21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2700 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 juli 2023

De vaste commissie voor Europese Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 30 juni 2023 over de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2690), het verslag schriftelijk overleg Informele Raad Zaken d.d. 21 en 22 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2689), het verslag van de Raad Algemene Zaken d.d. 27 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2671), Antwoorden op vragen commissie over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 27 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2671) Antwoorden op vragen commissie over o.a. de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 21 en 22 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2670) en de Reactie op de berichtgeving inzake de bevriezing van EU-middelen bestemd voor Hongarije (Kamerstuk 21 501-20, nr.1970).

De vragen en opmerkingen zijn op 3 juli 2023 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 6 juli 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Bromet

De adjunct-griffier van de commissie, Poulino

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli 2023 en hebben hier nog enkele vragen over.

Geannoteerde agenda informele Raad Algemene Zaken d.d. 10 juli 2023

Tussentijdse evaluatie van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027

De leden van de VVD-fractie zijn tevreden met de terughoudend die het kabinet betracht bij de ophoging van het MFK. Ook delen zij de constatering dat de positie van het Europees Parlement erg ver staat van de Nederlandse positie. Kan de Minister een schets geven van het krachtenveld in de EU op dit dossier? Zijn er lidstaten die Europese Commissie en het Europees Parlement steunen voor het specifieke verzoek van meer begrotingsflexibiliteit, zo vragen de leden.

1. Antwoord van het kabinet

Naast Nederland staan ook gelijkgestemde landen terughoudend tegenover een tussentijdse herziening van het MFK. In juli 2020 heeft de Europese Raad expliciet geconcludeerd dat er geen tussentijdse herziening van het MFK zou komen. Er zijn echter ook lidstaten die positiever tegenover de herziening en aanvullende middelen voor de EU-begroting staan. Over de wenselijkheid van meer begrotingsflexibiliteit is het krachtenveld verdeeld. Diverse lidstaten kunnen de analyse van de Commissie volgen dat de flexibiliteit verruimd zou moeten worden om de huidige en eventuele toekomstige uitdagingen adequaat op te kunnen vangen. Het kabinet staat open voor meer flexibiliteit binnen de bestaande MFK-plafonds, maar ziet geen noodzaak voor extra flexibiliteit bovenop de plafonds.

De leden van de D66-fractie lezen dat de onderhandelingen over het MFK nog niet gestart zijn en dat er slechts verduidelijkende vragen zijn gesteld in de technische bespreking van de raadswerkgroep. Kan de Minister een tijdspad schetsen van de te verwachten onderhandelingen op raadswerkgroep niveau, zo vragen de leden.

2. Antwoord van het kabinet

Op dit moment beschikt het kabinet alleen over een schema van besprekingen van de raadswerkgroep voor de maand juli. Tot en met 26 juli zijn er zeven bijeenkomsten gepland, waarbij de verschillende onderdelen van de Commissievoorstellen worden besproken. De verwachting is dat het Spaanse voorzitterschap ook in september raadswerkgroepbijeenkomsten zal plannen. De agenda’s voor de komende Raden zijn nog niet bekend. Naar verwachting zal de Raad de komende periode maandelijks spreken over de voortgang van de voorstellen. Het MFK staat in ieder geval geagendeerd voor de Raad Algemene Zaken van 10 juli, van 19 september en van 24 oktober.

Voornoemde leden lezen dat het kabinet in principe tegen het verruimen van de bestaande budgetflexibiliteit is. Waarom is die keuze gemaakt? Zou het niet logisch zijn, juist gezien de Nederlandse wens om te korten binnen de bestaande begroting op te lossen, dat daar een flexibilisering van het budget tegenover staat? Is de kans niet aanzienlijk groter dat er ruimte in het bestaande budget gevonden kan worden voor de 66 miljard euro waar de Europese Commissie naar vraagt, als de budgetflexibiliteit verruimd wordt?

3. Antwoord van het kabinet

Het kabinet staat open voor mogelijkheden om fondsen flexibeler in te zetten, zodat de budgettaire uitdagingen met bestaande middelen kunnen worden opgevangen. De verwijzing in de geannoteerde agenda naar de «bestaande budgetflexibiliteit bovenop deze plafonds» heeft betrekking op de door de Europese Commissie voorgestelde verhoging van de speciale instrumenten en het Flexibiliteitsinstrument. Deze instrumenten komen bovenop de plafonds van het MFK. De Europese Commissie heeft voorgesteld om onder andere het Flexibiliteitsinstrument te verhogen met 3 miljard euro. Het kabinet is niet overtuigd van de noodzaak voor additionele middelen voor de speciale instrumenten bij het MFK.

Deze leden zijn van mening dat het MFK zoveel mogelijk ingezet moet worden ter ondersteuning van de voor Europa strategische industrieën. Wil de Minister dit bepleiten in de onderhandelingen? Zal hij zich deze keer echt inzetten voor een substantiële modernisering van het MFK?

4. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal in het BNC-fiche over de tussentijdse herziening van het MFK nader ingaan op de inzet van het kabinet. Het kabinet streeft er naar het BNC-fiche eind augustus aan uw Kamer te sturen.

Met het oog op kennis als grondstof voor de Europese innovatieve industrie, achten deze leden het wenselijk dat de gelden gereserveerd voor Horizon en Erasmus in elk geval bewaard zullen blijven in de heronderhandelingen. Is de Minister bereid om zich daarvoor in te spannen, zo vragen de leden.

5. Antwoord van het kabinet

Zie het antwoord op vraag 4.

De aan het woord zijnde leden lezen ook dat het kabinet zich in wil zetten voor structurele financiële steun voor Oekraïne. Klopt het dat die structurele financiële steun, de door de Europese Commissie gevraagde 50 miljard euro betreft? Zo niet, hoe wenst de Minister structureel financiële steun voor Oekraïne te realiseren zonder daar extra aan bij te dragen, zo vragen de leden.

6. Antwoord van het kabinet

In lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne en de moties van de leden Piri1 en Amhaouch2, staat het kabinet in beginsel positief tegenover het idee om de financiële EU-steun aan Oekraïne structureler vorm te geven. In dat licht beziet het kabinet het Commissievoorstel voor een Oekraïne Faciliteit. Het kabinet zal via het BNC fiche de kabinetsappreciatie van dit voorstel delen met de Kamer, tegelijkertijd met het BNC-fiche over de herziening van het MFK.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister aan kan geven wanneer de herziening van het MFK en het structurele fonds voor Oekraïne nog meer op de agenda zal staan de komende tijd.

7. Antwoord van het kabinet

Naar verwachting zal de Raad de komende periode maandelijks spreken over de voortgang van de voorstellen. Het MFK staat in 2023 in ieder geval geagendeerd voor de RAZ van 10 juli, van 19 september en van 24 oktober. Het structurele fonds voor Oekraïne staat op de agenda van de Ecofinraad van 14 juli. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1957) De Commissie heeft de Raad en het Europees Parlement opgeroepen het wetgevingstraject voor 1 januari 2024 af te ronden.

Verder vragen deze leden hoe de Oekraïne faciliteit wordt opgebouwd.

8. Antwoord van het kabinet

De Europese Commissie stelt voor om een Oekraïne Faciliteit op te richten om bij te dragen aan herstel, wederopbouw en hervormingen van het land. De faciliteit moet Oekraïne gaan voorzien van liquiditeitssteun, investeringen en technische assistentie. In het voorstel bedraagt het budget voor de faciliteit maximaal 50 miljard euro voor de resterende periode van het MFK (2024–2027), bestaande uit een garantie en een flexibele combinatie van leningen en giften. Indicatief voorziet de Commissie 33 miljard euro aan leningen en 17 miljard euro aan giften. Uw Kamer wordt uitgebreider over de inhoud en kabinetsappreciatie van het voorstel geïnformeerd via een BNC-fiche.

Welke garanties ziet de Minister dat Oekraïne de leningen die ze gaan krijgen, ook daadwerkelijk gaat terug betalen?

9. Antwoord van het kabinet

Naar verwachting zal een raamwerkovereenkomst moeten worden gesloten tussen de EU en Oekraïne om afspraken over leningen politiek vast te leggen. De leningen uit de voorziene Oekraïne Faciliteit worden verstrekt tegen «zachte voorwaarden» hetgeen rekening houdt met de schuldhoudbaarheid van Oekraïne. In het voorstel is opgenomen dat de leningen een maximale looptijd van 35 jaar hebben en Oekraïne hoeft tot 2034 geen terugbetalingen te doen. Tevens kan Oekraïne jaarlijks aanspraak maken op een rentesubsidie en compensatie voor administratieve kosten. De kosten van deze vergoedingen worden voor de periode 2024–2027 uit het instrument gedekt. Desalniettemin is er vanwege de huidige oorlogssituatie in Oekraïne en de onduidelijkheid over het verloop van het conflict, een reëel risico dat de lening gedeeltelijk (of niet) terugbetaald wordt.

Zit er voor Nederland een grens aan de financiële steun voor Oekraïne?

10. Antwoord van het kabinet

Het kabinet blijft onverminderd solidair met de Oekraïense bevolking, die kan rekenen op voorspelbare Nederlandse steun voor zo lang als dat nodig is. De inzet van het kabinet blijft gericht op het zo veel mogelijk steunen van Oekraïne, onder andere op financieel en humanitair gebied en met de wederopbouw. Het is ook een politiek signaal richting Rusland dat het kabinet vastberaden is de steun aan Oekraïne voort te zetten.

Vindt de Minister dat de voorgestelde 50 miljard euro steun voor Oekraïne binnen de plafonds van het huidige MFK moet worden gevonden?

11. Antwoord van het kabinet

In lijn met de inzet van het kabinet voor blijvende solidariteit met Oekraïne, staat het kabinet in beginsel positief tegenover het idee om de financiële EU-steun aan Oekraïne structureler vorm te geven. Daarbij kijkt het kabinet onder andere naar wat de meest gepaste omvang, voorwaarden en vorm van die steun zouden zijn. Daarbij staat het kabinet ook open voor de mogelijkheid om de Oekraïne Faciliteit buiten de MFK-plafonds te plaatsen, zoals door de Commissie is voorgesteld. Het kabinet zal in het BNC-fiche over de tussentijdse herziening van het MFK nader ingaan op de inzet van het kabinet.

Wat zou het Nederlands aandeel exact worden van deze 50 miljard euro?

12. Antwoord van het kabinet

De 50 miljard euro bestaat uit een garantie en een flexibele combinatie van leningen en giften. Indicatief voorziet de Commissie 33 miljard euro aan leningen voor de realisatie van het op te stellen Ukraine Plan en 17 miljard euro aan giften. Het is op dit moment nog niet duidelijk voor welke bedragen een beroep zal worden gedaan op de lidstaten. Uitgaande van het Commissievoorstel is het Nederlandse aandeel in afdrachten aan en/of een garantiestelling voor steun aan Oekraïne ca. 5,9 procent (bni-sleutel).

Eén van de beoogde doelen van de Oekraïne faciliteit is om de European Green Deal te ondersteunen en Oekraïne te helpen «transitioning» naar een «groene, digitale en inclusieve economie». Zijn dit niet hele rare prioriteiten voor een land in oorlog, zo vragen de leden.

13. Antwoord van het kabinet

Zowel de Unie, als Oekraïne zelf hebben er belang bij dat Oekraïne de transitie maakt naar een groene, digitale en inclusieve economie. Het kabinet vindt het belangrijk dat herstel en wederopbouw van Oekraïne goed aansluiten op de hervormingen die Oekraïne moet doorvoeren in het kader van het EU-toetredingsproces. Oekraïne zelf ziet de wederopbouw in het licht van het EU-toetredingsperspectief en kiest daarom voor een Building Back Better strategie gebaseerd op EU-normen en -standaarden die tevens een duurzame toekomst voor het land waarborgen.

Voornoemde leden vragen of de Minister aan kan geven waarom de Europese Commissie 1,9 miljard euro extra wil voor administratieve capaciteit. Alle burgers moeten vanwege de hoge inflatie besparen op hun uitgaven en de EU legt doodleuk de rekening van financieel wanbeleid bij de belastingbetaler neer. Deelt de Minister de mening van deze leden dat dit absurd is? Kan hij deze boodschap overbrengen aan de Europese Commissie?

14. Antwoord van het kabinet

In de toelichting bij het voorstel geeft de Commissie aan dat de Unie sinds het MFK-akkoord van 2020 er veel nieuwe taken en verantwoordelijkheden bij heeft gekregen als gevolg van nieuwe initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van cyber security, defensie, digitale markten, gezondheid en in het kader van het Fit-for-55 pakket. In totaal zouden volgens de Commissie 885 FTE nodig zijn om aan al die taken te voldoen. Daarnaast is er sprake geweest van hoge inflatie, terwijl in het MFK-akkoord is afgesproken dat de MFK-plafonds jaarlijks met een vaste deflator van 2 procent worden bijgesteld. Dit betekent dat kostenstijgingen hoger dan 2 procent inflatie bovenop de maximale jaarlijkse bijstelling komen. Het kabinet zal in het BNC-fiche over de tussentijdse herziening van het MFK nader ingaan op de inzet van het kabinet. Het kabinet streeft er naar het BNC-fiche eind augustus aan uw Kamer te sturen.

Kan de Minister bevestigen onder geen beding in te stemmen met extra budget voor de EU dan wel met extra fondsen binnen of buiten het MFK?

15. Antwoord van het kabinet

Zie het antwoord op vraag 4.

Kan hij bovenstaande vragen apart beantwoorden, zo vragen de leden.

16. Antwoord van het kabinet

Ja.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de tussentijdse evaluatie van het MFK op de agenda staat. Het is belangrijk dat de EU eerst alle mogelijkheden benut binnen het MFK en de daarbij behorende budgetflexibiliteit alvorens het te gaan hebben over een herziening. De leden delen de mening dat blijvende solidariteit met Oekraïne van groot belang is en verwelkomen daarom het idee voor structurele steun aan Oekraïne. Wel vragen zij zich af in hoeverre Nederland medestanders in deze positie heeft voor de MFK-herziening. Hoe schat de Minister de kans in dat er extra geld bij het MFK moet? En kan eventuele steun aan Oekraïne buiten het MFK om geregeld worden, zo vragen de leden.

17. Antwoord van het kabinet

Naast Nederland staan ook gelijkgestemde landen terughoudend tegenover een tussentijdse herziening van het MFK. In juli 2020 heeft de Europese Raad expliciet geconcludeerd dat er geen tussentijdse herziening van het MFK zou komen. Er zijn echter ook lidstaten die positiever tegenover de herziening en aanvullende middelen voor de EU-begroting staan. Het kabinet wil niet vooruitlopen op de uitkomst van de komende onderhandelingen.

In het Commissievoorstel voor een Oekraïne Faciliteit wordt de steun aan Oekraïne buiten de MFK-plafonds geplaatst.

Voornoemde leden vinden een financieel gezonde Unie van groot belang. Een passende begroting hierbij is dan ook belangrijk. In de toekomst zijn er veel (kandidaat-) lidstaten van de EU welke financiële steun vragen voor de ondersteuning voor het voldoen aan de Kopenhagen criteria, of daarna te handhaven en voor hervormingen te gebruiken. Ook zullen aanstaande lidstaten van de EU waarschijnlijk aanzienlijk vaker aanspraak maken op EU-steun. De leden vragen hoe de Minister hier rekening mee houdt en hoe de begroting van de EU sluitend kan blijven. Hoe voorkomt hij dat de EU structureel de begrotingen wil uitbreiden en daardoor het risico loopt niet financieel te kunnen opereren zonder constant geld bij te vragen van de lidstaten?

18. Antwoord van het kabinet

Alle kandidaat-lidstaten ontvangen momenteel al steun uit de EU-begroting. In het Commissievoorstel voor de tussentijdse herziening van het MFK is, naast de financiële steun voor Oekraïne, ook 2 miljard euro steun voor de Westelijke Balkan opgenomen. Uitgangspunt voor het kabinet is dat dergelijke steun in principe binnen de bestaande uitgavenplafonds ingepast moet worden. Vooruitlopend op een eventuele toekomstige uitbreiding van de Unie hebben lidstaten tijdens de informele RAZ van 21 en 22 juni jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2689) de Commissie opgeroepen verschillende budgettaire implicaties van uitbreiding in kaart te brengen.

De aan het woord zijnde leden hechten groot belang aan een sterke en toekomstbestendige EU. Zij vragen daarom hoe een passend MFK eruit zou kunnen zien bij een volwassen Europa waar in de toekomst nog meerdere kandidaat-lidstaten zullen toetreden. Daarnaast vragen de leden zich af of het huidige MFK hiertoe voldoende mogelijkheden biedt.

19. Antwoord van het kabinet

De huidige MFK-verordening bevat een bepaling (artikel 16) op basis waarvan in het geval van toetreding van één of meerdere landen het MFK gewijzigd zal worden om rekening te houden met de gevolgen die EU-uitbreiding heeft voor de uitgaven uit de EU-begroting. Bij EU-uitbreiding zal ook het Eigenmiddelenbesluit worden aangepast om de bijdragen van de nieuwe lidstaten aan de EU-begroting vast te leggen. Wat de meest passende inhoud van die wijzigingen is, is niet op voorhand te zeggen en afhankelijk van onder andere het welvaartsniveau van de toetreder(s).

De leden van de SP-fractie zijn redelijk tevreden met de grondhouding die het kabinet aanneemt ten opzichte van de intentie van de Europese Commissie om het MFK te verhogen. Deze leden steunen het kabinet in deze houding en zijn ook terughoudend met het verhogen van het MFK. Volgens eerdergenoemde leden worden veel ontwikkelingen, met name de oorlog in Oekraïne, onterecht aangewend om bevoegdheden van de EU ten opzichte van de lidstaten te vergroten. Volgens de leden moeten uitbreidingen van bevoegdheden van de EU en grotere financiële ruimte van de EU het gevolg zijn van een verdragswijziging die gepaard gaat met een brede maatschappelijke discussie. Die maatschappelijke discussie ontbreekt op dit moment.

Prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap. Met name investeren in onze strategische autonomie past goed bij het beleid dat ook deze kabinetsperiode zal moeten worden doorgezet in verband met de te grote afhankelijkheden van rivaliserende mogendheden. Hoe passen handelsverdragen in de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap? Welke kansen ziet de Minister voor de EU en Nederland op de genoemde prioriteiten? Welke rol gaat Nederland pakken om de «herindustrialisatie» invulling te geven, zo vragen de leden.

20. Antwoord van het kabinet

Onderdeel van de inzet van het Spaanse voorzitterschap ten aanzien van open strategische autonomie is de uitbreiding en diversificatie van handelsbetrekkingen van de EU. Handelsakkoorden zijn hierbij belangrijke instrumenten. Het kabinet is voorstander van een actief handelsbeleid, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Zo kunnen handelsakkoorden diversificatie faciliteren en hiermee de risico’s van strategische afhankelijkheden mitigeren. Ook zorgen ze voor verbeterde markttoegang voor ondernemers. Zoals gebruikelijk zal het kabinet elk onderhandelingsresultaat afzonderlijk beoordelen. Naast diversificatie van handelsstromen, vormt het beschikken over voldoende industriële capaciteiten eveneens een onmisbare basis voor de economische macht, het innovatievermogen en ook de geopolitieke invloed van de EU. Het kabinet steunt het EU-beleid om strategische waardeketens te versterken ten behoeve van een sterke, concurrerende EU-industrie, bijvoorbeeld via de Critical Raw Materials Act en de Net-Zero Industry Act.

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap. Zij steunen de inzet van het Spaanse voorzitterschap en zien uit naar de verdere uitwerking van die prioriteiten.

Diversen: Toekomst van Europa

De leden van de D66-fractie zien dat de Raad geïnformeerd zal worden over welke hervormingen noodzakelijk zouden zijn binnen de EU, naar aanleiding van de Conferentie over de Toekomst van Europa. De leden vragen aan de Minister om hier een constructieve houding aan te nemen, en open te staan voor mogelijke verdragswijziging. Daarbij vragen zij of dit ook mogelijkheid biedt om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor een Spitzenkandidaten systeem.

21. Antwoord van het kabinet

Het kabinet staat open voor verdragswijziging naar aanleiding van de Conferentie over de Toekomst van Europa als dit in het Nederlands en Europees belang is. Conform de motie van het lid Dassen3 zal het kabinet de Kamer na de zomer informeren over het verloop van het onderzoek naar het verbeteren van het spitzenkandidatensysteem.

Kan in het verslag een gedetailleerde terugkoppeling geven worden van het informatiepunt van het Spaanse voorzitterschap, en kan teruggekoppeld worden hoe het Spaanse voorzitterschap dit punt verder wil brengen het komende half jaar, zo vragen de leden.

22. Antwoord van het kabinet

In het verslag van de RAZ van 10 juli zal het kabinet een terugkoppeling geven over de presentatie van de prioriteiten van het Spaans voorzitterschap. De verwachting is dat deze presentatie op hoofdlijnen zal worden gegeven. Het kabinet heeft geen aanleiding om te verwachten dat het specifieke onderwerp Spitzenkandidaten onder dit informatiepunt aan de orde zal komen. Het agendapunt over de prioriteiten van het Spaanse voorzitterschap maakt overigens onderdeel uit van het openbare deel van de RAZ en is rechtstreeks te volgen.

De leden van de PVV-fractie vragen wat de premier exact heeft ingebracht op de Europese Raad van afgelopen week over EU-uitbreiding / de toekomst van de Europese Unie.

23. Antwoord van het kabinet

Tijdens de Europese Raad van 29 en 30 juni stonden uitbreiding, en de bredere discussie over de toekomst van de Unie, als zodanig niet op de agenda. Het verslag van de Europese Raad van 29 en 30 juni jl. ontvangt uw Kamer zo spoedig mogelijk.

Wat gaat het voor Nederland betekenen als Oekraïne zou toetreden? Kan de Minister hierbij ingaan op de institutionele verhoudingen, maar ook financieel; betekent de toetreding van nieuwe lidstaten automatisch een verhoging van de begroting?

24. Antwoord van het kabinet

Een eventuele toetreding van Oekraïne tot de Europese Unie zal verstrekkende gevolgen hebben. Het kabinet is van mening dat de verschillende gevolgen tijdig in kaart gebracht dienen te worden. Wat betreft de institutionele verhoudingen zijn belangrijke aandachtspunten de balans tussen de EU-instellingen, goed werkende besluitvorming, de democratische legitimiteit van de EU en de bevoegdheden van de instellingen. Hierover is recentelijk tijdens de informele RAZ op 21 en 22 juni4 gediscussieerd, waarover uw Kamer middels het verslag van 29 juni5 geïnformeerd is.

De huidige MFK-verordening bevat een bepaling (artikel 16) op basis waarvan in het geval van toetreding van één of meerdere landen het MFK gewijzigd zal worden om rekening te houden met de gevolgen die EU-uitbreiding heeft voor de uitgaven uit de EU-begroting. Bij EU-uitbreiding zal ook het Eigenmiddelenbesluit worden aangepast om de bijdragen van de nieuwe lidstaten aan de EU-begroting vast te leggen. Het is niet op voorhand te zeggen wat de meest passende inhoud van die wijzigingen is. Dit is onder andere afhankelijk van het welvaartsniveau van de toetreder(s).

Hoe groot is het gat dat in de begroting wordt geslagen bij uitbreiding van de EU? Kan de Minister dat per kandidaat-lidstaat aangeven?

25. Antwoord van het kabinet

Bij uitbreiding van de Unie zal er een nieuwe verdeling van de uitgaven (MFK) en financiering (Eigenmiddelenbesluit) van de EU-begroting worden vastgesteld. Wat de precieze gevolgen voor de begroting van de Unie zullen zijn, is afhankelijk van verschillende factoren en keuzes. Het kabinet kan daarom op dit moment geen inschatting geven van de financiële gevolgen.

In het verslag van de Raad Algemene Zaken van 21 en 22 juni 2023 lezen we dat de Europese Commissie de budgettaire gevolgen van uitbreiding in kaart brengt. Wanneer is dit afgerond en kan de Kamer dit document tegemoet zien, zo vragen de leden.

26. Antwoord van het kabinet

Tijdens de informele RAZ van 21 en 22 juni jl. hebben lidstaten de Commissie opgeroepen verschillende budgettaire implicaties van uitbreiding in kaart te brengen. Het is het kabinet niet bekend wanneer de Commissie dit onderzoek heeft afgerond en op welke wijze de Commissie de resultaten beschikbaar zal stellen.

De leden van de SP-fractie willen, gezien het feit dat de «Toekomst van Europa» ook op de agenda staat, de Minister vragen hoe hij tegenover het vooruitzicht van bevoegdheidsuitbreiding staat. Zoals gezegd is de beweging van de EU momenteel naar een uitbreiding van de bevoegdheden en wordt de oorlog in Oekraïne aangewend om deze uitbreidingen te legitimeren. Ziet de Minister dezelfde ontwikkeling?

27. Antwoord van het kabinet

Het onderwerp «Toekomst van Europa» is als informatiepunt opgenomen onder «diversen». Er is geen inhoudelijke discussie of besluitvorming voorzien over dit agendapunt. Het kabinet is van mening dat de verschillende gevolgen tijdig in kaart gebracht dienen te worden. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn de balans tussen de EU-instellingen, de democratische legitimiteit en de bevoegdheden van de EU. Dit is ook besproken tijdens de informele RAZ op 21 en 22 juni jl.6, waarover uw kamer middels het verslag is geïnformeerd.

Is hij het met de leden eens dat uitbreiding van bevoegdheden alleen kan volgen op een verdragswijziging? Ziet de Minister een dergelijke verdragswijziging in de nabije toekomst plaatsvinden? Is hij het eens met deze leden dat een verdragswijziging gepaard moet gaan met een brede maatschappelijke discussie en dat deze op het moment ontbreekt, zo vragen de leden.

28. Antwoord van het kabinet

De Unie mag alleen optreden binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten zijn gegeven in de EU-Verdragen. Of een verdragswijziging in de nabije toekomst plaats zal vinden, is op dit moment niet te zeggen. In het geval een verdragswijziging in de toekomst aan de orde is, zal het kabinet bezien hoe de Nederlandse burgers hierbij het beste betrokken kunnen worden.

Diversen: Interinstitutioneel Ethiekorgaan

De leden van de VVD-fractie kijken uit naar het ontvangen van het BNC-fiche over het Interinstitutioneel Ethiekorgaan. Het is goed dat de EU stappen zet om gestandaardiseerde ethische normen te hanteren. De Tweede Kamer heeft zich hierover kamerbreed uitgesproken door te vragen om een grondige herziening van de integriteitssystemen van de EU (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1960, Van Wijngaarden c.s.). Op welke manier heeft de Minister zich het afgelopen halfjaar hard gemaakt voor de komst van dit ethiekorgaan? Zal hij eerdergenoemde motie meenemen in haar appreciatie en latere behandeling van het Interinstitutioneel Ethiekorgaan, zo vragen de leden.

29. Antwoord van het kabinet

Uw Kamer ontvangt binnen de daartoe vastgestelde reguliere termijn een BNC fiche over het voorstel van de Commissie voor de oprichting van een Interinstitutioneel orgaan voor ethiek, waarbij in wordt gegaan op de verschillende aspecten van het voorstel. Het kabinet neemt aangenomen moties mee in de beoordeling van nieuwe voorstellen.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie lezen dat de regering binnenkort een BNC-fiche naar de Kamer sturen over een op te richten Ethical Body. Toch hebben zij hierover nu al enkele vragen aan de regering. In zowel het Europees Parlement als bij anderen leven zorgen over het feit dat het Ethiekorgaan geen doorzettingsmacht krijgt. Daarom vragen de leden aan de Minister om hier in Europees verband voor te pleiten.

30. Antwoord van het kabinet

Zie het antwoord op vraag 29. In algemene zin past het doel van het orgaan voor ethiek – namelijk het opstellen en inzichtelijk maken van ethische minimumstandaarden voor EU-instellingen en -organen – binnen de EU governance en transparantieagenda van het kabinet.

Ook begrijpen zij dat in het huidige voorstel geen onderzoekscapaciteit is voorzien, maar dat dit wel noodzakelijk wordt geacht om adequaat toezicht te kunnen houden op de financiële stromen van EU-medewerkers van de 9 instituties. Daarom zouden deze leden graag zien dat de Minister zich inzet om voldoende onderzoekscapaciteit in het voorstel te laten opnemen. Is hij hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet?

31. Antwoord van het kabinet

Zie antwoord op de vragen 29 en 30.

Ook ontvangen de leden graag het standpunt van de Minister over het mogelijk uitbreiden van het Europees Parlement. Kan hij op dit punt nader ingaan op de te verwachten krachtsverhoudingen binnen de Europese Raad, zo vragen de leden.

32. Antwoord van het kabinet

Graag verwijst het kabinet naar het standpunt zoals uiteengezet in het verslag van de RAZ van 27 juni jl.7 Ten aanzien van het krachtenveld stelt het kabinet vast dat de vereiste unanimiteit nog niet is bereikt. Enkele lidstaten pleiten voor verdere uitbreiding van het zetelaantal van het Europees Parlement (bovenop de door het EP voorgestelde uitbreiding van 705 naar 716 zetels), terwijl andere lidstaten pleiten voor de handhaving of inkrimping van het huidige zetelaantal van 705. Ook hebben meerdere lidstaten zich uitgesproken tegen een vermindering van het aantal zetels dat momenteel door EP-leden uit die betreffende lidstaat wordt ingevuld. Ten slotte kunnen meerdere lidstaten akkoord gaan met het voorstel van het EP.

Overig

De leden van de PVV-fractie vragen of er op de aankomende Raad Algemene Zaken conclusies worden aangenomen? Zo ja, waarover?

33. Antwoord van het kabinet

Voor de aankomende RAZ zijn er geen conclusies voorzien.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie zien dat de Europese Commissie voor de zomer met voorstellen zal komen om de bevroren Russische tegoeden in te zetten voor de wederopbouw van Oekraïne. Een EU-werkgroep heeft onder leiding van het Zweedse voorzitterschap opties in kaart gebracht om de tegoeden te gebruiken voor de wederopbouw. Graag ontvangen de leden een appreciatie van de regering op de door de werkgroep voorgestelde opties.

34. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat Rusland moet betalen voor de schade die het aanbrengt in Oekraïne. Dit is een breed gedeelde wens in de EU en daarbuiten. Het kabinet zoekt daarom met partners actief naar een breed gedragen oplossing die de juridische en financieel-economische risico’s afdekt. G7-samenwerking is hiervoor van essentieel belang. De Europese Commissie speelt een belangrijke rol bij de analyse van wat kan en daartoe zijn de mogelijkheden verder verkend in een door het Zweedse voorzitterschap opgezette Raadswerkgroep. Zoals toegezegd in het debat (Handelingen II 2022/23, nr. 92) over de goedkeuring van het VN-verdrag inzake immuniteit van staten en hun eigendommen van 13 juni jl. wordt de stand van zaken van deze discussie na de zomer aan uw Kamer gecommuniceerd.

Voornoemde leden lezen zien dat de Hongaarse premier de afgelopen week in Duitse media uitspraken deed over Oekraïne en Rusland. Uitspraken die deze leden zeer verontrusten. Zo stelde de Hongaarse premier dat de Wagner-opstand betekenisloos was, dat Oekraïne geen soeverein land is en zei hij dat de Russische president Poetin geen oorlogsmisdadiger is. Deelt de Minister het standpunt van de leden dat dit onacceptabele uitspraken zijn van een EU-regeringsleider? Deze leden vragen ook of de Minister voornemens is zijn Hongaarse counterpart hier tijdens Raad Algemene Zaken direct op aan te spreken en deze uitspraken publiekelijk te veroordelen? Zo nee, waarom is hij dit niet van plan?

35. Antwoord van het kabinet

Deze uitspraken van premier Orban keurt het kabinet ten zeerste af. Het kabinet blijft Hongarije aanspreken op haar daden, bijvoorbeeld daar waar Hongarije dwarsligt op steun aan Oekraïne en het NAVO lidmaatschap van Zweden nog niet heeft geratificeerd. Daarnaast blijft het kabinet Hongarije aanspreken op acties die niet in de geest van EU beleid zijn, waarbij het kabinet het belang van EU eenheid en naleving van het EU beleid door alle EU lidstaten in woord en daad benadrukt.

Ook vragen de leden zich af of premier Rutte tijdens de Europese Raad zich hier expliciet over heeft uitgelaten tegen Orban? Zo nee, waarom niet?

36. Antwoord van het kabinet

Zie het antwoord op vraag 35.

In het verlengde hiervan vragen deze leden hoe het staat met de uitvoering van de aangenomen motie om de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) om een advies te vragen over hoe om te gaan met de positie van Hongarije binnen de EU? Is er reeds contact geweest met de AIV over de uitvoering van deze motie? Zo ja, wat was de reactie van de AIV? Zo nee, waarom is dit nog niet gebeurd, zo vragen de leden.

37. Antwoord van het kabinet

Het kabinet werkt aan een aanvraag voor een advies van de AIV. Het is vervolgens aan de AIV, als onafhankelijke organisatie, om te beslissen of de aanvraag in behandeling wordt genomen. Het kabinet zal uw Kamer informeren zodra hierover duidelijkheid is.

De aan het woord zijnde leden maken zich zorgen over de gevolgen van de mogelijke inzet van Wagner-strijders in Belarus, in landen in Afrika en het Midden-Oosten. Zij vragen of de Minister er in Europees verband op wil aandringen deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen. De leden vragen daarnaast om waar mogelijk ook – samen met bijvoorbeeld de VN en de Afrikaanse Unie – te bezien wat er mogelijk is om te voorkomen dat de invloed van Wagner en de Russische Federatie in Afrika groter wordt, met alle mogelijke desastreuze gevolgen voor de lokale bevolking van dien, zo vragen de leden.

38. Antwoord van het kabinet

Het kabinet volgt de mogelijke inzet van Wagner-strijders in derde landen nauwgezet en Nederland spreekt hierover regelmatig met Europese partners. Mede op Nederlands initiatief nam de EU meerdere sanctiepakketten aan tegen de Wagnergroep naar aanleiding van diens ernstige mensenrechtenschendingen en destabiliserende activiteiten in verschillende landen, waaronder Oekraïne, Mali, Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek.

Voornoemde maken zich al tijden zorgen over de situatie van vluchtelingen op de Middellandse Zee. Deze leden zouden daarom graag zien dat de Minister – net als de LIBE-commissie van het Europees Parlement – pleit voor een onafhankelijk onderzoek naar de recente scheepsramp voor de Griekse kust door een internationaal gerenommeerd orgaan; zoals de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, de speciaal gezant voor Migratie en Vluchtelingen of een relevant VN-orgaan. Nu is er een onderzoek in gang gezet door het Griekse Openbaar Ministerie en de kustwacht zelf, wat zorgwekkend is gezien de berichten in de media over de mogelijke betrokkenheid van de Griekse kustwacht. Juist ook met onderzoeken omtrent de pushbacks aan de Griekse kust liepen de onderzoeken van de Griekse autoriteiten en mensenrechtenorganisaties sterk uiteen. Vandaar het belang om een onafhankelijk onderzoek te doen. Is de Minister hiertoe bereid? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.

39. Antwoord van het kabinet

Het kabinet betreurt deze tragedie ten zeerste en heeft zijn medeleven uitgesproken in de richting van de slachtoffers en hun familieleden. Ook tijdens de Europese Raad (ER) van 29 en 30 juni jl. kwam de ramp aan de orde. In de conclusies van de ER wordt aangehaald dat de ER zijn diepe bedroefdheid hierover uitsprak.

Over de toedracht van de ramp in de Griekse wateren is momenteel nog veel onduidelijk. Het kabinet acht het van groot belang dat hier onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan, zoals het ook benadrukt in relevante bilaterale contacten en in Europese overleggen. Op dit moment wordt er door zowel het Griekse openbaar ministerie als de kustwacht onderzoek gedaan, en ook de grondrechtenadviseur van Frontex werkt aan een rapportage. Het kabinet wenst de uitkomst hiervan af te wachten.

Het kabinet merkt ten slotte op dat het van belang is dat de Commissie, als hoedster van de EU-verdragen, erop toe blijft zien dat grensbeheer altijd in lijn is met Europees recht. Daar spreekt het kabinet de Commissie ook op aan. Het kabinet steunt ook de door de voorzitter van de ER, Charles Michel, genoemde blijvende inzet van de EU om het bedrijfsmodel van mensenhandelaars en smokkelnetwerken te ontwrichten en om de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken. Deze inzet beoogt de migratiestromen beter te beheersen en te voorkomen dat mensen dergelijke gevaarlijke reizen ondernemen.

De aan het woord zijnde leden zien dat de Europese Rekenkamer zeer recent waarschuwde dat het onzeker is of de EU haar klimaatdoelstellingen voor 2030 haalt. Er zijn onvoldoende aanwijzingen, zo stelt de Europese Rekenkamer, dat de aangekondigde maatregelen door de lidstaten voldoende zijn om 55 procent reductie van CO2 te halen in 2030. De Rekenkamer noemt dit «bijzonder zorgwekkend». De leden delen deze grote zorgen. Deelt de Minister deze zorgen ook? Zo ja, wat gaat de Minister concreet doen om ervoor te zorgen dat de EU en de lidstaten de plannen wel gaan uitvoeren en de doelen wel gaan halen? Gaat hij hier bij de komende Raad Algemene Zaken actief aandacht voor vragen door te hameren op het belang van de uitvoering van de maatregelen en op transparantie over hoe de maatregelen worden uitgevoerd en of de lidstaten op koers liggen? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden.

40. Antwoord van het kabinet

De afgelopen negen maanden is een groot deel van het Fit-for-55 pakket afgerond in trilogen. Het is nu zaak om over te gaan tot de implementatie hiervan. Dat de Europese Rekenkamer vaststelt dat lidstaten met de tot op heden aangekondigde maatregelen nog niet op koers liggen is een belangrijk signaal. Tegelijkertijd hebben lidstaten tijd nodig om EU-wetgeving om te zetten in nationaal beleid. Het is belangrijk dat Nederland en andere EU-lidstaten hiermee aan de slag gaan. Hierbij is het proces rondom de Integrale Nationale Energie en Klimaatplannen (INEK's) van belang. Nederland heeft 29 juni jl. een concept-update van het INEK voor de periode 2021–2030 met de Commissie gedeeld8. Belangrijk is dat andere lidstaten ook tijdig een concept-update indienen, zodat snel duidelijk wordt in hoeverre de EU op koers ligt voor de opgehoogde 2030-doelstellingen.

Het EU-klimaatdoel voor 2030 staat overigens niet op de agenda van de RAZ van 10 juli a.s. Over dit onderwerp wordt regelmatig in de Milieuraad gesproken.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1829.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20 nr. 1768.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2673.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501–02, nr. 2665.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501–02, nr. 2689.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2665.

X Noot
7

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2692.

X Noot
8

Zie Kamerstuk 32 813, nr. 1267.

Naar boven