26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 417 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2016

Eind 2014 heeft de Tijdelijke commissie ICT van uw Kamer haar eindrapport «Grip op ICT» uitgebracht over het onderzoek naar de gang van zaken rond ICT-projecten bij de overheid. Aanbeveling nr. 15 in het eindrapport luidt: «De rijksoverheid zorgt ervoor dat zij in staat is rijksbreed een goede prioritering te maken van ICT-projecten.» In de kabinetsreactie1 op het eindrapport is aangekondigd dat de bewindslieden uw Kamer zullen informeren over hun beleidsprioriteiten die kaderstellend zijn voor hun ICT-projectenportfolio. Deze brief bevat de beleidsprioriteiten voor de Minister van BZK en de Minister voor W&R en geeft een overzicht van de stevige ICT-uitdagingen waar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor staat.

De verschillende onderdelen van BZK hebben op uiteenlopende wijze te maken met ICT. Voor sommige uitvoerende diensten is ICT-dienstverlening en het beheren en ontwikkelen van vitale voorzieningen core business, zoals voor Logius en voor het Shared Service Center ICT (SSC-ICT). Andere onderdelen van het ministerie zetten ICT intensief in om hun doelen te bereiken, zoals het Rijksvastgoedbedrijf. Weer andere onderdelen richten zich op de i-samenleving en i-overheid en ontwikkelen kaders voor de portfolio’s van diverse overheden.

Gemene deler voor alle onderdelen: informatie heeft – samen met de technologie die haar draagt – een steeds grotere betekenis voor de ordening van de samenleving en de overheid. Dat betreft de 1-op-1 relatie tussen burgers en overheid, met grote ambities voor digitale dienstverlening; het betreft de veel-op-1 relatie tussen samenleving en overheid, getekend door een explosief groeiende hoeveelheid informatie die bestuurders en beleidsmakers ter beschikking staat; en het betreft de veel-op-veel relatie die de netwerksamenleving definieert, met veel aandacht voor de waarde van overheidsinformatie voor het zelfordenend vermogen van democratie en economie.

De overheid moet steeds scherp inzicht hebben in de wijze waarop nieuwe technologieën deze drie relaties beïnvloeden, om de juiste keuzes te maken voor nieuwe ICT-voorzieningen. Het Ministerie van BZK onderhoudt hierover contacten met de wetenschap en met experts in andere sectoren. Ook wordt ruimte gecreëerd om er (in een testomgeving) mee te experimenteren.

Vanuit het vorenstaande perspectief kunnen voor BZK vijf beleidsprioriteiten worden onderscheiden:

  • 1. Digitale dienstverlening van de overheid.

  • 2. Door informatie gedreven economie, democratie en bestuur.

  • 3. Vraaggerichtheid en transparantie van woningmarkt en bouwsector.

  • 4. Rijksbrede samenwerking op het gebied van informatisering.

  • 5. Lerend vermogen en innovatieve karakter van BZK.

Hieronder volgt een beschrijving van deze vijf beleidsprioriteiten en hoe zij worden vertaald in ICT-projecten. De werkzaamheden en ICT-portfolio van de AIVD blijft in deze brief buiten beschouwing.

Digitale dienstverlening van de overheid

Onder de paraplu van Digitaal 2017 wordt hard gewerkt aan digitalisering van de dienstverlening van de overheid. De lat ligt hoog. Mensen raken eraan gewend dat ze op iedere plek, op ieder moment hun zaken kunnen regelen via telefoon, tablet of laptop. Op de achtergrond moet geregeld zijn dat instanties die bepaalde diensten verlenen, beschikken over de juiste informatie over de betreffende persoon, met als adagium «eenmalig vastleggen, meervoudig gebruiken». Daarbij moeten burgers ervan uit kunnen gaan dat de gegevens die de overheid gebruikt juist en volledig zijn en dat zij beschermd worden tegen onjuist en ongeoorloofd gebruik en misbruik. En als er toch fouten sluipen in de informatie over personen, of als er gefraudeerd wordt, dan moeten de betrokken instanties in onderlinge afstemming snel en adequaat reageren.

Het is een complexe opgave om dit alles met veel betrokken organisaties – zoals gemeenten, uitvoeringsdiensten, ministeries – samen te realiseren. Cruciaal is dat de gemeenschappelijke basis op orde is. Daarom werkt BZK met partners hard aan de ontwikkeling van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Uw Kamer ontvangt geregeld informatie over de verschillende voorzieningen die hier deel van uitmaken, zoals Operatie BRP, doorontwikkeling DigiD en mijnoverheid.nl.

Om zaken te kunnen regelen met andere Europese lidstaten moeten de Nederlandse voorzieningen ook interoperabel zijn met voorzieningen van andere lidstaten. Het eGovernment action plan 2016–2020, tijdens het Nederlands voorzitterschap gelanceerd, biedt de kaders om invulling te geven aan deze ontwikkeling. BZK houdt bij ICT-projecten rekening met Europese voorschriften die deze interoperabiliteit verlangen.

De gegevens van burgers moeten goed worden beveiligd tegen steeds geavanceerdere aanvallen van kwaadwillenden. Dat is uitgangspunt voor ieder ontwerp. Maar het is niet voldoende: belangrijkste is om verstandige maatregelen die in de verschillende kaders rondom de informatiebeveiliging zijn afgesproken daadwerkelijk uit te voeren. Dat is geen eenmalige activiteit, maar een dynamisch en zich herhalend proces. De kracht daarbij is dat op basis van risicoanalyses en risicowaarderingen de strategie wordt bepaald voor de omgang met geïdentificeerde risico’s en het accepteren van restrisico’s.

Gemeenten hebben een belangrijke taak in de informatiebeveiliging. Het Ministerie van BZK werkt samen met andere ministeries die verantwoordelijk zijn voor basisadministraties en met het Kwaliteitsinstituut voor Nederlandse Gemeenten (KING) aan een verantwoordingsstelsel over informatieveiligheid onder de naam Eenduidige Normering Single Information Audit (ENSIA)2. Met het ENSIA project wordt de verantwoording op het gebied van informatieveiligheid geharmoniseerd. Belangrijkste doelstelling is het ontwikkelen en implementeren van een zo effectief en efficiënt mogelijk ingericht verantwoordingsstelsel voor informatieveiligheid dat in 2017 door alle gemeenten wordt gebruikt.

Door informatie gedreven economie, democratie en bestuur

Als consument en producent van grote hoeveelheden informatie staat de overheid voor heel nieuwe uitdagingen. De democratie verandert doordat burgers via online platforms en social media medestanders mobiliseren voor maatschappelijke initiatieven. Achter deze initiatieven zit een schat aan informatie voor plan- en besluitvorming in alle geledingen van het openbaar bestuur. Het ministerie is betrokken bij het experimenteren met nieuwe vormen van democratische legitimatie in het programma Lokale Democratie. Daarnaast heeft informatietechnologie in de Agenda Stad betekenis als het gaat om het vergroten van de bestuurlijke creativiteit, dynamiek en economische groei in stedelijke gebieden.

Door informatie die het publiek belang kan dienen vraaggestuurd en bruikbaar te ontsluiten en beschikbaar te stellen, verbetert de overheid de informatiepositie van burgers, bedrijven en instellingen. Een betere informatiepositie kan bijdragen aan het creëren van economische meerwaarde, een beter functionerende democratie en betere besluitvorming door het openbaar bestuur. Met het actieplan open overheid 2016–2017 en de Nationale open data agenda bevordert het kabinet een meer open overheid, meer openbaarheid en transparantie en het beschikbaar stellen van overheidsdata. Het initiatief wetsvoorstel3 van de leden Voortman (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) dat uw Kamer op 19 april van dit jaar heeft aangenomen, ligt ter behandeling voor in de Eerste Kamer.

Gezien de veelheid van informatie kan er bij het verbeteren van de kwaliteit van de overheid als consument en producent van informatie voor maar een beperkt deel teruggrijpen op de vertrouwde manier van ordenen en beheersen van informatie. Er liggen wel kansen in nieuwe technieken en methoden die helpen om op effectieve en efficiënte wijze om te gaan met een grote veelheid van informatie.

Vraaggerichtheid en transparantie van woningmarkt en bouwsector

Het kabinet werkt aan een vrij toegankelijke, vraaggerichte woningmarkt met steun voor degenen die dat nodig hebben en aan vraaggerichte (her)ontwikkeling en (ver)bouw van veilige, gezonde, betaalbare, energiezuinige huizen en gebouwen. Voorwaarde voor afstemmen van vraag en aanbod in de woningmarkt is toegang tot informatie voor alle betrokkenen: op basis van informatie over demografie, regionale economie, bouw- en bestemmingsplannen en bereikbaarheid kunnen gemeenten, corporaties, investeerders en bouwers anticiperen op de toekomst. De toegankelijkheid van overheidsdata draagt hier bij aan het zelfordenend vermogen van de markt.

In de woningcorporatiesector dragen kwalitatief goede en toegankelijke corporatiegegevens bij aan de wens van de sector om verder te professionaliseren4. Accenten liggen op het meer inzichtelijk maken van prestaties van de corporaties en een grotere betrokkenheid van huurders en gemeenten. De corporaties zijn verplicht om jaarlijks hun voornemens voor de komende vijf jaar (de Prospectieve informatie/dPi) en hun verantwoordingscijfers over het laatste verslagjaar (de Verantwoordingsinformatie/dVi) bij de Minister voor W&R, de Autoriteit Woningcorporaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) in te dienen. Deze gegevens worden ingediend via «CorpoData»5. Ter uitvoering van de motie6 van het lid Van der Linde (VVD) inzake Open Data wordt zo veel mogelijk van de informatie die jaarlijks via dVi en dPi wordt opgevraagd als Open Data beschikbaar gesteld. Wat betreft de wijze waarop en met welke frequentie de gegevens aan de verschillende afnemers worden «vervoerd», wordt onderzocht of het Standard Business Reporting-programma (SBR) geschikt is om informatie effectiever en efficiënter uit te wisselen. SBR is een publiek-private samenwerking die vanuit de rijksoverheid wordt bevorderd en ondersteund.

Voor het bevorderen van energiezuinig wonen is een webtool ontwikkeld waarmee woningeigenaren een voorlopig energielabel van hun huis kunnen omzetten in een definitief energielabel op basis van de Europese herziene EPBD-richtlijn.

Rijksbrede samenwerking op het gebied van informatisering

In het najaar ontvangt uw Kamer een brief over de strategische i-agenda voor de rijksdienst. Met die agenda zal de rijksdienst zijn effectiviteit en efficiëntie verder vergroten door ondersteuning van rijksbrede ICT-middelen, met oog voor de diversiteit van departementale processen.

Samenwerking Shared Service Organisaties

Naar aanleiding van de vorige i-strategie werken de Shared Service Organisaties (SSO’s – de organisaties die op het gebied van bedrijfsvoering diensten verlenen aan de verschillende onderdelen van de rijksdienst) steeds meer samen, met een steeds groter verzorgingsgebied. Hun primaire proces is direct afhankelijk van het functioneren van ICT. Wanneer organisaties verder doorgroeien of worden samengevoegd, dan heeft dat grote ICT-consequenties. De ministeries werken voor wat betreft bedrijfsvoering samen via de SSO’s, zoals bij SSC/ ICT (Digitale Werkomgeving Rijksdienst), Doc-Direkt, P-Direkt en financiële systemen.

Voor het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) staat in het programma Harmonisatie Applicaties en Rijksvastgoedprocessen (HARP) de integratie van de informatievoorziening van de voormalige fusiepartners centraal. Hierbij geldt het adagium «eerst harmoniseren wat moet, optimaliseren wat kan». Na de harmonisatie ontstaat meer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen binnen de informatievoorziening. De informatievoorziening van het Rijksvastgoedbedrijf ondersteunt in de komende jaren ook de totstandkoming van de vastgoedportefeuillestrategie en het portefeuillemanagement (RVB en Rijk).

Verbeteren van het lerend vermogen en innovatieve karakter van BZK

Voor het Ministerie van BZK ligt de focus op het gebied van informatie en technologie op de ontwikkeling van het lerend vermogen. Het ministerie heeft de afgelopen jaren ervaren hoe complex ICT-projecten vaak zijn; ook als ze op het eerste gezicht eenvoudig lijken. Die ervaring krijgt een plek in het geheugen van de organisatie, opdat de lessen uit het verleden worden benut bij nieuwe projecten. Tegelijkertijd weten we dat de informatietechnologie zich razendsnel ontwikkelt, met grote impact op alle beleidsvelden van het ministerie. Het lerend vermogen is daarom ook gericht op innovaties in de omgeving: door te kijken naar kansrijke methoden en technieken en mogelijkheden voor toepassing en de lessen hieruit een plek te geven in het werk van BZK.

De ICT-voorzieningen die de medewerkers van BZK ondersteunen in hun werkzaamheden worden afgestemd op de behoeften van deze tijd, zoals plaats- en tijdonafhankelijk werken, werken in wisselende teams en digitale communities, een transparante informatiehuishouding, toegang tot de juiste informatiebronnen, toegang tot tools voor data-analyses en soepele begeleiding in de werkprocessen, die zich op basis van maatschappelijke en politieke wensen ontwikkelen.

De i-functie binnen BZK is met de reorganisatie van de beleidskern van het ministerie versterkt. De CIO is gepositioneerd als aparte functie, die rechtstreeks rapporteert aan de secretaris-generaal. De CIO heeft een initiërende en stimulerende rol bij de toepassing van informatietechnologie in beleid en binnen het ministerie. De CIO adviseert de onderdelen van het ministerie vroeg in de beleidscyclus en in verschillende fasen van projecten, brengt op bepalende momenten een oordeel uit en stimuleert het i-bewustzijn en het lerend vermogen van medewerkers van het ministerie op het gebied van informatie en van technologie. Informatie en technologie raken de kern van beleid en uitvoering, het toenemende belang hiervan is een terugkerend onderwerp van bespreking in de Bestuursraad waar de CIO deel van uitmaakt. De samenhang in de projectportfolio wordt bevorderd en bewaakt door de Bestuursraad.

Tot slot

Voor de huidige kabinetsperiode is het de eerste prioriteit om de projecten die al lopen voort te zetten volgens de afspraken met uw Kamer. Dat is een stevige opgave. Daarnaast is er aandacht voor het verkennen van en experimenteren met nieuwe technologieën, om innovaties op waarde te kunnen schatten. Nieuwe projectvoorstellen zullen worden beoordeeld op hun meerwaarde voor de vijf beleidsprioriteiten uit deze brief.

Daarbij zal scherp worden gekeken naar de achterliggende informatievraag, de samenhang in rijksbrede context en de kansen en risico’s die innovaties meebrengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 26 643, nr. 365.

X Noot
2

Doel is dat vanaf 2017 alle gemeenten ENSIA gebruiken voor verantwoording over informatieveiligheid over de Basisregistratie Personen (BRP), Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), DigiD, Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SuwiNet), Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).

X Noot
3

Kamerstuk 33 328, A.

X Noot
4

Uitgebreider informatie hierover in de visie op de woningcorporatiesector op het terrein van bedrijfsvoering en informatiestromen van juli 2015 (Kamerstuk 29 453, nr. 398) en in de brief over de stand van zaken op dit onderwerp in december (Kamerstuk 29 453, nr. 411).

X Noot
6

Kamerstuk 33 966, nr. 40.

Naar boven