gegeven van apparaatsuitgaven aan ICT, evenals de verdere planning voor het in beeld brengen van alle andere uitgaven aan ICT. Daarbij heb ik aangegeven dat in 2017, in de Jaarrapportage bedrijfsvoering, naast de apparaatsuitgaven, ook de programma-uitgaven van het Rijk ten aanzien van ICT nader inzichtelijk worden gemaakt, behalve wanneer dat bijvoorbeeld niet mogelijk is vanwege integrale aanbestedingen.

Ten behoeve van het inzichtelijk maken van de uitgaven wordt een nadere definitie van ICT-kosten opgesteld. Deze definitie zal ook gehanteerd worden voor het bepalen van de omvang van een project bij het aanmelden voor een BIT-toets, en ook voor het opnemen van ICT-projecten op het Rijks ICT-dashboard.

5. Bevorderen van professionaliteit en lerend vermogen

Curriculum voor CIO-adviseurs en beleidsmedewerkers

Het specifieke curriculum voor beleidsmedewerkers met ICT in portefeuille, dat ik in mijn vorige rapportage aankondigde, zal begin volgend jaar starten.

Opleidingen voor het (top)management

De voorgenomen vergroting van de capaciteit van de bestaande ICT-opleiding, de zogenaamde ABP app ICT, zal ertoe leiden dat hieraan in 2017 84 personen kunnen deelnemen; daarmee wordt een verdubbeling van de capaciteit gerealiseerd.

In mijn vorige rapportage meldde ik dat voor het (top)management met een zware ICT-component in portefeuille een opleiding in ontwikkeling is die specifiek gericht is op de rol van opdrachtgever en het stimuleren van een kritische dialoog en tegenspraak. De samenstelling van het programma zal binnenkort zijn afgerond, waarna de opleiding kan starten.

Uitbreiding I-Interim Rijk en ICT-traineeproject

I-Interim Rijk is de interne pool van flexibel inzetbare en ervaren professionals op het gebied van informatiemanagement en ICT. Zij kunnen over de volle breedte van het Rijk worden ingezet op complexe projecten en programma’s. In de kabinetsreactie is besloten dat de formatie van I-Interim Rijk wordt verdubbeld van 100 naar 200 fte.

In 2015 is de formatie van I-Interim Rijk uitgebreid met 30 fte.

De voor dit jaar geplande verdere uitbreiding met 40 fte is inmiddels gerealiseerd; daarmee beschikt I-Interim Rijk nu over 170 fte.

De laatste uitbreiding, met 30 fte, zal conform planning in 2017 plaatsvinden.

Per september van dit jaar zijn 40 Rijks ICT-trainees gestart met hun tweejarige traineeprogramma. Hoewel meer trainees zijn gestart (40 in plaats van 30) dan eerder beoogd, heeft de werving veel inspanning gekost. De concurrentie op de arbeidsmarkt voor ICT-ers is immers groot. Extra inspanningen zullen nodig zijn om dit traject jaarlijks, zoals voorzien tot en met 2019, met minstens 30 trainees te herhalen.

6. Een zakelijke relatie met de markt

Uitbreiding strategisch leveranciersmanagement

Ten behoeve van de uitbreiding van strategisch leveranciersmanagement ICT is een verkenning uitgevoerd. Met de leveranciers KPN, CapGemini, Ordina, ATOS, CGI en IBM zijn gesprekken gevoerd over de mogelijke werkwijze en kansen ten aanzien van de inrichting van strategisch leveranciersmanagement. De besluitvorming over de leveranciers waarvoor daadwerkelijk rijksbreed strategisch leveranciersmanagement wordt ingericht is in voorbereiding. In verband met een zorgvuldige afweging informeer ik u over de uitkomsten in de volgende voortgangsrapportage.

Professionalisering van inkoop

Het onderzoek ter beantwoording van de vraag of de kwaliteit van ICT-aanbestedingen gebaat is bij de verdere bundeling van ICT-aanbestedingsexpertise en het verder terugbrengen van het aantal Inkoop Uitvoeringscentra (IUC’s), waar ICT-categorieën zijn belegd, wordt momenteel uitgevoerd. Dit onderzoek richt zich ook op de vraag of ook de aanbestedingen van beleidsprojecten met een substantiële ICT-component (specifieke ICT) kunnen worden ondergebracht bij deze IUC’s. In mijn volgende rapportage zal ik uw Kamer over de resultaten hiervan informeren.

Aanbesteding en contractmanagement

De pool van ICT-aanbestedingsexperts (Inkoop Pool Rijk) is ingericht en fungeert thans met een flexibele schil bestaande uit daartoe gekwalificeerde medewerkers met een ambtelijke aanstelling. Op basis van de eerste ervaringen wordt momenteel nader onderzocht wat de verdere omvang, kwaliteit en vorm moet zijn van de Inkoop Pool Rijk om binnen de context van inkoop en aanbesteding de afhankelijkheid van de externe inhuur verder terug te kunnen dringen.

De leveranciersmonitor waarin prestaties uit het verleden worden vastgelegd is in ontwikkeling. Op basis van opgedane ervaringen en met inachtneming van de juridische randvoorwaarden die op een dergelijke monitor van toepassing zijn, wordt thans door deskundigen gewerkt aan een leveranciersmonitor waarin de Past Performance is meegenomen. De betreffende monitor is in februari 2017 gereed.

Het in de kabinetsreactie aangekondigde afwegingskader voor ICT aanbestedingen van het Rijk met een waarde van meer dan vijf miljoen euro is ontwikkeld. Opdrachtgevers en behoeftestellers binnen het Rijk worden via de lijn van de inkoop over dit afwegingskader voorgelicht zodat dit bij de voorbereiding van bovengenoemde aanbestedingen zal worden betrokken.

Het afwegingskader is als bijlage bijgevoegd1.

In de vorige voortgangsrapportage kondigde ik aan te zullen nagaan, of de Algemene Rijksvoorwaarden bij IT-overeenkomsten (ARBIT) voor alle contractuele relaties met de ICT-markt verplicht kunnen worden gesteld. De ARBIT zijn al verplicht voor de kleine en middelgrote ICT-opdrachten. Het verplicht stellen daarvan voor de grote ICT-opdrachten blijkt niet wenselijk. De ARBIT volstaan niet voor de grote ICT-opdrachten, gelet op de complexiteit daarvan. Voor deze projecten wordt in de regel dan ook samen met de leverancier een maatwerkovereenkomst opgesteld. De ARBIT kan daarbij uiteraard wel dienen als een basis voor deze overeenkomsten.

Verder is nagegaan in hoeverre het zinvol en wenselijk is in de ARBIT een bonus/malus regeling en/of een zogenoemde value engineering clausule op te nemen. Er zijn vele vormen van prikkels mogelijk. Het toepassen daarvan bij aanbesteden is casuïstiek en vereist maatwerk. Daarom ben ik van mening dat het opnemen van een standaard prikkel in de ARBIT de mogelijkheden van het toepassen van prikkels bij aanbestedingen voor aanbestedende diensten onnodig zou beperken. Daarom wordt in plaats daarvan een handreiking ontwikkeld, waarin de verschillende vormen van prikkels, zoals Value engineering, zijn beschreven. Opdrachtgevers c.q. inkoopadviseurs kunnen op basis van deze handreiking dan bij een ICT-opdracht de prikkel kiezen, die het beste bij de betreffende ICT-opdracht past.

De aanpassing van de ARBIT, met onder andere de ontsnappingsclausule, is inmiddels afgerond. Naar verwachting wordt het besluit tot vaststelling van de ARBIT-2016 zeer binnenkort in de Staatscourant gepubliceerd.

Eind 2015 is de nieuwe gedragscode van de brancheorganisatie Nederland ICT aangescherpt en door de leden van Nederland ICT vastgesteld. Deze gedragscode is bindend voor de leden van Nederland ICT. Mede naar aanleiding van overleg met Nederland ICT heb ik ervoor gekozen om de gedragscode van Nederland ICT geen onderdeel uit te laten maken van de ICT-contracten tussen de rijksoverheid en alle ICT-leveranciers. Ik acht het niet opportuun om alle ICT-leveranciers te binden aan codes waar het Rijk en niet-leden van Nederland ICT geen rol bij spelen. Daarnaast is sinds oktober 2015 de nieuwe Gedragscode Integriteit Rijk van kracht. Deze is van toepassing op alle rijksambtenaren, maar ook bedoeld voor externen die werken voor het Rijk: van hen wordt verwacht dat zij zich aan dezelfde normen en waarden houden als hun ambtelijke collega’s.

7. Actualisering I-strategie

Zoals ik in de tweede voortgangsrapportage heb aangegeven, ben ik voornemens om dit jaar een strategische I-agenda op te stellen. Deze agenda zal ik u dit najaar aanbieden. Hierin komen ook de onderwerpen aan de orde, waarover ik uw Kamer tot dusver in mijn voortgangsrapportages informeerde.

Evaluatie

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat ik uw Kamer niet alleen zal informeren over de uitvoering van de genomen maatregelen, maar ook over de effectiviteit daarvan. De uitvoering van de maatregelen uit de kabinetsreactie vormt immers geen doel op zich. De uitvoering moet ertoe leiden dat het Rijk planmatig, en doelmatig investeert in ICT en dat het Rijk verantwoording kan afleggen over de kosten en de baten van ICT. Daartoe worden beleid, uitvoering en de inzet van ICT dichter bij elkaar gebracht, worden de kwaliteit en kwantiteit van de ICT-medewerkers en -kennis binnen het Rijk verhoogd en wordt professioneel gebruik gemaakt van de markt.

Het kabinet zal de effectiviteit van de maatregelen eind 2017 laten evalueren en uw Kamer daarover informeren. Deze evaluatie zal zich met name richten op de versterking van de I-functie, de beheersing van ICT-projecten en de positie van het Rijk als werkgever voor ICT-ers.

Ik zal uw Kamer in februari 2017 de vierde voortgangsrapportage aanbieden. Dit zal de laatste afzonderlijke voortgangsrapportage over de uitvoering van de kabinetsmaatregelen zijn. In het vervolg zal ik uw Kamer met de Jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk informeren.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven