25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 219 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2015

Met deze brief kom ik tegemoet aan mijn toezegging (bij brief van 8 oktober jl., met kenmerk: Kamerstuk 25 657, nr. 206) om de Kamer te informeren over de voortgang van het trekkingsrecht pgb.

Allereerst ga ik in op de stand van zaken bij de uitbetalingen. Uit voortgangsinformatie van de SVB, zoals opgenomen in deze brief, blijkt dat het beeld ten aanzien van de uitbetalingen stabiel blijft. Vervolgens informeer ik u over de gezamenlijke aanpak om een stabiele en voorspelbare jaarovergang 2015–2016 te realiseren. De voortgang hierbij is in het bestuurlijk overleg met de partners van het trekkingsrecht (de VNG, de SVB, ZN, Per Saldo, de BVKZ, SZW en VWS) op 16 oktober jl. besproken aan de hand van een bijgesloten inventarisatie van de ketenregisseurs, met 1 oktober als peildatum.

Tot slot kom ik met deze brief tegemoet aan het verzoek van de Kamer van 15 oktober jl. om aan te geven op welke momenten en waarover ik de Kamer tot het einde van dit jaar over de voortgang zal informeren.

1. Betalingen: beeld blijft stabiel

Alle activiteiten in het kader van onder meer de jaarovergang en het verbeterplan worden bezien vanuit het perspectief dat zij het betaalproces niet verstoren. Ik blijf prioriteit leggen bij de betalingen en volg dit nauwlettend. In eerdere brieven heb ik de Kamer geïnformeerd over de behaalde resultaten in het kader van de motie Dijkstra.1 Dit beeld is geactualiseerd met bijgesloten voortgangsrapportage «Marsroute 15 mei», die ik op 14 oktober jl. van de SVB heb ontvangen2. Op basis van dit actuele beeld concludeer ik dat de resultaten stabiel blijven. Er geldt het volgende:

  • De tijdigheid van de betalingen blijft op orde: ongeveer 95% van de declaraties wordt binnen 10 werkdagen uitbetaald; de overige ongeveer 5% wordt na 10 werkdagen uitbetaald. Aanvullend geldt dat 90,6% van de urgente betalingen binnen 3 dagen wordt uitbetaald.

  • De geregistreerde werkvoorraad op de peildatum 11 oktober (20.679 declaraties) is zodanig dat de betaalsnelheid niet in het gedrang komt.

  • Het aantal dagelijkse meldingen bij Per Saldo (circa 20) en bij de Helpdesk Zorgaanbieders (circa 2 zorginstellingen) is in de afgelopen periode gelijk gebleven. Hoewel het aantal spoedbetalingen – mede op basis van deze meldingen – afneemt, hechten zowel de SVB als ik eraan dat voor noodgevallen de optie van spoedbetaling blijft bestaan.

  • Het aantal telefoontjes is in oktober toegenomen. De meeste gaan over budgettekorten. Hoewel de gemiddelde wachttijd iets is toegenomen (naar 46 seconden) is de bereikbaarheid van de SVB nog steeds op orde.

2. Voortgang Aanpak jaarovergang 2015-2016: stroom op gang, extra ondersteuning gemeenten operationeel

In mijn brieven van 4 en 11 september jl. heb ik de Kamer geïnformeerd over de integrale, ketenbrede aanpak om een zo stabiel mogelijke jaarovergang te realiseren.3 Bij deze jaarovergang is cruciaal dat budgethouders door hun gemeenten tijdig worden geïnformeerd over hun budget in 2016, zodat de budgethouders voldoende tijd hebben om zich op 2016 voor te bereiden. Als een gemeente niets wil veranderen of meer tijd wil nemen voor een herbeoordeling dan verlengt de gemeente het budget in ieder geval tot 1 mei 2016. Ook toekenningberichten en nieuwe of gewijzigde zorgovereenkomsten dienen tijdig bij de SVB te worden aangeleverd door respectievelijk de budgetverstrekkers en de budgethouders. Gezamenlijk is voor deze jaarovergang een tijdpad afgesproken met 1 oktober als eerste ijkpunt.

Op basis van de voortgangsinformatie (peildatum 1 oktober) is in het bestuurlijk overleg van 16 oktober jl. het volgende geconcludeerd en afgesproken:

  • De SVB heeft begin oktober circa een derde van de toekenningbeschikkingen voor 2016 van gemeenten ontvangen: de aanlevering van toekenningbeschikkingen voor 2016 is begin oktober op gang gekomen. Op 15 oktober is echter de aanlevering achtergebleven bij de afgesproken tweederde. Een aantal gemeenten heeft nog geen toekenningbeschikkingen aangeleverd. Gezamenlijk is het risico onderkend dat er gemeenten zullen zijn die zonder nadere actie hun toekenningbeschikkingen niet tijdig bij de SVB zullen aanleveren. Hierop wordt nu door de VNG actief geacteerd door gemeenten die niet op schema liggen gericht te benaderen, te achterhalen wat de oorzaak is en zo nodig ter plekke praktische ondersteuning aan te bieden door het Ondersteuningteam PGB Trekkingsrecht van de VNG. Ook bij de SVB is specifieke ondersteuning beschikbaar voor het in samenwerking met de gemeente corrigeren van toekenningbeschikkingen die de SVB niet kan verwerken. Het voorgaande is in gang gezet op basis van inventarisaties van de ketenregisseurs, Per Saldo en de VNG.

  • Budgethouders zijn op 1 oktober geïnformeerd over hun situatie in 2016: Uit een inventarisatie van de ketenregisseurs onder 40 gemeenten blijkt dat het merendeel van de gemeenten dit heeft gedaan. Per Saldo ontvangt via haar meldpunt signalen dat een aantal gemeenten achterblijft met het informeren van budgethouders. Deze signalen deelt Per Saldo met de ketenregisseurs en de VNG, zodat hierop actie is te ondernemen richting de betreffende gemeenten.

  • Ambtshalve budgetten – die onderdeel zijn van het terugvalscenario – afbouwen: Door een gerichte aanpak is het aantal ambtshalve budgetten aanzienlijk gedaald, maar nog niet helemaal afgebouwd. Waar nog ambtshalve budgetten staan, is sprake van een complexe casuïstiek waardoor het omzetten een langere doorlooptijd kent. Het gaat om een beperkte groep, waarbij de oplossing vraagt om een gezamenlijke aanpak van gemeente, SVB en budgethouder. De inzet blijft om ook deze budgethouders zo snel mogelijk van hun regulier budget te voorzien, zodat ook zij precies weten over hoeveel budget zij beschikken om hun zorg in te kopen.

De gekozen aanpak bij de jaarovergang betekent dat op operationeel niveau de ketenregisseurs, gemeenten, zorgkantoren en de SVB samen actie ondernemen. Ik merk dat dit steeds beter gaat. Afgesproken is dat op basis van een geactualiseerd beeld per gemeente begin november opnieuw gezamenlijk zal worden bezien welke acties nodig zijn.

Voorts inventariseren de ketenregisseurs conform afspraak mogelijke risico’s voor de jaarovergang. Zij zullen deze van beheersmaatregelen voorzien en hierover in hun voortgangsrapportage van november rapporteren.

3. Informeren van budgethouders

In het bestuurlijk overleg van 3 september jl. is afgesproken dat gemeenten, zorgkantoren en de SVB gezamenlijk in overleg gaan over de vormgeving van de communicatie en de ondersteuning van budgethouders. Hierbij is ook Per Saldo betrokken. Gezamenlijk is vastgesteld dat alle ketenpartners en Per Saldo zich extra moeten voorbereiden op vragen van budgethouders. Daarbij moet voorkomen worden dat budgethouders van het kastje naar de muur worden gestuurd. Op dit moment zijn partijen met elkaar in overleg om dit in te richten, in eerst instantie gericht op het beantwoorden vragen van budgethouders over hun zorgovereenkomsten.

De SVB stuurt begin november naar alle budgethouders een folder met belangrijke informatie over het afsluiten van het budget 2015 en de voorbereiding voor 2016. Voor deze jaarovergang is het belangrijk dat budgethouders tijdig hun nieuwe of gewijzigde zorgovereenkomst naar de SVB opsturen. Zowel de SVB als de budgetverstrekkers informeren de budgethouders hierover. Van de SVB krijgen budgethouders ook informatie over het invullen van zorgovereenkomsten. Deze informatie stelt de SVB ook aan gemeenten ter beschikking.

Deze maand stuurt de SVB aan circa 10.500 budgethouders een brief waarin zij worden gewezen op het risico dat, gebaseerd op hun gemiddelde maandelijkse bestedingspatroon, zij meer dreigen te besteden dan hun pgb hoog is, zodat zij hier de komende maanden rekening mee kunnen houden. In deze brief wordt aangegeven welke aanpassingen mogelijk zijn, door bijvoorbeeld bijstorting uit eigen middelen of het aanpassen van de afspraken met zorgverleners. In die gevallen waarin de budgethouder van mening is dat het budget (bijvoorbeeld door een combinatiecontract) niet juist is, wordt geadviseerd contact op te nemen met de gemeente of het zorgkantoor. De SVB heeft budgethouders met de grootste budgetuitputting inmiddels persoonlijk benaderd.

Gemeenten gaan budgethouders met een combinatiecontract (met zorg vanuit de Wmo/Jeugdwet én de Zvw) waarbij het declareren op de juiste wet niet goed is gegaan, nader informeren. Zij ontvangen informatie over het op juiste manier invullen van de zorgovereenkomst, het juist declareren en het corrigeren van het budget. De budgethouders met Wlz-zorg zijn via het informatiebulletin van het Zorginstituut Nederland begin oktober reeds geïnformeerd over het Wlz-pgb in 2016.

4. Positionering van de eenmalige pgb’s

Behalve pgb’s voor het inkopen van zorg en ondersteuning zijn er ook pgb’s die worden verstrekt voor een (vervoers)hulpmiddel of een woningaanpassing. Het gaat hierbij om de zogeheten eenmalige pgb’s. Deze eenmalige pgb’s heb ik in 2015 vooralsnog tijdelijk uitgezonderd van het systeem van trekkingsrechten. Gemeenten verstrekken deze pgb’s momenteel op basis van een mandaatconstructie. Ik heb de Kamer toegezegd om naar de toekomstige positionering te kijken. Hiervoor is tijd nodig. Daarom zal ik voor 2016 de huidige mandaatconstructie verlengen, opdat de betalingen kunnen plaatsvinden. Daarna kan deze uitvoeringspraktijk worden vastgelegd in voorstellen voor wijzigingen van de Wmo 2015 en de Jeugdwet.

5. Het uitbetalen van een verantwoordingsvrij bedrag (VVB)

Het verantwoordingsvrije bedrag (VVB) is een deel van het pgb dat onder andere bedoeld is voor het vergoeden van de kosten voor het beheer van het pgb en het werkgeverschap. Over dit deel hoeft de budgethouder geen verantwoording af te leggen. Dit bedrag wordt op verzoek rechtstreeks aan de budgethouder uitgekeerd door de SVB. In de Wlz bestaat, net als onder de AWBZ, de mogelijkheid van een VVB. In de Wmo 2015 en de Jeugdwet is deze mogelijkheid niet opgenomen. In 2015 hebben overgangscliënten recht op het VVB, omdat zij dat ook al onder de AWBZ hadden. Een aantal gemeenten heeft ook een VVB toegekend aan nieuwe budgethouders. Ik heb besloten om voor 2015 en 2016 aan alle cliënten aan wie de gemeente een VVB heeft toegekend, deze door de SVB te laten uitbetalen.

6. Tot slot

De Kamer heeft mij gevraagd aan te geven op welk moment tot het einde van het jaar de Kamer informatie zal ontvangen met betrekking tot het PGB trekkingsrecht. De eerstvolgende rapportage is voorzien zo spoedig mogelijk na het bestuurlijk overleg van medio november. Eind november zal ik de Kamer naar verwachting ook informeren over de uitwerking van de compensatie-regeling, de governance in 2016 en de voortgang bij de uitwerking van het verbeterplan. In de voortgangsrapportage van medio december geef ik een actueel beeld van de betalingen en zal ik samen met de Staatssecretaris van SZW de Kamer tevens informeren over de voortgang met betrekking tot eventuele aanpassingen in het ICT-betaalsysteem.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

In mijn brieven van 18 mei jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 170), 29 juni jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 185), 4 augustus jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 199) en 11 september jl. (Kamerstuk 25 657, nr. 203)

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Met de kenmerken: Kamerstuk 25 657, nr. 202 en Kamerstuk 25 657, nr. 203.

Naar boven