21 501-28 Defensieraad

Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2023

Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van de Ministers van Defensie, die op 29 en 30 augustus a.s. in Toledo, Spanje plaatsvindt. Voorafgaand aan de informele RBZ komt de bestuursraad van het Satellietcentrum van de EU (Satellite Centre – SatCen) bijeen. Naar verwachting zal de informele RBZ spreken over militaire EU-steun aan Oekraïne, de regionale en wereldwijde implicaties van de oorlog in Oekraïne en actuele zaken waaronder de ontwikkelingen in Niger, EU-missies en operaties en de operationalisering van de snel inzetbare capaciteit van de EU (Rapid Deployment Capacity – RDC).

1. Militaire EU-steun aan Oekraïne

EUMAM Oekraïne – stand van zaken en weg voorwaarts

Via de EU militaire assistentiemissie (EUMAM) voor Oekraïne zijn inmiddels ongeveer 25.000 Oekraïense militairen getraind. Het budget voor de gemeenschappelijke kosten van de missie is verhoogd van € 65 miljoen naar € 100 miljoen in 2023. De hogere kosten zijn verbonden aan de grote schaal waarop in verschillende lidstaten wordt getraind, waardoor o.a. kosten voor tolken, transport en onderhoud van voertuigen hoger zijn dan geschat tijdens de oprichting van de missie. De initiële doelstelling was om 15.000 Oekraïense militairen te trainen. Het ambitieniveau is verhoogd naar 30.000 Oekraïense militairen voor het einde van 2023. Inmiddels is ook dat doel bijna behaald. Naar verwachting zal tijdens de informele RBZ Defensie gesproken worden over de langere termijn rol van EUMAM in het versterken van de Oekraïense krijgsmacht.

Nederlandse positie

Nederland draagt bij aan EUMAM Oekraïne met stafofficieren op de hoofdkwartieren van de missie, materieel gerelateerde en specialistische trainingen (bijvoorbeeld op medisch gebied). Daarnaast zal Nederland in september ongeveer 150 militairen inzetten in Duitsland voor het opleiden van infanteriecompagnieën. Nederland is voorstander van continuering van EUMAM en verwelkomt een discussie over de toekomstige rol van EUMAM in het duurzaam opbouwen van de krijgsmacht en de veiligheidssector van Oekraïne.

Europese Vredesfaciliteit

De Europese Raad van 29 juni jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1972) concludeerde dat de EU Oekraïne van militaire steun zal blijven voorzien zolang als nodig is, met name via EUMAM en de Europese Vredesfaciliteit (EPF), en om op deze manier bij te dragen aan veiligheidsgaranties voor Oekraïne die het land zullen helpen om zichzelf op lange termijn te verdedigen. De Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell heeft hiertoe in juli jl. een voorstel aangekondigd om binnen het EPF-budget een aparte envelop voor Oekraïne te creëren. De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat er € 5 miljard per jaar nodig is voor de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen door EU-lidstaten voort te zetten. Hierbij gaat het om het creëren van financiële duurzaamheid van de EPF om militaire steun aan Oekraïne op meerjarige basis voort te kunnen zetten. Het voorstel zal op de informele RBZ worden besproken, maar besluitvorming hierover is niet voorzien, aangezien het om een informele Raad gaat. Formele besluitvorming zal naar verwachting in het najaar plaatsvinden.

Nederlandse positie

Gezien de situatie in Oekraïne is en blijft Nederland voorstander van het verder verduurzamen en versterken van de militaire EU-steun aan Oekraïne, conform de motie van het lid Sjoerdsma c.s.1 Nederland zal de verdere uitwerking van een meerjarige envelop voor Oekraïne binnen de EPF daarom met een positieve grondhouding bezien. Uw Kamer zal nader geïnformeerd worden over het voorstel, de positie van Nederland en de financiële consequenties, voordat er in het najaar besluitvorming in Brussel plaatsvindt.

Implementatie van het drie-sporen initiatief

De EU sprak dit voorjaar steun uit voor het voorstel van de HV om aan de hand van het zogenoemde drie-sporen initiatief de levering van 155mm munitie en raketten aan Oekraïne en de productie daarvan door de Europese defensie industrie op te schroeven. Het gaat daarbij (1) om de inzet van de Europese vredesfaciliteit om de leveringen van munitie uit de voorraden van lidstaten aan te moedigen, (2) om nieuwe gezamenlijke bestellingen bij de industrie te plaatsen, en (3) om via andere EU-instrumenten in meer algemene zin de productiecapaciteit van de Europese defensie industrie op te schroeven.

Munitie

Wat betreft het plaatsen van gezamenlijke bestellingen bij de Europese defensie industrie (spoor 2) is een centraal EDA project opgestart. De onderhandelingen met de industrie zijn afgerond en landen (waaronder Nederland) moeten uiterlijk eind augustus a.s. hun definitieve bestelling plaatsen. EDA zal de bestellingen vervolgens bundelen en daarmee richting de industrie gaan. Nederland draagt voor 130 mln. euro bij aan het EDA-project voor gemeenschappelijke aanschaf van 155 mm munitie voor Oekraïne. Op dit moment vinden gesprekken plaats over de Memorandum of Understanding (MoU) voor de gezamenlijke verwerving. Naast het EDA project bestaat de mogelijkheid dat een lidstaat als lead nation samen met één of meer andere lidstaten bestellingen plaatst. Nederland draagt voor 130 mln. euro bij aan het Duitse initiatief om gezamenlijk 155 mm munitie voor Oekraïne aan te schaffen.

ASAP

Op 25 juli jl. trad de verordening «Act in Support of Ammunition Production» (ASAP) in werking, gericht op het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie industrie (spoor 3).2 Het beoogt door middel van financiële steun (€ 500 miljoen) de uitbreiding van de productiecapaciteit te ondersteunen voor grond-grond- en artilleriemunitie en raketten, en met behulp van nieuwe en bestaande regelgeving knelpunten aan te pakken.

EDIRPA

Daarnaast is op 27 juni jl. tussen de Raad en het EP een voorlopig akkoord bereikt op de «European Defence Industry Reinforcement through common Procurement Act» (EDIRPA) verordening. Deze verordening beoogt gezamenlijke aanschaf van defensiemateriaal door de lidstaten te bevorderen. Vanuit het EU-budget wordt € 300 miljoen beschikbaar gesteld om lidstaten te faciliteren gezamenlijk materieel aan te schaffen. Naast het bevorderen van samenwerking tussen de lidstaten, beoogt het instrument de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) te versterken. Het akkoord zal in september a.s. in stemming worden gebracht in het Europees Parlement, waarna de verordening in werking zal treden.

Nederlandse positie

Nederland verwelkomt de bereikte akkoorden op EDIRPA en ASAP. Nederland is voorstander van meer en betere Europese defensiesamenwerking en acht het daarnaast van belang dat de productiecapaciteit van de defensie- industrie zo snel mogelijk wordt opgeschaald.

2. Mondiale en regionale gevolgen van de Russische agressie tegen Oekraïne

Tijdens de tweede werksessie wordt gesproken over de regionale en wereldwijde implicaties van de oorlog in Oekraïne, waaronder de invloed van Rusland in Afrika en de Westelijke Balkan. Secretaris-Generaal van de NAVO Stoltenberg en Ondersecretaris-Generaal van de VN Lacroix zijn uitgenodigd voor deze sessie. Hierbij zal naar verwachting worden gesproken over het opschorten door Rusland van de graandeal waarbij leveranties vanuit Oekraïne aan o.a. Afrikaanse landen werden toegestaan, de invloed van de Wagner Groep in een aantal Afrikaanse landen en het belang van het betrekken van andere landen in de wereld bij het verlenen van steun aan Oekraïne.

Nederlandse positie

De kern van de inzet van het demissionaire kabinet ten aanzien van de voortdurende Russische oorlog tegen Oekraïne blijft onverminderd gericht op het zoveel mogelijk steunen van Oekraïne en het vergroten van de druk op Rusland om diens agressie te beëindigen. Tevens blijft het kabinet zich inzetten voor de verschillende accountability-initiatieven gezien de Nederlandse voortrekkersrol op punt 7 (justice) van het «10 puntenplan» (Peace Formula) van Zelensky. In VN-verband spant Nederland zich in voor behoud van steun voor VN-resoluties die de Russische agressie tegen Oekraïne veroordelen. Tegelijkertijd is het van belang om een open dialoog te blijven voeren met landen buiten het Euro-Atlantische gebied over hoe de oorlog hen raakt en wat we gezamenlijk kunnen doen tegen de flagrante Russische schendingen van het VN-Handvest. Om deze reden was de hoge opkomst bij de conferentie in Jeddah op 5 augustus jl. (over president Zelensky’s Peace Formula) hoopgevend. Met het oog op de mondiale voedselzekerheid, steunt Nederland de VN in het kader van het Black Sea Grain Initiative. Samen met de EU en partners blijft Nederland zich inspannen om ondanks de Russische blokkade de veilige export van graan doorgang te laten vinden, bijvoorbeeld door middel van de EU Solidarity Lanes.

3. Actuele zaken

EU-missies en operaties

De HV zal ingaan op de recente ontwikkelingen in de Sahel, in het bijzonder de coup in Niger eind juli jl. De EU heeft op 29 juli jl. besloten om de veiligheidssamenwerking met Niger voorlopig op te schorten, waaronder de EU Military Partnership Mission (EUMPM) in Niger en de EU Capacity Building Mission (EUCAP) Sahel Niger.

Daarnaast zal de HV naar verwachting ingaan op de EU Training Mission (EUTM) Mali en de EU Capacity Building Mission (EUCAP) Sahel Mali. Op 30 juni jl. besloot de VN Veiligheidsraad op verzoek van gastland Mali om de VN-missie MINUSMA in Mali per direct te beëindigen, en een start te maken met de terugtrekking van de missie. Dit betekent dat ook de Nederlandse bijdrage aan MINUSMA wordt beëindigd. Nederland bereidt het vertrek van de Nederlandse militairen voor in samenspraak met de VN. De VN wenst de terugtrekking te voltooien voor eind december 2023. Medio oktober zullen de vijf Nederlandse militairen uit MINUSMA zijn teruggekeerd. In het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) van de EU is gesproken over de gevolgen van het vertrek van MINUSMA voor EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali, die onder meer zien op de positie van de missies in Mali, de veiligheidswaarborgen en de medische keten. In september a.s. worden verdere besluiten genomen over de manier waarop de EU-missies hierop moeten worden aangepast. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd. Nederland levert momenteel vier militairen aan EUTM Mali en vier civiel experts en één politiefunctionaris aan EUCAP Sahel Mali.

Ook zal naar verwachting een update gegeven worden over de veiligheidssituatie in de Westelijke Balkan. Hierop zal de Raad spreken over de noodzaak om betrokkenheid van de EU bij de regio te blijven tonen, onder andere via operatie Althea in Bosnië en Herzegovina, en over het geopolitieke- en veiligheidsbelang van de Westelijke Balkan voor de EU.

Nederlandse positie

Nederland steunt de voorlopige opschorting van de EU-missies in Niger. Tevens heeft Nederland de bilaterale samenwerking met Niger voorlopig opgeschort. Het gaat om steun aan programma’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, migratie en veiligheid die via de centrale overheid lopen. Nederland houdt de ontwikkelingen in Niger nauwlettend in de gaten. Een voorgenomen reis naar Niger in september heb ik naar aanleiding van de recente ontwikkelingen afgezegd.

In relatie tot Mali is voor Nederland een stabiele en veilige terugtrekking van MINUSMA-personeel de voornaamste prioriteit. Besluitvorming over de toekomst van EUTM Mali en EUCAP Sahel Mali en het al dan niet continueren van de Nederlandse deelnamen is voorzien in september a.s. Kern van het vraagstuk voor Nederland is enerzijds het belang van kritisch engagement met de Malinese transitieautoriteiten, in lijn met de recent gepresenteerde Nederlandse Afrikastrategie, en anderzijds zorgen over de effectiviteit van de missies en de veiligheid van het personeel.

Zoals eerder gecommuniceerd aan uw Kamer blijft Nederland belang hechten aan samenwerking met en ondersteuning van landen op de Westelijke Balkan, waar mogelijk in EU-verband.3 Zo draagt Nederland sinds januari dit jaar bij met stafofficieren aan EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina. Deze bijdrage wordt dit najaar aangevuld met een Human Intelligence-team en een infanteriecompagnie. Tijdens het debat over de bijdrage (d.d. 21 en 28 juni jl., Kamerstuk 29 521, nr. 463 en Handelingen II 2022/23, nr. 99, item 3), werd uw Kamer geïnformeerd dat het HUMINT-team per augustus zou starten, maar dit is vanwege vertraging van de bouw van de locatie vertraagd naar september. De infanteriecompagnie start zoals gepland in oktober.

Operationalisering van de RDC

Ook de operationalisering van de Rapid Deployment Capacity (RDC), de snel inzetbare capaciteit van de EU komt aan bod. De RDC moet volgens de doelstelling uit het EU Strategisch Kompas in 2025 operationeel zijn. De operationalisering van de RDC kent verschillende elementen, waaronder de doorontwikkeling van de Military Planning and Conduct Capability (MPCC) voor de aansturing van de RDC, de ontwikkeling van operationele scenario’s en de financiering middels uitbreiding van de definitie van gezamenlijke kosten van de EPF. Naar verwachting zal de HV een stand van zaken geven over deze elementen.

Nederlandse positie

Nederland hecht waarde aan de verdere uitwerking van de RDC, en acht het van belang om de benodigde stappen te zetten om de doelstelling uit het Strategisch Kompas te realiseren. Hierbij heeft Nederland met name aandacht voor het oplossen van de huidige tekortkomingen van het MPCC op gebied van personeel en beveiligde communicatie. Nederland zal, zoals eerder aangekondigd, in 2025 een bijdrage leveren aan de eerste door Duitsland geleide operationele rotatie.4 De Nederlandse bijdrage zal bestaan uit een compagnie van de luchtmobiele brigade uitgerust met lichte terreinvoertuigen. Verder zal Nederland een role 1 medische faciliteit (mobiele post voor het verlenen van de meest acute zorg) bijdragen. Het gaat in totaal om een bijdrage van ongeveer 150 militairen.5

Bestuursraad EU Satellietcentrum

Voorafgaand aan de informele RBZ nemen de Ministers van Defensie op 29 augustus a.s. deel aan een ministeriele bestuursraad van het EU Satellietcentrum (EU SatCen) in Torrejón de Ardoz in Spanje.

Het SatCen analyseert gegevens en beelden van aardobservatiesatellieten voor de EU en de lidstaten. Tijdens de bestuursraad zal gesproken worden over de geboekte resultaten en uitdagingen van het SatCen. In het EU Strategisch Kompas is afgesproken dat de EU het EU SatCen uiterlijk in 2025 zal versterken om onze autonome geospatiale inlichtingencapaciteit te vergroten. De behoefte aan SatCen producten is de afgelopen periode sterk toegenomen in het licht van de veranderde veiligheidssituatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Daarnaast dient SatCen zich ook aan te passen aan technologische ontwikkelingen en moet het zijn weerbaarheid versterken. Het SatCen geeft aan dat het deze uitdagingen met het huidige budget en capaciteit nauwelijks aan kan. In de bestuursraad zullen deze aspecten besproken worden in het kader van een effectief en toekomstbestendig SatCen. De directie van het SatCen is voornemens om in het licht hiervan eind dit jaar een voorstel te presenteren voor een verhoging van het budget.

Nederlandse positie

Nederland onderschrijft de genoemde doelstelling in het Strategisch Kompas voor het SatCen en onderkent het groeiende belang van het EU SatCen in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie. De inlichtingencapaciteit en de geleverde producten en diensten versterken de internationale positie en slagkracht van de EU en de lidstaten. De Nederlandse Defensie Ruimte Agenda onderstreept tevens het belang van de ruimte voor het informatiegestuurd en daarmee effectief optreden van de Nederlandse Krijgsmacht. Het EU SatCen levert Image Intelligence voor Nederland en is daarmee van toegevoegde waarde.

Overige mededelingen

Tevens maak ik van deze gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over de beëindiging van de Nederlandse bijdrage aan de EU Liaison and Planning Cell (EULPC) in Libië per 1 september 2023. Nederland heeft een nationaal kader van maximaal twee militairen en levert momenteel één staffunctionaris aan de cel. EULPC ondersteunt de EU- en VN-activiteiten in Libië met het verzamelen van informatie, het verzorgen van situational awareness en het uitvoeren van analyses op het gebied van veiligheid en militaire aangelegenheden. De EULPC is gehuisvest bij de EU-delegatie voor Libië, die op dit moment deels vanuit Tunesië opereert wegens de veiligheidssituatie in Libië. Om de taken beter uit te kunnen voeren wordt gewerkt aan de relocatie van de EU-delegatie, inclusief EULPC, van Tunis naar Tripoli per 31 augustus a.s. Bij deze verhuizing zal de cel naar verwachting verkleind worden vanwege beperkingen met betrekking tot huisvesting en veiligheid. Met het oog op deze praktische beperkingen is besloten de Nederlandse bijdrage vooralsnog te beëindigen.

Hoogachtend,

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren


X Noot
1

Motie van het lid Sjoerdsma c.s. met Kamerstuk 36 045, nr. 140 van 21 februari 2023.

X Noot
2

Zie ook het BNC-fiche Verordening ondersteuning munitieproductie (Kamerstuk 22 112, nr. 3720). Zie naar aanleiding van de toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken bij de Raad Algemene Zaken, d.d. 6 februari 2023 ook eerdere Kamerbrieven over dit onderwerp, waaronder de geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 7 en 8 maart 2023 te Stockholm, d.d. 13 februari 2023 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 250) en de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 23 mei 2023 te Brussel, d.d. 10 mei 2023 (Kamerstuk 21 501-28, nr. 253).

X Noot
3

Kennisgeving onderzoek militaire bijdrage aan EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina (Kamerstuk 29 521, nr. 448)

X Noot
4

Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken (Jumbo) d.d. 20 maart 2023 te Brussel, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2622.

X Noot
5

Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 23 mei 2023 te Brussel, Kamerstuk 21 501-28, nr. 253.

Naar boven