25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 227 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2015

Met deze brief kom ik tegemoet aan mijn toezegging (bij brief van 19 november jl., met Kamerstuk 25 657, nr. 223) om de Kamer voorafgaand aan het algemeen overleg van 10 december as. te informeren over de voortgang van het trekkingsrecht pgb.

Ik ga in op de stand van zaken bij de uitbetalingen, die op basis van bijgesloten voortgangsinformatie van de SVB stabiel blijft. Vervolgens informeer ik de Kamer, mede naar aanleiding van bijgesloten voortgangsbrief van de ketenregisseurs, over de voortgang van de voorbereiding op de jaarovergang 2015–20161. Deze voortgang is met de partners van het trekkingsrecht (de VNG, de SVB, ZN, Per Saldo, de BVKZ, SZW en VWS) en de ketenregisseurs op 4 december jl. besproken. Tot slot ga ik in op de stand van zaken bij het verbeterplan, de ICT bij de SVB en de meerkosten van gemeenten uit hoofde van de terugvalscenario’s die sedert januari van kracht zijn.

Over de uitwerking van de compensatieregeling en de fraudeaanpak bij het pgb informeer ik de Kamer voor het algemeen overleg op 10 december as. separaat.

1. Betalingen: beeld blijft stabiel

Het afgelopen jaar is in overleg met uw Kamer prioriteit gelegd bij het uitbetalen van zorgverleners. De voortgang van deze betalingen volg ik nauwlettend. In eerdere brieven heb ik de Kamer geïnformeerd over de behaalde resultaten in het kader van de motie Dijkstra.2 Dit beeld is geactualiseerd met bijgesloten voortgangsrapportage van de SVB met als peildatum 15 november3. Op basis van dit actuele beeld concludeer ik dat de resultaten stabiel blijven.

Er geldt het volgende:

  • De tijdigheid van de betalingen blijft op orde: ruim 95% van de declaraties wordt binnen 10 werkdagen uitbetaald; de overige ongeveer 5% wordt na 10 werkdagen uitbetaald. De SVB geeft aan dat bij declaraties die na 10 werkdagen worden uitbetaald er eerst een aanvullende actie richting de budgetverstrekker of de budgethouders nodig is om deze declaraties te kunnen betalen.

  • De geregistreerde werkvoorraad op de peildatum 15 november (15.247 declaraties) is zodanig dat de betaalsnelheid niet in het gedrang komt.

  • Het aantal dagelijkse meldingen bij Per Saldo (circa 20) en bij de Helpdesk Zorgaanbieders (circa 2 zorginstellingen) is in de afgelopen periode gelijk gebleven. Deze meldingen gaan niet alleen over het uitblijven van betalingen, maar bijvoorbeeld ook over onjuistheden in het dossier van de budgethouder. Mede op basis van deze meldingen heeft de SVB in de periode 1 oktober tot en met 15 november 150 spoedbetalingen verricht, die in 90,6% van de gevallen binnen 3 werkdagen zijn uitbetaald. Hoewel het aantal spoedbetalingen laag blijft, hechten zowel de SVB als ik eraan dat voor noodgevallen de mogelijkheid van spoedbetaling blijft bestaan.

  • Het aantal telefoontjes is in oktober en de eerste twee weken van november toegenomen, vooral vanwege vragen over budgettekorten. De bereikbaarheid blijft op orde, al is de gemiddelde wachttijd enkele seconden toegenomen.

Nu het einde van het jaar nadert zal het steeds vaker voorkomen dat de SVB niet tot uitbetaling kan overgaan, omdat het resterende budget te laag is. Over de maand oktober was dat tot op heden volgens de SVB voor circa 5.800 betalingen het geval. Wanneer niet tot betaling kan worden overgegaan, wordt de budgethouder hierover door de SVB per brief geïnformeerd. Budgethouders kunnen op Mijnpgb zien hoeveel budget nog beschikbaar is, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het inkopen van zorg. Zoals aangegeven in mijn brief van 28 oktober jl. heeft de SVB in aanvulling hierop in oktober aan circa 10.500 budgethouders een brief gestuurd waarin zij erop zijn gewezen dat hun budget het maximum nadert. In deze brief is aangegeven dat mogelijke oplossingen zijn bijstorting uit eigen middelen of het aanpassen van de afspraken met zorgverleners. De SVB heeft budgethouders met het grootste verwachte budgettekort telefonisch benaderd.

In 2016 zal ik de Kamer periodiek blijven informeren over de stand van zaken bij de uitbetalingen aan de hand van een herziene voortgangsrapportage van de SVB.

2. Voortgang aanpak jaarovergang 2015-2016

In mijn vorige voortgangsrapportages heb ik de Kamer geïnformeerd over de resultaten van de afspraken die met gemeenten zijn gemaakt over het tijdig aanleveren van toekenningsberichten voor 2016.4 Dit is noodzakelijk om vanaf januari reguliere betalingen aan zorgverleners van budgethouders te kunnen doen. Gemeenten zijn de afgelopen maanden diverse malen gewezen op de noodzaak om deze gegevens uiterlijk 1 november bij de SVB aan te leveren en daarbij is ondersteuning aangeboden. Op 16 november jl. heeft de SVB de beschikbare gegevens van budgethouders op BSN-niveau voorgelegd aan alle gemeenten. Gemeenten zijn daarbij verzocht om deze gegevens te controleren en eventueel ontbrekende toekenningsberichten alsnog aan te leveren. Uit bijgesloten voortgangsnotitie van de ketenregisseurs blijkt dat op de peildatum 7 december circa 92.000 toekenningsberichten zijn aangeleverd5. Zij verwachten dat hiermee circa 97% van de toekenningsberichten binnen zijn.

Alhoewel de SVB veel toekenningsberichten van gemeenten heeft ontvangen, zijn nog niet alle gemeenten (geheel) klaar. In het bestuurlijk overleg van 4 december jl. is besloten dat ik – na alle stappen die onder goedkeuring van het bestuurlijk overleg zijn genomen door de ketenregisseurs – ga interveniëren bij gemeenten die achterlopen op de gemaakte afspraken om zo de positie van de budgethouder te waarborgen. In de portal is voor desbetreffende gemeenten zichtbaar welke budgethouders uit 2015 nog geen budget voor 2016 in het systeem van de SVB hebben staan. Dit betreft nu 42 gemeenten. Voor de gemeenten die op 12 december as. niet alsnog al hun toekenningsberichten hebben opgestuurd, wordt besloten de budgetten van deze budgethouders tot 1 mei 2016 te continueren.

Ik zal de SVB de opdracht geven deze budgetten namens de gemeenten te verlengen. De SVB zal de desbetreffende budgethouders hierover informeren.

De SVB baseert zich bij de uitbetaling op toekenningsberichten én door de budgetverstrekker goedgekeurde zorgovereenkomsten. De SVB meldt dat op peildatum 30 november bij 79.000 van de 87.000 budgethouders van gemeenten met een toekenningbericht voor 2016 er in ieder geval één geldige zorgovereenkomst aanwezig is. Voor de overige 8.000 budgethouders heeft de SVB dit nog niet kunnen vaststellen, zit de zorgovereenkomst in de werkvoorraad (van 13.000 zorgovereenkomsten) of is er nog geen zorgovereenkomst ontvangen. Conform afspraak verwerkt de SVB deze werkvoorraad in december. Als extra waarborg voor de uitbetalingen bekijkt de SVB voor budgethouders met een toekenningsbeschikking voor 2016 en met nog geen geldige zorgovereenkomst voor 2016 hoe zij eventueel bestaande zorgovereenkomsten uit 2015 zou kunnen doorzetten naar 2016. Op basis van deze inventarisatie zal ik hierover een besluit nemen.

Jaarafsluiting

De jaarovergang omvat ook de jaarafsluiting 2015. De SVB is in overleg met de ketenpartners gestart met het in kaart brengen van de benodigde acties hiervoor. Deze afsluiting is o.a. gericht op het boekhoudkundig sluiten van het jaar 2015, en dient voor het definitief vaststellen van bedragen die door de SVB uitbetaald zijn aan zorgverleners. De definitieve jaarafsluiting door de SVB staat momenteel gepland op 31 mei 2016.

Ik heb de Kamer toegezegd te informeren na welke datum er niet meer wordt teruggevorderd bij budgethouders. Zoals aangegeven in mijn brieven van 4 en 11 september jl. zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het terugvorderen. In lijn met de gemaakte afspraken zal de SVB na deze afsluiting niet meer bij de budgethouders terugvorderen. Deze datum geldt niet voor de gevallen waarbij gemeenten en zorgkantoren vaststellen dat er sprake is van misbruik of fraude.

Voor een zorgvuldige jaarafsluiting ontvangen alle budgethouders vanaf eind november per post een budgetoverzicht van de SVB met het verzoek om dit overzicht te controleren en wijzigingen en correcties door te geven aan hun verstrekker of de SVB.

Doorkijk naar opgave begin 2016

Op basis van de gemaakte bestuurlijke afspraken heeft een aantal gemeenten het budget van budgethouders tot in ieder geval 1 mei 2016 verlengd. Deze verlenging heeft plaatsgevonden om gemeenten meer tijd te geven om hun herbeoordeling zorgvuldig af te ronden en tegelijkertijd de uitbetalingen vanaf januari 2016 te garanderen. Op de peildatum 16 november betreft het circa 30.000 budgethouders. Bij dit aantal is nog geen rekening gehouden met de toekenningberichten die de SVB na 16 november heeft ontvangen.

Bovengenoemde cijfers laten zien dat er ook begin 2016 voor betreffende gemeenten nog een flinke opgave ligt. In het bestuurlijk overleg is afgesproken dat de ketenregisseurs dit proces actief blijven volgen, de communicatie van betrokken partijen hierover goed op elkaar wordt afgestemd en de ondersteuning door de VNG wordt voortgezet. Ook zal op basis van leerervaringen bij de jaarafsluiting worden gekeken of er meer waarborgen voor de budgethouder in dit proces zijn in te bouwen.

3. Informeren en ondersteunen van budgethouders

In mijn voorgaande brieven ben ik ingegaan op het informeren van budgethouders in samenwerking met ketenpartijen en Per Saldo. Deze samenwerking zal in 2016 worden voortgezet. Naar aanleiding van de motie van de leden Voortman en Van Dijk over ondersteuningstrajecten voor (nieuwe) budgethouders ben ik in overleg met Per Saldo.6 Het informeren van budgethouders is een belangrijk onderdeel van deze ondersteuning. Deze ondersteuning richt zich niet alleen op het trekkingsrecht. Het raakt bijvoorbeeld ook de informatievoorziening voor en na het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte (Wmo 2015 en Jeugdwet) en het bewust-keuzegesprek (Wlz en Zvw). Dit werk ik samen met Per Saldo en andere betrokken partijen uit. In de volgende voortgangsrapportage HLZ zal ik de Kamer hierover informeren. Ik zal in overleg met de SVB en de BVKZ tevens bezien op welke wijze de informatievoorziening naar de zorgverleners is te verbeteren.

4. Verbeterplan en governance

In mijn brief van 4 september jl.7 heb ik de Kamer geïnformeerd over de gezamenlijke ambitie om het huidige systeem van trekkingsrechten – in het belang van de budgethouder- te verbeteren en te vereenvoudigen. Dit is uitgewerkt in een ketenbreed verbeterplan. De afgelopen periode is prioriteit gegeven aan het bereiken van een soepele jaarovergang en het herstel. Er is daarbij gewerkt aan verbeteringen uit het plan die direct meerwaarde opleveren voor de budgethouder, zoals verbeteringen in de communicatie en aanpassingen van Mijnpgb.

Het herinrichten van de keten, conform het verbeterplan, is een ambitieus proces dat veel vraagt van alle partijen. Ik neem de waarschuwing van de Algemene Rekenkamer in haar brief van 29 oktober 2015 ter harte. De Algemene Rekenkamer adviseert een goede balans te vinden tussen ambities, tijd, mensen en middelen. Alle onderdelen van het verbeterplan zullen worden uitgewerkt in stappenplan met een realistische planning en zo nodig worden voorzien van een uitvoeringstoets. Dit geldt ook voor de ambitie om per 1 januari 2017 te komen tot één budget per wet, conform de motie Dik-Faber.8 De Algemene Rekenkamer heeft in hun brief tevens gewezen op het belang van een goede rolafbakening en de samenwerking tussen ketenpartners en twee autonome bestuurslagen. Mede met het oog op de herinrichting van de keten werk ik aan een nieuwe governance. In de tussentijd is het van belang dat het herstel en het proces rondom de jaarovergang zorgvuldig worden afgerond. Ik heb daarom besloten om de opdracht aan de huidige ketenregisseurs tot 1 april 2016 te verlengen. Over de nieuwe governance zal ik de Kamer begin 2016 informeren.

5. De ICT van de SVB

Bij de aanvang van het stelsel van trekkingsrechten heeft de SVB aangegeven onderdelen van de ICT-infrastructuur, waaronder het betaalsysteem, te willen versterken. Op basis van een brede inventarisatie van de ketenpartijen en de leerervaringen van het eerste jaar rondt de SVB binnenkort een ICT-plan af, om dit vanaf 2016 gefaseerd te realiseren. Dit plan zal de SVB aanbieden aan het Ministerie van VWS en het Ministerie van SZW, omdat in het bestuurlijk overleg tussen beide ministeries en de SVB van 15 oktober jl. is afgesproken dat het Ministerie van SZW als eigenaar verantwoordelijk is voor de basisinfrastructuur van de SVB. Het Ministerie van SZW heeft in november het BIT (Bureau ICT Toetsing) gevraagd een toets op dit plan uit te voeren. Deze toets en de bijbehorende reactie zal begin 2016 aan de Kamer worden aangeboden.

6. Meerkosten gemeenten

Conform de bestuurlijke afspraken met de VNG is bijgaand onderzoek verricht naar de meerkosten die gemeenten hebben gemaakt als gevolg van de terugvalscenario’s. Bij dit onderzoek zijn tevens betrokken de eventuele extra kosten die voortvloeien uit de bestuurlijke afspraak van 3 september jl. om budgetten van budgethouders die niet tijdig zijn herbeoordeeld, tot in ieder geval 1 mei 2016 te verlengen. Ik ben bereid gemeenten hiervoor in redelijkheid te compenseren en ben daarover momenteel in gesprek met de VNG. Ik hoop de resultaten hiervan in de decembercirculaire op te kunnen nemen, zodat gemeente hierover snel duidelijkheid hebben.

7. Tot slot

Zoals eerder aangegeven, blijft het voortzetten van het tijdig uitbetalen van de zorgverleners van budgethouders bij de jaarovergang mijn prioriteit. Ik blijf ketenpartners aansporen om de gemaakte afspraken na te komen, zodat deze betalingen niet in het gedrang komen. Gemeenten die achterblijven ga ik benaderen. In het uiterste geval grijp ik in. Ik blijf de voortgang nauwlettend volgen en zal medio januari de Kamer opnieuw over de voortgang informeren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

In mijn brieven van 18 mei jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 170), 29 juni jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 185), 4 augustus jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 199), 11 september jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 203) en 28 oktober (Kamerstuk 25 657, nr. 219).

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

In de brieven van 4 en 11 september (Kamerstuk 25 657, nr. 202 en Kamerstuk 25 657, nr. 203), 28 oktober (Kamerstuk 25 657, nr. 219) en 19 november jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 223).

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
6

Kamerstuk 25 657, nr. 214.

X Noot
7

Kamerstuk 25 657, nr. 202.

X Noot
8

Kamerstuk 25 657, nr. 211.

Naar boven